170676 (16.9MB)

1
' rijkswaterstaat
W E R K B E Z O E K VAN DE BIJZONDERE
COMMISSIE
HARMONISATIE NOORDZEEBELEID.
vrijdag, 30 augustus 1985
Directie Noordzee
BibliotneeK en Documentatie
Signatuur:
l(p2fa
Ref. nr.:
starnboekniY.
\\0
1
Rijkswaterstaat en de Noordzee
Taken en organisatie
Het takenpakket van Rijkswaterstaat op de Noordzee en in de kustgebieden is gebaseerd op de
algemene zorg die Rijkswaterstaat heeft voor de bescherming van het land tegen water, voor de kwaliteit
van water en onderwaterbodems, de winning van bodemmaterialen als zand en grind, scheepvaartwegen
en havens en de landaanwinning. Gericht op de Noordzee zijn deze taken (hiermee nagenoeg niet
ingaande op taken specifiek in de kustzone):
1) De zorg voor het mariene ecosysteem, bestaande uit de componenten water, bodem en organismen.
2) Het tot stand brengen, bewaken en instandhouden van aanloop- en vaarroutes op de Noordzee
afgestemd op de ontwikkeling van de scheepvaart.
3) Het leveren van een bijdrage aan een ontwikkeling van de Noordzee, waarbij de verschillende
gebruiksfuncties en gebruiksmogelijkheden van de zee in relatie tot elkaar en het mariene milieu
optimaal op elkaar zijn afgestemd.
4) Het bijdragen aan de instandhouding van de natuurlijke zeewering van het land.
5) Het beoordelen en zonodig (laten) ontwerpen, tot stand brengen en instandhouden van andere
(waterstaatkundige) werken op en aan zee.
6) Het inwinnen van gegevens, het verlenen van diensten en het ter beschikking stellen van gegevens
inzake Noordzee-aangelegenheden.
De werkwijze van Rijkswaterstaat voor de taakuitvoering op de Noordzee is dezelfde als voor de taken op
het vasteland. Dit houdt in, dat een regionale directie (in den lande een per provincie) belast is met
beheerstaken; in dit geval d e directie Noordzee. Deze directie is als het ware voor Rijkswaterstaat "de
voordeur naar de maatschappij" voor Noordzee-aangelegenheden. Specialistische diensten zijn belast
met de advisering over specialistische onderwerpen en de zorg voor uitvoering (met name door derden)
van wetenschappelijk onderzoek. Zij hebben zowel het vasteland als de zee tot geografisch werkgebied.
Na de reorganisatie van de Rijkswaterstaat per 1 juli 1985 zijn het (met aanduiding van de "zee"werkvelden):
-
Dienst Getijdewateren (waterloopkunde, morfologie, sedimenttransport, aquatisch milieu)
Dienst Verkeerskunde (maritiem verkeer, s c h e e p s b e w e g i n g onder invloed van zee-omstandigheden)
Meetkundige Dienst (mariene geodesie en remote sensing)
Dienst Informatieverwerking (automatisering en draadloze transmissie)
Sluizen en Stuwen (betonconstructies en specialistische kennis van waterbouwkundige constructies)
- Bruggen (staalconstructies)
- Dienst W e g - en Waterbouwkunde (waterbouw en rationeel onderhoud).
De algemene bestuurlijke situatie voor de Noordzee is essentieel verschillend van het vasteland door het
ontbreken van andere bestuurlijke niveaus dan het Rijksniveau. De directie Noordzee heeft voor
gemeenschappelijke aangelegenheden contact met in de kustprovincies functionerende Rijks-, provinciale-, gemeentelijke- en waterschapsoverheden.
Het Nederlandse territoriale gebied is per 1 juni 1985 uitgebreid van 3 mijl tot 12 mijl uit de kust.
r
2
Globale informatie over de taken
Het mariene ecosysteem
Het mariene ecosysteem bestrijkt de componenten water, bodem en organismen. Vanuit de waterstaatszorg wordt vooral aandacht geschonken aan de kwaliteit van water en bodem. E6n van de
doeleinden hierbij is g o e d e condities te s c h e p p e n voor een zo natuurlijk mogelijke ontwikkeling van de
biologische component. Een actief beheer van de mariene organismen zelf (bijv. middels quotaregelingen) hoort echter niet tot de waterstaatstaken.
Het beleid ten aanzien van het mariene ecosysteem moet worden gezien in het licht van de doelstellingen
van het landelijk afvalstoffenbeleid. Dit beleid is gericht op het voorkomen van s c h a d e voor mens en
milieu ten gevolge van een onjuiste behandeling van afvalstoffen. Voor de zee is het beleid tot nu toe
vooral op sanering gericht, nl. op het terugdringen van directe lozingen en stortingen. Een dergelijk beleid
komt voort uit het feit dat de lange-termijn-effecten van deze lozingen nog onvoldoende bekend zijn.
In de komende tijd zal de aandacht sterker gericht worden op de indirecte lozingen (lucht, rivieren) en op
effecten van ingrepen in het systeem, zoals verstoring en verontreiniging van de bodem. De kennis over
effecten van menselijk handelen in het mariene milieu is momenteel nog erg beperkt. Deze moet worden
vergroot, waartoe integraal ecologisch onderzoek nodig is.
Ter verdieping van het inzicht in de werking van het mariene ecosysteem zal in de komende jaren veel
inspanning worden gestoken in ecologisch onderzoek, met structurering hiervan voor de langere termijn.
Samenwerkingsprojecten worden momenteel op stapel gezet voor onderzoek naar eutrofiering, gedrag
en voorkomen van verontreinigende stoffen, multispecies relaties tussen vissen, transporten van vis/
larven, koolstof-balansstudies en voorkomen van bodemdieren en zeevogels.
In deze projecten zijn, naast Rijkswaterstaat, het Rijks Instituut voor Visserijonderzoek en het Nederiands
Instituut voor Onderzoek der Zee betrokken.
Daarnaast wordt onderzoek uitgevoerd dat direct gericht is op de effecten van verontreinigingsstromen,
zoals de lozingen van titaandioxide afvalzuur met behulp van schepen, het afvalwater van de H a a g s e
agglomoratie via pijpleidingen en oliehoudende boorspoelingen vanaf mijnbouwinstallaties. Verder is
inmiddels gerapporteerd over het voorkomen van visziekten in het kustwater en zal in verder onderzoek
worden getracht na te gaan of een relatie met vervuiling aanwezig is. Tenslotte kan onderzoek worden
vermeld dat gericht is op het verkrijgen van inzicht in de slibhuishouding in het gebied van Loswal Noord
(stortingsgebied voor baggerspecie) en Nieuwe Waterweg.
Ter bewaking van de waterkwaliteit worden op routinematige basis metingen uitgevoerd in de waterfase
met behulp van een speciaal milieu-onderzoeksschip. Ten behoeve van deze "monitoring" zijn verspreid
over het Nederiands Continentaal Plat 28 meetpunten bepaald.
Het waterkwaliteitsbeleid voor de Noordzee is vastgelegd in het Waterkwaliteitsplan Noordzee, dat thans
ambtelijk gereed is en ter visie zal worden gelegd. Het plan omvat alle belangrijke bronnen en vormen van
verontreiniging van de Noordzee en geeft een visie op een samenhangende en strategische aanpak bij
het voorkomen en bestrijden van deze verontreiniging. Het plan bevat zowel directe beleidsmaatregelen
die Nederland op nationaal niveau kan treffen, als uitgangspunten voor internationaal overleg.
De zorg voor het mariene milieu is namelijk een zaak die niet alleen de Nederlandse overheid aangaat,
maar ook de aandacht heeft van vele andere landen. Harmonisatie van het beleid van de verschillende
betrokken landen is daarom een belangrijke voorwaarde voor de bestrijding van de vele bronnen van
zeeverontreiniging. Voor de Noordzee zijn daartoe verschillende internationale verdragen in het leven
geroepen: Verdrag van Oslo (1972, dumping door schepen), Verdrag van Parijs (1974, verontreiniging
vanaf het land), Verdrag van Bonn (1969, samenwerking bij ongevallen met olie- en chemicalientankers).
In deze kaders vindt intensief internationaal overleg plaats, waarbij door Rijkswaterstaat veel initiatieven
worden ontplooid. Dit geldt ook vaak voor mondiale verdragen als het Verdrag van Londen (1972,
dumping door schepen) en M A R P O L (1973, operationele lozingen door schepen).
3
In een op te stellen Ontgrondingenplan zullen de mogelijkheden worden aangegeven om te voldoen aan
de groeiende belangstelling voor z e e z a n d (o.a. als alternatief voor winning op het land), daarbij rekening
houdend met belangen van de zeewering (in de vooroever is de z e e b o d e m te zien als voortzetting van de
bodem van het vasteland), andere gebruiksfuncties en het mariene milieu. Met het bedrijfsleven wordt
onderzocht of grindvoorkomens exploitabel zijn. Z a n d - en grindwinningsregulering vindt plaats in nauwe
samenwerking met Domeinen.
De Rijks Geologische Dienst draagt zorg voor de kennisvergaring over de (ondiepe) z e e b o d e m ; daartoe
worden boringen verricht vanaf door Rijkswaterstaat beschikbaar gestelde schepen. Een programma
wordt gestart om de komende jaren versneld de witte vlekken op te vullen in de kennis van z e e b o d e m s a menstelling.
Verontreiniging van de zee door olie en chemicalien als gevolg van incidenten vereist bestrijding. De
oorzaak kan zijn: illegale lozing, verspreiding van olie na scheepsongevallen, verloren (dek-)lading met
gassen of vloeibare chemicalien. Voor preventie en opsporing wordt boven zee gepatrouilleerd met een
gehuurd vliegtuig metgeavanceerdeopsporingsapparatuur. O p verzoek van Duitsland wordt ook voor de
Duitse kust gepatrouilleerd. Het vliegtuig verricht ook verkeerstellingen voor D G S M . Met de Rijkspolitie
wordt nauw samengewerkt. Voor de oliebestrijding is een specifiek bestrijdingsvaartuig beschikbaar;
enkele meetvaartuigen, alsmede gecontracteerd baggermaterieel, kunnen na aanpassing worden ingezet.
Voor oliebestrijding op de Noordzee wordt internationaal samengewerkt (Verdrag van Bonn). Kennis en
ervaring worden ter beschikking gesteld aan derden (buitenland, bedrijfsleven, publicaties).
Mariene infrastructuur
De zorg voor de maritieme toegangswegen naar de havens langs de Nederlandse kust en de betrokkenheid bij de vaarweg naar de Westerschelde/Antwerpen betreft het beheer en onderhoud en (betrokkenheid) bij verdiepingswerken.
Recent is gereedgekomen de verdieping van de vaarweg naar Rotterdam (Euro-Maasgeul) voor 72 voetsschepen (22 m diepgang) (financiering gemeente Rotterdam); verwacht mag worden dat dieper stekende
schepen kunnen worden toegelaten zonder verdere verdieping van de vaargeul op zee.
Binnenkort is IJmuiden toegankelijk voor s c h e p e n van 54 voet (16.50 m diepgang) (financiering Rijk,
regio en bedrijfsleven). Belgie en Nederland bestuderen de vergroting van de toegankelijkheid van de
Antwerpse haven.
Op basis van kennis van getij en golven en van s c h e e p s g e d r a g , geavanceerde ontwerp- en voorspellingstechnieken (zoals toegepast bij de Oosterschelde stormvloedkering) en geavanceerde meettechnieken,
is een verbeterde infrastructuur te realiseren tegen lagere initiele kosten dan voorheen (toegepast voor
de vaarweg naar Rotterdam). In de gebruiksfase is dan wel intensievere beheersaandacht vereist.
Ter controle van de vereiste geuldiepte wordt een aantal lodingsvaartuigen ingezet, die de bodemdiepte
meten en zoeken naar obstakels op de z e e b o d e m . Deze schepen zijn rijkseigendom met nautisch
personeel van bedrijven, of inclusief bemanning gehuurd. Buiten de kunstmatig verdiepte vaargeulen
verricht de Dienst der Hydrografie de metingen. Voor onderhoudsbaggerwerk (gering in verhouding tot
binnengaats baggerwerk voor Rijkswaterstaat) wordt aan aannemers opdracht gegeven. Voor verwijdering van obstakels van de z e e b o d e m (veelal verloren gegane (dek-)lading, zoals containers en verloren
ankers) worden bergingsbedrijven ingeschakeld. Aan de nautische autoriteiten te verstrekken voorspellingen van waterstand en golven zijn gebaseerd op gegevens van meetstations op voile zee (waaronder
het Europlatform langs de Eurogeul; Rijkseigendom, transport en onderhoud uitbesteed) en langs de kust
en voorspellingen door het KNMI, die mede voor andere gebruiksdoeleinden worden opgesteld (Stormvloedwaarschuwingsdienst, Oosterschelde stormvloedkering).
Planning van gebruik, beheer en aanpassing van vaarroutes naar toegangsgeulen en direct naar havens
en van de toegangsgeulen zelf, is een samenspel van vele havendiensten, rijksdiensten en bedrijfsleven
en vraagt ook g o e d e internationale samenwerking (voor de 72 voets vaarroute naar Rotterdam is
aandacht nodig tot in het Engelse en Franse deel van de Noordzee).
Vanuit andere taken is Rijkswaterstaat betrokken bij de aanleg en het gebruik van offshore-installaties en
pijpleidingen. Regeling geschiedt (ook in de toekomst) middels de Mijnwet Continentaal Plat; het
ministerie van E c o n o m i s c h e Zaken betrekt Rijkswaterstaat daarbij voor diverse elementen. Met name de
gas- en oliepijpleidingen tussen de platforms en naar het vasteland krijgen aandacht: hinder voor andere
activiteiten, sterkte, ingraving en stabiliteit.
4
Voor zover bij telecommunicatie op zee (kabels, platforms voor straalverbindingen) civiele techniek of
zeemeettechniek een rol speelt, verleent Rijkswaterstaat medewerking aan de PTT.
Mariene planning
Voortbouwend op d e g e l e g d e fundering in de Nota Harmonisatie Noordzeebeleid lijken in de toekomst
voor beleid en beheer drie uitgangspunten een centrale rol te gaan vervullen:
- verdere ontwikkeling van het gebruik van de mogelijkheden die de Noordzee biedt,
- bescherming van het mariene milieu,
- afgewogen beheer van het gebruik van de Noordzee.
Dit betekent een streven naar een zo optimaal mogelijk gebruik van de mogelijkheden en waarden van de
Noordzee en het realiseren van een integrerend kader. Rijkswaterstaat wil hieraan een bijdrage leveren.
Daartoe is een proces gestart, dat moet leiden tot een vorm van mariene planning, zodat bij het uitvoeren
van haar taken de Rijkswaterstaat kan komen tot de volgende accentverlegging:
- het veranderen van de reikwijdte van beleid en beheer: een "multi resource approach"; waar nu
sprake is van afstemming tussen hooguit twee belangen moet integrerende afstemming plaatsvinden
naar meer potentiele belangen,
- het veranderen van de aard van beleid en beheer: management van de toekomst, in plaats van te
reageren op de situatie van het moment,
- het veranderen van het oogmerk van beleid en beheer: een doelgerichte benadering, in tegenstelling
tot conflictbeheersing.
Kustontwikkeling
De directe en indirecte (oppertoezicht) zorg van Rijkswaterstaat voor de zeewering vraagt om kennis en
beheer van de onderwateroever langs de Nederlandse kust. Recent is het onderzoek naar grootschalige
kustvormende en kustvervormende processen gebundeld binnen het multi-disciplinaire project "Kustgenese". Doel is inzicht te krijgen in de autonome ontwikkeling van de kust en om prognoses te kunnen
opstellen over de effecten op het kustgedrag van grootschalige ingrepen (werken voor of aan de kust;
zeezandwinning) en van een mogelijk versterkte zeespiegelrijzing. In dit project werken overheidsdiensten, toegepast-wetenschappelijke instituten en universitaire instellingen samen.
Belangrijke basiselementen zijn de periodieke kustmetingen (metingen op zee en strand) door Rijkswaterstaat en onderzoek naar bodemsamenstelling door de Rijks Geologische Dienst.
Andere (waterstaatkundige) werken op en aan zee
De omgevingscondities stellen hoge eisen aan sterkte en afmetingen van civiel-technische werken op
zee. Daardoor zijn d e z e werken zeer kostbaar, zowel in aanleg als onderhoud. Telkenmale komt het
Noordzeegebied als alternatief voor nieuwe ontwikkelingen op het land naar voren (vliegveld, afvalopslag
en -verwerking, hinderlijke en gevaarlijke industrieen, nucleaire centrale, energiespaarbekkens, windmolenparken enz.). De kosten waren tot dusverte hoog, omdat veelal alleen voor e e n g e b r u i k s d o e l d e baten
in beschouwing konden worden genomen. Een combinatie van gebruiksdoelen zou betere perspectieven
kunnen geven ten aanzien van economische uitvoerbaarheid van eilanden en constructies op zee.
Ook zijn veel suggesties gepresenteerd voor de kustzone. Concreet zijn momenteel het plan tot aanleg
van de grootschalige bergingslocatie voor baggerspecie uit het Rotterdamse havengebied (Slufterplan;
geplande aanvang begin 1986 met ingebruikname 1987), de voorstellen tot uitbreiding v66r de kust van
Zuid-Holland voor meerdere gebruiksdoelen ("plan Waterman") en de suggestie tot energie-opslag in
een bovengronds waterbekken.
Inwinnen
van gegevens en het verstrekken van informatie
Het inwinnen van gegevens over de Noordzee en de Noordzeebodem vergt omvangrijke faciliteiten aan
vliegend, varend en stationair materieel en meetapparatuur. Rijkswaterstaat streeft combinaties en
afstemming met derden na.
Middels het Meetnet Noordzee worden gegevens van en boven de Noordzee gemeten voor het KNMI,
D G S M , Rijkswaterstaat en ook anderen.
Meestal zijn het platforms van offshore-bedrijven waar gastvrijheid wordt geboden aan Rijkswaterstaat, in
ruil waarvoor het bedrijf meetgegevens ontvangt.
Van de rijksmeetvoorzieningen in de kustzone is de Meetpost Noordwijk ook voor het bedrijfsleven en
andere diensten beschikbaar voor de uitvoering van proeven in of boven zeewater.
5
Nadere aandacht wordt gegeven aan verstrekking van gegevens over de Noordzee aan gemteresseerden. Bij veel diensten en instituten zijn er gegevens, maar het is niet eenvoudig snel de juiste bron aan te
boren. Rijkswaterstaat wil stimuleren, dat de beschikbare gegevens van de eigen dienst beter bereikbaar
worden en dat er faciliteiten komen om snel te achterhalen bij welke instelling in Nederland (en het
buitenland) men bepaalde gegevens kan krijgen.
O p gespecialiseerde gebieden zoals oliebestrijding, survey- en baggerwerk ter zee en dergelijke worden
veel adviezen g e g e v e n in binnen- en buitenland. Samenwerking met het Nederlandse bedrijfsleven op
allerlei gebied ter bevordering van onderzoek en ontwikkeling en van export biedt grote kansen door het
innovatieve karakter van het Noordzeewerk.
Een greep uit de actuele activiteiten
- Beheer Euro- en Maasgeul naar Rotterdam/Europoort.
- Beheer IJgeul naar IJmuiden.
- Medewerking plan vergroting bereikbaarheid Westerschelde/Antwerpen.
- Waterkwaliteitsonderzoek en -monitoring.
- Het medewerken aan gedetailleerde kaarten van het Nederiands deel van het Continentaal Plat die
worden uitgegeven door de Rijks Geologische Dienst en de Dienst der Hydrografie.
- Het verzamelen en beschikbaar stellen van hydro-meteo informatie in nauwe samenwerking met het
KNMI en andere diensten ten behoeve van vele gebruikers.
- Zee-informatie systeem.
- Het localiseren, zonodig doen verwijderen en verstrekken van informatie over obstakels, gevaarlijke
stoffen en wat dies meer zij ten behoeve van de veiligheid van scheepvaart, visserij en andere
gebruikers van de Noordzee; controle pijpleidingen.
- Het bestrijden van verontreinigingen door olie en/of andere gevaarlijke stoffen op zee in het kader van
de ICONA rampenorganisatie voor de Noordzee.
- Het starten, in gang zetten en begeleiden van velerlei wetenschappelijk onderzoek.
- Beschrijvende inventarisatie van volkenrechtelijke en Nederlandse regelingen betreffende activiteiten
op de Noordzee.
- Het medewerken aan het internationale milieu-overleg.
- Het ontwikkelen van mariene planning ten behoeve van een optimaal toekomstig gebruik van
mogelijkheden en waarden van de Noordzee.
- Het nauwlettend volgen en advies geven bij mijnbouwactiviteiten mede in relatie tot de mariene
planning en milieubelangen in relatie tot het Mijnreglement Continentaal Plat.
- Medewerking aan realisering Slufterplan, studies kustuitbreiding Zuid-Holland en bovengronds
energie-opslagbekken.
- Project "Kustgenese".
- Opsporing, controle en verkenning van nationale en internationale overtredingen in samenwerking met
de Rijkspolitie door middel van "surveillance", alsmede controle op naleving van de voorschriften
verbonden aan ontheffingen op grond van de Wet verontreiniging zeewater (Wvz) en vergunningen op
grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo).
- Behandeling van vergunningaanvragen in het kader van de diverse wetten (met name Wvz en Wvo) en
regelingen (baggerreglement, Domeinen-regeling) voor diverse activiteiten.
- Departementale en interdepartementale contacten en samenwerking met het bedrijfsleven; buitenlandse advisering en samenwerking.
7
Het opnemingsvaartuig m.s. Mitra
(lengte 56,25 m, breedte 11,50 m, diepgang 3,50 rri, voortstuwing HP 2000) is sedert medio 1982 als
speciaal daartoe gebouwd survey-vaartuig in gebruik bij de Rijkswaterstaat.
Het vaartuig is geschikt om op het gehele Nederlandse deel van het Continentaal Plat hydrografische,
geotechnische, hydrologische en duik- en onderwater inspectiewerkzaamheden uit te voeren.
De vaste uitrusting voor het verrichten van surveywerkzaamheden bestaat uit: Dynamic Positioning,
diverse precisie plaatsbepalingssystemen, echolood met golfcompensator, automatiseringsapparatuur,
subbottomprofilingsystemen, diverse boorapparatuur, sonarsystemen, onderwater TV set en incidenteel
een Remote Operated Vehicle (R.O.V.). Het vaartuig is uitgerust met een moonpool-installatie voor het
lanceren van speciale duik- en boorapparatuur. Voorts kan het vaartuig tijdelijk uitgerust worden met
surveycontainers en is het vaartuig uitgerust om dienst te doen bij het bestrijden van olieverontreinigingen.
8
Nederiands continentaal plat met blokindeling.
9
Het opnemingsvaartuig m.s. Volans
(lengte 48,50 m, breedte 10,00 m, diepgang 3,10 m, voortstuwing HP 1700) is een voormalig bevoorradingsvaartuig aangepast tot surveyvaartuig en sedert 1970 in gebruik bij Rijkswaterstaat.
Het vaartuig is geschikt om op het gehele Nederlandse deel van het Continentaal Plat hydrografische,
geotechnische en hydrologische metingen te verrichten, voorts wordt bodemonderzoek, wrakonderzoek
en onderzoek naar de ligging van onderzeese kabels en gas- en olietransportleidingen verricht.
De vaste uitrusting voor het verrichten van de surveywerkzaamheden bestaat uit diverse precisie
plaatsbepalingssystemen, echolood metgolfcompensator, automatiseringsapparatuur, subbottomprofilingsysteem, side s c a n sonar en boorapparatuur (Geodoff en Zenkovitch).
Het vaartuig is geschikt voor het tijdelijk uitrusten met surveycontainers voor het verrichten van metingen
waar onder milieumetingen enz.
Tevens is ten behoeve van oliebestrijdingsacties het vaartuig uitgerust met een sproei-installatie.
10
11
Het opnemingsvaartuig m.s.
Christiaan Brunings
(lengte 39,80 m, breedte 8,00 m, diepgang 3,25 m, voortstuwing HP 800) is sedert 1970 als speciaal
daartoe gebouwd opnemingsvaartuig in gebruik bij Rijkswaterstaat.
Het vaartuig wordt gebruikt voor het verrichten van hydrografische opnamewerkzaamheden op de
Noordzee en meer speciaal in de aanloopgebieden en toegangsgeulen van de Nederlandse zeehavens.
De vaste technische uitrusting van het vaartuig bestaat uit precisie radioplaatsbepalingsapparatuur,
echolood met golfcompensator, automatiseringsapparatuur, sonarapparatuur voor het detecteren van
wrakken, geluidssnelheidsmeters.
Voorts kan het vaartuig met een demontabele sproei-installatie worden uitgerust voor het bestrijden van
olieverontreinigingen.
12
Het opnemingsvaartuig
m.s. Octans
(lengte 30,60 m, breedte 7,50 m, diepgang 3,25 m, voortstuwing HP 700) is een verbouwde hekkotter en
sedert 1976 als gecharterd vaartuig in gebruik bij directie Noordzee. Het vaartuig wordt ingezet voor
hydrografische, hydrologische, biologische en duikwerkzaamheden in de Nederlandse kustwateren tot
ca. 50 mijl uit de kust.
De vaste technische uitrusting bestaat uit plaatsbepalingsapparatuur, automatiseringsapparatuur en
survey-echolood g e k o p p e l d aan een golfcompensator.
Afhankelijk van de aard van de werkzaamheden is het vaartuig uitgerust met side scan sonar, subbottomprofiler, magnetometer, onderwater TV en verschillende bemonstering- en boorapparatuur.
Evenals de andere vaartuigen kan het vaartuig bij calamiteiten en oliebestrijdingsacties worden ingezet en
is hiertoe uitgerust.
13
Monitoring
waterkwaliteitsonderzoek
NOORDZEE
1
/
\
/
6000
\
/
f
(
\
K70
•
\
\
\
s
/
/
5950
\
\
/
\
•4
\
5900
I
\
/'
'
\
/
/
/
'
'
/
/
/
/
/
,/
/
/
/
/
/
/
1
t
1
1
•
1
1
I
•
1
/
1 / /
5800
/
>
¥70
/
/
/V/7
/
.
\
^ /
f/
•
1
•7
1
MM
//
/ /
5750
/
I
/
^
/
1
\
""""
/
1
5850
»•
/
I
110
5700
VAARROUTE
VAARROUTE
% 5650
5
\
1
I
r
lBx
4x
PER
JAAR
PER
JAAR
14
Milieu-onderzoekvaartuig
m.s. Holland
*
(lengte 57,35 m, breedte 9,50 m, diepgang 3,80 m, snelheid (max.) 18zeemijl/uur, motorvermogen 2450
PK), de voormalige zeesleepboot van de Terschellinger reder Doeksen, vaart sinds 1975 in charter voor
Rijkswaterstaat en is in 1978 omgebouwd tot milieu-onderzoekvaartuig. Ten behoeve van de monitoring
waterkwaliteit Noordzee worden langs de gehele Nederlandse kust in een vast patroon al varend via een
zgn. "Snuffelpijp" metingen verricht en watermonsters genomen voor het waterbeheer en om een beter
inzicht te krijgen in de mate van vervuiling van het zeewater.
Dit alles als uitvloeisel van internationale afspraken om aan de vervuiling van de wereldzeeen een halt toe
te roepen in het kader van de Oslo en Parijse Commissies en de Londen Dumping Conventie.
Het is voor deze taak uitgerust met gei'ntegreerde modulair opgebouwde meet- en bemonsteringssystemen, die zowel bij varend als bij stilliggend schip kunnen worden toegepast.
Situatie tozings- en verbrandingsgebieden.
16
Verbranden en lozen van
chemisch afval
In het kader van de Wet verontreiniging zeewater worden door de directie Noordzee ontheffingen
verleend aan bedrijven voor het lozen c.q. verbranden van afvalstoffen op de Noordzee.
Voor het verbranden van afvalstoffen voornamelijk hoog gechloreerde koolwaterstoffen zijn momenteel
drie verbrandingsschepen beschikbaar t. w. Vulcanus I, Vulcanus 11 en Vesta; deze schepen worden door
de Nederlandse overheid regelmatig gekeurd op diverse aspecten zoals o.a. verbrandingsrendement,
werking controlesysteem, veiligheid en e.d.
Voor het lozen van afvalstoffen kan in principe van elk schip gebruik worden gemaakt, dat uiteraard wel
aan de eisen van de Nederlandse overheid moet voldoen voor wat betreft lozingsuitrusting, debiet e.d.
Aan boord van de lozings- en verbrandingsschepen is automatische registratie-apparatuur geplaatst
zodat elke reis nauwkeurig kan worden gecontroleerd.
17
Indien Nederlandse bedrijven of buitenlandse bedrijven die in Nederland hun afvalstoffen op- of
overslaan naar z e e willen afvoeren voor lozing of verbranding, dan dienen deze bedrijven een geldige
ontheffing te bezitten en dienen de te gebruiken schepen goedgekeurd te zijn. Per jaar wordt thans nog
circa 2000 ton afvalstoffen van Nederlandse herkomst op zee verbrand. Dit geschiedt in het internationale
verbrandingsgebied op het Nederiands Continentaal Plat. Jaarlijks wordt in dit gebied vanuit West-Europa
in totaal circa 90.000 ton afvalstoffen verbrand.
De enige lozingen die nog plaatsvinden op het Nederiands Continentaal Plat betreffen vrijwel uitsluitend
afvalzuren afkomstig van de Westduitse titaandioxideindustrie. Vanaf 1 januari 1986 zal de hoeveelheid
van deze afvalstoffen die in Rotterdam wordt overgeslagen nog circa 700.000 ton per jaar bedragen.
18
CONTINENTAAL PLAT-GRENZEN OLIEBESTRIJDING
Indeling van de Noordzee in zones t.b.v.
de oliebestrijding (verdrag van Bonn , 1983 )
19
Oliebestrijdingsvaartuig
m.s. Smal Agt
Dit rijksvaartuig (2 x 300 pk) heeft oorspronkelijk dienst gedaan als onderlosser ten behoeve van de
havenmondwerken te IJmuiden; lengte 54,50 m, breedte 9,48 m en diepgang 3,50 m.
In 1968 werd het vaartuig omgebouwd tot rijksoliebestrijdingsvaartuig en werd in 1969 gestationeerd te
Hoek van Holland, later te Scheveningen. In 1977 werd het schip drastisch verbouwd waarna het aan de
tankerveiligheidseisen voldeed.
Het schip is uitgerust met sproeiarmen voor oliebestrijding door middel van de dispergeermethode en
olieveegarmen ten behoeve van de mechanische oliebestrijdingsmethode. De opslagcapaciteit voor
dispergeermiddelen is 140 m De opslagcapaciteit voor o p g e v e e g d e olie is 440 m .
De olieveegmethode heeft de voorkeur boven de dispergeermethode.
Het schip heeft een bemanning van 8 personen, welke d.m.v. een overeenkomst met een aannemervcor
de operationele inzet zorgdraagt.
3
3
20
Observatievliegtuig "PH-MPC"
(Maritime Patrol)
De C e s s n a 404 Titan is een tweemotorig vliegtuig, dat door Rijkswaterstaat gecharterd wordt van
Martinair Holland N.V. Dit vliegtuig wordt naast taken van de Rijkswaterstaat/directie Noordzee eveneens
ingezet voor het Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken. Sinds 1983 wordt het vliegtuig in
het kader van de Harmonisatie Noordzeebeleid ook gebruikt door de Rijkspolitie. Daarnaast wordt dit
vliegtuig in het kader van het Verdrag van Bonn ter beschikking gesteld van de Duitse regering voor
verkenning van de Duitse zeegebieden.
De bemanning bestaat uit twee piloten afkomstig van Martinair en de Rijkspolitie Dienst Luchtvaart, terwijl
de twee rijkswaarnemers door de bovengenoemde diensten worden aangewezen. Vluchten worden
veelal met gecombineerde bemanningen uitgevoerd.
21
Interieur PH-MPC
De uitrusting van het vliegtuig omvat naast de door de Rijksluchtvaart Dienst voorgeschreven instructie,
Remote Sensing apparatuur (Side Looking Airborne Radar, UV/IR line scanner, video en foto apparatuur),
moderne navigatie- en communicatie-apparatuur.
Identificatie-apparatuur zal in de komende jaren beschikbaar worden gesteld.
Met bovengenoemde apparatuur kan z o w e l ' s nachts als bij omstandigheden met verminderd zicht
worden gewerkt.
Het vliegtuig wordt gebruikt voor o.a.:
• het uitvoeren van verkeersonderzoeken
• verkeersbegeleidingsacties
• controle van s c h e p e n welke chemisch afval lozen of verbranden
• olieverontreinigingspatrouille in het Nederiands gebied
overeenkomstig het Verdrag van Bonn
• rampenbestrijdingsorganisatie, natrekken berichten
en luchtsteun bij acties
• controle beheerstaken Noordzee,
bijv.: vergunningen, waterkwaliteit, kustafslag e.d.
• naleving controle plannen in het kader P.K.O.N,
visserij-controle, verkeersovertredingen,
ongecertificeerd varen, milieu-delicten.
(DGSM)
( D G S M - dir.noordzee)
(dir. noordzee)
(dir. noordzee)
(dir. noordzee)
(dir. noordzee)
( D G S M - dir. noordzee rijkspolitie
22
23
Meetnet Noordzee
Het Meetnet Noordzee is een samenwerkingsverband tussen KNMI, RWS en D G S M . Het heeft tot doel
het verwerven van meteorologische, oceanografische en hydrologische gegevens van geog raf isch vaste
punten op de Noordzee, om te voorzien in de behoefte aan basisinformatie van de toestand van het
Noordzeegebied. Deze basisinformatie is vereist voor het uitvoeren van taken in verband met infrastructurele werken op zee, kustverdediging, geulgebonden scheepvaart, waterkwaliteitsbeheer, offshore-activiteiten, weersverwachting, luchtvaart, werkzaamheden op zee, studie en onderzoek.
Zo worden gegevens gebruikt voor o.a. de Stormvloedwaarschuwingsdienst (SVSD), de Oosterscheldewerken, de geulgebonden scheepvaart in Euro- en Maasgeul, het golfklimatologisch onderzoek, oliebestrijding, weersvoorspelling (KNMI) en platformbeheer door RWS, D G S M en oliemaatschappijen.
De ingewonnen meteorologische gegevens worden tevens ter beschikking gesteld aan buitenlandse
meteorologische diensten door verspreiding via het gegevensnetwerk van de World Meteorological
Organisation.
De hydro-meteo gegevens worden ingewonnen op zeven automatisch werkende meetstations, twee
kuststations en een aantal verankerde boeien en vandaar verzonden naar het Controle en Informatie
Centrum te Hoek van Holland. Daar worden de gegevens verwerkt, tot hanteerbare grootheden en
gedistribueerd naar de gebruikers.
F3 (1986)
North-Cormorant
Standaard meetparameters
(x = aanwezig, P = plan).
P
P
X
IJmuiden
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
HvH
K13
P
CL
LEG
EKO
waterstand
golfhoogte
golfrichting
watertemperatuur
watersnelheid en -richting
luchtdruk
windsnelheid
windrichting
luchttemperatuur
relatieve vochtigheid
zicht
wolkenbasis
AUK
Parameter
EUplatform
Station
P
X
X
X
P
X
X
X
X
X
p
p
P
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
p
X
P
X
P
X
X
P
X
P
P
P
P
P
X
X
X
X
24
MEETNET NOORDZEE
NOORWEGEN
SCHOTLAND
ENGELAND
W -DUITSLAND
EUROPLATFORM #
"
/
* L.E.GT
C.I.C. HOEK VAN HOLLAND
X
NEDERLAND
BELGIE
4°
MEETPUNTEN
NORTH
AUK
CORMORANT
LICHT EIL AND
G O E R E E ( L E .G.)
Jf
RIJKSWATERSTAAT
DIR.
NOORDZEE
A'
xx
G O L F H O O G T E - MEETBOEIEN
EKOFISK 2 / 4 H
**
GOLFRICHTINGS - MEETBOEIEN
VERWERKINGSCENTRUM :
K 13 A
F3
(IN
CONTROLE
MEETPOST
NOORDWIJK (M.P.N.)
EUROPLATFORM
HOEK
VOORBEREIDING)
VAN H O L L A N D - L O K A A L
YMUIDEN- L O K A A L
EN INFORMATIE
HELMWEG 7
HOEK
VAN H O L L A N D
CENTRUM (C.I.C.)
25
CONTINENTAAL PLAT-GRENZEN OLIEBESTRIJDING
26
Controle Informatie Centrum te
Hoek van Holland
i.
1
i
31:
Directie Noordzee heeft in Hoek van Holland de
beschikking over een continue bemande buitenpost,
het Controle Informatie Centrum (CIC).
In dit gebouw is de Hydro Meteo Adviesdienst
gevestigd. Deze dienst verricht de volgende taken:
- Het verzamelen met behulp van
computersystemen van hydrologische- en
meteorologische gegevens, afkomstig van de
productieplatforms North-Cormorant, Ekofisk,
A U K en K13, de meetpunten Meetpost Noordwijk,
Europlatform en Lichteiland Goeree en de
kustlocaties IJmuiden en Hoek van Holland. Deze
locaties vormen tezamen het Meetnet Noordzee.
-
Het uitgeven van adviezen in de vorm van
getijvoorspellingen, golfverwachtingen en
tijpoorten ten behoeve van de diepstekende vaart
in Euro- en Maasgeul.
- Centraal communicatiecentrum in het kader van
de rampenbestrijdingsorganisatie.
- Het verrichten van uurlijkse meteorologische
waarnemingen ten behoeve van het KNMI.
- Het bewaken van de Hi-Fix/6 Noordzee Chain,
een nauwkeurig plaatsbepalingssysteem ten
behoeve van hydrografische werkzaamheden.
In het gebouw is tevens een afdeling van D G S M
gevestigd. Hier vindt de bediening en bewaking
plaats van de D e c c a Holland Chain en de D e c c a
Frisian Island Chain. Dit zijn plaatsbepalingssystemen voor de Noordzee ten behoeve van de
scheepvaart. De Holland Chain is tevens een
onderdeel van de nautische uitrusting van de geul
naar Rotterdam/Europoort.
27
Meetpost Noordwijk
Een bijzondere plaats binnen het meetnet wordt ingenomen door de Meetpost Noordwijk (MPN) gelegen
op 9 km uit de kust ter hoogte van Noordwijk.
Het eiland heeft een tweeledige functie:
- operationeel meetstation, verbonden met het CIC te Hoek van Holland,
- beproevingsfaciliteit verbonden met het bijbehorende verwerkingssysteem in het Informatiecentrum
(IC) te Rijswijk.
Het MPN-systeem biedt unieke mogelijkheden voor het beproeven van meetinstrumenten en -methodieken en het uitvoeren van technische en wetenschappelijke proefnemingen en onderzoeken, waarbij
de zee een wezenlijke randvoorwaarde vormt. Zowel bemande als onbemande metingen zijn mogelijk.
Voor bemand gebruik beschikt de meetpost over een verblijfsaccommodatie van 20 personen. De
faciliteiten staan ter beschikking van Rijkswaterstaat en andere (semi)overheidsinstellingen.
Ook binnen- en buitenlandse instituten en het bedrijfsleven maken er gebruik van, veelal voor toepassingen met een innovatief karakter.
28
Europlatform
Het vast punt Europlatform, gelegen aan het begin van de Eurogeul en deel uitmakend van het Meetnet
Noordzee, speelt een belangrijke rol voor de scheepvaart in het Eurogeulgebied.
Het platform voorziet in behoeften op de volgende gebieden:
- Begeleiding geulgebonden scheepvaart.
Dankzij dit meetpunt kan thans worden beschikt over getij-informatie aan beide einden van de geul,
hetgeen tot nauwkeuriger verwachtingen van het getijverloop in de geul en tot ruimere tijpoorten leidt.
Het toelatingsbeleid van D G S M kon hierdoor verder worden geoptimaliseerd.
- Beheer, onderhoud en verdiepingswerkzaamheden Eurogeul.
Door middel van lodingen wordt regelmatig gecontroleerd of de geul op streefdiepte is. Gebruikmakend van een getijmodel wordt de actuele waterstand van Europlatform benut voor een databericht
verzonden vanuit het C I C , dat wordt gebruikt voor een meer efficiente uitvoering van het lodings- en
baggerwerk waarbij een belangrijke kostenbesparing is geboekt.
- Steunpunt communicatie-relay.
De aanwezigheid van het platform heeft het mogelijk gemaakt een groter VHF-communicatie dekkingsgebied tot stand te brengen waarvan zowel RWS als D G S M gebruik maken.
- Vast orientatiepunt voor scheepvaart.
De schepen welke gebruik maken van de Eurogeul beschikken thans, naast de aanwezige navigatieboeien over een vast orientatiepunt aan het begin van de geul hetgeen de veiligheid van de
scheepvaart ten g o e d e komt.
-
Bewaking navigatieketens.
De scheepvaart in het Eurogeulgebied maakt veelal gebruik van het Decca-navigatie systeem.
Hieraan worden hoge eisen gesteld v.w.b. betrouwbaarheid en stabiliteit van het Decca-patroon.
In 1986 zal op het Europlatform een monitorstation worden ingericht waarmede het Decca-patroon
wordt gecontroleerd.
Resumerend kan gesteld worden dat het Europlatform een belangrijke bijdrage levert aan een economischer en veiliger gebruik en beheer van de Eurogeul.
Grafische verzorglng:
Rijkswaterstaat, Meetkundige Dienst, Afdeling Reprografie.
Uitgifte 30 augustus 1985