model - ARBO Vakbase

Toolbox-meeting
beschermende kleding
Omschrijving
Aanwijzingen voor een juist gebruik
Beroepskleding kan worden ingedeeld in twee
groepen, te weten werkkleding met een vooral
representatieve functie en beschermende
werkkleding.
Gebruik:
Overeenkomstig het gebruiksvoorschrift
Toepassingsgebied
Beschermende werkkleding wordt veelal gedragen in de
volgende situaties:
•
Werkplaatsen, magazijnen.
•
Bouwprojecten en bij constructiewerkzaamheden.
De keuze van beschermende werkkleding en de manier
waarop deze moet worden gebruikt, wordt bepaald door de
RI&E (werkrisicoanalyse)
Beschermende werkkleding is bedoeld om het lichaam (met
name romp, armen en benen) van de gebruiker te
beschermen tegen meerdere gevaren, waaronder
mechanische en fysische bedreigingen. Deze gevaren
kunnen alleen of in verschillende combinaties voorkomen.
Onder beschermende kleding vallen o.a.:
•
algemene werkkleding welke bescherming biedt tegen
mechanische en fysische bedreigingen;
•
zichtbaarheidkleding;
•
slechtweerkleding;
•
chemicaliënbestendige kleding;
•
hittebestendige kleding en vlamwerende kleding;
•
laskleding;
•
thermokleding voor werkzaamheden in extreem koude
omstandigheden, zoals koel- en vriesruimten.
Bij het werken aan of met machines die door bewegende
delen risico’s kunnen opleveren, dient nauwsluitende
kleding te worden gedragen (denk vooral aan de mouwen).
Het dragen van loshangende kleding (stropdassen, slippen
van stofjassen, halskettingen) is niet toegestaan op
plaatsen waar dit een gevaar kan opleveren i.v.m.
draaiende machines.
Vervuilde kleding zorgt voor extra risico bij brand, kou.
Afhankelijk van specifieke risicobronnen wordt specifieke
beschermende werkkleding gedragen, bijvoorbeeld:
•
Zichtbaarheidkleding bij werkzaamheden met
verminderde zichtbaarheid en op werkplekken waar
een integrale draagplicht geldt, zoals
wegwerkzaamheden.
•
Slechtweerkleding moet bescherming bieden tegen
kou, regen en wind.
Risicobronnen
Beschermende kleding moet op de werkplek worden
gedragen in situaties waarin dreiging van buitenaf
een risico vormt voor de gezondheid en veiligheid van
de gebruiker.
De diverse soorten gevaren kunnen onder andere zijn:
•
mechanische dreiging om gegrepen te worden door
bewegende delen van machines, scherpe voorwerpen
of rondvliegende deeltjes;
•
atmosferische omstandigheden als gassen, dampen en
stof;
•
klimatologische omstandigheden, waarbij bescherming
moet worden geboden tegen tocht, kou en guur weer;
•
thermische gevaren zoals zeer koude of zeer warme
omstandigheden, vocht, vlammen, hitte, vonken of
metaalspatten;
•
elektrische gevaren zoals aanraking van onder
spanning staande delen, elektrische ontlading,
vlambogen of statische elektriciteit;
•
verbranding door vlammen, vonken en gesmolten
(metaal)spatten;
•
chemische dreiging van zuren, logen, oplosmiddelen,
chemisch afval, oliën en vetten;
•
slechte zichtbaarheid bij werken langs de weg of spoor;
•
besmettingsgevaar door micro-organismen of
radioactieve stoffen.
Beschermende werkkleding moet over de gewone kleding
kunnen worden gedragen. Specifieke beschermende
werkkleding zoals zichtbaarheidkleding, slechtweerkleding,
chemicaliënbestendige kleding enz. moet weer over de
werkkleding kunnen worden gedragen.
Controle en onderhoud:
Bij ontvangst controle op aanwezigheid
gebruiksaanwijzing en CE-keur.
Kleding moet regelmatig worden gewassen
en worden gecontroleerd op slijtage en
verontreinigingen.
Reinigen overeenkomstig het
gebruiksvoorschrift van de fabrikant.
Vervanging:
Op advies van deskundige of op verzoek van
de gebruiker.
Vervanging is noodzakelijk bij verminderd
draagcomfort, beschadigingen of slijtage.
Opslag:
Na gebruik op een droge stofvrije plaats.
Fundamentele eisen
Bij keuze en aanschaf van Beroepskleding
letten op:
•
CE-markering
•
Geschikt voor beoogde doel
•
Voldoende sterk en kleurechtheid (ook na
veelvuldig wassen)
•
Goed draagcomfort
Werkkleding gebruikt bij elektrotechnische gevaren mag niet
zijn voorzien van (onbeschermde) metalen ritssluitingen of
drukknoppen (om elektrocutie te voorkomen).
Wettelijke kaders
Op de verstrekking, het gebruik, de voorlichting en
de controle op het gebruik van PBM’en zijn de
bepalingen van het op de Arbowet gebaseerde
Arbobesluit aangaande persoonlijke
beschermingsmiddelen van toepassing.
De noodzaak tot het dragen van beroepskleding
moet blijken uit de RI&E.
Beboetbare feiten
In geval van het niet op de juiste wijze gebruiken
van de hem ter beschikking gestelde PBM'en kan
de werknemer een bestuurlijke boete worden
opgelegd.
De werkgever moet kunnen aantonen dat hij
geschikte middelen ter beschikking heeft gesteld,
de nodige (herhaalde) instructie heeft gegeven en
afdoende toezicht op het dragen heeft gehouden
CE-merkteken / pictogram
Op grond van de VGM-wetgeving worden aan PBM’en
technische ontwerp- en constructie-eisen gesteld. Verder is
bepaald dat een fabrikant deze middelen moet voorzien van
een CE-merkteken.
Beschermende kleding moet tevens voorzien zijn van een
genormeerde NEN-EN codering die de beschermfactor
aangeeft en een pictogram dat de beschermkwaliteit
aangeeft. Voorbeelden van NEN-EN codering zijn:
471 Zichtbaarheidkleding
531 Bescherming tegen hitte
Pictogrammen geven bijvoorbeeld de bestendigheid tegen
mechanische penetratie, de bescherming tegen
bacteriologische besmetting of de bescherming tegen hitte
en vuur (vlamwerend) aan.
Als de werkkleding voorzien is van de CE-markering, de
NEN-EN codering en een pictogram mag er vanuit worden
gegaan, dat het voldoet aan de betreffende eisen.