Jaarstukken 2012 ALGEMEEN Naam toegelaten instelling Gevestigd te Adres Postadres Telefoon Telefax E-mail Website Oprichtingsdatum Koninklijk Besluit, waarmee de instelling is toegelaten Laatste statutenwijziging Datum en nummer van de inschrijving in Handelsregister In het Stichtingsregister Aangesloten bij Bedrijfstakcode Woningcorporaties : Woningstichting Samenwerking Vlaardingen : Vlaardingen : Stadhouderslaan 181, 3136 BM : Postbus 206, 3130 AE : 010 - 4759666 : 010 - 4759665 : [email protected] : www.samenwerking.nl : 15 mei 1914 : 24 september 1914, nr. 57 : 21 februari 2003 : 25 februari 1970, nr. H217811 : 27 augustus 1993, nr. S133811 : Aedes, De Maaskoepel : N.R.V. nr. 2760 INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2012 . Jaarverslag/Volkshuisvestingsverslag • Voorwoord • Hoofdstuk 1 - Bestuursverslag • Hoofdstuk 2 - Strategie, missie, visie en doelen • Hoofdstuk 3 - Maatschappelijke inbedding • Hoofdstuk 4 - Maatschappelijke verantwoording / volkshuisvestelijk verslag • Hoofdstuk 5 - Over output, outcome en maatschappelijk verantwoord ondernemen • Hoofdstuk 6 - Organisatie, nevenstructuren en samenwerkingsverbanden • Hoofdstuk 7 - Financiële resultaten en risicomanagement • Hoofdstuk 8 - De toekomst • Bericht van de Raad van Commissarissen . Jaarrekening Geconsolideerde jaarrekening 2012 Geconsolideerde balans per 31 december 2012 Geconsolideerde winst-en-verliesrekening over 2012 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2012 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening Enkelvoudige jaarrekening 2012 Enkelvoudige balans per 31 december 2012 Enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2012 Enkelvoudig kasstroomoverzicht 2012 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening Ondertekening van de jaarrekening door Bestuur en RvC Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat Bestemming van het resultaat over het boekjaar 2012 Gebeurtenissen na balansdatum Bijlagen Bijlage 1 Interne risicobeheersing- en controlesystemen Bijlage 2 Toelichting onderhoud en nieuwbouw Bijlage 3 Kengetallen woonruimteverdeling Bijlage 4 Kengetallen . -1- VOORWOORD TERUGBLIK OP 2012 Ik ben trots op mijn organisatie! Ondanks alle prikkels van buitenaf zijn wij redelijk ongestoord ons werk blijven doen. Het planmatig onderhoud heeft gezorgd dat onze complexen er pico bello bijstaan. De onrust over een dreigende "verhuurderheffing" heeft ertoe geleid dat ons meerjaren investeringsprogramma in beperkte mate moest worden bijgesteld. De hoogniveau renovatie van 270 woningen is nagenoeg afgerond, ondanks de aanhoudende berichten over collega-corporaties die niet meer kunnen investeren. De soms panische reacties van externe toezichthoudende organen hebben niet kunnen voorkomen dat wij verder hebben gewerkt aan de professionalisering van de organisatie in ons eigen verantwoorde tempo. De economische recessie dreigde even roet in het eten te gooien bij onze nieuwbouw aan de Marnixlaan, omdat de aannemer bij de bouw van 90 appartementen in de sociale huursfeer en 30 duurdere eengezinswoningen ineens failliet ging. Gelukkig waren wij als organisatie snel in staat via de curator met een andere aannemer de klus binnen korte termijn alsnog te klaren. Nu staat er een juweel van een complex, waar de stad en wij uiteraard, trots op mogen zijn. Dat zijn we ook, maar dan op een andere manier, op het hospice dat wij samen met onze collega-corporatie in Vlaardingen 100% onrendabel hebben gebouwd en onlangs is opgeleverd aan de stichting Margriet die het hospice met 5 gastenkamers, gaat runnen. De genoemde professionalisering van de organisatie heeft met name vorm gekregen in het opzetten en implementeren van HRM beleid. Een breed gedragen beleid dat ertoe moet leiden dat alle medewerkers zich steeds meer bewust worden van de veranderende samenleving en eisen die aan ons werk worden gesteld. Dit moet leiden tot optimalisering van de prestaties van medewerkers via opleidingen en waar nodig gedragsverandering, die aansluit op klantwensen en mores van deze tijd. De waargenomen cash flow problemen in onze branche, maar zeker ook bij ons, hebben wij in zekere mate kunnen remmen door de verkoop van nieuwe 30 eengezinswoningen aan een particuliere belegger. Omdat wij de verkoop via een sale leaseback constructie hebben vorm gegeven, verhuren wij de woningen zelf en behouden op deze wijze een deel van de voorraad voor huurders, die voor een sociale huurwoning niet in aanmerking komen; overigens ligt het risico voor leegstand bij ons. Kennis genomen hebbend van de nadere afspraken die in ons nationale parlement zijn gemaakt tussen minister en Kamers over de toekomst van de volkshuisvesting in Nederland, ga ik er zonder meer vanuit dat wij als corporatie in staat blijven onze voorgenomen ambities om te zetten in investeringen, die onze doelgroepen ten goede komen. Ik hoop dat u ons jaarverslag met aandacht en plezier leest. Ton van der Steen Directeur-bestuurder -2- HOOFDSTUK 1 BESTUURSVERSLAG OVER 2012 Algemeen Samenwerking werkt uitsluitend in de gemeente Vlaardingen, hoewel de toelating ook activiteiten in de rest van de regio Rotterdam-Rijnmond toestaat. Samenwerking kent een tweelagen model met één directeur, die tevens de functie van bestuurder vervult. Het toezicht op het functioneren van de directeur-bestuurder wordt uitgeoefend door de Raad van Commissarissen, die in dit jaarverslag zelf verslag doet. De organisatieopbouw kent een managementteam dat, naast de directeur-bestuurder, bestaat uit de managers Middelen, Vastgoed en Woondiensten. Daarnaast heeft Samenwerking twee staforganen die geleid worden door de afdelingshoofden Facilitair en Beleid en Communicatie. De structuur van de organisatie is er op ingericht om het beleid, dat samenhangt met het bedrijfsplan "Werken aan wonen", te kunnen waarmaken. Naast de implementatie van het bedrijfsplan, is uitvoering gegeven aan het cultuurtraject geënt op het gewenste gedrag behorend bij de implementatie van het bedrijfsplan. Dit heeft de vereiste cultuuromslag naar "maatschappijgedreven corporatie" handen en voeten gegeven. Wij luisteren meer en beter naar onze belanghouders, wij verwachten meer eigen initiatief van medewerkers, wij willen optimaal extern en intern communiceren en elkaar op de juiste wijze aanspreken op fouten en gezamenlijk de missie uitvoeren. Samenwerking onderschrijft de in de Aedescode en de Governancecode Woningcorporaties vastgelegde beginselen. De Governancecode Woningcorporaties wordt gehanteerd voor het inrichten van de bestuurlijke organisatie. Gegevens directeur-bestuurder: Naam: Leeftijd: In dienst sinds: Duur benoeming: Vast inkomen: Fiscale bijtelling: Pensioenkosten: Vergoeding en werkgeverslasten: Nevenfunctie: De heer Mr T.W. van der Steen 58 jaar 15 april 2004 onbepaalde tijd € 121.600,-, inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering € 9.100,-, gebruik auto van de zaak € 21.600,€ 14.600,bestuurslid stichting "molen Aeolus" te Vlaardingen bestuurslid stichting Stadsherstel te Vlaardingen Toelichting: De arbeidsovereenkomst is conform de aanbevelingen van de Sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties tot stand gekomen, echter de benoeming van de directeur-bestuurder heeft plaatsgevonden voor onbepaalde tijd, zoals overeengekomen tussen de Raad van Commissarissen en de directeur-bestuurder. Doorgroei van het inkomen vindt plaats op basis van een functioneringsgesprek, dat in mei 2012 heeft plaatsgevonden. Buiten aanwezigheid van de directeur-bestuurder heeft de Raad het functioneren van de directeur-bestuurder besproken en vervolgens teruggekoppeld. Taak en werkwijze De directeur-bestuurder is belast met het besturen van de corporatie, hetgeen onder meer inhoudt dat hij verantwoordelijk is voor: • De realisatie van de doelstellingen • De te voeren strategie • De financiering • Het beleid • De resultatenontwikkeling • Het beleid ten aanzien van deelnemingen van de corporatie. De directeur-bestuurder legt hierover verantwoording af aan de Raad van Commissarissen. De directeur-bestuurder richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de woningcorporatie in het licht van haar volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstelling en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij de corporatie betrokkenen af. De directeur-bestuurder verschaft de Raad van Commissarissen tijdig de informatie die nodig is voor de uitoefening van de taak van de Raad van Commissarissen. De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de naleving van de risico's verbonden aan de activiteiten van de -3- corporatie. De directeur-bestuurder rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersing- en controlesystemen met de Raad van Commissarissen en zijn auditcommissie. De taken en bevoegdheden van de directeur-bestuurder zijn afdoende beschreven in de vigerende statuten. Horizontale dialoog Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft de volgende belanghebbenden in 2012 tot de maatschappelijke en volkshuisvestelijke missie en doelstellingen benoemd: • Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Vlaardingen • Ambtelijke staf van de gemeente Vlaardingen • De Huurdersraad van onze stichting • Collega-corporatie Waterweg Wonen • Zonnehuisgroep Vlaardingen • Aedes • Geschillencommissie van onze corporatie • De Federatie van woningbouwcorporaties regio Rotterdam • Stichting Welzijn • Stichting Ouderenwelzijn Nieuwe Waterweg Noord • Stichting Hospice Margriet. De communicatie met deze belanghebbenden heeft in het najaar van 2012 plaats gevonden door middel van een diner pensant. De stakeholders hebben gereageerd op hetgeen tot nu toe door Samenwerking is verwezenlijkt van het vigerende bedrijfsplan, ze hebben aanbevelingen gedaan voor de toekomst en er is met de directeur van Aedes kritisch gekeken naar actuele ontwikkelingen in de branche op basis van de beleidsvoornemens van het kabinet Rutte II. Alle deelnemers hebben een verslag van de avond gekregen met aanbevelingen die door de stakeholders zijn geformuleerd. Risicobeheersing en controle De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de interne risicobeheersing- en controlesystemen, voor het actief managen van de strategische, financiële en operationele risico's en voor het beperken van de impact van mogelijke incidenten. Dit beleid heeft een nieuwe impuls gekregen. De grootste risico's die de corporatie loopt zijn in beeld gebracht en worden inmiddels goeddeels via de kwartaalrapportage gecommuniceerd richting directeur-bestuurder en Raad van Commissarissen. Daarnaast heeft onze controller het beleid verder tot uitvoering gebracht. Zo zijn inmiddels vele processen opnieuw beschreven, waarbij vooral extra aandacht is gegeven aan de risico's die zich daarbij kunnen voordoen. De balance scorecard is verschenen in de vorm van een rapportage. Daarvoor hadden wij een strategiekaart ontwikkeld die zich richt op de strategische thema's "verbeteren klanttevredenheid" en "professionele organisatie". Daarin is de tendens te zien tot minder operationele handelingen als gevolg van de kwalitatieve verbetering van ons automatiseringssysteem en meer analyses van de uitkomsten van die handelingen. Deze "opbrengsten" moeten ten gunste komen van de processen, die de klanttevredenheid bevorderen. Dit alles binnen de randvoorwaarden van een verantwoord bedrijfseconomisch beleid. Externe accountant Deze wordt benoemd door de Raad van Commissarissen. De directeur-bestuurder en de auditcommissie maken in overleg een beoordeling van het functioneren van de accountant. Eind 2011 heeft de aanbesteding plaats gevonden voor de accountantskeuze. Samenwerking is in 2012 met een andere accountant gestart, te weten Baker Tilly Berk. De externe accountant woont in ieder geval het gedeelte van de vergadering van de Raad van Commissarissen bij waarin het verslag van de externe accountant wordt besproken over het onderzoek naar de jaarrekening. Hij kan worden ondervraagd over zijn verklaring over de getrouwheid van de jaarrekening door de Raad van Commissarissen. ONTWIKKELINGEN IN 2012 -4- Uitwerking bedrijfsplan Door de maatschappelijke en economische ontwikkelingen moeten we alert blijven op de wijze van uitvoering van de opgaven in ons bedrijfsplan. De prestatieafspraken met de gemeente Vlaardingen zijn herijkt en hebben tot bijstellingen geleid, met name in de categorieën nieuwbouw voor de komende jaren. De markt is duidelijk veranderd. Wij laten ons meer in ons beleid leiden door onze stakeholders. Wij willen een maatschappijgedreven corporatie zijn. Nieuwbouw/ Renovatie De oplevering van de nieuwbouw aan de Marnixlaan was één van de hoogtepunten van 2012. 90 luxe appartementen in de sociale huursector zijn opgeleverd en 30 duurdere eengezinswoningen. In een mum van tijd zijn alle appartementen verhuurd, ondanks het tussentijdse faillissement van de oorspronkelijke aannemer. De 30 eengezinswoningen hebben wij via een sales lease back constructie verkocht aan een particuliere belegger, zodat wij de eengezinswoningen in beheer houden en aldus de voorraad voor bovenmodale huurders hebben kunnen vergroten. In 2011 is de eerste officiële handeling verricht voor de bouw van een hospice, die wij samen met onze collega-corporatie onrendabel zullen opleveren aan de stichting Hospice die de zorg gaat verlenen. Begin 2013 is het gebouw opgeleverd. Eind 2011 is ook gestart met de renovatie en Co2reducerende activiteiten van ons complex van 270 woningen aan de Louise de Colignylaan. Dit complex krijgt een stevige opknapbeurt en tal van isolaties en is inmiddels voorzien van meer dan 300 zonnecollectoren. Begin 2013 zal de renovatie klaar zijn. Geschillencommissie Over 2012 zijn weinig klachten ingediend en heeft de geschillencommissie niet één keer bij elkaar behoeven te komen voor een hoorzitting. Wel zijn plaatsvervangers benoemd voor de leden. Inzet De verzakelijking binnen de organisatie heeft verder handen en voeten gekregen. Niet iedereen is daar even blij mee, maar het komt wel overeen met hetgeen na het uitvoerige cultuurtraject van 2011 als wenselijk werd beschouwd. De uitvoering van het bedrijfsplan, de voorbereiding en uitvoering van de nieuwbouw en de verdere professionalisering van de organisatie hebben een grote impact op onze organisatie gehad. De bedreigingen van buiten (nieuwe regering) die met name de financiële draagkracht van corporaties aantasten, heeft onrust en ergernis veroorzaakt. Zowel huurders als personeel vragen zich af of wij gestraft moeten worden voor iets wat buiten ons (vermogen) ligt; ze begrijpen het vaak niet. Desondanks hebben medewerkers een grote inzet getoond. Ik ben hen veel dank verschuldigd. Integriteit Wij hebben in 2010 het integriteitbeleid vernieuwd en aangepast aan de hedendaagse eisen. Het is tot stand gekomen in de vorm van een code die door alle medewerkers, leidinggevenden, directeur-bestuurder en Raad van Commissarissen is ondertekend. Zowel op afdelingsniveau als door mij is aandacht gevraagd voor integriteit, onder andere door het stimuleren van de discussie aan de hand van prikkelende casussen. Er worden tevens nieuwe dilemmatrainingen voorbereid. Overigens zijn er geen overtredingen van het beschreven beleid waargenomen. De informatiebeveiliging is verbeterd door het uitbesteden en buiten de deur onderbrengen van de servers bij een rekencentrum. Er bestaat een klokkenluidersregeling binnen onze corporatie met vertrouwenspersonen (in en buiten de organisatie). Hiervan is door 2 medewerkers gebruik gemaakt in 2012. Deze zijn doorverwezen naar de externe vertrouwenspersoon. Dit heeft niet geleid tot verdere actie. Investeringscriteria In 2012 hebben wij ons financieel toetsingskader bijgesteld dat normen weergeeft van rendementen die wij minimaal nastreven. Deze zijn afhankelijk van de aard en categorie van bijvoorbeeld nieuwbouw. Voor sociale huurwoningen ligt dit op 3,6/4 % en voor dure huur bijvoorbeeld op 5,25%. Op basis van de nieuwe rendementeisen van het WSW zullen deze worden aangepast. Huurdervertegenwoordiging Wij hechten aan een goede samenwerking en communicatie met onze bewoners. De contacten met de Huurdersraad en de bewonerscommissies/huurdersverenigingen stellen wij zeer op prijs. In goed overleg met vertegenwoordigers van de Huurdersraad is een nieuwe overeenkomst getekend op basis van de nieuwe Overlegwet. Er heeft enige verjonging plaats gevonden bij de leden van de Huurdersraad. Zij hebben inmiddels hun draai gevonden. De zoektocht naar nieuwe leden levert nog steeds maar weinig nieuwe leden op. Jaarresultaat Het jaar 2012 wordt afgesloten met een positief financieel resultaat voor niet-gerealiseerde waardeverandering. -5- Gezien enerzijds onze ambities, die tot uitdrukking komen in het bedrijfsplan en anderzijds de afdrachten aan het Rijk zullen we de komende jaren veel financieringsmiddelen nodig hebben om onze kasstroom op peil te houden. 2013 en verder De economische crisis is nu wel heel erg voelbaar. Het aantal huurders dat niet op tijd de huur betaalt dan wel helemaal niet meer betaalt, stijgt tot grote hoogte. De koopwoningmarkt zit nog steeds op slot. De nieuwbouw van woningen zakt steeds verder in. De corporaties, die tot voor kort nog voor een fors deel opdrachtgevers waren voor nieuwbouw haken nu ook af onder dreiging van de "verhuurderheffing" en (in mindere mate) de saneringsheffing. De woningmarkt verstijft helemaal en de werkloosheid in de bouwsector neemt dramatische vormen aan. Ik hoop dat de corporaties de volledige zeggenschap houden over het eigen vermogen en in grote mate de zelfde werkzaamheden kunnen blijven uitoefenen. Zuiver commerciële activiteiten zouden wij als sector niet meer moeten willen. Dat brengt te veel risico's met zich mee en ligt meer op de weg van de projectontwikkelaars. Die zouden wij als corporaties moeten inschakelen bij ingewikkelde projecten waarbij ook niet- DAEB-activiteiten aan de orde zijn naast sociale nieuwbouw. Gelukkig heeft de wetgever aangegeven dat oude niet-DAEB-activiteiten tot einde exploitatieperiode, vanwege de verwachte exploitatie-uitkomsten waarop corporaties mochten rekenen, kunnen worden behandeld en ge(her) financierd als waren het DAEB-activiteiten. Tenslotte constateer ik dat politiek Nederland worstelt met de voorgenomen bezuinigingen. De voorgenomen "verhuurderheffing" van 1,7 miljard leidt tot een flink aantal financiële problemen bij corporaties, onvoldoende nieuwbouw, te gering onderhoud en renovatie en een toenemende werkloosheid in de bouw. Dit kan toch nooit de opzet geweest zijn! Ter compensatie van de "verhuurderheffing" wordt de corporaties de mogelijkheid geboden stevige huurverhogingen door te voeren. De uitvoering van deze plannen vraagt veel extra administratieve werkzaamheden van de corporaties. De huurders betalen het gelag. Verklaring besteding gelden Tot slot verklaar ik als directeur-bestuurder van Samenwerking dat alle middelen uitsluitend zijn aangewend in het belang van de volkshuisvesting. Vlaardingen, 10 juni 2013 Mr. T.W. van der Steen, Directeur-bestuurder -6- HOOFDSTUK 2 STRATEGIE, MISSIE, VISIE EN DOELEN Strategie Samenwerking heeft een eigen duidelijke plaats in Vlaardingen. Ondanks het feit dat wij een regionale toelating hebben, fixeren wij ons alleen op Vlaardingen. Met de regio Rotterdam-Rijnmond onderhoudt ons gemeentebestuur de bestuurlijke contacten die ook voor de corporaties in Vlaardingen van belang zijn. Wij zijn al heel lang aangesloten bij het regionale woonruimte verdeelsysteem. Daarnaast wordt via de Maaskoepel, de koepelorganisatie van corporaties in de regio, afgestemd over aantallen nieuw te bouwen woningen, in welke categorieën, en dergelijke. Sinds de totstandkoming van het Actieplan Wonen is er de afgelopen en komende jaren volop activiteit in de stad. Dit was voor ons mede aanleiding ons beleid daarop aan te passen. Ons bedrijfsplan, 'Werken aan Wonen', is geënt op deze tijd en actuele ontwikkelingen. Vooral de omslag naar een 'maatschappijgedreven' corporatie leidt tot nieuw beleid. De investeringsopgaven die daaruit voortvloeien hebben een stevige relatie met het Actieplan Wonen. Onze missie Samenwerking maakt individuele woonwensen van haar huidige en toekomstige klanten mogelijk en levert maatwerk. Onze visie Op basis van de actuele ontwikkelingen, onze inschatting van de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen waarmee wij te maken hebben, en onze missie, komen wij tot de volgende visie voor de komende jaren: 1) Samenwerking stelt alles in het werk om mensen die om wat voor reden dan ook niet zelfstandig in hun huisvesting kunnen voorzien, aan een dak boven hun hoofd te helpen. 2) Senioren en mensen met een beperking krijgen extra aandacht. 3) Het Actieplan Wonen is van groot belang voor de ontwikkeling van de stad Vlaardingen. 4) Dit plan is tevens de leidraad voor ons nieuwe bedrijfsplan. 5) Ongeveer tweederde deel van onze voorraad zal altijd toegankelijk zijn voor de sociale doelgroepen. De rest van ons bezit verhuren we in principe meer marktconform. 6) Wij willen ons onderscheiden van andere corporaties door steeds meer met maatwerk tegemoet te komen aan de vragen en wensen van onze huurders. 7) Transparantie van ons optreden krijgt steeds nadruk, waarbij wij de adviezen van onze belanghouders serieus in onze beleidsafwegingen meewegen. 8) Ecologisch duurzaam werken moet onze kinderen een schonere aarde opleveren. 9) Onze ambities leiden tot grote investeringen in nieuwbouw en kwaliteitsverbetering van de bestaande voorraad. Onrendabele toppen in de sociale huur horen daarbij. 10) Investeren doen wij binnen bedrijfseconomisch verantwoorde kaders. Onze doelen Doel 1: Tevreden klanten Onze klanten vormen ons bestaansrecht. Daarom willen we ze goed bedienen. Wij willen dat onze klanten tevreden zijn over onze diensten en zullen deze tevredenheid ook monitoren. Doel 2: Passend woningaanbod Een passend woningaanbod is in onze ogen één van de belangrijkste middelen om tevreden klanten te krijgen en te houden. 'Passend' betekent in de eerste plaats dat onze klanten zich thuis voelen in hun buurt of complex. 'Passend' betekent ook dat wij voldoende woonruimte bieden voor mensen met een krappere beurs. 'Passend' betekent in de derde plaats dat we met onze voorraad willen inspelen op de verschillende gezinssamenstellingen en levensfasen in Vlaardingen. In de vierde plaats betekent 'passend' dat ons woningaanbod duurzaam en energiezuinig is. Doel 3: Leefbare buurten waar men zich door ons gesteund voelt Samenwerking realiseert zich dat voor leefbare buurten meer nodig is dan een passend woningaanbod. Onze klanten zijn gebaat bij een veilige en schone leefomgeving. Wij willen niet dat onze klanten het gevoel hebben dat ze er alleen voor staan als er problemen zijn in de wijk. Wij ondernemen actie als er aan deze punten iets schort. Dat betekent signaleren, doorverwijzen en de regie nemen om oplossingen te realiseren. Zowel voor complexen en buurten als voor individuele bewoners. -7- Doel 4: Participatie belanghebbenden met adviesrecht Wij willen verantwoording over onze activiteiten afleggen aan onze belanghouders en hen invloed geven op ons beleid. Dat gaat niet zo ver dat ze mee mogen beslissen. Dat doen we nog altijd zelf. Maar we willen bepaalde belanghouders over specifieke onderwerpen om advies vragen. We zullen met hen communiceren of we het advies overnemen of niet, en waarom. Achteraf zullen we aangeven wat er van onze voornemens terecht is gekomen en waarom iets wel of niet is gelukt. Daarnaast zullen we onze belanghouders zo goed mogelijk informeren over wat we doen. Doel 5: Financieel verantwoord beleid We streven naar een gezonde financiële positie, willen voldoen aan de eisen van toezichthouder Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, gebruiken financiële sturing als managementinstrument en willen zoveel mogelijk effectief aanbesteden. Daarnaast sturen we op lage beheerkosten. Doel 6: Professionele organisatie We koersen op een doelmatige bedrijfsvoering, goede interne communicatie en het opzetten van Human Resource Management. -8- HOOFDSTUK 3 MAATSCHAPPELIJKE INBEDDING Als sociaal-maatschappelijk ondernemer staat Samenwerking midden in de maatschappij. Om onze doelen te kunnen behalen opereren we in interactie met de maatschappij. We vinden het belangrijk om de dialoog aan te gaan met onze omgeving. Dialoog staat voor communiceren en samenwerken met partners om onze gezamenlijke doelstellingen te bereiken. Daarbij geeft de dialoog ons input voor de ontwikkeling van beleid en gebruiken we het als een instrument om de kwaliteit van onze dienstverlening te verbeteren. IMAGO Samenwerking bestaat in mei 2014 100 jaar en heeft een eigen gezicht en cultuur ontwikkeld, die te omschrijven valt als betrouwbaar, maatschappelijk betrokken, proactief en sociaal. Onze corporatie heeft relatief een wat luxer bezit. Dit laatste heeft vooral te maken met het feit dat wij heel weinig bezit hebben uit de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw. Het grootste deel van ons bezit stamt uit de zeventiger en tachtiger jaren en is groter en luxer dan de bekende sobere naoorlogse flatwoningen. Wij willen dat deel van ons imago graag in stand houden. Dat komt vooral tot uitdrukking in de soort en aard van onze nieuwbouwplannen in de komende jaren. Naast de sociale doelgroep komen ook de middeninkomens bij ons aan hun trekken. PRESTATIEAFSPRAKEN In maart 2010 zijn nieuwe prestatieafspraken gemaakt voor de komende vijf jaar op basis van het Actieplan Wonen. Naast de raamovereenkomst zijn in 4 deelovereenkomsten opgenomen de nieuwbouwproductie, de investeringen in toename van kwaliteit in de bestaande voorraad, de doelgroepen, duurzaamheid en kwaliteit en de stedelijke investeringen om dit alles mogelijk te maken. In februari 2012 is er een evaluatie opgesteld en voorgelegd aan de gemeenteraad en de raden van toezicht van de corporaties. In diverse gremiums waar ook Samenwerking in participeert worden de genoemde aanbevelingen verder uitgewerkt zoals de bijzondere doelgroepen, de Citymarketing, de monitoring van het woningbouwprogamma en de maatschappelijke investeringen.Een belangrijke basis voor het toekomstige woningbouwprogamma was de deelname aan WoON 2012 en de Grote Woontest. Begin 2013 zullen de rapportages gereed zijn. SAMENWERKEN Onze corporatie heeft goed en intensief contact met de Huurdersraad en de bewonerscommissies. Bij de totstandkoming en bij de uitvoering van het nieuwe bedrijfsplan speelt de Huurdersraad een belangrijke rol. Onze stakeholders zijn de partijen met wie wij veel contacten onderhouden, zoals de gemeente Vlaardingen, collegacorporatie Waterweg Wonen en een aantal zorg- en welzijnsinstellingen. In dit kader passen natuurlijk ook leefbaarheidsprojecten, de deelname aan de dag van de dialoog, de dag van de burgerparticipatie, de gemeentebrede leefbaarheidsplatforms, de klankbordgroepen van het Aktie Plan Wonen en de deelname aan de lokale woonbeurzen en de landelijke Provada samen met de gemeente en Waterweg Wonen. STAKEHOLDERSBIJEENKOMST In november 2012 hebben wij een stakeholdersbijeenkomst georganiseerd in de vorm van een diner-pensant. Het doel was om verantwoording over onze activiteiten af te leggen en onze belanghouders invloed te geven op ons beleid. Centraal stond ons bedrijfsplan 2010-2014 'Werken aan Wonen' . Aan de hand van 5 thema's participatie belanghouders,professionele organisatie, duurzaamheid, het komende nieuwe bedrijfsplan en Wonen 4.0 zijn de gestelde doelen geëvalueerd. De directeur van Aedes was eveneens aanwezig om de actuele ontwikkelingen aan de orde te stellen. Een aantal door de belanghouders aangegeven aanbevelingen nemen wij mee in ons toekomstig beleid. Daarnaast zijn er op meer individuele- en projectbasis gerichte contacten met de verschillende stakeholders. -9- HOOFDSTUK 4 MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDING / VOLKSHUISVESTING De prestatievelden zoals deze zijn vastgelegd in het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) vervullen een belangrijke rol bij het achteraf toetsen van het functioneren van een corporatie. In ons bedrijfsplan worden per jaar een aantal doelen gesteld. Deze doelen zijn als volgt gekoppeld aan de BBSH prestatievelden. BBSH prestatieveld Het verhuren van woningen De kwaliteit van het woningbezit Het betrekken van bewoners bij beheer en beleid Activiteiten op het gebied van leefbaarheid Wonen en zorg Het waarborgen van de financiële continuïteit Strategisch doel 1 2 3 4 X X X X X X X X X 5 6 X X X X In dit hoofdstuk verantwoorden wij de voorgenomen doelen voor 2012. Voor de voortdurende doelen is alleen een verantwoording opgenomen als dit buiten de reguliere activiteiten valt. DOEL 1: TEVREDEN KLANTEN Tevredenheid monitoren: • De verbeterpunten uit het Woonbench onderhoud zijn uitgevoerd. De procedure voor overlastklachten is herzien. • Het klant tevredenheidsonderzoek na planmatig onderzoek is gestart. Uit de onderzoeken komt naar voren dat onze klanten tevreden tot zeer tevreden zijn over de uitvoer van het werk, de communicatie en de kwaliteit. • De monitor voor de aannemers van dagelijks onderhoud wordt maandelijks uitgezet onder klanten die in de maand daarvoor een reparatieverzoek hebben ingediend. Hieruit komen de onderstaande resultaten. Percentage tevreden klanten Kw aliteit van rol Sam enw erking in totale afhandeling verzoek Kwaliteit totale afhandeling reparatieverzoek Kw aliteit achterlaten van woning na uitvoering van rep aratieverzoek Kw aliteit vakmensen Tijdsduur tussen melding en u itvoering Communicatie tussen klant en Samen w erking 65 70 75 80 85 90 Verhogen klantgerichtheid: • In oktober van dit verslagjaar is onze nieuwe, interactieve website gelanceerd. Klanten hebben hun eigen inlogcode gekregen zodat zij op hun persoonlijke pagina gegevens kunnen inzien over de woning, de huurprijs en de woningwaardering. Ook kunnen direct reparatieverzoeken worden ingediend en kan er ingeschreven worden voor een andere woning of garage. • Er zijn verschillende nieuwsbrieven uitgebracht over de projecten. Dit geldt bijvoorbeeld voor een groot renovatieproject in het centrum van Vlaardingen. • In het verslagjaar is veel aandacht besteed aan communicatie naar onze klant. Naast het lanceren van de - 10 - nieuwe website zijn er veel nieuwsbrieven geschreven voor lopende projecten en is er een intensieve persoonlijke begeleiding geweest voor huurders van een renovatiecomplex en van een sloopcomplex in het centrum. Er zijn bewonersavonden georganiseerd, huisbezoeken afgelegd en er hebben inloopspreekuren plaats gevonden. Verbeteren en uitbreiden woonserviceverlening: • De bestaande service voor onze klanten is voortgezet en verder uitgebreid. Zo wordt er meer aandacht besteed aan het begeleiden van klanten bij onderhoudswerkzaamheden, huuropzegging e.d. • Het beter bekend maken van de service die door ons verleend wordt is een voortschrijdend proces. Zo wordt in ons bewonersblad regelmatig aandacht besteed aan de mogelijkheden. Het principe alles kan mits…. staat hoog in het vaandel. • Er is veel aandacht besteed aan de complexere vragen van klanten. Zo wordt er ingegaan op individuele vragen bij onderhoud, bij het betrekken van een nieuwe woning en bij het zoeken naar een woning. Daar waar mogelijk zijn de vragen beantwoord en wensen ingewilligd. • Veel medewerkers zijn om de kennis te vergroten in het verslag jaar op cursus geweest. Naast de individuele cursussen zijn er onder andere trainingen gevolgd in klantgerichtheid en communicatie. Geschillencommissie: Vanuit de doelstellingen 'Tevreden Klanten' en 'Professionele Organisatie' is er binnen onze organisatie een Geschillencommisie werkzaam, waar huurders en potentiële huurders terecht kunnen bij geschillen over het doen en laten van onze corporatie of over door onze corporatie ingeschakelde personen. In 2009 is het bestaande Reglement Geschillencommissie aangepast en wordt het regelmatig onder de aandacht gebracht in ons bewonersblad, op onze website, en het ligt ter inzage in de hal van ons kantoor. Het doel is om huurders laagdrempelig de mogelijkheid te geven hun geschil met Samenwerking met hoor en wederhoor aan de orde te stellen en hieruit lering te trekken voor onze interne procedures en communicatieprocessen. Per 31 december 2012 is de samenstelling van de Geschillencommissie als volgt: • Een huurder, de heer D.Coenradi. • Een onafhankelijk voorzitter, de heer A.Kool • Een medewerker van Samenwerking, de heer J.Bergenhenegouwen • Een ambtelijk secretaresse, mevr M.Brouwer. In 2012 zijn in totaal 9 geschillen binnengekomen gericht aan de Geschillencommissie. Na behandeling via de interne procedure zijn 7 geschillen zonder hoorzitting afgehandeld door de betreffende managers van Samenwerking. Voor één geschil is de geplande hoorzitting vervallen wegens overlijden van betrokkene. Het laatste geschil loopt nog door in 2013. De belangrijkste thema's waren de communicatie tussen de huurders en Samenwerking en interpretaties over bepaalde beleidsaspecten bij renovaties. Het officiële jaarverslag van de Geschillencommissie staat op onze website. DOEL 2: PASSEND WONINGAANBOD Voldoende ruimte voor mensen met een krappe beurs: • In het verslagjaar is ruim 91% van onze vrijkomende sociale huurwoningen toegewezen aan mensen met een bruto jaarinkomen onder de € 33.614. Mensen voelen zich thuis in de buurt en het complex waar ze wonen: Er is gestart met het ontwikkelen van wijkvisies. Voor de Oostwijk en Holy is de visie afgerond. Deze zijn in 2012 besproken met diverse stakeholders en daarna geïmplementeerd. Aandacht voor andere doelgroepen: Naast de primaire doelgroep heeft Samenwerking extra aandacht voor senioren, maar ook voor probleemjongeren, ex-gedetineerden, mishandelde vrouwen, asielzoekers e.d. Dit is een continu proces. Ontwikkelen verkoopbeleid: Er is een verkoopbeleid opgesteld. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen het verkopen per complex (dit valt onder de verantwoordelijkheid van de manager Middelen) en het verkopen per woning (dit valt onder de verantwoordelijkheid van de manager Woondiensten). Voor het uitponden van woningen is voorlopig gekozen voor het verkopen tegen marktwaarde op de vrije markt. Duurzame en energiezuinige woningvoorraad: - 11 - In het verslag jaar is veel aandacht besteed aan het energiebesparend onderhoud in woningen. Zo zijn er daken geïsoleerd, hr-ketels en dubbel glas geplaatst. In een groot renovatieproject in het centrum wordt voor het eerst gewerkt met de woonlastenwaarborg van de Woonbond. Op een bewonersavond is uitgelegd wat deze waarborg inhoudt. Dit heeft geresulteerd in een deelname van 100%. Bewoners betalen na uitvoering van de energiemaatregelen een maandelijkse huurverhoging van € 18. Na een jaar wordt het energieverbruik geëvalueerd. Blijkt dan dat bewoners gemiddeld minder dan € 18 per maand bespaard hebben dan wordt de huurverhoging met terugwerkende kracht bijgesteld naar beneden. 100% deelname is landelijk uniek te noemen. DOEL 3: LEEFBARE BUURTEN WAAR MEN ZICH DOOR ONS GESTEUND VOELT Aandacht leefbare woonomgeving: De aanwezigheid van wijkbeheerders in onze wijken beperkt en bestrijdt leefbaarheidproblemen en uitingen van vandalisme. In onze parkeergarages zijn acties geweest om deze weer op orde te krijgen. Ook zijn veel bewoners aangesproken op het niet onderhouden van hun tuin. Sociale cohesie vergroten: In het verslagjaar is, vaak op initiatief van bewoners, weer een aantal Opzoomeractiviteiten, een buurtfeest en een aantal kerstvieringen georganiseerd. Overlast verminderen in complexen en buurten: In het verslagjaar is door de medewerkster Leefbaarheid van de afdeling Woondiensten extra aandacht besteed aan het verminderen van overlast. De procedure is doorgelicht en waar nodig aangescherpt. Ook is er veel contact gelegd met hulpverleningsinstanties. Er wordt maandelijks overleg met de diverse hulpverleners in het netwerk. DOEL 4: PARTICIPATIE BELANGHEBBENDEN MET ADVIESRECHT Invloed geven aan belanghouders: Het bedrijfsplan is in overleg met en na consultatie van onze belanghouders tot stand gekomen. Samenwerking heeft al jarenlang een goede relatie met haar Huurdersraad en bewonerscommissies. Omdat het enthousiasme van onze huurders om zitting te nemen in een van beide organen afneemt zijn we als aanvulling op zoek naar een andere vorm van participatie. Het klantenpanel is hier een voorbeeld van. Huurdersparticipatie vernieuwen: In het verslagjaar is geen klantenpanel georganiseerd. De animo onder klanten is hiervoor te beperkt aanwezig. Er wordt gezocht naar nieuwe (digitale) vormen van participatie. Samenwerking met Waterweg Wonen verstevigen: De samenwerking met Waterweg Wonen is meer dan goed te noemen. Onze belangen lopen voor een groot deel gelijk op, zeker in onze relatie richting gemeente op basis van het Actieplan Wonen. Er vindt al samenwerking plaats op concrete gebieden zoals projectontwikkeling, informatie-uitwisseling, laatste kans project e.d. In 2012 heeft meerdere malen gezamenlijk overleg plaats gevonden tussen MT's van Samenwerking en Waterweg Wonen. Ook op andere niveaus is de samenwerking uitgebreid, dit geldt onder andere voor leefbaarheidsactiviteiten, het Actieplan Wonen en de doorstroomregeling voor senioren. DOEL 5: FINANCIEEL VERANTWOORD BELEID Voldoen aan eisen CFV en WSW: Ook dit afgelopen jaar hebben wij aan de eisen gesteld door CFV en WSW voldaan. Dit komt tot uitdrukking in de goede beoordeling van het CFV en het feit dat het WSW ons zonder problemen van een kredietfaciliteit heeft voorzien. Financieel toetsingskader: - 12 - Begin 2010 hebben wij verschillende normeringen vastgesteld voor het financieel toetsingskader. Alle nieuwe investeringen in 2012 zijn daaraan getoetst. Conform de planning & controlcyclus worden de rendementen jaarlijks geëvalueerd en indien noodzakelijk bijgesteld. DOEL 6: PROFESSIONELE ORGANISATIE Doelmatige bedrijfsvoering: In 2012 is verder invulling gegeven aan het ontwikkelen van een Management Control Systeem. De belangrijkste elementen die zijn ontwikkeld in 2012, zijn: • Directie- en managementreglement • Het investeringsstatuut • Het verbindingenstatuut • Aanbesteding- en inkoopbeleid • De interne beheersing • De informatievoorziening, waaronder de Balanced Scorecard • Risicobeheersing - 13 - VOORUITBLIK PRESTATIEDOELEN VOOR 2013 DOEL 1: TEVREDEN KLANTEN Verhogen klantgerichtheid: Tweede meting klanttevredenheid via Woonbench Interactief maken website Nieuwsbrieven over projecten uitbrengen 2012 2011 en verder Voortdurend Verbeteren en uitbreiden woonserviceverlening: 50% van de problemen van klanten zelf oplossen zonder door te verwijzen Voortzetten bestaande service Inspelen op complexere klantvragen Vergroten van kennis medewerkers 2011 en verder 2011 en verder 2011 en verder 2011 en verder Verbeteren en uitbreiden van maatschappelijke dienstverlening: Versterking positie wijkmeesters en flatbeheersters Sneller ingrijpen bij dreigende huurachterstand om huisuitzetting te voorkomen Op verzoek Stichting Arosa (tegen huiselijk geweld) woningen snel voorzien van Politie Keurmerk Veilig Wonen 2011 en verder 2011 en verder Voordurend DOEL 2: PASSEND WONINGAANBOD Voldoende woonruimte voor mensen met een krappere beurs: Kernvoorraad van 2.800 sociale huurwoningen 90% toewijzing woningen aan mensen met gezinsinkomen tot € 33.614,Ontwikkelen woonlastenbeleid met veel aandacht voor energielasten Voortdurend Voortdurend 2012 Doelgroepen: Goed beschrijven buurt of complex zodat mensen een passend buurt/complex kunnen kiezen Toepassen toegankelijkheidslabels 2012 Voortdurend Samenwerking met instellingen voor lichamelijk- en/of verstandelijk gehandicapten in projecten Voldoen aan taakstelling huisvesten statushouders Aantal eengezinswoningen in stand houden of uitbreiden 55+ers met een huureengezinswoning voorrang verlenen bij huisvesten in seniorenwoningen Vrijgekomen woningen vanuit de voorrangsregeling voor 55+ers labelen voor Vlaardingse jonge gezinnen Duurzame en energiezuinige woningvoorraad: Energiebesparend onderhoud in woningen met F- en G-labels (bijv. HR ketels, dubbel glas, gevelisolatie) Woonlastengarantie bij energiebesparende maatregelen met een huurverhoging Waar mogelijk alleen gebruik van FSC-hout Voortdurend Voortdurend Voortdurend Voortdurend Voortdurend 2011 en verder 2011 en verder Voortdurend DOEL 3: LEEFBARE BUURTEN WAAR MEN ZICH DOOR ONS GESTEUND VOELT Leefbare woonomgeving: Bewoners betrekken bij de buurt Bestaande procedures voor overlast handhaven Maandelijks overleg met diverse instellingen over probleemhuurders Individueel overleg met buurtagenten Samenwerking met andere partijen versterken Actief signaleren en doorverwijzen als er problemen zijn in de woonomgeving Initiatief nemen om oplossingen te realiseren Voorzieningen rond en aan de woning aanbrengen om sociale veiligheid te verbeteren - 14 - 2011 en verder Voortdurend Voortdurend Voortdurend Voortdurend Voortdurend 2011 en verder Voortdurend Sociale cohesie vergroten: Opzoomerprojecten organiseren Financieren van bewonersinitiatieven voor buurtfeesten, opfleuren e.d. Investeren in maatschappelijk vastgoed: Bouwen op vraag van instellingen zonder rendement Voortdurend Voortdurend Op vraag DOEL 4: PARTICIPATIE BELANGHEBBENDEN MET ADVIESRECHT Invloed geven aan belanghouders: Structureel overleggen met individuele belanghouders over specifieke beleidsthema's. Proactief benaderen van belanghouders waar minder contact mee is. Voortdurend Voortdurend Huurderparticipatie vernieuwen: Opstarten klantenpanels Uitbreiden bewonerscommissies Voortdurend 2011-2014 Samenwerking met Waterweg Wonen verstevigen: Structureel overleggen met Waterweg Wonen over diverse onderwerpen Voortdurend DOEL 5: FINANCIEEL VERANTWOORD BELEID Voldoen aan eisen CFV en WSW Voortdurend Financieel toetsingskader: Normen WSW Exploitatiewaarden CFV Ontwikkeling kasstroom Direct rendement op verhuur Indirect rendement ontwikkeling waarde activa Minimaal geëist rendement nieuwbouw/investering per doelgroep Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Effectief aanbesteden: Opstellen nieuwe aanbestedingsprocedure voor meervoudig aanbesteden 2011 en verder DOEL 6: PROFESSIONELE ORGANISATIE Personeelsbeleid: Maken van loopbaanafspraken Opstellen Persoonlijke opleidingsplannen Invoeren flexibele beloningsstructuur 2010-2014 2011-2012 2011-2012 Klantgerichtheid organisatie verstevigen: De klant is "koning" uitdragen Goede communicatie intern en extern Plenaire bijeenkomsten op thema Voortdurend Voortdurend Voortdurend - 15 - HOOFDSTUK 5 MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN Als moderne woningcorporatie zijn wij ons bewust van onze maatschappelijke taak. Daarom investeren wij in maatschappelijke betekenisvolle activiteiten zonder dat deze op termijn economisch rendement hoeft op te leveren. Als het gaat om het meetbaar maken van het maatschappelijk rendement zijn naast de 'input' ook de 'output' en de 'outcome' van groot belang. De input is het inzichtelijk maken van de middelen die worden ingezet voor maatschappelijke doeleinden, de output maakt de maatschappelijke prestaties inzichtelijk en uiteindelijk is het de outcome die weergeeft wat het voor de samenleving oplevert. In hoofdstuk 4 is terug te vinden op welke wijze wij hieraan invulling hebben gegeven vooral over de input en de output. Op meerdere fronten nemen we maatschappelijk onze verantwoordelijkheid. Hieronder volgt een aantal activiteiten: • • • • • • Samenwerking participeert in buurtpreventie en heeft een tweetal woningen gratis in gebruik gegeven als onderkomen voor het uit vrijwilligers bestaande buurtpreventieteam. Met onze collega-corporatie Waterweg Wonen hebben wij eind 2009 aan de stichting Hospice Nieuwe Waterweg Noord toegezegd dat wij samen bereid zijn op onze kosten het onroerend goed voor het Hospice te realiseren. De start van de bouw heeft eind 2011 plaatsgevonden. Begin 2013 is het Hospice 'De Margriet' opgeleverd. Het onderhoudsbeheer zal door ons worden uitgevoerd. Samenwerking past het FSC-convenant toe, niet alleen bij nieuwbouw maar ook in het dagelijks (kantoor) leven. Daarnaast gebruiken wij steeds meer Max Havelaar/Fair Trade producten, waarmee wij een bijdrage leveren aan eerlijke beloning van de producenten. Samenwerking heeft een inkoopovereenkomst afgesloten voor duurzame energie. In het kader van milieu en duurzaamheid hebben wij op ons kantoor en op een aantal complexen zonnepanelen geplaatst om te voorzien in de collectieve stroom. We hebben met de gemeente Vlaardingen, collega-corporatie Waterweg Wonen en diverse uitzendbureaus een convenant gesloten voor het huisvesten van zogeheten MOE-landers (mensen uit Midden- en OostEuropa). In de praktijk betekent dit dat wij in één van onze sloopcomplexen Poolse werknemers van de uitzendbureaus tijdelijk huisvesten. Dit voorkomt dat ze in de illegaliteit verdwijnen. De inzet van twee wijkmeesters levert een constructieve bijdrage aan het wonen in prettige en leefbare buurten. - 16 - HOOFDSTUK 6 ORGANISATIE, NEVENSTRUCTUREN EN SAMENWERKINGSVERBANDEN PERSONEEL EN ORGANISATIE Samenwerking is een maatschappelijke onderneming waarin de mens een centrale rol speelt. In dit hoofdstuk wordt de organisatieopzet en -ontwikkeling verantwoord. ORGANISATIE Organisatiestructuur en schema Samenwerking kent als bestuursmodel de zogenaamde tweelagen structuur. Het bestuur wordt gevormd door een eenhoofdige directie. De Raad van Commissarissen bestond per 31 december 2012 uit vijf leden. Het bestuursverslag en dat van de Raad van Commissarissen zijn separaat in dit jaarverslag opgenomen. PERSONEEL Arbeidsomstandigheden Wij hechten veel waarde aan goede arbeidsomstandigheden. In 2012 is de ontwikkeling van het HRM beleid afgerond. Dit HRM beleid wordt met ingang van 2013 ten uitvoer gebracht. Conform de CAO Woondiensten zal 2013 als pilot jaar fungeren voor het HRM beleid. De belangrijkste elementen uit het HRM beleid zijn competentiemanagement, scholing en ontwikkeling en beloningsdifferentiatie. Ziekteverzuim In tegenstelling tot voorgaande jaren kent 2012 een hoger verzuimpercentage. Vooral door langdurig ziekteverzuim is het percentage over 2012 uitgekomen op 6,5% (2% kortverzuim, en 4,5% lang verzuim). Wij voeren een actief beleid om het ziekteverzuim zoveel mogelijk te beperken. Onderdeel van dit beleid is het actief benaderen van zieke medewerkers en periodiek overleg met de Arbo-Unie. Ontwikkeling medewerkers Het beleid van Samenwerking is erop gericht dat medewerkers zich verder ontwikkelen met behulp van opleiding, trainingen en coaching. Enkele medewerkers volgen een persoonlijk ontwikkelingstraject. - 17 - Onderwerp totaal mannen Vrouwen Aantal medewerkers 49 16 33 1 7,9 2 1 Personeelsbezetting interne organisatie (fte’s) 32,9 Personeelsbezetting Flatbeheersters (fte’s) 8,9 Totaal Personeelsbezetting 41,8 Instroom Uitstroom Gemiddelde leeftijd 3 45,3 Ziekteverzuimpe rcentage 6,5 Meldingsfrequentie 1,8 Gemiddelde verzuimduur in dagen Opleidingskosten 6,4 € 74.883 Opleidingskosten per fte € 1.720 Opleidingskosten in % van de loonsom 2,72 ONDERNEMINGSRAAD Samenwerking heeft een Ondernemingsraad bestaande uit drie leden: Edwin Mak, voorzitter OR Elisa Lopes, lid OR Pim Visser, lid OR Maandelijks vindt er overleg plaats met de directeur-bestuurder. Daarbij worden actualiteiten doorgenomen en de eventuele hieruit voortvloeiende activiteiten in gang gezet. Er hebben zich tot op heden geen dringende en/of dreigende veranderingen/situaties voorgedaan die direct van invloed zijn geweest op het personeel van Samenwerking. NEVENSTRUCTUREN Samenwerking heeft in 2012 een beperkte nevenstructuur. In 2008 is in het kader van de toen nog gedeeltelijke vennootschapsbelasting (vso1) één B.V. opgericht. Deze B.V., Comact Samenwerking B.V., is 100% dochter van onze stichting. In Comact B.V. is vooralsnog één bedrijfspand ondergebracht, dat in 2008 is aangekocht. Verder heeft Samenwerking een verbinding met de Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen. In deze stichting is het beheer en de exploitatie van het kantoorpand van Samenwerking ondergebracht. Samenwerking heeft 100% zeggenschap in de stichting. Samenwerking heeft geen vermogen in gebracht in Comact Samenwerking B.V. en Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen en vormt het bestuur. Het risicoprofiel van de nevenstructuren in ondergebracht in een Verbindingenstatuut. Dit statuut is gepubliceerd op onze website. De activiteiten van Comact Samenwerking B.V. en Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen zijn volledig geïntegreerd (geconsolideerd) in het onderliggend jaarverslag. Onderwerp Comact Samenwerking B.V. Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen Stand op 31 december 2012 Eigen Vermogen - € 62.419 Rekening Courant € 321.748 Schuldrestant lening Omzet over 2012 € 122.507 € 1.437.915 € 10.651 € 206.451 Samenwerkingsverbanden Samenwerking neemt deel in Woonnet Rijnmond, dat de uitvoering van de woonruimteverdeling voor de meeste corporaties in de regio Rijnmond regelt. Wij zien in de deelname aan Woonnet Rijnmond een meerwaarde omdat woningtoewijzing één van onze kerntaken is. In Woonnet Rijnmond hebben wij bestuurlijke zeggenschap. De financiële risico's zijn beperkt. Verder hebben wij geen verbindingen in de zin van het BBSH. Wel werken wij nauw samen met allerlei andere partijen. - 18 - HOOFDSTUK 7 FINANCIËLE RESULTATEN EN RISICOMANAGEMENT Algemeen Winstoptimalisatie is voor een maatschappelijke onderneming als Samenwerking geen doel op zich. Wel is de financiële continuïteit een belangrijke randvoorwaarde om op lange termijn verantwoord te kunnen deelnemen in de volkshuisvesting binnen Vlaardingen. Als gevolg van allerlei politieke maatregelen en de voorgenomen investeringen staan de financiële resultaten en kasstromen de komende jaren onder druk. In dit hoofdstuk worden zowel de resultaten als het risicomanagement verantwoord. In het verslagjaar 2012 is de aangifte vennootschapsbelasting over 2010 ingediend. Hierbij is ondersteuning verleend door Deloitte Belastingadvies. De belastingdienst heeft met de vier grote accountants- en belastingadvieskantoren van Nederland een nadere afspraak gemaakt over de aangiftes van de vennootschapsbelasting in de corporatiebranche. Samenwerking heeft deze nadere afspraak ondertekend. Een veertigtal dossiers staat model voor alle aangiftes over 2008 binnen de branche. Samenwerking Vlaardingen behoort tot een van de dossiers. In 2012 is nog geen definitieve uitkomst geformuleerd worden. Deze formulering zal dan als basis gelden voor de aangiftes over het verslagjaar 2009 en volgend. In januari 2012 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan waarin is beslist dat een woningcorporatie gekwalificeerd kan worden als een algemeen nut beogende instelling (ANBI). Op basis van dit arrest kan beroep worden op de herbestedingsreserve en wordt daarmee de fiscale winst over 2008 tot en met 2011 tot nihil teruggebracht. Met ingang van 2012 zijn de corporaties uitgesloten van de ANBI status. De voorgenomen investeringen voor de periode 2013-2017 vragen om adequaat toezicht op de financieringsmiddelen en risico's. In 2009 hebben wij een 'Financieel Toetsingkader' opgesteld om verantwoord te investeren. Binnen dit kader worden de randvoorwaarden per doelgroep geformuleerd voor rendementen en de waardeontwikkeling van het vastgoed; dit alles gezien vanuit onze maatschappelijk gedreven taakopvatting met als doel financiële continuïteit op de lange duur. Conform de standaard procedure zijn de rendementseisen in januari 2012 herijkt. De ontwikkeling van de solvabiliteit laat in 2012 een dalende lijn zien. Dit is echter nog binnen de kaders van het 'Financieel Toetsingskader' en de toezichthouder Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting. De liquiditeitspositie is door de investeringskalender in 2012 ten opzichte van 2011 gelijk gebleven. De rentedekkingsgraad kent ten opzichte van 2011 een stabiel karakter. Ook hier geldt dat de ontwikkeling van de kasstromen over 2012 binnen de kaders valt van de toezichthouder, het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Richtlijn jaarverslaglegging Op 31 januari 2011 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) de herziene Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen volkshuisvesting gepubliceerd. De Richtlijn gaat daarmee formeel in voor verslagjaren vanaf 2012. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de Richtlijn versie 2005 zijn: • Het classificeren en kwalificeren van de onroerende zaken in exploitatie. • Het aanscherpen van het actuele waarde begrip voor het sociaal en commercieel vastgoed • De methode van afschrijvingen. • De verwerking van opbrengsten van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden (V.o.V.). • Het opnemen van aangepaste modellen voor de balans en winst- en verliesrekening. • De verwerking van de vennootschapsbelasting. • Het niet langer verplicht opnemen van een mutatie overzicht bedrijfswaarde in de toelichting. • Geen specifieke voorgeschreven verwerking van de gecombineerde bouwproducten. • Het is niet langer toegestaan om bij de bepaling van de bedrijfswaarde de rentabiliteitswaarde correctie op de leningenportefeuille toe te passen. In 2012 zijn naast de overgang naar de herziene RJ645 geen stelselwijzigingen doorgevoerd. Tot en met 2011 werd het sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie gewaardeerd tegen actuele waarde, de bedrijfswaarde. Vanaf 2012 vindt waardering tegen actuele waarde, de marktwaarde in verhuurde staat plaats. Voor het sociaal vastgoed betreft dit actuele waarde gebaseerd op marktwaarde in verhuurde staat met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop de toegelaten instellingen actief zijn en de bepalingen zoals opgenomen in het BBSH, voor het commercieel vastgoed betreft dit marktwaarde in verhuurde staat. Samenwerking heeft gekozen voor het actuele waardemodel omdat het actuele waardebegrip een beter inzicht in het financiële rendement op de vastgoedportefeuille geeft en sluit ook beter aan bij het onderbouwen van - 19 - strategische beslissingen (het versterken en verjongen van de portefeuille). Daarnaast wordt het eenvoudiger te benchmarken met andere woningcorporaties en commercieel vastgoedbeheerders. Waardeontwikkeling van het bezit Het waarderen van het vastgoed geschiedt op basis van actuele waarde, de marktwaarde in verhuurde staat en is een vast onderdeel van de planning en controlcyclus. Zowel bij het vaststellen van de begroting als bij opstellen van de jaarrekening wordt de ontwikkeling van de marktwaarde geanalyseerd. De actuele waarde is gebaseerd op de IPD systematiek. De marktwaardewaarderingen zijn tot stand gekomen met inachtneming van het waarderingsprotocol, de procesrichtlijnen en uitvoeringsrichtlijnen zoals door IPD gedefinieerd. IPD hanteert het waardebegrip van de marktwaarde in verhuurde staat: Het bedrag dat het complex bij complexgewijze verkoop naar schatting zal opbrengen nadat de verkoper het complex na de beste voorbereiding op de gebruikelijke wijze in de markt heeft aangeboden en waarbij de koper de onroerende zaak aanvaardt onder gestanddoening van de lopende huurovereenkomsten met alle daaraan verbonden rechten en plichten. Om de uiteindelijke marktwaarde in verhuurde staat te bepalen worden de kopers kosten (genormeerd op 3% overdrachtskosten) in mindering gebracht. De marktwaarde heeft zich ten opzichte van ultimo 2011 met -1% ontwikkeld. Financiële instrumenten In 2009 is het treasury statuut geactualiseerd. Met ingang van 2010 wordt jaarlijks gewerkt met een treasury jaarplan. Ondanks maatregelen van de overheid om het renteniveau omlaag te brengen blijven de door de banken gehanteerde risico opslagen voor leningen op (middel)lange termijn hoog. Om de rentekosten in de toekomst niet te veel op te laten lopen richt onze financieringsstrategie zich op leningen met een korte rente looptijd, en het afdekken van renterisico's door middel van rente swaps. De afgesloten rente swaps passen binnen de kaders van het treasury statuut, de verslagleggingregels en de beoordelingskaders van het WSW. Het Ministerie van BZK heeft in september 2012 nieuw beleid ontwikkeld voor het aangaan van rente derivaten. In dit nieuwe beleid zijn twee belangrijke toetsingen opgenomen: 1. De afgesloten derivaten mogen het toezicht van het Ministerie niet belemmeren; 2. De maximale duur van een rente derivaat mag maximaal 10 jaar zijn. Deze beleidsregels kennen hun werking met ingang van 1 oktober 2012. De door Samenwerking afgesloten rente derivaten passen niet binnen de gestelde kaders van het Ministerie. Hiervan is opgave gedaan aan het Centraal Fonds Volkshuisvesting. Het is de planning van BZK om de modelovereenkomsten begin mei 2013 te publiceren met betrekking tot het belemmerend toezicht. BZK heeft verder laten weten dat er geen centrale aanpak zal komen, gericht op het doorhalen van de toezichtbelemmerende bepalingen in de derivatencontracten. Dit betekent dat Samenwerking zelfstandig met de Nomura Bank zal moeten onderhandelen over het doorhalen van toezichtbelemmerende bepalingen. Nadat de modelovereenkomsten zijn gepubliceerd en daarmee de afgrenzing van het begrip 'toezichtbelemmerend' is gedefinieerd, zal het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) de corporaties die het aangaat, verzoeken een plan van aanpak van de beleidsregels derivaten op te stellen. Conform de beleidsregels derivaten kan het CFV nadere eisen stellen aan het plan van aanpak en de te hanteren termijn van afbouw. Financieel overzicht 2012 Het geconsolideerd jaarresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening ná belasting is uitgekomen op € 16,9 miljoen negatief. De niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille bedraagt over 2012 € 20,1 miljoen negatief. Het weerstandsvermogen bedraagt per ultimo 2012, na toevoeging van het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening en waardevermindering van de vastgoedbeleggingen, € 201,3 miljoen. Per ultimo 2012 bedraagt de solvabiliteit 55,1%. Meerjarenprognose De begroting 2013 en de meerjarenbegroting 2013-2017 staan in het teken van de voorgenomen heffingen van kabinet Rutte II en de investeringen van de nadere invulling van het Actieplan Wonen. Dit plan, opgesteld door de gemeente en de twee corporaties in Vlaardingen, is voor Samenwerking in feite vertaald in het bedrijfsplan "Werken aan Wonen". De nieuwe opgaven in het kader van de kwalitatieve opwaardering van de bestaande voorraad, de investeringen in sloop/nieuwbouw en in milieubesparende maatregelen verhogen de druk op de financiële middelen. De investeringen in de nieuwbouw vinden zowel plaats in eengezinswoningen als in appartementen. Het gaat om sociale huurwoningen en in beperkte mate dure huurwoningen. In de koopsector zijn wij niet actief. Wel zullen wij participeren in projecten waarin zowel koop- als huurwoningen worden gebouwd, maar het risico voor de verkoop ligt niet bij ons. - 20 - Vooralsnog zien wij nog geen grote beperkingen om de gewenste investeringen te laten plaatsvinden. Uiteraard houden wij de 'markt' wel goed in de gaten. Omdat de twee corporaties in Vlaardingen te veel woningen in de goedkope huurvoorraad bezitten (voor de sociale doelgroep), zullen wij de komende jaren een deel van onze voorraad meer marktconform verhuren, indien dat mogelijk is. Uiteraard houden wij een slag om de arm, omdat het investeringsvolume afhankelijk is van de financieringsruimte die het WSW afgeeft. De saneringsbijdrage en de verhuurderheffing leggen de komende jaren een enorme druk op de operationele kasstromen. Op basis van het huidige beleid kan voor 2013 een redelijk goede voorspelling gemaakt worden voor de inkomsten en uitgaven. De jaren 2014 en volgende kennen een grotere onzekerheidsfactor. Veel van het voorgenomen beleid is nog niet uitgewerkt. Noodzakelijkerwijs zijn dan ook redelijk veel aannames verwerkt om toch inzicht te krijgen in toekomstige gevolgen. Het grootste nadeel van kasstroom denken is dat de focus wordt gelegd op korte termijn. Investeren in vastgoed is echter kapitaalsintensief. Hierdoor ontstaat een tegengestelde werking in de bedrijfsvoering. Verversen van het bedrijfsmiddel, ons vastgoed, blijft noodzakelijk om te kunnen overleven. Maar sterker sturen op kasstromen is ook noodzakelijk om voldoende financiering te verkrijgen. 2013 zal dan ook in het teken staan van het zoeken naar evenwicht tussen waardecreatie en kasstroom- denken. Om dit te bereiken zullen de volgende beleidsvelden moeten worden herijkt: • Huurbeleid • Onderhoudsbeleid • Beleid bedrijfslasten • Rente en financieringsbeleid Prognose 2013-2017 De operationele kasstroomontwikkeling laat de komende jaren een licht positief beeld zien. Op basis van deze kasstroom wordt aan de normering van de rentedekkingsgraad van het WSW voldaan. De operationele kasstroom is in 2014 en 2015 net voldoende om ook aan de WSW normering van 2% aflossingsfictie te kunnen voldoen. Bij het samenstellen van de prognosecijfers is het geformuleerde beleid vanuit het bedrijfsplan 2010-2014 als leidraad aangehouden. In de exploitatieprognose is rekening gehouden met de toekomstige investeringen, winstbelasting, een bijdrage aan het sectorfonds, de verhuurderheffing, en met herfinanciering van leningen. Rentedekkingsgraad (ICR) 3,50 3,00 2,50 2,00 ICR 1,50 Norm WSW 1,00 0,50 - - 21 - Aflossingsfictie (DSCR) 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 - DSCR Norm W SW De gepresenteerde solvabiliteit is gebaseerd op waardering van het vastgoed tegen marktwaarde. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de marktwaarde in de meerjarenprognose gebaseerd is op 70% van de (op dat moment bekende) WOZ-waarde. Het Eigen Vermogen in de meerjarenprognose voor de jaren 2013 en verder is derhalve veel hoger ingeschat dan nu op basis van de getaxeerde marktwaarde het geval is. Zowel de WOZ-waarde als de getaxeerde marktwaarde zijn inmiddels aanzienlijk gedaald. Indien al het vastgoed gewaardeerd zou worden tegen bedrijfswaarde dan wordt in 2014 en 2015 niet voldaan aan de normering van het CFV. De verhuurderheffing en de saneringsheffing beïnvloeden de bedrijfswaarde nadelig. Wordt het sociaal vastgoed gewaardeerd tegen bedrijfswaarde en het commercieel vastgoed tegen marktwaarde dan wordt weer wel voldaan aan de minimale eis van het CFV. Solvabilit e it 80 70 60 50 M arktw aa rde 40 B edrijfsw aa rde 30 B edrw ./M arktw . 20 N orm CF V 10 0 Kengetallen Financiële sturing op basis van kengetallen wordt steeds belangrijker. In onderstaand overzicht worden de in de branche gehanteerde kengetallen weergegeven. De vier belangrijkste ratio's waarop gestuurd wordt zijn de solvabiliteit, de rente dekkingsgraad (ICR), de rente/aflossingsgraad (DSCR) en de Loan to Value (LTV). - 22 - Financiële kengetallen 2013 2014 2015 2016 2017 SOLVABILITEIT: Ja arres ul ta a t 2.758- 3.590- 3.712- 2.198- 1.331- Ei gen vermogen 297.795 309.144 315.856 339.844 356.966 Bal a ns tota a l 455.372 479.561 502.557 533.278 543.613 65,40 64,50 62,80 63,70 65,70 150.488 162.893 178.540 185.194 178.407 4.565 4.563 4.561 4.810 4.808 Nomi na l e s chul d l eni ngen o/g per VHE 33,0 35,7 39,1 38,5 37,1 Gemi ddel de rentel a s t l eni ngen o/g (%) Sol va bi l i tei t (%) LENINGEN: Nomi na l e s chul d l eni ngen o/g Aanta l VHE's i n expl oi ta ti e 4,08 4,07 4,37 4,37 4,45 Durati on l eni ngen o/g 8,9 9,4 9,8 10,2 10,9 Durati on l eni ngen u/g 8,1 7,8 7,5 7,2 6,8 33,7 35,8 38,4 35,4 33,4 Opera ti onel e ka s s troom excl VPB 3.290 3.179 3.527 4.581 6.538 Opera ti onel e ka s s troom 3.290 3.179 3.527 4.581 6.538 Afl os s i ngs fi cti e l eni ngen (2%) 2.958 3.010 3.258 3.571 3.704 332 169 269 1.010 2.834 10.270 9.623 10.578 13.021 15.147 Loa n to Va l ue (%) (l eni ngen/ma rktwaa rde) KASSTROMEN: Opera ti onel e ka s s troom - 2% a fl os s i ngs fi cti e Opera ti onel e ka s s troom excl rente Rentel a s ten (netto) 6.980 6.444 7.051 8.441 8.609 Rentedekki ngs graa d (ICR) 1,47 1,49 1,50 1,54 1,76 Debt s ervi ce covera ge ra ti o (DSCR) 1,03 1,02 1,03 1,08 1,23 Di rect rendement (%) 2,3 2,1 2,2 2,6 2,9 Indi rect rendement (%) 1,3- 1,9 0,8 3,9 2,0 Tota a l rendement (%) 0,9 4,0 3,0 6,4 4,9 Sol va bi l i tei t BW% 33,40 19,50 17,50 21,90 25,50 Sol va bi l i tei t Soc. BW en Com MKW% 41,50 30,40 29,10 33,90 36,80 RENDEMENTEN: Solvabiliteit: Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting gaat uit van een minimale solvabiliteitseis van 20%. Conform verslagleggingregels wordt het Niet-DAEB bezit gewaardeerd tegen marktwaarde. Als het DAEB bezit wordt gewaardeerd op basis van bedrijfswaarde dan wordt de komende jaren ruimschoots aan de eis voldaan. Op basis van dit kengetal kan worden geconcludeerd dat er voldoende reserves aanwezig zijn om het voorgenomen beleid uit te voeren. Rentedekkingsgraad (ICR): Een normstelling voor de ICR op niveau van 1,25 - 1,35 wordt binnen de corporatiebranche acceptabel gevonden. Aan deze eis wordt de komende jaren ruimschoots voldaan. Op basis van het voorgenomen beleid worden voldoende kasstromen gegenereerd om de projecten volledig uit te voeren. - 23 - DSCR: De aflossingsruimte binnen kasstromen wordt met behulp van de debt service coverage ratio (DSCR) beoordeeld: een kengetal dat aangeeft of er voldoende operationele kasstromen worden gegenereerd voor rente en aflossing. Hoe hoger de DSCR, des te gunstiger. De DSCR behoort minimaal 1,0 te bedragen. De DSCR op basis van de 2% aflossingsfictie is hoger dan die op grond van werkelijke aflossingen, omdat wordt uitgegaan van terugbetaling over 50 jaar. Dit in plaats van de kortere terugbetaaltermijn bij werkelijke afloop van leningen. Op basis van dit kengetal kan worden geconcludeerd dat in 2014 en 2015 net aan de norm wordt voldaan. Loan to Value (LTV): De Loan to Value laat zien welk gedeelte van het bezit is gefinancierd. Als vuistregel voor de vermogensontwikkeling binnen de corporatiebranche wordt een norm(plafond) aangehouden van 50% op basis van WOZ-waarde. Het kengetal schommelt de komende jaren tussen de 30% en 40%. Er is dus sprake van een gezonde vermogensontwikkeling. Direct rendement Direct rendement is het exploitatiesaldo gemeten in kasstromen en uitgedrukt in een percentage van de waarde van het onderliggende bezit. - 24 - HOOFDSTUK 8 DE TOEKOMST Maatschappelijke legitimiteit De legitimatie van ons bestaan wordt gevormd door de rol die wij als corporatie spelen voor de vele Vlaardingers die zijn aangewezen op woningen in de sociale huursector. Dat Samenwerking meer nadruk legt op het bedienen van de senioren heeft direct te maken met de vraag vanuit de stad, die steeds meer vergrijst. Ook voor de beter gefortuneerde senior trachten wij het aanbod van woningen aantrekkelijk te maken. Wij hopen hiermee de doorstroming van senioren te bevorderen naar voor hen geschikte woningen, opdat de schaarse eengezinswoningen kunnen worden toegewezen aan jonge gezinnen met kinderen. Samenwerking speelt een belangrijke rol bij de realisering van de doelen die zijn opgenomen in het Actieplan Wonen. In 2012 hebben wij met onze stakeholders de voortgang van ons bedrijfsplan plenair besproken. In 2010 zijn met de gemeente Vlaardingen zeer uitgebreide nieuwe prestatieafspraken gemaakt voor een langere periode. Deze hangen samen met de afspraken in het kader van het Actieplan Wonen. Begin 2012 zijn deze afspraken geëvalueerd en bijgesteld. Onze strategie Begin 2010 is ons bedrijfsplan in werking getreden. De strekking daarvan sluit bijna naadloos aan bij het Actieplan Wonen. Samenwerking kiest voor een zelfstandige koers, die in goed overleg en met respect voor de belanghouders wordt aangehouden. Steeds meer zal er moeten worden samengewerkt om de idealen van het Actieplan Wonen de komende twintig jaar te kunnen verwezenlijken. Medio 2013 zullen we starten met het maken van een nieuw beleidsplan, dat in 2014 klaar moet zijn. Dat is ook het jaar dat Samenwerking 100 jaar bestaat. Volkshuisvestelijke continuïteit Op grond van onze ambities voor de komende jaren zullen wij een groot deel van ons bestaande bezit kwalitatief verbeteren. Onze nieuwbouwplannen voor de komende jaren worden afgestemd op de vraag. In tegenstelling tot andere gebieden in Nederland is krimp hier nog niet aan de orde. Vooralsnog overtreft de vraag naar onze huurwoningen nog steeds in ruime mate het aanbod. Wij hebben geen plannen om te bouwen voor de verkoop. Hiermee willen wij de verkooprisico's beperken. Wel is het afgelopen jaar een complex van 30 eengezinswoningen verkocht. Dit als middel om de liquiditeitspositie op peil te houden. Elke twee jaar wordt in overleg met onze collegacorporatie en de gemeente een woningbehoeftenonderzoek verricht. Op basis van die uitkomsten kunnen wij ons beleid eventueel aanpassen. Samenwerken Onze corporatie bestaat in 2014 een eeuw. De Woningstichting Samenwerking Vlaardingen is een fusiestichting uit de jaren 70 van de vorige eeuw, die een herkenbaar en eigen gezicht heeft met een eigen cultuur. Altijd hebben wij samengewerkt met de gemeente en andere maatschappelijke instellingen. Wij zijn ons bewust van onze plaats in de Vlaardingse samenleving. Samenwerken blijft ook in de toekomst hoogst noodzakelijk. Al bijna honderd jaar bieden wij kansen aan de sociale doelgroep en de wijze waarop wij werken wordt steeds professioneler. In het lustrumjaar willen wij met een nieuw bedrijfsplan komen, dat aansluit bij de veranderende samenleving. Kortom: bijna een eeuw oud, maar toekomstgericht. - 25 - Bericht van de Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het beleid van de directeur-bestuurder van de stichting en op de algemene gang van zaken. In dit verslag zijn het toezichtkader en het inhoudelijk toezicht van de Raad van Commissarissen beschreven, evenals de wijze waarop door de Raad van Commissarissen hieraan in 2012 invulling is gegeven. De Raad van Commissarissen heeft zowel een toezichthoudende als een raadgevende rol ten opzichte van de directeur-bestuurder, de heer mr. T.W. van der Steen. De Raad van Commissarissen heeft in 2012 zes maal vergaderd. In één van de bijeenkomsten is het eigen functioneren van de Raad van Commissarissen besproken evenals dat van de individuele leden. Tevens is het functioneren van de directeur-bestuurder besproken. In de besloten vergadering buiten aanwezigheid van de directeur-bestuurder heeft de Raad van Commissarissen zijn eigen inrichting en functioneren als collectief en de bijdrage van de afzonderlijke leden beoordeeld. De Raad van Commissarissen heeft hierbij het oordeel van de directeur-bestuurder gevraagd en deze betrokken in de bespreking. Er is geen gebruik gemaakt van een extern deskundige. Personalia leden Raad van Commissarissen Naam Functie Aftredend in Leeftijd Beroep Honorering Nevenfuncties all-in De heer mr. ing. J. Brinkman Voorzitter 2016 58 Gemeentesecretaris Zuidplas € 8.120 Consulent Van Ede en Partners Mevr. Lid 2013 51 Interim financieel € 7.105 Geen drs. M. Boeren-Snel RA manager De heer B. Knoop * Vice voorzitter 2014 Niet herbenoembaar 55 Medewerker financieel economische zaken Vestia Rotterdam € 7.612 Parttime docent Hogeschool Rotterdam De heer Lid 2015 49 Manager VVE beheer € 6.090 Geen 52 Advocaat € 6.090 Geen ir. M.E. Verbokkem * De heer mr. Niet herbenoembaar Lid 2016 D.J. van de Weerdt *op voordracht van de Huurdersraad. De heren Brinkman en Van de Weerdt zijn eind 2012 herbenoemd. Hun ervaring en kennis hebben sterk bijgedragen aan hun herbenoeming. Eind 2013 loopt de termijn van mevrouw Boeren- Snel af en kan zij in principe worden herbenoemd. Herbenoeming is één maal mogelijk volgens de vigerende wetgeving. De honorering van de leden van de Raad van Commissarissen is twee jaar geleden aangepast aan de adviesregeling van de Adviesgroep Honorering Toezichthouders. Bovenop de honorering vinden verdere verrekeningen niet plaats. De profielen voor de functies van de leden zijn in de loop van 2010 aangepast aan de snelle veranderingen in de volkshuisvestingswereld. Dit betekent dat wij bij de vacatures binnen de Raad van Commissarissen de profielen hebben aangepast op basis van de gewenste en noodzakelijke kennis en ervaring. Bij de samenstelling van de Raad van Commissarissen worden de onderstaande disciplines van belang geacht: • openbaar bestuur/ volkshuisvesting/ ruimtelijke ordening • financieel- economisch • juridisch • governance • projectontwikkeling • betrokkenheid bij de lokale gemeenschap; minimaal één lid moet woonachtig zijn in het werkgebied van Samenwerking. Medio 2010 hebben wij besloten tot de oprichting van een (financiële) auditcommissie met een bijbehorend Reglement, waarin de taken en bevoegdheden van de commissie zijn beschreven. De leden mevrouw drs. M. BoerenSnel (voorzitter) en de heer B. Knoop (lid), zijn benoemd in de auditcommissie door de Raad van Commissarissen. De auditcommissie is namens de Raad van Commissarissen onder andere belast met het toezicht op de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen, de financiële informatieverschaffing, bespreking van de managementletter en de relatie met de externe accountant. Ten behoeve van de uitvoering van haar taken heeft de auditcommissie in 2012 vier maal vergaderd samen met de directeur-bestuurder en de manager Middelen, waarvan - 26 - één keer in aanwezigheid van de extern accountant. De directeur-bestuurder en de auditcommissie maken in overleg een grondige beoordeling van het functioneren van de extern accountant in de diverse entiteiten en capaciteiten waarin de extern accountant functioneert. Het bestuur Het bestuur is belast met het besturen van de woningcorporatie, hetgeen onder meer inhoudt dat het bestuur verantwoordelijk is voor: • de realisatie van de doelstellingen van de corporatie • de strategie • de financiering • het beleid • de resultatenontwikkeling • het beleid t.a.v. deelnemingen. Het bestuur legt hierover verantwoording af aan de Raad van Commissarissen. Het bestuur richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de corporatie in het licht van haar volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstelling en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij de woningcorporatie betrokkenen af. Het bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en voor het beheersen van de risico's verbonden aan de activiteiten van de corporatie. De taken en bevoegdheden van het bestuur zijn in de statuten afdoende beschreven. Zo zijn geplande investeringen buiten de begroting boven een bedrag van € 250.000,onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen. In 2012 is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen met betrekking tot de directeur-bestuurder zoals bedoeld in principe II.3 van de Governancecode Woningcorporaties. Onze visie * 1. Samenwerking richt zich primair op de sociale doelgroep. 2. Senioren en mensen met een beperking krijgen extra aandacht. 3. Actieplan Wonen is van groot belang voor volkshuisvesting in Vlaardingen. 4. Actieplan Wonen is leidraad nieuw bedrijfsplan. 5. Tweederde deel voorraad zal altijd toegankelijk zijn voor de sociale doelgroepen. 6. Samenwerking onderscheidt zich door steeds meer maatwerk. 7. Transparantie en adviezen van onze belanghouders zijn van groot belang. 8. Ecologisch duurzaam werken. 9. Ambities leiden tot grote investeringen met onrendabele toppen in de sociale huur. 10. Investeren doen wij binnen bedrijfseconomisch verantwoorde kaders. Onze doelen * Doel 1: Tevreden klanten Doel 2: Passend woningaanbod Doel 3: Leefbare buurten waar men zich door ons gesteund voelt Doel 4: Participatie belanghebbenden met adviesrecht Doel 5: Financieel verantwoord beleid Doel 6: Professionele organisatie * Uitwerking treft u aan in hoofdstuk 4. - 27 - Toezichtkader Wij hebben bovenstaande en tal van andere zaken volgens bijgaande toezichtkader beoordeeld. Concreet betekent dit dat de Raad van Commissarissen naar eigen inzicht heeft bepaald wat de relevante prestaties en risico's waren uit de veelheid aan informatie die wordt aangeleverd door de directeur-bestuurder. Handvatten hiervoor zijn: • de wijze waarop de doelstellingen uit de Aedes en Governancecode worden nagekomen; • de financiële continuïteit; • de vraag-aanbod relatie van de woningen; • de innovatieve veranderingen; • het imago van de corporatie; • het BBSH; • invulling functie "controller"; • de risico's die we lopen, worden onderverdeeld in interne en externe procesrisico's middelenrisico's besturingsrisico's marktrisico's maatschappelijke risico's overige omgevingsrisico's; • de beheersmaatregelen om de risico's te laten verdwijnen of te beperken. Risicobeheersing Het bestuur van onze corporatie is verantwoordelijk voor de interne risicobeheersings- en controlesystemen, voor het actief managen van de strategische, financiële en operationele risico's, en voor het beperken van de impact van mogelijke incidenten. In overleg met de directeur-bestuurder wilden wij de risico's nog beter in beeld krijgen en hebben wij ingestemd met de invulling van de controlfunctie. Daarvoor heeft de Raad van Commissarissen enige tijd terug, samen met het managementteam, onder leiding van de externe deskundige, een dag lang over de impact, de omvang en de invulling van de controlfunctie gediscussieerd. Dit heeft geleid tot een programma met prioriteiten en een keus voor de controller in de lijn. Concreet hebben wij ons gericht op de nieuwbouw voor de gewenste doelgroepen en de marktrisico's die daarbij gelopen worden. Op het gebied van verslaglegging en treasury hebben wij de directeur-bestuurder geadviseerd over de indeling van de kwartaalrapportage en het gebruik van "swaps" bij (her)financiering. Wij hebben ons laten informeren over de herziene afspraken met de gemeente betreffende het Actieplan Wonen. Dit leidt ertoe dat er de komende twintig jaar circa 7.000 woningen worden gesloopt en er circa 8.500 woningen worden teruggebouwd. Door de economische recessie wordt het tempo van invulling vertraagd. De voornaamste opgave ligt in het vervangen van goedkope meergezinswoningen in de huursector door vooral eengezins-, koop-, en huurwoningen door onze collega-corporatie en door Samenwerking. Ook hebben wij ons laten informeren over de gevolgen van de bezuinigingen door de gemeente Vlaardingen op de wederzijdse prestatieafspraken. Daarnaast zijn wij op de hoogte gehouden over tal van activiteiten via kwartaalrapportages, de afspraken met de Belastingdienst, de consequenties van het betalen van verhuurderheffing en de saneringsheffing, de risicoscenario's, het jaarverslag en de begroting. Tevens hebben wij het aangepaste normenkader voor investeringen vastgesteld. Wij concluderen dat de invulling van de ambities van het bedrijfsplan op koers ligt en dat de financiële continuïteit, ondanks forse investeringen vooralsnog geen gevaar loopt, maar wel onder druk komt te staan. De directeur-bestuurder heeft ons het afgelopen jaar voorzien van adequate informatie. Daaruit volgt hier een greep die te maken heeft met de voortgang van de verschillende nieuwbouwprojecten, inclusief de risicoparagraaf, de invulling van de controlfunctie, de voortgang van de professionalisering van de organisatie, de verschillende geschriften van Aedes, het Centraal Fonds e.a. over de Governance Code, benchmark-gegevens en de gevolgen daarvan. Wij zijn (in februari 2012) akkoord gegaan met de voorstellen uit het treasury jaarplan. Daarnaast hebben wij op grond van de kwartaalrapportages en de verplichte financiële stukken de stand van zaken van tal van processen kunnen beoordelen. Eind 2011 hebben wij de accountantwerkzaamheden aanbesteed en een keuze gemaakt voor een nieuwe accountant met ingang van het boekjaar 2012, te weten Baker Tilly Berk. - 28 - Controlesystemen Het bestuur is verantwoordelijk voor het ontwerp, de implementatie en de werking van de interne risicobeheersingen controlesystemen. Deze omvatten beleidsvorming, processen, taken, het beïnvloeden van gedrag en andere aspecten van de organisatie die het mogelijk maken de doelstellingen te realiseren en potentieel wezenlijke fouten, verliezen of fraude of de overtreding van wetten en regelgeving te voorkomen, dan wel vroegtijdig te signaleren. Ook adequate en effectieve risicobeheersing- en controlesystemen bieden echter nooit een absolute garantie voor het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen, noch kunnen zij wezenlijke fouten, verliezen, fraude of de overtreding van wetten en regelgeving volledig voorkomen. Gedurende het verslagjaar hebben wij de controleomgeving geanalyseerd en geëvalueerd, evenals risico's waaraan onze corporatie is blootgesteld. De belangrijkste componenten van ons risicobeheersing- en controlesysteem van het verslagjaar waren: • regelmatige risicoanalyse van de operationele en financiële doelstellingen van de corporatie • integriteitsbeleid en implementatie daarvan d.m.v. dilemmatrainingen en bespreking tijdens werkoverleggen • er is een integriteitscode ingesteld die op de website van onze corporatie is geplaatst. Deze code is door alle medewerkers, directie en leden van de Raad van Commissarissen ondertekend • kwaliteitszorg en zelfevaluatie met het oog op evaluatie • handleidingen voor de inrichting van de financiële verslaglegging • toetsingskader waarin is vastgelegd welke criteria worden gehanteerd bij het doen van investeringen • toetsingskader waarin is vastgelegd welke criteria gelden bij het aangaan en beëindigen van verbindingen • implementeren van een klachten- en klokkenluidersregeling en instellen van vertrouwenspersonen; in 2012 zijn 2 meldingen gedaan, die niet tot verdere acties hebben geleid. Daarnaast zijn wij in 2012 gestart met een intern controller, die een belangrijke rol moet gaan spelen in het beoordelen en toetsen van interne risicobeheersing- en controlesystemen. Inhoudelijk toezicht De Raad van Commissarissen heeft op een aantal momenten met de directeur-bestuurder gesproken over de toekomst van onze branche en van onze corporatie in het bijzonder. Daarbij zijn tal van facetten de revue gepasseerd, zoals de gevolgen van de Europese beschikking, de invloed van het beleid van het kabinet Rutte II, de gewenste verdere professionalisering van de organisatie en de kosten die dit met zich meebrengt, en het in de hand houden van de bedrijfskostenontwikkeling. De Raad van Commissarissen maakt zich ernstig zorgen over de financiële gevolgen van de saneringsheffing en met name over de verhuurderheffing. Wij hebben ook moeten constateren dat dit voorgenomen overheidshandelen en met name de gevolgen daarvan voor onze huurders, de maatschappij, maar ook voor onze organisatie grote gevolgen (kunnen) hebben. Een steeds groter deel van onze (tijds)inzet werd het afgelopen jaar besteed aan de mogelijke gevolgen van het voorgenomen overheidsbeleid. Om MOE-landers legaal te huisvesten heeft Samenwerking onder andere een convenant gesloten met de gemeente Vlaardingen en een aantal uitzendorganisaties over het tijdelijk huisvesten van MOE-landers in complexen die over enige tijd door de sloophamer worden geveld. Wij zijn ons ook bewust van het feit dat de moderne corporatie samen met haar partners, zoals onze collegacorporatie, de politie, Eneco en anderen, in de wijk aanwezig moet zijn. Wij investeren in huisvesting en leefbaarheid en zullen steeds meer bemoeienis krijgen met wat zich achter de voordeuren afspeelt. Daarvoor zijn thans de eerste twee wijkvisies gereed en zullen er meer volgen. Met betrekking tot de financiële risicobeheersing is de Raad van Commissarissen van mening dat (onrendabel) investeren voor de doelgroepen onvermijdelijk is. Samenwerking is in staat alle noodzakelijke maatschappelijke investeringen te doen zonder dat onze bedrijfsrisico's te groot worden. Wij hebben voor de solvabiliteit de ondergrens gesteld op 5%. Daar blijft Samenwerking boven. Wij hebben daarover gesproken met de accountant tijdens de bespreking van het jaarverslag. De liquiditeitspositie wordt de komende jaren minder sterk; dit hangt direct samen met de forse investeringen in de uitvoering van de portefeuillestrategie, de nieuwbouw en de verplichtingen die het Rijk ons oplegt. De Raad van Commissarissen ziet erop toe dat aan de minimale eisen van het WSW en het CFV wordt voldaan. De Raad van Commissarissen heeft met name aandacht besteed aan de maatschappelijke en volkshuisvestelijke functie van onze corporatie. Wij hebben geconstateerd dat de organisatie inspeelt op de dubbele vergrijzing van de inwoners van Vlaardingen door meer voor de seniorendoelgroep te ondernemen, vooral in de transformatie van bestaande complexen naar het niveau van seniorenproof en aanwijzing van een deel van de nieuwbouw voor de huisvesting van de oudere medemens. Wij zijn ook op de hoogte gesteld van het feit dat het betaalgedrag van onze huurders slechter wordt en hebben aangedrongen op passende maatregelen. Ook hebben wij waargenomen dat er steeds meer contacten zijn met zorginstellingen waarmee de samenwerking toeneemt en/of die we de komende jaren zullen huisvesten. Onlangs is een overeenkomst gesloten met een zorgstichting voor het huisvesten van jongeren met - 29 - een verstandelijke beperking in 2 eengezinswoningen in de wijk Holy met 24 uurs-begeleiding. De Raad van Commissarissen heeft in het verslagjaar de volgende van belang zijnde besluiten genomen: Datum 6 februari 2012 26 april 2012 6 juli 2012 Onderwerpen • • • • • • • 13 september 2012 5 november 2012 17 december 2012 • • • • • • • RvC gaat akkoord met herbenoeming van het lid Verbokkem RvC gaat akkoord met treasury jaarplan 2012 RvC stelt directie- en managementreglement vast RvC besluit tot vaststelling jaarrekening en –verslag 2011 e RvC gaat akkoord met voorstel directie en auditcommissie tot het afsluiten van 2 tranche swaps met Nomura Bank RvC gaat akkoord met renovatie complex “Louise” en met de extra investering van € 1.350.000 RvC gaat akkoord met verkoop eengezinswoningen Marnixlaan, onder voorbehoud van positief uitkomst risico inventarisatie RvC gaat akkoord met verbindingenstatuut, tenzij de afwezige RvC specialist Van de Weerdt nog bezwaren heeft RvC gaat definitief akkoord verkoop 30 eengezinswoningen Westerparc aan de Marnixlaan RvC staat onderzoek mogelijke verkoop Heren van Ambacht toe RvC gaat akkoord met waardering bezit tegen “marktwaarde” RvC gaat akkoord met invoering en inhoud investeringsstatuut RvC keurt begroting 2013 goed en neemt kennis van de meerjarenbegroting RvC gaat akkoord met herbenoeming leden Brinkman en Van de Weerdt Professionalisering governance Sinds enige jaren beschikt onze branche over een Governance Code. Wij onderschrijven de Code. Wij zijn ons bewust van het feit dat wij op een punt een afwijking kennen: de directeur-bestuurder heeft een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. Dit zijn wij met hem overeengekomen bij zijn aanstelling. De arbeidsovereenkomst is opgesteld conform de uitkomsten en aanbevelingen van de Commissie Beloning Bestuurders Woningcorporaties. Wij zijn van mening dat de relevante disciplines die het toezicht op de corporatie vergt in de Raad van Commissarissen vertegenwoordigd zijn. Daarom zijn wij voldoende in staat is een adequaat toezicht uit te oefenen. In het visitatierapport van 2011 hebben wij reflectie gekregen over ons functioneren. Ecorys heeft de visitatie uitgevoerd. Wij konden ons daar goed in vinden en zagen geen aanleiding ons functioneren aan te passen. Het visitatierapport was door de directeur-bestuurder verspreid onder de participerende partijen. Het rapport was voorzien van een begeleidende brief, waarin stond aangegeven dat hij bereid was over de uitkomsten van gedachten te wisselen. Niemand heeft hiervan gebruik gemaakt. De bevoegdheden van de directeur-bestuurder en van de Raad van Commissarissen zijn afdoende beschreven in onze statuten en wijken niet af van de wettelijke voorschriften hieromtrent. De Raad van Commissarissen waakt ervoor dat de leden van de Raad onafhankelijk zijn, conform de in de Governance Code bepaling III 2.2 aangeduide criteria. - 30 - Integriteit Onze corporatie had een integriteitbeleid dat wij als leden van de Raad van Commissarissen ook hadden onderschreven. In 2010 is dit vervangen door een nieuwe integriteitcode, die meer aansluit bij de maatschappelijke ontwikkelingen. Deze code is door alle medewerkers, de directeur-bestuurder en ook door ons letterlijk onderschreven. Van onze directeur-bestuurder hebben wij begrepen dat de regels ook in 2012 goed zijn nageleefd. Er hebben geen transacties plaatsgevonden waarbij tegenstrijdige belangen van leden van de Raad van Commissarissen of de directeur-bestuurder zijn opgetreden. Er bestaat een klokkenluiderregeling binnen onze corporatie met interne en externe vertrouwenspersonen. Hier is in 2012 door twee medewerkers gebruik van gemaakt; via de interne vertrouwenspersoon zijn zij doorverwezen naar de externe vertrouwenspersoon. Dit heeft niet geleid tot verdere actie. De Raad van Commissarissen verklaart dat al haar leden geheel onafhankelijk zijn van de activiteiten die onze woningstichting verricht en dat er geen andere voordelen voor hen voortvloeien uit het lidmaatschap van de Raad van Commissarissen dan zoals geregeld in de statuten. De Raad van Commissarissen spreekt haar waardering uit in de richting van de directeur-bestuurder, het managementteam en de medewerkers voor de inzet en de wijze van uitvoering van de taken door hen verricht voor Woningstichting Samenwerking Vlaardingen. - 31 - GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2012 - 32 - Geconsolideerde balans (na resultaat bestemming) 31-12-2012 (x € 1.000) 31-12-2011 (x € 1.000) 489 505 ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa Computersoftware 1 Materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie 2 1.919 1.860 1.860 Vastgoedbeleggingen 3 Commercieel vastgoed in exploitatie Sociaal vastgoed in exploitatie gekwalificeerd als vastgoedbelegging Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 70.719 284.083 192 1.919 70.652 287.649 7.083 354.994 365.385 4 Financiële vaste activa Latente belastingvorderingen Overige vorderingen 576 0 464 1 576 465 257 3.710 Vlottende activa Voorraden 5 Vorderingen Huurdebiteuren Latente belastingvorderingen Gemeenten Overige vorderingen Overlopende activa 6 193 5 4 0 181 7 Liquide middelen Totaal - 33 - 138 34 3 2 319 383 496 7.200 1.811 365.759 374.291 Geconsolideerde balans (na resultaat bestemming) 31-12-2012 (x € 1.000) 31-12-2011 (x € 1.000) 201.332 218.209 PASSIVA Groepsvermogen Aandeel v.d. rechtspersoon in het groepsvermogen 8 Voorzieningen Voorzieningen onrendabele investeringen en herstructureringen Overige voorzieningen 9 425 82 425 87 507 Langlopende schulden Schulden/ Leningen kredietinstellingen Overige schulden 512 10 140.282 462 135.896 465 140.745 Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekering Overige schulden Overlopende passiva 136.361 11 15.157 2.481 397 746 4.394 Totaal - 34 - 11.883 1.614 334 874 4.504 23.175 19.209 365.759 374.291 Geconsolideerde winst- en verliesrekening 2012 (x € 1.000) 2011 (x € 1.000) Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten Opbrengsten servicecontracten Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 12 13 14 23.013 1.998 290 22.288 1.845 0 25.301 Som der bedrijfsopbrengsten 24.132 Bedrijfslasten Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa Erfpacht Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lasten onderhoud Leefbaarheid Lasten servicecontracten Overige bedrijfslasten 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 303 0 112 1.746 290 364 7.027 147 2.019 3.157 Bedrijfsresultaat Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 25 319 425 113 1.833 264 370 6.360 182 1.852 3.325 15.166 15.043 10.136 9.089 20.066 -7.414 Financiële baten en lasten Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten 26 27 Financiële baten en lasten 15 7.044 24 7.221 -7.029 -7.197 -16.960 9.306 -82 -332 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen -16.877 9.638 Resultaat na belastingen -16.877 9.638 Resultaat uit gewone bedrijfsuitvoering voor belastingen Belastingenresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 28 - 35 - Geconsolideerd kasstroomoverzicht (directe methode) 2012 2011 25.172 25.172 24.130 24.130 -2.749 -7.085 -3.686 -1.633 -15.153 -2.815 -7.039 -3.647 -1.455 -14.956 10.019 9.174 90 -7.176 2.933 21 -7.216 1.979 Investeringen in immateriële vaste activa Desinvesteringen in immateriële vaste activa Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Investeringen in financiële vaste activa Desinvesteringen in financiële vaste activa Totaal kasstroom investeringsactiviteiten -193 -11.521 6.078 -5.636 -114 -11.678 293 -11.499 Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossing langlopende schulden Betaalde dividenden Totaal kasstroom financieringsactiviteiten 18.000 -7.528 10.472 10.000 -4.443 5.557 Mutatie liq.middelen 7.769 -3.963 Beginstand liq.middelen per 1-1 Eindstand liq.middelen 31-12 Mutatie liq.middelen -569 7.200 7.769 3.395 -569 -3.963 (X € 1.000) Ontvangsten van huurders Ontvangsten van subsidiegevers Overige ontvangsten Ontvangsten Betalingen aan werknemers Betalingen aan leveranciers onderhoud Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten Betalingen aan overige leveranciers en werknemers Lasten Totaal kasstroom bedrijfsoperaties Ontvangen interest Ontvangen dividenden Betaalde interest Betaalde winstbelasting Kasstroom uit operationele activiteiten De beginstand van liquide middelen is gecorrigeerd met het negatieve saldo van de rekening-courant bij de BNG. Dit negatieve saldo is in 2012 afgelost en verantwoord onder de post 'aflossing langlopende schulden'. - 36 - TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012. Alle bedragen luiden in euro's, tenzij anders vermeld. Activiteiten De activiteiten van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen, statutair gevestigd en kantoor houdende aan de Stadhouderslaan 181 in Vlaardingen, zijn erop gericht mensen te huisvesten in vitale wijken en steden. Groepsverhoudingen Woningcorporatie Samenwerking Vlaardingen te Vlaardingen staat aan het hoofd van een groep rechtspersonen. Geconsolideerde maatschappijen: Na am Sta tuta i re zetel Deel nemi ngs percenta ge Hoofdacti vi tei t Sti chti ng Beheer Ka ntoorpa nd Vl aa rdi ngen 100% Beheer ka ntoorpa nd Vl aa rdi ngen 100% Commerci ël e verhuur Sa menwerki ng Vl a a rdi ngen Comact BV Niet-geconsolideerde maatschappijen: Na am Sti chti ng Woonnet Ri jnmond Sta tuta i re zetel Deel nemi ngs percenta ge Rotterda m Hoofdacti vi tei t 5,3% Woni ngtoewi jzi ng Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen wordt geconsolideerd, omdat er sprake is van overheersende zeggenschap. Stichting Woonnet Rijnmond (5,3%) te Rotterdam wordt niet geconsolideerd, omdat geen sprake is van overheersende zeggenschap. GRONDSLAGEN VOOR DE CONSOLIDATIE In de geconsolideerde jaarrekening van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen. De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie betrokken rechtspersonen en vennootschappen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van derden in het vermogen en in het resultaat van groepsmaatschappijen zijn afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht. De resultaten van nieuw verworven groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en vennootschappen worden geconsolideerd vanaf de overnamedatum. Op die datum worden de activa, voorzieningen en schulden gewaardeerd tegen de reële waarden. ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING De geconsolideerde jaarrekening van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Tevens is deze geconsolideerde jaarrekening opgesteld volgens de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Deze richtlijn is in 2011 herzien. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen past deze herziene Richtlijn vanaf het huidige verslagjaar toe. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en - 37 - passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Stelselwijzigingen Woningstichting Samenwerking Vlaardingen past vanaf verslagjaar 2012 de herziene Richtlijn voor de jaarverslaggeving, 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (2011) toe. In deze herziene Richtlijn is een aantal belangrijke wijzigingen opgenomen. Zo heeft Woningstichting Samenwerking Vlaardingen haar vastgoed in exploitatie geclassificeerd naar de categorieën sociaal vastgoed en commercieel vastgoed, waarbij het sociaal vastgoed als vastgoedbelegging wordt aangemerkt. Als waarderingsgrondslag kiest Woningstichting Samenwerking Vlaardingen voor de actuele waarde - marktwaarde. Concreet betekent dit dat het sociale vastgoed gewaardeerd wordt tegen de actuele waarde - marktwaarde. Het toepassen van de nieuwe RJ 645 kwalificeert als een stelselwijziging. Conform de verslaggevingsvereisten heeft Woningstichting Samenwerking Vlaardingen de vergelijkende cijfers over het boekjaar 2011 herrekend naar de nieuwe waarderingsgrondslagen en als zodanig verwerkt in de jaarrekening. De effecten van de stelstelwijziging zijn retrospectief verwerkt in het beginvermogen. Het cumulatieve effect van de stelselwijziging op het beginvermogen bedraagt € 152.923.555 en het effect op het resultaat bedraagt € 14.910.807 en is als volgt weer te geven. Bedra gen x € 1.000 Ei gen vermogen per 31 december 2011, voor s tel s el wi jzi gi ng Materiële vaste activa – Onroerende za ken i n expl oi tati e 65.286 205.378- – Onroerende za ken i n ontwi kkel i ng 7.083212.461- Vastgoedbeleggingen – Commerci eel vas tgoed i n expl oi ta ti e 70.652 – Soci aa l va s tgoed i n expl oi tati e – Va s tgoed i n ontwi kkel i ng 287.649 7.083 365.384 Financiële vaste activa Voorzi eni ngen Ei gen vermogen per 31 december 2011, na s tel s el wi jzi gi ng 218.209 Bedragen x € 1.000 Res ul taa t over 2011, voor s tel s el wi jzi gi ng 5.272- Ni et-gereal i s eerde wa arde veranderi ngen vas tgoedportefeui l l e (ma rktwa arde) Terugnemi ng mutati e a ctuel e wa a rde ma teri ël e vas t acti va (bedri jfs wa a rde) 7.414 7.496 Res ul taa t over 2011, na s tel s el wi jzi gi ng 9.638 Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. In de toelichting op de verscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het betreffende instrument toegelicht als deze afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen, wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de 'Niet in de geconsolideerde balans opgenomen rechten en verplichtingen'. Financiële derivaten waarbij de onderliggende waarde niet beursgenoteerd is, worden tegen kostprijs opgenomen. - 38 - Indien per balansdatum de reële waarde lager is dan de kostprijs, dan wel negatief is, wordt het derivaat ten laste van de winst-en-verliesrekening afgewaardeerd naar de lagere reële waarde, tenzij kostprijshedge-accounting wordt toegepast. Bij de bepaling van de lagere reële waarde wordt rekening gehouden met het effect van de lopende rente. De winst of het verlies uit de herwaardering naar reële waarde per balansdatum wordt onmiddellijk in de winst-enverliesrekening verwerkt. Indien financiële derivaten echter voor hedge-accounting in aanmerking komen en hedgeaccounting wordt toegepast, is de verwerking van deze winst of dit verlies afhankelijk van de aard van de afdekking. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen past hedge-accounting toe op basis van individuele documentatie per individuele hedge-relatie. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen documenteert de wijze waarop de hedge-relaties passen in de doelstellingen van het risicobeheer, de hedge-strategie en de verwachting aangaande de effectiviteit van de hedge. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen past hedge-accounting toe: Het effectieve deel van financiële derivaten die zijn toegewezen voor kostprijshedge-accounting, wordt tegen kostprijs gewaardeerd. Voor het ineffectieve deel wordt het verschil tussen de kostprijs en de lagere reële waarde in de winsten-verliesrekening verwerkt. GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN DE GECONSOLIDEERDE ACTIVA EN PASSIVA 1. Immateriële vaste activa 1.1 Computersoftware Gekochte softwarelicenties worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen bedragen een vast percentage van de bestede kosten, zoals nader in de toelichting op de balans is gespecificeerd. De economische levensduur en de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elk boekjaar opnieuw beoordeeld. Uitgaven die worden gemaakt voor de productie van identificeerbare en unieke softwareproducten van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen worden geactiveerd. Dergelijke intern vervaardigde immateriële vaste activa worden geactiveerd indien het waarschijnlijk is dat er economische voordelen zullen worden behaald en de kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Uitgaven samenhangend met onderhoud van softwareprogramma's en uitgaven van onderzoek worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. 2. Materiële vaste activa 2.1 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Lease De materiële vaste activa waarvan de woningcorporatie en haar groepsmaatschappijen, krachtens een financiële leaseovereenkomst de economische eigendom heeft, worden geactiveerd. De uit de financiële leaseovereenkomst voortkomende verplichting wordt als schuld verantwoord. De in de toekomstige leasetermijnen begrepen interest wordt gedurende de looptijd van de financiële leaseovereenkomst ten laste van het resultaat gebracht. Leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen verbonden aan de eigendom niet bij de woningcorporatie ligt, worden verantwoord als operationele lease. Verplichtingen uit hoofde van operationele lease worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-enverliesrekening over de looptijd van het contract. Onderhoud Periodiek groot onderhoud wordt volgens de componentenbenadering geactiveerd. Hierbij worden de totale uitgaven toegewezen aan de samenstellende delen. - 39 - 3. Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen zijn onroerende zaken die worden aangehouden om huuropbrengsten, waardestijgingen of beide te realiseren. Vastgoedbeleggingen worden geclassificeerd als vastgoedbeleggingen in exploitatie indien ze beschikbaar zijn voor verhuur. 3.1 Commercieel vastgoed in exploitatie Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed. Commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de actuele waarde. De invulling van deze actuele waarde, zijnde de marktwaarde in verhuurde staat , wordt onder meer gebaseerd op beschikbare marktgegevens en samengesteld door externe taxateurs. Jaarlijks laat Woningstichting Samenwerking Vlaardingen 33 1/3% van haar bezit taxeren door een externe taxateur hetgeen betekent dat elk bezit minimaal eens per drie jaren getaxeerd wordt. 3.2 Sociaal vastgoed in exploitatie gekwalificeerd als vastgoedbelegging Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 juli door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Het beleid van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen is er op gericht de sociale vastgoedportefeuille te verversen. Voor het merendeel van het sociaal vastgoed vindt optimalisatie van het financiële rendement plaats. Het huurbeleid van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen is er op gericht om de huren te maximaliseren bij mutatie. Daarnaast heeft Woningstichting Samenwerking Vlaardingen een deel van haar bezit gelabeld voor verkoop. Van de 'verkoopvijver' is een deel aangemerkt voor de vrije verkoop bij mutatie. Het andere deel van de 'verkoopvijver' is op basis van de portefeuillestrategie geoormerkt voor transformatie van het bezit. Investeringen in het kader van renovatie en herstructurering zijn gericht op waardecreatie, en vinden plaats binnen de gestelde rendementseisen. Daarmee kwalificeert Woningstichting Samenwerking Vlaardingen zich als vastgoed belegger en is de marktwaarde in verhuurde staat met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop de toegelaten instellingen actief zijn en de bepalingen zoals opgenomen in het BBSH de basis voor de waardering. Het sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen marktwaarde in verhuurde staat met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop de toegelaten instellingen actief zijn en de bepalingen zoals opgenomen in het BBSH. De aannames aangaande de geprognosticeerde kasstromen zijn gebaseerd op de contractuele verplichtingen van de toegelaten instelling die rusten op het vastgoed. De overige (na de contractperiode in acht te nemen) aannames en uitgangspunten zijn gebaseerd op gegevens van de markt waarop de toegelaten instellingen actief zijn. De actuele waarde is gebaseerd op de IPD systematiek. De marktwaardewaarderingen zijn tot stand gekomen met inachtneming van het waarderingsprotocol, de procesrichtlijnen en uitvoeringsrichtlijnen zoals door IPD gedefinieerd. IPD hanteert het waardebegrip van de marktwaarde in verhuurde staat: Het bedrag dat het complex bij complexgewijze verkoop naar schatting zal opbrengen nadat de verkoper het complex na de beste voorbereiding op de gebruikelijke wijze in de markt heeft aangeboden en waarbij de koper de onroerende zaak aanvaardt onder gestanddoening van de lopende huurovereenkomsten met alle daaraan verbonden rechten en plichten. Om de uiteindelijke marktwaarde in verhuurde staat te bepalen worden de kopers kosten (genormeerd op 3% overdrachtskosten voor woningen en 7% voor overig vastgoed) in mindering gebracht. Voor het bepalen van de marktwaarde maakt het IPD rekenmodel gebruik van een Netto Contante Waardeberekening (NCW), ook wel Discounted Cash Flow (DCF) genoemd. Dit betekent dat voor een periode van 15 jaar zo goed mogelijk de inkomsten en uitgaven worden geschat en dat deze aan de hand van een disconteringsvoet "contant" worden gemaakt naar het heden. Daarnaast wordt een eindwaarde bepaald na afloop van de DCF-periode van 15 jaar. Het inschatten van kosten en opbrengsten wordt gedaan aan de hand van twee scenario's; doorexploiteren en uitponden. Bij doorexploiteren is de veronderstelling dat het volledige complex in bezit blijft gedurende de volledige DCF-periode. Bij uitponden is de veronderstelling dat zo snel mogelijk tot verkoop van individuele woningen wordt overgegaan. Bij beide scenario's wordt ervan uitgegaan dat het object/complex eerst in zijn geheel aan een derde wordt verkocht en dat deze derde de afweging maakt tussen beide scenario's. Het inschatten van de kosten en opbrengsten wordt op basis van een marktconform uitgangspunt gedaan. De eigen in het verleden gerealiseerde kosten worden dus niet naar de toekomst geprojecteerd en er wordt binnen de DCF berekening gestreefd naar opbrengstenmaximalisatie. Eigen voorgenomen huurbeleid wordt dus ook niet ingerekend naar de toekomst. Per complex wordt uiteindelijk het scenario met de hoogste uitkomst gelijk gesteld aan het begrip "marktwaarde". - 40 - De gehanteerde disconteringsvoet is opgebouwd uit een vast basisdeel dat bestaat uit een 24 maands gemiddelde van de 10 jaars EURO IRS (Interest Rate Swap). Op deze basis komt een opslag waarin risico's tot uiting komen die onder andere betrekking hebben op de algemene risico's voor het investeren in onroerend goed, locatiespecifieke risico's en segmentspecifieke risico's. Voor 2012 bedraagt de basis IRS 2,51% en de risico-opslag 5,5% hetgeen resulteert in een gewogen gemiddelde disconteringsvoet van 8,01%. De eindwaarde geeft aan in welke mate het vastgoed onderhevig is aan veroudering en welke potentie het bezit heeft aan het einde van de 15-jarige exploitatieperiode. Veroudering is grofweg in drie typen te onderscheiden: 1) locatieveroudering; 2) economische / markttechnische veroudering en 3) technische veroudering. Veroudering komt tot uiting in de rendementseis (exit yield) die een belegger heeft als hij het bezit aan het einde van de 15-jaars periode wil (ver)kopen. Er wordt dus meer rendement gevraagd dan in jaar 1 van de exploitatieperiode. Uitgangspunt is dan ook dat het Bruto Aanvangs Rendement lager ligt dan de exit yield. Het tweede uitgangspunt is gerelateerd aan de potentie van een object aan het einde van de 15-jarige exploitatieperiode. Hierbij zijn de mate waarin uitponding in het object heeft plaats gevonden, de bouwperiode en de locatie van invloed. De door Samenwerking gehanteerde exit yields liggen tussen de 5,15% en 25,6%. De eindwaarde wordt berekend door de jaarlijkse huuropbrengst te delen door de exit yield. Voor alle gehanteerde aannames en uitgangspunten (incl. de disconteringsvoet) is door een externe taxateur een aannemelijksheidsverklaring met betrekking tot de marktconformiteit afgegeven. De overige gehanteerde parameters zijn: Prijsinflatie Bouwkostenstijging Looninflatie IRS (basis disconteringsvoet) Mutatiegraad Onderhoudsnorm per vhe Beheersnorm/vhe 2012 2011 20-jaars gemiddelde CBS 20-jaars gemiddelde BDBbouwkostenstijging 20-jaars gemiddelde regelingslonen CBS 24-jaars gemiddelde 10 jaars EURO IRS 3 jaars gemiddelde Vastgoed exploitatiewijzer € 300 20-jaars gemiddelde CBS 20-jaars gemiddelde BDBbouwkostenstijging 20-jaars gemiddelde regelingslonen CBS 24-jaars gemiddelde 10 jaars EURO IRS 3 jaars gemiddelde Vastgoed exploitatiewijzer € 293 Een bijzonder waardeverminderingsverlies is het bedrag waarmee de stichtingskosten de realiseerbare waarde duurzaam overschrijdt. Op vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. 3.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. 4. Financiële vaste activa 4.1 Latente belastingvorderingen Onder de financiële vaste activa zijn actieve belastinglatenties opgenomen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat realisatie van de belastingclaim te zijner tijd zal kunnen plaatsvinden. Deze actieve latenties zijn gewaardeerd tegen contante waarde waarbij discontering plaatsvindt tegen de nettorente en hebben overwegend een langlopend karakter. De nettorente bestaat uit de voor Woningstichting Samenwerking Vlaardingen geldende rente voor langlopende leningen onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingtarief. De actieve belastinglatentie heeft betrekking op tijdelijke verschillen tussen waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering en op de aanwezige compensabele verliezen. De opgenomen latentie heeft betrekking op complexen bestemd voor de verkoop, beleggingen en langlopende - 41 - schulden. Ultimo 2012 zijn er geen verhuureenheden bestemd voor sloop en herontwikkeling. Voor het overige bezit is niet aan te duiden wat de bestemming zal zijn en is vanuit het oogpunt van voorzichtigheid de latentie op nihil gewaardeerd. 4.2 Overige vorderingen De overige financiële vaste activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. 5. Voorraden 5.1 Vastgoed bestemd voor verkoop Vastgoed bestemd voor verkoop betreft de voorraad woningen (opgeleverd en nog niet verkocht). Vastgoed bestemd voor verkoop wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere nettoopbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop. 5.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop betreft het onderhanden werk (onroerende zaken onverkocht in aanbouw bestemd voor de verkoop). Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop. 5.3 Overige voorraden De overige voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De waardering van de overige voorraden komt tot stand op basis van fifo prijzen. 6. Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. De vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. 7. Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden. 9. Voorzieningen 9.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als "intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd". Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de woningcorporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de woningcorporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de verplichting heeft plaatsgevonden. Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen en herstructureringen worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen, wordt - 42 - voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus de aan deze investering toe te rekenen bedrijfswaarde of actuele waarde. 9.2 Overige voorzieningen Tenzij anders vermeld, worden de overige voorzieningen gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de betreffende verplichtingen af te wikkelen. 10. Langlopende schulden De langlopende leningen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag, rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt samen met de verschuldigde rentevergoeding zodanig bepaald dat de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de winst-enverliesrekening wordt verwerkt. De aflossingsverplichting voor het komend jaar is opgenomen onder de kortlopende schulden. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen maakt gebruik van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Woningstichting Samenwerking Vlaardingen met betrekking tot deze derivaten (hedge-instrumenten) kostprijshedge-accounting toe. 11. Kortlopende schulden De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde. De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. GRONDSLAGEN VOOR DE BEPALING VAN HET GECONSOLIDEERDE RESULTAAT 12. Huuropbrengsten De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2012 bedroeg dit maximumpercentage 2,3%. De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt. 13. Opbrengsten servicecontracten Opbrengsten servicecontracten betreffen overeengekomen bijdragen van huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van levering van de goederen en diensten. De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats. Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten. 14. Nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille De post nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde (bestaand bezit) dan wel de vervaardigingsprijs (projecten voor derden). Opbrengsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Mogelijke verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Projectopbrengsten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten verwerkt in de winst-enverliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. 14. Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder worden onder andere de inschrijfgelden van woningzoekenden, de opbrengsten van overige dienstverlening en incidentele opbrengsten verantwoord. 15. Afschrijvingen (im)materiële vaste activa De afschrijvingen (im)materiële vaste activa worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. 16. Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De overige waardeveranderingen worden gevormd door de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en - 43 - herstructurering. 17. Erfpacht Erfpacht wordt jaarlijks door de gemeente in rekening gebracht voor het gebruik van de grond onder de verhuureenheden. De eenmalig afgekochte meerjarige erfpachtcontracten maken deel uit van de vervaardigingsprijs van het sociaal vastgoed in exploitatie en/of het commercieel vastgoed in exploitatie. 18/19. Lonen, salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-enverliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. 20. Pensioenlasten Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor de pensioenregelingen betaalt Woningstichting Samenwerking Vlaardingen op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan het pensioenfonds. Behalve de betaling van premies heeft Woningstichting Samenwerking Vlaardingen geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen. 21. Onderhoudslasten Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de winst-en-verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. 22. Leefbaarheid Leefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. 23. Lasten servicecontracten De gemaakte servicekosten voor huurders worden verantwoord onder de lasten servicecontracten in het verslagjaar waarop de servicekosten betrekking hebben. 24. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 24. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedbeleggingen in het verslagjaar. 25/26. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. 27. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Sinds 1 januari 2008 vallen de woningcorporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is er - 44 - overeenstemming bereikt tussen Aedes en de belastingdienst betreffende de Vaststellingsovereenkomst 2 (VSO 2). De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de belastingdienst opgezegd. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft de VSO 1 en VSO 2 getekend. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie ultimo 2012 en het fiscale resultaat 2012 bepaald. Doordat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 1 en VSO 2 voor woningcorporaties nog ontbreekt, kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting afwijken van de in de jaarrekening opgenomen schatting. 28. Buitengewone baten en lasten Onder buitengewone baten en lasten worden verstaan baten en lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die duidelijk te onderscheiden zijn van de activiteiten in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening en derhalve naar verwachting zelden zullen voorkomen. GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN HET GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Winstbelastingen, ontvangen interest, betaalde interest en ontvangen dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. - 45 - Toelichting op de geconsolideerde balans Vaste activa 1. Immateriële vaste activa Computersoftware 31-12-2012 € Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen 909.182 403.941 Boekwaarde 1 januari 2012 505.241 Mutaties in het boekjaar Investeringen Afschrijvingen 152.514 168.350 Saldo -15.836 Saldo per 31 december 2012 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen 1.061.696 572.291 Boekwaarde 31 dember 2012 489.405 De afschrijvingsmethode is lineair en de afschrijvingsperiode is 5 jaar. - 46 - 2. Materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie Overige Totaal € Vervoermiddelen € € € 3.100.632 159.546 287.942 87.366 3.635.486 1.273.793 128.421 259.713 56.728 1.718.655 1.826.839 31.125 28.229 30.638 1.916.831 35.754 88.196 8.102 15.993 0 13.207 31.571 14.771 75.427 132.167 -52.442 -7.891 -13.207 16.800 -56.740 3.136.386 167.648 287.942 118.937 3.710.913 1.361.989 144.414 272.920 71.499 1.850.822 Boekwaarde per 31 december 2012 1.774.397 23.234 15.022 47.438 1.860.091 Afschrijvingsmethode en -termijnen: Kantoor Inventaris Vervoermiddelen Automatiseringsapparatuur Lineair 50 5/10 5 4/6 Saldo per 1 januari 2012 aanschaffingswaarde cumulatieve afschrijvingen incl. waardeveranderingen Boekwaarde 1 januari 2012 Mutaties in het boekjaar: investeringen afschrijvingen Saldo mutaties Saldo per 31 december 2012 aanschaffingswaarde cumulatieve afschrijvingen incl. waardeveranderingen Kantoorpand met magazijn € Inventaris De WOZ waarde van het kantoorpand aan de Stadhouderslaan 181 te Vlaardingen bedraagt voor het belastingjaar 2012 € 2.161.000 - 47 - 3. Vastgoedbeleggingen Commercieel Sociaal Vastgoed in vastgoed in vastgoed in ontwikkeling exploitatie exploitatie bestemd voor eigen exploitatie Totaal € € € € Verkrijgingsprijzen 41.323.003 151.844.606 7.082.936 200.250.545 Herwaarderingen 12.151.309 58.406.336 0 70.557.645 Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2012 -7.732.176 45.742.136 -50.615.064 159.635.879 0 7.082.936 -58.591.799 212.460.951 Effecten stelselwijziging 24.910.254 128.013.301 Boekwaarde per 1 januari 2012 70.652.390 287.649.180 7.082.936 365.384.506 390.915 5.249.716 4.035.251 9.675.882 Overboeking gereed gekomen activa 364.213 10.562.185 -10.926.398 0 Herclassificatie/herkwalificatie -33.427 33.427 0 0 -654.674 -19.411.249 0 -20.065.923 67.027 -3.565.922 -6.891.147 -10.390.042 Verkrijgingsprijzen 42.078.130 167.656.507 191.789 209.926.426 Herwaarderingen 38.145.215 172.801.374 0 210.946.589 Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2012 -9.503.928 70.719.417 -56.374.623 284.083.258 0 191.789 -65.878.552 354.994.464 1 januari 2012 152.923.555 Mutaties: Investeringen Desinvesteringen Mutatie actuele waarde Overige waardeverminderingen en terugnemingen daarvan Totaal mutaties 2012 31 december 2012 De Overboeking gereed gekomen activa heeft betrekking op het Complex West 90 Marnixlaan. Op dit project was reeds een voorziening geboekt van € 497.000, welke direct in mindering is gebracht op de stichtingskosten. De huidige marktwaarde is € 10.160.684. In de post Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille is daarom een extra afwaardering van dit complex opgenomen ter grootte van € 765.714. Na de stelselwijziging per 1-1-2011 is met terugwerkende kracht tevens de marktwaarde per 31-12-2010 en 31-12-2011 bepaald. Hieruit is gebleken dat er geen significante verschillen met de, op dat moment, geprognosticeerde stichtingskosten zijn. Derhalve is er zowel op 31-122010 als op 31-12-2011 geen extra voorziening opgenomen. De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie berekend op basis van de uitgangspunten van het sociaal vastgoed in exploitatie bedraagt per 31.12.2012 € 55.588.958 (31.12.2011 € 45.347.949). De bedrijfswaarde van het sociaal vastgoed in exploitatie berekend op basis van de uitgangspunten bedraagt per 31.12.2012 € 175.656.045 (31.12.2011 € 158.916.681). Voor deze uitgangspunten verwijzen wij u naar bladzijde 82 en 83. - 48 - De herclassificatie van wooneenheden van commercieel naar sociaal vastgoed en vice versa, heeft betrekking op de toewijzing van wooneenheden op basis van de huurtoeslaggrens. Door de wijziging in de huur ten opzichte van de huurtoeslaggrens kan de toewijzing aan commercieel of sociaal vastgoed wijzigen. De herclassificatie van eenheden heeft geen effect op vermogen of resultaat, aangezien beide type activa worden gewaardeerd op marktwaarde in verhuurde staat. Er heeft ter zake van het zogenaamde woonakkoord politieke besluitvorming plaatsgevonden over de verhuurdersheffing. Er is sprake van grote onzekerheid omtrent de invoering van de verhuurdersheffing na 2013. In de reguliere bedrijfswaarde hebben wij derhalve 2 jaar verhuurdersheffing ingerekend. Indien de verhuurdersheffing, conform de huidige plannen, voor 5 jaar wordt ingerekend in de bedrijfswaarde zal het effect -/- €5.325.540 zijn. Indien de verhuurdersheffing over de gehele restant levensduur wordt ingerekend, is het effect op de bedrijfswaarde -/- € 28.191.810. 4. Financiële vaste activa Belastinglatenties Actieve latentie Leningen € Saldo begin boekjaar Bij: dotatie Af: onttrekking Saldo einde boekjaar 48.238 71.314 119.552 Compensabele verliezen € 415.655 415.655 - Afschrijvingen Verkopen Totaal € € € 411.851 44.195 411.851 44.195 463.893 527.360 415.655 575.598 De resterende looptijd van de latentie bedraagt voor de Leningen 21 jaar, voor afschrijvingen 46 jaar en voor verkopen 5 jaar. De latentie is tegen contante waarde opgenomen. De contante waarde van de latentie is berekend door de jaarlijkse nominale vrijval, het waarderingsverschil per jaar, te vermenigvuldigen met het percentage van de VPB en contant te maken tegen 3,94% (gewogen gemiddelde rentevoet rekening houdend met VPB-tarief). Overige vorderingen Saldo begin boekjaar Mutaties in het boekjaar: Af: betaalde aflossingen Saldo einde boekjaar - 49 - 31-12-2012 € 31-12-2011 € 1.226 4.386 -1.250 -3.160 -24 1.226 Vlottende activa 5. Voorraden 31-12-2012 € 31-12-2011 € Vastgoed bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Overige voorraden 198.000 0 59.122 249.000 3.409.354 51.388 Waarde einde boekjaar 257.122 3.709.742 31-12-2012 € 31-12-2011 € Huurdebiteuren Gemeenten Overige vorderingen Overlopende activa Latente belastingvorderingen 192.687 4.037 0 181.338 4.710 138.307 3.028 1.989 318.818 33.949 Waarde einde boekjaar 382.771 496.092 31-12-2012 € 31-12-2011 € 146.873 299.723 -253.910 153.099 182.480 -197.271 192.687 138.307 6. Vorderingen Huurdebiteuren zittende huurders vertrokken huurders voorziening dubieuze debiteuren Subtotaal Er is een voorziening dubieuze debiteuren gevormd voor een bedrag van € 253.910 voor bedragen van huurders die langer dan 6 maanden open. 31-12-2012 € 31-12-2011 € Gemeenten Te ontvangen bijdragen 4.037 3.028 Subtotaal 4.037 3.028 31-12-2012 € 31-12-2011 € Overige vorderingen Overige debiteuren 0 1.989 Subtotaal 0 1.989 - 50 - 31-12-2012 € 31-12-2011 € Overlopende activa Nog te ontvangen interest Vooruitbetaalde overige kosten Overig 0 0 181.284 8.992 55.339 254.487 Subtotaal 181.338 318.818 Gewaardeerd is tegen nominale waarde na aftrek van nodig geachte afwaardering wegens oninbaarheid. De invordering van de debiteuren heeft een normaal verloop. 7. Liquide middelen 31-12-2012 € 31-12-2011 € Kas ING Rabobank Bank Nederlandse Gemeenten 830 6.574.881 144.716 354.628 4.132 511.230 423.009 204.804 Direct opvraagbaar Deposito's 7.075.055 124.708 1.143.174 668.303 Totaal liquide middelen 7.199.763 1.811.477 - 51 - 8. Groepsvermogen De invloed van het cumulatieve effect van de stelselwijziging(en) op het aandeel van de rechtspersoon in het groepsvermogen is als volgt weer te geven. Aandeel van de rechtspersoon in het groepsvermogen volgens jaarrekening vorig boekjaar Effect stelselwijziging(en) Resultaat boekjaar 31-12-2012 31-12-2011 € € 218.209.302 65.285.747 - 143.285.748 16.877.144- Aandeel van de rechtspersoon in het groepsvermogen volgens jaarrekening 201.332.158 9.637.807 218.209.302 Voor de ongerealiseerde herwaarderingen ad € 210.946.589 (2011: € 223.481.200) met betrekking tot vastgoedbeleggingen is conform de verslaggevingseisen geen herwaarderingsreserve gevormd, maar verantwoording heeft plaatsgevonden onder de overige reserves. Bij de herwaarderingen is geen rekening gehouden met de invloed van belastingen op vermogen en resultaat. 9. Voorzieningen Voorziening belastinglatenties 31-12-2012 € 31-12-2011 € Belastinglatentie aanvang boekjaar Bij: Dotaties 0 0 27.384 -27.384 Belastinglatentie ultimo boekjaar 0 0 31-12-2012 € 31-12-2011 € Stand begin boekjaar Bij: Dotaties 425.000 0 0 425.000 Stand einde boekjaar 425.000 425.000 Mutatie dotatie: Verwachte stichtingskosten Hospice 0 425.000 Totaal dotatie 0 425.000 Voorzieningen onrendabele investeringen en herstructureringen Het project Hospice vindt plaats in samenwerking met collega corporatie Waterweg Wonen. Samenwerking neemt 2/9 deel van de stichtingskosten voor haar rekening, te weten € 425.000. - 52 - Overige voorzieningen 31-12-2012 € 31-12-2011 € Stand begin boekjaar Bij: Dotaties 86.707 -4.338 102.199 -15.492 Stand einde boekjaar 82.369 86.707 De overige voorzieningen hebben betrekking op de kosten voor jubilea € 62.243 en voor kosten opleidingen € 20.126. Alle voorzieningen hebben hoofdzakelijk een looptijd langer dan één jaar. 10. Langlopende schulden Schulden/ Leningen kredietinstellingen 31-12-2012 € 31-12-2011 € 135.896.168 9.565.705 135.461.873 4.443.363 145.461.873 139.905.236 18.000.000 10.000.000 2.011.584 7.554.121 1.947.572 2.495.791 9.565.705 4.443.363 Leningen overheid/kredietinstellingen saldo einde boekjaar Af: aflossingen komend jaar 153.896.168 13.613.756 145.461.873 9.565.705 Leningen overheid/kredietinstellingen 140.282.412 135.896.168 4,54 % 4,90 % Aantal leningen Totaal saldo (x € 1.000) Percentage Actueel 17 4 125.896 28.000 81,80 % 18,20 % 21 153.896 100,00 % 8 10 2 1 27.252 101.644 23.000 2.000 17,70 % 66,00 % 14,90 % 1,40 % 21 153.896 100,00 % Saldo begin boekjaar Bij: aflossingen komend jaar Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen Af: extra/vervroegde aflossingen De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt: Naam geldgever: NV Bank Nederlandse Gemeenten Nederlandse Waterschapsbank N.V. Annuitaïr Fixe Flex RollOver Lineair - 53 - Overzicht leningen naar rente-klasse (x € 1.000) Aantal leningen Schuldrest Aandeel Totaal Rente < 4% Rente 4 - 5% Rente 5 - 6% 21 153.896 100 % 7 54.000 35 % 10 71.655 47 % 4 28.241 18 % Het schuldrestant van de leningen per 31 december 2012 kan als volgt worden gespecificeerd: Aantal leningen Schuldrestant (x € 1.000) Percentage Actueel Looptijd < 1 jaar Looptijd > 1 - 5 jaar Looptijd > 5 jaar 2 3 16 12.120 20.500 121.276 7,84 % 4,24 % 4,26 % Zekerheden: 21 153.896 4,54 % Er zijn geen leningen onder hypothecair verband afgesloten. Alle leningen zijn geborgd, waarvan 19 bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en 2 bij de Gemeente Vlaardingen. Overige schulden Waarborgsommen 31-12-2012 € 31-12-2011 € Saldo begin boekjaar Toevoeging rente Af-/toename waarborgsommen 464.957 3.392 -6.186 455.077 8.849 1.031 Saldo einde boekjaar 462.163 464.957 31-12-2012 € 31-12-2011 € Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekering Overige schulden Overlopende passiva 15.157.224 2.480.874 396.793 746.489 4.393.708 11.883.183 1.613.658 334.368 874.439 4.503.653 Totaal 23.175.087 19.209.301 11. Kortlopende schulden - 54 - Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening Bedrijfsopbrengsten 12. Huuropbrengsten Te ontvangen netto huren Woningen woongebouwen DAEB Woningen woongebouwen niet DAEB Garages en overdekte parkeerplaatsen Kantoren en winkels niet DAEB GSM-installaties Huurderving Af: Huurderving wegens leegstand 2012 € 2011 € 18.741.933 4.215.800 244.049 133.541 37.158 18.104.096 4.218.013 235.992 131.399 30.911 23.372.481 22.720.411 -359.283 -432.878 23.013.198 22.287.533 De huurprijzen zijn bij aanvang van de exploitatie door de overheid vastgesteld. Daarna zijn zij onderworpen aan de overheidsvoorschriften, te weten: - de jaarlijkse huurverhoging; - huurverhoging bij woningverbetering. 13. Opbrengsten servicecontracten Vergoedingen 2012 € 2011 € Ontvangen vergoedingen overige goederen, levering en diensten Correcties voorgaande jaren Te verrekenen met huurders 2.373.443 7.589 -383.260 2.338.740 22.860 -517.040 Totaal 1.997.772 1.844.560 De derving van vergoedingen wordt volledig ten laste gebracht van de huurderving. De vergoedingen betreffen bijdragen die de huurders boven de (netto) huurprijs betalen voor stookkosten, servicekosten, electra, enz.. De maandelijks te betalen vergoeding is gebaseerd op de geraamde kosten en wordt jaarlijks, indien noodzakelijk, aangepast. De opbrengsten worden gerealiseerd in de gemeente Vlaardingen. 14. Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Bruto verkoopopbrengst Af: ingerekend in bedrijfswaarde jaarrekening 2010 Af: stichtingskosten verkoop Af: verkoopkosten Totaal - 55 - 2012 € 2011 € 5.123.967 0 -4.685.487 307.000 -293.019 0 438.480 -148.428 13.981 -13.649 290.052 332 Bedrijfslasten 15. Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 2012 € 2011 € Immateriële vaste activa ten dienste van exploitatie Materiële vaste activa ten dienste van exploitatie 168.350 134.591 172.109 146.847 Totaal 302.941 318.957 2012 € 2011 € Toevoeging onrendabele top nieuwbouw 0 425.000 Totaal 0 425.000 2012 € 2011 € 2.965 21.097 54.105 17.433 12.749 1.436 1.166 1.541 2.965 21.097 54.105 17.433 12.750 1.436 1.226 1.541 112.492 112.552 16. Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa 17. Erfpacht Complex Centrum 72 Holy Zuid 139 Holy Zuid 271 Holy Centrum 100 Holy Zuid 184 Van Heutz 42 Oost 3 Oost 48 Totaal - 56 - 18/19/20. Lonen en salarissen, sociale lasten en pensioenpremies 2012 € 2011 € Brutolonen personeel Af: doorberekening personeelslasten 2.095.239 -349.502 2.180.006 -347.434 Sociale werkgeverslasten personeel Pensioenpremies personeel 1.745.737 290.287 363.532 1.832.572 264.271 370.431 Totaal 2.399.556 2.467.274 Het gemiddeld aantal bij Woningstichting Samenwerking Vlaardingen werkzame werknemers, berekend op fulltime basis en en uitgesplitst naar activiteiten bedroeg: 2012 2011 Directie Woondiensten Middelen Vastgoed Staf functies Flatbeheersters (doorberekend) 1,9 13,7 8,1 6,4 3,3 8,9 1,9 13,7 8,1 6,9 3,8 9,2 Totaal 42,3 43,6 2012 € 2011 € Niet-cyclisch onderhoud Verhuur-technisch onderhoud Planmatig onderhoud Duurzaamheid / Energiemaatregelen 1.191.549 1.347.605 4.487.459 0 1.141.421 1.235.968 3.975.232 7.507 Totaal 7.026.613 6.360.128 2012 € 2011 € 69.229 78.257 102.142 80.053 147.486 182.195 21. Lasten onderhoud 22. Leefbaarheid Leefbaarheid (niet cyclisch) Leefbaarheid (cyclisch) Totaal - 57 - 23. Lasten servicecontracten 2012 € 2011 € Energiekosten Onderhoudskosten Schoonmaakkosten Correcties voorgaande jaren 1.489.721 20.954 479.508 29.071 1.340.315 19.347 462.038 30.161 Totaal 2.019.254 1.851.861 2012 € 2011 € Overige kostensoorten Zakelijke bedrijfslasten Overige lasten 1.294.609 1.610.932 251.635 1.222.044 1.571.640 531.656 Saldo 3.157.176 3.325.340 2012 € 2011 € 362.483 122.435 29.893 779.798 231.395 120.082 54.946 815.621 1.294.609 1.222.044 2012 € 2011 € Onderzoek van de jaarrekening Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet-controlediensten 16.244 34.235 447 53.359 32.211 2.231 Totaal 50.926 87.801 2012 € 2011 € 24. Overige bedrijfslasten Overige kostensoorten Overige personeelskosten Huisvestingskosten Bestuurskosten Algemene kosten Totaal Honoraria externe accountant en de accountantsorganisatie Deloitte Accountants B.V. Honoraria externe accountant en de accountantsorganisatie Baker Tilly Berk Onderzoek van de jaarrekening 12.100 0 Totaal 12.100 0 De kosten betreffen werkelijk gefactureerde bedragen. - 58 - Zakelijke bedrijfslasten 2012 € 2011 € Kosten woonruimteverdeling Belastingen Verzekeringen 76.551 1.512.999 21.382 78.087 1.460.210 33.343 Totaal 1.610.932 1.571.640 2012 € 2011 € 23.250 18.722 20.449 56.639 74.135 58.440 52.233 48.826 19.106 68.241 233.242 110.008 251.635 531.656 2012 € 2011 € Waardeveranderingen vastgoedportefeuille 20.066.332 -7.413.596 Totaal 20.066.332 -7.413.596 De woonruimteverdeling wordt verzorgd door de Stichting WoonNet Rijnmond. Overige lasten Niet te verhalen vervolgingskosten en overige juridische kosten Bijdrage huurbeleid Disagio WSW lening Voorziening dubieuze debiteuren Sector specifieke heffing Overige lasten Totaal 25. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille - 59 - Financiële baten en lasten 26. Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 2012 € 2011 € Vorderingen Rente op overige vorderingen Rente liquide middelen 4.438 10.657 8.607 14.350 Totaal 15.095 24.091 2012 € 2011 € 7.025.003 3.392 7.159.087 8.849 14.512 49.643 7.043.878 7.220.766 27. Rentelasten en soortgelijke kosten Langlopende schulden Rente leningen kredietinstelllingen Rente waarborgsommen Kortlopende schulden Rente schulden kredietinstelllingen Totaal - 60 - Belastingen 28. Belastingenresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Acute vennootschapsbelasting (lasten) 2011 € € 2009 - - 2010 - 33.949- 2011 - - 2012 Latente vennootschapsbelasting (baten) 2012 2009 2010 29.229 - 29.229 33.949- - - - 2011 415.665- 2012 527.361 111.696 Totaal vennootschapsbelasting 82.467- Commercieel resultaat voor vennootschapsbelasting 3.073.438 297.821 297.821 331.7701.892.441 Af: Fiscale afschrijving nieuwbouw 109.344- 157.653- Fiscale afschrijving mva ten dienste van 221.210- 298.113- 1.455.902- 1.093.021- 290.052- 331- Verbeteringen als fiscaal onderhoud Correctie opbrengst verkopen Bij: Commerciele afschrijving mva ten dienste van 230.695 319.000 Fiscale vrijval disagio leningen 339.291 346.115 8.118 8.559 Gemengde kostenaftrek Correctie waardeveranderingen Sector specifieke heffingen Toegerekende rente en algemene kosten aan mva Fiscaal resultaat - 425.000 74.135 233.242 525.741 266.626 2.174.909 1.941.865 Herbestedingsreserve 1.941.865- Compensabele verliezen Belastbaarbedrag 2.028.766- - 146.143 - De effectieve belastingdruk bedraagt in 2012 1% (2011: nihil) en het toepasselijke belastingtarief is 20% (2011: nihil). - 61 - FINANCIELE INSTRUMENTEN Woningstichting Samenwerking Vlaardingen maakt gebruik van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Woningstichting Samenwerking Vlaardingen met betrekking tot deze derivaten (hedge-instrumenten) kostprijshedge-accounting toe. De marktwaarde van de derivaten is per 31.12.2012 € 7.888.597 negatief. Doelstellingen risicobeheer In het treasurystatuut van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen staan de kaders benoemd omtrent het beheersen van risico's. De financiële instrumenten voldoen aan de kaders genoemd in het treasurystatuut. In het statuut is het gebruik van afschermende instrumenten toegestaan ter beheersing van het renterisico op zekere kasstromen en de instrumenten zijn defensief van aard. Hedge-strategie De hedge-strategie is het risico van wijzigingen in de rente afdekken met derivaten. Type hedge Kostprijshedge-accounting op basis van individuele leningen. Kostprijshedge-accounting wordt toegepast op basis van de aansluiting van de kritische kenmerken van de instrumenten met de financieringen. Deze kenmerken zijn terug te vinden in de originele contracten. Afgedekte positie Woningstichting Samenwerking Vlaardingen dekt de variabiliteit in kasstromen voortvloeiende uit toekomstige rentebetalingen gerelateerd aan huidige leningen af. Hierbij worden de kasstromen van de rentebetalingen van de afgesloten leningen afgedekt. Accounting Het hedging-instrument en de hedged items onderliggend aan de af te dekken rentebetalingen worden tegen kostprijs op de balans opgenomen en gewaardeerd. Hedge-ineffectiviteit wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Algemeen risico's De belangrijkste financiële risico's waaraan de groep onderhevig is zijn het marktrisico, valutarisico, het renterisico, het kredietrisico en het liquiditeitsrisico. Het financiële beleid van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen is erop gericht om op de korte termijn de effecten van koers- en renteschommelingen op het resultaat te beperken en om op lange termijn de marktwisselkoersen en marktrentes te volgen. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen maakt gebruik van financiële derivaten om de financiële risico's die verbonden zijn aan bedrijfsactiviteiten te beheersen. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen neemt met financiële derivaten geen speculatieve posities in. Marktrisico Woningstichting Samenwerking Vlaardingen beheerst het marktrisico door stratificatie aan te brengen in de portefeuille en limieten te stellen. Valutarisico Woningstichting Samenwerking Vlaardingen voert alleen transacties in euro's (€) uit en loopt geen valutarisico. Renterisico Woningstichting Samenwerking Vlaardingen loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden. Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt de woningcorporatie risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Woningstichting Samenwerking Vlaardingen risico's over de marktwaarde. Kredietrisico Het gaat hierbij om het risico dat financiële instellingen niet aan hun contractuele verplichtingen kunnen voldoen. Door het spreiden van transacties over verschillende financiële instellingen wordt getracht dit risico te beperken. Verder dienen de financiële instellingen te voldoen aan kredietwaardigheidseisen (rating). Dit is opgenomen in het treasurystatuut. De hoogte van het kredietrisico is afhankelijk van de grootte van het bedrag aan te ontvangen rente op de derivaten en de marktwaarde van de derivaten. - 62 - Liquiditeitsrisico Het gaat hierbij om het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om aan de directe verplichtingen te kunnen voldoen. Dit geldt voor alle verplichtingen van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen en haar tegenpartijen, ongeacht of dit nu crediteuren of financiële instellingen zijn. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft op verschillende manieren gewaarborgd dat zij altijd aan haar verplichtingen kan voldoen. Reële waarde per categorie financiële derivaten: De afgesloten derivaten zijn ultimo 2012 als volgt verdeeld in boekwaarde, nominale waarde en marktwaarde. 31-12-2012 actuele waarde € rente swap rente swap rente swap rente swap rente swap rente swap 1.775.4211.589.4132.112.6701.553.106384.144473.8437.888.597- 31-12-2011 boekwaarde € actuele waarde € boekwaarde € - - - nominale waarde € startdatum einddatum rente rente fix forward rente ultimo 10.000.000 8.000.000 11.300.000 12.500.000 4.000.000 4.000.000 49.800.000 15-03-2012 02-07-2012 01-02-2013 03-11-2014 15-01-2016 15-01-2016 15-09-2061 02-07-2032 01-02-2033 01-11-2058 15-01-2060 15-01-2036 6-mnds 6-mnds 6-mnds 6-mnds 6-mnds 6-mnds 2,925% 3,240% 3,240% 2,925% 2,925% 3,240% 2,357% 2,120% 2,139% 2,470% 2,563% 2,492% De afgesloten renteswaps dienen ter afdekking van de benodige herfinanciering in de komende jaren. Voor een 3-tal renteswaps is nog geen lening afgesloten. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen acht het zeer waarschijnlijk dat dit zal plaatsvinden in verband met de benodigde herfinanciering. Alle renteswaps kennen een onderliggende CSA. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft geen contracten met banken afgesloten waarin is opgenomen dat bij daling van de swaprente de negatieve waarde als zekerheid in een depot moet worden gestort (margin calls). Voor een 3-tal renteswaps is een breakclause opgenomen. De breakclauses zijn gestaffeld ingevoerd en vervallen voor de 1ste swap in jaar 7, voor de 2de swap in jaar 8 en voor de laatste swap in jaar 9. De genoemde breakclauses houden in dat zowel Woningstichting Samenwerking Vlaardingen als de tegenpartij voor de swap transactie de transactie op genoemde data (en iedere 5 jaar daarna) mag beëindigen, waarbij tegen de dan geldende waarde wordt afgerekend. Er is tevens sprake van diverse reguliere termination events, waarbij de tegenpartij van de swaps het contract kan beëindigen. Gerelateerd aan de regelgeving voor toegelaten instellingen zijn de termination events alleen het gevolg van de financiële positie, namelijk in het geval dat Woningstichting Samenwerking Vlaardingen: - onder bewind wordt gesteld (artikel 70 woningwet); - aanwijzingen ontvangt (artikel 41 BBSH); - financiële steun ontvangt van het CFV cf artikel 71a van de woningwet; - toestemming nodig heeft voor bepaalde handelingen op grond van artikel 43 BBSH. Ook is sprake van een termination event als Woningstichting Samenwerking Vlaardingen niet meer voldoet aan de eisen van kredietwaardigheid van het WSW cq geen deelnemer meer is. Zowel termination events als breakclausules brengen het risico met zich mee dat de transactie vervroegd wordt afgewikkeld tegen de dan geldende marktwaarde. - 63 - NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Huurverplichtingen Het jaarlijks bedrag van aangegane huurverplichtingen tussen Woningstichting Samenwerking en Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen bedraagt € 212.000 (2011: € 210.000). Leaseverplichtingen Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft voor 30 woningen een sale-leaseback overeenkomst afgesloten. De overeenkomst heeft het kenmerk van triple-net. De looptijd van de overeenkomst bedraagt 20 jaar. De totale leaseverplichting bedraagt netto € 5,7 miljoen, waarvan € 6,7 miljoen als huurverplichting en € 1 miljoen als vergoeding voor exploitatielasten. Het restant van de leasverplichting kan als volgt worden gespecificeerd (bedragen x € 1.000): niet langer dan 1 jaar €285; langer dan 1 jaar en niet langer dan 5 jaar € 1.425; langer dan 5 jaar € 3.990. Erfpachtverplichtingen Ten aanzien van de onroerende zaken zijn er erfpachtverplichtingen aangegaan voor een bedrag van € 113.000 tot einde exploitatie. Obligo WSW Waarborgfonds Sociale Woningbouw deelnemers hebben naar het Waarborgfonds Sociale Woningbouw een zogeheten obligo verplichting. Deze verplichting is voorwaardelijk. Zolang het risicovermogen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw voldoende is om eventuele betalingsverplichtingen van Waarborgfonds Sociale Woningbouw-deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op deze obligoverplichting. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw verwacht voor de komende 5 jaar conform de actuele meerjaren liquiditeits prognose geen beroep te doen op deze obligoverplichting. De hoogte van de verplichting bedraagt € 4.937.702. Woonnet Rijnmond en Urgentiestichting In samenwerking met 19 woningcorporaties in het Rijnmond gebied draagt de Stichting Woonnet Rijnmond een bijdrage aan een rechtvaardige woonruimteverdeling. Voor geleverde prestaties wordt een bedrag per verhuureenheid in rekening gebracht. In 2012 was dat € 20,-. Indien de Stichting Woonnet Rijnmond, of de Urgentiestichting niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen, draagt Samenwerking Vlaardingen een exploitatierisico dat in verhouding staat tot de participatiegraad. Wet Keten Aansprakelijkheid Als gevolg van de Wet Keten Aansprakelijkheid is Samenwerking hoofdelijk aansprakelijk voor loonheffing en premieheffing sociale verzekeringen bij uitbesteding van werk aan (onder)aannemers. Het risico van deze aansprakelijkheid wordt grotendeels beperkt door een percentage van de opdracht voor loon- en premieheffing direct af te dragen aan de belastingdienst. Voorzieningen voor pensioenen Het bedrijfstakpensioenfonds is niet in staat die gegevens aan te leveren die zouden leiden tot een juiste weergave van de kosten, alsmede de rechten en verplichtingen zoals die voor een toegezegd pensioenrecht dienen te worden opgenomen. Daarom worden de aan het fonds betaalde premies als toegezegde bijdragen in de resultatenrekening verwerkt en is geen voorziening in de jaarrekening 2012 verwerkt. Een overschot of tekort in het bedrijfstakpensioenfonds SPW kan invloed hebben op te betalen premies. De voorlopige dekkingsgraad op 31 december 2012 is vastgesteld op 106%. Als gevolg van de kredietcrisis is in april 2009 een herstelplan gemaakt. Conform de wettelijke bepalingen moet een fonds binnen drie jaar weer ten minste op een dekkingsgraad van 105% komen. Vervolgens moet het fonds weer op het vereiste niveau komen (bij SPW is dat 116%) om weer nieuwe tegenvallers op de financiële markten op te vangen. Op grond van de dekkingsgraad worden de komende jaren, naast de reguliere premies, geen additionele premies verwacht. Een dekkingsgraad per werkgever is niet aan te geven. Het fonds is een collectief instituut waarin alle pensioenaanspraken van alle deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden zijn ondergebracht. Dit kan niet worden uitgesplitst naar werkgever. Vennootschapsbelasting Als gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad over de ANBI status van woningcorporaties wordt de uitstroom van geldmiddelen tot en met 2011 geschat op nihil. Projecten Ingevolge het ontwikkelen van het nieuwbouwproject Drieënhuysen is een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. Het risico dat Samenwerking loopt bedraagt 1/3 van de totale kosten, ook al mocht het project geen doorgang vinden. De lopende verplichting die voortvloeit uit de samenwerkingsovereenkomst bedraagt per ultimo 2012 € 631.300. - 64 - Onderhoudsverplichtingen In 2012 is een verplichting aangegaan met betrekking tot de renovatie van complex Holy Zuid 271. Voor 2013 is er per saldo nog een aangegane verplichting van € 2.125.000. BEZOLDIGING RAAD VAN BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN Voor de bezoldiging van bestuurder van de woningcorporatie kwam in 2012 een bedrag van € 166.900 (2011: € 161.100) ten laste van de woningcorporatie en haar dochter- of groepsmaatschappijen. Lasten als gevolg van de crisisheffing zijn op basis van het loon van de bestuurder niet van toepassing. Voor de bezoldiging van commissarissen van de woningcorporatie kwam in 2012 een bedrag van € 35.017 (2011: € 34.500) ten laste van de woningcorporatie en haar dochter- of groepsmaatschappijen. De bezoldiging van bestuurder omvat: • periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, doorbetaling bij vakantie en ziekte, sociale lasten, vakantiegeld, terbeschikkingstelling van auto en presentiegelden); • beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten, langdurig verlof/sabbaticals, jubileumuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en beloning in verband met een regeling voor vervroegde uittreding, zoals VUT en prepensioen); • uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband; • winstdelingen en bonusbetalingen; • crisisheffing (16% over het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking dat zij in 2012 aan een medewerker hebben betaald, voor zover dat loon hoger was dan € 150.000). WET OPENBAARMAKING UIT PUBLIEKE MIDDELEN GEFINANCIERDE TOPINKOMENS Vanaf 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) van kracht. Een deel van de wet is van toepassing verklaard op toegelaten instellingen volkshuisvesting. Gemeld dienen te worden de functionarissen die meer verdienen dan het gemiddelde salaris van de minister ad € 193.000 (in 2011: € 193.000). Er zijn geen functionarissen waarvan de beloning dit grensbedrag overschrijdt. - 65 - ENKELVOUDIGE JAARREKENING - 66 - Enkelvoudige balans 31-12-2012 (x € 1.000) 31-12-2011 (x € 1.000) 489 505 ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa Computersoftware 29 Materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie 434 411 411 Vastgoedbeleggingen 30 Commercieel vastgoed in exploitatie Sociaal vastgoed in exploitatie gekwalificeerd als vastgoedbelegging Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 70.586 284.083 192 434 70.511 287.649 7.083 354.861 365.243 31 Financiële vaste activa Latente belastingvorderingen Overige vorderingen 576 1.927 464 1.938 2.503 2.401 257 3.710 Vlottende activa Voorraden Vorderingen Huurdebiteuren Latente belastingvorderingen Gemeenten Overige vorderingen Overlopende activa 193 5 4 0 341 Liquide middelen Totaal - 67 - 138 34 3 4 362 542 541 6.845 1.607 365.908 374.441 Enkelvoudige balans 31-12-2012 (x € 1.000) 31-12-2011 (x € 1.000) 201.332 218.209 PASSIVA Groepsvermogen Eigen vermogen 32 Voorzieningen Voorzieningen onrendabele investeringen en herstructureringen Voorzieningen deelnemingen Overige voorzieningen 425 151 82 425 151 87 658 Langlopende schulden Schulden/ Leningen kredietinstellingen Overige schulden 140.282 462 662 135.896 465 140.745 Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekering Overige schulden Overlopende passiva 15.157 2.480 396 746 4.394 Totaal - 68 - 136.361 11.883 1.614 334 874 4.504 23.173 19.209 365.908 374.441 Enkelvoudige winst- en verliesrekening 2012 (x € 1.000) 2011 (x € 1.000) Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten Opbrengsten servicecontracten Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 23.003 1.998 290 22.277 1.845 0 25.290 Som der bedrijfsopbrengsten 24.122 Bedrijfslasten Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa Erfpacht Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lasten onderhoud Leefbaarheid Lasten servicecontracten Overige bedrijfslasten 231 0 112 1.746 290 364 7.027 147 2.019 3.336 257 425 113 1.833 264 370 6.360 182 1.852 3.502 15.272 15.158 Bedrijfsresultaat 10.018 8.964 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 20.059 -7.415 Financiële baten en lasten Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten 90 7.043 Financiële baten en lasten 100 7.216 -6.953 -7.116 -16.993 9.263 -82 33 -332 43 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen -16.877 9.638 Resultaat na belastingen -16.877 9.638 Resultaat uit gewone bedrijfsuitvoering voor belastingen Vennootschapsbelasting Resultaat deelnemingen - 69 - Enkelvoudig kasstroomoverzicht (directe methode) (x € 1.000) 2012 Ontvangsten van huurders 2011 25.172 24.122 Ontvangsten van subsidiegevers - - Overige ontvangsten - - 25.172 24.122 Ontvangsten Betalingen aan werknemers 2.749- 2.815- Betalingen aan leveranciers onderhoud 7.085- 7.003- Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten 3.686- 3.912- Betalingen aan overige leveranciers en werknemers Lasten 1.428- 1.455- 14.948- 15.185- Totaal kasstroom bedrijfsoperaties 10.224 8.937 90 100 Ontvangen interest Ontvangen dividenden - Betaalde interest 7.176- Betaalde winstbelasting 7.216- Kasstroom uit operationele activiteiten 3.138 7.116- Investeringen in immateriële vaste activa 193- 114- Desinvesteringen in immateriële vaste activa - - 11.521- 11.678- Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa 6.078 293 Investeringen in financiële vaste activa - - Desinvesteringen in financiële vaste activa - - 5.636- 11.499- Totaal kasstroom investeringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden 18.000 Aflossing langlopende schulden 7.883- Betaalde dividenden Totaal kasstroom financieringsactiviteiten 10.000 4.443- - - 10.117 5.557 7.619 4.121- Mutatie liq.middelen Beginstand liq.middelen per 1-1 774- 3.233 Eindstand liq.middelen 31-12 6.845 774- Mutatie liq.middelen 7.619 4.007- De beginstand van liquide middelen is gecorrigeerd met het negatieve saldo van de rekening-courant bij de BNG. Dit negatieve saldo is in 2012 afgelost en verantwoord onder de post 'aflossing langlopende schulden'. - 70 - Toelichting op de enkelvoudige balans Algemene grondslagen voor de opstelling van de enkelvoudige jaarrekening De enkelvoudige jaarrekening van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Tevens is deze enkelvoudige jaarrekening opgesteld volgens de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Deze richtlijn is in 2011 herzien. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen past deze herziene Richtlijn vanaf het huidige verslagjaar toe. Voor de algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening, de grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat, alsmede voor de toelichting op de onderscheiden activa en passiva en de resultaten wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening, voor zover hierna niet anders wordt vermeld. Financiële vaste activa Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde, doch niet lager dan nihil. Deze nettovermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de vennootschap geheel of ten dele instaat voor schulden van de desbetreffende deelneming, respectievelijk de feitelijke verplichting heeft de deelneming (voor haar aandeel) tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening gevormd. Bij het bepalen van de omvang van deze voorziening wordt rekening gehouden met reeds op vorderingen op de deelneming in mindering gebrachte voorzieningen voor oninbaarheid. In de toelichting worden alleen de jaarrekeningposten die afwijken van de geconsolideerde jaarrekening weergegeven. 29/30. Materiële vaste activa 31-12-2012 31-12-2011 € € 354.669.342 358.160.558 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 191.789 7.082.936 Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie 410.924 433.597 355.272.055 365.677.091 Vastgoedbeleggingen in exploitatie - 71 - Verschillen in materiële vast activa tussen enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening 31-12-2012 € 31-12-2011 € 1.860.092 1.449.168 410.924 1.919.257 1.485.660 433.597 Vastgoedbeleggingen in exploitatie Geconsolideerde vastgoedbeleggingen in exploitatie voor stelselwijziging Effect stelselwijziging Geconsolideerde vastgoedbeleggingen in exploitatie Enkelvoudige vastgoedbeleggingen in exploitatie 0 0 354.802.675 354.669.342 205.378.015 152.923.555 358.301.570 358.160.558 Onderverdeling: Geconsolideerd Sociaal Vastgoed in exploitatie Enkelvoudig Sociaal Vastgoed in exploitatie 284.083.258 284.083.258 287.649.180 287.649.180 70.719.417 133.333 70.586.084 70.652.390 141.012 70.511.378 Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie Geconsolideerde onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie Af: onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie deelneming S.B.K.S.V. Enkelvoudige onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie Geconsolideerd Commercieel Vastgoed in exploitatie Af: Commercieel Vastgoed in exploitatie deelneming Comact Enkelvoudig Commercieel Vastgoed in exploitatie 31. Financiële vaste activa Een belangrijke afwijking tussen de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening betreft de post Financiële vaste activa. Onder deze post is een lening opgenomen aan de deelneming SBKSV van € 1,8 miljoen. De aflossing van de lening kent een lineair karakter. 32. Eigen vermogen Overige Reserve Overige reserve 31-12-2012 31-12-2011 x € 1.000 x € 1.000 218.209 Effect stelselwijziging 65.286 143.285 Resultaat boekjaar 16.877- 9.638 201.332 218.209 Voor ongerealiseerde herwaarderingen in de enkelvoudige balans ad € 211.112.395 (2011 € 223.584.748) is conform de verslagleggingseisen geen herwaarderingsreserve gevormd, maar verantwoording heeft plaatsgevonden onder de overige reserves. Bij de herwaardering is geen rekening gehouden met de invloed van belastingen op vermogen en resultaat. - 72 - NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Huurverplichtingen Het jaarlijks bedrag van aangegane huurverplichtingen tussen Woningstichting Samenwerking en Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen bedraagt € 212.000 (2011: € 210.000). Leaseverplichtingen Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft voor 30 woningen een sale-leaseback overeenkomst afgesloten. De overeenkomst heeft het kenmerk van triple-net. De looptijd van de overeenkomst bedraagt 20 jaar. De totale leaseverplichting bedraagt € 5,7 miljoen, waarvan € 6,7 miljoen als huurverplichting en € 1 miljoen als vergoeding voor exploitatielasten. Het restant van de leasverplichting kan als volgt worden gespecificeerd (bedragen x € 1.000): niet langer dan 1 jaar €285; langer dan 1 jaar en niet langer dan 5 jaar € 1.425; langer dan 5 jaar € 3.990. Erfpachtverplichtingen Ten aanzien van de onroerende zaken zijn er erfpachtverplichtingen aangegaan voor een bedrag van € 113.000 tot einde exploitatie. Obligo WSW Waarborgfonds Sociale Woningbouw deelnemers hebben naar het Waarborgfonds Sociale Woningbouw een zogeheten obligo verplichting. Deze verplichting is voorwaardelijk. Zolang het risicovermogen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw voldoende is om eventuele betalingsverplichtingen van Waarborgfonds Sociale Woningbouw-deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op deze obligoverplichting. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw verwacht voor de komende 5 jaar conform de actuele meerjaren liquiditeits prognose geen beroep te doen op deze obligoverplichting. De hoogte van de verplichting bedraagt € 4.937.702. Woonnet Rijnmond en Urgentiestichting In samenwerking met 19 woningcorporaties in het Rijnmond gebied draagt de Stichting Woonnet Rijnmond een bijdrage aan een rechtvaardige woonruimteverdeling. Voor geleverde prestaties wordt een bedrag per verhuureenheid in rekening gebracht. In 2012 was dat € 20,-. Indien de Stichting Woonnet Rijnmond, of de Urgentiestichting niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen, draagt Samenwerking Vlaardingen een exploitatierisico dat in verhouding staat tot de participatiegraad. Wet Keten Aansprakelijkheid Als gevolg van de Wet Keten Aansprakelijkheid is Samenwerking hoofdelijk aansprakelijk voor loonheffing en premieheffing sociale verzekeringen bij uitbesteding van werk aan (onder)aannemers. Het risico van deze aansprakelijkheid wordt grotendeels beperkt door een percentage van de opdracht voor loon- en premieheffing direct af te dragen aan de belastingdienst. Voorzieningen voor pensioenen Het bedrijfstakpensioenfonds is niet in staat die gegevens aan te leveren die zouden leiden tot een juiste weergaven van de kosten, alsmede de rechten en verplichtingen zoals die voor een toegezegd pensioenrecht dienen te worden opgenomen. Daarom worden de aan het fonds betaalde premies als toegezegde bijdragen in de resultatenrekening verwerkt en is geen voorziening in de jaarrekening 2012 verwerkt. Een overschot of tekort in het bedrijfstakpensioenfonds SPW kan invloed hebben op te betalen premies. De voorlopige dekkingsgraad op 31 december 2012 is vastgesteld op 106%. Als gevolg van de kredietcrisis is in april 2009 een herstelplan gemaakt. Conform de wettelijke bepalingen moet een fonds binnen drie jaar weer ten minste op een dekkingsgraad van 105% komen. Vervolgens moet het fonds weer op het vereiste niveau komen (bij SPW is dat 116%) om weer nieuwe tegenvallers op de financiële markten op te vangen. Op grond van de dekkingsgraad worden de komende jaren, naast de reguliere premies, geen additionele premies verwacht. Een dekkingsgraad per werkgever is niet aan te geven. Het fonds is een collectief instituut waarin alle pensioenaanspraken van alle deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden zijn ondergebracht. Dit kan niet worden uitgesplitst naar werkgever. Vennootschapsbelasting Als gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad over de ANBI status van woningcorporaties wordt de uitstroom van geldmiddelen tot en met 2011 geschat op nihil. Projecten Ingevolge het ontwikkelen van het nieuwbouwproject Drieënhuysen is een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. Het risico dat Samenwerking loopt bedraagt 1/3 van de totale kosten, ook al mocht het project geen doorgang vinden. De lopende verplichting die voortvloeit uit de samenwerkingsovereenkomst bedraagt per ultimo 2012 € 631.300. - 73 - Onderhoudsverplichtingen In 2012 is een verplichting aangegaan met betrekking tot de renovatie van complex Holy Zuid 271. Voor 2013 is er per saldo nog een aangegane verplichting van € 2.125.000. BEZOLDIGING RAAD VAN BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN Voor de bezoldiging van bestuurder van de woningcorporatie kwam in 2012 een bedrag van € 166.900 (2011: € 161.100) ten laste van de woningcorporatie en haar dochter- of groepsmaatschappijen. Lasten als gevolg van de crisisheffing zijn op basis van het loon van de bestuurder niet van toepassing. Voor de bezoldiging van commissarissen van de woningcorporatie kwam in 2012 een bedrag van € 35.017 (2011: € 34.500) ten laste van de woningcorporatie en haar dochter- of groepsmaatschappijen. De bezoldiging van bestuurder omvat: • periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, doorbetaling bij vakantie en ziekte, sociale lasten, vakantiegeld, terbeschikkingstelling van auto en presentiegelden); • beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten, langdurig verlof/sabbaticals, jubileumuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en beloning in verband met een regeling voor vervroegde uittreding, zoals VUT en prepensioen); • uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband; • winstdelingen en bonusbetalingen; • crisisheffing (16% over het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking dat zij in 2012 aan een medewerker hebben betaald, voor zover dat loon hoger was dan € 150.000). WET OPENBAARMAKING UIT PUBLIEKE MIDDELEN GEFINANCIERDE TOPINKOMENS Vanaf 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) van kracht. Een deel van de wet is van toepassing verklaard op toegelaten instellingen volkshuisvesting. Gemeld dienen te worden de functionarissen die meer verdienen dan het gemiddelde salaris van de minister ad € 193.000 (in 2011: € 193.000). Er zijn geen functionarissen waarvan de beloning dit grensbedrag overschrijdt. - 74 - Ondertekening jaarrekening door bestuur en RVC Verklaring van de directeur-bestuurderbesteding gelden Hierbij verklaar ik als directeur-bestuurder van Samenwerking dat alle middelen uitsluitend zijn aangewend in het belang van de volkshuisvesting. Vlaardingen, 10 juni 2013 Mr. T.W. van der Steen, Directeur-bestuurder - 75 - Verklaring van de raad van commissarissen Hierbij verklaren wij goedkeuring te verlenen conform het bepaalde in artikel 23 lid 4 van de statuten aan de volgende, door de directeur-bestuurder van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen, vastgestelde documenten: • Een jaarrekening • Een jaarverslag • Een volkshuisvestingsverslag • Een overzicht met cijfermatige kerngegevens en prognoses Wij hebben de goedkeuring verleend, nadat wij kennis hebben genomen van de bevindingen van de externe accountant. De Raad van Commissarissen heeft aan de directeur-bestuurder decharge verleend voor het in de verslagperiode gevoerde beleid. Vlaardingen, 10 juni 2013 De Raad van Commissarissen De heer mr. ing. J. Brinkman Voorzitter Raad van Commissarissen De heer B. Knoop Plaatsvervangend voorzitter Raad van Commissarissen De heer ir. M.E. Verbokkem Lid van de Raad van Commissarissen De heer mr. D.J. van de Weerdt Lid van de Raad van Commissarissen Mevrouw drs. M. Boeren-Snel RA Lid van de Raad van Commissarissen - 76 - Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat In de statuten staat vermeld dat de Raad van Commissarissen de bestemming van het resultaat bepaalt. In overeenstemming met de statutaire bepalingen en met goedkeuring van de Raad van Commissarissen is het bedrijfsresultaat over 2012 ad € -16.877.144 ten laste gebracht van de reserve. Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum heeft ter zake van het zogenaamde woonakkoord politieke besluitvorming plaatsgevonden over de verhuurdersheffing en huurverhogingen. Het akkoord houdt kortweg in dat de huurverhoging van de sociale huurwoningen in exploitatie deels inkomensafhankelijk wordt. Daarnaast is de verhuurdersheffing voor 2014 en verder ook vastgelegd. In de gepresenteerde bedrijfswaarde van het Sociaal Vastgoed is geen rekening houden met inkomensafhankelijke huurverhogingen en is de verhuurdersheffing slechts voor twee jaar ingerekend. De effecten van de waardering op het Sociaal Vastgoed in exploitatie zijn nog niet bekend. Er is echter wel een doorrekening gemaakt op basis van de meerjarenprognose 2013 tot en met 2017, waaruit blijkt dat het effect op de bedrijfswaarde van extra huurverhogingen (gemiddeld 1,5% boven inflatie) € 10.417.603 is en dat het effect op de bedrijfswaarde van de verhuurdersheffing -/- € 5.325.540 is. Aandachtspunt is het gegeven dat om uiteenlopende redenen de extra huurverhoging niet bij alle woningen gerealiseerd kan worden. Bijvoorbeeld omdat woningen daarmee boven de huurtoeslaggrens kunnen uitkomen waardoor zittende huurders met een laag inkomen hun huurtoeslag zouden verliezen. Bij de doorrekening is uitgegaan van de volgende parameters: Huurverhoging: 2013: 4,25%, 2014: 3,5%, 2015: 3,75%, 2016 en 2017: 3,5%. Verhuurdersheffing: naast 2013 en 2014 is ook ingerekend voor 2015: € 1.744.121,2016: € 1.956.505 en 2017: € 2.188.197. De verhuurdersheffing wordt geïndexeerd aan de verwachte prijsinflatie - 77 - - 78 - - 79 - - 80 - BIJLAGE 1 VERLOOP BEDRIJFSWAARDE 2012 € Bedrijfswaarde 2011 205.378.015 RW Correctie in saldo BW -6.263.088 199.114.927 Mutatie post --> medio numerando 5.149.703 Herziene bedrijfswaarde per 31.12.2011 204.264.630 Autonome ontwikkeling Vrijval kasstromen -5.255.592 Effect een jaar opschuiven 10.134.885 Nieuwe (des)investeringen binnen horizon 211.000 Subtotaal autonome ontwikkeling 5.090.293 Voorraadmutaties Toevoegen nieuwbouw 9.613.900 Overige voorraadmutaties -184.999 Subtotaal voorraadmutaties 9.428.901 Parameterwijzigingen Indexaties 3.968.331 Disconteringsvoet 0 Levensduur 4.999.113 Mutatiegraad -4.235.013 Kostenfactoren -2.873.600 Overige parameterwijzigingen 4.196.062 Subtotaal parameterwijzigingen 6.054.893 Wijzigingen exploitatiebeleid Huren 5.374.383 Huurderving -1.360.375 Verhuurdersheffing -1.440.902 Onderhoud -4.004.567 Exploitatielasten 4.092.222 Subtotaal wijzigingen exploitatiebeleid 2.660.761 Wijzigingen (des)investeringsbeleid Verkoop -11.977 Sloop 511.067 Verbeteringen 3.246.435 Subtotaal wijzigingen (des)investeringsbeleid 3.745.525 Bedrijfswaarde 2012 (kasstromen) 231.245.003 - 81 - Bedrijfswaarde 2012 (per categorie) € Bedrijfswaarde Sociaal vastgoed 175.656.045 Bedrijfswaarde Commercieel vastgoed 55.588.958 231.245.003 De uitgangspunten voor de bedrijfswaarde berekening van het sociaal vastgoed in exploitatie zijn: De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2012 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van vijf jaar behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud, erfpacht en overige contracten met een werkingsduur van meer dan vijf jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjaren onderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente evenals genormeerde lastenniveaus. Clustering van kasstroomgenererende eenheden sluit aan bij het interne beleid en bedrijfsvoering. Bij de bepaling van de minimumwaarde is voor dit verslagjaar conform voorgaand jaar gekozen voor een clustering op regio. Peri ode Huurs ti jgi ng Pri js i nfl a ti e Sti jgi ng l oon- Sti jgi ng kos ten Sti jgi ng overi ge Di s conto % in % in % kos ten i n % onderhoud i n% va r. l a s ten i n % 2013 4,00 2,75 2,75 3,00 2,75 5.25 2014 4,25 2,00 2,00 3,00 2,00 5,25 2015 2,00 2,25 2,25 3,25 2,25 5,25 2016 2,25 2,00 2,00 3,00 2,00 5,25 2017 2,00 2,00 2,00 3,00 2,00 5,25 >2018 2,00 2,00 2,00 3,00 2,00 5,25 Het verwachte formatieverloop en stijging van de bedrijfslasten ontwikkelen zich vanaf 2018 onder de voorgestelde norm van het WSW. Daarom wordt voor de stijging van de overige variabele lasten een stijgingspercentage van 2% aangehouden voor de jaren 2018 en volgende. • • • • • • • • • De levensduur is gebaseerd op de restant levensduur, echter wel rekening houdend met een minimale levensduur van 15 jaar; De periode waarover contant gemaakt wordt loopt parallel met de geschatte resterende levensduur van de complexen/investeringen; Investeringen nieuwbouw en investeringen betreffende herstructurering worden ingerekend op basis van feitelijke verplichtingen, in casu voorgenomen en goedgekeurde en extern gecommuniceerd beleid; Een restwaarde is ingerekend op basis van de geschatte grondwaarde aan het einde van de exploitatieperiode of verwachte opbrengstwaarde bij verkoop; De restwaarde aan het einde van de ingerekende theoretische exploitatieperiode is gebaseerd op een exitprijs van € 5.000 voor woningen, gebaseerd op een grondwaarde van € 20.000 minus € 15.000 bijkomende kosten; De verhuurderheffing is ingerekend conform het beleid dat op moment van samenstellen van de jaarrekening bekend is. Bij het bepalen van de bedrijfswaarde wordt derhalve een totale heffing ingerekend van € 59.000 in 2013 en € 1.499.558 in 2014. Door de onzekerheid over de verhuurderheffing vanaf 2015, is deze niet opgenomen in de bedrijfswaarde berekening; Er is, parallel aan de verhuurderheffing, een extra huurverhoging van 1,5% per eenheid boven inflatie ingerekend voor 2013 en 2014. Door problemen bij de aanlevering van inkomensgegevens vanuit de Belastingdienst, is op het moment van het berekenen van de bedrijfswaarde geen helder beeld van de huurverhoging die Woningstichting Samenwerking Vlaardingen kan doorvoeren in 2013. Daarnaast is er tevens veel onzekerheid over het huurbeleid vanaf 2015; Bij de toerekening van de indirecte exploitatielasten wordt een verdeelsleutel gehanteerd, op basis van het aantal verhuureenheden; De heffingsbijdrage van het Centraal Fonds Volkshuisvesting en de te betalen vennootschapbelasting worden niet - 82 - • • • ingerekend in de bedrijfswaarde; Er wordt, conform RJ 645 (2011), geen rekening gehouden met de rentabiliteitswaarde correctie van de bestaande leningportefeuille en beleggingen; De kasstromen worden medio-numerando contant gemaakt; Er is rekening gehouden met huurharmonisatie; De in de bedrijfswaarde opgenomen verwachte opbrengstwaarde van woningen geoormerkt voor verkoop wordt gedefinieerd als de contante waarde van het bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een verwachte termijn, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen. Ter bepaling van dit bedrag worden taxaties uitgevoerd door onafhankelijke externe deskundigen of worden vergelijkbare onroerende zaken als referentie gehanteerd. De verkopen worden voor een periode van vijf jaar in de waardering betrokken. Ja ar Aanta l verkopen Opbrengs twa arde Oors pronkel i jke boekwa a rde 2013 2014 2015 2016 2017 2 2 2 2 2 292.842 282.747 303.858 292.842 292.596 5.292 5.266 5.240 5.214 5.188 - 83 - BIJLAGE 2 1.1 Risicobeheersing Risico's zijn soms in te schatten, soms ontstaan ze redelijk onverwachts. Door het verzekeren van eventueel op te lopen schade kunnen we bepaalde risico's afdekken, maar geheel uitsluiten is niet mogelijk. Wij moeten (meerdere) scenarioanalyses maken bij de opzet van een proces. De inschatting van de kwetsbaarheid, gevoeligheid, realiteitszin en draagvlak is vaak het halve werk. Binnen de organisatie van onze stichting zijn diverse risicobeheersings- en controlesystemen aanwezig. Onderstaand zijn enkele voorbeelden beschreven en uitgewerkt. Dit is echter geen uitputtende opsomming van alle risico's waarmee wij mee van doen hebben. In 2012 heeft het management van Samenwerking een risicoscan ingevuld. Op basis van de ingevulde scan is het volgende beeld te geven. Interne risico's Procesrisico's 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 - Besturingsrisico´s Middelenrisico's Financieel ICT Norm Samenwerking Externe risico's Marktrisico's 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 - O ve rige omge vingsrisico's Maatschappe lijke risico's Norm Same nwe rking 1.2 Externe risico's Het management van Samenwerking acht de volgende externe risico's het belangrijkst: • Ontwikkelingen Landelijke en lokale politiek • Calamiteiten • Arbeidsmarkt • Nieuwe wet en regelgeving. Aangezien externe risico's moeilijk te beïnvloeden zijn, blijft het management die zich voordoen op dit gebied nauwlettend volgen, - 84 - zodat tijdig actie kan worden ondernomen. 1.2.1 Interne risico's Op basis van de scan heeft het management de volgende interne risico's benoemd: Risico groep Risico Procesrisico’s Financiële risico’s Middelen risico’s IT risico’s Planning & control Maatregel Leegstand Actief verhuurbeleid Technische kwaliteit Conditiemeting Onderhoud Uniformering vastgoedbegroting Bedrijfstakcode Opstellen statuten Liquiditeiten Sturen op kasstromen Fiscaliteiten Tax control framework Kwaliteit personeel Ontwikkelplannen Motivatie HRM Beleid Infrastructuur Update hardware Beveiliging Ontwikkelen wachtwoordbeleid Aansluiten doelstellingen Implementatie BSC in 2013 Verslaglegging Starten Interne Controle in 2013 Verbeteren management informatie Structuur en cultuur Leiderschapsstijl Invoeren competentiemanagement Toelichting: 1.2.2 Onderhoudsuitgaven De huidige meerjaren onderhoudsbegroting is opgesteld aan de hand van historische gegevens en te verwachten onderhoudskosten in de komende exploitatiejaren van de betreffende complexen. In 2012 heeft technische inventarisatie op basis van conditiemeting plaatsgevonden. Conditiemeting leidt ertoe dat de prognosecijfers voor 2013 en de daarop volgende jaren uitgegaan kan worden van de werkelijke onderhoudsopgave. 1.2.3 Bedrijfstakcode In 2012 is een tweetal statuten opgesteld, te weten het investeringsstatuut en een verbindingenstatuut. Deze statuten zullen in 2013 opgenomen worden in de planning & control cyclus. 1.2.4 (Her)-financiering en rente Middels een goed werkend treasury-systeem blijven wij binnen de gestelde grens van maximaal 15% per jaar (her-) financieringsbehoefte en/of renteconversie gerekend over het rentedragend vreemd vermogen. Met tijdelijke middelen wordt, indien nodig, in de vaste financieringsbehoefte voorzien. Hierbij blijven wij ruimschoots binnen het gestelde maximum van 7,5% van het lang vreemd vermogen. Tot slot wordt in de meerjarenprognose en projectdoorberekening uitgegaan van 4% rente voor nieuwe geldleningen en/of renteconversies. Renterisico's leningportefeuille 16% 14% e agt n ce r e p o ci isr 12% 10% 8% risico 6% norm 4% 2% 0% - 85 - 1.2.5 Liquiditeit Gelet op het investeringsprogramma van de komende jaren zal van overliquiditeit geen sprake zijn. Het normenkader van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw wordt aangehouden ten aanzien van de sturing op kasstromen. Naast het normenkader van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw wordt ook rekening gehouden met de ICR, de Loan to Value en het Investerings- en financieringsratio. 1.2.6 In control Om aan het uiteindelijke doel van het afgeven van een 'In control statement' te kunnen voldoen zal in 2013 een tax control framework worden opgezet. In dit framework zal het fiscale risico worden benoemd. In 2014 zal het framework onderdeel uit maken van de regulier P&C cyclus. Daarnaast zal in 2013 veel aandacht besteed gaan worden aan het uitvoeren van de Interne Controle. - 86 - BIJLAGE 3 TOELICHTING ONDERHOUD EN NIEUWBOUW Werkzaamheden planmatig onderhoud Per maart 2011 is de afdeling Techniek samengevoegd met het Projectbureau en is de afdeling Vastgoed ontstaan. De werkzaamheden op het gebied van planmatig onderhoud zijn uitgevoerd in overeenstemming met de onderhoudsbegroting 2011. Begroot Realisatie Resultaat Gemiddeld 2009 € 8.119.268 € 7.784.774 € 334.494 € 1.249 2010 € 6.837.000 € 5.664.052 € 1.172.948 € 1.020 2011 € 8.056.000 € 5.465.968 € 2.590.032 € 1.411 2012 € 8.991.000 € 5.835.065 € 3.155.935 € 1.472 Naast de geplande onderhoudswerkzaamheden, is in 2012 ook een aantal langlopende problemen opgepakt. Zo is ondermeer met de gemeente overeenstemming bereikt met de aanpak voor het oplossen van de hoge grondwaterstand in de Hoevenbuurt. De uitvoering van dit project is begin 2012 gereed gekomen. Daarnaast is er een tweetal grootschalige renovatie trajecten gestart in 2012. Het renovatieproject van het complex Louise de Coligny zal in 2013 volledig worden afgerond. Hierbij zijn energielabels van de woningen door duurzaamheidsingrepen 2 labelstappen verhoogd. De gemiddelde labelwaarde van dit complex ligt nu op label D. In het centrum van Vlaardingen is in 2012 gestart met renovatie van 72 oudere eengezinswoningen. Dit project zal in 2013 worden opgeleverd. Na renovatie zal het energielabel uitkomen op niveau B. Nieuwbouw In 2012 is het nieuwbouwproject Westerparc opgeleverd. Daarnaast is gewerkt aan de voorbereidingen van de herontwikkeling van de centrumlocatie Centrum 96. Dit project is samen met WaterwegWonen gestart. Eind 2011 is afgesproken dat WSV een deel van de locatie van WaterwegWonen over neemt en zelfstandig de gehele locatie gaat herontwikkelen. Een laatste te noemen nieuwbouwproject is Parc Drieën Huysen. Wat betreft dit project is nog geen overeenstemming bereikt met de gemeente omtrent de grondafname. Duurzaamheid Zoals blijkt uit onderstaande grafiek heeft in 2012 het thema duurzaamheid veel aandacht gekregen. Door grootschalige renovatietrajecten is een labelverbetering geraliseerd van 6% van ons bezit. Zoals bekend wordt de mate van duurzaamheid van een gebouw geduid in het zogenaamde Energie Prestatie Advies, ofwel EPA-label. Label A betekent energiezuinige woning, Label G betekent zeer energie-onzuinige woning. Het gemiddelde energielabel van ons gehele woningbezit is vooralsnog D. In navolgend overzicht is het aantal woningen per EPA-label weergegeven. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat alleen 'afgemelde' woningen mee zijn genomen in dit overzicht. Complex Oranjehof (38 A-label woningen) is niet meegenomen. In navolgend overzicht is per complex de gemiddelde EPA weergegeven. - 87 - Ontwikkeling energielabels G Energielabele F E 2012 D 2011 2010 C B A 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 Aantal woningen Dagelijks onderhoud De budgetten Klachtenonderhoud en Mutatieonderhoud zijn samengevoegd tot één budget genaamd Dagelijks onderhoud. In overeenstemming met de richtlijnen zijn in de uitgaven geen salariskosten van het technische personeel verantwoord. Afhankelijk van de uitwerking van het Strategisch Voorraadbeleid wordt de standaardkwaliteit bepaald. In hoeverre dit van invloed zal zijn op de kosten voor mutatieonderhoud is nu niet bekend. Totaal bedrag Aantal verzoeken 2009 2010 2011 2012 € 1.541.163 € 1.584.557 € 1.168.509 € 1.191.549 5.879 8.285 5.105 5.509 Gem. bedrag € 262 € 191 € 229 € 216 - 88 - BIJLAGE 4 Huis houde ntype Ink om e n Goedkoop Betaalbaar Duur Totaal KENGETALLEN WOONRUIMTEVERDELING 1 persoonshuishoudens, jonger dan 65 jaar onder huurtoeslaggrens 25 26 22 73 boven huurtoeslaggrens 6 17 26 49 onder huurtoeslaggrens 5 16 3 24 boven huurtoeslaggrens 3 5 11 19 onder huurtoeslaggrens 4 9 30 43 boven huurtoeslaggrens - 2 23 25 onder huurtoeslaggrens - 6 12 18 boven huurtoeslaggrens - 3 15 18 onder huurtoeslaggrens 2 7 12 21 boven huurtoeslaggrens - - 12 12 onder huurtoeslaggrens - - - - 1 persoonshuishoudens, ouder dan 65 jaar 2 persoonshuishoudens, jonger dan 65 jaar 2 persoonshuishoudens, ouder dan 65 jaar 3 persoonshuishoudens, jonger dan 65 jaar 3 persoonshuishoudens, ouder dan 65 jaar boven huurtoeslaggrens Totaal - - - - 45 91 166 302 01-01-2012 31-12-2012 Ink om e ns gre nze n 1 persoonhuishoudens Meer persoonhuishoudens < 65 jaar € 22.025 > 65 jaar € 20.675 < 65 jaar € 29.900 > 65 jaar € 28.225 Huurprijs gre nze n Goedkoop € 366,37 Betaalbaar € 561,98 - 89 - BIJLAGE 5 KENGETALLEN 2012 2011 2010 2009 Gegevens bezit Aantal verhuureenheden in exploitatie 1. Woningen - sociale verhuur 2. Woningen - commerciele verhuur 3.496 3.432 3.527 3.724 468 442 311 144 - - - 3. Woningen in beheer derden 30 4. Garages en parkeerplaatsen 712 586 547 467 5. Parkeerplaatsen gehuurd van derden 48 48 48 48 5. Overige verhuureenheden 28 28 28 26 4.782 4.536 4.461 4.409 Totaal Mutaties in het w oningbezit 1. Aantal opgeleverd 120 38 30 2 66 8 2. Aantal aangekocht 3. Aantal verkocht 4. Aantal gesloopt 1 96 5. Samenvoegen objecten 6. Nieuw e verhuurobjecten 1 Mutaties in het overig bezit 1. Aantal opgeleverd 156 37 66 2 16 2. Aantal aangekocht 3. Aantal verkocht 30 4. Aantal gesloopt 5. Samenvoegen objecten 6. Nieuw e verhuurobjecten Aantal w oningen naar huurprijsklasse 1. Goedkoop 627 610 676 785 2. Betaalbaar 2.305 2.264 2.200 2.302 3. Duur tot HTG 564 558 651 637 3. Duur boven HTG 468 442 311 144 1,39 1,31 2,16 1,50 Kw aliteit 1. Aantal reparatieverzoeken per w oning 2. Percentage w oningen groot-onderhoud en w oonverbetering 8% 3. Kosten niet-planmatig onderhoud per w oning 12% 9% 17% 273 295 191 356 4. Kosten planmatig onderhoud per w oning 1.459 1.411 1.020 1.006 5. Woonverbetering per w oning 8.517 3.018 4.840 4.373 - 90 - 2012 2011 2010 2009 1. Mutatiegraad 7,7% 7,5% 6,7% 8,2% 2. Acceptatiegraad 16% 13% 18% 22% 3. Huurachterstand in % jaarhuur 1,6% 1,5% 1,3% 0,7% 4. Huurderving in % jaarhuur 1,5% 1,9% 0,9% 0,3% 1. Gemiddeld aantal punten WWS 129 126 126 125 2. Gemiddelde nettohuurprijs 502 487 472 461 1. Solvabiliteit 55,1 58,3 32,3 31,6 2. Current ratio 0,33 0,31 0,37 0,68 3. Direct rendement verhuur 4,9% 4,6% 4,3% 7,9% -1,0% 0,6% 9,9% 8,1% Totaal rendement 3,9% 5,2% 14,2% 16,0% 5. Rentedekkingsration (ICR) 1,39 1,33 1,39 0,99 4. Investerings- en financieringsratio 0,68 0,43 0,39 0,77 7. Loan to Value (LTV) 0,40 0,62 0,62 0,66 50.816 56.353 18.229 16.895 2. Totaal opbrengsten per w oning 6.380 6.229 6.187 6.172 3. Kapitaalslasten per w oning 1.777 1.864 2.031 2.054 Het verhuren van w oningen Prijs-kw aliteitverhouding Financiële continuïteit 4. Indirect rendement verhuur Balans en Winst- en Verliesrekening 1. Eigen vermogen per w oning 4. Dotatie voorzieningen onrendabel nieuw bouw per w oning - 110 - 434 5. Overige bedrijfslasten per w oning 842 904 1.332 1.239 6. Jaarresultaat per w oning 807 574 771 194 1. Directie & Secretariaat 0,48 0,49 0,49 0,49 2. Woondiensten 3,43 3,54 3,18 3,18 3. Middelen 2,03 2,08 2,11 1,76 4. Vastgoed 1,60 1,78 2,06 2,07 5. Stafafdeling 0,83 0,98 0,99 0,98 Personeelsbezetting Form atie Intern per 1.000 w oningen 8,36 8,87 8,83 8,48 2,23 2,38 2,4 2,28 Totaal form atieplaatsen per 1.000 w oningen 10,59 11,25 11,23 10,75 8. Werkelijk aantal personeelsleden per 1.000 w oningen 12,27 13,42 13,55 12,15 6. Flatbeheersters - 91 - De jaren 2012 en 2011 hebben de marktwaarde als waarderingsgrondslag. In 2010 en eerder was de bedrijfswaarde de waarderingsgrondslag. - 92 -
© Copyright 2025 ExpyDoc