KBS JACINTA SCHOOLGIDS 2014 / 2015 Kbs Jacinta, Viveslaan 3, 4834 XV Breda Telefoon 076 5650261 Ziekmeldingen: 076 5600550 www.jacintaschool.nl / [email protected] 1 INHOUD Welkom 03 Waar wij voor staan 04 Kbs Jacinta, een INOS-school 05 Hoofdstuk 1 De inhoud van het onderwijs 1.1 Onderwijs in ontwikkeling 1.2 Omgaan met elkaar 1.3 Onderwijsinhoud in groep 1-2 1.4 Onderwijsinhoud in groep 3 1.5 Onderwijsinhoud in groep 4-8 1.6 Zaakvakken 1.7 Muzische vorming 1.8 Gebruik van computers 1.9 Huiswerk 1.10 Speciale activiteiten 1.11 De resultaten van ons onderwijs 06 06 08 10 11 13 14 15 16 16 17 Hoofdstuk 2 De organisatie van het onderwijs 2.1 Groepsindeling 2.2 Werken op eigen tempo en niveau 2.3 Het team 2.4 Contact met de ouders 2.5 Medezeggenschapsraad 2.6 Ouderraad 19 20 21 22 24 24 Hoofdstuk 3 Ondersteuning voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte 3.1 Passend Onderwijs 3.2 Passend Onderwijs op de Kbs Jacinta 26 29 Hoofdstuk 4 Praktisch 4.1 Schooltijden 4.2 Aanwezigheid 4.3 Tussenschoolse opvang door Kober kinderlunch 4.4 Naschoolse opvang door Kober BSO Jacinta 4.5 Sponsoring op de scholen van INOS 4.6 Veiligheidsbeleid op de scholen van INOS 32 32 33 34 35 35 Bijlage 1 Klachtenregeling INOS 37 2 WELKOM Hierbij ontvangt u onze geheel vernieuwde schoolgids voor het schooljaar 2014-2015. Alle informatie die voor u als ouder / verzorger relevant is, vindt u hierin terug. Zo leest u in de eerste twee hoofdstukken alles over de inhoud en organisatie van ons onderwijs en de vernieuwingen waar we aan werken. Als school blijven we immers steeds zoeken naar kansen om het onderwijs aan onze leerlingen te verbeteren en voor elk kind passend te maken. Hoe we het onderwijs passend maken vindt u terug in het derde hoofdstuk over de mogelijkheden die we bieden aan kinderen met speciale onderwijsbehoeften. Tot slot is er in het vierde hoofdstuk vooral praktische informatie opgenomen. Voor actuele informatie verwijzen wij graag naar onze website www.jacintaschool.nl. Daar vindt u bijvoorbeeld onze protocollen, formulieren, de verlofregeling, onze promotiefilm, fotoalbums en nog veel meer waaruit blijkt dat Kbs Jacinta bruist van de leuke en leerzame activiteiten. Wij hopen dat u door dit alles een goed beeld krijgt van onze school. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u altijd contact met ons opnemen. Ons emailadres is: [email protected] Team Kbs Jacinta 3 Waar wij voor staan Kbs Jacinta is een katholieke basisschool in de wijk Blauwe Kei in Breda. De school telt zo’n 375 leerlingen en is daarmee een middelgrote basisschool. Kbs Jacinta is actief bezig met het leren van de kinderen. We zijn er steeds op gericht om een omgeving te scheppen waarin dat op de juiste wijze kan gebeuren. Leren gaat niet altijd vanzelf, het werken in een veilige omgeving maakt dat kinderen open staan voor leren. Uit onder andere het tevredenheidsonderzoek blijkt dat kinderen zich op onze school erg veilig voelen. Zij ervaren een fijne sfeer en gaan graag naar school. Dat vinden wij een groot goed. Vandaar dat alle vaardigheden op het gebied van de sociale en emotionele ontwikkeling continu onze aandacht hebben. Waarden en normen vormen de basis om op een respectvolle manier met elkaar om te gaan. We geven daarom op eigentijdse wijze vorm aan de tijdloze waarden authenticiteit, naastenliefde, weerbaarheid, gemeenschapszin, tolerantie, respect en verwondering. Op Kbs Jacinta besteden we veel aandacht aan de basisvaardigheden zoals taal en rekenen. Natuurlijk waren we er erg trots op dat we in 2011 de beste leerling van Nederland in ons midden hadden, maar ook de andere kinderen doen het heel erg goed en de resultaten liggen voor alle vak- en vormingsgebieden boven het landelijk gemiddelde. Omdat wij het belangrijk vinden dat kinderen ook hun creatieve kant kunnen ontwikkelen, hebben wij een vakleerkracht voor beeldende vorming en techniek en krijgen wij ondersteuning vanuit dansgezelschap “De Stilte” voor het opzetten van een leerlijn dans. Daarnaast bezoeken alle groepen verschillende culturele activiteiten gedurende het schooljaar en zijn er uitstapjes rondom natuureducatie, geschiedenis en techniek. Kortom, wij bieden een breed en rijk aanbod. We vinden het een eer dat wij een bijdrage mogen leveren aan het proces waarin kinderen zich ontwikkelen tot zelfstandige individuen. We willen ze zowel op sociaal-emotioneel als op kennisgebied iets meegeven waar ze hun verdere leven profijt van hebben. 4 Kbs Jacinta, een INOS school Samen met Kbs De Burchtgaarde vormen wij een organisatorische eenheid binnen het INOS schoolbestuur. INOS is een vernieuwende, ambitieuze stichting voor Katholiek Onderwijs in de gemeente Breda. Zij kent 25 basisscholen, 1 school voor Speciaal Basisonderwijs en 3 scholen voor Speciaal Onderwijs (REC-3 scholen). Ongeveer 1200 medewerkers verzorgen onderwijs aan ruim 10.000 leerlingen. De organisatie wordt aangestuurd door een College van Bestuur en ondersteund door een eigen bestuursbureau. INOS is Verbindend INOS wil verbindingen mogelijk maken op meerdere terreinen. Binnen en buiten de klas, binnen en buiten de school. De tijd waarin we leven vraagt om een voortdurende check of we elkaar goed zien, begrijpen en elkaar betrekken. Alles is in beweging en veel gebeurtenissen en processen hangen met elkaar samen. Zeker als je spreekt over leren en talent. Vaardigheden en inzichten die leerlingen opdoen in het ene gebied zijn vaak overdraagbaar op een ander gebied. Een verbindende school neemt verantwoordelijkheid voor leren en ontwikkelen binnen en buiten de school en zoekt actief samenwerking met organisaties rondom de school. INOS is Verantwoordelijk Verantwoordelijkheid kent meerdere facetten. Het gaat over regie nemen en eigen initiatief tonen. Het gaat over ruimte en vertrouwen geven. En het gaat over aanspreekbaar zijn en verantwoording willen afleggen. We stimuleren leerlingen om in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces. We stimuleren respectvolle omgangsvormen, verantwoordelijkheid voelen voor elkaar en voor de natuur en het tonen van zorgzaamheid en medemenselijkheid. Ook het bevorderen van initiatief en leiderschap hoort bij verantwoordelijkheid nemen. Zelfverantwoordelijkheid vormt voor INOS de kern van de besturingsfilosofie. INOS is Authentiek Als we zeggen dat INOS authentiek is, dan bedoelen we dat we allemaal anders zijn en dat we dat toejuichen. Verschillen mogen er zijn. Je eigen persoonlijkheid voegt iets toe aan het geheel, versterkt wat een ander tekort komt. Als je in staat bent om verder te kijken dan de plichten en normen, kun je kiezen voor wat echt belangrijk voor je is, kun je je verwonderen over het onverwachte en je laten beïnvloeden om er sterker van te worden. Dan haal je het beste in elkaar naar boven en bereik je waar je samen voor wil gaan. We willen leerlingen in ontwikkeling brengen tot zelfdenkende burgers met voldoende zelfreflectie. We willen graag dat de puurheid van het kind ook in de volwassenheid door blijft stralen, zodat je jezelf niet serieuzer neemt dan nodig is. Dat je relativeringsvermogen hebt en kunt spelen met de talenten die je gegeven zijn. Contactgegevens INOS Postadres: Postbus 3513, 4800 DM Breda T: 076 561 16 88 F: 076 564 04 42 E: Algemeen [email protected] Bezoekadres: Bestuursbureau ANNAstede Haagweg 1 4814 GA Breda 5 Hoofdstuk 1 De inhoud van het onderwijs 1.1 Onderwijs in ontwikkeling Altijd in beweging Het geven van kwalitatief goed onderwijs vinden wij erg belangrijk. De verbetering van het onderwijs is een continu proces. Daarom blijven wij steeds op zoek naar mogelijkheden om de lessen kwalitatief nog beter te maken. Alles is immers aan verandering onderhevig, dus ook de school. Voor leerkrachten betekent dit dat zij regelmatig nascholingscursussen volgen om hun didactische kwaliteiten en inhoudelijke kennis verder te verbeteren en goed te kunnen inspelen op veranderingen in het onderwijs en de maatschappij. Ontwikkelpunten in het schooljaar 2014-2015 De twee grote pijlers waar we dit schooljaar mee aan de slag gaan zijn “Passend Onderwijs” en “Grenzeloos leren”. Bij “Passend onderwijs” gaat het over alles wat wij doen qua inhoud en organisatie van het onderwijs, om zodoende rekening te houden met de verschillen in onderwijsondersteuning van kinderen. Bij “Grenzeloos leren” gaat het over nieuwe manieren van lesgeven waarbij kinderen vaardigheden leren die nodig zijn in de tijd waarin zij leven: het inpassen van vaardigheden zoals samenwerken, presenteren, kritisch denken, creativiteit en media-wijsheid binnen de ICT, probleemoplossend vermogen, communiceren, sociaal culturele vaardigheden, etc. 1.2 Omgaan met elkaar Dagelijkse omgang We vinden het belangrijk dat kinderen op een vriendelijke en respectvolle manier met elkaar omgaan. De leerkrachten gebruiken situaties die zich voordoen op school als leermomenten 6 voor de kinderen. Samen kijken we hoe we een positieve oplossing voor een meningsverschil kunnen vinden. Kanjertraining Kanjertraining is een sociale vaardigheidstraining die kinderen leert sociaal gedrag bespreekbaar te maken. De handvatten om dit gedrag bespreekbaar te maken worden vanaf de kleutergroepen tot en met groep 8 doorgevoerd. De aanpak groeit als het ware met de kinderen mee aan de hand van vijf basisregels die voor de hele school gelden: niemand speelt de baas, niemand doet zielig, we lachen elkaar niet uit, we helpen elkaar en we vertrouwen elkaar. Het belangrijkste doel van de Kanjertraining is dat een kind positief over zichzelf en de ander leert denken. Met als gevolg dat het kind minder sociale stress ervaart en er prettige sfeer in de klas heerst waarin het kind zich veilig voelt. Het kind leert sociale problemen (zoals pesten, conflicten hebben, je buitengesloten voelen en teruggetrokken gedrag) bespreekbaar te maken en op te lossen met vertrouwen in elkaar. Het kind leert daarbij ook om op tijd hulp te vragen: aan de leerkracht, maar vooral ook aan medeleerlingen. Met behulp van vertrouwensspelletjes en oefeningen wordt het zelfvertrouwen en de onderlinge band tussen kinderen versterkt. Sociale situaties worden nagespeeld en besproken, kinderen geven elkaar tips bij het oplossen van problemen, maar ook tops over de dingen die goed gaan en die een leerling al goed kan. De Kanjermethode leert kinderen en leerkrachten in de eigen spiegel te kijken, maar leert ook te kijken naar elkaar en de verschillen te respecteren. Het uiteindelijke doel is om zelf een Kanjer te willen zijn, want dan zit je lekker in je vel, heb je veel succeservaringen en kun je jezelf zijn. Dit is een belangrijke basis voor het welbevinden, het kunnen leren en het verbeteren van leerresultaten. Katholieke identiteit Kbs Jacinta is een katholieke school. Het vertrekpunt ligt in de tijdloze waarden die hieruit voortkomen. Authenticiteit, naastenliefde, weerbaarheid, gemeenschapszin, tolerantie, respect, verwondering en eigentijdse spiritualiteit zijn begrippen waarmee de school actief vorm geeft aan haar identiteit. Op onze school zitten ook leerlingen met een andere geloofsovertuiging en/of die afkomstig zijn uit een andere cultuur. Wij zien dit als een verrijking en streven naar respect voor elkaar, begrip voor elkaar en een positieve benadering van de ander. De methode Trefwoord helpt ons daarbij. Deze brengt met behulp van thema’s twee werkelijkheden bij elkaar. De belevingswereld van het kind in de hedendaagse, multiculturele en religieuze samenleving en de wereld van de bijbel. Verhalen uit het dagelijks leven worden afgewisseld met verhalen uit de bijbel. Door middel van gesprekken zoeken we naar de relatie tussen de beide verhalen en de diepere betekenis hiervan. Zo staan we stil bij de waarden en normen die we belangrijk vinden om op een goede manier met elkaar en de wereld om te gaan. De voorbereiding op de Eerste Heilige Communie en het Vormsel gebeurt buiten schooltijd door werkgroepen die door de parochie zijn ingesteld. Zij nodigen de betrokken ouders van tevoren uit voor een informatieavond. De leerkrachten zullen in de klas aan beide gebeurtenissen aandacht schenken, opdat ook de kinderen die niet deelnemen aan de Eerste Heilige Communie of het Vormsel, weten waarmee hun klasgenoten bezig zijn. 7 Actief Burgerschap De maatschappij maken wij met z’n allen. Ook op kleinere schaal op school en in de klas geldt dat. Iedereen heeft daarin zijn of haar unieke aandeel. Hoe al deze “puzzelstukjes” samen tot uiting kunnen komen besteden wij vooral in ons programma sociaal-emotionele vorming expliciet aandacht. Vaardigheden als samen regels afspreken en handhaven, elkaar respectvol aanspreken, goed kunnen omgaan met kritiek en conflicten oplossen komen hier aan de orde. Binnen taal en wereldoriëntatie, vooral bij geschiedenis en aardrijkskunde in de bovenbouw, leren de kinderen over onze staatsvorm, de grondrechten van alle burgers en wat dat betekent voor ons gedrag. Binnen ons aanbod levensbeschouwelijke vorming komen ook facetten van actief burgerschap en integratie aan bod. In de bovenbouw besteden wij aandacht aan aspecten van een pluriforme samenleving en brengen wij onze leerlingen in aanraking met andere religieuze opvattingen. Pestprotocol Wanneer kinderen niet op de respectvolle manier die wij nastreven met elkaar omgaan, hanteren wij de stappen uit het pestprotocol. Op de website van onze school kunt u dit protocol terugvinden. 1.3 Onderwijsinhoud in groep 1-2 Thematisch onderwijs In de kleutergroepen geven wij les met behulp van projecten met een bepaald thema. Dit kunnen thema’s zijn die aansluiten bij de seizoenen en de feesten van het jaar, maar het kunnen ook andere onderwerpen zijn. Door alle activiteiten in samenhang aan te bieden, gaat het onderwerp voor de kinderen leven en krijgt het betekenis. Tijdens zo’n thema staan de muzieklessen, de prentenboeken, de taal- en rekenkringen, het spel in de huis-hoek en de teken- of knutselopdrachten allemaal in verbinding met elkaar. De projecten duren meestal enkele weken. We beginnen een project door de kinderen te vragen waar ze aan denken bij bijvoorbeeld het thema herfst. Deze dingen schrijven we op in een woordveld. Zo weten we precies wat de kinderen allemaal al weten en merken we waar ze interesse in hebben. We vragen de kinderen waar ze graag mee willen werken. Samen met de kinderen creëren we zo een uitdagende en rijke leeromgeving waarin veel te ontdekken valt. Spel Spelen is belangrijk voor kinderen in de kleutergroep. Kinderen van deze leeftijd beleven niet alleen veel plezier terwijl ze spelen, maar het is ook de manier waarop ze zich ontwikkelen. Spel is daarom overal in de groep aanwezig. Binnen de huishoek, de poppenkast en de bouwhoek krijgen de kinderen de mogelijkheid om op te gaan in hun eigen fantasiewereld. Tijdens het buitenspelen kunnen de kinderen gebruikmaken van allerlei spelmateriaal om te spelen en te ontspannen. Ook de werkjes die de kinderen in de klas maken, 8 zijn vaak gebaseerd op spel. Zo leren zij al spelend met ontwikkelingsmaterialen. Spel speelt ook tijdens de gymlessen een grote rol. De kinderen gymmen twee keer per week. We gebruiken hierbij de methode “Bewegen met peuters en kleuters”. Elke gymles heeft een bepaalde doelstelling. Denk hierbij aan vaardigheden als balanceren, gericht gooien, klimmen en springen, duikelen en rollen. Naast deze oefeningen spelen we ook een tik- of wedstrijdspelletje waarbij de kinderen samen spelen en plezier maken met elkaar. Taal De kleuters in de groepen 1-2 worden de hele dag omringd door talige activiteiten. We lezen voor, bekijken samen prentenboeken, leren versjes, luisteren naar vertellingen, voeren gesprekken of werken in de lees-, schrijf- en luisterhoek. De doelstellingen voor het taalonderwijs liggen vast in een document dat wij “beredeneerd leerstofaanbod Taal” noemen. Naast alle doelstelling zijn hierin de activiteiten en zogenaamde routines opgenomen. Eén zo’n routine is bijvoorbeeld de letterzak. Deze speelt in elke groep een belangrijke rol. Bij elk thema staat er een andere letter centraal die bij het thema past. Uw kind mag van thuis voorwerpen meenemen waarin deze letter voorkomt. In de kring schrijven we een kaartje met de naam van het voorwerp. Voor alle taalspelletjes die voorbereidend zijn op de leervoorwaarden voor groep 3 gebruiken wij de methode “Wat zeg je?”. Zo komen dezelfde doelstellingen aan bod in alle kleutergroepen. In de lees-, schrijf- en luisterhoek staan alle ontwikkelingsmaterialen bij elkaar die de taalontwikkeling stimuleren. Rekenen: Rekenrijk Vanaf dit schooljaar starten we in de kleutergroepen met de methode Rekenrijk. We werken hiermee vanaf groep 1 tot en met groep 8 en bieden zodoende een doorgaande lijn in het rekenonderwijs. In de kleutergroep vinden elke dag uitdagende activiteiten plaats op het gebied van getalbegrip, meten en meetkunde. Spelenderwijs krijgen kinderen alle kennis die zij nodig hebben om in groep 3 naadloos verder te gaan met het rekenonderwijs. Bij getalbegrip horen activiteiten die tot doel hebben dat kinderen de telrij kunnen opzeggen, kunnen werken met telbare hoeveelheden, erbij en eraf kunnen nemen van 1 of 2, splitsingen tot 6 kunnen maken en getalsymbolen kunnen herkennen en deze ordenen en koppelen aan hoeveelheden. Meten heeft betrekking op ordenen, vergelijken en afpassen van lengte, inhoud, gewicht en oppervlakte. Ook tijd is een grootheid die tot meten behoort. Bij meetkunde staan activiteiten centraal die oriënteren, construeren en/of opereren met vormen en figuren tot doel hebben. Naast de methode Rekenrijk komen er elke week spelletjes van ‘Met Sprongen Vooruit’ aan bod. Deze spelletjes zijn erop gericht het getalbegrip van kinderen te vergroten. Tot slot heeft elke groep een rekenhoek. Hier hangen de cijfers op een rij. Uw kind kan er rekenspelletjes doen en alle ontwikkelingsmaterialen op rekengebied liggen hier bij elkaar. De rekenhoek is een uitdagende plek om spelend met rekenen aan de slag te gaan. Schrijven: Schrijfdans In de kleutergroepen gebruiken we de methode Schrijfdans. Deze methode bereidt kleuters voor op het schrijven vanuit hun eigen emoties en hun eigen natuurlijke bewegingen. Het bewegen op muziek is belangrijker dan het resultaat op papier. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verhaaltjes, muziek en liedjes, rijmpjes en spelletjes die aan bewegingen worden 9 gekoppeld. Er zijn ronde en rechte bewegingen. Letters bestaan immers ook uit ronde en rechte vormen. De bewegingen worden gevoeld, gehoord in de muziek en ervaren. Eerst heel groot met heel het lijf in de lucht, daarna worden de bewegingen op papier toegepast. Voordat bijvoorbeeld de letter “o” wordt geschreven in groep 3, hebben de kleuters deze letter dus al gedanst, met grote cirkels in de lucht gemaakt, met scheerschuim of vingerverf op tafel gemaakt of met klei en zand. Al deze ervaringen zorgen ervoor dat kinderen de basisbewegingen van het schrijven in hun eigen tempo, met veel plezier eigen maken. 1.4 Onderwijsinhoud in groep 3 Taal: Veilig Leren Lezen Taalactiviteiten vinden plaats rondom het aanleren van een nieuw woord en de daarbij behorende letter; later rondom het automatiseren van het leesproces. We werken gedurende drie weken rond een thema. In het begin heel klassikaal om de structuur op een juiste en veilige wijze aan te kunnen brengen (hoe wordt er gewerkt, wat zijn de regels, wat betekenen de pictogrammen, waar vind ik de materialen e.d.). Daarna gaan we differentiëren (sluiten we aan op het niveau van de kinderen). Bij de eerste zes thema’s leren we alle letters aan. De letters worden fonetisch aangeboden, behalve de hoofdletters, die later in het jaar worden aangeboden. Dit is voor u belangrijk om te weten als u thuis met uw kind(eren) gaat lezen. De laatste thema’s bieden leerstof aan die het technisch lezen steeds vlotter moet laten verlopen en begrijpend lezen. De methode Veilig Leren Lezen biedt zeer veel materiaal aan om de kinderen te leren lezen: (voor)lezen van allerlei soorten verhalen en boeken, versjes, woorden stempelen/leggen op de letterdoos/leggen met magnetische letters/schrijven, plaatjes zoeken, taalspelletjes (ook op de computer), werkbladen (los of in werkboekjes) enz. Tutorlezen We hebben de afgelopen jaren ervaren hoe belangrijk het is om het lezen van losse woordjes te oefenen. Heel fijn is de hulp die we daarbij krijgen van de leerlingen van de bovenbouw. Zij gaan met ons tutorlezen. Hierbij lezen de oudste kinderen met één of meerdere kinderen uit groep 3. Het is belangrijk om elke dag thuis 10 minuten te lezen in de boekjes die aansluiten bij de leerstof van groep 3. De boekjes zijn ook te leen bij de bibliotheek. Noot: Een leerling uit groep 3 moet tenminste niveau M3 beheersen om naar groep 4 te kunnen. Dit leesniveau is namelijk noodzakelijk om mee te kunnen met de leerstof in groep 4. In februari en juni wordt uw kind getoetst op het leesniveau. Begrijpend lezen: Nieuwsbegrip Nieuwsbegrip is een methode voor begrijpend lezen. In groep 3 informeren we de kinderen en praten we over het thema van die week bij ‘De wakkere muis’. Rekenen: Rekenrijk In augustus 2014 starten we met de nieuwste versie van de methode “Rekenrijk”. We werken 10 hiermee vanaf groep 1 tot en met groep 8 en bieden zodoende een doorgaande lijn in het rekenonderwijs. Vanaf groep 3 bestaat de methode uit 12 blokken per jaar. Een blok bestaat uit 10 lessen met oefenstof, gevolgd door een toets. Naar aanleiding van de toets wordt gekeken of de kinderen herhalings- of verrijkingsoefeningen krijgen. De kinderen rekenen in niveaugroepen. Alle kinderen doen mee met de instructie van de leerkracht. Na deze uitleg gaat één groep kinderen aan de slag met de verwerkingsopdrachten en blijft een andere groep bij de leerkracht voor extra uitleg. Dit noemen we verlengde instructie. Sommige kinderen hebben juist minder uitleg nodig en werken met het zogenaamde routeboekje. Zij maken minder rekenstof uit het boek en maken vervolgens verrijkingsopdrachten die hen extra uitdaging bieden. Rekenactiviteiten vinden plaats rondom getalbegrip, het herkennen en benoemen van getallen, begrippen zoals meer/minder, splitsen van getallen, sprongen op de getallenlijn van 1, 2, 5 en 10, het maken van sommen (eerst tot 10, later tot 20), hoofdrekenen (tot 10), tellen/oriëntatie tot 130, klokkijken (hele en halve uren) en het omgaan met geld. Bij de sommen gebruiken wij (door de hele school) de termen “erbij” + en “eraf” (i.p.v. plus en min). De rekenactiviteiten gebeuren ook weer spelenderwijs en op de meest uiteenlopende manieren. Automatisering getalbegrip : Met Sprongen Vooruit Naast de methode Rekenrijk komen er elke week spelletjes van ‘Met Sprongen Vooruit’ aan bod. Deze worden onder andere ingezet bij het ophalen van relevante voorkennis ten behoeve van de rekenlessen uit “Rekenrijk”. Schrijven : Pennenstreken De schrijfmethode volgt de leerlijn in groep 3 van veilig leren lezen, de nieuwe letters die geleerd worden en de nieuwe woorden die aangeboden worden, worden in dezelfde periode ook geoefend in het schrijfschrift. Zo wordt een koppeling gemaakt tussen het leren schrijven en leren lezen. Het schrijven van de cijfers wordt ook met behulp van deze methode geleerd. 1.5 Onderwijsinhoud in groep 4 tot en met 8 Taal: Taal Actief en Taal Actief spelling We werken met de methode Taal Actief. Deze bestaat uit 8 hoofdthema’s. Over ieder thema doen we vier weken. Aan het begin van het schooljaar starten we met een instapweek, na twee thema’s is er een parkeerweek en aan het eind van het jaar een uitstapweek. De methode Taal Actief 4 werkt aan de volgende taaldomeinen. Tijdens de taallessen: Woordenschat Woorden zijn de bouwstenen voor de ontwikkeling van mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid. In deze lessen leren kinderen, nieuwe woorden, maar ook strategieën om woorden beter te onthouden en strategieën om zelf de betekenis van een onbekend woord in een tekst te achterhalen 11 Begrippen (in de methode wordt de term ‘taal verkennen’ gebruikt) Tijdens deze lessen gaat het om het actief onderzoeken van taal en de waardering voor de gevarieerdheid van taal. In deze lessen wordt gewerkt aan het verkennen van letters, klanken en leestekens. Het verkennen van woorden, zoals de woordvorming en de woordbenoeming hebben eveneens een plaats binnen deze lessen. Verder wordt er gewerkt aan het verkennen van de zinsvorming en zinsontleding. Spreken & luisteren Lessen in spreken & luisteren betekent onderwijs in mondelinge communicatie. Daarbij gaat het niet alleen om spreken en luisteren maar ook om het leren gebruiken en lezen van lichaamstaal. Kinderen leren hun bedoelingen in presentaties, gesprekken en discussies goed en krachtig te formuleren in woord, toon en gebaar. Schrijven Binnen deze lessen leren kinderen om verschillende genres en tekstsoorten te schrijven die elk hun eigen kenmerk hebben. Kinderen leren daarnaast kritisch te kijken naar hun eigen teksten en ze leren deze te herlezen en te verbeteren. Vanaf groep 5 leren kinderen een begin- en een eindversie te schrijven. De presentatie van schrijfwerk speelt een belangrijke rol, mensen en dus ook kinderen schrijven tenslotte om gelezen te worden. Tijdens de spellinglessen wordt er gewerkt aan het domein: Taalverzorging De kinderen leren de woorden uit de basiswoordenlijst van Taal Actief 4 correct te schrijven. Aanbod komen regels voor het spellen van werkwoorden, regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden en regels voor het gebruik van leestekens. Kinderen leren drie strategieën om zich de schrijfwijze van de woorden eigen te maken: de luisterstrategie, de regelstrategie en de weetstrategie. Met behulp van deze strategieën leren kinderen ook woorden die niet behandeld zijn goed te schrijven. Doel van deze lessen is ook dat kinderen zich bewust worden van. spellingproblemen, de aanpak van spellingproblemen en de controle op de juistheid van de schrijfwijze. Technisch lezen: Estafette De kinderen werken twee keer per week met Estafette. Ook hierbij worden zij ingedeeld in niveaugroepen. Zij lezen een half uur met de leerkracht of zelfstandig. Bij de methode Estafette hoort een werkboek waarin opdrachten staan die met de betreffende les te maken hebben. Twee maal per jaar wordt de technische leesvaardigheid getoetst met behulp van de AVI-toets en worden de niveaugroepen daarop aangepast. Begrijpend lezen: Nieuwsbegrip XL Voor begrijpend lezen maken we gebruik van de digitale methode Nieuwsbegrip XL. De teksten, die elke week gedownload worden, sluiten aan bij het laatste nieuws en spreken de kinderen zodoende meer aan dan algemene teksten die je in een methodeboek vindt. Ook bij begrijpend lezen kan gedifferentieerd worden en sluiten we aan bij het niveau van de kinderen. Daarom maken zij eens in de paar weken een toets die aansluit op de verschillende onderdelen die aan bod zijn geweest. Bijvoorbeeld: multiple choice, samenvatten, vragen 12 bedenken bij een reeds gegeven antwoord, etc. Ook werken de kinderen één keer per week aan het digitale gedeelte van Nieuwsbegrip XL Rekenen: Rekenrijk Rekenrijk verdeelt ieder leerjaar in twaalf blokken van drie weken. De basisstof komt in de eerste twee weken voorbij. In de derde week is er eerst ruimte voor toetsing, daarna maken leerlingen zelfstandig ‘weer-opgaven’ (herhaling) of ‘meer-opgaven’ (verrijking). Rekenrijk begint ieder schooljaar met een blok waarin de onderwerpen van het vorig jaar nog eens langskomen. Kinderen die een rekenvaardigheid leren op basis van begrip, slagen er ook na langere tijd nog in om de juiste aanpak te kiezen. Onze rekenmethode begint daarom met het inzicht in diverse aspecten van rekenen en wiskunde. Pas daarna gaan de leerlingen systematisch en consequent oefenen, automatiseren, memoriseren en onderhouden. Rekenrijk leert kinderen voor ieder rekenprobleem eerst de basisstrategie. Hebben ze die onder de knie, dan biedt de methode ook andere, handige strategieën aan. Schrijven: Pennenstreken Om de kinderen een mooi handschrift aan te leren werken wij de methode “Pennenstreken”. In groep 4 t/m 8 maakt de methode een koppeling gemaakt met de spelling van woorden, zodat ook hier het vloeiend schrijven en het oefenen van spellingvaardigheid in de werkboekjes van de schrijfmethode extra worden ingeoefend. 1.6 Zaakvakken Tot en met groep 4 worden de zaakvakken geïntegreerd in de thema’s die centraal staan in de klas. Vanaf groep 5 wordt er methodisch gewerkt aan natuur en techniek, geschiedenis, aardrijkskunde en verkeer. Natuur en techniek: Leefwereld Er worden diverse thema’s behandeld. Kinderen voeren eenvoudige onderzoekjes uit en doen proefjes. Leefwereld is een echte doe-methode. Natuur, techniek en wetenschap zijn geen abstracte onderwerpen. Integendeel; we komen er dagelijks mee in aanraking: Wanneer je bloemen plukt langs het fietspad, wanneer je een vlieger oplaat en wanneer je vragen stelt over alles om je heen. Jonge kinderen hebben oog voor hun directe omgeving en willen er graag méér van weten. Leefwereld speelt in op die nieuwsgierigheid. Geschiedenis: Bij de tijd Tijdens de geschiedenislessen komen in elke groep andere tijdvakken aan de orde, van de prehistorie tot en met de hedendaagse geschiedenis. Binnen elk schooljaar komen 10 verschillende tijdvakken aan bod, maar steeds worden andere historische gebeurtenissen en personen uitgelicht. Zo wordt de kennis van elk tijdvak steeds verder uitgebreid en bouwen de kinderen laag voor laag een beeld van de geschiedenis op. 13 Aardrijkskunde: Wijzer door de wereld De leerlingen maken kennis met de diverse gebieden op aarde, de verschillen tussen die gebieden en de gevolgen voor alles wat er leeft. Klimaatverandering, zorg voor het milieu, rijk en arm; stuk voor stuk belangrijke onderwerpen die in de aardrijkskundeles niet mogen ontbreken. Wijzer door de wereld laat zien welke rol die onderwerpen spelen in het leven van gewone mensen, ver weg en dichtbij. Ieder hoofdstuk van Wijzer door de wereld bevat drie lessen met basisstof. Tijdens de vierde les maken de leerlingen in het werkboek een samenvatting van de drie voorgaande lessen. Door het maken van de samenvatting bereiden de leerlingen zich voor op de twee toetsen: één over de aardrijkskundige inhoud en één over de topografie. 1.7 Muzische vorming Naast aandacht voor de basisvaardigheden taal en rekenen besteden wij veel tijd aan muzische vorming. We vinden het belangrijk dat kinderen zich breed kunnen ontwikkelen en al hun talenten ruimte krijgen binnen ons onderwijs. Bij muzische vorming gaat het om de verbeeldingskracht van kinderen. Zij leren om denkbeelden, gevoelens en fantasieën vorm te geven in literatuur, dans, drama, cultureel erfgoed en fotografie & animatie. Beeldende vorming: Vakleerkracht Elke maandag komt Monique Beljaars om met de kinderen van groep 3 tot en met 8 beeldende vorming te geven. Zij beschikt over een speciaal hiertoe ingericht lokaal, waarin de kinderen alle ruimte en middelen hebben voor hun creatieve uitingen. De leerlingen worden door verschillende opdrachten uitgedaagd om hun creativiteit te ontwikkelen. Er is een breed aanbod van materialen en technieken. Naast de lessen door de vakleerkracht geven de leerkrachten zelf ook teken- en handvaardigheid opdrachten. Hierbij maken zij gebruik van de module beeldende vorming van de methode Moet je doen. Beeldende vorming: Moet je doen. Bij de module beeldende vorming krijgen de leerlingen tal van uitdagende en aansprekende opdrachten. Ze gaan hiervoor op zoek naar hun eigen oplossing. Centraal in die zoektocht staat altijd een kunstwerk. Een kunstwerk met een verhaal en een betekenis voor kinderen. Zo wordt de opdracht voor de leerlingen betekenisvol en worden ze uitgenodigd om te (leren) verbeelden. Kleuren, knippen, tekenen, vouwen, zagen; het zijn allemaal vaardigheden die leerlingen in deze module leren. Muziek: Moet je doen De module muziek van de methode Moet je doen, neemt leerlingen mee op een muzikale reis en richt zich op zingen, luisteren, muziek maken, vastleggen en bewegen. Door de verschillende activiteiten is muziek echt een doe-vak. De leerlingen doen op een speelse en leuke manier kennis, inzicht en vaardigheden op en leren een mening te vormen over muziek. 14 Dans: Moet je doen, bewegen met peuters en kleuters, schrijfdans Danslessen worden vooral gegeven in de onderbouw van onze school. Bij de kleuters is dans een vast onderdeel van de methode voor bewegingsonderwijs “Bewegen met peuters en kleuters”. Elke twee weken dansen de kinderen. Het betreft hier dansen die gebaseerd zijn op de basisbewegingen van het volksdansen. In de groepen 3 en 4 wordt gewerkt met de module “Dans” van de methode “Moet je Doen”. Deze laat de leerlingen op allerlei manieren kennismaken met verschillende vormen van dansexpressie. Veelal gebeurt dit d.m.v. een thema-gerichte les. Daarnaast beschikken we voor elke groep over een lessencyclus die uitgeschreven is door het internationale dansgezelschap “De Stilte”. De afgelopen twee jaar zijn er in elke groep een drietal keer per jaar dansers van de Stilte als gastdocent aan onze school verbonden geweest. Zij namen de kinderen op een eigen manier mee door de wereld van de dans. Deze danslessen worden dit jaar in de groep 1 tot en met 4 door de leerkrachten zelf gegeven en zijn hiermee vast onderdeel van het lesprogramma geworden. Aanbod cultuurwinkel Breda: De Grote Ontdekking In de gemeente Breda is het aanbod van de cultuureducatie voor het basisonderwijs samengevat in De Ontdekking. Een aantal Bredase culturele instellingen biedt samen met Kunstbalie, de provinciale cultuureducatie aanbieder, een afwisselend programma in alle muzische disciplines. Elk jaar bezoeken de leerlingen activiteiten die georganiseerd worden door of in het Chassé Theater, Breda’s Museum, Bibliotheek Breda, Nieuwe Veste, Stadsarchief Breda, Grote Kerk, De Stilte en MOTI. Binnen een cyclus van acht jaar komen de kinderen zo zeer regelmatig in aanraking met toneel, muziek, dans en film. Het cultuurbudget van de ouderraad geeft ook mogelijkheden voor veel verschillende culturele activiteiten. 1.8 Gebruik van computers Binnen onze school wordt veel gebruik gemaakt van computers. In de groepen 1 en 2 maken de kinderen voor het eerst kennis met de computer op school. Ze werken met programma’s die kindvriendelijk zijn en die de begrippen verduidelijken die voor deze leeftijdsfase belangrijk zijn. In eerste instantie staan de muisvaardigheid en openen en sluiten van vensters centraal. Wanneer dit goed gaat, spelen de kinderen met educatieve programma’s die hen uitdagen tot spelend leren. De leerlingen van groep 3 ervaren de computer als een vanzelfsprekend element dat hen inwijdt in de programma’s die worden gehanteerd als extra hulpmiddel bij het aanvankelijk lees-, taal- en rekenonderwijs. De leerkrachten kunnen voor het aanvankelijk leesonderwijs de vorderingen van de leerlingen bijhouden met het computerprogramma “Manager” (bij “Veilig leren lezen”) en kunnen zo de zorg op maat binnen de groep nog beter en sneller aanbieden. De groepen 4 t/m 8 werken met computerprogramma’s behorende bij de Rekenrijk en voor Nieuwsbegrip XL! Het maken van werkstukken en het maken van PowerPoint presentaties. Verder maken we gebruik van een breed scala aan educatieve software om het leerstofaanbod te verlevendigen en uit te breiden. Ook gebruiken wij speciale remediërende programma’s. Dit zijn programma’s waarmee op eigen niveau extra hulp kan worden geboden. 15 In de groepen 3 tot en met 8 wordt dagelijks gebruik gemaakt van de vele mogelijkheden van het digitale schoolbord. Ook internet neemt een belangrijke plaats in binnen ons onderwijs. Via wifi kunnen de kinderen en leerkrachten vanuit elk lokaal gebruik maken van draadloos internet. Een internetprotocol zorgt voor een goed en veilig gebruik van dit medium. U vindt het protocol op de website van onze school. 1.9 Huiswerk Huiswerk bevordert de zelfstandigheid van kinderen. Door zelf verantwoordelijkheid te dragen voor het opgedragen werk en zelf te plannen wanneer het gemaakt / geleerd moet worden om er op tijd mee klaar te zijn. Huiswerk vergroot de betrokkenheid van de ouders bij de school en bij het leren van hun kind. Door het huiswerk dat thuis gemaakt wordt, kunnen ouders beter zicht krijgen op wat op school gebeurt. Huiswerk maken betekent uitbreiding van leertijd, waardoor leerprestaties verbeterd kunnen worden. Door naast de leertijd op school thuis ook nog bezig te zijn met het inoefenen of herhalen van bepaalde leerstof, kan het leerresultaat positief worden beïnvloed. Huiswerk helpt mee aan een goede voorbereiding voor het voortgezet onderwijs. In het voortgezet onderwijs wordt er van uitgegaan dat huiswerk maken een logisch verlengstuk is van het dagelijks schoolbezoek. Als kinderen daar al wat vertrouwd mee raken op de basisschool, zal dit zeker bijdragen aan het zich snel kunnen aanpassen aan de manier van werken in het voortgezet onderwijs. Soms wordt huiswerk meegegeven aan kinderen die problemen ondervinden met de leerstof. Huiswerk zien we dan als een extra steuntje om die problemen het hoofd te bieden. Met deze vorm van huiswerk gaan we wel voorzichtig om. Want juist de kinderen om wie het hier gaat, ondervinden onder schooltijd ook al een behoorlijke druk. In goed overleg met de ouders bekijken we in zo’n geval wat wel en niet kan. 1.12 Speciale activiteiten Feestelijke momenten Op onze school wordt hard gewerkt, maar als er iets te vieren valt, doen wij dat ook en met veel plezier. Het komt de sfeer ten goede door op momenten die zich daarvoor lenen met elkaar feest te vieren. Uiteraard staan wij stil bij de verjaardagen van kinderen en leerkrachten en de bekende feesten Sinterklaas, Kerstmis en Carnaval. In de Kinderboekenweek organiseren we speciale activiteiten om het lezen van boeken te promoten. Aan het begin van het schooljaar hebben we een zogenaamde picknickdag. Een keer per jaar organiseren we een sportdag en de kinderen van groep 8 sluiten hun schoolperiode af met een musical en een schoolkamp. Themaweek Eén keer per jaar werken we met de hele school een week aan hetzelfde thema. Deze 16 themaweek heeft meestal een link met techniek of cultuur. De twee gebieden waar wij onze kinderen iets extra’s in willen meegeven. In de themaweek vervalt het reguliere lesprogramma en geven wij alle vakken geïntegreerd. We maken leerzame excursies of halen gastdocenten in onze school. Het is een week die bruist van de leerzame activiteiten en die de kinderen de gelegenheid geeft om nog meer in samenhang te leren. Een keer per drie jaar, staat de themaweek in het teken van het techniektoernooi. Het techniektoernooi is een techniekwedstrijd voor leerlingen uit alle groepen van het basisonderwijs. In teams van maximaal vier leerlingen, werken de kinderen aan een technische opdracht van het landelijk techniektoernooi. www.techniektoernooi.nl. Wij gebruiken deze opdrachten voor ons eigen schooltoernooi waarbij de kinderen volop bezig zijn met samenwerkend leren, creatief denken, experimenteren, onderzoeken etc.. Buitenschoolse activiteiten De kinderen uit de bovenbouw doen elk jaar mee met het schoolvoetbal- en schoolhockey toernooi. Hierin gaan zij de sportieve strijd aan met teams van andere basisscholen in Breda. Dit is elk jaar weer een gezellige dag waar fanatiek voor getraind wordt in de weken voor het toernooi. 1.11 De resultaten van ons onderwijs Wij doen er alles aan om uw kind naar vermogen te laten werken en presteren op alle mogelijke terreinen. De leerkrachten doen er hun best voor en ook van de kinderen verwachten we dat ze proberen zo goed mogelijk hun talenten te gebruiken. Een goed pedagogisch klimaat is naast een goede manier van lesgeven van groot belang om te bevorderen dat kinderen bereiken wat ze aankunnen. Kortom: kwaliteit leveren in de mate waarin die haalbaar en verantwoord is. Uiteindelijk streven we ernaar om het kind te begeleiden naar de vorm van voortgezet onderwijs die voor hem of haar het meest geschikt is. Door de extra zorg die we op school geven, worden er weinig kinderen verwezen naar een speciale school voor basisonderwijs (rond slechts 1 %). Doubleren komt wel voor, maar dan vooral omdat het kind in sociaal en/of emotioneel opzicht nog niet toe is aan een hogere groep. Over de uitstroom naar het voortgezet onderwijs zijn wij altijd tevreden. Het gaat er immers niet alleen om naar welk schooltype het kind gaat, maar vooral dat het kind een school gaat bezoeken waar hij/zij zich het meest thuis voelt: een school die aansluit bij de capaciteiten en ambities. De resultaten van de Cito-toets in groep 8 liggen boven het landelijk gemiddelde. In onderstaande tabel kunt u de uitstroom van de laatste 3 jaar terugvinden. Ook kunt u een exemplaar van het Jaarverslag van INOS opvragen waarin gelijksoortige gegevens te vinden zijn. In het Weekjournaal zullen wij u erop attent maken wanneer het nieuwe verslag beschikbaar is. De scores van de afgelopen 5 jaar zijn als volgt: jaar score 2010 536,6 2011 537,2 2012 538,4 2013 540,8 oordeel Goed Goed Goed Goed 17 2014 537,5 voldoende Van de afgelopen 3 jaar ziet de uitstroom naar het voortgezet onderwijs er als volgt uit: 2013-2014 2012-2013 2011-2012 VMBO 17% 12% 17% MAVO 21% 17,5% 17% MAVO/HAVO 17% 17,5 % 17% HAVO/VWO 32% 33% 30% VWO/gymnasium 13% 19% 19% Wij volgen onze oud-leerlingen gedurende een aantal jaren en kunnen vaststellen, dat de meesten op de juiste school terecht zijn gekomen. Hieruit kunnen we concluderen dat het gegeven advies overeenkomt met de mogelijkheden van de leerlingen. 18 Hoofdstuk 2 De organisatie van het onderwijs 2.1 Groepsindeling Groepering van leerlingen Gemiddeld bezoeken zo’n 375 kinderen onze school. Zij zitten in jaargroepen bij elkaar bij een vaste leerkracht. Afhankelijk van allerlei omstandigheden kan de grootte van de groepen variëren. De groepen 1 en 2 zijn gecombineerd, omdat we dit voor het pedagogisch klimaat het beste vinden. Hoewel de opdrachten voor de kinderen uit groep 1 en 2 zijn afgestemd op hun eigen niveau, vinden wij het sociale aspect waarbij het oudere kind het jongere kind helpt, heel belangrijk. In de hogere groepen komen combinatieklassen voor als de leerlingenaantallen en de beschikbare formatie ons geen andere keuze geven. Overigens behoeft deze keuze zeker niet als negatief te worden bestempeld. Onderzoek heeft uitgewezen dat leerlingen geen nadeel ondervinden van een combinatiegroep en evenveel leren. Als voordeel zien wij dat kinderen in een klein groepje instructie krijgen, waardoor ze erg betrokken zijn en veel aandacht krijgen. Ook leren ze nog nadrukkelijker zelfstandig te werken, samen te werken en elkaar te helpen. Dit kan een gunstige invloed hebben op de ontwikkeling van de kinderen. Na aanmelding worden 4-jarigen door ons in een groep 1⁄2 geplaatst. Daarbij wordt gekeken naar de verhouding jongens- meisjes, oudsten-jongsten, broertjes-zusjes, vriendjesvriendinnetjes, de zorgvraag en de belastbaarheid van de verschillende groepen. Bij de overgang van groep 2 naar groep 3 vindt een nieuwe groepssamenstelling plaats. De leerkrachten, zorgteam en directie bekijken met grote zorgvuldigheid hoe deze (her)verdeling moet plaatsvinden. Tijdens de rest van de basisschoolperiode blijven de groepen zoveel mogelijk in dezelfde samenstelling bij elkaar. Toch kan het altijd voorkomen dat er een nieuwe groepssamenstelling gemaakt moet worden. Onze doelstelling is dan altijd om een nieuwe groep te vormen met een optimale werksfeer voor leerlingen en leerkracht. We maken gebruik van observaties en een sociogram. Ook gegevens betreffende werkrelaties en sociale verhoudingen bepalen deels de keuze. Uiteindelijk beslist de school in welke groep een leerling wordt geplaatst. Dit is ook het geval bij een eventuele doublure of versnelling. Vanzelfsprekend is hieraan overleg met de ouders voorafgegaan en worden zorgvuldig alle voor- en nadelen afgewogen. De school heeft natuurlijk, net als de ouders, het beste voor met het kind maar heeft daarin een andere verantwoordelijkheid dan de ouder. Wij zoeken naar wat het beste is voor alle leerlingen. De school heeft beleid opgesteld m.b.t. de doorstroming van de leerlingen. In het overgangsprotocol dat u kunt vinden op de website, staat o.a. de procedure vermeld voor doubleren en vervroegd doorstromen. De opvang van nieuwe kleuters op school Als ouders / verzorgers aangeven meer informatie over onze school te willen ontvangen, nodigen wij hen graag uit voor een oriënterend gesprek. Hierin is alle gelegenheid om vragen te stellen, de school te bekijken en de sfeer in de groepen te ervaren. Uw zoon of dochter kan en mag gerust meekomen naar deze kennismakingsafspraak. Na dit gesprek krijgt u schriftelijke informatie mee over onze school en een inschrijfformulier. 19 Wanneer voor Kbs Jacinta kiest, kunt u dit inschrijfformulier invullen en aan ons doen toekomen. U ontvangt een ontvangstbevestiging met een zogenaamd “intake-formulier”. Door dit in te vullen, kunt u naast de persoonlijke gegevens ook een beeld geven van de ontwikkeling van uw zoon of dochter. Nadat wij dit formulier ontvangen hebben sturen wij de ouders binnen twee weken een schriftelijke bevestiging van inschrijving. Acht weken voordat uw kind de school gaat bezoeken, neemt de leerkracht telefonisch contact op om een middag af te spreken waarop uw zoon of dochter samen met u in de klas welkom is om kennis te maken. Vervolgens komt uw zoon of dochter nog vier dagdelen alleen naar school om met ons mee te spelen. Twee maanden nadat uw zoon of dochter de school voor het eerst heeft bezocht, krijgen de ouders een uitnodiging voor een gesprek waarin wij de eerste bevindingen bespreken. Hoe wordt de overgang naar het voortgezet onderwijs begeleid? Het is de bedoeling dat de ouders samen met de kinderen ongeveer halverwege groep acht hun keuze bepaald hebben voor de vorm van voortgezet onderwijs die het kind gaat volgen. Meestal vindt het aanmelden op de scholen voor voortgezet onderwijs in maart plaats. Wij proberen de ouders en de kinderen zoveel mogelijk bij de keuze te helpen. Leerlingen en ouders hebben zich in de loop van de jaren op de basisschool al een beeld gevormd van de mogelijkheden en de interesses van het kind. Het kan zijn dat dit beeld nog niet volledig of compleet is. In het laatste schooljaar moet dat helder en duidelijk worden. Hierbij worden we o.a. geholpen door de afname van de Cito Entree Toets (afname eind groep 7) en de drempeltest (afname in de eerste helft van groep 8. In groep 8 worden de kinderen zo goed mogelijk begeleid om zodoende het juiste niveau van voortgezet onderwijs te bepalen. Vanaf schooljaar 2014-2015 wordt de Cito Eindtoets vervangen door de Centrale Eindtoets PO. Dit is een verplichte toets, die de overheid beschikbaar stelt. Deze toets wordt eind april afgenomen. Vanaf 2015 mogen scholen voor voortgezet onderwijs de toelating van leerlingen niet meer laten afhangen van het resultaat van de eindtoets. Het schooladvies gaat het zwaarst wegen. Om tot een gedegen schooladvies te kunnen komen, moeten we het kind goed kennen, maar ook de onderwijsmogelijkheden die er zijn. Ook daartoe is in het laatste schooljaar volop gelegenheid. De ouders kunnen met hun kinderen open dagen bezoeken. Verder krijgen zij extra informatie over het voortgezet onderwijs. Bij het eerste rapport ontvangen ze tevens een pre- advies. In januari heeft de klassenleerkracht van groep 8 een gesprek met alle ouders en hun kinderen, waarin die het advies van de school krijgen. Dit advies is niet alleen gebaseerd op de prestaties in groep 8, maar ook op de gegevens uit het leerlingvolgsysteem waaruit de hele schoolloopbaan van het kind blijkt. Daarom geven we al in groep 7 een eerste indicatie van een geschikte schoolkeuze. Daarna is het aan de ouders om samen met hun kind de uiteindelijke keuze te bepalen. Als al de net genoemde zaken aan de orde zijn geweest, is dit meestal niet zo moeilijk meer en kunnen ouders hun kinderen verantwoord en met overtuiging bij een school voor voortgezet onderwijs aanmelden. 2.2 Werken op eigen tempo en niveau Op Kbs Jacinta werken we eraan om zo veel mogelijk passend onderwijs te bieden. Hierbij wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de verschillen tussen de kinderen. Als we de 20 verschillen in niveau en behoeften erkennen, moet er in de klas iets mee worden gedaan. Een kind heeft in alles wat het doet een bepaalde mate van betrokkenheid. Als het kind dingen moet doen die het (nog) niet kan, zal het slechts beperkt betrokken zijn bij het werk, de activiteit stoppen en ‘vluchten’ in andere activiteiten. Een kind doet graag iets wat het kan, maar als daarin na verloop van tijd geen uitdaging ligt of geen verdere ontwikkelingsmogelijkheden zitten, is de kans groot dat het verveeld / verzadigd raakt en eveneens op zoek gaat naar andere bezigheden. Het is dus de kunst om kinderen bezig te laten zijn met leeractiviteiten die ze aankunnen. Hierin moeten wel voldoende uitdagingen liggen om na afloop het gevoel te hebben succesvol iets verder gekomen te zijn. Pas dan is de betrokkenheid groot en is de leeropbrengst optimaal. Door gerichte nascholing bekwamen de leerkrachten zich in organisatieverbetering van de zorgverbreding op groepsniveau. Dit betekent dat de leerkrachten in de groep meer mogelijkheden krijgen om kinderen extra individuele hulp te bieden. Op onze school maken we gebruik van de effectieve instructie en zelfstandige werkvormen. Ook wordt gewerkt met extra verrijkingsstof voor kinderen die meer aankunnen. Zij kunnen hierbij op verschillende manieren werkzaam zijn: individueel, in tweetallen of in groepjes. Ze mogen elkaar helpen. In de groepen 1, 2 en 3 maken we daarmee al een begin door o.a. het geven van ruimte voor initiatieven van kinderen, het bieden van uitdagende activiteiten, het verrijken van de leeromgeving met levensecht materiaal en het verbreden van spelactiviteiten naar leeractiviteiten waarbij rekening wordt gehouden met de onderlinge verschillen tussen de kinderen. Het werken in hoeken gebeurt dagelijks en regelmatig bepalen speciale thema’s de activiteiten. De groepen 4 t/m 8 werken we met een gedifferentieerd leerstofaanbod behorende bij de methodes. Aan de instructietafel krijgen kinderen de extra hulp die nodig is. Tegelijkertijd werken de andere kinderen zelfstandig door aan een dag- of weektaak. 2.3 Het team Het team van leerkrachten is voor een school belangrijk. De kwaliteit van een school hangt immers voor een groot deel af van de mensen die er werken. Aan hen vertrouwen de ouders hun kind(eren) toe en zij zorgen ervoor dat er goed onderwijs gegeven wordt. Binnen onze school is er dan ook veel aandacht voor personeelsbeleid. Alle leerkrachten volgen cursussen om steeds op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen en zich verder te bekwamen in hun vak. Op Kbs Jacinta werken 25 leerkrachten, parttimers en fulltimers. In onze jaarkalender en op onze site staan zij met foto vermeld. De school staat onder leiding van directeur Anne-Marie Gommeren. Zij is ook directeur van Kbs De Burchtgaarde, met wie wij een organisatorische eenheid vormen. Tot het managementteam behoren ook de teamcoördinatoren, Nicolette Arets en Ron Surewaard. Daarnaast zijn er leerkrachten met speciale taken: Lianne Derks is onze intern begeleider leerlingenzorg (IB) en Mathi Sluyter onze Remedial Teacher. Monique Beljaars is de vakleerkracht handvaardigheid. Anna Schutte is de secretaresse van de school. Onze conciërge Martin Peemen heeft allerlei ondersteunende taken. 21 Personele vervangingen op de INOS-scholen Het kan voorkomen dat een collega voor kortere of langere tijd afwezig is, bijvoorbeeld door ziekte of buitengewoon verlof. Op onze school wordt de vervanging van de groepsleerkrachten en waar mogelijk ook andere functies, geregeld door ‘Matchpoint’ van INOS. Daar wordt een ‘match’ gemaakt tussen een tijdelijke (vervangings)vacature en een competente en enthousiaste waarnemer. Ook kan het zijn dat een parttimer van de school, die op de betreffende dag geen werkzaamheden heeft, komt invallen. Soms is het moeilijk om snel vervanging te regelen bij (plotselinge) afwezigheid van groepsleerkrachten en bij hoge uitzondering moet de directeur dan voor maatregelen kiezen zoals bijvoorbeeld de inzet van een 3e of 4e jaars-student PABO of het samenvoegen van groepen. Noodscenario’s als dit zijn tot op heden gelukkig nooit toegepast hoeven worden. 2.4 Contact met de ouders Samen ervoor staan Een van de kenmerken van Kbs Jacinta is de plezierige samenwerking met de ouders. De ouderraad is buitengewoon actief en is betrokken bij allerlei schoolactiviteiten. Daarnaast zijn er veel ouders die hun kwaliteiten inzetten ten behoeve van onze kinderen. Samenwerken, er samen voor staan, samen stappen richting de toekomst maken is voor ons van belang. Altijd welkom Wanneer u vragen heeft, bent u na schooltijd natuurlijk welkom om even binnen te lopen of om een afspraak te maken. Ook wanneer wij vragen hebben, zullen wij u uitnodigen om samen in gesprek te gaan en te kijken naar hoe wij uw zoon of dochter zo goed mogelijk kunnen begeleiden. Website Alle informatie proberen we zoveel mogelijk op onze website te zetten. Naast actuele informatie vindt u daar ook fotoalbums van onze activiteiten. Ook de Klachtenregeling van de stichting INOS en diverse protocollen kunt u op onze site doorlezen. Weekjournaal Op vrijdag ontvangt u van ons per mail het Weekjournaal. Hierin staan o.a. veel actuele wetenswaardigheden, achtergrondartikelen, leuke nieuwtjes uit de groepen. Wij proberen alle informatie in het Weekjournaal te verwerken, zodat u zo weinig mogelijk aparte brieven krijgt. Infoboekje Tijdens de kennismakingsavond aan het begin van het schooljaar ontvangt u een informatieboekje met alle informatie voor het leerjaar waarin uw kind(eren) dan zit(ten). 22 Hierdoor heeft u alle specifieke informatie bij de hand. Deze informatie is ook terug te vinden op de website. Jaarkalender Naast het infoboekje/jaarkalender ontvangt u steeds aan het begin van het nieuwe schooljaar. Deze bevat alle op dat moment bekende data van activiteiten en praktische informatie. Informatieavond groep 1-2 In het begin van het schooljaar worden de ouders van groep 1-2 uitgenodigd voor een kennismakingsavond waarbij de leerkracht alles vertelt over het reilen en zeilen in de kleutergroep. Kennismakingsavond Alle ouders van de leerlingen van groep 3 tot en met 8 worden in de eerste weken van het schooljaar uitgenodigd voor een wederzijds kennismakingsgesprek van 10 minuten. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat de ouders in dit gesprek een grote inbreng hebben en de leerkracht helpen om hun kind beter te leren kennen. Rapportavonden Omdat wij het belangrijk vinden dat de kinderen zich goed ontwikkelen, volgen wij hen op alle mogelijke gebieden. Daarom nodigen wij u twee keer per jaar uit voor een 10minutengesprek waarin wij met u praten over hoe het met uw kind gaat. Voor de kleuters is dit in januari en in juni. U wordt uitgenodigd om 10 minuten voor aanvang van het gesprek aanwezig te zijn om de KIJK!-registratie van uw zoon of dochter in te kunnen zien. Dit is een leerlingvolgsysteem dat gehanteerd wordt in de kleutergroepen. Na het gesprek krijgt u het KIJK!-verslag mee naar huis. Voor de kinderen van de groepen 3 t/m 8 vinden de oudergesprekken plaats in november en maart. In juni kan er op verzoek van de ouders of leerkracht nog een derde gesprek plaatsvinden. De rapporten gaan mee in de week voorafgaand aan de oudergesprekken. Informatievoorziening aan gescheiden ouders Indien ouders gescheiden zijn, is het belangrijk dat er duidelijkheid is over de manier waarop de gecommuniceerd wordt over de vorderingen van de leerling. De school heeft hiervoor een protocol ontwikkeld. De school volgt de wettelijke regels met betrekking tot informatieplicht naar gescheiden ouders. Dat betekent dat de school ervan uitgaat dat ouders die beiden het ouderlijk gezag verkregen hebben elkaar informeren met betrekking tot zaken rondom hun zoon of dochter. Beide ouders zijn dan ook welkom bij de ouderavonden en tijdens oudergesprekken. In overleg met de directeur kan daarvan worden afgeweken. Verdere informatie vindt u in het protocol dat u kunt vinden op onze website. Wanneer u van mening verschilt met de leerkracht Het kan voorkomen dat u het niet eens bent met zaken die de school betreffen. Wanneer de afhandeling door de leerkracht naar uw mening niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, is het natuurlijk ook mogelijk om met vragen, problemen of klachten over het onderwijs, de aanpak van de kinderen of andere zaken, naar de directie te gaan. Deze zal het probleem in overleg met de ouders, de groepsleerkracht en eventuele andere betrokkenen zo snel mogelijk proberen op te lossen. 23 Klachtenregeling Wanneer u na overleg met de directie ook niet tot elkaar kunt komen, kunt u een beroep doen op de klachtenregeling van INOS. Deze is als bijlage in deze schoolgids opgenomen en terug te vinden op de website van de school. Hier kunt u precies lezen welke stappen elkaar opvolgen in het proces naar het zoeken van een oplossing. 2.5 Medezeggenschapsraad Taken medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad is het overlegorgaan waarin ouders en personeel een bijdrage leveren aan het te voeren en te ontwikkelen beleid van de school. Samen vergaderen zij over onderwerpen zoals het schoolplan, de schoolgids en het vakantierooster. De MR is bevoegd om gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan de directie of de GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van INOS). Voor een aantal beslissingen is de instemming van de MR nodig. Via de MR kunnen ouders en leerkrachten meepraten en meedenken. Om haar taak naar behoren te kunnen vervullen, moet de MR beschikken over goede informatie. Dat betekent dat het belangrijk is dat de leden weten wat er leeft onder de ouders, de leerkrachten, de directie en het bestuur. De vergaderingen van de MR zijn in principe openbaar (u bent als toehoorder welkom), maar kunnen voor een deel besloten zijn. De MR van onze school bestaat momenteel uit zes leden: drie ouders en drie leerkrachten. De personeelsgeleding wordt gekozen door collegae, de oudergeleding wordt gekozen door ouders. Ieder lid wordt gekozen voor een periode van vier jaar en is daarna nog één maal herkiesbaar. De vergaderingen vinden ongeveer één keer in de twee maanden plaats. Huidige bezetting Voor de leden van de MR verwijzen wij graag naar onze jaarkalender en de website. Contactinformatie De MR stelt zich uitdrukkelijk ten doel een schakel te vormen tussen de ouders en de school. Dus hebt u vragen of opmerkingen, dan kun u contact opnemen met één van de leden van de MR of mailen naar [email protected]. 2.6 Ouderraad Taken ouderraad In de ouderraad participeren ouders die het leuk vinden om zich actief in te zetten voor allerlei praktische zaken binnen de school. Zo organiseert de ouderraad samen met de leerkrachten allerlei vieringen zoals Sinterklaas, Kerstmis en Carnaval en verleent ook hand- en spandiensten ten behoeve van onder meer de avondvierdaagse en de Singelloop. Spel-o-theek Spelletjes spelen is leuk en leerzaam. Daarom hebben wij een spel-o-theek. Deze wordt beheerd door de ouderraad. De kinderen van groep 1 t/m 3 mogen in de wintermaanden elke week een spelletje lenen om mee naar huis te nemen. Deelname kost € 2,50 per kind per jaar. 24 De luizenbrigade Een aantal ouders van de ouderraad zet zich actief in om ervoor te zorgen dat luizen op school geen kans krijgen. Daarom worden alle kinderen na de schoolvakanties gecontroleerd op hoofdluis en gaan alle jassen in een opbergzak. Wanneer de kinderen op school starten én in groep 5 krijgen zij een nieuwe opbergzak. Wij hopen dat het gebruik hiervan en de controles ervoor zorgen dat we zoveel mogelijk luisvrij zijn! U wordt via het Weekjournaal regelmatig geïnformeerd over de manier waarop wij de luizen buiten de deur proberen te houden. Ouderbijdrage De penningmeester van de ouderraad zorgt voor de vaststelling van de vrijwillige ouderbijdrage en het beheer hiervan. Omdat deze bijdrage elk jaar opnieuw wordt vastgesteld aan de hand van de daadwerkelijke kosten voor een desbetreffend leerjaar, varieert het bedrag per groep. Aan het begin van het nieuwe schooljaar wordt de ouderbijdrage berekend. In 2013-2014 werden onderstaande bedragen gevraagd voor de festiviteiten en educatieve uitstapjes. Denk hierbij aan een bezoek aan het “Prehistorisch dorp”, “Kamp Vught”, “Technopolis”, etc. Groep 1-2: € 24,Groep 3: € 33,Groep 4: € 30,Groep 5: € 24,Groep 6: € 42,Groep 7: € 25,Groep 8: € 34,Huidige bezetting De namen van de leden van de ouderraad vindt u in onze jaarkalender en op de website. Contactinformatie Als u vragen heeft of deel wilt nemen aan een activiteit, kunt u contact opnemen met één van de leden of mailen naar: [email protected] 25 Hoofdstuk 3 Ondersteuning voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte 3.1 Passend onderwijs Met ingang van 1 augustus 2014 gaat Passend Onderwijs van start en houden de huidige samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School op te bestaan. Dit houdt in dat ons schoolbestuur deel gaat uitmaken van een nieuw samenwerkingsverband Passend Onderwijs met de naam RSV Breda eo, Optimale Onderwijskansen. In dit nieuwe samenwerkingsverband participeren 26 schoolbesturen voor primair onderwijs met in totaal 137 scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Niet alle schoolbesturen voor speciaal onderwijs zijn wettelijk deel van het nieuwe samenwerkingsverband. Alleen scholen voor langdurig zieke leerlingen, zeer moeilijk lerende leerlingen, leerlingen met een lichamelijke beperking en leerlingen met gedragsproblemen en/of psychiatrische stoornissen doen in het samenwerkingsverband mee. Met de schoolbesturen speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende en dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. Passend onderwijs is er voor alle leerlingen. In de praktijk gaat het vooral om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking, een chronische ziekte of bijvoorbeeld gedrags- of leerproblemen. Maar ook hoogbegaafdheid kan aanleiding zijn om extra ondersteuning te organiseren. De nieuwe Wet Passend Onderwijs schrijft enerzijds een aantal zaken voor die het nieuwe samenwerkingsverband moet regelen, anderzijds geeft de wet vrijheden om op lokaal niveau zelf beleid te maken. Dit beleid wordt gemaakt door het bestuur van het samenwerkingsverband dat bestaat uit een vertegenwoordiging van alle deelnemende schoolbesturen. De schoolbesturen die in het samenwerkingsverband samenwerken krijgen van het ministerie van OC&W geld om het onderwijs te regelen voor leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben. Hiertoe maken de schoolbesturen gezamenlijk een ondersteuningsplan dat moet garanderen dat iedere leerling een passend onderwijsaanbod krijgt. Voor de meeste leerlingen zal er door de invoering van passend onderwijs in de dagelijkse praktijk weinig veranderen. Wel verandert mogelijk de organisatie van de ondersteuning op school en worden er op termijn minder kinderen doorverwezen naar het speciaal onderwijs, omdat het samenwerkingsverband de ambitie heeft om voor zoveel mogelijk leerlingen thuisnabij het passend onderwijsaanbod te realiseren. Wat er op korte termijn verandert wordt in het navolgende uitgelegd. Zorgplicht Schoolbesturen krijgen vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dit betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling, die bij de school staat ingeschreven of is aangemeld en die extra ondersteuning nodig heeft, een passend onderwijsaanbod krijgt. Dit houdt in dat na aanmelding de school eerst zorgvuldig gaat onderzoeken wat uw kind nodig heeft en of de school die ondersteuning zelf kan realiseren, eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Als de school de ondersteuning niet zelf kan bieden en aangeeft dat uw kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school, na overleg met u, zorgen 26 dat er een andere school gevonden wordt die wel een passend aanbod kan doen en uw kind kan toelaten. Dit kan een andere basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Goed overleg met de ouders is in deze situatie uiteraard belangrijk. Nieuwe visie op ondersteuning Tot nu toe zijn we in Nederland gewend aan een proces van verwijzing en toewijzing dat is gebaseerd op de vraag wat er met het kind aan de hand is. Op basis van handelingsverlegenheid van de school en kindkenmerken zijn tot nu toe besluiten genomen over verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs of de toekenning van een rugzakbekostiging als de leerling ondanks indicatie op de basisschool blijft. Na 1 augustus 2014 kijken we niet meer naar wat er met het kind aan de hand is, maar proberen we de vraag te beantwoorden welke extra onderwijsbehoefte de leerling heeft en welke extra ondersteuning dan geregeld moet worden. De handelingsverlegenheid van de school is dan niet langer een criterium voor indicatie, maar meer een signaal dat de leerling een beter passend onderwijsaanbod nodig heeft. Positie van de ouders De invoering van de Wet Passend Onderwijs leidt tot een andere positionering van de ouders in trajecten van toeleiding, verwijzing en extra ondersteuning. Indien uw kind meer ondersteuning nodig heeft dan de basisondersteuning van de school moet de school op basis van de zorgplicht in actie komen. Dit betekent dat de school de verantwoordelijkheid heeft te onderzoeken welke onderwijsbehoeften de leerling heeft en op welke manier daarop een passend antwoord kan worden gegeven. Uiteraard betrekt school van meet af aan de ouders in dit traject. School is in dit traject leidend en zorgt er voor dat onderzoek plaatsvindt. Het onderzoek kan leiden tot verschillende uitkomsten, te weten: - De leerling blijft op school met extra ondersteuning, een arrangement; - De leerling gaat naar een andere basisschool; - De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor ondersteuningstoewijzing voor plaatsing op school voor speciaal basisonderwijs; - De leerling wordt aangemeld bij de bij de commissie voor ondersteuningstoewijzing voor plaatsing op school voor speciaal onderwijs; - De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor onderzoek voor toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende leerlingen of dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool. Voor de eerste vier trajecten zijn wettelijk afspraken gemaakt over de positionering van ouders en kunnen ouders zich beroepen op een mogelijk geschil. Het traject met betrekking tot de aanmeldingen voor toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende of dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool valt buiten de wettelijke bevoegdheden van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Met betrekking tot de eerste vier trajecten kunnen ouders na 1 augustus 2014 verschillende commissies benaderen. - Geschillencommissie Passend Onderwijs. Deze commissie beslecht geschillen in po, vo en (v)so, over toelating van leerlingen, die extra ondersteuning behoeven, de verwijdering van leerlingen en het ontwikkelingsperspectief. 27 - Bezwaaradviescommissie toelaatbaarheidsverklaring. Het samenwerkingsverband is aangesloten bij de landelijke bezwaaradviescommissie, waartoe ouders zich kunnen richten bij een bezwaar tegen een besluit over een toelaatbaarheidsverklaring. Ouders behouden daarnaast de mogelijkheid om hun klacht voor te leggen aan het College voor Mensenrechten en Gelijke Behandeling en om een beroep aan te tekenen bij de rechter. Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Iedere school stelt binnen passend onderwijs een ondersteuningsprofiel op, waarin de school beschrijft welke ondersteuning zij kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht op het vaststellen van het schoolondersteuningsprofiel. Aan de hand van dit SOP maakt de school ook duidelijk of de school zich wil specialiseren in een bepaald type ondersteuning of in principe een school wil zijn voor alle leerlingen als het passend onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd. Het schoolondersteuningsprofiel speelt een rol in het toelatingsbeleid van de school en is voor ouders een informatiebron die geraadpleegd kan worden als zij op zoek zijn naar een school voor hun kind. Geldigheid huidige beschikkingen Leerlingen die op basis van een beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg of een Commissie voor Indicatiestelling in het speciaal (basis)onderwijs verblijven, mogen daar het onderwijs genieten voor in ieder geval de duur van de beschikking. Voor leerlingen waarvoor een tijdelijke beschikking is afgegeven zal tijdig een besluit moeten worden genomen over de best passende voorziening na afloop van die beschikking. Voor leerlingen die gebruik maken van de huidige rugzakbekostiging in de basisschool gaat in de toekomst een en ander wijzigen. De huidige rugzak moet straks door het samenwerkingsverband worden omgezet in een arrangement binnen een passende voorziening. Volgens de wet zijn de huidige beschikkingen voor een rugzak vanaf 1 augustus 2014 niet meer geldig. Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft echter het besluit genomen dat tot het moment van omzetten van die rugzak in een arrangement de ambulante begeleiding en de begeleiding vanuit de basisschool voor het schooljaar 2014-2015 worden bekostigd. In de praktijk betekent dit dat het eerste schooljaar voor deze leerlingen in de ondersteuning niets hoeft te wijzigen. Nadat het arrangement is bepaald kan het zijn dat de leerling een grotere onderwijsbehoefte heeft dan nu vanuit de huidige rugzak kan worden gerealiseerd, maar het kan ook zijn dat deze behoefte kleiner is dan de huidig beschikbare middelen. Het samenwerkingsverband levert in die zin in de toekomst maatwerk. Meer informatie nodig? De transitie naar de nieuwe Wet Passend Onderwijs is niet met ingang van het schooljaar 2014-2015 afgerond. De ontwikkelingen in ons samenwerkingsverband kunt u volgen via onze website www.rsvbreda.nl. Daarop vindt u onder andere het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Daarin wordt het beleid van het samenwerkingsverband verwoord. Dan is er ook een aantal informatieve websites over ‘passend onderwijs’: www.steunpuntpassendonderwijs.nl www.passendonderwijs.nl www.medezeggenschap-passendonderwijs.nl www.mensenrechten.nl www.onderwijsconsulenten.nl www.onderwijsgeschillen.nl 28 3.2 Passend onderwijs op Kbs Jacinta Wij besteden op onze school extra aandacht aan leerlingen die niet voldoende hebben aan het reguliere onderwijsaanbod. Dit kunnen leerlingen zijn die moeite hebben met de leerstof of leerlingen die meer uitdaging nodig hebben dan de reguliere leerstof hen biedt, of leerlingen wiens sociaal-emotionele ontwikkeling niet naar verwachting verloopt. Dit geldt ook voor leerlingen die doubleren of versnellen. Het zorgteam Het interne zorgteam van onze school bestaat uit de intern begeleider (IB) Lianne Derks en de remedial teacher (RT) Mathi Sluijter. Samen overleggen zij hoe zorgleerlingen het meest gestructureerd en doeltreffend geholpen kunnen worden. Om die leerlingen in beeld te krijgen, is een goede registratie van de vorderingen noodzakelijk. Op de eerste plaats gebeurt dit door gegevens die de groepsleerkracht verkrijgt uit observaties en methode gebonden toetsen. Daarnaast gebruiken we in alle groepen toetsen van het CITO Leerlingvolgsysteem. Het interne zorgteam heeft inzage in de leerlinggegevens van alle groepen. Groepsbesprekingen Twee keer per jaar vinden er groepsbesprekingen plaats tussen leerkracht en IB. Tijdens deze besprekingen komt niet alleen de groep in zijn geheel aan bod, maar ook de leerlingen die meer zorg behoeven. Samen bekijken we hoe de leerkracht één leerling of een groepje leerlingen binnen de groep extra kan ondersteunen. De leerkracht beschrijft deze ondersteuning in een individueel- of groepshandelingsplan en stelt de ouders hiervan op de hoogte. Een groepsleerkracht kan op elk tijdstip van het jaar een aanvraag voor zorgverbreding bij het zorgteam indienen. Na bespreking van deze aanvraag in het intern zorgoverleg maakt het zorgteam met de aanvrager concrete afspraken voor extra begeleiding binnen de groep of voor een andere vorm van hulp. Remedial teaching Mocht extra begeleiding binnen de groep niet voldoende effect hebben dan wordt de leerling opnieuw besproken in het interne zorgteam en bestaat de mogelijkheid voor een periode remedial teaching. Deze ondersteuning kan individueel of groepsgewijs worden geboden en zowel binnen als buiten de groep plaatsvinden. Ook deze hulp wordt beschreven in een handelingsplan en gemeld aan de ouders. Handelingsplannen gelden altijd voor een periode van ongeveer zes weken. Aansluitend vindt een evaluatiegesprek plaats tussen de leerkracht en de RT. Regelmatig vinden er oudergesprekken plaats. Daarnaast kunnen ouders die vragen hebben over de extra begeleiding altijd contact opnemen met de groepsleerkracht of iemand van het intern zorgteam. Ook het bijwonen van de remedial teaching is mogelijk. Externe ondersteuning Het interne zorgteam heeft regelmatig contact met een vaste schoolbegeleider en een leerkracht van het speciaal basisonderwijs, de collegiale consultatiegever (CC) genoemd. In het overleg met deze externe deskundigen worden o.a. die zorgleerlingen besproken van wie ondanks alle geboden hulp de gewenste resultaten uitblijven. Dit kan resulteren in een klassenobservatie door de CC of incidenteel in een advies voor een psychologisch – en/of didactisch onderzoek. Voor een extern onderzoek wordt vooraf altijd overlegd met de ouders. Aan de hand van de uitslagen van de observaties en/of het onderzoek worden begeleidingsadviezen gegeven voor ouders en school. 29 Centrum voor Jeugd en Gezin De school-CJGer is als aanspreekpunt aanwezig binnen de Bredase scholen om vragen van ouders, leerkrachten en kinderen te beantwoorden. Vragen rondom opvoeden en opgroeien en alles wat daarbij komt kijken. Binnen de school wordt nauw samengewerkt met de intern begeleider. U kunt bij de school-CJGer terecht voor tips, adviezen of een luisterend oor. Indien nodig wordt samen met u gekeken of er andere hulp nodig is. De school-CJGer is er ook voor vragen van sporttrainers, medewerkers kinderopvang, kortom voor alle professionals en vrijwilligers die op wijkniveau betrokken zijn bij kinderen. Vanaf 1 april is mw. Marij van Caulil de nieuwe school-CJGer op Kbs Jacinta, Zij houdt regelmatig een inloopspreekuur op school. Over data en tijden wordt u in ons Weekjournaal geïnformeerd. Voor afspraken buiten het spreekuur is Marij te bereiken op onderstaand mailadres of telefoonnummer: Marij van Caulil, school-CJGer Breda District ZuidOost (Bavel, Ulvenhout, Blauwe Kei, IJpelaar) [email protected] Werkdagen: ma-di-wo-do Externe hulpverlening onder schooltijd op verzoek van ouders In toenemende mate worden scholen geconfronteerd met verzoeken van ouder(s)/verzorger(s) om extra zorg (waaronder remedial teaching) voor hun kinderen te organiseren waarbij zij op eigen initiatief en voor eigen rekening externe hulp inschakelen. De school gaat bij het beslissen over een dergelijk verzoek uit van het wettelijke gegeven dat onderwijstijd besteed moet worden aan onderwijs (en niet aan andere zaken). Daarom staat de school in beginsel afwijzend tegenover verzoeken tot het (laten) verrichten van hulp (waaronder Remedial Teaching) door externe hulpverleners onder schooltijd (binnen of buiten het schoolgebouw). Indien er sprake is van een medische indicatie of indien er kan worden aangetoond dat de te verlenen hulp een onmisbare schakel in het hulpverleningsproces is, wordt hierop een uitzondering gemaakt. Dit is ter beoordeling aan de directeur van de school. Daarbij dienen goede afspraken gemaakt te worden over het beperken van het schoolverzuim dat hierdoor ontstaat. Dit betreft bijvoorbeeld afspraken over de frequentie en de tijdsduur van de hulp en de wijze waarop overleg met school plaatsvindt. Eureka! Kenniscentrum meer- en hoogbegaafdheid INOS Eureka! is het kenniscentrum voor meer- en hoogbegaafdheid voor de INOS-scholen. Zij verleent de volgende diensten: Trajectbegeleiding Trajectbegeleiding heeft als doel passende begeleiding te zoeken voor kinderen waarbij een vermoeden van hoogbegaafdheid bestaat. Bij een dergelijk vermoeden (gesignaleerd door ouders en/of school) kan de IB-er contact opnemen met Eureka!. Door middel van gesprekken met het kind, school en ouders, in samenhang met de schoolresultaten wordt bekeken of het meerwaarde biedt een kind de IQ test af te nemen. Indien de IQ test wordt afgenomen, bepaalt de uitslag hiervan of een kind in aanmerking komt voor deelname aan de verrijkingsklas. Boven schoolse verrijkingsklassen Kinderen, vanaf groep 3, komen voor de verrijkingsklas in aanmerking als zij een algemeen IQ van 130 of meer hebben dat is vastgesteld in een intelligentieonderzoek. In de verrijkingsklas krijgen de kinderen de kans vaardigheden te leren als plannen, samenvatten, het toepassen van leerstrategieën, omgaan met succes en falen, doorzetten, samenwerken etc. 30 Dat doen ze o.a. door in projecten te werken. Ontdekkend en onderzoekend leren staat centraal. De projecten monden uit in een presentatie voor hun ouders en belangstellenden. De kinderen krijgen ook Spaanse les en technieklessen. Tevens is er veel gevarieerd verrijkingsmateriaal aanwezig. De sociaal-emotionele ontwikkeling neemt een belangrijke plaats in. Ze spelen het spel Kwink, (ontwikkeld voor hoogbegaafde kinderen) en filosoferen samen. Natuurlijk is er ook ruimte voor creativiteit. Ook de ontmoeting met ontwikkelingsgelijken is van groot belang; ze worden herkend en erkend! De kinderen komen één dagdeel per week bij elkaar in een voor hen speciaal ingerichte klas op basisschool De Werft. De groep bestaat uit maximaal 15 leerlingen en er is een onderverdeling gemaakt tussen leerlingen uit de groepen 3, 4 en 5 en leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8. Online kenniscentrum voor scholen en ouders (http://eureka.inos.nl) De website van Eureka! biedt een kenniscentrum voor ouders en scholen. Hierop is een schat aan actuele informatie te vinden over hoogbegaafdheid. Daarnaast biedt de website forums waarop ouders, scholen en leerlingen met elkaar in contact kunnen komen. Eureka!Mobiel en Kleuterbegeleiding Eureka!Mobiel ondersteunt en adviseert de leerkrachten van de kinderen die de verrijkingsklas bezoeken, in de eigen onderwijssituatie. Zij helpt de scholen bij het opstellen van beleidsplannen en geeft adviezen ten aanzien van het aanpassen van het curriculum voor (meer- en) hoogbegaafde leerlingen. De Kleuterbegeleiding van Eureka! ondersteunt en begeleidt de leerkrachten van kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong op de scholen van INOS. Voorlichting aan o.a. schoolteams, op landelijke conferenties en aan ouders Met enige regelmaat worden voorlichtingsbijeenkomsten voor verschillende doelgroepen verzorgd. Ook wordt Eureka! geregeld uitgenodigd haar kennis en ervaring buiten INOS te presenteren. Coördineren van een Professionele Leergemeenschap Hoogbegaafdheid, INOS breed Om ervoor te zorgen dat de specifieke vakkennis over hoogbegaafdheid breed wordt gedeeld tussen leerkrachten van INOS, begeleidt Eureka! een INOS-brede leergemeenschap op dit gebied. Mocht u meer willen weten over Eureka! of vragen hebben, dan kunt u zich wenden tot de intern begeleider van onze school. 31 Hoofdstuk 4 Praktisch 4.1 Schooltijden Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 08.30 – 12.00 uur en 13.15 – 15.15 uur 08.30 – 12.00 uur en 13.15 – 15.15 uur 08.30 – 12.15 uur 08.30 – 12.00 uur en 13.15 – 15.15 uur 08.30 – 12.00 uur en 13.15 – 15.15 uur De kleuters zijn op woensdag vrij. De kleuteringang gaat om 08.20 uur open, zodat u samen met uw zoon of dochter naar de klas kunt gaan. De kinderen van groep 3 t/m 8 gaan om 08.25 uur zelf naar binnen wanneer de zoemer gaat. Voor hen is er vanaf 08.15 uur en vanaf 13.00 uur toezicht op het speelplein. Tijdens de ochtendpauze wordt door alle leerkrachten gesurveilleerd. 4.2 Aanwezigheid Leerplicht Elk kind moet evenveel kansen krijgen in de maatschappij. Onderwijs geeft het kind kansen. Daarom heeft ieder kind evenveel recht op onderwijs. De leerplichtwet verzekert het recht op onderwijs voor alle kinderen. De leerplicht van uw kind is begonnen vanaf het vijfde jaar en duurt tot en met het schooljaar, waarin het 16 jaar is geworden. De leerplicht is geregeld in de leerplichtwet. De gemeente moet erop toezien dat deze wet wordt uitgevoerd. Daarvoor zijn speciale leerplichtambtenaren aangesteld. Schoolverzuim is nadelig voor kinderen. Het mag dan ook zo weinig mogelijk voorkomen. De gemeente is daarom streng bij het toezien op de uitvoering van de wet. De gemeente zorgt ervoor dat de regels van deze wet goed worden nageleefd. De school heeft de plicht uw kind onderwijs te geven. U bent verplicht ervoor te zorgen dat uw kind naar school gaat. U bent ook verplicht om aan de school te melden dat uw kind niet naar school kan, bijvoorbeeld omdat het ziek is of om andere dringende redenen. In Breda hebben alle scholen met de gemeente Breda afgesproken dat zij wekelijks het verzuim van de leerlingen melden bij de leerplichtambtenaar. Het gaat hierbij om ongeoorloofd verzuim of vermoedelijk ongeoorloofd verzuim. De leerplichtambtenaar onderneemt in alle gevallen actie. Slechts bij hoge uitzondering en in bijzondere omstandigheden wordt toestemming gegeven om uw kind van school thuis te houden. Wilt u daar meer over weten, vraag dan op school naar de folder: 'Samen verantwoordelijk voor de leerplicht'. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de leerplichtambtenaar van de gemeente Breda telefoon: (076) 529 91 28. Afwezigheid door ziekte Bij ziekte van uw kind verzoeken wij u dit voor schooltijd door te geven. Dit kan schriftelijk, mondeling, telefonisch of via onze website. Voor telefonische ziekmeldingen willen wij u vragen om voor 08.25 uur het speciale telefoonnummer hiervoor te bellen : 076 560 05 50. Indien een kind niet op school is en het is niet ziek gemeld, neemt de groepsleerkracht 32 telefonisch contact op met de ouders / verzorgers. Bij geen gehoor bellen wij het opvangadres. Dit telefoonnummer heeft u via het aanmeldingsformulier opgegeven. Uw kind kan natuurlijk ook tijdens de schooluren ziek worden of gewond raken. Als een kind op school ziek wordt, proberen wij de ouders of verzorgers te bereiken. Wij vragen u dan het kind op school te komen ophalen. Als we ook op het opvangadres geen gehoor krijgen, blijft het kind op school. Als het zodanig ziek is dat verzorging onmiddellijk nodig blijkt, schakelen we medische hulp in. Als uw kind meteen naar de dokter of het ziekenhuis moet, proberen we uiteraard eerst u als ouders te bellen, zodat u met uw kind naar arts of ziekenhuis kunt gaan. Dat is prettiger voor uw kind. Als we u niet kunnen bereiken, gaan we zelf als begeleiding mee. Later kunt u dan de zorg voor het kind overnemen. Bijzonder verlof De overheid is zeer streng als het gaat over de naleving van de leerplichtwet. Alleen in bijzondere gevallen - de wet spreekt van “gewichtige omstandigheden”- kan op verzoek van de ouders door de directeur extra verlof worden verleend. Zo moeten scholen kinderen vrij geven voor de dagen waarop ze vanwege geloofs- of levensovertuiging niet op school kunnen zijn. Dat geldt ook voor dagen met bepaalde familieverplichtingen, zoals een begrafenis of huwelijk. Ouders dienen zich te houden aan de vastgestelde schoolvakanties. In heel bijzondere omstandigheden mag de directeur van de school hooguit één keer per schooljaar – maar niet in de eerste twee weken na de zomervakantie - voor ten hoogste tien dagen een kind extra vrij geven. Dat geldt alleen als ouders door hun beroep niet in staat zijn in de schoolvakanties hun vakantie op te nemen. Een verklaring van de werkgever dient bij het verzoek gevoegd te worden. Verlof voor vakantie. Ouders moeten het verzoek hiertoe bij voorkeur acht weken van te voren indienen bij de schooldirectie. Verlof voor extra vakantie of voor een bezoek aan het geboorteland van allochtone ouders wordt niet gegeven. De eerste twee weken van een schooljaar wordt in ieder geval géén verlof gegeven. Hiermee wordt voorkomen dat een leerling bij de start de aansluiting met de andere leerlingen mist. De school is verplicht om bij (een vermoeden van) ongeoorloofd verzuim de leerplichtambtenaar te informeren. Iedere leerkracht houdt dagelijks bij welke kinderen afwezig zijn en de reden daarvan. Indien daartoe aanleiding is, worden ouders door de directeur voor een gesprek uitgenodigd of wordt de leerplichtambtenaar ingeschakeld. Aanvraagformulieren voor extra verlof kunt u via de website downloaden of bij de balie verkrijgen. Protocol schorsing – verwijdering In zeer uitzonderlijke situaties kan het voorkomen dat een leerling op school niet te handhaven is en daarom geschorst of mogelijk zelfs verwijderd zal moeten worden. Voor die situaties heeft INOS een protocol opgesteld. Dit is ter inzage bij de directeur. 4.3 Tussenschoolse opvang door Kober Kinderlunch Overblijven Overblijven moet leuk en gezellig zijn, net als thuis, maar dan met vriendjes en vriendinnetjes van school. Overblijven geeft kinderen de kans om tussen de middag rustig te eten, tot rust te komen, hun verhaal te vertellen of zich buiten uit te leven. De primaire taak van een 33 overblijfteam is om simpelweg klaar te staan voor de kinderen. Om kinderen onder verantwoorde begeleiding zichzelf te laten zijn en ook rekening met elkaar te leren houden. Werkwijze Kober Kinderlunch verzorgt het overblijven, in nauwe samenwerking met de school. Een gezellige en ontspannen lunchpauze kan eraan bijdragen dat uw kind weer fris aan de middaglessen kan beginnen. Op school of bij de overblijfcoördinator kunt u een informatiepakket met aanmeldingsformulieren ophalen. Zodra Kober kinderlunch deze van u ontvangen heeft, staat uw kind ingeschreven en mag het vanaf dat moment overblijven. U kunt op het aanmeldingsformulier de overblijfdagen invullen. Deze worden dan geregistreerd op de overblijflijsten. Incidenteel overblijven is mogelijk. U dient u kind wel voor de betreffende dag aan te melden. Het overblijfteam controleert elke dag of alle opgegeven kinderen ook daadwerkelijk aanwezig zijn. Eten en drinken wordt door de kinderen zelf meegenomen. Na het eten is er de mogelijkheid voor alle kinderen om buiten te spelen. Aanmelden en betaling Op de website van de Kober groep www.kober.nl, vindt u via de locatiezoeker (zoeken op naam van de school) alle actuele overblijfinformatie per school en de wijze van betaling. Ook kunt u hier het aanmeldingsformulier en de informatiekaart downloaden. U kunt de ingevulde formulieren naar Kober kinderlunch e-mailen of afgeven op school. Mocht u geen internet hebben dan kunt u op school of bij de overblijfcoördinator een informatiepakket ophalen. Vragen Heeft u algemene vragen? Neem contact op met de overblijfcoördinator of bel of e-mail Kober kinderlunch: (076) 504 56 12 of [email protected] u vragen aan de begeleidster over Kober Kinderlunch Jacinta bel dan 06 13 09 74 11 Aan- en afmeldingen voor 11.00 uur mailen naar: [email protected] 4.4 Naschoolse opvang door Kober BSO Jacinta Zoekt u kinderopvang? U wilt het beste voor uw kind en stelt hoge eisen aan de kinderopvang. Logisch! Dus zoekt u een veilige plek waar genoeg ruimte is om te spelen, waar uw kind zich niet verveelt, waar genoeg uitdaging is en volop ontwikkelingskansen zijn, waar uw kind aandacht krijgt, waar iemand is die liefdevol voor uw kind zorgt én waar uw kind het leuk heeft en graag naar toe wil gaan. Kober kindercentra heeft zo’n plek voor uw kind! Wij bieden Al meer dan 8500 kinderen maken gebruik van de opvangmogelijkheden van Kober kindercentra. Ook uw kind is van harte welkom. Serviceteam T : 076 504 56 04 of mail: E : [email protected] W: www.kober.nl 34 4.5 Sponsoring op de scholen van INOS Convenant sponsoring In februari 2009 is onder andere door de PO-raad het convenant “scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” ondertekend. INOS voelt zich aan dit convenant gebonden. Voor het convenant en toelichting zie: www.rijksoverheid.nl (zoek op ‘sponsoring in het primair onderwijs’). Relevante achtergrondinformatie Er is pas sprake van sponsoring als er sprake is van een tegenprestatie door de school. Als er geen tegenprestatie is, is er sprake van een schenking. De vermelding van beeldmerken en (korte) reclameteksten op door de school gebruikte materialen, zijn geen sponsoring. Dit betreft bijvoorbeeld het logo van het computermerk op de PC’s in de klas, of de reclameslogan van de schoolboekenproducent in het lesboek. Een klacht over de wijze waarop de school omgaat met reclame, of sponsoring kan volgens de klachtenregeling van INOS worden behandeld. Zie hiervoor elders in deze schoolgids. 4.6 Veiligheidsbeleid op de scholen van INOS In scholen zijn veel mensen actief. Daarom dient de aandacht voor veiligheid hoog op de agenda te staan. Er is sprake van een aantal wettelijke kaders die scholen (en schoolbesturen) voorschrijven veiligheidsbeleid te voeren. Denk hierbij aan de Wet op het Primair Onderwijs en de Arbowet. Deze wetgeving stelt kaders aan zowel de fysieke veiligheid in een gebouw, als aan de sociale veiligheid van kinderen en volwassenen die met elkaar leren en werken. Met behulp van de “checklist voor een veilige school” van het landelijke kwaliteitsteam veiligheid is het INOS-brede veiligheidsbeleid geformuleerd. Daardoor is er sprake van een heldere taakverdeling tussen wat de individuele scholen doen op het gebied van veiligheid en wat op bestuursniveau voor de gezamenlijke scholen van INOS wordt gedaan. Enkele relevante elementen uit het INOS-brede veiligheidsbeleid: Voldoende, geschoolde bedrijfshulpverleners op scholen; Een medezeggenschapsraad op elke school; Minimaal één schoolvertrouwenspersoon op elke school; Een klachtenregeling; Een door de brandweer afgegeven gebruiksvergunning voor elk schoolgebouw; Een actief netwerk met maatschappelijke zorginstellingen rondom de school; Alle INOS-scholen zijn aangesloten bij het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. In dit systeem kan melding worden gedaan van zorgen om de leef- en leersituatie van een kind. In het geval dat meerdere hulpverlenings-instanties actief zijn in één gezin, wordt door dit signaleringssysteem een regievoerder van de gezamenlijke hulpverlening aangewezen. ( voor meer informatie zie: www.zorgvoorjeugd.nu) Een gedragscode voor alle bij INOS betrokken personen; Een meldcode voor signalering van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling; Alle medewerkers hebben een Verklaring Omtrent het Gedrag; Het gebruik van een methode voor Sociaal Emotionele Ontwikkeling op alle scholen; Een gestructureerd plan voor onderhoud van schoolgebouwen op het gebied van veiligheid; 35 Het stimuleren van het verkeersveiligheidslabel voor scholen. De scholen vullen deze INOS-brede activiteiten aan op een manier die past bij de eigen specifieke situatie. Daarbij is de Medezeggenschapsraad de gesprekspartner van de directie van de school. 36 Bijlage 1 Klachtenregeling INOS Hebt u een klacht? Op scholen werken mensen. Waar mensen werken, gaat wel eens wat mis. Dat willen we graag oplossen en we willen daarvan leren. Er zijn afspraken gemaakt over de manier waarop we op school omgaan met een klacht. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Klachtenregeling INOS die op school aanwezig is. In het kort zijn er de volgende mogelijkheden: 1) Eerst een gesprek met de betrokken leerkracht of de betrokken medewerker. Een goed gesprek kan veel problemen oplossen. Bespreek het probleem. Vertel wat u zelf hebt gedaan om het probleem op te lossen. Vertel ook wat u van de leerkracht (of medewerker) verwacht. In de meeste gevallen lukt het om er samen uit te komen. 2) De directeur van de school Als het niet lukt om een goede oplossing te vinden, kunt u praten met de directeur van de school. Hij (of zij) is verantwoordelijk voor de school. De directeur kan een beslissing nemen in een conflict. Op deze school is Anne-Marie Gommeren de directeur. 3) De school heeft een schoolvertrouwenspersoon Elke school van INOS heeft een schoolvertrouwenspersoon. Als u dat wilt, kan de schoolvertrouwenspersoon meedenken in het oplossen van een klacht. Het is meestal een leerkracht die de regels goed kent. Hij (of zij) kan u helpen in het zoeken van een manier om uw klacht te bespreken. Op deze school zijn de vertrouwenspersonen: Mathi Sluijter en Marion van den Heuvel. 4) Het College van Bestuur Als het op school niet lukt om een goede oplossing te vinden (ook niet met de directeur), kunt u een brief sturen aan het College van Bestuur van INOS (Postbus 3513, 4800 DM Breda). In die brief vertelt u wat uw klacht is en wat u al hebt gedaan om de klacht op te lossen. Het College van Bestuur kan een gesprek met u aangaan. Ook kan het College van Bestuur de interne klachtencommissie van INOS vragen een advies te geven over de klacht. Het College van Bestuur neemt een beslissing. 5) De landelijke klachtencommissie Als het helemaal niet lukt om tot een goede oplossing te komen, kunt u een brief sturen aan de landelijke klachtencommissie katholiek onderwijs (Postbus 82324, 2508 EH Den Haag). Hoe dat moet, staat beschreven in de klachtenregeling. Het staat ook beschreven op de gezamenlijke website van de geschillencommissies in het bijzonder onderwijs (www.gcbo.nl). Zijn er nog meer mogelijkheden om uw klacht te bespreken? Er zijn nog een paar extra mogelijkheden om uw klacht te bespreken. De medezeggenschapsraad of oudervereniging De medezeggenschapsraad of oudervereniging bespreekt geen klachten over personen. Klachten over het beleid van de school kunnen wel worden besproken. De externe vertrouwenspersoon 37 INOS heeft ook een vertrouwenspersoon die niet op een school werkt. Dit is de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie (06-52501975). Hij heeft een beroepsgeheim. Dat is belangrijk als u met iemand in vertrouwen wilt praten over erg moeilijke persoonlijke situaties. De inspectie van het onderwijs U kunt uw klacht ook melden bij de inspectie van het onderwijs (Voor ouders: 08008051. Het postadres is Postbus 88, 5000 AB te Tilburg, of www.onderwijsinspectie.nl). De inspectie geeft een signaal af aan de school, maar lost de klacht niet op. Daarvoor moet u echt in gesprek gaan met de school zelf. Zijn er bijzondere afspraken bij (seksuele) intimidatie, (seksueel) misbruik en geweld? Als een klacht te maken heeft met (seksuele) intimidatie, misbruik, of geweld, kunt u daarvoor de gewone klachtenprocedure doorlopen. Let erop dat alle INOSmedewerkers verplicht zijn aangifte te doen bij de politie in dit soort situaties. Als u een klacht over intimidatie, misbruik of geweld wilt bespreken, maar (nog) geen aangifte wilt doen, kunt u contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon (de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie: 06-52501975) of de vertrouwensinspecteur van de inspectie van het onderwijs (0900-1113111). Wel zullen deze mensen u vragen zelf aangifte te doen bij de politie. Als kinderen ergens mee zitten … Kinderen kunnen met vragen en problemen zitten die ze niet thuis, of met de eigen leerkracht kunnen (of willen) bespreken. In die gevallen kunnen zij terecht bij de schoolvertrouwenspersoon (op onze school zijn dat Mathi Sluyter en Marion van den Heuvel). Zij wijzen eventueel de weg naar externe personen of instanties voor verdere hulp. 38
© Copyright 2024 ExpyDoc