DE BESCHERMING VAN HET ST CRUZ BOSHOEN OP DE SALOMONSEILANDEN Door: Russell Parker, Australië Oorsprong Het rode boshoen heeft de eer om de voorouder van de meeste gedomesticeerde kippenrassen te zijn. Door de eeuwen heen zijn deze vogels door ontdekkingsreizigers en migranten vanuit Azië over de hele wereld verspreid. Zowel natuurlijke selectie als doelgericht fokken hebben voor de grote verscheidenheid gezorgd die we vandaag de dag zien. Door inteelt, uitkruisingen, en genetische manipulatie zijn we de laatste decennia nog verder verwijderd van deze oorspronkelijke vogels, de boshoenders. Om deze redenen zijn de kleine groepen van boshoenders die nog in het wild voorkomen haast levende dinosauriërs en voor ons van grote waarde. Deze boshoenders die nog voorkomen op eilanden zoals Santa Cruz van de Salomonseilanden, zijn van groot belang als voedselbron, economisch nut en vanuit het oogpunt van de kippen genetica. Kwamen deze hoenders uit het noordwesten met de Austronesiche migratie of vanuit het noorden en oosten met de Polynesiërs? Werden ze verder verspreid tussen de eilanden door ruilhandel tussen de lokale bevolking of pas veel later door de ontdekkingsreizigers, walvisvaarders of Europese migranten? Mocht dit inderdaad zo zijn waarom komen deze vogels dan alleen voor in de oostelijke provincie van de Salomons Eilanden en niet over de hele eilanden groep van het noordwesten tot aan Papua Nieuw Guinea? Rechts: Atlas van de Salomonseilanden. Foto: Wikipedia. Volgens de lokale mondelinge overleving zijn de wilde kippen in 1595 achter gelaten door Alvaro Mendana de Spaanse ontdekker van de Salomons Eilanden. Hoewel er een verwijzing is naar een publicatie uit 1950 van Robert Graves: Eilanden van Onverstand, gebaseerd op informatie van een van Mendana’s bemanningsleden, vermeldt dat er al varkens en kippen op St. Cruz eiland voorkwamen toen het schip aankwam en dat alle kippen aan boord van het schip voor het vertrek van Peru waren opgegeten voor ze bij de Marquesas Eilanden aankwamen. Mendana zou daar ongetwijfeld zijn schip weer van provisie hebben voorzien want het is vermeld dat er tijdens zijn bezoek kippen op de eilanden waren. Verder is het mogelijk dat hij een paar Marquisas’ kippen zou hebben verhandeld voor die van St. Cruz en dat deze kippen van de Marquesas eilanden zich vervolgens kruisten met de kippen van St. Cruz. DNA Onderzoek Van de wilde boshoenders op Santa Cruz is het bekend dat ze uiterlijk lijken op de kippen van het nabij gelegen Vanuatu, Samoa en Fiji, maar uitgebreid genetisch onderzoek is de enige manier om hun afkomst met zekerheid vast te stellen. Het doel van ons eerste DNA onderzoek van de boshoenders in 2007 was om hun zuiverheid te bevestigen, of in hoe verre het mogelijk is dat deze wilde hoenders op St. Cruz kwamen met de Lapita migraties zo’n 3000 jaar geleden. Echter, ondanks hun uiterlijk, waren ze geen zuivere boshoenders. Er moet nog steeds onderzoek gebeuren naar de wilde hanen en de aanwezigheid van een eclipsrui (= Na het broedseizoen krijgen de hanen eenzelfde soort verenkleed als de hennetjes) - iets wat wordt gezien als een teken van zuiverheid in de rode boshoenders.. Links: DNA monsters 003 en 013 uit 2007. Onderzoek in 2011 bevestigde dat de genen van de rode boshoenders op St Cruz niet zuiver zijn, maar ze wijzen aan dat de kruisingen eerder plaatsvonden dan tijdens de meer recente introductie van de gedomesticeerde hoenderrassen. Een ander recent wetenschappelijk artikel over dit onderwerp oppert dat er verschillende mogelijkheden zijn voor de oorsprong van het wilde boshoen, onder andere eerdere migraties vanuit Melanesie en Polynesië en later door handelaars, zendelingen, walvisvaarders, ontdekkingsreizigers en de twee wereld oorlogen. Boven en onder: Een paar van de hanen waarvan in 2011 DNA onderzoek is gedaan; geelpatrijs (003), witpatrijs (006), porselein (005) en de pure kleur. De analyses van kippenbotjes die zijn ontdekt in de 3000 jaar oude Lapita archeologische afgraving van Teonuma op het nabij gelegen Vanuatu, tonen aan dat deze kippen hun oorsprong hadden op kleinere eilanden dicht bij St. Cruz Eiland. Hoewel de Teouma botjes en het DNA dat in 2011 is verzameld nog niet zijn vergeleken. Het blijvend voortbestaan van deze wilde hoenders is niet alleen van wereldwijd genetisch belang maar ook vanuit een milieu, cultureel en historisch oogpunt voor de Salomons eilanden, want ze zijn een goede bron om door kruisingen de overlevingskwaliteiten en het broedgedrag van de dorpskippen op de eilanden te verbeteren. Cultureel en Historisch Belang Het is een oude traditie onder de mensen van St. Cruz om elk jaar op wilde boshoenders te jagen en in vallen te vangen. Dit is meer dan een liefhebberij en een overgangsritueel voor de jonge mensen die de traditionele kalender volgen en tijdens het broedseizoen tussen maart en september de hoenders vangen. Deze toegestane jachtperiode valt samen met de periode dat de knolgewassen worden geoogst in de bostuinen, hetgeen de grond verstoord en de wilde hoenders aantrekt. Nadat ze hebben overnacht in de bomen vertonen de wilde hoeders zich bij zonsopgang om in de tuinen eten te zoeken. De jagers zorgen ervoor dat ze voor zonsopgang op hun plaats zijn; vaak overnachten ze in de bossen, en ze hebben een groot net klaar gezet met een lokhaan die aan een touwtje onder het net zit. Als er een wilde haan reageert en op de lokhaan afkomt om zijn gebied te verdedigen, wordt hij in het net gevangen. Rechts: Net om wilde hoenders te vangen. Onder: Lionel met een lokhaan. Video: http://www.youtube.com/watch?v=joRDQHz5834 Wilde hennetjes en jonge hoenders worden met andere methodes gevangen en vooral het achterna jagen in the lege tuin is daarbij populair. Als ze met een haantje als buit naar het drop zijn terugkeren, dan wordt deze vaak gegeten, of als huisdier gehouden en met een touwtje aan een pootje vast bonden aan een boomstammetje. Dat wordt wereldwijd vaker gedaan in situaties waar afrasteringen niet beschikbaar zijn of te duur. Op de Salomonseilanden is vastzetten met een touw de meest praktische oplossing omdat afrasteringen onbekend zijn in hun cultuur en de meesten hebben niet het geld om de materialen aan te schaffen. Right: Bruce met een pas gevangen wilde haan; let op het touwtje. Links: Jongens met hun vangst. De traditionele kalender geeft ook aan dat het taboe is om tussen oktober en eind februari op wilde hoenders te jagen, omdat de vogels dan een ‘zieke tijd’ hebben. Het is niet precies bekent wat dit eigenlijk is, maar het begint met het hoesten in oktober en de dieren zien er een beetje verwaarloosd uit; misschien door de ziekte en het ruien. Te kort aan voeding en het ongunstigere klimaat dat wordt veroorzaakt door het regenseizoen kunnen hier ook toe bijdragen. Men zegt dat het tijdens het laatste jachtseizoen moeilijker was om wilde kippen te vangen, hoewel ze wel gehoord werden in het oer- woud en er duidelijke aanwijzingen waren dat ze aan het scharrelen waren in de tuinen. Door het tekort aan hoenders is het nog niet mogelijk geweest om met het fokken in gevangenschap te beginnen, dat deel is van hun beschermingsplan. Er is ook geen duidelijke verhoging in het aantal dode dieren door ernstige ziektes, en de redenen waarom er zo weinig wilde hoenders zijn is niet duidelijk. Misschien is er te veel op ze gejaagd gezien de bevolking op het eiland erg is gestegen over de laatste 10 tot 20 jaar. Rechts: Joanna en Jerry met in het wild gevangen kuikens. De etnoloog F Graebner merkte in 1909 op dat de bevolking van St Cruz zelden kip at en nooit eieren. Hij veronderstelde dat er een taboe bestond op het eten hiervan, hoewel dit niet is bevestigd. Er is mij verteld dat de wilde boshoenders die tegenwoordig worden gevangen en de eieren die worden gevonden bijna altijd worden gegeten. Beschrijvingen van andere tradities die aan het licht zijn gekomen tijdens de beginfase van het onderzoek, zeggen dat er in historische tijden rondom de tuinen speciale stenen werden geplaatst om de wilde hoenders te weren. Ondanks geruchten dat bepaalde mensen deze stenen in hun bezit hebben, zijn ze nog niet gezien. Dominee W. C. O’Ferrall, zendeling op Santa Cruz, 1897-1904 schreef: “Evenals andere Melanesiërs, geloven de Cruzianen in een bovennatuurlijke macht of invloed, die zich sterker uitdrukt in bepaalde mensen en voorwerpen. Dit werd ‘Malete’ genoemd. Zo is het de ‘Malete’ die er voor zorgt dat een persoon rijk of machtig wordt. De zielen van de ‘belangrijke’ doden worden opgeroepen en hun eigendommen neergezet in het zielenhuis. Stenen die deze ‘Malete’ hebben zijn het eigendom van bepaalde mensen en worden verhuurd door hun fortuinlijke eigenaar. Bij Te-Motu is een grote steen, Kio (een vogel) genaamd, waarop offers worden gemaakt om de pas aangeplante tuinen voor de vernielingen van de boshoenders te beschermen.” Milieu- en Beschermingsplannen Hoewel het geen inheemse soort is, zijn deze wilde hoenders door de regering van de Salomonseilanden op de lijst van beschermde dieren gezet als verboden om te exporteren. Voortdurend onderzoek naar de achtergrond van deze hoenders zal ook bijdragen aan de her-educatie van de mensen om niet op deze hoenders te jagen, maar ze te beschermen. Het oprichten van foktomen in gevangenschap over een groot gedeelte van het land zal er ook toe bijdragen dat deze dieren behouden blijven voor toekomstige generaties. Het kruisen van deze hoenders met tamme kippen om betere dorpskippen te fokken, vormt ook een goed alternatief voor het eten van wilde hoenders en andere wilde dieren. Links: Permanent kippenhok. Drie grote stukken grond die in het bezit zijn van de oorspronkelijke bevolking op St. Cruz zijn apart gezet door Lionel Vaonelva, de belangrijkste plaatselijke partner in dit project en de eerste van een ander aantal grondgebieden in het Roviana Lagoon is beschikbaar gesteld aan de auteur van dit artikel. Het is de bedoeling om semipermanente nederzettingen op de drie St. Cruz grondgebieden op te zetten met uitgebreide voedelsbossen en tuinen, dit niet alleen om de wilde hoeders te lokken maar ook om een gepland studieprogramma te steunen, en voor toeristen en bezoekers. Het gebied in de buurt van Roviana zal volgens dezelfde richtlijnen worden opgezet en zal een gemeenschappelijk fokcentrum krijgen voor de dorpskippen en een opleidingscentrum, evenals een apart eiland waar ‘wilde foktomen’ kunnen worden gehouden. Links: Kippenhok op Mbanga Eiland. Dit programma heeft als doel om veel van de millennium ontwikkelingsdoelen te realiseren en vooral om de armoede te bestrijden, de gezondheid te verbeteren en het milieu te beschermen. Verbeterde dorpskippen houden is officieel erkend en gewaardeerd als een van de twee noodzakelijkste ontwikkelingsdoelstellingen voor de Salomonseilanden. Om diverse redenen zijn er minder oorspronkelijke wilde dieren beschikbaar als voeding en de bevolking kampt over het algemeen met een eiwittentekort. Een van de belangrijkste activiteiten die is gekozen bij al deze groepen is om over het hele land ‘dorpskippen projecten’ op te zetten om zo snel mogelijk het dieet van de mensen te verbeteren, vooral dat van de kinderen, en om eventuele inkomsten te creëren door de verkoop van overtollige eieren en kippen. Er is hoognodig behoefte om allereerst opleidingen op te zetten voor geïnteresseerde projectleiders en ook om mensen op te leiden die deze projectleiders blijvend kunnen steunen tijdens al deze nieuwe projecten. Verder is er ook grote behoefte aan foktomen van deze verbeterde dorpskippen en -eenden om aan de vraag van al deze nieuwe projecten te kunnen voldoen. Boven: Vrije keus uit voer; rijst en diverse groenten. Onder: Deze vleeskippen in het dorp Kwalo krijgen restjes uit de keuken. Een aardbeving die gevolgd werd door een tsunami op Temotu - de meest oostelijke provincie van de Salomonseilanden - in begin 2013 was een blijvende herinnering aan de gevaren waaraan de genetisch belangrijke wilde boshoenders op dat eiland en het ontwikkelingsprogramma dat daar is begonnen bloot staan. Bijna elk jaar is er een voedseltekort of een natuurramp in een gedeelte van de Salomons eilanden. Het is daarom erg belangrijk om er voor te zorgen dat alle toekomstige fok- en opleidingscentra over een groot geografisch gebied verspreid zijn, om zo te proberen te voorkomen dat deze geheel worden vernietigd. Door de blijvende risico’s van natuurrampen en menselijke handelen is het belangrijk dat deze centra over minstens vijf locaties zijn verspreid om het waardevolle fokmateriaal te bescherming. Rechts: Succesvol broeden. Het raadsel van het anders gekleurde rode boshoen. Ik zoek nog steeds naar verklaringen voor de anders gekleurde veren die zich in de wilde groep boshoenders op St Cruz hebben ontwikkeld. DNA onderzoek door het oude DNA Centrum van de Universiteit van Adelaide heeft aangetoond dat hoewel de wilde hoenders geen pure rode boshoenders zijn, de ‘miskleuren’ toch eerder ontstaan zijn dan men eerst dacht. Deze andere kleuren verschenen ook in 1926 in de exemplaren van Vanuatu die zich bevinden in het Amerikaanse Natuur Museum waar geloverd, rood geschouderd en zilverpatrijs de meest voorkomende anders gekleurden waren; dezelfde kleuren die ook op St Cruz zijn te zien. Boven: Balgen (geprepareerde huiden) in het American Museum of Natural History. V.l.n.r. porselein hen, 1926, Makongai Island Fiji; zilverpatrijs hen, 1926, Efate, Vanuatu; porselein haan, 1926, Santo, Vanuatu. Tot voor kort werd er aangenomen dat de ontsnapte tamme kippen zich tijdens de laatste eeuw van Europese kolonisatie van het eiland hadden gekruist met de wilde hoenders, maar dit was niet het geval voor de zes gevangen hanen in een recent DNA onderzoek (2011). Eerder onderzoek van DNA van 15 gevangen boshoen hanen en hennen in 2007 bevatte ook 30 tot 40% anders gekleurde hoenders. Hoewel de wilde hoenders allemaal de grootte en bouw van de rode boshoenders hebben behouden, heeft een percentage (zowel zuivere als anders gekleurde) andere eigenschappen zoals lichtere poten, witte oorlellen, grotere kammen en sommige van de anders gekleurde hebben zwarte poten, rode oorlellen en kleinere kammen dan de verder zuivere rode boshoenders. Mijn kennis van genetica en fokken is beperkt en daarom heb ik een aantal vragen om een beter begrip te krijgen van de veranderingen in wilde of verwilderde groepen kippen: 1. Hoe kregen fokkers van Oud Engelse vechthoenders de kleuren rood geschouderd wit, zilverpatrijs en geloverd uit de originele patrijskleur. 2. Waarom domineren de anders gekleurde St Cruz hoenders op de Salomons en Vanuatu eilanden terwijl exemplaren van het Amerikaans Natuur Museum en van sommige andere eilanden in de Pacific meer zwart te zien geven en andere exemplaren meer gevlekte kleuren. Mocht je hierop antwoorden hebben, neem dan a.u.b. contact met mij op: [email protected] Links: Een van de hanen van de DNA test in 2007, met lichte poten en witte oren. Ter afsluiting De verschillende inheemse kippen van de Salomon Eilanden zijn niet alleen van genetisch belang voor de rest van de wereld maar de wilde ‘bos’ hoenders van St Cruz vormen een intergraal deel van de cultuur en geschiedenis van Oceanië. De dorpskippen hebben ook dringend hulp nodig om hun voortbestaan en vermeerdering veilig te stellen, niet alleen vanwege hun geringe aantal maar ook omdat ze genen hebben van de oorspronkelijke hoenders. Meer informatie Voor meer informatie over dit belangrijke project bezoek www.kaikokorako.com of neem contact op met de schrijver Russell Parker: [email protected] Copyright ©2014 Aviculture-Europe. All rights reserved by the Aviculture-Europe Foundation. Dit is een publicatie uit het online tijdschrift www.aviculture-europe.nl U mag deze tekst / foto’s niet kopiëren, distribueren, zenden of publiceren zonder onze schriftelijke toestemming.
© Copyright 2024 ExpyDoc