BELEIDSPLAN GEZONDHEID SBPE

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO
BELEIDSPLAN GEZONDHEID SBPE
juli 2014
Inhoud
VOORWOORD .......................................................................................................................................... 3
Gezondheidsrisico‘s door overdracht van ziektekiemen ........................................................................ 3
Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu ............................................................................. 6
Gezondheisrisico’s als gevolg van het buitenmilieu................................................................................ 8
Gezondheidsrisico’s ten gevolge van niet (medisch) handelen .............................................................. 9
Beleidsplan Gezondheid SBPE
pagina | 2
VOORWOORD
In aansluiting op de gedane risico inventarisaties (RIE) Gezondheid per locaties, zijn er afspraken
gemaakt hoe te handelen door medewerkers om de risico’s per scenario zo gering mogelijk te
houden. Deze afspraken zijn per scenario vermeld. Indien voor een locatie afzonderlijke afspraken
gelden, dan is dit expliciet vermeld.
De jaarlijkse actualisatie van de RIE’s vindt plaats in het tweede kwartaal of eerder indien er
tussentijdse wijzigingen plaatsvinden zoals de mogelijke scenario’s, het wettelijk kader en de daaraan
gekoppelde werkwijze. Indien nodig worden de hieraan gekoppelde beleidsplannen Veiligheid en
Gezondheid aangepast. Jaarlijks worden de beleidsplannen besproken in het werkoverleg evenals de
ongevallenregistratie.
Voor de uitvoering maakt de SBPE gebruik van de digitale werkwijze waarin de ‘RI&E Arbo
Kinderopvang’ van FCB, ‘Veiligheidsmanagement’ van VeiligheidNL, en ‘Gezondheidsmanagement’
van LCHV digitaal zijn opgenomen. Hierin worden ook de ongevallen geregistreerd. Het protocol van
het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid – Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum of
peuterspeelzaal (0-4 jarigen), aangepast februari 2014 vormt daarbij het vertrekpunt. Bij diverse
scenario’s wordt verwezen naar dit protocol. Voor de leesbaarheid is in de verwijzing naar dit
document de term “protocol gezondheidsrisico’s LCHV” gebruikt.
De rapportages van de GGD zijn in te zien voor ouders op de website, www.sbpe.nl onder het tab
informatie en worden besproken met de Cliënten Medezeggenschaps Raad.
Gezondheidsrisico‘s door overdracht van ziektekiemen
Scenario: Kind komt in contact met ziektekiemen via ongewassen handen van leidster.
Handen worden gewassen:
- bij zichtbare verontreiniging van de handen
- voor het aanraken of bereiden van voedsel
- voor het eten of helpen bij het eten
- voor wondverzorging
- voor het aanbrengen van zalf of crème
- na hoesten, niezen en snuiten
- na toiletgebruik
- na het verschonen van een kind
- na het afvegen van de billen van het kind
- na contact met lichaamsvochten, zoals speeksel, snot, braaksel, ontlasting, wondvocht of
bloed
- na contact met vuile was of afval
Scenario: Kind komt in contact met ziektekiemen via onzorgvuldig gewassen handen van
leidster.
- Handen worden met water en vloeibare zeep gewassen.
- De zeep wordt over de gehele handen verdeeld.
- Handen worden na het wassen goed schoongespoeld.
- Handen worden met schone handdoek of papier gedroogd.
Afhankelijk van de inrichting van de speelzaallocatie, gaat de leidster voor het handen wassen naar
een aparte keuken, een keukenblok op de leefruimte of naar het toilet.
Scenario: Kind komt in contact met ziektekiemen van zieke leidster.
Beleidsplan Gezondheid SBPE
pagina | 3
-
Zieke leidsters besteden extra aandacht aan een goede handhygiëne.
Leidsters zijn op de hoogte van de ziek- en herstelmeldingsprocedure.
Leidsters raadplegen een Arbo-arts bij ziekteverschijnselen van besmettelijke aard.
Scenario: Kind komt in contact met pus of vocht uit blaasjes/wondjes van een ander kind.
- Pus en/of wondvocht wordt voordat het gaat lekken met bijvoorbeeld met een wattenstaafje
gedept.
- Wondjes worden met een waterafstotende pleister afgedekt.
- Materialen en oppervlakken die verontreinigd zijn met pus en/of wondvocht worden direct
met een reinigingsmiddel schoongemaakt.
- Handen worden na aanraking van pus en/of wondvocht gewassen.
- Zieke kinderen krijgen eigen speelgoed.
- Speelgoed waarmee een ziek kind heeft gespeeld wordt gereinigd voordat andere kinderen
het gebruiken.
- Zieke kinderen krijgen een eigen beker en bestek. Leidster ziet erop toe dat andere kinderen
dit niet gebruiken.
- Er wordt voorkomen dat een kind met een koortslip anderen zoent.
- Bij kinderen die aan wondjes en/of blaasjes krabben wordt extra aandacht aan handhygiëne
besteed.
Scenario: Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen doorleidsters.
- Leidsters dragen zorg voor een goede hoesthygiëne.
- Leidsters wassen de handen na hoesten of niezen.
Scenario: Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten, niezen of snot van ander
kind.
- Kinderen worden erop gewezen dat ze tijdens het hoesten of niezen de hand voor de mond
moeten houden, in hun elleboog of in een papieren zakdoek hoesten of niezen.
- Aan kinderen wordt geleerd tijdens hoesten of niezen het hoofd weg te draaien of het hoofd
te buigen.
- Kinderen worden gestimuleerd de handen te wassen na hoesten of niezen.
- Indien het handen wassen niet mogelijk is op de speelzaal, worden de handen gereinigd met
een vochtig wegwerpdoekje.
Scenario: Kind komt door gezamenlijk gebruik van een zakdoek in contact met ziektekiemen.
- Voor ieder kind wordt per keer een schone papieren zakdoek gebruikt.
Scenario: Kind komt via een washandje, waarmee handen of monden van meerdere
kinderen gewassen worden, in contact met ziektekiemen.
- Voor ieder kind wordt een schone washand (of wegwerp) gebruikt.
- Gebruikte washandjes worden direct opgeruimd of weggegooid.
- Bij gebruik van een washandje voor meerdere kinderen, wordt het tussentijds uitgespoeld
met water - hetzij onder de kraan, hetzij in een teiltje.
Scenario: Kind raakt besmet met ziektekiemen via een ander kind dat met ongewassen
handen van het toilet komt.
- Leidsters zien erop toe dat kinderen na ieder toiletbezoek hun handen met vloeibare
handzeep wassen.
- Leidsters helpen kinderen met het aanzetten van de kraan als zij dit zelf niet voor elkaar
krijgen.
Beleidsplan Gezondheid SBPE
pagina | 4
Scenario: Kind raakt besmet met ziektekiemen via een ander kind dat met onzorgvuldige
gewassen handen van het toilet komt.
- Aan kinderen wordt geleerd hun handen goed te wassen.
- Leidsters zien erop toe dat kinderen altijd vloeibare handzeep gebruiken.
- Leidsters helpen kinderen met het aanzetten van de kraan als zij dit zelf niet voor elkaar
krijgen.
- Kinderen drogen hun handen met wegwerpdoekjes of een schone handdoek.
Scenario: Kind komt door het aanraken van een vuile luier in contact met ontlasting/urine.
- Vuile luiers worden direct weggegooid, bij voorkeur in een afvalbak buiten de sanitaire
ruimte of leefruimte.
Scenario: Kind komt door een verontreinigde verschoontafel/aankleedkussen in contact met
ontlasting/urine.
- De verschoonplek wordt na ieder kind gereinigd of er wordt steeds een nieuwe onderlegger
gebruikt.
- Het aankleedkussen wordt vervangen zodra het tijk beschadigingen vertoont.
- Na vervuiling met bloed, (bloederige) diarree of braaksel wordt het aankleedkussen
gedesinfecteerd.
Scenario: Kind komtdoor on(zorgvuldig)gewassen handen van leidster in contact met
ontlasting/urine.
- Bij zichtbare verontreiniging en minimaal elke dagdeel wordt een schone handdoek gebruikt.
- De kraan (handcontactpunt) wordt minimaal dagelijks gereinigd.
Scenario: Kind komt via speelgoed dat wordt meegenomen naar het toilet in contact met
ziektekiemen.
- Leidster ziet erop toe dat er geen speelgoed mee naar het toilet genomen wordt.
Scenario: Kind krijgt door gebruik van andermans drinkbeker of bestek ziektekiemen binnen.
- Drinkbekers en bestek worden na ieder gebruik afgewassen.
- Leidsters zien erop toe dat kinderen tijdens de maaltijd hun eigen servies en bestek
gebruiken.
Scenario: Kind komt door het aanraken van afval in contact met ziektekiemen.
- Afval wordt in afgesloten afvalbakken weggegooid.
- De afvalbakken worden dagelijks geleegd.
Scenario: Kind komt via een vuile vaatdoek in contact met ziektekiemen.
- De vaatdoek wordt na gebruik met heet stromend water uitgespoeld.
- Bij zichtbare verontreiniging, na vuile klusjes en minimaal elk dagdeel wordt een schone
vaatdoek gepakt.
Scenario: Kind komt via vuil speelgoed in contact met ziektekiemen
- Speelgoed dat in de mond genomen wordt, wordt dagelijks gereinigd.
- Speelgoed dat niet in de mond genomen wordt maandelijks gereinigd.
- Zichtbaar verontreinigd speelgoed wordt direct gereinigd.
- Speelgoed wordt na vervuiling met bloed(bloederige diarree) of braaksel gedesinfecteerd.
- Leidster vervangt beschadigd speelgoed direct.
- Speelgoed voor binnen en buiten, wordt gescheiden gehouden.
Scenario: Kind komt via vuile verkleedkleren in contact met ziektekiemen, allergenen of
Beleidsplan Gezondheid SBPE
pagina | 5
huisstofmijten.
- De verkleedkleren worden op 40 graden gewassen met het langste programma.
- Verkleedkleren worden maandelijks gewassen.
- Wanneer zieke kinderen met verkleedkleren spelen, worden de verkleedkleren extra
gewassen.
Scenario: Kind komt via onzorgvuldig of niet gewassen stoffen speelgoed/knuffels in contact
met ziektekiemen.
- Knuffels en stoffen speelgoed worden maandelijks gewassen.
- Er worden alleen stoffen speelgoed/knuffels aangeschaft die minimaal op 40 graden
gewassen kunnen worden.
- Wanneer zieke kinderen (bijv. met een koortslip) met de knuffels voor algemeen gebruik
spelen, worden de knuffels direct extra gewassen.
Scenario: Kind komt via (uitwerpselen van) ongedierte in contact met ziektekiemen.
- Etensresten worden afgesloten bewaard en kruimels worden opgeruimd.
- Afval (buiten) wordt in gesloten containers of zakken opgeborgen.
- Uitwerpselen van ongedierte worden direct opgeruimd.
Scenario: Kind komt door bijten of krabben van een dier in contact met ziektekiemen.
- Bij bezoek aan dieren is er steeds voldoende begeleiding aanwezig.
- Leidsters houden toezicht op de kinderen in aanwezigheid van dieren.
- Als dieren gevoerd worden, let de leidster op dat dit voorzichtig gebeurd.
Scenario: Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door het eten van bedorven voeding.
- Gekoeld producten worden na aflevering of aankoop direct in de koelkast opgeborgen.
- Ouders worden geïnstrueerd geen bederfelijke voedingsmiddelen mee te geven die langer
dan 30 minuten buiten de koelkast zijn geweest.
- Gekoelde producten worden onder 7 graden bewaard.
- Een interne verbruikdatum (IVD) wordt na de ontvangst, bereiding of het ontdooien van
producten genoteerd.
- Producten worden vlak voor gebruik uit de koelkast gehaald.
- Gekoelde producten die langer dan 30 minuten buiten de koelkast zijn geweest worden
weggegooid.
- De houdbaarheidsdatum van producten worden voor ieder gebruik gecontroleerd.
Scenario: Kind komt in contact met ontlasting van een ander kind door gebruik van grote
closetpot.
- Opmerking: op de peuterspeelzalen wordt alleen gebruik gemaakt van kleine closetpotten.
Scenario: Kind krijgt ziektekiemen binnen door het eten van onhygiënisch bereiden voeding.
- Leidster draagt zorg voor een goede handhygiëne.
- Voedselbereiding en verschonen gebeurt op gescheiden plaatsen.
- Voedsel wordt in een schone omgeving bereidt.
- Er wordt schoon keukenmateriaal gebruikt.
- Restjes worden niet hergebruikt.
Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu
Scenario: Kind verblijft in bedompte ruimte.
- Verblijfsruimte (groepsruimte, enz.) hebben voldoende voorzieningen om te ventileren.
- Mechanische ventilatie staat in de stand die zorgt dat het CO2 gehalte laag genoeg blijft.
Beleidsplan Gezondheid SBPE
pagina | 6
-
Er wordt extra geventileerd tijdens en na bewegingsspelletjes, en stofzuigen/wissen.
Gedurende de nacht wordt geventileerd. (Indien niet mogelijk vanwege vandalisme, zal dit ’s
morgen door de leidsters worden gedaan).
Ramen en roosters, die zich meer dan 1.80 meter boven de vloer bevinden worden zoveel
mogelijk geopend.
Scenario: Kind verblijft in een te koude ruimte.
- In iedere ruimte waar kinderen verblijven, is een thermometer aanwezig.
- De temperatuur wordt regelmatig gecontroleerd en is in de verblijfsruimte niet lager dan 17
graden.
Scenario: Kind verblijft in een te warme ruimte
- De temperatuur wordt op 20 graden ingesteld en het ventilatiegedrag wordt aangepast
wanneer de temperatuur oploopt.
- Als de temperatuur boven de 25 graden oploopt wordt er volgens een hitteprotocol gewerkt,
zoals verwoord in het protocol gezondheidsrisico’s LCHV op pagina 31.
- Er wordt een ventilator gebruikt in binnenruimtes waar de temperatuur oploopt boven de 25
graden.
- Op warme dagen wordt ’s nachts geventileerd om het gebouw af te koelen.
Scenaro: Kind verblijft in een muf ruikende(vochtige) ruimte.
- De luchtvochtigheid wordt in groepsruimte en slaapkamers regelmatig gecontroleerd en mag
in de winter niet langdurig hoger zijn dan 60%.
- Oorzaken van een te hoge luchtvochtigheid zoals lekkages worden direct bestreden. De
verantwoording voor het oplossen van de oorzaak ligt bij de verhuurder. De leidster meldt
het bij de verhuurder.
- Ventilatiegedrag wordt aangepast als de activiteit daar om vraagt.
- In de verschillende ruimtes worden temperatuurschommelingen van meer dan 5 graden
voorkomen.
Scenario: Kind komt via planten, textiel of stoffering van verblijfsruimtes in aanraking met
allergenen.
- Textiel wordt op minimaal 40 graden gewassen.
- Bloemen met een sterke geur worden verwijderd.
- Schotels, potten en bakken van planten worden jaarlijks gereinigd.
Scenario: Kind verblijft in een ruimte met verbrandingsproducten (bijv. rook)
- Kinderen wordt toegang tot ruimte waar gerookt wordt verboden.
- Er worden geen wierookstokjes, kaarsjes, waxinelichtje, olie, gel enz. gebrand. Alleen op het
moment van vieringen, zoals bij een verjaardag of kerst, worden er kortdurend kaarsjes
gebrand.
Scenario: Kind verblijft in stoffige ruimte.
- Er wordt met een schoonmaakschema gewerkt.
- De vloer en het meubilair, dat dagelijks wordt gebruikt, wordt dagelijks gereinigd.
- Hoger gelegen oppervlakken worden wekelijks gereinigd.
- Verticale oppervlakken worden maandelijks gereinigd.
- Planten met harige bladeren (geraniums of Kaaps viooltjes) worden verwijderd.
- Er wordt stofvrij schoolkrijt gebruikt.
- Schoolborden worden met een vochtige doek schoongemaakt.
- Wekelijks wordt stof van stengels en bladeren van kamerplanten gespoeld.
Beleidsplan Gezondheid SBPE
pagina | 7
-
Droogbloemen, knutselwerken e.d. die niet gereinigd worden, worden na een maand
verwijderd.
Scenario: Kind wordt blootgesteld aan vluchtige stoffen.
- In ruimtes met kinderen worden geen spuitbussen (verf, haarlak en luchtverfrissers)
gebruikt.
- Tijdens knutselen wordt alleen lijm op waterbasis gebruikt.
- In ruimtes met kinderen wordt geen wasbenzine, terpentine, verfafbijtmiddelen of andere
chemicaliën met oplosmiddelen gebruikt.
- Na verfwerkzaamheden wordt extra gelucht tot de verflucht verdwenen is.
- Er worden geen sterk geurende producten gebruikt.
Scenario: Kind krijgt schadelijke stoffen binnen, via de ventilatievoorziening.
- De jaarlijkse reiniging van het mechanische ventilatiesysteem is in een onderhoud
vastgelegd.
- Laat de mechanische ventilatie iedere 4 jaar meten en opnieuw inregelen en leg de
resultaten vast in een logboek.
- Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar vervuild.
- Ventilatieroosters worden vrijgehouden.
- Filters van een eventuele mechanische luchttoevoer worden gereinigd en vervangen
conform instructies van de leverancier.
- Luchtfilters van een mechanische luchttoevoer zijn niet zichtbaar vervuild.
- De verantwoording voor het uitvoeren van het beheer van het ventilatiesysteem ligt bij de
verhuurder.
Scenario: Kind verblijft in een ruimte met (huis)dieren die een allergie kunnen oproepen.
- Dieren worden alleen toegelaten als uit een inventarisatie blijkt dat er geen kinderen zijn met
een allergie voor huisdieren.
- Kinderboerderijen worden alleen bezocht na overleg met de ouders.
- De leidster ziet erop toe dat kinderen na contact met dieren hun handen wassen.
Scenario: Kind verblijft in een ruimte met planten die een allergie kunnen oproepen.
- Er worden alleen allergeen arme planten en bloemen aangeschaft.
- Houten of rieten onderzetters worden vervangen.
- Potgrond wordt jaarlijks verschoond.
- Potten en schotels worden jaarlijks gereinigd en bij schimmelvorming vervangen.
Scenario: Kind verblijft in een vervuilde ruimte, doordat schoonmaak onttoereikend is.
- Zichtbaar verontreinigde ruimtes worden direct schoongemaakt.
- Er wordt gewerkt met een schoonmaakschema.
Scenario: Het kind verblijft in een ruimte tijdens schoonmaakwerkzaamheden.
- Tijdens het gebruiken van een stofzuiger of droge wisser wordt gelucht.
- Er wordt niet geveegd in het bijzijn van kinderen.
- Tijdens het opmaken van bedden en het opvouwen van wasgoed worden ramen wijd open
gezet.
Gezondheisrisico’s als gevolg van het buitenmilieu
Scenario: Kind komt via in zandbak aanwezig ontlasting (hond/kat) in contact met
ziektekiemen.
- Indien nodig wordt voorkomen dat honden en katten toegang hebben tot de zandbak.
Beleidsplan Gezondheid SBPE
pagina | 8
-
Er wordt voorkomen dat kinderen eten of drinken in de zandbak.
De leidster ziet erop toe dat kinderen hun handen wassen na het spelen in het zand of de
handen worden gereinigd met een vochtig doekje.
Indien nodig worden uitwerpselen van honden en katten met ruim zand uit de zandbak
geschept.
Het zand wordt verschoond als uitwerpselen van honden of katten in het zand worden
aangetroffen die er langer dan 3 weken hebben in gelegen.
Scenario: het kind wordt door een teek gebeten
- De leidster ziet erop toe dat kinderen beschermende kleding dragen bij wandelingen in
bossen.
- Kinderen worden op teken en tekenbeten gecontroleerd als ze rondom struiken hebben
gespeeld.
- Teken worden zo snel mogelijk verwijderd met behulp van een tekenpincet of tekenlepel.
- Na verwijdering van een teek wordt het wondje direct gedesinfecteerd.
Scenario: kind wordt door een bij of wesp gestoken.
- Bij overlast wordt een hor voor raam of deur geplaatst om insecten te weren.
- In de buitenruimten wordt zoet eten beperkt.
- Plakkerige handen en monden worden bij buitenspelende kinderen direct schoongemaakt.
Dit kan met een vochtig doekje of met water in een ruimte binnen.
- Bij buiten drinken worden rietjes gebruikt om te voorkomen dat een bij of wesp in de mond
of keel terecht komt.
Scenario: Kind krijgt een zonnesteek
- Indien nodig worden schaduwplekken gecreëerd.
- De leidster ziet erop toe dat kinderen niet te lang in de zon spelen.
- Bij extreme hitte wordt de duur van het buitenspelen beperkt.
- Bij extreme hitte wordt het spel aangepast, zodat grote inspanningen worden vermeden.
- Tussen 12.00 en 15.00 uur wordt vermeden dat kinderen in de volle zon spelen.
Scenario: Kind droogt uit.
- Bij hoge temperaturen wordt extra drinken aangeboden.
Scenario: Kind verbrandt door de zon.
- Kinderen worden van begin mei tot eind september op alle dagen dat het zonnig of
halfbewolkt is, ingesmeerd, ook als ze in de schaduw spelen. Aan ouders wordt gemeld het
kind al ingesmeerd te brengen.
- Er wordt voor kinderen anti zonnebrandmiddel met een factor (SPF) van tenminste 20
gebruikt en het middel beschermt zowel tegen UVA straling als tegen UVB straling. Ouders
geven hiertoe de zonnebrandmiddelen mee om te voorkomen dat er kinderen allergisch
reageren op bepaalde middelen.
- Kinderen worden om de 2 uur opnieuw ingesmeerd.
- Tussen 12.00 en 15.00 uur wordt er op toegezien dat kinderen zoveel mogelijk in de schaduw
spelen.
- Er wordt op toegezien dat kinderen zoveel mogelijk een T-shirt en hoofdbedekking dragen als
ze buiten spelen.
Gezondheidsrisico’s ten gevolge van niet (medisch) handelen
Scenario: kind krijgt verkeerde medicatie toegediend.
Beleidsplan Gezondheid SBPE
pagina | 9
-
-
Ouders geven voor het verstrekken van medicijnen vooraf schriftelijke toestemming middels
een ‘overeenkomst gebruik geneesmiddelen’, zoals gebruikt in protocol gezondheidsrisico’s
LCHV, pagina 65.
Misverstanden worden voorkomen door een schriftelijke overdracht.
Er wordt een afvinklijst gehanteerd, zodat wordt voorkomen dat een medicijn twee keer
wordt toegediend.
Er worden alleen medicijnen in de originele verpakking met bijsluiter verstrekt die op naam
van het kind uitgeschreven zijn.
Er worden alleen medicamenten verstrekt die al eerder thuis verstrekt zijn.
Voor het verstrekken van de medicijnen wordt de bijsluiter gelezen.
Er wordt gewerkt met een schriftelijke procedure met betrekking tot calamiteiten als gevolg
van verstrekking van een geneesmiddel/zelfzorgmiddel.
Gezondheidskenmerken en bijzonderheden op dit vlak worden in het dossier van het kind
vastgelegd.
Er wordt vastgelegd wie de medicijnen verstrekt.
Er wordt vastgelegd welke huisarts een kind heeft.
Er is een afspraak gemaakt met een huisarts in de buurt zodat in geval van calamiteiten
hierop teruggevallen kan worden.
Scenario: Kind krijgt een bedorven medicament toegediend.
- Medicijnen worden in de originele verpakking met houdbaarheidsdatum bewaard.
- De houdbaarheidsdatum van het medicijn wordt voor toediening gecontroleerd.
- Medicijnen worden volgens voorschrift bewaard.
Scenario: Kind krijgt paracetamol zonder diagnose.
- Pijnstillers of koortsverlagende medicijnen worden alleen op doktersadvies verstrekt.
Scenario: Kind wordt niet of onjuist medisch behandeld door een onvolledig of onjuist
dossier.
- Gegevens over allergieën en vaccinaties worden vastgelegd.
- Er wordt voor elk kind een (medisch) dossier bijgehouden.
- De dossiers worden actueel gehouden.
Scenario: Kind wordt ondeskundig medisch behandeld door personeel.
- Ouders geven vooraf schriftelijke toestemming voor medisch handelen.
- Een arts moet zich ervan vergewissen dat degene die niet bevoegd is voor medische
handelingen wel de bekwaamheid bezit om die handelingen te verrichten. Hiertoe wordt
gewerkt met de “Bekwaamheidsverklaring voor het uitvoeren van medische handelingen”
zoals opgenomen in het protocol gezondheidsrisico’s LCHV op pagina 66.
- Bij onvoldoende bevoegd en bekwaam personeel worden medische handelingen uitbesteed
aan bijvoorbeeld de thuiszorg.
Scenario: Kind komt via een koortsthermometer in contact met ziektekiemen.
- Er worden hoesjes gebruikt om te voorkomen dat de thermometer verontreinigd raakt.
- De thermometer wordt na ieder gebruik met water en zeep gereinigd.
- De thermometer wordt voor en na gebruik met alcohol 70% gedesinfecteerd.
Scenario: kind komt in contact met ziektekiemen via zalf of crème.
- Handen worden gewassen voor het aanbrengen van zalf of crème.
- Er worden spatels, vingercondooms of rubberen handschoenen gebruikt bij het gebruik van
crème of zalf.
- Er wordt geen zalf uit potjes gebruikt, maar uit tubes of wegwerpflacons.
Beleidsplan Gezondheid SBPE
pagina | 10
Scenario: Kind komt in contact met andermans bloed of wondvocht.
- Leidsters werken met een instructie als er bloedcontact is geweest, zoals omschreven in het
protocol gezondheidsrisico’s LCHV op pagina 37.
- Leidster wast voor en na wondverzorging de handen
- Bij elk contact met bloed, wondvocht, lichaamsvochten die zichtbaar met bloed zijn
vermengt worden wegwerphandschoen gedragen.
- Gemorst bloed wordt met handschoenen aan en met een papieren tissue verwijderd.
- De ondergrond wordt met water en allesreiniger schoongemaakt.
- Het verontreinigde oppervlak wordt schoongespoeld en nagedroogd.
- Het oppervlak wordt daarna met ruim alcohol 70% gedesinfecteerd.
- Wondjes worden met waterafstotende pleisters afgedekt.
- Pleisters of verband worden regelmatig of wanneer ze doordrenkt zijn verwisseld.
- Met bloed bevuilde kleding en linnengoed wordt op 60 graden gewassen.
- Bij bijtincidenten, waarbij bloed vrijkomt, wordt binnen 24 uur contact opgenomen met de
bedrijfsarts, huisarts of GGD
Beleidsplan Gezondheid SBPE
pagina | 11