VELOV - CONFERENTIE woensdag 26 maart 2014 Thomas More | Campus De Vest Zandpoortvest 60 2800 Mechelen VELOV – conferentie 2014 1 Beste lerarenopleider Onze vereniging streeft drie doelen na: een platform bieden om expertise te delen, professionaliseringsinitiatieven voor lerarenopleiders ondersteunen en communiceren over de eigenheid van de lerarenopleider. Trots presenteren we jou onze eerste VELOV-conferentie! We zijn te gast in Mechelen, met dank aan de lerarenopleidingen van Thomas More i.s.m. LeON en Donchecentrum. Deze conferentie moet de eerste zijn van een jaarlijks terugkerend evenement in Vlaanderen. Daarnaast blijven we met onze Nederlandse collega’s van VELON nauw samenwerken. We openen de conferentiedag met hoog bezoek. Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel is onze gast. Naar aanleiding van de recente beleidsevaluatie van de lerarenopleidingen in Vlaanderen installeerde hij beleidsgroepen die de toekomst van de lerarenopleidingen kunnen uittekenen. Daaraan kan ook jij participeren op onze m2m-netwerkbeurs. Eric Goubin is specialist in overheidscommunicatie. Als ‘buitenstaander’ schetst hij in de keynote het actuele beeld van de lerarenopleider in de maatschappij en reikt hij ons instrumenten aan om dat beeld te beïnvloeden. Daarbij dringt hij door tot in het hart van de beroepsgroep. Tijdens de conferentiedag delen tal van lerarenopleiders hun expertise in uiteenlopende keuzesessies. De selectiecommissie kon rekenen op bijzonder veel inzendingen. Maar vooral de hoge kwaliteit van de inzendingen viel meteen op. Je vindt ongetwijfeld bijdragen die je prikkelen en inspireren. Tijdens de middag is er ruimte voor een bezoek aan onze m2m-netwerkbeurs, voor de algemene vergadering van VELOV of voor andere activiteiten. We hopen vooral dat je deugd hebt van deze dag en dat hij van grote betekenis mag zijn voor je professionalisering en identiteit als lerarenopleider! Wil Meeus, voorzitter VELOV Anne Verhoeven, ondervoorzitter VELOV VELOV – conferentie 2014 2 Programma 08.00 u. Onthaal en registratie 09.00 u. 09.15 u. Welkom Opening van de conferentie 09.30 u. door Pascal Smet, Vlaams Minister van Onderwijs De homo percepticus: beeldvorming over leraren en lerarenopleidingen door Eric Goubin, hoofdonderzoeker Thomas More (Memori) Iedereen heeft zijn idee over ‘het onderwijs’ en ‘de leraren’. Elke Belg liep immers ooit zelf school en voelt zich dus minstens ervaringsdeskundige. Maar ondertussen hoor je wel wat, in de media bijvoorbeeld. In deze keynote gaan de spreker in op bestaande beeldvorming over ‘het onderwijs’, ‘de scholen’, ‘de leraren’ en ‘de lerarenopleidingen’ en hoe we deze eventueel kunnen bijsturen. 10.30 u. Koffiepauze 11.00 u. Workshops - voormiddagsessies 11.30 u. m2m – netwerkbeurs (doorlopend te bezoeken tot 14.30 u.) 12.00 u. Algemene ledenvergadering VELOV m2m netwerkbeurs of lunch 13.00 u. Overlegplatform lerarenopleiders m2m netwerkbeurs of lunch 14.00 u. Workshop – namiddagsessies keuze uit één sessie van 100 minuten of twee sessies van 50 minuten 14.30 u. m2m – netwerkbeurs - einde 15.00 u. Workshop – namiddagsessies 16.00 u. m2m – netwerkreceptie 17.00 u. Einde conferentiedag www.thomasmore.be/velov VELOV – conferentie 2014 3 Conferentie - info Paden Veel lerarenopleiders willen hun kennis delen met de deelnemers aan de conferentie. Wij hebben hun aanbod gerubriceerd in verschillende ‘conferentiepaden’. Je kan een wandeling maken over het idee-pad, waar vakgerelateerde info verstrekt wordt. Ofwel verkies je het pad wereld, waarin we vooruitblikken op de lerarenopleiding van de toekomst, die lands- en maatschappelijke grenzen durft te overschrijden. Op de paden media en taal kom je de innoverende en inspirerende projecten tegen. Topics die aansluiten op huidige tendensen, brachten we onder in het pad lerarenopleiding. Workshops kiezen Na het centrale openingsmoment, kies jij zelf hoe je de dag invult. In de voormiddag kies je één workshop uit het aanbod. In de namiddag heb je de kans om twee workshops van 50 minuten te volgen of één van 100 minuten. Tijdens de ruime middagpauze kies je voor een lunchmoment en een bezoek aan onze netwerkbeurs. Collega’s stellen op posters hun projecten voor, terwijl enkele uitgeverijen hun aanbod voor de lerarenopleidingen tentoonstellen. Je kan ook participeren aan de ‘Algemene VELOV-ledenvergadering’ of aan het ‘Overlegplatform beleidsgroep lerarenopleiders’. Vertegenwoordigers van de verschillende VELOVwerkgroepen verwachten je op een ‘speeddate’. Inschrijven Deelnemen aan de conferentie kost: - € 105, voor leden van VELOV - € 120, voor niet-leden (Niet-leden worden door inschrijving automatisch lid van VELOV) Je kan je alleen online inschrijven via onze website www.thomasmore.be/velov. Het aantal deelnemers is strikt beperkt. Tijdig aanmelden is dus de boodschap. Inschrijven kan tot en met 1 maart 2014. Na het afsluiten van de inschrijvingen ontvang jij of jouw instelling (afhankelijk van de gekozen facturatiewijze op het inschrijvingsformulier) een betalingsuitnodiging. Voor deze conferentie is het niet mogelijk om te betalen met opleidingscheques. Annuleren na 1 maart is onmogelijk. Klik hier om meteen naar het inschrijvingsformulier te gaan. Wat, waar en hoe De VELOV-conferentiedag wordt georganiseerd door de lerarenopleidingen van Thomas More in Campus De Vest, Zandpoortvest 60 2800 Mechelen in samenwerking met LeON, kenniscentrum onderwijs en het Donchecentrum. De campus is op wandelafstand gelegen van de stations Mechelen en Mechelen-Nekkerspoel. Wie met de wagen komt, vindt een betaalparking naast de hogeschool. Mobiliteitsinfo kan je vinden op onze conferentiewebsite. Contact Indien je vragen hebt, neem contact op met het conferentiesecretariaat via mail naar [email protected] of telefonisch op het nummer 015 36.92.79. VELOV – conferentie 2014 4 VOORMIDDAGSESSIES '4 je mee?' Initiatielessen voor 6-jarigen met cross-overs naar de kunstdisciplines drama, dans, muziek, beeld. code: V1401 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: idee workshopleider: Annouk van Moorsel, opleidingshoofd SLO AP Hogeschool Antwerpen project uitgevoerd in samenwerking met Sanne Caluwaerts, Bob Selderslaghs en Indra Wolfaert info: '4 je mee?' toont leerkrachten in het DKO en het basisonderwijs hoe je op een zinvolle en kwaliteitsvolle manier met 6-jarigen aan de slag kan gaan met de verschillende kunstdisciplines. Tijdens deze presentatie willen we graag de werking bespreken van het boek ‘4 je mee?’ om daarna in dialoog te treden over interdisciplinair werken met kinderen. Met het oog op het nieuw decreet in het deeltijds kunstonderwijs (DKO) en de vraag vanuit het werkveld, hebben docenten van de specifieke lerarenopleiding dans, drama, muziek en beeld samen onderzoek gedaan naar interdisciplinair werken met 6jarigen. Het boek ‘4 je mee?’ is het resultaat van een tweejarig onderzoek en is opgebouwd uit 36 lessen, waarbij er gewerkt werd in thema’s van 4 lessen of 4 lesweken. Elk thema is opgebouwd rond het cijfer 4, bijvoorbeeld; de 4 disciplines, de 4 windstreken, de 4 basisemoties, op 4 poten, de 4 seizoenen… . Elke les of elke lessenreeks is zo opgebouwd dat je zowel multidisciplinair kunt werken als interdisciplinair. De reële praktijk leert ons dat de leraar kunstinitiatie vanuit de expertise in zijn eigen discipline een brug kan slaan naar de andere disciplines. Wij tonen aan dat dit ook zeer laagdrempelig kan zijn. Dit boek wil een aanzet zijn, een inspiratiebron om met jonge kinderen op ontdekkingstocht te gaan in de kunsten. Dit boek toont een methode die bruggen slaat tussen de disciplines, een methode die drempels hoopt weg te nemen en die je doet springen in het onbekende water. Leren is onderzoeken: Een review over ‘Onderzoekend leren’ in het basisonderwijs. Wat is het effect van onderzoekend leren op de wetenschappelijke geletterdheid bij kinderen uit het lager onderwijs? code: V1402 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: idee workshopleider: Stephanie Vervaet, lector, onderzoeker Katholieke Hogeschool VIVES onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Kristof Van de Keere info: Er wordt dieper ingegaan op wat onderzoek aangeeft over ‘onderzoekend leren’ en hoe dit vertaald kan worden in de praktijk van basisonderwijs. Implementatie is mogelijk binnen het opleidingsonderdeel wereldoriëntatie. Diverse maatschappelijke argumenten onderschrijven de nood aan aandacht voor wetenschapsonderwijs. Voorbeelden hiervan zijn het vergroten van de instroom in VELOV – conferentie 2014 5 wetenschappelijke opleidingen en het stimuleren van wetenschappelijke geletterdheid bij kinderen uit het basisonderwijs. Uit een wereldwijde studie blijkt immers dat Vlaamse lagere schoolkinderen onderaan het Europees klassement bengelen voor wetenschap. De nodige aandacht én een goede didactiek voor wetenschapsonderwijs in de basisschool kan hier ongetwijfeld soelaas brengen. ‘Onderzoekend leren’ is momenteel in opmars als didactiek binnen wetenschaps- en techniekonderwijs. Bij deze didactiek vertrekt men vanuit de natuurlijke drang van kinderen om de wereld rondom hen door middel van een onderzoekende aanpak te leren kennen en begrijpen. Tijdens deze sessie wordt het boek ‘Leren is onderzoeken. Aan de slag met wetenschap in de klas’ als leidraad gebruikt en worden exemplarisch enkele zinvolle wetenschapsactiviteiten verkend en getoetst aan de bevindingen uit het boek. De deelnemers worden ook wegwijs gemaakt in de website (www.previews.be) waarop praktijkvoorbeelden te vinden zijn. Het boek is een resultaat van het onderzoeksproject p-reviews van het expertisenetwerk School of Education van de Associatie KULeuven. Het project had als doel het laten doorstromen van onderzoeksresultaten naar de onderwijspraktijk d.m.v. het schrijven van vakdidactische reviews over maatschappelijk relevante onderwijsthema’s. Binnen de workshop wordt daarom ook kort stilgestaan bij de gevolgde methodiek bij het schrijven van een review en hoe deze review concreet kan ingezet worden om te werken aan de basiscompetentie 'de leraar als onderzoeker/innovator' in de lerarenopleiding. STEM-onderwijs in Europees perspectief: aanbevelingen voor de lerarenopleiding vanuit het Europese project SECURE code: V1403 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: idee workshopleider: Job De Meyere, onderzoekscoördinator KHLim onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Stefan Haesen en Lieveke Hellemans info: De geformuleerde aanbevelingen en de onderzoeksdata van het SECURE-project zijn een stimulans voor de curriculumvernieuwing van het STEM-onderwijs binnen de lerarenopleiding (kleuter, lager en secundair). De centrale doelstelling van het Europese project Science Education Curriculum Research (SECURE, EC FP7) is om de interesse van leerlingen voor STEM-onderwijs te stimuleren vanaf een jonge leeftijd. Om dit doel te bereiken heeft het project enerzijds de curricula voor wiskunde, wetenschap en techniek onderwijs voor de leeftijden van 5, 8, 11 en 13 jaar vergeleken in 10 Europese landen. De deelnemende landen zijn België, Cyprus, Duitsland, Engeland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Slovenië, Polen en Zweden. Naast de analyse van de geschreven formele curricula, heeft SECURE leraren en leerlingen bevraagd over hun perceptie van deze curricula via vragenlijsten en interviews. Zo wordt enerzijds duidelijk hoe de curricula werken in de concrete klaspraktijk en wordt anderzijds zichtbaar welke kansen er zijn om in de toekomst meer leerlingen en leraren te motiveren voor wiskunde, wetenschap en techniek. Tijdens de lezing worden de centrale bevindingen en aanbevelingen van dit grootschalige onderzoek toegelicht met aandacht voor de Vlaamse onderwijscontext. Voor het implementeren van de aanbevelingen in de praktijk vervult de lerarenopleiding een cruciale rol. In de aansluitende discussie zal met de deelnemers VELOV – conferentie 2014 6 bekeken worden hoe op welke manier het STEM-curriculum van de lerarenopleiding kleuter, lager en secundair onderwijs een antwoord kan bieden op de gestelde uitdagingen voor een toekomstig motiverend STEM-onderwijs. Meer info over het SECURE-project is te vinden op www.secure-project.eu Coöperatief groepswerk, een hefboom in heterogene klasgroepen code: V1404 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Fanny Matheusen, lector Thomas More (CIMIC) info: In onze superdiverse samenleving zoeken leerkrachten didactische werkvormen die het leren in heterogene groepen kunnen faciliteren. Coöperatief groepswerk leent zich hiertoe. Het is geschikt om tijdens het verwerken van lesinhouden ook te werken aan de groepsdynamiek in je klas en het persoonlijk welbevinden van leerlingen. Vooroordelen en statuseffecten krijgen minder een kans dan bij het klassieke groepswerk. En mits een goede toepassing hoeft je aanbod er niet onder te lijden. Tijdens deze presentatie leggen we het verschil tussen klassiek en coöperatief groepswerk uit. We presenteren enkele onderzoeksresultaten waaruit de effecten blijken. We koppelen de keuze voor deze werkvorm aan toonaangevende stemmen over onderwijs in een superdiverse samenleving: Martha Nussbaum met haar pleidooi over onderwijs voor een democratische samenleving; de ideeën over 'connected learning'; de jarenlange expertise van het ‘Steunpunt Diversiteit en Leren’ op dit vlak. In haar lespraktijk past de docent deze werkvorm toe. De ICT-starterskit voor (aspirant-)leraren: Voorstelling van een online screenings- en remediëringsinstrument ICT-vaardigheden voor leraren (in opleiding) code: V1405 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Karline De Jaeger, lector CVO VIVO Kortrijk info: De ICT-starterskit - het resultaat van een ENW SoE-project met als partners CVO VIVO Kortrijk, KHLim en KU Leuven - is een vrij te gebruiken instrument waarmee studenten bij instroom aan de lerarenopleiding een spiegel kunnen voorgehouden worden voor wat betreft ICT-vaardigheden en eventuele hiaten kunnen wegwerken. Bij de instroom in de lerarenopleiding worden van de kandidaat-studenten (impliciet) een heel aantal competenties verondersteld voor wat betreft het omgaan met ICT; deze begincompetenties zijn immers essentieel om een goede vertrekbasis te creëren voor ICT-integratie in de lerarenopleiding. Een niet te verwaarlozen aantal studenten voldoet echter niet aan deze verwachtingen. Door middel van de starterskit willen we de instromende studenten daarom een beeld geven van hun ICT-bekwaamheid (de verwachtingen van de opleiding communiceren), alsook de studenten de mogelijkheid bieden om die bekwaamheid op te tillen indien nodig. VELOV – conferentie 2014 7 Het screeningsinstrument bestrijkt een vijftal inhoudsgebieden, nl. bestandsbeheer, schrijfprogramma’s, presentatiemiddelen, rekenblad, en internet en e-communicatie. Binnen die inhoudsgebieden wordt zowel gepeild naar instrumentele vaardigheden, als naar informatievaardigheden, formele vaardigheden en attitudes. De student kan de screening aanvangen op elementair, doch evenzeer op het tweede niveau (het basisniveau) dan wel op gevorderd of expertniveau. Zo willen we met de kit niet alleen in een instrument voorzien voor diegenen die het echt aan elementaire instrumentele vaardigheden ontbreekt, maar ook een tool aanreiken die een uitdaging biedt voor wie sterker vertrouwd is met digitale toepassingen. Gekoppeld aan elk niveau kan de student infofiches, oefeningen, ... raadplegen naargelang zijn nood hieraan. Met de starterskit willen we uiteindelijk de drempel voor het integreren van digitale toepassingen in onderwijs zo laag mogelijk krijgen: door te zorgen voor een verhoogd instapniveau op het vlak van ICT-vaardigheden, kan de lerarenopleiding immers volop inzetten op het didactisch verantwoord (leren) inzetten van digitale toepassingen binnen de lespraktijk. Edurama.be: Een website ter ontsluiting van onderzoek voor lerarenopleiders code: V1406 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Kristof Van de Keere, onderzoeker Katholieke Hogeschool Vives project uitgevoerd in samenwerking met Stephanie Vervaet info: Een blijvend probleem wordt gesignaleerd inzake doorstroming van onderzoeksresultaten naar de onderwijspraktijk. Deze workshop focust op een webplatform (www.edurama.be) als middel ter ontsluiting van relevant onderzoek voor lerarenopleiders en leraren-in-opleiding. Professionele ontwikkeling van leraren en lerarenopleiders is één van de essentiële middelen om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Belangrijk hiervoor is de mate waarin onderzoek binnen de lerarenopleiding beschikbaar en bruikbaar is. Er wordt immers een blijvend probleem gesignaleerd inzake doorstroming van praktijkrelevante, wetenschappelijke onderzoeksresultaten naar de onderwijspraktijk. Het interENW project EDURAMA, gecoördineerd vanuit het expertisenetwerk SoE van de Associatie KULeuven, geeft vorm aan een webplatform waarop de Vlaamse lerarenopleiders, leraren-in-opleiding en leraren terecht kunnen om recent en relevant onderzoek terug te vinden en te gebruiken in functie van de les- en klaspraktijk. In deze workshop wordt het platform voorgesteld en kunnen de deelnemers zelf aan de slag gaan met het zoeken en uploaden op het webplatform. Daarnaast gaan we dieper in op hoe EDURAMA gebruikt kan worden in de lerarenopleiding. Ten eerste met als doel om onderzoeksgebaseerd studiemateriaal aan te maken, en ten tweede met als doel om de onderzoekende houding van leraren-in-opleiding te stimuleren. VELOV – conferentie 2014 8 In hoeverre is je studiemateriaal onderbouwd met wetenschappelijke onderzoeksgegevens? code: V1407 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Liesbeth Spanjers, lector, onderzoeker Groep T - Leuven Education College project uitgevoerd in samenwerking met Ria De Sadeleer info: In de inleiding stellen we het project ‘Onderzoeksgeïnformeerd studiemateriaal’ van School of Education voor. Het is een online screeningsinstrument waarmee je studiemateriaal kan doorlichten. Zo kan je, op een zo objectief mogelijke wijze, je eigen studiemateriaal beoordelen naar onderbouwing vanuit wetenschappelijke onderzoeksgegevens. Dit instrument spreekt geen waardeoordeel uit over je cursusmateriaal. Maar als je ervoor kiest om cursusmateriaal te gebruiken dat evidence-based is, dan helpt dit instrument je de mate waarin het cursusmateriaal aan deze voorwaarde voldoet, te achterhalen. Tegelijk willen we met dit instrument op basis van de resultaten een aantal verbetertips meegeven. Zo kan je je eigen cursusmateriaal nog beter onderbouwen vanuit wetenschappelijke onderzoeksgegevens. Vervolgens vult elke deelnemer het screeningsinstrument in met eigen studiemateriaal in het achterhoofd en bespreken we in kleine groepen de feedback die de deelnemers kregen na het invullen van het screeningsinstrument. Tenslotte bespreken we het instrument zelf, peilen we naar tips ter verbetering, aanvullingen voor het instrument en geven we de voorlopige resultaten van de screening die uitgevoerd werd in verschillende instellingen van de Associatie KULeuven. Lestijden optimaal benutten en aansluiten bij de beginsituatie van de digitale leerders van de lerarenopleiding secundair onderwijs. Twee vliegen in één klap via ‘flipping the classroom’. code: V1408 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Sofie Vercauteren, lector Karel de Grote Hogeschool Antwerpen info: Bij het ontwikkelen van de verkorte opleiding, ontstond de noodzaak om op zoek te gaan naar werkvormen die minder contacturen vereisen, maar waarmee toch dezelfde doelstellingen nagestreefd en bereikt kunnen worden. Via ‘flipping the classroom’ kan dit gerealiseerd worden. De bedoeling is dat studenten voorafgaand aan de les de inhouden reeds verwerken zodat de contacturen gebruikt kunnen worden voor inoefening en diepgaande verwerking van de leerinhouden. Deze presentatie geeft een reeks praktijkvoorbeelden van dit concept, gerealiseerd binnen de verkorte opleiding tot leraar secundair onderwijs. De mogelijkheden van een aantal applicaties (Explain Everything, Videoscribe,…) en andere digitale tools zoals onder andere Educanon en de waarde van het digitaal bord binnen dit concept worden voorgesteld aan de hand van concrete voorbeelden. Na een eerste evaluatie van deze werkvormen blijkt vooral het ondersteunend beeldmateriaal te zorgen voor VELOV – conferentie 2014 9 een verhoogde motivatie bij studenten wanneer zij zelfstandig aan de slag moeten met voor hen nieuwe leerinhouden. Omwille van deze positieve resultaten, worden ook de mogelijkheden voor het gebruik van ‘flipping the classroom’ in de reguliere opleiding verder onderzocht. De gebruikte toepassingen sluiten ook sterk aan bij de leerstijl van de huidige generatie studenten in de lerarenopleiding. Daarnaast zorgt het gebruik van deze werkvormen ervoor dat studenten geprikkeld worden om het ook in hun eigen klaspraktijk eens over een andere boeg te gooien. Onderwijs van de toekomst code: V1409 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Katrijn Pools, lector, onderzoeker Arteveldehogeschool project uitgevoerd in samenwerking met Lut Van Damme info: Onderwijs is lang geassocieerd geweest met een leraar voor een klas, een leraar die vooral praat en leerlingen die luisteren. Het lesgeven is tot nu toe een geïsoleerde bezigheid van één gediplomeerd individu. Dit model van leraar voor de klas staat onder druk omdat het niet meer beantwoordt aan de noden van de huidige samenleving. De klas van de toekomst wordt een leeromgeving als knooppunt van kennis en sociale interactie, waarbij de leraar het middelpunt is van deze clusters. Door deze nieuwe coöperatieve manier van lesgeven kan men de inzetbaarheid van leraren verhogen. Waarbij de inzetbaarheid in het huidig loopbaandebat gaat over zowel de instroom van andere soorten leraar in het basisonderwijs, als de uitstroom naar andere onderwijsniveaus. De basisschool van de toekomst zou een meer gedifferentieerd lerarenkorps kunnen gebruiken. Inzake kwalificaties van onderwijzend personeel is het bijvoorbeeld een optie om naast bachelors ook masters en personeelsleden op niveau secundair of assistent leerkrachten (HBO5) in te schakelen bij het geven van instructie. Een gemengd lerarenteam, waar een mix is tussen master-bachelor, zorgt voor het ontstaan van een gerichte en wederzijdse beïnvloeding. Eén van de voordelen hiervan is dat wetenschappelijke inzichten dichterbij de praktijk van de leraar in de klas komen, waardoor het reguliere basisonderwijs een kwalitatieve sprong zou kunnen maken. Ook de discussie rond bijvoorbeeld de kennis van het Frans, de basis voor techniek,... bij de leerkrachten basisonderwijs zou hier onder passen. Er gaan steeds meer en meer stemmen op om Frans door gespecialiseerde leerkrachten te laten onderwijzen. Vanuit het idee dat de onderwijzers niet langer alle vakken moeten geven, maar zich eerder moeten richten op vakken waar ze sterk in zijn of die ze graag geven. Waardoor bijvoorbeeld ook de vroegere regenten of masters hun plaats krijgen binnen de basisschool (Klasse, 2011). Ontknoop je stem! code: V1410 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Tina Vertommen, praktijklector SLO Gezondheidswetenschappen KU Leuven onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Wivine Decoster VELOV – conferentie 2014 10 info: Deze congresbijdrage geeft een overzicht van de resultaten van het School Of Education-project ‘Ontknoop je stem!’ (2011-2013). Via een visueel boeiende presentatie krijgt de lerarenopleider toelichting bij de nieuwste inzichten rond het werken aan duurzaam en optimaal stemgebruik bij studenten in de lerarenopleiding. De stem wordt door de leraar steevast als werkinstrument gebruikt. Recent onderzoek toont aan dat leraren als beroepssprekers een verhoogd risico lopen op stemproblemen en dat stemproblemen tijdens de lerarenopleiding vaak stemproblemen op de werkvloer voorafgaan. We weten echter ook dat een optimale stem binnen ieders bereik is. De concrete tools die elke lerarenopleider nodig heeft om op een competentiegerichte en geïntegreerde manier aan optimaal stemgebruik bij studenten te werken zijn nu voor handen. We lichten de nieuwe aanpak en visie toe door het centrale begrip ‘stemergonomie’ rijkelijk te illustreren. Voorbeelden van ‘good practices’ en concreet materiaal om aan ‘stemergonomisch handelen’ te werken worden met de deelnemers gedeeld. Ook het stappenplan lichten we toe. Dit stappenplan laat de diverse teams van lerarenopleiders toe om de innoverende visie rond stemergonomie te implementeren in de opleiding vanuit een breed gedragen dynamiek. Er is daarbij differentiatie naar een professionaliseringstraject en een opleidingstraject. De deelnemers krijgen inzage in de webbrochure. Via een interactief gesprek opperen we ideeën om stemergonomie binnen de eigen opleiding een plaats te geven. Writing to learn rond professioneel jargon als vorm van taalontwikkelend vakonderwijs in geïntegreerde lerarenopleidingen. Een dubbelexperiment op teamniveau code: V1411 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Cathérine Van Eyen, taalbeleidscoördinator BaKo KHLeuven onderzoek in samenwerking met Lieve Verheyden info: Met het OOF-project (2011-2013) ‘Pen & Papier. Writing to Learn als krachtige leeromgeving voor kennisconstructie’ van de Associatie KU Leuven hebben we een grootschalig dubbelexperiment georganiseerd rond één welbepaalde vorm van taalgericht vakonderwijs, nl. Writing to Learn, toegepast op centrale begrippen van de opleiding tot leraar (en het lerarenberoep). Met die aanpak wilden we tegemoetkomen aan vastgestelde en gesignaleerde noden met betrekking tot ‘deep versus shallow learning’ in professionele bacheloropleidingen. Onder Writing to Learn ressorteerden in dit project korte, informele schrijfopdrachten binnen het vakonderwijs met het oog op de verwerving van vakinhoudelijke kennis. De opdrachten boden kansen tot de drie invalshoeken voor taalgericht vakonderwijs, nl. contextualisering, (inter-)actief leren en begeleide taalreceptie- en productiekansen. We maakten kennisconstructie op die manier ‘grijpbaar’ via een gedigitaliseerd kernbegrippenapparaat voor de opleiding. Het dubbelexperiment bestond uit twee trajecten: – een intensief teambreed implementatietraject in vier opleidingen BaKo; - een kort professionaliseringstraject voor docenten uit twee BaLo-opleidingen. VELOV – conferentie 2014 11 Tijdens de presentatie gaan we dieper in op de resultaten van de experimenten en op hun betekenis voor de dagelijkse onderwijspraktijk in de lerarenopleiding. Doeltreffend gebruik van het digibord in de kleuterklas code: V1412 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: media workshopleider: Annie Timmermans, lector AP Hogeschool Antwerpen project uitgevoerd in samenwerking met Stephen Hargreaves info: Het digibord biedt een reële meerwaarde indien er doelgericht mee gewerkt wordt. Vele lesgevers zoeken nog en haken af omwille van tijdsverlies en omdat het digibord niet altijd gewaardeerd wordt. Het brengt interactie, visualisatie en ICT in je klas. Bij correct gebruik verhoogt het digibord de activiteit, betrokkenheid en de motivatie van de leerlingen. In de ontwikkeling van de kleuter is een doorlopende stimulering van ontluikende geletterdheid en aanvankelijk rekenen zeer belangrijk. Wanneer we vanuit onze onderzoekslijnen kijken naar kleuteronderwijs willen wij een viertal elementen centraal plaatsen: - onderzoekende houding stimuleren; - actief leren; - talentgericht onderwijs; - onderzoeksgericht onderwijs (inquiry based education). Het gebruik van het digibord leidt ook tot het stimuleren van wetenschappelijke en technische geletterdheid. ICT moet een meerwaarde bieden voor de te bereiken leerdoelen, voor het digibord kan dit concreet vertaald worden: door het gebruik van het digibord bereiken de kleuters efficiënter en op een grondige wijze de leerdoelen. Via stagebezoeken aan, eindprojecten van en opdrachten door de studenten van de lerarenopleiding kunnen we verschillende voorbeelden bekijken, gekoppeld aan ontwikkelingsdoelen en ICT competenties. Dit is niet altijd evident in het kleuteronderwijs. Via Symbaloo krijgen de deelnemers aan de workshop de kans om de getoonde voorbeelden zelf te bekijken. Hieruit ontstaat een debat dat het nut van een digibord in de kleuterklas plaatst tegenover de klassieke aanpak. Media Didactica: een referentiekader voor mediawijsheid in de lerarenopleiding code: V1413 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: media workshopleider: Jan T'Sas, lector, onderzoeker Universiteit Antwerpen project uitgevoerd in samenwerking met Aleksander Driessen, Wil Meeus en Joris Van Ouytsel info: Media Didactica stelt lerarenopleiders in staat om zowel individueel als in teamverband een sterkte-zwakteanalyse te maken van hun 'mediawijze competenties' en op basis daarvan prioriteiten te stellen. VELOV – conferentie 2014 12 Mediawijsheid is een essentiële vaardigheid die elke burger nodig heeft om te navigeren en participeren in de huidige samenleving. Om de mediawijsheid van lerenden te kunnen verhogen, moeten leraren en lerarenopleiders deze vaardigheden zelf verwerven en integreren in hun lessen en opleiding. Met het referentiekader voor mediawijsheid ‘Media Didactica’ kunnen zij hun mediawijsheidscompetenties analyseren, evalueren en ontwikkelen. Het referentiekader werd opgebouwd na een kritische literatuurstudie. Uit de verworven inventaris van mediawijsheidscompetenties ontwikkelden de onderzoekers via de methodiek ‘peer debriefing’, het uiteindelijke competentiemodel. De focus daarvan ligt op het praktische, creatieve en participatieve gebruik van media en de kritische omgang met media. Media Didactica beschrijft drie deelkaders per doelgroep (leerlingen, leraren en lerarenopleiders). Het kader van de laatste twee groepen focust op de rol van mediawijsheid in het onderwijs. Het leerlingenkader is een basiskader voor de mediawijsheid van elke burger. Het hele kader werd ten slotte uitgewerkt tot een praktisch zelfevaluatie-instrument voor o.a. lerarenopleiders. Hiermee zal tijdens de workshop worden gewerkt. PIN je studenten op het prikbord code: V1414 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: media workshopleider: Ann Peeters, lector Thomas More (Mechelen) info: Gebruik van nieuwe technologieën en het stimuleren van eigentijdse ICTtoepassingen in de lerarenopleiding. Nog maar net begonnen met experimenteren met Pinterest in de lerarenopleiding en ik ben al verslaafd! Het is leuk, helpt me bij het begeleiden van stage, brengt een stukje internationalisering in mijn klas én zorgt voor een gemakkelijkere transfer van de theorie uit mijn opleidingsonderdeel naar de praktijk. In deze sessie breng ik het verslag van mijn ervaringen én leer ik jullie de eerste kneepjes van Pinterest. Naar een omslag in de leesattitude van studenten in een lerarenopleiding in een meertalige en grootstedelijke context code: V1415 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: taal workshopleider: Iris Vansteelandt, lector, onderzoeker AP Hogeschool Antwerpen project uitgevoerd i.s.m. met Deeviet Caelen, Ingeborg Landuyt en Magda Mommaerts info: Hoe kan een lerarenopleiding inzetten op de leesattitude van aspirant-leraren? Een positieve leesattitude is een motor voor lezen; een leraar speelt een grote rol bij de leesbetrokkenheid van leerlingen. Uit de PISA (2009) en PIRLS (2006)-onderzoeken blijkt dat Vlaanderen slecht scoort op het vlak van leesattitude. Omdat een positieve leesattitude een motor voor lezen is en VELOV – conferentie 2014 13 omdat een leraar een grote rol speelt bij de leesbetrokkenheid van leerlingen, is hier een belangrijke taak weggelegd voor de lerarenopleiding. Willen we een verandering teweegbrengen in de leesattitude van leerlingen uit het basis- en secundair onderwijs, dan is werken aan de leesattitude van (aspirant-)leerkrachten dan ook een belangrijke vereiste. In dit project onderzoeken we hoe we dat op een innovatieve manier kunnen doen binnen de lerarenopleiding basis- en secundair onderwijs (doelgroep 2,5 tot 14 jaar) in een meertalige multiculturele context, i.c. AP Antwerpen. We zoeken daarom een antwoord op volgende vragen: - Hoe is het gesteld met de leesattitude van instromende studenten? - Welke succesvolle praktijken i.v.m. leesattitude vinden we in (inter)nationale lerarenopleidingen die werken in een meertalige, multiculturele grootstedelijke context? - Hoe kunnen we op basis van de verzamelde gegevens en succesfactoren een didactisch-agogisch model ontwikkelen? - Hoe kunnen we dat didactisch-agogisch model omzetten in competentiegerichte tools die in de context van een meertalige multiculturele samenleving bij (aspirant) leraren een vakoverschrijdende positieve leesattitude genereren? Uitgaande van desk research werd een conceptueel kader ontwikkeld als basis voor enerzijds een schriftelijke enquête, afgenomen in oktober 2012 bij 312 eerstejaars en voor anderzijds focusgesprekken, gevoerd met een kleinere groep studenten. De verzamelde gegevens werden geanalyseerd en geïnterpreteerd en naast eerdere bevindingen / hypothesen uit de literatuur gelegd. Zo tekenden zich lezersprofielen af die, naast andere criteria zoals de zelfdeterminatietheorie, op hun beurt de basis vormden voor een didactisch-agogisch model dat vertaald wordt in een actieplan op verschillende niveaus (binnen/tussen/over de opleidingsonderdelen, opleiding(en), instelling(en) en stedelijke omgeving). Nieuwe media en leesplezier - innoveren om te motiveren code: V1416 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: taal workshopleider: Mathea Simons, lector Universiteit Antwerpen project uitgevoerd in samenwerking met David Caelen, Magda Mommaerts en Jan T'Sas info: Het project toont overtuigend aan hoe aspirant-leraren hun didactische visie op lezen versterken en verrijken, en hoe zij ICT kunnen integreren in hun lessen. Lerarenopleiders kunnen dit proces faciliteren. Tijdens hun schoolloopbaan verliezen kinderen langzaam maar zeker hun interesse in het lezen van boeken. Toch blijven kinderen veel lezen, vooral online. Hoe kunnen leraren daar in de lees- of literatuurles hun voordeel mee doen? En hoe kunnen zij door onderzoekers vastgestelde voorwaarden voor leesplezier (Guthrie, 2009) met succes integreren in hun lees- en literatuurlessen? In opdracht van de Vlaamse overheid werkten de Universiteit Antwerpen en de AP Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen een project uit om het leesplezier bij leerlingen (opnieuw) te versterken. Het project werd theoretisch onderbouwd en VELOV – conferentie 2014 14 praktisch uitgevoerd via een zogenaamd ‘Labotraject’: vier groepen laatstejaarsstudenten uit de lerarenopleiding werkten elk een ‘leesmotiverende’ tool uit en probeerden hem uit in verscheidene klassen van het secundair onderwijs. De tools maken allemaal in meerdere of mindere mate gebruik van e-toepassingen, zoals e-readers, tablets en webcontent. Het ontwikkelingsproces en het product werden gefilmd en gemonteerd voor didactisch gebruik in de lerarenopleiding. Dit alles wordt online aangeboden aan lerarenopleiders van Vlaanderen en Nederland. Tijdens de workshop maken de deelnemers op een interactieve manier kennis met de verschillende tools en de concrete realisatie ervan. Individueel en in duo’s gaan zij aan de slag met enkele ‘webinars’, online beeldmateriaal van het project dat speciaal is samengesteld voor didactische analyses. Aan de slag met de toolbox, de kloof een beetje dichten...sociale emancipatie via schoolleven code: V1417 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: wereld workshopleider: Jo Van de Weghe, projectleider innovatieproject SES Karel de Grote Hogeschool Antwerpen, project uitgevoerd in samenwerking met Lien De Coninck, Veerle Martens en Els Mertens info: In het project ‘De kloof een beetje dichten… Sociale emancipatie via schoolleven’ van het Vlaamse innovatiefonds zetten drie lerarenopleidingen kleuteronderwijs (Karel de Grote hogeschool Antwerpen, Hogeschool-Universiteit Brussel en Arteveldehogeschool Gent) een jaar lang in op de thematiek van kansarmoede in de kleuterklas. Door hun ligging in een grootstedelijke context, verdiepen deze opleidingen zich sinds jaren in intercultureel onderwijs en het omgaan met diversiteit en (kans)armoede door het integreren van deze competenties in hun curricula. De betrokken opleidingen geloven absoluut in de sociale functie van het kleuteronderwijs. De projectgroep liet zich bij de projectwerkzaamheden adviseren door experten met betrekking tot de thematiek. Door de netwerken die de opleidingen opbouwden door eerdere projecten in het kader van maatschappelijke dienstverlening samen te brengen in een resonansgroep, creëerde men ook een draagvlak voor de projectresultaten. In deze resonansgroep waren de docententeams vertegenwoordigd, evenals directies, zorg- en SES-coördinatoren uit kleuterscholen, opleidingen Pedagogie van het Jonge kind en Sociaal Werk, Steunpunt Diversiteit en Leren, Koning Boudewijnstichting, UNICEF, VBJK/VCOK, AOB Antwerpen, LOP Gent, OCB/VBB Brussel, pedagogische begeleidingsdiensten alsook (koepels van) verenigingen waar armen het woord nemen. In het project werd een digitale toolbox ontwikkeld, die via een website (www.dekloofeenbeetjedichten.be) beschikbaar gesteld wordt voor alle lerarenopleidingen kleuteronderwijs in Vlaanderen. Hierin zijn onder andere de resultaten van de kennisdeling tussen de drie lerarenopleidingen terug te vinden. Naast de bestaande good practices, werden ook nieuw didactisch materiaal en onderwijsleersituaties ontwikkeld, gericht op het verhogen van de competenties van de studenten kleuteronderwijs in het creëren van ouderbetrokkenheid die vertrekt VELOV – conferentie 2014 15 vanuit een gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid. Daarnaast werden binnen het project ook reflectie-instrumenten ontwikkeld aangaande sociaal-culturele ongelijkheid in de kleuterklas. Tijdens de interactieve workshop ontdekken we de toolbox met behulp van tablets. De projectmedewerkers delen tips & tricks bij het implementeren van een geïntegreerd curriculum met betrekking tot de thematiek. Correspondenten in het Zuiden code: V1418 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: wereld workshopleider: Ruth Alberts, projectleider Correspondenten in het Zuiden HUBrussel project uitgevoerd in samenwerking met Stefanie Derks en Brigitte Stefanie info: Het project ‘Correspondenten in het Zuiden’ geeft studenten van de professionele opleidingen binnen de HUB die op buitenlandse stage vertrekken, de kans om te corresponderen met een klas in Vlaanderen of Brussel. Dit project werd voor het eerst opgestart in het academiejaar 2011-2012. Tijdens het eerste jaar lag de focus op toekomstige leerkrachten lager en kleuteronderwijs. Daarna (2012-2013 en 2013-2014) werd het verder uitgebreid, in eerste instantie met studenten secundair onderwijs en ten slotte met studenten van andere professionele opleidingen binnen de HUB (orthopedagogie, sociaal werk, verpleegkunde). De studenten wisselen ervaringen uit aan de hand van foto’s, beeld- en tekstmateriaal via een digitaal leerplatform (gelinkt aan blogs , facebookpagina, en twitter). Dit jaar maken we ook werk van ‘blended learning’ om de verderzetting van het project mogelijk te maken, zonder veel extra middelen. De effecten van de correspondentie zijn sterk op velerlei vlakken. Studenten moeten begrijpbare informatie overbrengen voor kleuters, leerlingen van de lagere school of het secundair. Op deze manier staan ze meer stil bij de leefwereld van de kinderen en jongeren daar en worden ze zich bewust van het belang van positieve beeldvorming. Tegelijk versterken contacten tussen Noord en Zuid de verbondenheid over de grenzen heen en komen kinderen en jongeren tot de vaststelling dat er heel wat gemeenschappelijke noden, behoeften, verlangens zijn die ze met elkaar kunnen delen. Dit project doorbreekt op een vrij informele manier heel wat stereotypen en vooroordelen. Studenten krijgen via vorming een didactisch doordachte stappenplan mee om dit correspondentieproject concreet vorm te geven. Moeilijke thema’s als gender, duurzaamheid en kinderrechten blijven niet langer abstract, maar worden toegankelijk voor leerlingen. Risicocompetentie bij jonge kinderen (3-8 jaar) code: V1419 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: wereld workshopleider: Els Bertrands, opleidingshoofd BaKo KHLeuven onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Anja Daems, Peter De Graef, Ann Lavrysen, Leene Leyssen, Olaf Moens, Lieve Smets en Anja Vanderspikken VELOV – conferentie 2014 16 info: In deze bijdrage presenteren we het onderzoeksopzet en de onderzoeksresultaten van het PWO project 'riscki' samen met de ontworpen website over het faciliteren van risicocompetentie bij jonge kinderen. De jongste decennia merken we in Europa een toenemende aandacht voor veiligheid in spelsituaties voor jonge kinderen. Toch lijkt de veiligheidsslinger teveel in één richting door te slaan. Geregeld weerklinken kritische reacties die de inkrimping van speel- en experimenteerruimte van kinderen aankaarten en ervoor waarschuwen dat overbescherming van deze jonge generatie een veel groter risico inhoudt omdat het een hypotheek legt op o.a. hun gezondheid, competent gedrag in het verkeer, hun vermogen zelfs om met de onvoorspelbaarheid van het dagelijkse functioneren om te gaan. Anderzijds is risico nemen een natuurlijk aspect van kinderspel. Meer nog, kinderen houden van risicovol spel. Zelfs in een te veilige omgeving zoeken kinderen naar een uitlaatklep voor het risico-nemend gedrag . Het PWO project 'Riscki' onderzocht in een explorerend onderzoeks- en ontwikkelproject hoe risicocompetentie bij jonge kinderen tussen 3 en 8 jaar geobserveerd en gemeten kan worden. We gingen na of risicocompetentie toeneemt wanneer we gedurende een 3 tal maanden binnen de klascontext een intensief pakket van weloverwogen risicodragende activiteiten aanbieden en scholen en leerkrachten ondersteunen in hun pedagogische en didactische vaardigheden. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat risicoperceptie en risicocompetentie bij jonge kinderen in beeld kan gebracht worden. Bovendien blijkt er een toename van risicoperceptie en gerapporteerde risicocompetentie bij de klasgroepen die het intensief aanbod ondergingen. Deze resultaten bieden m.a.w. perspectieven voor dieper en meer fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Het ontwikkelwerk van het project leert dat werken aan risicocompetentie op een haalbare manier in de klaspraktijk geïntegreerd kan worden. Scholen en leerkrachten die het thema 'risicocompetentie' ter harte willen nemen, kunnen de ontworpen spelactiviteiten, de onderzoeksgebaseerde brochure over schoolverzekering en de adviserende beleidstips raadplegen op de ontwikkelde website. Op weg naar een inclusieve lerarenopleiding... code: V1420 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: wereld workshopleider: Brenda De Bouw, opleidingscoördinator BNBZorg Thomas More (Mechelen) in samenwerking met Heidi Adriaensen info: In alle lerarenopleidingen wordt er gesproken over inclusie in de basisscholen en de secundaire scholen. Vele lerarenopleidingen vinden inclusie belangrijk en onderwijzen hier ook over op alle niveaus, maar hoe inclusief zijn we zelf? In deze workshop staan we stil bij het concept ‘inclusief onderwijs’. Aan de hand van de ‘index voor inclusie’ willen we het bruikbaar maken voor de lerarenopleiding. Via het invullen van een checklist denken we na over onszelf en de ‘inclusieve’ lerarenopleiding. Van daaruit gaan we op zoek naar mogelijkheden om onze lerarenopleiding inclusiever te maken. VELOV – conferentie 2014 17 Naast een korte theoretische inleiding worden de deelnemers zelf aan het werk gezet. We gaan ook actief aan de slag met verschillende discussievormen zowel individueel als in groep. Internationalisering@home, internationaal gemerkte studiepunten. Een verhaal uit de praktijk. code: V1421 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: wereld workshopleider: Ludo Vandael, lector, beleidsmedewerker internationalisering Karel de Grote Hogeschool Antwerpen info: Vlaamse opleidingen zijn momenteel verplicht domeinspecifieke leerresultaten te definiëren. Een uitgelezen kans om internationalisering duurzaam te verankeren in de opleidingen en zo de studenten internationaal en intercultureel competent te maken. De algemene doelstelling van dit project was om de internationale competenties zichtbaar te maken in het curriculum van PBSO (professionel bachelor secundair onderwijs) in 2012, op basis van een KdG-brede competentielijst. We legden het initiatief hier expliciet bij de eigenaars (lectoren) van de opleidingsonderdelen. In deze sessie belicht de lesgever een verhaal uit de praktijk. Hij vertelt je hoe men, met het concept 'Internationaal gemerkte studiepunten', concreet aan de slag is gegaan in zijn opleiding en tot welke veranderingen dit geleid heeft. ICT-gebruik door leerkrachten en leerlingen: resultaten van de tweede monitor voor ICT-Integratie in het Vlaamse Onderwijs (MICTIVO 2012) code: V1422 tijdstip: van 11.00 tot 11.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: media workshopleider: Bram Pynoo, onderzoekscoördinator lerarenopleiding Thomas More (Mechelen) onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Jan Elen, Katie Goeman en Johan van Braak info: In het schooljaar 2012-2013 werd de Monitor voor ICT-Integratie in het Vlaamse Onderwijs (MICTIVO) voor de tweede maal afgenomen. Het doel van deze monitor is om via een grootschalige bevraging (bij 20% van alle Vlaamse basis- en secundaire scholen, en alle Centra voor Basiseducatie) een representatief beeld te krijgen van de mate van ICT-integratie in het Vlaamse onderwijs. De monitor werd zo opgesteld dat er ruimte is om in te spelen op nieuwe trends. Dit jaar werden professionalisering in het kader van ICT, mediawijsheid, gebruik van sociale media en gebruik van digitale games voor de eerste maal bevraagd. Bij de presentatie van dit onderzoek op de VELOV-conferentie zal gefocust worden op het gebruik van ICT door leerkrachten en leerlingen, zowel binnen als buiten de les. Ook wordt de vergelijking met MICTIVO 2008 gemaakt. Inschrijven? Dat kan alleen online via de conferentiewebsite. Klik hier! VELOV – conferentie 2014 18 MIDDAGSESSIES Algemene vergadering VELOV code: V1453 tijdstip: van 12.00 tot 13.00 uur conferentiepad: middagsessie info: Het bestuur van VELOV maakt van deze dag gebruik om zijn jaarlijkse algemene ledenvergadering te organiseren. Op het programma staan o.a. overzicht van de activiteiten van de vereniging van het afgelopen jaar, goedkeuring financieel verslag, toelichting bij de bestaande werkgroepen en samenwerkingsakkoorden, vragen van leden. Overlegplatform beleidsgroep lerarenopleiders code: V1457 tijdstip: van 13.00 tot 14.00 uur conferentiepad: middagsessie workshopleider: Liesbeth Hens info: Momenteel bereiden zes beleidsgroepen concrete beleidsaanbevelingen ten behoeve van de volgende Vlaamse Regering voor rond de lerarenopleiding (startend van het rapport van de commissie Biesta). Conferentiedeelnemers kunnen via dit overlegplatform de kans grijpen om hun waardevolle input te delen met de beleidsgroep rond de lerarenopleiders zelf. De thema’s die deze beleidsgroep al definieerde worden voorgesteld en mogelijke scenario’s worden afgetast bij de lerarenopleiders zelf. Lunch tijdstip: van 12.00 tot 14.00 uur conferentiepad: middagsessie info: We serveren tijdens de middagpauze een broodjeslunch. Op welk moment je luncht, bepaal je zelf en kan je combineren met een bezoek aan de algemene ledenvergadering, de bijeenkomst van de beleidsgroep of een bezoek aan onze netwerkbeurs en vormen van speeddates met leden van een werkgroep of met vertegenwoordigers van onze partners. NAMIDDAGSESSIES Interactieve workshops van 100 minuten Als je één van deze workshops kiest, is je ganse namiddag bezet en moet je geen keuze meer maken voor andere sessies. Coaching: ‘going for yes’! code: V1423 tijdstip: van 14.00 tot 15.50 uur VELOV – conferentie 2014 vorm: interactieve workshop 100 conferentiepad: lerarenopleiding 19 workshopleider: Mieke Balcaen, lector Thomas More (Kempen) project uitgevoerd in samenwerking met Hans Mennes en Yoko Theunissen info: We inspireren je op een dynamische en interactieve manier over coaching: we laten je de kerngedachte van inspirerend coaching ervaren, geven input over leerdynamiek en ondersteunen je met feedback tijdens de coachoefening op het einde van de sessie. In deze workshop geven we je met het GRROW-model inzicht in de structuur van het coachgesprek en dagen we je uit om aan de slag te gaan met de vaardigheden die coaching ondersteunen: exploreren (vanuit belangstelling), feedback geven en helpen ontvangen, uitdagen, inspireren, toelaten (van soms moeilijke gevoelens) en ontspannen. Zo wordt coachen het begeleiden en (soms stevig) uitdagen van leren, het stimuleren van reflectie (én van voelen én van precies waarnemen …), het gaan voor talentontwikkeling, voor enthousiasme, voor zelfinitiatief en vooral voor objectief resultaat: een going for MORE, coaching for YES! De Masterclass voor lerarenopleiders: ‘Meesterschap²’ code: V1424 tijdstip: van 14.00 tot 15.50 uur vorm: interactieve workshop 100 conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Hilde De Wever, projectleider, anker onderwijsontwikkeling SoE/KHLim project uitgevoerd in samenwerking met Ann Adriaenssens, Kristien Carnel, Ria De Sadeleer, Stijn Dhert en Katrien Struyven info: ‘Teachers don’t make the difference, it’s the excellence in teachers which makes the difference’ (Hattie, 2005). En dat is wat lerarenopleidingen moeten doen, excellente leraren opleiden: leraren die de diepere betekenis van leren en onderwijzen begrijpen en van daaruit een persoonlijke aanpak ontwikkelen, leraren die vanuit een probleemgevoeligheid en het gepassioneerd zijn door leren en onderwijzen de complexiteit van werken met een klas en leerlingen onderzoeken, leraren die gericht zijn op diepere leerprocessen en groei en uitdaging van iedere leerling. Dit is het meesterschap waartoe we toekomstige leraren wensen op te leiden. We denken dus dat voor lerarenopleiders ‘Meesterschap²’ (lees: meesterschap in het kwadraat) nodig is vanuit de gedachte dat lerarenopleiders en model dienen te staan voor wat ze onderwijzen aan toekomstige leraars en de nodige kennisbasis moeten hebben om te verantwoorden welke keuzes ze maken en waarom. ‘Leraar-zijn’ situeert zich ook voor hen op het niveau van de identiteit van degene die leraar is. Dit stelt hoge eisen aan docenten in lerarenopleidingen. Een opleiding voor lerarenopleiders dringt zich dus op, vanwege de complexiteit van het beroep en vanwege de huidige lacune in het opleidingsveld. De masterclass voor lerarenopleiders wil een belangrijke bijdrage leveren aan de professionalisering van lerarenopleiders. We willen de lerarenopleiders daarbij benaderen als veranderingsbekwame professionals en een voortdurende interactie faciliteren tussen de beroepsgroep ‘als community’ (o.a. VELOV en andere expertisenetwerken) en de individuele lerarenopleider en zo dragen tot een lerend netwerk. VELOV – conferentie 2014 20 Het ontwikkelingsprofiel voor lerarenopleiders: nieuwe perspectieven. code: V1425 tijdstip: van 14.00 tot 15.50 uur vorm: interactieve workshop 100 conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Boris Mets, coördinator ELAnt project uitgevoerd in samenwerking met Jo van den Hauwe info: Vanuit ELAnt ontwikkelden wij in 2010 in samenwerking met VELOV het ontwikkelingsprofiel als een instrument dat lerarenopleiders een taal geeft om in gesprek te gaan over hun professionele ontwikkeling en professionele identiteit. Sindsdien maakten al heel wat lerarenopleiders kennis met dit profiel via een van onze kennismakings- of begeleidingssessies. Vanuit onze ruime ervaring met het ontwikkelingsprofiel menen wij dat de tijd rijp is om met lerarenopleiders opnieuw na te denken over het ontwikkelingsprofiel als kader voor professionalisering. De belangrijkste richtinggevende vragen daarbij zijn: - Hoe kunnen we het profiel een extra dimensie geven door het (nog) meer teamgericht te maken? Het ontwikkelingsprofiel bevat de "lerarenopleider als lid van een team" nu als aparte rol, maar dat doet niet helemaal recht aan het belang van teams en samenwerking voor de andere rollen. - Hoe kunnen de rollen uit het ontwikkelingsprofiel herclusterd worden? Het ontwikkelingsprofiel bevat nu, analoog aan de basiscompetenties van de leraar, 10 rollen. Maar misschien zijn andere indelingen wel meer werkbaar. - Recent komt een nieuwe rol voor lerarenopleiders onder de aandacht: die van poortwachter tot het beroep van leraar. Hoe kunnen we deze rol een plaats geven in het ontwikkelingsprofiel? Naast deze vragen is het uitdrukkelijk de bedoeling om ook vragen vanuit de deelnemers een plaats te geven. Bedoeling is om de resultaten van deze sessie te integreren in toekomstige vormingen over het ontwikkelingsprofiel en ze mee te nemen in het traject naar een nieuwe versie. De workshop is bedoeld voor lerarenopleiders die al vertrouwd zijn met het ontwikkelingsprofiel (of die bereid zijn zich vooraf in te werken). Hoe bereiden we de toekomstige leerkracht voor op inclusie en inclusief evalueren binnen een klas? code: V1426 tijdstip: van 14.00 tot 15.50 uur vorm: interactieve workshop 100 conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Meggie Verstichele, onderzoeker inclusief onderwijs HUB-KAHO (Sint-Niklaas) onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Sander Van Acker en Geert Van Buynder info: Hoe kunnen we toekomstige leerkrachten voorbereiden op lesgeven in een inclusieve klas? De lerarenopleiding van HUB-KAHO Sint-Lieven (Campus Waas), onderzocht dit in een PWO-project. Via bevragingen van leerkrachten en actieonderzoek met studenten werden ‘Basiscompetenties Inclusie’ opgesteld. Het onderzoek werd afgerond in 2007, en is nog altijd heel actueel. HUB-KAHO Sint-Lieven VELOV – conferentie 2014 21 integreerde de resultaten van het onderzoek in zijn aanbod naar de leerkrachten in opleiding. Via onderzoek bouwen we verder aan deze praktijk. Wij voeren momenteel actie-onderzoek uit met de studenten in de lerarenopleiding omtrent ‘Inclusief Evalueren’. De studenten gaan binnen hun stage en bachelorproef op zoek naar goede praktijken en struikelblokken. Zij worden hierbij gecoacht door studenten Orthopedagogiek (UGent). In deze workshop maak je kennis met de vijf ‘Basiscompetenties Inclusie’ en hoe we die binnen de opleiding aan de studenten aanbieden. Deze vijf basiscompetenties zijn: - zorgen voor het welbevinden van alle leerlingen; - differentiëren op gebied van curriculum, ondersteuning en evaluatie, zoveel mogelijk binnen de groep; - dieper overleg met ouders; - samenwerking met collega’s en externen binnen de klasruimte; - leergierigheid, kritische ingesteldheid, flexibiliteit en verantwoordelijkheidszin Daarnaast gaan we in op het nieuwe onderzoek rond ‘Inclusief Evalueren’ en wisselen we graag ervaringen, goede voorbeelden en struikelblokken met je uit. Leraren doen schitteren. Implicaties van de hervorming SO voor de lerarenopleidingen. code: V1427 tijdstip: van 14.00 tot 15.50 uur vorm: interactieve workshop 100 conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Ruth Wouters, onderzoeker KHLeuven project uitgevoerd in samenwerking met Bieke De Fraine, Willy Brion, Tanja Ceux, Rudi Haven, Bregt Henkens en Annemie Winters info: (Het Masterplan voor) een hervormd SO heeft consequenties voor (het curriculum en de finaliteit van) de lerarenopleidingen. Dit thema kwam tot dusver in maatschappelijke discussies amper aan bod. Een kernproject van het Expertisenetwerk School of Education buigt zich over de kwestie welke implicaties een hervorming SO met zich meebrengt voor lerarenopleidingen (zie www.lerarendoenschitteren.be) In de loop van het projectproces organiseerden we een aantal resonantiegroepen waarbij we lerarenopleiders, werkvelddeskundigen, opleidingsverantwoordelijken en directeurs SO samenbrachten. Daarnaast interviewden we experts en documenteerden ons breed rond het thema. Dit resulteerde voorlopig in de afbakening van vijf thema's: - de lerarenopleiding als lerende organisatie; - de leraar als maatschappelijk geëngageerde vakdeskundige; - de leraar als competentie-ontwikkelaar; - de leraar als diversiteitsbegeleider; - de leraar als leer- en keuzebegeleider. Deze thema's vormen de basis en inzet van handelingsadviezen voor de drie soorten lerarenopleidingen (GLO's en SLO's van universiteiten en CVO's). De hervorming van het SO heeft niet alleen implicaties voor (inhoud, vormgeving en visie van) de lerarenopleidingen, maar ook voor de professionele ontwikkeling van alle leraren in het SO. VELOV – conferentie 2014 22 Naast een korte toelichting over het Masterplan en onze selectie van thema's zullen we good practices, bedenkingen en concrete opleidingspraktijken in kaart brengen in deze interactieve workshop. We zullen daarnaast polsen welke rol de lerarenopleidingen kunnen spelen in de professionele ontwikkeling (levenslang leren) van de leraren. Ook zullen we bevragen welke de precieze consequenties zijn voor de professionalisering van de lerarenopleiders. Offline/online: ontwerpen van een krachtige ‘blended’ leeromgeving code: V1428 tijdstip: van 14.00 tot 15.50 uur vorm: interactieve workshop 100 conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Karlien Hermans, voorzitter denkcel blended learning KHLim onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Hilde De Wever en Lieven Jacobs info: Lerarenopleidingen staan voor de uitdaging om krachtige ‘blended’ leeromgevingen te ontwerpen. We zien echter dat bij dat ontwerp de ICT-component te veel als doel wordt gezien, terwijl het eigenlijk over ‘leren’ moet gaan. De denkcel blended learning van KHLim Hemelrijk ontwikkelde een instrument om te gebruiken tijdens het ontwerpproces. Dit model vertrekt vanuit het leren van de student en de rol van de docent daarin. Het stelt tegelijkertijd de vraag welke onderwijsleeractiviteiten best online dan wel offline worden aangeboden. Onderzoek leert ons dat het gebruik van online toepassingen niet resulteert in betere en ook niet in slechtere leeruitkomsten. Dit betekent dat bij het ontwerpen van ‘blended’ leeromgevingen er op andere terreinen een meerwaarde moet gegenereerd worden. We schoven volgende principes naar voor: - ‘Blended’ leeromgevingen moeten meer kansen bieden tot fundamenteel leren, contacturen zijn gericht op diepgang, dialoog, vorming en ontmoeting. - ‘Blended’ leeromgevingen moeten docenten en studenten leren op een verantwoorde wijze om te gaan met digitale media. - ‘Blended’ leeromgevingen moeten ruimte creëren voor docenten en studenten en een aanzet geven tot het ontwikkelen van leergemeenschappen. Samen (onder)zoeken en kenniscreatie staan daarbij centraal. In de lerarenopleiding KHLim Hemelrijk zijn we in het kader van een curriculumherziening sinds oktober 2013 aan de slag met ontwerpteams. Het ontwerpteam bestaat uit inhoudsdeskundigen, onderwijsdeskundigen en een onderwijstechnoloog. De opdracht is samen en volgens een aantal ontwerpprincipes een blended leeromgeving ontwerpen waarbij bepaald wordt wat online en offline dient te gebeuren. Werken aan leerlijnen onderzoekscompetenties in de lerarenopleidingen code: V1429 tijdstip: van 14.00 tot 15.50 uur vorm: interactieve workshop 100 conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Karen Reekmans, lector NOvELLe project uitgevoerd in samenwerking met Indra Beunckens, Greta Hendrik en Karen Reekmans info: Van leraren wordt verwacht dat ze levenslang leren en de lerarenopleiding moet hiervoor de basis leggen. Om een blijvende professionalisering tot stand te brengen zoeken veel docenten tools om Functioneel Geheel 5 ‘De leraar als innovator – de VELOV – conferentie 2014 23 leraar als onderzoeker’ te realiseren. Een leerlijn voor onderzoekscompetenties is zo’n middel. Deze workshop start met een presentatie van de adviserende leerlijn die tot stand kwam binnen het NOvELLe-project ‘Werken aan leerlijnen onderzoekscompetenties in de lerarenopleidingen’. De handleiding bij deze leerlijn focust op volgende deelvragen. Wat is praktijkgericht onderzoek? Wat zijn de cruciale competenties in een onderzoekscyclus? Welke acties stelt een student op ieder niveau van de leerlijn? Hoe ondersteunt / coacht een docent bij iedere stap? Wenken om een onderzoekende houding te stimuleren sluiten dit deel af. Tijdens de workshop krijg je de kans om van gedachten te wisselen met de andere deelnemers over jouw ervaring met onderzoeksopdrachten in de opleiding. De meeste aandacht gaat naar intervisie in een kleine groep waar de leerlijn en de voorbeelden getoetst worden aan de praktijkervaringen van de deelnemers. Hoever staan ze met de implementatie van onderzoekscompetenties in de opleiding? Wat zijn de valkuilen en de succeservaringen? Een G-krachtige praktijk. Werken aan geletterdheidsvaardigheden in de beroepsrichtingen van de secundaire lerarenopleiding code: V1430 tijdstip: van 14.00 tot 15.50 uur vorm: interactieve workshop 100 conferentiepad: taal workshopleider: Greet Goossens, wetenschappelijk medewerker KULeuven (CTO) project uitgevoerd in samenwerking met Anne Decelle info: In deze workshop laten we je kennismaken met het SoE-project ‘Een G-krachtige praktijk’. Het doel van dit project is om via coachings- en ondersteunend materiaal het werken aan functionele geletterdheid te implementeren in de beroepsrichtingen van de secundaire lerarenopleidingen, meer bepaald in het didactisch handelen van praktijklectoren en via hen ook in het didactisch handelen van hun studenten. Bij het begin van deze workshop leggen we kort de werking van het project uit. We staan stil bij het begrip functionele geletterdheid en het belang om er bewust aan te werken binnen de secundaire lerarenopleiding. Je krijgt ook tips om hierrond te werken met je studenten. Vervolgens verwerf je meer inzicht in het begrip functionaliteit aan de hand van een oefening met concrete lesvoorbeelden, we maken je wegwijs in het digitale handboek dat uit dit project zal voortvloeien en je krijgt de kans om met de checklist G-krachtige lespraktijken aan de slag te gaan die binnen het project werd ontwikkeld . Met de diversiteit van je klas aan de slag. Dit Ben Ik in Brussel code: V1431 tijdstip: van 14.00 tot 15.50 uur vorm: interactieve workshop 100 conferentiepad: wereld workshopleider: Brigitte Puissant, lector, projectcoördinator HUB-KAHO (Sint-Niklaas) project uitgevoerd in samenwerking met Marlies Algoet info: Omgaan met diversiteit is in deze tijden niet evident. We merken bij studenten een kloof tussen de leefwereld van de kinderen in de (groot)stad en hun eigen leefwereld. Bovendien zijn vooroordelen ten aanzien van kinderen met een diverse VELOV – conferentie 2014 24 culturele achtergrond hardnekkig. Brigitte Puissant, docente aan de lerarenopleiding participeerde aan het leven van vijf gezinnen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit leverde een rijkdom aan foto's, audio-opnames en observaties op die verwerkt zijn in verhalen, liedjes, een website met stappenplan voor leerkrachten en kinderen. De verhalen zijn slechts een middel om de leefwereld van de kinderen aan te spreken en die wereld onderwerp te maken van het lesgebeuren. Bijvoorbeeld: de naam van LIa is afkomstig van Cïocerlia ("leeuwerik" in het Roemeens), wat betekent jouw naam? Otman en Flynn gaan met de tram naar school, en jij? enz... Daarnaast is er een educatieve website ontwikkeld waarbij kinderen de verhalen in andere talen kunnen beluisteren en ze verder verwerken via digitale spelen. In deze interactieve workshop ontdekken we de meerwaarde van dit materiaal voor het versterken van de meervoudige identiteit van kinderen, het aanbieden van herkenbaar beeld en audio materiaal die een afspiegeling zijn van deze diverse maatschappij, het nieuwsgierig worden naar de leefcontext van kinderen, een open en interculturele grondhouding, enz... Eigen (positieve maar ook moeilijke) ervaringen uit de opleiding -met dit materiaal- worden als voorbeeld gebruikt. Workshops van 50 minuten Om je namiddagprogramma te vullen, kies je misschien voor twee sessies van 50 minuten i.p.v. één van 100 minuten? Dan kan je hier het aanbod nalezen. Aanbod van 14.00 tot 14.50 uur Creatinq! Creativiteit en inquiry versmolten in natuurwetenschappen (eerste graad secundair onderwijs) code: V1432 tijdstip: van 14.00 tot 14.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: idee workshopleider: Bea Merckx, lector Arteveldehogeschool onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Jan De Lange en Thomas Remerie info: In deze workshop worden de resultaten van het PWO-onderzoek Creatinq! voorgelegd en bediscussieerd met de deelnemers. We bekijken onder meer hoe creativiteit gestimuleerd kan worden binnen de verschillende fasen van een onderzoek (waarnemen, vragen stellen, experimenteren, communiceren, …). We vullen dit aan met concrete voorbeelden uit de klaspraktijk. De unieke combinatie van creativiteitstools in de verschillende fasen van open onderzoek zorgt voor een motiverende en verrijkende leeromgeving. Tijdens deze workshop worden enkele van deze tools aangereikt. We focussen ons op creatieve vaardigheden zoals breed waarnemen, creatieve vragen stellen (nieuwsgierigheid), in vraag stellen (kritische zin) en het vinden van innovatieve onderzoeksmethodes. Gezien de openheid van het leerplan en de focus op een open onderzoeksopdracht richten we ons in de eerste plaats op het vak wetenschappelijk werk (fysica en natuurwetenschappen) in de eerste graad van het secundair onderwijs. VELOV – conferentie 2014 25 Expert in de klas code: V1433 tijdstip: van 14.00 tot 14.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: idee workshopleider: Sven De Maertelaere, lector Arteveldehogeschool project uitgevoerd in samenwerking met Bart De Nil info: FARO, het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed, ontwikkelde samen met enkele partners de methodiek ‘Expert in de klas’. Met ‘Expert in de klas’ krijgen leerlingen les via een webconferentieopstelling. Erfgoedexperts en hun werkomgeving worden virtueel met een webcam in de klas gehaald. Dit creëert een unieke kans om de soms ontoegankelijke wereld van buiten de schoolmuren op een interactieve manier binnen de vertrouwde klasomgeving te brengen. Leerlingen maken kennis met de werking van erfgoedinstellingen zoals musea, archieven, erfgoedbibliotheken, …. De bacheloropleiding leraar lager onderwijs van de Arteveldehogeschool begeleidde enkele pilootlessen en stelt samen met een medewerker van FARO, het project en de projectresultaten voor. ‘Expert in de klas’ is een innovatieve, educatieve ICT-toepassing die breedbandtechnologie implementeert in het onderwijs en de erfgoedsector. Tijdens deze sessie tonen we hoe een webconferentieles wordt voorbereid en uitgevoerd. We geven tips hoe de interactie tussen de lesgever en de leerlingen kan gerealiseerd worden. De sessie wordt geïllustreerd met voorbeelden uit de verschillende pilootprojecten. Bij de pilootuitzendingen werd eerst gewerkt met leerlingen uit het basisonderwijs en secundair onderwijs. In onderzoeksrapporten komt echter naar voor dat in het buitengewoon onderwijs significant minder aandacht besteed wordt aan erfgoededucatie dan in het lager of algemeen secundair onderwijs. Om deze lacune aan te vullen ontwikkelde FARO de methodologie verder voor het buitengewoon onderwijs. De resultaten van twee pilootprojecten, één in een autiklas in Gent en één bij kinderen met een motorische beperking in Brasschaat, worden getoond en besproken. Nature of Science: op zoek naar de aard van wetenschap? code: V1434 tijdstip: van 14.00 tot 14.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: idee workshopleider: Hilde Van Houte, hoofdpromotor ODC Quest Arteveldehogeschool project uitgevoerd in samenwerking met Kirsten Devlieger, Lut De Jaegher en Dries Vanacker info: Wetenschap wordt vaak voorgesteld als een verzameling van abstracte, gedecontextualiseerde en objectieve feiten. Dit leidt niet enkel tot een lage interesse, maar eveneens tot het feit dat leerlingen hierdoor een verkeerd beeld krijgen over wat wetenschap precies inhoudt. Wat doet wetenschap precies? Hoe werkt het? En wat is de relatie met techniek en wiskunde? In de literatuur spreekt men over ‘Nature of science’ (NoS) wanneer men het heeft over deze aspecten van wetenschap. Uit onderzoek blijkt dat wetenschapsonderwijs waarin NoS expliciet aan bod komt, een positieve invloed heeft op de attitudes van leerlingen ten aanzien van wetenschappen. Toch is het zo dat binnen het Vlaamse onderwijs niet zoveel aandacht VELOV – conferentie 2014 26 wordt besteed aan NoS, dit in tegenstelling tot andere Europese landen en Amerika. Nochtans wil de Vlaamse overheid de motivatie en interesse van jongeren voor wetenschap verhogen (STEM-actieplan) om zo te komen tot een verhoogde uitstroom aan afgestudeerden in exact-wetenschappelijke en technische richtingen. Tijdens de workshop gaan we aan de hand van stellingen eerst in op essentiële aspecten binnen ‘Nature of Science’. Vervolgens bekijken we aan de hand van enkele voorbeelden/tools hoe NoS in onderwijs kan gebracht worden. We gaan de discussie over toepassing in kleuter-, lager- en secundair onderwijs niet uit de weg en we koppelen steeds terug naar de resultaten uit het lopende PWO project rond Nature of Science. P-REVIEWS: onderzoek koppelen aan je vak voor wetenschappen en geschiedenis. Onderwijs in wetenschappen: beter geïntegreerd of niet? Geschiedenisonderwijs en etnisch-culturele diversiteit: hoe begin je eraan? code: V1435 tijdstip: van 14.00 tot 14.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: idee workshopleider: Job De Meyere, onderzoekscoördinator KHLim onderzoek uitgevoerd i.s.m. met Paul Janssenswillen, Frans Renaat en Laura Tamassia info: In deze workshop worden twee vakdidactische reviews gepresenteerd die lerarenopleiders ondersteunen in de uitbouw van onderzoeksgebaseerde vakdidactiek. De reviews werden geschreven binnen het School of Education-project P-REVIEWS (zie ook www.p-reviews.be ) In Vlaanderen is, naargelang de studierichting, een keuze gemaakt voor het vak natuurwetenschappen als geïntegreerd vak of voor de drie disciplines biologie, fysica en chemie apart. Binnen deze structuur en in het kader van de Vlaamse leerplannen, blijft er enige bewegingsvrijheid voor de leerkracht over inzake de gradatie van de beoogde integratie. Om hiermee in de klaspraktijk bewust en kritisch om te kunnen gaan, zijn diverse vragen relevant waarop we een antwoord proberen te geven. Daarnaast wordt in deze workshop ook het vak geschiedenis bekeken. Op dit ogenblik is bijna één op vijf leerlingen in het secundair onderwijs van vreemde afkomst. Daartegenover staat een lerarenkorps dat slechts in beperkte mate vertrouwd is met etnisch-culturele diversiteit. Hoe kan hierin verbetering worden gebracht? Hoe begin je er aan in de concrete lespraktijk? Netwerken, dat werkt! code: V1436 tijdstip: van 14.00 tot 14.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Mieke Meirsschaut, lector, onderzoeker Arteveldehogeschool onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Linda Naert info: We stellen vast dat 'netwerken in onderwijs' niet vanzelfsprekend is en nog veel te weinig gebeurt. De meerwaarde van netwerken is nochtans groot, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek en praktijkervaring. VELOV – conferentie 2014 27 We vertrekken in deze workshop vanuit de ervaringen van de deelnemers met 'netwerken'. Deelnemers maken kort kennis met een theoretisch kader van 'netwerken' en gaan onmiddellijk zelf aan de slag met de mogelijkheden en drempels om te netwerken in onderwijs, nl. als lerarenopleider en als (toekomstig) leraar. We dagen lerarenopleiders uit om na te denken over 'netwerken' in het profiel van de leraar en hoe je leraren-in-opleiding kan inspireren, stimuleren tot en begeleiden bij netwerken. Structureel samenwerken met basisscholen in de opleiding bachelor kleuteronderwijs/bachelor lager onderwijs code: V1437 tijdstip: van 14.00 tot 14.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Leen Six, coördinator werkplekleren Katholieke Hogeschool VIVES project uitgevoerd in samenwerking met An De Buck en Lies Rummens info: In deze presentatie schetsen we hoe we de leerroute ‘werkplekleren’ vormgeven; een leerroute waarbij de praktijkcomponent centraal staat. We werkten daarvoor intens samen met 15 basisscholen en stelden ‘leren reflecteren’ centraal. Het ‘leren door de student’ is in deze leerroute niet langer een zaak van de hogeschool alleen; het is een bekommernis van een hele praktijkgemeenschap, die mensen binnenleidt in wat ze doet en jonge mensen de waarde meegeeft van wat ze doet. Hogeschool, basisscholen en studenten groeien zo tot een professionele leergemeenschap. Studenten worden opgeleid in nauwe samenwerking met basisscholen. De studenten gaan van bij de start van hun opleiding tot leraar twee dagen per week naar de werkplek, samen met een aantal medestudenten uit drie verschillende opleidingsjaren, een mix van studenten uit de opleiding tot leraar kleuteronderwijs en de opleiding tot leraar lager onderwijs. Daar worden ze ondergedompeld in de onderwijspraktijk aan de hand van observaties, oefenmomenten, doe-momenten en enkele langere stageblokken. Deze praktijkervaringen zijn de motor van het leerproces. Om deze praktijkervaringen op een hoger niveau te brengen stimuleren we sterk het reflectieproces van elke student. Dit gebeurt onder begeleiding van een interne coach die per werkplek instaat voor de praktische organisatie van het gebeuren op die werkplek, het reflecteren van de studenten mee ondersteunt en een brugfiguur is naar het schoolteam toe. Naast de twee werkplekdagen, zijn er twee lesdagen waarbij vakdocenten vertrekken vanuit de praktijkervaringen en deze koppelen aan de theoretische kaders. Zowel vakdidactiek als leerinhouden kunnen op deze lesdagen aan bod komen. In deze workshop gaan we dieper in op de vormgeving van de praktijkcomponent, de rol van reflectie hierbij, de taakverdeling tussen de verschillende partners en de verschillende overlegorganen om het geheel in goede banen te leiden. VELOV – conferentie 2014 28 Zij-instromers in de lerarenopleiding: Een andere doelgroep, een ander didactisch concept? code: V1438 tijdstip: van 14.00 tot 14.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Marlies Baeten, projectmedewerker ELAnt i.s.m. AP Hogeschool Antwerpen onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Carolien Leysen, Wil Meeus en Gert Vandecruys info: In Vlaanderen is leraar een knelpuntberoep. Als oplossing wordt ingezet op zijinstromers die doorgaans een ‘verkorte’ lerarenopleiding volgen. Een nieuw doelpubliek veronderstelt echter een andere didactische aanpak. Uit onderzoek blijkt immers dat zij-instromers op een aantal aspecten sterk verschillen van reguliere aspirant-leraren. Zo hebben ze onder andere een hoge graad van autonomie en zelfsturing en hechten ze veel belang aan de toepasbaarheid van het geleerde. Dit brengt aanpassingen met zich mee op vlak van didactiek en het gebruik van authentieke toepassingen. Met deze kenmerken houden we rekening bij de ontwikkeling van een nieuwe, flexibele lerarenopleiding voor zij-instromers aan de AP Artesis Plantijn Hogeschool, die in september 2014 start. In deze presentatie bieden we eerst een theoretische onderbouwing voor deze nieuwe opleiding. We gaan in op de specifieke kenmerken van zij-instromers en geven aan hoe we in onze didactische aanpak kunnen inspelen op deze kenmerken. Nadien gaan we in op de concrete vormgeving van de opleiding aan de AP Hogeschool en bieden we enkele voorbeelden van didactische materialen die we in de nieuwe opleiding zullen gebruiken. Competentieleren met ICT Hoe pedagogisch-didactisch omgaan met creatieve ICT? code: V1439 tijdstip: van 14.00 tot 14.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: media workshopleider: Stephen Hargreaves, lector, onderzoeker AP Hogeschool Antwerpen info: Omgaan met informatie- en communicatietechnologie (ICT) is in onze kennissamenleving een belangrijke basiscompetentie geworden. Onderwijs moet bijgevolg aandacht besteden aan kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes rond ICT. Tijdens deze workshop wordt de term competentieleren haarfijn ontleed aan de hand van enkele ICT-competentie opdrachten. Van een leraar wordt immers verwacht dat hij of zij ICT-competenties bij leerlingen kan ontwikkelen. Deze opdracht is gericht op het leren gebruiken van de krachtige mogelijkheden van ICT als ondersteunend middel bij leren en onderwijs. VELOV – conferentie 2014 29 Iedereen Taalklaar code: V1440 tijdstip: van 14.00 tot 14.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: taal workshopleider: Guido Cajot, taallector, taalbeleidscoördinator KHLim info: Het project ‘Iedereen Taalklaar’ had als doelstelling het taalontwikkelend lesgeven (TOL) te implementeren in alle vakgebieden van de lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs. De aangepaste coaching van enkele vakdocenten met de voortdurende terugkoppeling naar het hele BaKo-team droeg bij tot een duurzame integratie van de taalstimulerende principes in de onderwijspraktijk van alle docenten en bij uitbreiding in het onderwijscurriculum van de opleiding. In de VELOV-presentatie wordt de ‘Taalklare visietekst’ voorgesteld. Dit is een dynamisch document dat gedurende de hele duur van het project werd bijgeschaafd en pas op het einde van de projecttijd klaar was voor verspreiding onder de lerarenopleiders BaKo. Iedereen die meer te weten wil komen over taalontwikkelend lesgeven aan kleuters, vindt in de visietekst een samenvoeging van alle reeds bestaande theorieën, met voldoende praktische ideeën om er ook daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. Daarnaast ontwikkelden de projectmedewerkers drie inspiratiegidsen om TOL te integreren in de vakdidactiek van muziek, wereldoriëntatie en wiskunde (en met uitbreiding in alle vakken). Deze inspiratiegidsen werden opgesteld in voortdurende wisselwerking met vakdocenten en intermediairen uit het werkveld. Onderwijsrecht aan toekomstige BSO-leraren: bouwstenen voor een taalbeleid code: V1441 tijdstip: van 14.00 tot 14.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: taal workshopleider: Véronique Sanctobin, lector PCVO Het Perspectief info: Onze opleiding heeft een specifiek traject voor cursisten die geen houder zijn van een hoger diploma. Die cursisten stromen veelal door uit het TSO of het BSO en hebben weinig voeling met taal een taalkwesties. Nochtans zullen ze als leraar in aanraking komen met het gesproken en geschreven woord en ze zullen ook teksten moeten produceren. We hebben een cursus ontwikkeld die probeert de kenniscomponent van het vak te verzoenen met het stimuleren van taalvaardigheid en komen die graag voorstellen. Pleased to meet you: van begroeten tot echt ontmoeten, een diversiteitstraject voor studenten en lectoren in de lerarenopleiding code: V1442 tijdstip: van 14.00 tot 14.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: wereld workshopleider: Katrien Mertens, coördinator diversiteit en pluraliteit GROEP T project uitgevoerd in samenwerking met Els Castelein en Sylvia Mommaerts VELOV – conferentie 2014 30 info: Omgaan met diversiteit is een basisvoorwaarde. Als leraar maak je deel uit van de samenleving. Een samenleving die almaar mondialer en globaler wordt. Ook de school en de klas worden in toenemende mate divers. Leraren van nu zijn leraren in een wereld die gekenmerkt wordt door een pluraliteit van wereldvisies en een diversiteit van culturen. Lerarenopleidingen hebben de verantwoordelijkheid om toekomstige leerkrachten voor te bereiden op die diverse contexten en diverse leerlingen. Ze worden verondersteld de verschillen tussen hun leerlingen te erkennen en te waarderen, waardoor leerlingen in de klas zichzelf kunnen en mogen zijn. Vervolgens is het de taak van de leerkracht om ervoor te zorgen dat de aanwezige diversiteit in de klas een meerwaarde biedt voor het onderwijs en ingezet kan worden in het leerproces van de leerlingen. Lerarenopleidingen moeten studenten daar maximaal op voorbereiden. Docenten staan in voor de vorming van de toekomstige leerkrachten in het kleuter-, basis- en secundair onderwijs. Ze functioneren als rolmodellen en bruggenbouwers en hebben de verantwoordelijkheid om diversiteit onder de aandacht te brengen, zelf oog te hebben voor verschillen en binnen dat kader de talenten van studenten te ontdekken en kansen geven tot ontplooien. Op basis van het kader dat Unesco biedt met betrekking tot diversiteit, werden interactieve sessies met studenten en lectoren opgezet, waarin met behulp van krachtige methodieken de dialoog op vlak van diversiteit en pluraliteit op gang wordt gebracht, en lectoren en studenten kritisch leren kijken naar hun eigen denken en handelen hieromtrent. Het centrale doel is dat alle betrokkenen de visie uitdragen en de dialoog omtrent diversiteit en pluraliteit kunnen voeren en willen bevorderen. Aanbod van 15.00 tot 15.50 uur Brieven aan leerkrachten over (inter)levensbeschouwelijk spreken in de lagere school. code: V1443 tijdstip: van 15.00 tot 15.50 uur vorm: interactieve workshop conferentiepad: idee workshopleider: Marijke De Smet, lector en promotor ODC Quest Arteveldehogeschool project uitgevoerd in samenwerking met Griet Christiaens info: Terwijl leerlingen in scholen levensbeschouwelijk meer divers worden, leeft de vraag wat er verwacht wordt van én door leerkrachten om adequaat op de existentiële en levenbeschouwelijke vragen van kinderen te kunnen antwoorden en hen daarover in gesprek te laten treden in de klas. Onderliggend aan deze probleemstelling gaat er aandacht naar de pedagogisch-didactische ondersteuningsnoden die (beroepsactieve) leerkrachten formuleren op dit moment. Bijvoorbeeld, godsdienstleerkrachten ‘vorsers’ noemen vinden we zelf een betekenisvolle zienswijze. In de resultatensectie van ons verkennend onderzoek wordt het functioneren van leermeesters godsdienst en reguliere leerkrachten basisonderwijs besproken, dit op diverse contextspecifieke punten, namelijk expertise, passie, vormingstijd, keuzevrijheid, leerkracht-leerling band, les/leerplandoelen. Het PWO zaaiproject verkent geleefde realiteiten inzake spreekvermogen en spreekdurf van leerkrachten op vlak van (inter)levensbeschouwelijk spreken in de lagere school. Als methode is de narratieve benadering gekozen, dit met het oog op verhalende conversaties in onderwijscontexten. Verhalen verbinden en geven richting, VELOV – conferentie 2014 31 de narratieve benadering onderhoudt het meerstemmig spreken over identiteit en professionaliteit. De briefvorm ter verslaggeving van een afspraak en ontmoeting herinnert er ons voortdurend aan dat we ons met het PWO tot iemand richten, de (godsdienst)leerkracht als lid van een schoolteam. Door brieven te laten circuleren en inspireren dienen ze als spiegels voor andere leerkrachten/studenten. In een interactieve sessie op VELOV willen we onze overtuigingen en ervaringen op dit vlak graag delen en demonstreren. Oprechte nieuwsgierigheid naar de ander - een uniek getalenteerd mens als expert van zijn/haar (professioneel) leven - drijft ons als lerarenopleiders. Het belang van vakinhoudelijke kennis en model-based instruction in de Lichamelijke Opvoeding code: V1444 tijdstip: van 15.00 tot 15.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: idee workshopleider: Peter Iserbyt, coördinator SLO-LO KU Leuven info: In deze sessie wordt het belang van vakinhoudelijke kennis voor de leraar LO onderstreept. Door middel van een duidelijke conceptualisering worden aanbevelingen gegeven voor de opleiding van leraren en de inhoud van nascholingen. Daarnaast worden pedagogische modellen toegelicht als vehikel om vakinhoud aan te bieden conform het vakconcept LO. De sessie wordt onderbouwd met praktisch toegelicht Vlaams en internationaal onderzoek. Leerkrachten met dyslexie in de onderwijspraktijk?! code: V1445 tijdstip: van 15.00 tot 15.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: idee workshopleider: Sylvia Mommaerts, PWO-coördinator GROEP T - Leuven Education College info: Dit onderzoek had als doel om de attitude van directies en lerarenopleiders lager onderwijs tegenover leerkrachten met dyslexie in de werkcontext te analyseren en na te gaan welke talenten leerkrachten met dyslexie in het lager onderwijs inzetten om om te gaan met hun dyslexie op de werkvloer en welke contexten daarbij een faciliterende dan wel belemmerende invloed uitoefenen. Om het eerste onderzoeksdoel (attitude) te realiseren, namen we een schriftelijke vragenlijst af bij directies en lerarenopleiders lager onderwijs waarbij we hun attitude ten opzichte van (toekomstige) leerkrachten met dyslexie op de werkvloer nagaan. Naast de schriftelijke vragenlijst, namen we ook diepte-interviews af van directies die ervaring hebben met leerkrachten met dyslexie. De vragenlijst en de interviewleidraad werden opgesteld op basis van literatuuronderzoek waarbij volgende thema’s centraal stonden: (a) talenten van (toekomstige) leerkrachten met dyslexie; (b) ‘outing’ van dyslexie; (c) ondersteuningsnoden van (toekomstige) leerkrachten met dyslexie; (d) compenserende maatregelen voor (toekomstige) leerkrachten met dyslexie; (e) differentiatie in lesbevoegdheid. De attitude van de directies en lerarenopleiders over deze thema’s werd bevraagd aan de hand van open en gesloten vragen. Voor de schriftelijke vragenlijst includeerden we zowel directies als lerarenopleiders die wel VELOV – conferentie 2014 32 én geen ervaring hebben in het omgaan met (toekomstige) leerkrachten met dyslexie. Voor de diepte-interviews met de directies beperkten we ons uitsluitend tot deze met ervaring met leerkracht(en) met dyslexie. Op basis van onze onderzoeksbevindingen kan geconcludeerd worden dat er ruimte is voor leerkrachten met dyslexie binnen het lager onderwijs, maar dat leerkrachten met dyslexie op dit moment weinig tot geen ondersteuning krijgen. De bevraagde directies geven aan dat ze, indien nodig bereid zijn deze ondersteuning wel te bieden. Op dit moment achten zij dit echter niet noodzakelijk. Samen sterk? ‘Team teaching’ als innovatief stageconcept in uw lerarenopleiding? code: V1446 tijdstip: van 15.00 tot 15.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: lerarenopleiding workshopleider: Mathea Simons, lector UA Instituut voor Onderwijs- en Informatiewetenschappen onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Marlies Baeten info: Lerarenopleidingen geven de stagecomponent op verschillende manieren vorm. Ze zoeken naar vormen die leiden naar (nog) betere resultaten en die de praktijkschok helpen dempen. In deze presentatie focussen we op ‘team teaching’ als alternatief stageconcept. We kiezen voor deze vorm omdat onderzoek aantoont dat aspirantleraren vaker steun zoeken bij peers dan bij mentoren. ‘Team teaching’ is een begrip dat tal van ladingen dekt. Het gaat om twee of meer leraren die samenwerken op het vlak van lesvoorbereiding, les implementatie en/of lesevaluatie Eerst bekijken we welke modellen er bestaan. We ontdekken vijf mogelijke modellen op basis van groeiende samenwerking : het observatiemodel, het coaching model, het assistent-leraar model, het gelijke status model en het teaming model. In een volgende stap bekijken we de voor- en nadelen van team teaching. Hierbij worden drie perspectieven in rekening genomen : van de aspirant-leraren (o.a. meer steun versus minder individueel lesgeven), van de mentoren (o.a. meer samenwerking op school versus meer werklast) en van de leerlingen (o.a. meer gevarieerde lessen versus verwarring). Tot slot gaan we in op criteria en condities voor een succesvolle implementatie van team teaching in de lerarenopleiding (bv. groepssamenstelling, noodzakelijke voorbereiding). De presentatie is gestoeld op een systematische literatuurstudie over het thema waarin meer dan 40 manuscripten opgenomen werden. ‘Teach me like I want!’ De samenhang tussen studenten hun voorkeuren voor didactische werkvormen en hun leer- en motivatiekenmerken. code: V1447 tijdstip: van 15.00 tot 15.50 uur VELOV – conferentie 2014 vorm: presentatie conferentiepad: lerarenopleiding 33 workshopleider: Dries Vervecken, beleidsmedewerker Karel de Grote Hogeschool onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Vincent Donche, Sunna Lennaerts, Eveline Mertens, Jan Van De Wiele en Michaelle Van Moer info: Docenten in de geïntegreerde lerarenopleiding staan voor de uitdaging een leeromgeving te creëren waarin alle studenten maximale slaagkansen hebben en maximale leerwinst kunnen boeken. Deze uitdaging is bijzonder moeilijk omdat de studenteninstroom steeds meer divers wordt. Studenten verschillen van elkaar onder andere in hun leer- en motivatiekenmerken. Studenten hun leer- en motivatiekenmerken zijn cruciaal omdat ze voorspellers zijn voor academisch presteren. Maar hoe een leeromgeving (bijv. werkvormen) eruit moet zien om optimaal aan te sluiten bij studenten hun leer- en motivatiekernmerken is nog niet geweten. Aangezien de gebruikte werkvormen een groot deel van de leeromgeving uitmaken, onderzocht deze studie of studenten hun voorkeur voor didactische werkvormen afhankelijk is van hun leer- en motivatiekenmerken. In deze studie namen bachelor studenten uit het eerste, tweede en derde jaar van de geïntegreerde lerarenopleiding (kleuter, lager en secundair) deel. Resultaten uit regressie analysen tonen dat studenten, afhankelijk van hun leer- en motivatiekenmerken, eerder een voorkeur hebben voor werkvormen die gericht zijn op ‘eenvoudig kennisoverdracht’ ofwel voor werkvormen die gericht zijn op het ‘dieper begrijpen van kennis’. De implicaties van deze resultaten voor onderwijspraktijk in het hoger onderwijs worden besproken in de presentatie. KlasCement code: V1448 tijdstip: van 15.00 tot 15.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: media workshopleider: Pascal Craeye KlasCement is partner van VELOV info: KlasCement en VELOV zijn recent een samenwerkingsverband aangegaan. KlasCement.net (KC) biedt een grote databank van lesmaterialen aan waaruit studenten in de lerarenopleiding kunnen putten voor hun lesvoorbereidingen. Verder biedt KlasCement een forum voor informatie over (nieuwe) didactiek, activiteiten en publicaties. KlasCement… - stimuleert het uitwisselen van open educatief lesmateriaal; - wakkert de creativiteit aan voor een innoverende lespraktijk; - biedt hulpmiddelen voor afstandsleren; - bevordert het ICT-gebruik in de lespraktijk; - slaat de brug tussen opleiding en werkveld. Tijdens de sessie wordt gewerkt rond de inzetbaarheid van KlasCement in de opleiding, de betrokkenheid van lerarenopleiders bij KlasCement. Samen zoeken we naar nieuwe kansen in de samenwerking tussen KlasCement en VELOV. VELOV – conferentie 2014 34 Word onder-media-wijzer! code: V1449 tijdstip: van 15.00 tot 15.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: media workshopleider: Thomas Smets, lector, onderzoeker Thomas More project uitgevoerd i.s.m. Dirk Bogaert, Sonja De Lange, Tim Somers en Sofie Vonck info: Het project 'Word onder-media-wijzer!' is een project binnen het innovatiefonds voor de lerarenopleidingen. Lerarenopleidingen hebben een belangrijke taak m.b.t. de professionalisering van toekomstige leerkrachten. De mate waarin mediawijsheid nu reeds deel uitmaakt van het curriculum is vaak beperkt. Ook het vakoverschrijdende aspect wordt onderbelicht. Het gevolg hiervan is dat recent afgestudeerde leerkrachten wat betreft mediawijsheid te weinig een innoverende impuls kunnen geven op hun werkplek. Uit recent gepubliceerde rapporten blijkt dat afgestudeerde of beginnende leerkrachten zich incompetent voelen om verschillende media te gebruiken in hun lessen en dat er vanuit het werkveld gepleit wordt voor meer audiovisuele cultuur in de lerarenopleidingen. Verder wordt de noodzaak beklemtoond om een multimediaal curriculum op te bouwen en om leerkrachten en begeleiders multimediaal te vormen, zodat zij op hun beurt deze soort geletterdheid ook een plaats kunnen geven in hun dagelijkse onderwijspraktijk. Via het project dat wordt toegelicht, wilden de betrokken lerarenopleidingen inspelen op de beperkte plaats die mediawijsheid innam in hun curricula. Ze wilden tegemoetkomen aan de vraag van het werkveld én van de toekomstige leerkrachten, alsook zich buigen over de vraag hoe lerarenopleiders, studenten, leerkrachten en kinderen vaardiger kunnen worden in mediawijsheidscompetenties. Tenslotte wou het project de lerarenopleiders multimediale evaluatiemethoden aanreiken om studenten de begeleiden m.b.t. hun mediawijsheidscompetenties. Deze doelen werden gerealiseerd door: - het onderzoeken van een mogelijke leerlijn met een vakoverschrijdende aanpak doorheen de opleiding; o.a. door het uitwerken van een competentiemodel mediawijsheid voor de lerarenopleiding; - een multimediaal project waarin de studenten - eerst op eigen niveau, nadien getransfereerd naar deelprojecten met kinderen – hun mediawijsheidscompetenties vanuit een inhoudelijk gegeven verhoogden; - het ontwikkelen van een website en een waaier waarbij zowel het competentiemodel als de praktijkvoorbeelden aan bod komen. Effectief woordenschatonderwijs in de kleuterklas code: V1450 tijdstip: van 15.00 tot 15.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: taal workshopleider: Helena Taelman, lector HUB-KAHO info: We verwachten van onze kleuteronderwijzers-(in-opleiding) dat ze bij de kleuters taalachterstanden kunnen remediëren om zo de kansen op een succesvolle VELOV – conferentie 2014 35 schoolloopbaan te vergroten. Vaak focussen kleuteronderwijzers op woordenschat, niet onterecht om woordenschat en wereldkennis nauw met elkaar verbonden zijn. Maar er is erg veel onduidelijkheid hoe woordenschatonderwijs het best gebeurt. In het eerste deel van mijn presentatie bespreek ik de kenmerken van effectief woordenschatonderwijs op basis van een uitgebreide literatuurstudie van internationaal wetenschappelijk onderzoek naar woordenschatonderwijs in de kleuterklas (project P-reviews, School of Education KULeuven). In het tweede deel ga ik in op de vraag hoe kleuteronderwijzers deze didactische principes het best onder de knie krijgen en waar de knelpunten zitten. Opnieuw grijp ik hiervoor terug naar de resultaten uit de literatuurstudie en verbind ik deze met eigen ervaringen in de lerarenopleiding. Meertaligheid, een troef in de klas code: V1451 tijdstip: van 15.00 tot 15.50 uur vorm: presentatie conferentiepad: taal workshopleider: Ellen Vandewalle, onderzoeksleider Thomas More (CODE) info: Steeds meer kinderen worden meertalig opgevoed. Een meertalige opvoeding biedt heel wat voordelen, zowel op persoonlijk als op maatschappelijk vlak. Er zijn echter belangrijke voorwaarden om te komen tot een goede meertalige taalontwikkeling. Cruciaal hierbij is dat we voor alle kinderen een motiverende en stimulerende omgeving creëren, waar een positieve houding is ten opzichte van meertaligheid. Dit begint thuis en in de klas. Deze positieve attitude tegenover alle talen is belangrijk voor de taalontwikkeling, de motivatie, de identiteit en het welbevinden van de leerlingen. Het constructief en preventief omgaan met taaldiversiteit creëert meer openheid en leermotivatie voor andere talen bij álle leerlingen, het versterkt het taalbewustzijn en zorgt voor een betere interculturele verstandhouding in de klas. Het omgaan met thuistalen in de klas werd dan ook in de talennota van de minister van onderwijs Pascal Smet (2011) geïntegreerd. Het is een belangrijke opdracht voor lerarenopleiders om hiervan zelf overtuigd te zijn en de toekomstige leraren hiervan te overtuigen. Dit kan door informatie over meertaligheid en multiculturaliteit te geven, maar vooral ook door dit in alle lessen en activiteiten voor de studenten te integreren. In deze presentatie geven we eerst belangrijke achtergrondinformatie over het verloop van een meertalige taalontwikkeling aan de hand van stellingen. We bespreken belangrijke voorwaarden voor een succesvolle meertalige taalontwikkeling en voordelen van een meertalige opvoeding. Daarna wordt gedemonstreerd en bediscussieerd hoe we op een positieve manier kunnen omgaan met meertaligheid op school en in de klas en hoe we de rijkdom aan thuistalen kunnen benutten in alle activiteiten aan de hand van voorbeelden voor de kleuterschool, de lagere school en de studenten zelf. MUGO - Multimedia in de kleuterschool, een extra kans voor GOK code: V1452 tijdstip: van 15.00 tot 15.50 uur VELOV – conferentie 2014 vorm: presentatie conferentiepad: wereld 36 workshopleider: Chris Mazarese, lector KHLeuven onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Greet Decin en Nele Vanuytven info: Allerlei multimediale toepassingen veranderen in razendsnel tempo het maatschappelijk leven. Kleuters komen hiermee dagelijks in contact. Hoe kunnen we kleuters in hun wereldverkenning helpen, rekening houdend met deze multimediale wereld? De lerarenopleiding BaKo KHleuven onderzocht deze vraag in een PWO-project (20102013). Hierbij vertrokken ze vanuit de uitdaging dat de dominantie van de literaire geletterdheid in de wereld, en ook in de school, stilaan verdwijnt. De wereld wordt hoe langer hoe meer multimediarijk en de school staat voor de uitdaging om hierop in te spelen. Deze uitdaging betekent voor leerkrachten in het kleuteronderwijs in de eerste plaats dat ze samen met de kinderen gericht leren luisteren en kijken (al dan niet ondersteund door audiovisuele materialen) en samen kritisch reflecteren op de gemaakte beelden en geluiden. Opvoeders staan voor de taak om jonge kinderen bewust en kritisch te leren omgaan met beeld en geluid en meer bepaald met de nieuwe media opdat ze kunnen uitgroeien tot mediawijze of multimediale geletterde volwassenen. Ten tweede betekent dit dat de kleuteronderwijzers audiovisuele materialen ten volle in moeten zetten om een krachtige leeromgeving te creëren. Dit wil zeggen dat ze vooral de audiovisuele materialen als een middel beschouwen om 'een stukje wereld' te verkennen en niet als een doel op zich. Audiovisueel werken bij jonge kinderen vertrekt vanuit de focus beeld en geluid, stimuleert hen om zelfstandig geluiden en beelden te ontdekken en is gericht op kritisch reflecteren. Het is een cyclisch en dynamisch proces. Wanneer kleuteronderwijzers hun onderwijs volgens bovenstaande principes multimediaal vormgeven, heeft dit effect op de kinderen. Uit het onderzoek blijkt dat de kinderen door te exploreren met deze middelen een hoge(re) mate van creativiteit tonen. Ze vinden dus een extra communicatiekanaal om zich te uiten. Sommige kinderen met extra hulpvragen vertonen een hogere mate van welbevinden en betrokkenheid wanneer er een audiovisuele input is. Inschrijven? Dat kan alleen online via de conferentiewebsite voor 1 maart. Klik hier! VELOV – conferentie 2014 37 m2m – zone meet to meet zone, netwerkbeurs, speeddates, infostanden, … tijdstip: doorlopend van 11.30 tot 14.30 uur Op diverse posters presenteren collega’s de resultaten van hun onderzoeken of projecten. Ze geven je graag een woordje uitleg over … #SoETDT – Aan de slag met Teacher Design Teams in de lerarenopleiding om te komen tot professionalisering in integratie van digitale middelen code: V1470 voorgesteld door Els Castelein, onderzoeker GROEP T - Leuven Education College info: De centrale doelstelling van het tweejarige (2013-2015) School of Educationproject #SoETDT is het analyseren, ondersteunen en faciliteren van Teacher Design Teams (TDT) om gezamenlijk nieuwe, aantrekkelijke en inhoudelijk rijke en didactisch onderbouwde digitale curriculummaterialen voor de lerarenopleiding te ontwikkelen met het oog op ‘blended learning’. Daarnaast wil het de lerarenopleiders professionaliseren op het vlak van de integratie van digitale middelen. Een TDT kan omschreven worden als een groep van twee of meer leraren(opleiders) die samen curriculummaterialen (her)ontwerpen. Het opzetten van efficiënte TDT veronderstelt dan ook een complex samenspel van verschillende stakeholders zowel op institutioneel, organisatorisch als groepsdynamisch vlak. Onderzoek wijst uit dat ontwerpen in team een belangrijke bijdrage kan leveren aan de professionalisering van leraren(opleiders) omdat ze op die manier over hun onderwijspraktijk reflecteren. Om te komen tot een optimale werking van een TDT wordt ingezet op de ontwikkeling van een praktisch draaiboek voor het ontwerpproces (met inbegrip van de ICTcomponent voor het blenden van opleidingsonderdelen) en train-the-trainersessies voor de coaches van de TDT’s. Deze coaches vormen immers een belangrijke schakel in het welslagen van het team. Zowel draaiboek als train-the-trainersessies zullen na afloop van het project vrij beschikbaar zijn en transfereerbaar naar andere lerarenopleidingen. Doorheen het project loopt een onderzoekslijn die het proces onderbouwt en in kaart brengt. ‘Docentenstages’: Job shadowing as a means to continuing professional development of teacher educators code: V1471 voorgesteld door Nele De Witte, lector, projectmedewerker Thomas More (Mechelen) info: ‘Docenten lerarenopleiding staan soms te ver af van de onderwijsrealiteit in het basis- en secundair onderwijs’. Dit is een kritiek die wel eens geuit wordt aan het adres van de lerarenopleidingen. Bemerkingen van studenten en van het praktijkveld en onderzoeksaanbevelingen wijzen op het belang van ‘eigen’ ervaring voor een goede opleiding en (stage)begeleiding van studenten. Zo kunnen zij daadwerkelijk studenten voorbereiden tot veranderingsbekwame professionals die vorm en inhoud kunnen geven aan het leren. Ook docenten lerarenopleiding zelf geven aan dat zij onvoldoende ervaring met specifieke doelgroepen hebben, de nood ervaren aan praktijktoetsing van eigen inzichten, … VELOV – conferentie 2014 38 Werkplekleren verwerft een steeds centralere rol als vorm van informeel leren in de beroepscontext. Het concept ‘samen opleiden’ wint bovendien meer en meer veld in de lerarenopleidingen in Nederland en Vlaanderen. Het project “docentenstages” onderzocht daarom of en hoe docentenstages een antwoord kunnen bieden op de professionaliseringsnood van docenten uit de lerarenopleidingen en ging na hoe dit de banden tussen docenten en leerkrachten nauwer kan aanhalen. Hoe groot is de winst voor studenten, leerkrachten, docenten? De overgang van natuurlijke getallen naar rationale getallen: een lessenreeks voor toekomstige leerkrachten. code: V1472 voorgesteld door Patrick Van Roy, wetenschappelijk medewerker KULeuven info: Wij doen een poging om de deelnemers te tonen hoe een moeilijk wiskundig onderwerp (rationale getallen) op een aantrekkelijke en creatieve manier kan aangebracht worden aan toekomstige leerkrachten lager onderwijs. In nauwe samenwerking tussen de KU Leuven en drie opleidingsinstituten voor leerkracht lager onderwijs (GroepT, Thomas More en Vives) werd een lessenreeks van 14 uur ontwikkeld die gericht is op het verbeteren van de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis van toekomstige leerkrachten in het domein van de rationale getallen. De pijlers van deze lessenreeks zijn drieledig. Vooreerst wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan misvattingen bij leerlingen (en toekomstige leerkrachten) inzake rationale getallen. Hierbij wordt onder meer gebruik gemaakt van “concept cartoons” waarbij diverse misvattingen van leerlingen aan bod komen. De tweede pijler van de lessenreeks is gericht op het aanleren van een diverse waaier van concreet, schematisch en abstracte representaties die afhankelijk van de context en de leerlingen ingezet kan worden bij het onderwijzen van rationale getallen. Ten derde beogen we met behulp van videofragmenten uit reguliere klaspraktijken en het analyseren en evalueren van bestaand handboekmateriaal de kloof tussen het opleidingsinstituut en de klaspraktijk te overbruggen. Een nieuwe bachelor in onderwijs: Bachelor na bachelor Schoolontwikkeling code: V1473 voorgesteld door Linda Naert, coördinator BNB Schoolontwikkeling Arteveldehogeschool info: De poster geeft zicht op professionaliserings- en doorgroeikansen van afgestudeeerden na de initïele lerarenopleiding. De inhouden en de doelen van de bachelor-na-bachelorpleiding Schoolontwikkeling worden hier voorgesteld. Engineering: van techniek naar innovatie en systeemdenken code: V1474 voorgesteld door Bea Merckx, lector Arteveldehogeschool info: Het STEM-actieplan 2012-2020 van de Vlaamse Overheid (2012) wil meer VELOV – conferentie 2014 39 loopbanen in wiskunde, exacte wetenschappen en techniek stimuleren. STEMonderwijs omvat vier disciplines: wetenschap, wiskunde, techniek en engineering. Tot op heden komen voornamelijk de eerste drie disciplines aan bod in het Vlaams onderwijs, terwijl ‘engineering’ niet expliciet een plaats krijgt binnen de Vlaamse context. Terwijl nu net ‘engineering’ de motivatie om voor deze richtingen te kiezen kan verhogen. Tijdens het academiejaar 2013-2014 wordt binnen de Arteveldehogeschool onderzoek gedaan rond de vraag: Welke leeromgeving is er nodig om ‘engineering’ te implementeren in het basisonderwijs en de eerste graad secundair onderwijs (materiaal en media, inhoudelijke informatie, didactisch aanpak)? Financiële geletterdheid bij leraren in opleiding code: V1475 voorgesteld door Geert Van Campenhout, hoofddocent finance KU Leuven - FEB@HUBrussel info: Een kwaliteitsvolle financiële educatie in het secundair onderwijs is enkel mogelijk indien de leerkrachten zelf deze materie voldoende beheersen. We presenteren de resultaten van een enquête rond financiele geletterdheid bij studenten die een BASO opleiding volgen. Er wordt inzicht geboden in het niveau van financiële geletterdheid bij deze toekomstige leraren en we bekijken de evolutie van het niveau van financiële geletterdheid tijdens hun opleiding. Het onderzoek kan een antwoord bieden met betrekking tot de specifieke thema's waarvoor het aangewezen is dat studenten bijkomende scholing of begeleiding zouden krijgen tijdens hun opleiding. Grenzen verleggen. Probleemoplossend en wiskundig denken ontwikkelen bij toekomstige onderwijzers. code: V1476 voorgesteld door Stefan Haesen, lector, onderzoekscoördinator Thomas More (Kempen) info: Er wordt een lessenreeks rond probleemoplossend en wiskundig denken voor de lerarenopleiding lager onderwijs gepresenteerd, gebaseerd op een voorstel voor een leerlijn rond deze thema's voor de lagere school. Binnen dit School of Education project worden de volgende doelstellingen nagestreefd: 1) Op niveau van het vakgebied wiskunde voor de lagere school ontwikkelen we een leerlijn voor het deeldomein probleemoplossend en wiskundig denken binnen wiskunde op basis van de reeds voorhanden zijnde (inter)nationale literatuur. 2) Op niveau van de lerarenopleiding Lager Onderwijs wordt een lessenreeks van 15 lesuren rond het thema probleemoplossend en wiskundig denken ontwikkeld op basis van het aanwezige wetenschappelijke onderzoek. Deze lessen worden gekoppeld aan de verschillende leerdomeinen binnen wiskunde, de verschillende heuristieken worden hierin aangereikt, ze worden geplaatst in een didactische leerlijn en geïllustreerd met lesvoorbereidingen van concrete lessen voor de lagere school. 3) Op het niveau van de studenten worden minstens 3 demolessen rond probleemoplossend denken ontwikkeld en gefilmd die als “good practices” worden gebruikt. Hieromtrent worden er gerichte stageopdrachten opgesteld waardoor de VELOV – conferentie 2014 40 attitudewijziging voor de toekomstige onderwijzers een concrete vorm krijgt. 4) Op het niveau van disseminatie wordt het materiaal uit de vorige punten beschikbaar gesteld voor studenten, lerarenopleiders en onderwijzers via een website. 5) Een nascholingstraject voor het werkveld rond de leerlijn probleemoplossend en wiskundig denken wordt ontwikkeld. Het gebruik van iPads in een les met activerende directe instructie code: V1477 voorgesteld door Tania Mouton, hoofdlector Hogeschool Gent info: Invoering van iPads zorgt voor het inzetten van ICT-vaardigheden waardoor differentiëren vergemakkelijkt wordt. M.a.w. hierdoor wordt er gefocust op twee kernbegrippen van het onderwijs van de 21ste eeuw. Tijdens een recent onderzoek TOinK! (= Tablets Optimaal in de Klas), uitgevoerd door een wiskundedocent en fysicadocent van de vakgoep wetenschapsdidactiek aan de lerarenopleiding van de Hogeschool Gent, wilden we een antwoord krijgen op de volgende onderzoeksvraag: Kan het gebruik van iPads het differentiëren binnen wiskundelessen en fysicalessen in heterogene groepen vergemakkelijken en kan men op die manier maximale leerkansen aanbieden aan alle leerlingen? Het onderzoek werd uitgevoerd bij twee testgroepen in de eerste graad, eerste jaar van het secundair onderwijs van het KA Zottegem: namelijk enerzijds een testgroep die les kreeg met iPads en anderzijds een testgroep die les kreeg zonder invoering van ICT. Via pre- en posttesten werd een antwoord geformuleerd op de onderzoeksvraag. Het resultaat was dat de testgroep die werkte met iPads tijdens een wiskundeles in tegenstelling tot de testgroep die er niet mee werkte geen significante leerwinst boekte. We denken dit onderzoeksresultaat te kunnen verklaren doordat het instructiedeel tijdens de les in de klassen met iPads te kort was! We formuleren voor deze laatste tekortkoming een mogelijke concrete oplossing. Door iPads in te zetten in een les waarin het didactisch model van de activerende directe instructie wordt gehanteerd, vermoeden we dat er voor al deze leerlingen maximale leerwinst wordt bereikt. ‘Inclu-S-ed’: inclusive science education code: V1478 voorgesteld door Lieveke Hellemans, lector Thomas More (Vorselaar) info: De algemene doelstelling van het project is het onderzoeken van de effecten van de methodiek van het onderzoekend leren binnen het wetenschapsonderwijs op de leermotivatie en de leerresultaten van alle leerlingen in de derde graad van de lagere school, met specifieke aandacht voor gelijke onderwijskansen. Aan de hand van een innoverende lessenreeks wordt op een onderzoeksmatige wijze nagegaan welke randvoorwaarden van doorslaggevend belang zijn om het toekomstige wetenschapsonderwijs aantrekkelijker, leerresultaatgerichter en inclusiever te maken. VELOV – conferentie 2014 41 De materialenkoffer ‘i-Ouder’. Een interactieve methodiek voor het werken aan ouderbetrokkenheid. code: V1479 voorgesteld door Greet Van Doren, projectleider i-Ouder CVO LIMLO info: In het kader van NOvELLe (Netwerk voor de Ontwikkeling van Expertise voor de Limburgse Lerarenopleiding) ontwikkelde één van de projectgroepen een interactieve methodiek om te werken rond ouderbetrokkenheid, de ‘i-Ouder’. Het werd een materialenkoffer vol teasers, stellingenkaarten, situatiekaarten, ouderkaarten, posters, stickers en een tijdscapsule. Aan de materialenkoffer werd een website gekoppeld (www.iouder.eu) met meer good practices, literatuur en webreferenties. De koffer is bruikbaar in het secundair onderwijs en in de lerarenopleiding. Het instrument reikt handvatten aan om de competenties uit de functionele gehelen 6 en 8 te versterken, en kan aspirant-leerkrachten ondersteunen in visie-ontwikkeling m.b.t. ouderbetrokkenheid. Maxiclass code: V1480 voorgesteld door Wouter Hustinx, coördinator expertisecel ICTO Hogeschool PXL info: MaxiClass is een educatief pakket voor de lerarenopleiding. Het pakket bestaat uit een videospel en een didactische syllabus. De speler kruipt in de huid van de leraar en geeft een les over fastfood. Dat vakoverschrijdende thema is bewust gekozen. De speler wordt voortdurend uitgedaagd om keuzes te maken. Hij of zij krijgt telkens een lijst van verschillende mogelijkheden, waaruit een keuze gemaakt wordt. Die hebben een invloed op het welbevinden, de betrokkenheid en het competentiegevoel van de leerlingen. Het spel is dynamisch opgevat, wat wil zeggen dat bij elke speelbeurt andere situaties voorkomen. Na de speelbeurt kan de speler een rapport opvragen, waarin de gemaakte keuzes in chronologische volgorde worden weergegeven, in combinatie met hun effect op de drie variabelen. Dit rapport kan een uitgangspunt zijn voor reflectie op het handelen. Het spel wordt geflankeerd door een didactische syllabus voor de lerarenopleider en de student-leraar. Die syllabus bevat reflectie-opdrachten en een theoretische duiding van het spel. Het spel werd intussen ook uitgetest, de resultaten zijn hiervan opgenomen in de poster. Praktijkgericht onderzoek in de Vlaamse geïntegreerde lerarenopleidingen: een casestudie onderzoek code: V1481 voorgesteld door Hanne Tack, doctoraatsbursaal Universiteit Gent info: Elke lerarenopleiding heeft sedert tien jaar de opdracht om ‘Praktijkgericht VELOV – conferentie 2014 42 Wetenschappelijk Onderzoek’ (PWO) te verrichten. Deze studie biedt inzicht in hoe lerarenopleidingen met deze opdracht omgaan. In het kader van de stijgende aandacht voor de professionalisering van leraren en hun opleiders en de decretale opdracht om Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek te verrichten (PWO), vormen de lerarenopleidingen een ideale context om de relatie tussen onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk te optimaliseren. Ondanks deze focus ontbreekt echter informatie over de manier waarop de lerarenopleidingen vorm geven aan deze opdracht. De centrale onderzoeksvraag luidt daarom als volgt: ‘Hoe krijgt praktijkgericht onderzoek vorm in de geïntegreerde lerarenopleidingen in Vlaanderen?’. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden werd in 2012-2013 een casestudie onderzoek opgezet in vijf geïntegreerde lerarenopleidingen in Vlaanderen. P-REVIEWS: Onderzoek koppelen aan je vak! code: V1482 voorgesteld door Job De Meyere, onderzoekscoördinator KHLim info: Laat je klaspraktijk uitdagen door nieuwe wetenschappelijke inzichten en inspirerende voorbeelden. In het project P-REVIEWS (School of Education, 2011-2013) worden resultaten van wetenschappelijk onderzoek over actuele vakdidactische thema’s op een vlot leesbare manier bijeengebracht via praktijkgerichte reviews van onderzoek. Op die manier wil P-REVIEWS bijdragen tot een grotere toegankelijkheid van het wetenschappelijk onderzoek en stimuleren dat deze inzichten ook daadwerkelijk kunnen doorstromen naar de klaspraktijk. Onderzoek is immers een motor voor een innoverend didactisch handelen in de klas. De P-REVIEWS bieden vele concrete praktijkvoorbeelden die aansluiten bij de eigen onderwijscontext om de transfer tussen onderzoek en onderwijs te verhogen. Op het online webplatform www.p-reviews.be kan je beknopt de belangrijkste bevindingen terugvinden, naast bijkomende didactische wenken en praktijkvoorbeelden. PWO-onderzoek binnen de lerarenopleiding van Hogeschool PXL code: V1483 voorgesteld door Michel Janssens, onderzoekscoördinator Hogeschool PXL info: Onderzoek is een aspect binnen de lerarenopleiding dat minder gekend is bij het lectorenteam. Nochtans wordt via het ‘Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek’ (PWO) heel wat expertise verspreid over didactische, pedagogische en inhoudelijke inzichten. Op deze presentatie worden de lopende PWO-projecten binnen de Hogeschool PXL, departement Education, voorgesteld. Mediawijze leraren en leerlingen code: V1484 voorgesteld door Carmen Van Puyenbroeck, onderzoeker/coördinator Memori Thomas More (Mechelen) in samenwerking met Joke Duponcheel, Marc Gorremans en Kristof Verschueren VELOV – conferentie 2014 43 info: Via het overlegplatform 'mediawijze leerkrachten' gaan we na: - wat mediawijsheid voor de aanwezigen betekent; - welke praktijken/methodieken ze hanteren; - welke noden/behoeften er leven. De content uit dit overlegplatform wordt meegenomen in een dossier ‘Mediawijsheid en onderwijs’ dat gelanceerd wordt door Mediawijs.be (Vlaams kenniscentrum mediawijsheid, www.mediawijs.be ) in september 2014. De aanwezigen krijgen dus enerzijds gloednieuwe content te horen én hebben een stem in de opmaak van een dossier op Vlaams niveau. Professionalisering van lerarenopleiders via praktijkonderzoek code: V1485 voorgesteld door Joke Hurtekant, docent Arteveldehogeschool project uitgevoerd in samenwerking met Ouahab Amal, Elke De Muynck, Vicky De Windt, Griet Mathieu, Joris Pauwels, Hanne Tack en Ruben Vanderlinde info: Professionalisering en onderzoekende houding van lerarenopleiders zijn belangrijke thema’s in (inter)nationaal beleid en onderzoek. Het voorgestelde project speelt hierop in via de opzet van een professionaliseringstraject rond praktijkonderzoek voor leraren. De laatste jaren wordt in literatuur en beleid op nationaal en internationaal vlak steeds meer aandacht gegeven aan de professionalisering van de lerarenopleider (Campbell et al, 2013). Zo is er de Europese oproep tot een verhoogde aandacht voor de professionaliteit van de lerarenopleider (European Commission, 2010) en verwijst Nederlands onderzoek naar het gebrek aan overeenstemming over de rol van ‘onderzoeker’ van de lerarenopleider (Lunenberg et al, 2013). Maar ook in Vlaanderen staat dit hoog op de agenda (beleidsevaluatie lerarenopleiding, 2013). Ook nam VELOV in 2012 in het ontwikkelingsprofiel Vlaamse lerarenopleider uitdrukkelijk de rubriek ‘lerarenopleider als innovator & onderzoeker’ op. Op de conferentie kunnen we al de eerste voorlopige bevindingen presenteren. Speed-dates & infostanden Je krijgt de gelegenheid om informeel van gedachten te wisselen met verantwoordelijken van de VELOV-werkgroepen ‘PAV’ en ‘Supervisie’. Ook de medewerkers van de VELOV-partners ‘Lerend Netwerk Diversiteit’ en ‘KlasCement’ staan je graag te woord. In onze m2m-zone stellen enkele uitgeverijen hun aanbod voor de lerarenopleidingen voor. VELOV – conferentie 2014 44 www.thomasmore.be/velov VELOV – conferentie © 20142014 – LeON kenniscentrum voor onderwijs Thomas More (Mechelen) samenstelling: Marc Gorremans, coördinator LeON 45
© Copyright 2024 ExpyDoc