Een tweesporenbeleid inzake kinderarmoede

Een tweesporenbeleid inzake kinderarmoede
Michel Vandenbroeck & Wim Van Lancker
2014
EXECUTIVE SUMMARY
1
Het Vlaams Armoedesteunpunt is een samenwerkingsverband van UA, KU Leuven, KdG-Hogeschool en
UGent.
Gelieve naar deze publicatie te verwijzen als volgt:
Vandenbroeck, M. & Van Lancker, W. (2014), Een tweesporenbeleid inzake kinderarmoede , executive
summary, Antwerpen: Vlaams Armoedesteunpunt
Voor meer informatie over deze publicatie: [email protected] of
[email protected]
Deze studie werd uitgevoerd in het kader van het Vlaamse armoedesteunpunt en werd gefinancierd
door de Vlaams Minister bevoegd voor Armoedebestrijding, Ingrid Lieten.
De conclusies van deze publicatie vertolken niet noodzakelijk de visie van de opdrachtgever.
Het VLAS bestaat uit onderzoekers die vanuit verschillende disciplines en perspectieven samen
werken. De inhoud en de conclusies van deze publicatie vertolken enkel de visie van de auteurs.
© 2013 Vlaams Armoedesteunpunt
p.a. Vlaams Armoedesteunpunt
Centrum OASeS
Sint Jacobstraat 2 (M232)
2000 Antwerpen
Deze publicatie is ook beschikbaar via www.vlaamsarmoedesteunpunt.be
2
EXECUTIVE SUMMARY
Wat leren we uit het wetenschappelijk onderzoek voor een effectief beleid dat inzet op
kinderarmoede? Dat is het onderwerp van dit dossier. We doen dat op twee gebieden: early
childhood education and care (ECEC of de verzamelterm voor kinderopvang, kleuterschool en
opvoedingsondersteuning) en de kinderbijslag. Dat betekent niet dat een beleid dat de
kinderarmoede bestrijdt kan volstaan met in te zetten op deze twee domeinen. Het zijn echter
wel twee Vlaamse bevoegdheden die een belangrijke bijdrage kunnen leveren en die gerelateerd
zijn aan het hebben van kinderen. Wat de kinderopvang betreft stellen we vast dat de
toegankelijkheid van de kinderopvang voor gezinnen in armoede moet verbeteren om een
verschil te kunnen maken. We geven ook concreet aan wat de knelpunten zijn en hoe die kunnen
aangepakt worden op het niveau van het lokale en bovenlokale beleid en op het niveau van de
voorzieningen. Wat de kleuterschool betreft, scoort Vlaanderen internationaal hoge ogen doordat
de behoefte volledig gedekt wordt. De knelpunten situeren zich hier vooral in de begrijpbaarheid
en de bruikbaarheid voor gezinnen in armoede en voor gezinnen met een migratieachtergrond.
Ook wat de relatie met ouders betreft kan nog een tandje bij gestoken worden. De kinderbijslag
heeft een directe impact op het gezinsinkomen en kan zo het armoederisico van (gezinnen met)
kinderen rechtstreeks verminderen. Om dat te bewerkstelligen moet het kinderbijslagstelsel
hervormd worden en moeten meer middelen selectief worden ingezet. De overheveling van de
bevoegdheid voor de kinderbijslagen naar de gemeenschappen is hiervoor het uitgelezen
moment, maar een hervorming mag nooit een achteruitgang betekenen wat performantie en
effectief bereik van de gezinnen betreft. We bespreken tot slot enkele mogelijkheden en valkuilen
om tot een geïntegreerd kindbeleid in Vlaanderen te komen. We concluderen dat kinderbijslagen
en ECEC een tandem vormen, en dat beide beleidssporen even belangrijk zijn in het bestrijden van
kinderarmoede.
3