Pagina 4 Een lichaam is in rust Als het niet voor plaats of stand verandert ten opzichte van een ander lichaam. Een lichaam is in beweging als het van plaats of stand verandert ten opzichte van een ander lichaam. Pagina 5 Een rechtlijnige beweging is een beweging met een rechtlijnige baan. Een kromlijnige beweging is een beweging met een kromlijnige baan. Richting Men noemt de richting van een beweging de rechte lijn welke het beschouwende punt zich op een bepaald ogenblik tracht te verplaatsen. Pagina 6 Zin Volgens de zin van de beweging kan men bewegingen indelen in : Doorlopende (continue) bewegingen Heen en weergaande (alternatieve) bewegingen. Afgelegde weg Tijdens een doorlopende beweging zal een punt verschillende opeenvolgende standen op de baan innemen. Onder de afgelegde weg in een bepaald tijdvak verstaat men de lengte van het doorlopen baanstuk in dit tijdvak. Pagina 7 Grondheden De eenheden van lengte en van tijd, de meter en de seconde, zijn grondheden. grondheden zijn eenheden die vrij gekozen zijn. Afgeleide eenheden De eenheden van snelheid, oppervlakte en volume zijn afgeleid van grondeenheden. Men noemt ze afgeleide eenheden. afgeleide eenheden zijn eenheden die afgeleid zijn van grondheden. Een snelheid wordt verkregen door het aantal meter te delen door het aantal seconde. De eenheid van snelheid is 1 meter per seconde (1 m/s) De oppervlakte is het product van lengte en breedte A = l.b = 1(m) . 1(m) = 1m² Het volume is het product van lengte, breedte en hoogte. V = l.b.h = 1(m) . 1(m) . 1(m) = 1m³ Pagina 9 Wanneer is een lichaam in rust? blz 4 Wanneer is een lichaam in beweging? blz 4 Schets een rechtlijnige en een kromlijnige beweging. blz 5 Wat bedoelt men met de richting van een beweging? blz 5 Wat bedoelt men met de zin van een beweging? blz 6 Pagina 10 5km = 500dam 0,12h = 12cm 37,4hm = 3740m 2cm = 0,2dm 1526mm = 1,526m 0,056mm = 56µm Tijdseenheden 2d = 48h 1,5h = 90min 1h50min = 6600s 0,12h = 7,2min 1440min = 86400s 24h = 86400s Andere 20m/s = 72km/h 1200m/min = 72km/h 3,6km/h = 1m/s Pagina 11 Begrip Een beweging is eenparig als in gelijke tijden, hoe klein ook, de afgelegde wegen gelijk zijn. Snelheid van een eenparige beweging De snelheid van een eenparige beweging is de afgelegde weg per tijdseenheid. De snelheid van een eenparige beweging is het quotiënt van de afgelegde weg en de daarvoor nodige tijdsduur. Pagina 12 Eenheden van snelheid De eenheid van snelheid wordt dus afgeleid van de lengte-eenheid (meter) en van de tijdseenheid (seconde), bijgevolg: de eenheid van snelheid is een meter per seconde (1m/s) Oefeningen ⁄ ⁄ ⁄ ⁄ ⁄ Pagina 13 Herhalingsvragen Wat is een eenparige beweging? (geef ook een schets) zie blz 11 Welke regels gelden voor een eenparige beweging? blz 11 Vul aan, de snelheid van een eenparige beweging is…? blz 11 Geef de formules (ook afgeleide formules) van de eenparige beweging. Reken uit: 90 km/h = 25 m/s 15 m/s = 54 km/h 12 cm/s = 0,432 km/h 4km/min = 66,66 m/s 6 km/min = 360 km/h Pagina 14 Gegeven: s = 70 km t = 50 min = 0,83 h Gevraagd: S na 1h30 min? Oplossing: Snelheid bepalen (km/h) afgelegde weg bepalen ( ) Gegeven: S = 15 km = 15000 m t= 12 min = 0,2 h = 720 s Gevraagd: V in km/h? v in m/s? Oplossing: Gegeven: s = 15 km v = 6 km/h Gevraagd: T=? Oplossing: Pagina 24 De omtreksnelheid is: Evenredig met de omtrek van de cirkel Evenredig met het toerental Aan welke 2 voorwaarden moet eenparige cirkelvormige beweging voldoen 23 Definitie eenparige cirkelvormige beweging 23 Definitie omtreksnelheid 23 Pagina 25 Formule omtreksnelheid Onderstaande vraagstukken a) Gegeven: Gevraagd: Oplossing: b) gegeven: v=15 m/s n=180/min=3 m/s gevraagd: a=?(m) oplossing: Pagina 26 c) gegeven: ⁄ Gevraagd: ⁄ ) Oplossing: ⁄ ⁄ d)gegeven: ⁄ ⁄ Gevraagd: Oplossing: ⁄ e)gegeven ⁄ Gevraagd: Oplossing: ⁄ ⁄ ⁄ Pagina 27 f)gevraagd: ⁄ ⁄ Gevraagd: ⁄ Oplossing: ⁄ ⁄ Pagina 29 a)Gegeven: ⁄ Gevraagd: Oplossing: ⁄ Pagina 30 b)Gegeven: ⁄ Gevraagd: Oplossing: ⁄ ⁄ Aanzetsnelheid: Snijtijd: ⁄ ⁄ c)gegeven: ⁄ Gevraagd: Oplossing: ⁄ Aanzetsnelheid: 0,4x185,77=74,3 Snijtijd: d)gegeven: ⁄ ⁄ Gevraagd: Oplossing: ⁄ Pagina 31 Rechtlijnig-rechtlijnig tandlat ⁄ Cirkelormig-cirkelvormig tandwielen-riemen Cirkelvormig-rechtlijnig fiets-schaafmachine Rechtlijnig-cirkelvormig zuiger-auto Pagina 33 Gegeven: d1 = 250 mm d2 = 450 mm v = 14 m/s = 840 m/min Gevraagd: n1 en n2 in omw/min Oplossing: Proef: = 0,55 Pagina 35 Gegeven: n1= 60 tr/min a = 900 mm n2 = 120 tr/min Oplossing: d1 . n1 = d2 . n2 => 60 d1 = 120 . d2 d1 = 2 . d2 2 . d2 + d2 = 1800 mm 3 . d2 = 1800 mm d2 = d1 = 1800 – 600 = 1200 mm Pagina 38 Gegeven: n 1 = 60 omw/min Z1 = 36 tanden Z2 = 12 tanden d = 0,7 m Oplossing : Gegeven: Oplossing: S= = 3,14 0,8 4= 10, 048 m Pagina 37 Gegeven: z1 + 48 t Z2 = 14 t N1 = 1 omw Ф wiel = 68 cm = 0,68 m (d!) Oplossing: n2 = S = -a-n2 = 3,14. 0,68. 3,428 = 7,32m Gegeven: z1 = 46 t Z2= 15 t Ф wiel = 0,72 m (d!) V= 20 km/h = 333,3 m/min Oplossing: v = d n2 => n2 = N1 = Pagina 38 Zie 31 31 32 Pagina 40 32 34 34 36 Pagina 41 36 39 Pagina 42
© Copyright 2024 ExpyDoc