Mevrouw Siemensma

‘DIT KAN NOOIT DE GOEDE KANT OP GAAN!’
Eigenlijk was het een opluchting toen de diagnose eenmaal werd gesteld: borderline, een persoonlijkheidsstoornis die gekenmerkt wordt door sterke wisselingen in stemmingen, gedachten en
gedrag. Eindelijk: herkenning én: erkenning. De bevestiging dat er al die jaren wel degelijk iets aan
de hand was. Want dat Tessa Siemensma (1973) moest knokken in haar leven, dat was voor haar
al veel langer duidelijk, alleen kon ze er de woorden niet voor vinden.
Een jonge stralende vrouw zit op een strakke,
grijze bank in een modern appartement. De
kamer straalt rust uit. Veel wit. Hier en daar een
rood accent, grote ramen, licht, ruimte. Twee
kleine hondjes die zich af en toe even in het
gesprek mengen. Foto’s van een blond meisje
aan de wand. Dit is de leefomgeving van Tessa.
Ze legt haar voeten op de bank en begint aan
haar verhaal. Ze oogt rustig. Uit haar verhaal
blijkt dat het met name haar geesteswereld is
die voor onrust zorgt. Na de geboorte van haar
dochter Esmee (2002), zorgde die onrust voor
een climax.
Tessa kwam na de geboorte van Esmee in conflict met zichzelf: “Je hebt geen idee wat er van
je wordt verwacht als je een kind moet opvoeden. Ik had zo’n ideaalplaatje in gedachten:
lekker met je kind even buiten wandelen en
daarna als ze slaapt even iets voor jezelf doen.”
48
Tessa zou Esmee alleen opvoeden en van die
rustmomenten was dus geen moment sprake.
Nee, die stralende covers van het magazine
‘Mama’ bleken een illusie.
“Ik vond dat ik er voor mijn meisje moest zijn,
maar tegelijkertijd was ik mijn eigen identiteit
kwijtgeraakt. Ik was nog bezig om mijzelf te
ontdekken. Ik zat midden in het proces van wat
voor moeder ik voor haar kon zijn, maar terwijl
ik nadacht over hoe ik dat invulling kon geven,
was ik al moeder. Er werd van mij iets belangrijks
verwacht! Het was zó dubbel: ik had zo uitgekeken naar de komst van Esmee, maar toen ze
er eenmaal was, kon ik het niet bolwerken.”
49
RRR
Rust, reinheid en regelmaat? Daar was geen
sprake van. Er was alleen de zorg voor de kleine.
En de belevingswereld van Tessa. Een wereld
waarin altijd het gevoel heerst: ‘Dit kan nooit de
goede kant op gaan.’ Pas toen Tessa wist dat ze
Borderline had, vielen veel dingen op hun plek.
Ze leerde uiteindelijk haar gedachten kennen
en ze leerde om die naast zich neer te leggen.
Ze bleken veroorzaakt door een stoornis. Dat
wist ze ten tijde van de geboorte van Esmee
echter nog niet.
Ook de angst te falen speelt bij mensen die
Borderline hebben een grote rol. Dat, in combi-
natie met verantwoordelijkheid voor een kind,
kan een lastige situatie teweegbrengen. Tessa
was ten einde raad en vroeg uiteindelijk om
hulp. Haar huisarts regelde dat er thuiszorg
kwam om voor de kleine te zorgen. “Ze namen me
haar uit handen, letterlijk, en gaven mij daarmee
ruimte.” Dat was het begin van een tijdperk
waarin de thuiszorg een belangrijke rol kreeg in
Tessa’s leven. En daarin werd alsnog het mooie
oud-Hollandse motto rust, reinheid en regelmaat
ingebed. “Ik kreeg een persoonlijke begeleider
op wie ik kan vertrouwen”, zegt Tessa als ze
naar Barbara kijkt, haar vaste thuisbegeleider die
sinds jaar en dag op woensdagen bij haar komt.
BORDERLINE
De diagnose Borderline maakte Tessa bewust
van haar beperking en ze leerde onderscheid
maken tussen wat Borderline en normaal gedrag
is. “Doordat ik weet hoe ik ermee om moet
gaan, kan ik mijzelf beter sturen. Ik heb mezelf
leren kennen. Ik weet nu waarom ik zo’n zwartwitdenker ben. Een grijs gebied? Daar kan ik
absoluut niet mee omgaan. Het fijne is nu dat ik
weet waardoor dat komt. Het is niet mijn karakter
dat mijn handelen verklaart, er ontstaat ergens
kortsluiting in mijn hoofd. Dat is niet iets waar
ik mij achter verschuil, maar het is wel een
troostende gedachte.” Ze denkt terug aan die
beginperiode, kijkt naar de foto van haar mooie
dochter en tranen vullen haar ogen. “Nee.
Gedane zaken nemen geen keer, maar ik ben zó
blij dat we het samen hebben doorstaan en dat
we het nog altijd goed redden samen.” Barbara,
de thuisbegeleidster, loopt even langs en legt
een zakdoekje naast haar neer. Terloops haast,
alsof ze er niet is.
KLEINE MOEITE
Barbara is thuisbegeleidster en ondersteunt
Tessa. “Dat zijn langdurige processen waarbij je
oog moet hebben voor de situatie. Voor Tessa,
bij wie voortdurend de gedachten met haar aan
de haal gaan, is het moeilijk een situatie in te
schatten”, vertelt Barbara. “In een ouder-/kind-
50
relatie ontstaan natuurlijk altijd fricties, dat is
inherent aan opvoeden, maar Tessa kan dat
moeilijk relativeren. Voor haar is een ruzie direct
het einde van de wereld.” Barbara helpt haar
daarmee. Ze zorgt ervoor dat Tessa met minder
lading naar een conflict kijkt. Tessa: “Ja, Barbara
heeft met haar komst echt een veilige, vertrouwde
leefomgeving gecreëerd.”
Dat het ook vaak gaat om kleine dingen, blijkt
uit feit dat Barbara nadat Tessa verhuisde naar
haar nieuwe appartement, haar eigen sloffen
meebracht. Het was voor Barbara een kleine
moeite, maar voor Tessa zo’n ontzettend groot
gebaar. “De woningcorporatie had toen we
onze intrek namen erop gehamerd dat deze
appartementen heel gehorig waren en dat we
dus rekening moesten houden met de buren.
Dat Barbara daarna met haar bloemetjessloffen
voor de deur stond, maakte diepe indruk op
me. Het geeft me het gevoel dat ze blijft. Het
schept vertrouwen. Ze is er voor me.” Tessa lacht.
“Dat is dus letterlijk een zorg minder voor mij,
dan hoef ik daar in ieder geval geen onrust door
te voelen!”
51