de Groote Klok - juni 2014 nummer 6

DE GROOTE KLOK
Periodiek van
De Groote Societeit
opgericht 1802
Inhoud
Jaargang 2014, juni, nummer 6
3.
Vakantieboeken
5.
Column van de Presidentdirecteur
9.
Verslag excursie Utrecht
12. De zonsopgang op de Bromo
13. Koken met de Culinaire Cornuyten
16. Kaakchirurgie in Nederland
Colofon
De Groote Klok is een uitgave van de Groote Sociëteit, Koestraat 8, 8011 NK Zwolle. Tel. 038-4216467
Bankrekeningnummer 17.07.52.100. De Groote Klok verschijnt 10 maal per jaar in een oplage van 350 exemplaren.
Directie President-directeur
drs. G.G. Callenbach
Wipstrikpark 31, 8025 CB Zwolle, tel 038-4541559
Directeur-secretaris
drs. R.V. van den Berg
Grote Beukelaer 1, 8141 BM Heino, tel. 0572-391694
Directeur-thesaurier
R. L.C. Conradi RA
Potmarge 21, 8032 LC Zwolle, tel. 038-4538718
Directeur-exploitatie
A. Rigter
Zwette 6, 8032 XM Zwolle, tel. 038-4533377
Directeur-verenigingszaken
B. Boonk
Hoevebrink 45, 8034 PX Zwolle, tel. 038-4533280
e-mail adres: [email protected] / website: www.degrootesocieteit.nl
Kasteleins
Mw. Godelieve Overbeeke
Bloemstraat 6, 8012 VN Zwolle, tel. 06 11401490
Mw. Hetty Kruiswijk-Schukking
De Hoeve 41, 8112 BC Nieuw Heeten
Mw. Marit van Raalte-Lageveen
Trompstraat 65, 8023 FN Zwolle
Dhr. Abel Buurma
Wolweversstraat 13, 8091 KN Wezep
Redactie
Steven ten Veen (hoofdredacteur)
Ronald van den Berg (productie)
Louis van Daalen
Jan Kam
Cees Meijntjes
Postadres: Koestraat 8, 8011 NK Zwolle / e-mail adres: [email protected]
Tekstbijdragen (bij voorkeur gedigitaliseerd) aanleveren door te mailen of te sturen naar bovenstaand adres. De redactie beslist
over de inhoud van de Groote Klok en kan wijzigingen in teksten aanbrengen of bijdragen niet plaatsen. Foto’s moeten digitaal
worden aangeleverd in hoge resolutie (niet verkleinen!) en graag voorzien van bijschrift. Voor advertenties kan contact worden
opgenomen met de directeur-secretaris. Uiterste inleverdatum kopij volgend nummer: 25 augustus 2014.
2
In dit boek een aantal passages nagele­
zen die ook aan de orde komen in het
boek van Bossenbroek. Churchill doet
verslag van de eerste vijf maanden van
wat de Britten The African War noemen.
Journalist Churchill heeft een wonderlij­
ke opvatting over zijn beroep. Hij heeft
als hij verslag van de strijd doet al een
militaire loopbaan achter zich. Dat blijkt
wanneer hij, als dat zo uitkomt, de leiding
op zich neemt bij gevechtshandelingen.
Vakantieboeken
Ik ben niet de enige die voor zijn vakantie
een stapel boeken bij elkaar pakt. Ook dit
jaar voor onze vakantie in Toscane. Vaak
komt een deel van die boeken ongelezen
terug. Niet aan toe gekomen, maar vaker
nog deugt het boek niet. Als het boek me
na 30 bladzijden nog niet heeft ‘gepakt’
lees ik het niet uit. Tot mijn verbazing heb
ik dit jaar alle meegenomen boeken uit­
gelezen. Goede boeken dus die ik graag
met andere lezers deel.
The One, The life and Music of James
Brown (2012) door R.J. Smith . Een kloeke
biografie over het meer dan turbulente
leven van de Godfather of soul. Bijna
dood geboren op 3 mei 1933 in Barnwell,
South Carolina. Muzikant, ondernemer
en Civil Rights activist. Brown is het alle­
maal. En bijna altijd ook gedonder met
zijn omgeving, vrouwen en niet in de
laatste plaats de Amerikaanse belasting­
dienst. Zijn muzikale carrière beleeft zijn
top eerder dan ik mij herinnerde. Ver­
plicht boek voor wie van zijn funky mu­
ziek houdt.
De Boerenoorlog (2012) door Martin
Bossenbroek. Een indrukwekkend boek
over een oorlog in Afrika met veel Neder­
landse elementen, 1899 – 1902. Als de
boeren, veelal afstammelingen van Ne­
derlandse kolonisten, Transvaal en Oran­
je Vrijstaat uitroepen tot vrije republie­
ken is dat tegen het zere been van de
Britse bezetter. In het begin van het ge­
wapend conflict zijn de boeren succes­
vol. Ze kennen het terrein beter en ze zijn
beter bewapend. Ze hebben zich ruim
voorzien van de dan moderne Mauserge­
weren. Maar gaandeweg kantelt de strijd
in hun nadeel. Vooral nadat de Britten
zeer aanzienlijke troepenversterkingen
aanvoeren en hun tactiek aanpassen. De
boeren bezoeken met enige regelmaat
hun boerderijen om proviand en munitie
in te slaan. De Britten besluiten daar een
eind aan te maken door de boerderijen
plat te branden en de vrouwen en kinde­
ren op te sluiten in concentratiekampen.
Daar zullen tienduizenden omkomen
door honger en ziekten.
Bossenbroek componeert zijn boek rond
drie personen: Willem Leyds, een jonge
Nederlandse jurist in het bestuurlijk cen­
trum van Republiek Transvaal; Winston
Churchill, dan oorlogsverslaggever ter
plaatse voor The Morning Post; Deneys
Reitz, een jonge boerensoldaat. Door
alles heen schemert het drama dat ZuidAfrika later nog te wachten staat: de
Apartheid.
Goedgeschreven aanrader!
Stemmen van Groningen Dijken (2001)
door Aafke Steenhuis.
Het Groninger landschap heeft liefheb­
bers en haters. De eerste categorie kan
zwijmelen bij een oude zeedijk met
daarboven immense wolkenpartijen. De
andere categorie wil nog niet dood ge­
vonden worden. Voor de liefhebbers
beschrijft Steenhuis de slaperdijken
langs het Reitdiep, het wad en de Dollard.
Ik ben liefhebber, dus het boek met veel
plezier en herkenning gelezen.
London to Ladysmith via Pretoria
(1900) door Winston S. CHurchill.
3
PROGRAMMA
Bijzondere
activiteiten
vrijdag
vrijdag
vrijdag
dinsdag
zondag
zaterdag
27-jun
27-jun
25-jul
31-okt
11-nov
30-nov
20-dec
18.00
18.30
15.15
20.00
15.00
18.00
Installatie nieuwe leden
Laatste vrijdag maand/haringparty
Laatste vrijdag maand/maaltijd
Bezoek Isala o.l.v. Lex van Gool
Lezing Dr. Elly Touwen-Bouwsma
Invloed modernisering op de Islam in Indonesië
Sinterklaas
Kerst/wilddiner
Ledencommissie
Directie
Directie
Hans Harms
Johan v. Zanten
Hans Harms
Johan v. Zanten
Hans Harms/
Bert Klaver
l-j
l
l
l
l-p-j
l-p-j
l-p
18.30
19.30
19.30
19.30
13.15
17.30
17.30
Biljarten
Gemengd bridge
Wisselbridge
Heerenbridge
Damesbridge
Koken en Braden
Culinaire Cornuyten
Jan George v.d. Star
Theo Kuitert
Aad Rigter
Wilfred Smit
Gerrie Knigge
Bert Boonk
Bert Boonk
Clubs
maandag elke
dinsdag 2;16-sep
dinsdag 9;23-sep
donderdag18-sep
woensdag 17-sep
maandag 8-sep
maandag 22-sep
Overige activiteiten
maandag elke
16.00 Seniorenborrel
vrijdag
elke
14.00 Vrij bridge,biljarten, schaken
vrijdag
elke
17.30 Vrijdagborrel
Let op !!
opgave òf : [email protected]; òf op inschrijflijst publicatiebord òf bij coördinator
l- lid; p- partner c.q. introducee; j/n opgav ja/neen l-lid; p -partner of introducee; j/n opgave ja / neen De agenda staat ook op onze website www.degrootesocieteit.nl
ZOMERSLUITING SOCIËTEIT
Vrijdag 25 juli a.s. is de laaste openingsdag van de sociëteit voor de zomer. Een mooie afsluiting van borrel met aansluitend de
Laatste-vrijdag-van-de-maand-maaltijd.
Maandag 1 september a.s. wordt de sociëteit heropend.
De sociëteit is tevens gesloten op donderdag 29 mei Hemelvaart en maandag 9 juni 2e Pinksterdag.
SOCIËTEITSCOMMISSIE
John van Boven; voorzitter; 038-465 32 89; [email protected]
Bert Boonk; secretaris; 038-4533280; [email protected]
Johan van Zanten; lid; 038-4537156; [email protected]
Hans Harms; lid; 06-23333175; [email protected]
Bert Klaver; lid; 0529- 431823; [email protected] 4
Column van de President-directeur
Ritorno a ……
Terug naar ….
En dat terwijl ik bijna gezworen had nooit
op mijn schreden terug te keren, maar
altijd verder te gaan, naar nieuwe wegen.
Dus ook nooit terug te gaan naar een
vroegere woonplaats. Je vindt toch nooit
terug wat ze ooit hebt meegemaakt.
Maar het kan verkeren: we gaan (terwijl
u dit leest zijn we overigens alweer bijna
terug) terug naar Toscane, naar Florence;
voor vakantie!
De titel van deze column is voor muziek­
liefhebbers herkenbaar, denk ik. Ooit
werd in de 20ste eeuw het Napolitaanse
liedje “Torna a Surriento” uit 1894 popu­
lair door beroemde uitvoerders als Frank
Sinatra, Elvis Presly, Dean Martin, Caruso,
Plácido Domingo, Pavarotti (dus ook
door José Careras). De Napolitaanse titel
werd bijgeschaafd tot Ritorno a Sorrento.
In dat liedje vraagt iemand de vertrekker
om niet weg te gaan: “laat me [hierdoor]
leven”.
Nu, daar kan de reden niet liggen om
terug te gaan: ik weet zeker daar nie­
mand te hebben die aan mij een derge­
lijke oproep doet. En van Hetty neem ik
dat (veiligheidshalve) maar aan.
De reden is wel dat we onze vroegere
ervaringen willen uitbreiden met nieu­
we. Hopelijk dus geen ‘terug’, maar ‘voor­
uit’.
Trouwe lezers van mijn columns weten
dat ik associatief werk.
Zo is ‘Terugkeer naar’ een regelmatig
terugkerend motief voor actie bij aan­
stichters van historische gebeurtenissen.
Ik leg hier een relatie met mijn toespraak
op Koningsdag en mijn column in het
mei nummer van de Groote Klok.
De Nederlandse Opstand en afzwering
van Filips II als heer der Nederlanden, in
1581, werden gemotiveerd door de be­
wering dat Filips de oude rechten niet
meer nakwam.
De Engelse Revolutie (1688) –‘Glorious’
genoemd- heeft exact dezelfde implica­
tie: koning James II kwam de oude rech­
ten van het Engelse Parlement, dus van
de standen, niet na en verdiende daar­
door te worden afgezet.
In beide gevallen was sprake van ‘revolu­
tie’: terugwenteling terug naar het oude.
Revolutie kon in de 16de eeuw ook de
betekenis hebben van ‘omwenteling’,
zoals in het boek van Copernicus “de re­
volutionibus orbium coelestium”(over
de omwentelingen van hemellichamen).
Omwenteling in die zin dat het lichaam
weer terugkeert op zijn uitgangspunt.
Hoe het zij, dit woord heeft nu een ande­
re betekenis: revolutie is vooruit, nieuw;
revolutie breekt met het verleden. Hier­
van is de Franse Revolutie hèt voorbeeld:
het ‘ancien régime’ heeft afgedaan. In het
grotere geheel van de Europese (lees
West-Europese) geschiedenis markeert
deze gebeurtenis het einde van de mid­
deleeuwen. Niet de Renaissance bepaalt
het einde van de middeleeuwen.
Ik knoop de twee lijnen aan elkaar. Wij
gaan weer naar Florence. Natuurlijk ook
naar Lucca, Siena, San Gimignano, Pisa;
enzovoort. We reizen dan door het cen­
trum van de start van de Renaissance.
Onze reis wordt echter geen reis terug
naar ons verleden: wij zijn veranderd, de
steden zijn qua verkeersdrukte erg ver­
anderd: we hoeven in de binnenstad van
Florence bijvoorbeeld niet permanent
beducht te zijn door een scooter te wor­
den aangereden.
Het zou dus best kunnen dat we een re­
volutionaire ervaring gaan opdoen. In
ieder geval –dit stukje schrijf ik de dag
voordat we vertrekken- hebben we erg
veel zin in de vakantie. Wellicht komen
we herboren terug.
Voor allen die in Nederland blijven wens
ik alle goeds; maar dat geldt ook voor
allen die weg gaan.
Tot na het zomerreces wat betreft de
Groote Klok; tot medio juni en geheel juli
voor wat betreft het sociëteitsleven.
Gégé Callenbach,
President-directeur
Gégé Callenbach
BURGERLIJKE STAND
• Nieuwe leden
De heer J.P. Scheffer
• Voordrachten
De heer L.X.M. Sijperda (Xander)
(03-07-1970), Mozartlaan 102, 8031 EX
Zwolle. De heer Sijperda is muziekthera­
peut en docent.
Voorgedragen door de heren Harms en
Conradi.
De heer drs. I.R.D. Sijperda (Dimitri)
(04-04-1973), Mozartlaan 104, 8031 EX
Zwolle. De heer Sijperda is senior consul­
tant. Voorgedragen door de heren A. van
den Berg en Rijlaarsdam.
De heer A. Boehmer (Ton)(29-07-1940),
Molendijk 5, 7721 AB Dalsen. De heer
Boehmer is oud-fysiotherapeut. Voorge­
dragen door de heren Bekendam en van
Dyk.
De heer A.H. Ruitenberg (Arie)(27-02.1952),
Smeesteeg 19F, 8081 Elburg. De heer
Ruitenbeek vestigingsdirecteur van Dus­
seldorp BMW/Mini in Zwolle en Directie­
lid en mede-aandeelhouder van Dussel­
dorp Automotive. Voorgedragen door
de heren N van der Griendt en Rigter (?).
• Opzeggingen
Geen
LEDENCOMMISSIE
Jur Zandbergen (voorzitter); 038 - 453 62 36
[email protected]
Otto Cazemier; 038 - 453 24 63;
[email protected]
Maarten Storm; 038 - 454 29 73;
[email protected]
Ruurd Tjallema; 038 - 460 30 13;
[email protected]
5
Prijs van Symfonieor­
kest voor Wim
Waanders
De geboorteplaats
van de Fyra
Wie in Montacatini Terme in de trein stapt
naar Florence stapt in een ‘dubbeldekker’
van Trenitalia gefabriceerd door Ansaldo
Breda. Een bedrijf dat tot voor kort niet
uit de media was weg te slaan. Altijd
goede treinen gebouwd en de eerste
hogesnelheidstrein, de Fyra, wordt een
debacle, mogelijk zelfs de ondergang
van de zwaar verliesleidende fabriek.
De dubbeldekswagons zijn ruimbeme­
ten, ogen wat stoerder dan de Neder­
landse dubbeldekkers en zijn vooral veel
schoner. De wagons worden, afhankelijk
van de rijrichting getrokken of geduwd
door forse elektrische TRAXX locomotie­
ven van het Duitse Bombardier. Een ook
de naam van die fabrikant heeft iets pi­
kants.
Voor dat de trein het eerstvolgende sta­
tion, dat van Pistoia, binnenrolt passeert
hij zowel links als rechts van het spoor
grote fabriekscomplexen. Het zijn de fa­
brieken waar Ansaldo Breda zijn treinen
bouwt. De fabriekshallen links van het
spoor staan leeg. Op de rangeersporen er
voor staat een museale collectie oude
elektrische locomotieven, stoomloco­
6
motieven en wagons weg te roesten.
Toen ik de fabriek een aantal jaren gele­
den ook al eens passeerde stond alles er
net zo bij. Eeuwig zonde!
Rechts van het spoor staat een grote
nieuwe fabriek. Diverse gedeeltelijk afge­
bouwde treinen staan buiten. Mijn stille
wens dit jaar een glimp op te vangen van
een Fyra komt uit. Op het fabrieksspoor
staat een complete Fyra. Het moet er één
zijn van de nooit afgeleverde Belgische
bestelling. Vanuit de trein schiet ik een
paar foto’s.
De NS en de NBBS hebben de contracten
met Ansaldo Breda ontbonden en afge­
wikkeld. De Fyra zien we in Nederland
niet meer rijden. De Fyra’s die in Amster­
dam staan gaan terug naar Italië. Ansaldo
Breda gaat er nieuwe kopers voor zoe­
ken.
Voor de Fyra komt geen andere hoge­
snelheidstrein in de plaats. Er komt een
gewone hardrijdende trein, bestaande
uit elektrische locomotieven en perso­
nenwagons. Locomotieven van ……..
Bombardier.
Ronald van den Berg
Ons sociëteitslid Wim Waanders is sinds
de opening van ‘Waanders in de Broeren’
overladen met complimenten, loftuitin­
gen en positieve berichten in de pers
over de boekenzaak die hij in de middel­
eeuwse Broerenkerk heeft ingericht.
‘Waanders in de Broeren’ is een toeristi­
sche topattractie geworden, die al hon­
derdduizenden bezoekers heeft getrok­
ken.
Voor Wim Waanders zelf is het uiteraard
in de eerste plaats een commerciële on­
derneming, waarin hij heel veel geld
heeft geïnvesteerd dat hij uiteindelijk
wel terug wil verdienen. Maar al die
complimenten, loftuitingen en mooie
recensies in de pers laten hem niet onbe­
roerd. Hij is er, terecht, trots op. Op don­
derdag 22 mei kwam er voor Wim volko­
men onverwachts nog een prachtige
‘trofee’ bij. Zijn vrouw Tineke had voor­
gesteld om het concert Beethoven 4 in
De Spiegel bij te wonen. Zo’n avond
klassieke muziek is een mooie manier om
het drukke leven van alledag even achter
je te laten en je lekker te ontspannen.
Maar toen de pauze achter de rug was en
het orkest gereed zat om de vierde sym­
fonie van Beethoven te gaan spelen,
verscheen niet dirigent Willem de Vriend
vanuit de coulissen op de Bühne, maar
Theo Rietkerk, gedeputeerde van de
provincie Overijssel en werd Wim Waan­
ders verzocht om ook naar het podium te
komen. De Symfonie Cultuur Prijs 2014,
enkele jaren geleden ingesteld door het
Nederlands Symfonieorkest (voorheen
Orkest van het Oosten) was namelijk
toegekend aan de oprichter en eigenaar
van ‘Waanders in de Broeren’!
In een gloedvol betoog legde Rietkerk uit
waarom de jury had besloten om deze
prijs voor een persoon die een bijdrage
levert aan economie en cultuur in Over­
ijssel toe te kennen aan Waanders. Deze
zet zich namelijk al jaren in om literatuur,
kunst en geschiedenis voor iedereen
toegankelijk te maken en met ‘Waanders
in de Broeren’ krijgt zijn overtuiging dat
cultuur mensen verrijkt en verbindt meer
dan ooit vorm en inhoud. Wim Waanders
was duidelijk geëmotioneerd toen hij de
prijs in ontvangst nam en het publiek was
overduidelijk enthousiast dat deze Zwol­
lenaar de prijs had gekregen getuige het
ovationele applaus.
Afsluiting Dinsdag
Gemengd Bridgesei­
zoen 2013 – 2014
Dinsdag 15 april hadden we een feeste­
lijke einddrive met een hapje,drankje en
uitreiking van de prijzen.
We speelden een z.g.n. Paaseitjestoer­
nooi.
Iedereen kreeg een startkapitaal in de
vorm van paaseitjes (16 stuks) en kon
vervolgens na vergelijking met de start­
score in de eerste ronde, afrekenen met
het tegenpaar door het ontvangen of
overhandigen van een eitje.
Er waren in totaal 3 winnaars met 24 ei­
tjes. Dus een score van 75%.
Wim en Gerrie, Marja en Wil, en Wilfred
en Emilie waren de gelukkigen.
Wat de competitie betreft van de 2e sei­
zoenshelft is dit de eindstand :
In de groene groep :
1e : Hermine + Geert en Timen : 56,6 %
2e : Rein & Ineke : 52,9 %
3e : Ab & Erna : 49,2 %
In de rode groep :
1e : Hans en Mineke : 58,4 %
2e : Herman &Yt : 55,4 %
3e : Marja & Wil : 53,5 %
Over het hele jaar werd kampioen in de
groene groep : Hermine en Geert : 52,2 %
En in de rode groep : Hans en Mineke met
een score van 58,4 % !
Op de foto zien jullie een trotse Hans R.
Beide paren ontvangen nog het tinnen
jaarbord.
Na afloop kon ieder paar een pot violen
en een fles wijn mee naar huis nemen.
Ik denk dat we kunnen terugzien op een
geslaagd en gezellig bridgeseizoen.
We starten weer de 3e dinsdag in sep­
tember en ik ga er -gemakshalve- van uit
dat iedereen weer meedoet.
Mocht dat niet het geval zijn , dan hoor
ik dat graag.
Een goede zomer en vakantie(s) gewenst
,
Theo Kuitert
tel. 038-2302603
mail : [email protected]
Bridge De UITKOMST
In Zutphen wordt 1x per maand op de
Oranjesocieteit in de Oriental Club
nog het ‘’ouderwetse’’ robberbridge ge­
speeld en ik ben daar soms te gast. 13 mei
j.l. arriveerde ik via een verlate trein op
het nippertje, nam gehaast plaats en mijn
partner Frank Moerman kan beamen, dat
dat niet MIJN momentum is.
N / niemand kw. nam ik met Oost de
volgende kaarten op.
Sch
6
Ha
A 10 9 8 6
Ru
Vr B 9
Kl
A83
Noord opende 1 Sch, 2 Harten, 3 Klaver,
partner pas, 4 Kl, pas, 4 Sch en ieder paste.
Aan mij en U de vraag, waarmee kom je
uit ??
In robberbridge is een manche kostbaar
en de uitkomst is vaak al enige en laatste
kans.
(elders in dit blad geef ik de oplossing, die
ik even niet vond)
Puzzelt U eerst even om een sluitende
motivatie te geven.
Wilfred Smit
(Oplossing op pagina 15)
Reizen
Met regelmaat verschijnen er in de Groote Klok artikelen over bijzondere reizen die leden van onze sociëteit hebben gemaakt. De re­
dactie is daar erg blij mee. Niet alleen omdat er altijd wel behoefte bestaat aan kopij, maar vooral omdat uit alle reacties blijkt dat dit
soort verhalen graag worden gelezen. Nu de vakantieperiode in aantocht is, nodigt de redactie u graag uit om uw belevenissen ook
op papier te zetten. Of veel liever nog via internet naar ons te sturen, want we leven per slot van rekening in het digitale tijdperk. Het
verhaal dat Groote Klok-hoofdredacteur Steven ten Veen voor dit nummer heeft geschreven, kan als voorbeeld dienen van wat wij van
u verwachten. Geen reisverslag over wat u tussen vertrek en terugkeer allemaal hebt beleefd, maar een verhaal over een bijzondere
gebeurtenis, ervaring of ontmoeting tijdens de vakantie. Voor Steven was de zonsopgang gezien vanaf de berg Bromo op Java een
hoogtepunt tijdens zijn bezoek aan Indonesië. Maar het verhaal dat we de komende maanden van u hopen te verwachten hoeft zich
helemaal niet ver van huis af te spelen, het kan ook vlak bij u om de hoek zijn. Op camping de Agnietenberg bij wijze van spreken…
In de maanden juli en augustus verschijnt de Groote Klok niet. Voor de editie van september rekent de redactie op prachtige verhalen
over uw belevenis(sen) tijdens de vakantie.
7
Vakantieboeken
(vervolg)
Bougainville(1981) en Quadriga (2010)
door F. Springer.
Beide al een tijdje in de kast maar nog
nooit gelezen en nu voor het eerst mee
op vakantie. De eerste, zoals de flap om­
schrijft, een roman over liefde en dood,
vriendschap en vergankelijkheid.
F. Springer, pseudoniem van Carel Jan
Schneider, was onder andere Nederlands
ambassadeur in de DDR. Met die weten­
schap leest Quadriga, een roman die
rond de val van de Berlijnse Muur speelt,
als een ooggetuigenverslag. Vermakelij­
ke beschrijvingen van het ‘Zentralkomi­
tee’ dat nog allerlei onbenullighden aan
het regelen is terwijl de wereld om hen
heen letterlijk in elkaar stort. Mooi voor­
beeld van tunnelvisie. ‘Vademecum’ in
Den Haag weet alles over en van ieder­
een.
Aanrader!
8
Horizon City (2014) door Jaap Scholten.
Een uiterst boeiend boek over de families
die het oostelijk deel van onze provincie
op de kaart hebben gezet met namen als
Scholten, Van Heek, Blijdensteijn, Stroink,
Stork enzovoorts.
Scholten, zelf zoon van vader Scholten en
moeder Stork, typeert het boek als: “Een
onvolledig en historisch niet noodzake­
lijkerwijs altijd correct portret van een
familie van opgejaagde menisten, groot­
industiëlen, kleinwildjagers, landhuizen­
bouwers, collectioneurs, polygame avon­
turiers, dromers en dappere vrouwen.”
Scholten zet oom Chuck Stork in het
centrum van zijn boek. Deze start zijn
carrière als eerste importeur in Neder­
land van Harley-Davidson motorfietsen,
wijkt uit naar de VS waar hij fortuin ver­
gaart in de luchtvaartindustrie maar
tenslotte berooid eindigt op een Ameri­
kaanse trailerpark.
Zeer lezenswaardig, misschien omdat
het zich ook allemaal vanuit Zwolle/Hei­
no gezien zo dichtbij heeft afgespeeld.
Maliblues (1996) door Lieve Joris.
Drie keer in Senegal geweest en nu pas
Malieblues gelezen. Schande!
Een liefdevol geschreven reisverslag van
Lieve over Senegal en Mali. In 1996 nog
een ander Mali dan het Mali van vandaag
waar nu het Nederlandse leger is ingezet.
Voor de liefhebber.
Ronald van den Berg
Brand
In de nacht van 10 op 11 juni jl. heeft een
ernstige brand gewoed in het pand Blij­
markt 14. Dat is het woonhuis van ons lid
Jacques Hovius. Jacques is bij de brand
gewond geraakt en is overgebracht naar
het Brandwondencentrum in Beverwijk.
De hond van Jacques is in de vlammen
omgekomen.
Directie en Redactie wensen Jacques een
spoedig herstel.
Bezoek aan de Veeart­
senijkundige Faculteit
en aan kasteel “De
Haar”.
30 leden van De Groote Sociëteit vertrok­
ken op woensdag 7 mei j.l. per bus , pre­
cies om 8 uur in de ochtend vanaf de
Eekwal om op excursie te gaan naar èn
de Veeartsenijkundige Faculteit op de
Uithof te Utrecht èn kasteel “De Haar”.
Toen Hans Harms, onze excursieleider,
zodra we met de bus op de vierbaansweg
zaten, het woord nam om het program­
ma van de dag toe te lichten, ontspande
iedereen zich en voorvoelde men: “dit
wordt een goede dag, fantastische lei­
ding met 2 interessante onderwerpen
voor een dagtrip. En inderdaad het werd
een goede dag.
Hans heeft in het verleden op de Uithof
voor dierenarts gestudeerd. Dus heeft hij
zodanige contacten dat hij het had kun­
nen regelen dat we gastvrij ontvangen
werden met een kop koffie door twee
aanvallige voor veearts studerende stu­
dentes. Van een zuiver mannenberoep is
veearts respectievelijk dierenarts een
vrouwenberoep geworden. 85% van de
studenten zijn inmiddels vrouw. Na de
koffie werden we in twee groepen van ca.
15 man elk rondgeleid door de gebou­
wen en het terrein van de faculteit.
In 1821 is de Veeartsenijkundige School
opgericht ter behandeling van leger­
paarden en ter bestrijding van de runder­
pest die regelmatig voorkwam in de 19e
eeuw. Inmiddels is de faculteit uitge­
groeid tot een compleet dierenzieken­
huis voor paarden, vee maar ook huisdie­
ren tot papagaaien aan toe. We liepen
tussen vele geraamtes van dieren door;
bekeken geplastificeerde dieren; gluur­
den in alle 4 geplastificeerde magen van
een koe; zagen hokken met zieke honden
die net als mensen werden verpleegd;
kortom er was veel te zien waarvan ik
geen weet had en ik denk dat dat gold
voor velen van ons.
Aansluitend stapten we vol goede moed
weer in de bus naar kasteel “De Haar”
alwaar wij werden ontvangen met een
drankje en aansluitend een lunch.
Kasteel “De Haar” is letterlijk en figuurlijk
een sprookjes kasteel. Het was Etienne
Baron van Zuylen (1860-1934) die uit de
middeleeuwse ruïnes (in de middeleeu­
wen woonden zijn voorouders aldaar)
het kasteel deed herrijzen. Hiertoe trok
hij architect Pierre Cuypers (1827-1921)
aan. Cuypers is ook o.m. de bouwmeester
geweest van neoklassieke gebouwen als
het Rijksmuseum en het Centraal Station
te Amsterdam.
Kosten nog moeite werden door deze
architect gespaard om dit kasteel, dat
dus compleet werd gerenoveerd aan het
begin van de 20e eeuw, te laten herrijzen
uit zijn as. De ambitie van de Baron was
om de “Groten der Aarde” op dit sprook­
jesachtige kasteel uit te nodigen en te
fêteren. Dit is dan ook vaak gebeurd.
Maar wie moest dat alles betalen? Wel­
aan de baron was zo verstandig geweest
om een rijke vrouw te trouwen genaamd
Helène de Rothschild (1863-1947). Zij
was enig kind en had een opa die eens de
rijkste man van Frankrijk was geweest.
Nou dat was te zien. Letterlijk alles, ge­
bouwen, meubels, ornamenten, vijvers ,
tuinen, ja alles was in detail hersteld en
zeer rijk uitgevoerd en rijk versierd. Echt
de moeite waard om te bekijken en ervan
te genieten.
Nadat wij ons volledig bewust waren
geworden van onze verhoudingsgewijs
povere financiële mogelijkheden zijn we
met de bus teruggegaan naar onze een­
voudige stulpjes in Zwolle en omgeving.
Onderweg dronken we uit een simpel
glaasje een vin de table. Een echte mooie
dure Petruswijn zat er niet in. Maar des­
ondanks smaakte het prima. Het viel ons
op dat onze directeur exploitatie Aad
Rigter vol enthousiasme Hans Harms en
zijn vrouw Annelies hielp met het uitser­
veren van de wijn en de nootjes en dat
hij deze keer geen betaling eiste voor de
wijn. Dat wordt door hem altijd wel op de
Groote Sociëteit geëist. En zo werd deze
excursie plezierig afgesloten. Met dank
aan de organisatie.
Zwolle 12 mei 2014, Hilbert van der
Zwaag
Meer foto's op pagina 11.
9
10
11
De zonsopgang op de
Bromo
Van de reis die ik een maand geleden
samen met mijn vrouw Dini naar Indone­
sië (Java en Bali) maakte, hield ik een
dagboek bij. De zonsopgang bij de berg
Bromo betekende voor mij het absolute
hoogtepunt van deze reis. In het dag­
boek schreef ik er het volgende over:
Dag 13, donderdag 8 mei
We hebben het gevoel dat we een bijzon­
dere dag tegemoet gaan. Hoe kan het
ook anders als het kort na middernacht
is als we opstaan… Om één uur vertrek­
ken we in een busje met als bestemming
de Bromo, misschien wel de meest be­
kende berg van Indonesië. We zijn met
z’n zessen: Frits en Anneke, Hetty, Joke
en Dini en ik. De kosten van het avontuur
dat we tegemoet gaan bedragen 500.000
rupiah per persoon. Een voor Indonesi­
sche begrippen flink bedrag, maar nu we
de kans hebben om de zonsopgang bij
de Bromo bij te wonen moeten we dat
ook doen.
Zoals gezegd is de Bromo de bekendste
vulkaan van Indonesië. Met 2.392 is het
niet de hoogste berg, maar de ligging is
heel bijzonder omdat ze samen met nog
een andere vulkaan, de niet meer actieve
Batak (2.440 meter) in een zandzee van
acht bij tien kilometer ligt. De grootste
toeristische attractie is om vanaf de top
van de nabijgelegen berg Pananjakan
(2.770 meter) naar de zonsopgang te
kijken. En dat gaan we dus doen.
In het pikkedonker rijden we naar het
bergdorpje Wonokitri, vanwaar we met
jeeps tot vlakbij de top zullen worden
gebracht. Het is opvallend hoe druk het
’s nachts nog op de wegen is. Niet alleen
op de weg trouwens, want we passeren
een dorp waar het nog volop markt is. Als
we de hoofdweg verlaten, komen we op
een smalle weg terecht die verschrikke­
lijk slecht is onderhouden. Ons busje
moet regelmatig stapvoets rijden om
grote gaten in het wegdek te ontwijken.
Bovendien klimmen we in het bergland­
schap waarin we beland zijn naar steeds
grotere hoogte. Zo nu en dan zien we
diep onder ons de lichtjes van dorpen en
kleine steden, maar of er ook afgronden
zijn kunnen we, gelukkig, niet zien. Als we
de heuvelrug, die tot het Tenggebergte
behoort, gepasseerd zijn, komen we
eindelijk in Wonokitri terecht, waar we
onmiddellijk worden aangeklampt door
12
mannen en vrouwen die ons warme
mutsen willen verkopen. Want het is hier
al koud en straks bovenop de berg zal het
ongetwijfeld nog kouder zijn. Maar met
onze kleding hebben we daar al rekening
mee gehouden. Die mutsen hoeven we
dus niet.
Dat er jeeps nodig zijn om ons helemaal
bij de top te brengen, kunnen we ons
goed voorstellen als we aan die rit zijn
begonnen. Op sommige stukken gaat
het namelijk bijna steil omhoog. Het
laatste stukje van een meter of honderd
is over een wandelpad, maar de gids die
ons begeleidt brengt ons eerst naar een
soort van berghut waar we koffie krijgen.
Het lijkt nog erg rustig, maar schijn be­
driegt. Als we om een uur of vijf op de top
zijn, staan er al honderden toeristen
waarvan de meesten bewapend met
soms camera’s op statief met grote tele­
lenzen te staren in de richting van waar
de zon tevoorschijn moet komen. Ver
diep onder ons zien we de lichtjes van de
bewoonde wereld, voor ons kleurt de
hemel langzaam aan van oranje en roze
naar licht rood. Plotseling, het is dan half
zes, verschijnt er een fel rood puntje aan
de hemel: de zon. Binnen een minuut of
vijf komt de zon helemaal tevoorschijn
en is de zonsopgang achter de rug. De ‘­
voorstelling’ valt me eerlijk gezegd wat
tegen, me bekruipt een gevoel van ‘was
dat het dan?’ Maar als de gids ons mee­
neemt naar een ander plekje op de Pana­
njakan om er van het uitzicht te genieten,
denk ik er onmiddellijk heel anders over.
Voor ons zien we een werkelijk spectacu­
lair landschap dat in de ochtendnevel
steeds scherpere contouren aanneemt.
We kijken uit op de Bromo die nog altijd
actief is en waar uit de krater een grote
witte rookpluim tevoorschijn komt, de
uitgedoofde Batok vulkaan en een enor­
me zandvlakte. Zonder overdrijving durf
ik te zeggen dat ik nog nooit in mijn leven
zo’n schitterend landschap heb gezien. Ik
blijf kijken en genieten (en foto’s maken),
kan er niet genoeg van krijgen. Maar Dini
heeft het koud en de gids maant ons om
weer terug te gaan. Het lijkt wel alsof ik
een mooie droom afsluit en terug in de
werkelijkheid stap. Maar het was geen
droom..
STEVEN TEN VEEN
KOKEN MET DE CULINAIRE CORNUYTEN
VOORGERECHT
400 gram zalmfilet op de huid
8 stuks AA asperges
1 sjalot
half bosje basilicum
paar eetlepels mayonaise
halve citroen
1½ eetlepel azijn
2½ eetlepel olijfolie
4 mini pistolets
boter
peper en grof zeezout
HOOFDGERECHT
12 AA asperges
12 plakken beenham, iets dikker dan
normaal gesneden
4 eieren
500 gram bloemige aardappelen
1½ dl aspergebouillon
half glas witte wijn
1 dl koksroom
100 gram boter
¼ bos bieslook
peper en grof zeezout
NAGERECHT
500 gram verse aardbeien
¾ liter vanilleroomijs
0,6 dl donkere balsamicoazijn
400 gram kristalsuiker
¼ bos mint
Koud gemarineerde asperges met zalm tartaar en basilicummayonaise
Asperges schillen en van de schillen bouillon trekken met zeezout.
Asperges in schuine stukken snijden en 3 minuten koken in de bouillon.
Asperges laten afkoelen
Zalm schoonmaken en in fijne blokjes snijden
Aanmaken met peper, zout, citroensap en weinig mayonaise.
Koud weg zetten.
Dressing maken van de fijngehakte sjalot en olijfolie
Asperges marineren in de dressing en over de borden verdelen.
Zalmtartaar in vorm drukken en midden op het bord plaatsen.
Druppels basilicummayonaise rondom.
Serveren met pistolet en boter.
Wijnsuggestie: droge witte wijn, bijvoorbeeld een Pinot Blanc
Asperges op traditionele wijze met beenham, ei, aardappelen en bieslooksaus
Asperges behandelen zoals in het voorgerecht en 3 minuten koken in de schillen­
bouillon. Vuur uit.
Aspergebouillon inkoken met wijn, later de koksroom er bij, en weer inkoken.
Aardappelen schillen, wassen en in dikke parten snijden.
Eieren 5 minuten koken, koud spelen en pellen.
Bieslook wassen en in fijne buisjes snijden (niet hakken!).
Aardappelen gaar koken, afgieten en droog stomen.
Asperges opwarmen.
Ham en eieren in de bouillon warm maken.
Saus afmaken met klontje koude boter en op het laatst de bieslook. Proeven en
verder op smaak brengen.
Wijnsuggestie: Pinot Blanc
Aardbeien met ingekookte balsamicoazijn en vanilleroomijs
Aardbeien wassen en laten uitlekken.
Aardbeien ontkronen en heel laten.
Balsamicoazijn inkoken met de suiker tot siroop. (Let op mengsel verband snel!). Af
laten koelen
Mint wassen en de blaadjes van de stelen plukken.
IJ tijdig uit de diepvries halen.
Aardbeien door de azijnsiroop halen en op de borden verdelen in een lijntje.
Tussen het lijntje de bolletjes vanilleroomijs.
Garneren met blaadjes mint.
Wijnsuggestie: een Muskaatwijn
De receptuur is voor vier personen
Paul Herbrink / Ronald van den Berg
13
WIJNCOLUMN
Onder de Loep: To blend or not to
blend?
Vaak zie en hoor je in de wijnwereld te
term “blend” vallen. Wat is dit nou pre­
cies?
Welke wijnen worden er nu wel en welke
juist niet “geblend”?
Als men spreekt over een geblende wijn
dan wordt een wijn bedoeld die gemaakt
is van verschillende druivenrassen. Dit is
in de wijnwereld heel gebruikelijk en
wordt ook veel toegepast. Hierbij valt te
denken aan Bordeaux wijnen maar ook
bijvoorbeeld Valpolicella en Chateau­
neuf du Pape zijn altijd blends. Een aantal
van deze blend wijnen zijn enorm be­
faamd en zijn als het ware een merknaam
geworden die staat voor een bepaald
type en karakter wijn. Hierin is de Bor­
deaux ongetwijfeld de bekendste. Deze
(rode) wijn is altijd samengesteld uit
meerdere druivenrassen waarvan de
belangrijkste de Cabernet Sauvignon en
Merlot zijn. Vaak worden deze aangevuld
met een kleine hoeveelheid Malbec, Petit
Verdot, Carmenère of Cabernet Franc.
Het idee achter het blenden van wijn is
dat het totaal “groter” is dan de som der
delen, oftewel 1+1 = 3! Door het blenden
ontstaat er vaak meer complexiteit, di­
mensie en diversiteit in een wijn.
Nog een voordeel voor een blend is dat
de wijnmaker een grotere risico sprei­
ding heeft. De verschillende druivenras­
sen bloeien en rijpen niet gelijk en wor­
den ieder op zijn eigen moment geoogst.
Hierdoor heeft het weer dus minder in­
vloed op de uiteindelijke wijn omdat er
verschillende druivenrassen worden ge­
bruikt. Men kan dus ook het ene jaar meer
Cabernet Sauvignon in de blend doen en
14
het andere jaar meer Merlot, afhankelijk
van de omstandigheden.
Er zijn ook gebieden maar men de wijnen
niet blend. Het bekendste gebied hier­
voor is toch wel de Bourgogne. In dit
gebied worden de rode wijnen van de
Pinot Noir gemaakt en de witte wijnen
van de Chardonnay. Mogelijkheden tot
het blenden is hier bij wet niet toege­
staan en daarom is men meer afhankelijk
van de weersinvloeden. De variatie in
kwaliteit in de Bourgogne is veel groter
dan in de Bordeaux, mede door het ge­
brek aan mogelijkheden tot compensa­
tie met andere druivenrassen.
We zien nu alleen de blends uit de klas­
sieke (Europese) wijngebieden. Vinden
we dan geen blends in de wijngebieden
buiten Europa? Zeker wel. Vaak hebben
de wijnmakers in het bovenste segment
wel een topwijn, ook wel Icon geheten,
beschikbaar. Deze wijn staat voor de
beste wijn van het wijnhuis. Toeval of
niet, maar meestal zijn dit soort wijnen
blends van diverse druivenrassen.
Vaak zijn dit kostbare wijnen in het hoge­
re prijssegment. Gelukkig zijn er heel
soms uitzonderingen. Viña Errazuriz uit
Chili maakt naast hun topwijn Don Maxi­
miano (bijna 60 euro per fles ) ook een
Speciale editie de 1870 Red blend Max
Reserva. Vergelijkbaar in stijl en voor
slechts een kwart van de prijs een koopje.
Dat is nog eens 1+1=3!
Remco van Looijengoed
Directeur/vinoloog
Schuttelaar Delicatessen en Wijnen
De moestuin van
Maarten.
In de beginjaren van De Groote Klok
schreef ik, als mederedacteur, af en toe
een stukje over de belevenissen in mijn
volkstuin (die ik nu nog steeds heb). Dat
hield natuurlijk na een paar bijdragen op
(en wel) omdat er op den duur niet veel
nieuws meer te melden was. Aan deze
constatering werd ik herinnerd bij het
volgen op de televisie van de serie "Maar­
tens moestuin""op de maandagavon­
den. Wat Maarten te melden heeft is na­
melijk ook niet echt veel. Wel vind ik het
volgen van het programma buitenge­
woon leuk. Helaas is het ook wat saai en
niet erg leerzaam. Leuk is de serie voor
zover Maarten 't Hart eigen ontboeze­
mingen ventileert die beslist (onbe­
doeld ?) geestig zijn : "Het eten uit de
moestuin moet vooral niet te lekker zijn,
want daar word je maar dik van " en
"mensenpoep is beste mest" en "urineren
op de composthoop is prima". Maarten
erkent ook dat zijn manier van eten (uit
de eigen tuin overigens) onsmakelijk is.
Het programma is ook saai : er gebeurt
namelijk niet zo veel in Maartens tuin en
het wil er ook niet goed groeien. Bijna
alles wat hij kweekt wordt onder zijn
ogen aangetast door luis of wants, terwijl
een beetje tuinier daartegen, ook zonder
gif, goed weet op te treden. Verder heeft
hij veel meer grond tot zijn beschikking
dan de gemiddelde tuinier. Waarschijn­
lijk daarom plant hij zijn jonge gewassen
ook onnodig ver uit elkaar. Hij heeft ook
te veel onkruid. Bijzonder leerzaam is de
serie daarom niet. Niettemin vind ik het
een leuk programma. Het is pure ont­
haasting en een verademing tussen het
vele onbeduidende vermaak dat op de
buis wordt geboden.
Tot slot een tuin-advies van ondergete­
kende : Begiet uw tuin niet te veel met
(kraan)water, maar wacht de voedzame
regenbui af. Daardoor zal alles sneller en
beter groeien (door het broeikasgas ?).
Gerrit van der Pijl
Koken wat een ramp
Vaak moest ik thuis aanhoren, dat ik als
een ‘geëmancipeerde’ man verrekte
weinig belangstelling toonde om ook
eens te koken of tenminste een poging
te doen om het te leren. Een uitsmijter
bakken wilde me nog wel lukken maar
dan had je het verder wel gehad.
En dan doet zich een gelegenheid voor
daar verandering in te brengen. De socië­
teitscommissie organiseerde een kook­
cursus in eigen sociëteitskeuken onder
leiding van een heuse kok, en niet de
minste, welnee leraar kok afdeling hore­
ca van het Deltion College.
Op en top een gelauwerde praktijkman.
Prachtig toch! Tien kooklessen waar de
deelnemers de geheimen van de kook­
kunst zouden leren. De cursisten dienden
afwisselend de ingrediënten in te kopen,
de tafelschikking te verzorgen en bij het
menu passende wijnen te selecteren.
Tot mijn pech waren er echter veel door­
gewinterde hobbykoks, die het grootste
deel van de cursus vaak de vele voorbe­
reidingen deden. Maar ook bij het proces
aan het fornuis vooraan stonden. Dat ik
per ingeving eens wat aangebrande
stokbroden als tafelversiering had ge­
bruikt vonden ze ook al niet zo geslaagd.
Let wel! Het was zeker niet louter pech
voor de minder getalenteerde cursisten,
wij hadden namelijk het voordeel dat
bijvoorbeeld de tafelschikking weinig
tijd vergde en wij dus mooi de tijd had­
den om de door Gerrie bediende bar te
frequenteren. Al met al! We hebben veel
plezier gehad, prima diners genoten,
maar op wat theoretisch kennis na heb ik
niet leren koken.
Maar dan! Onder druk gezet door mijn
familie moest ik maar eens een maaltijd
verzorgen. Ik had toch een kookcursus
gevolgd!
Mijn familie ging fijn winkelen, Bert
mocht alles zelf regelen voor het avond­
eten. Vol goede moed naar AH. Waar ik
kocht: wortelen voor de hutspot, garna­
len voor een cocktail, vanille-ijs, grand
marnier, kiwi’s plus voorgebakken brood.
Bij de kiwi’s zag ik een vrouw de vruchten
één voor één keuren. Dus ook ik zocht
stevig aanvoelende vruchten uit. Helaas,
ze moeten zacht en dus rijp zijn.
Tegen half twee begon de voorberei­
ding. Huilen bij het uien schillen, dik uur
bezig met schillen van wortels en aard­
appelen.
Gelukkig!! kwam de cocktailsaus uit een
flesje met een schijfje citroen en de gar­
nalen erbij en het voorgerecht was snel
klaar
Nu!! Het voorgebakken brood de oven in.
Wat bleek? Een van die broden was be­
schimmeld. Ondanks het late tijdstip
toch naar AH getogen. Bij de klantenser­
vice deed het meisje nogal laconiek. Je
pakt maar een nieuw brood, was haar
boodschap.
Gefrustreerd door alle bezigheden van
het koken waar ik geen enkele aanleg
voor bleek te hebben, reageerde ik woe­
dend. ‘Door jullie schuld ben ik een half
uur kwijt en vergiftig ik bijna mijn familie.
Ik pik het gewoon niet’. Collega werd
erbij geroepen, wat ik dan wel wilde? Hoe
het in mij opkwam weet ik niet, maar ik
gaf te kennen een nieuw brood te willen
en het geld terug van al mijn aankopen.
En waarlijk mijn volledige aankoopbe­
drag kreeg ik uitbetaald plus een nieuw
brood!
Waarom dan een ramp?
Spijt van mijn woedeuitbarsting tegen
de medewerker van AH. Een verpeste
middag. Kilometers gemaakt om bij AH
in Stadshagen een nieuw brood te halen.
Terwijl achteraf gezien die voorgebak­
ken broden helemaal niet bij de door mij
bedachte warme maaltijd van hutspot
pasten...
Treb S
BRIDGE Oplossing uit­
komstvraag
Ik speelde Ru Vr voor, en op het moment,
dat de blinde verscheen, was de blunder
mij duidelijk. Zuid legde op tafel:
Sch
H9
Ha
H2
Ru
A84
Kl
Vr B 10 6 3 2
Ziet U het nu ook? En waarom.
Zuid bood eerst de Kl en steunde daarna
de Sch van partner.
Noch Noord noch Zuid durfde Sans aan,
Noord steunde (4) Klaver en Zuid prefe­
reerde toch Sch ipv direct Sch te steunen.
(goedkoopste manche)
Partner heeft niet veel, hooguit wat (klei­
ne?) Sch tegen.
Maar hoe zit het met de Klaveren? Jawel,
Partner had er 1, en Klaver Aas en Klaver
8 na geeft de 1e introever, Harten na en
nog een Kl introever en het is 1 down.
Partner had Sch Vr x x x en via een correct
snit in Sch liep het contract nu binnen.
Noord had Sch A B 10 x x x , Ha Vr B, Ru H
x, en Kl H x x.
Nu kon het contract alleen 1 down, als ik
Sch Vr x had gehad.
Overigens is 5 Klaver niet down te spelen.
Prettig zomerreces.
Wilfred Smit
15
Kaakchirurgie in
Nederland
Inleiding
Toen Ronald van den Berg en Cees Meijn­
tjes mij enkele maanden geleden vroe­
gen of ik iets over kaakchirurgie zou wil­
len schrijven in “ De Groote Klok” vroeg
ik mij af of dat de lezers wel zou boeien.
Na enig nadenken toch een poging.
Kaakchirurgie is een tandheelkundig
specialisme. Het specialistenregister
wordt beheerd door de Koninklijke Ne­
derlandse Maatschappij tot Bevordering
der Tandheelkunde. Het specialisme
kaakchirurgie bestaat in Nederland offi­
cieel pas sinds 1956 toen de Nederlandse
Vereniging voor Mondheelkunde en
Chirurgische Prothetiek werd opgericht.
Een halve eeuw later is de naam via Ne­
derlandse Vereniging voor Mondziekten
en Kaakchirurgie (1976) veranderd in
Nederlandse Vereniging voor Mondziek­
ten, Kaak-en Aangezichtschirurgie (2006),
hetgeen ook de ontwikkeling van het
specialisme karakteriseert.
Brief van Koningin Juliana waarin de Nederlandse
Vereniging voor Mondheelkunde en Chirurgische
Protthiek wordt erkend (23 november 1962).
Wat doet de kaakchirurg?
Het werkterrein van de kaakchirurg be­
vindt zich op het raakvlak van de tand­
heelkunde en de geneeskunde. De werk­
zaamheden zijn daarom altijd gelieerd
aan een ziekenhuis; vaak werkt men in
meerdere ziekenhuizen. Het dagelijks
werk is het behandelen van ziekten en
16
afwijkingen in de mond en van de kaken
en het aangezicht.
De meeste mensen kennen de kaakchi­
rurg als degene die moeilijke verstands­
kiezen of wortels van afgebroken tanden
en kiezen verwijdert en chirurgische
wortelpuntbehandelingen uitvoert, maar
dat is maar een klein onderdeel van het
vak. De kaakchirurg behandelt letsels en
afwijkingen van de beenderen van het
aangezicht en de weke delen (huid en
slijmvliezen) waardoor deze bedekt wor­
den. Daarnaast zijn er de goede en
kwaadaardige gezwellen van de mond­
holte en het gezicht die behandeld wor­
den, maar ook is het herstel van de defec­
ten die het gevolg van die behandeling
zijn het werkterrein van de kaakchirurg.
Dit soort behandelingen vinden net als
bijvoorbeeld de behandeling van aange­
boren afwijkingen van het skelet van het
aangezicht (hazelip/schisis) plaats in ge­
specialiseerde centra, meestal in samen­
werking met andere specialisten.
In geval van groeistoornissen van de
beenderen van het aangezicht en de
kaken brengt de kaakchirurg de kaken
met een operatie in de juiste positie. Vaak
heeft dan de orthodontist (“beugeltand­
arts”) de tanden en kiezen al eerder met
een beugel in de juiste stand geplaatst.
Voorts worden patienten van wie door
het slinken van de kaken het kunstgebit
onvoldoende houvast heeft, verwezen
naar de kaakchirurg. Door het plaatsen
van implantaten (“kunstwortels”) of door
andere ingrepen in de mond zorgt de
kaakchirurg ervoor dat er weer houvast
verkregen wordt. Maar er kunnen ook
kronen en bruggen op geplaatst worden.
Maar ook kaakgewrichtsklachten, slaap­
problemen en snurken en de behande­
ling van afwijkingen van de speekselklie­
ren behoren tot het vak kaakchirurgie.
Opleiding
Aanvankelijk was de zesjarige opleiding
tandheelkunde voldoende om daarna in
vier jaar te specialiseren tot kaakchirurg.
Dat kon alleen in Academische zieken­
huizen van universiteiten waar ook tand­
heelkunde werd gedoceerd, nl. Utrecht,
Groningen, Nijmegen en Amsterdam. De
eerste twee jaar van de studie (propedeu­
se en kandidaatsexamen) liep volledig
parallel aan de opleiding geneeskunde
maar ook voor het doctoraal I en II wer­
den vakken als interne geneeskunde,
KNO, dermatologie, psychiatrie en pa­
thologie getentamineerd.
Toen de tandartsstudie ingekort werd tot
vijf jaar en alle geneeskundige vakken
eruit verdwenen vroeg een aantal kaak­
chirurgen zich af of die basis nog wel
voldoende was. Al eerder waren conflic­
ten met o.a. plastisch chirurgen voor een
aantal kaakchirurgen in de zeventiger
jaren aanleiding om alsnog ook genees­
kunde te gaan studeren.Na soms heftige
discussies tussen voor- en tegenstanders
van een verplicht geneeskundig diploma
wordt in 1982 door de beroepsgroep
besloten dat het tentamen interne ge­
neeskunde op doctoraal niveau noodza­
kelijk was om als kaakchirurg geregi­
streerd te kunnen worden. Mede als ge­
volg van soortgelijke discussies in inter­
nationaal verband en de openstelling
van de grenzen binnen Europa wordt
tenslotte in 1988 besloten de dubbele
vooropleiding verplicht te stellen per
1-1-2000.
De implementatie heeft nogal wat voe­
ten in de aarde gehad omdat het Minis­
terie van Volksgezondheid geen toe­
stemming wilde geven vanwege een
ongewenste stapeling van initiele voor­
opleidingen. Uiteindelijk ging het minis­
terie akkoord met de restrictie dat het de
vrijheid behield om erop terug te komen
als de veranderingen in de wet Hoger
Onderwijs dat opportuun maakten. Toen
werd er dus al op gezinspeeld om het
volgen van een tweede academische
studie onmogelijk te maken. Dat heeft
ertoe geleid dat men nu voor de tweede
studie meer dan € 15.000 collegegeld per
jaar betaalt.
Voor de Nederlandse kaakchirurgie bete­
kende dat de doorbraak uit het isolement
te komen waarin het dreigde te geraken
binnen Europa. Deze ontwikkeling heeft
ertoe geleid dat niet alleen kandidaten
die tandheelkunde en daarna genees­
kunde hadden gestudeerd werden toe­
gelaten tot de specialistenopleiding
maar ook het omgekeerde. Momenteel
heeft ongeveer 60% van de kaakchirur­
gen eerst tandheelkunde gestudeerd en
40% is met geneeskunde gestart. De to­
tale opleidingsduur is al met al bijna 15
jaar. Daarom heeft men in Nijmegen een
zeer intensieve tandartsopleiding voor
artsen (TOVA) van 3 jaar ontwikkeld. In
Groningen krijgen tandartsen die kaak­
chirurg willen worden de mogelijkheid
om tijdens hun opleiding het basisartsdi­
ploma te halen. Dat scheelt ca 2 jaar.
Tegenwoordig vindt de specialisatie
plaats in een aantal universitaire zieken­
huizen met een verplichte stage van één
jaar in een grote perifere kaakchirurgi­
sche kliniek met een B-opleiding zoals in
Zwolle in Isala.
In 2013 waren er ca 250 kaakchirurgen
werkzaam in Nederland. Ongeveer 50
zijn er in opleiding, zodat er 11-13 per jaar
op de markt komen, hetgeen overeen
komt met de uitstroom. Er is derhalve na
vele jaren van tekort nu een evenwicht
bereikt.
Geschiedenis
Afgezien van enkele meldingen van de
behandeling van kaakfracturen in de
oudheid begint de geschiedens van de
kaakchirurgie pas in de late middeleeu­
wen. Tot en met de 18e eeuw wordt er
geen geweldige vooruitgang geboekt.
Vergeleken met andere chirurgische
disciplines komt de ontwikkeling pas laat
op gang,waarschijnlijk omdat aanvanke­
lijk uitsluitend algemeen chirurgen zich
bezig hielden met de behandeling van
fracturen, ontstekingen en gezwellen
van de mond en kaken. De specifieke
vaardigheden en tandheelkundige ken­
nis die nodig zijn in dit complexe gebied
ontbraken. Dit verandert pas als de tand­
heelkunde zich in de 19e eeuw als een
zelfstandig vakgebied gaat ontwikkelen.
De grondlegger is James Garretson, een
Amerikaanse chirurg die tevens een
tandartsdiploma had. In 1873 publiceert
hij het eerste naslagwerk voor de kaak­
chirurgie. In Europa komt de ontwikke­
ling van het vak pas 25 jaar later op gang,
vooral in Duitsland. In de 20e eeuw maakt
de kaakchirurgie een enorme progressie
door net als andere disciplines. Dit wordt
veroorzaakt door het besef om aseptisch
te werken, goede verdoving, röntgenfo­
to’s, penicilline enz. Ook de behandeling
van verwondingen van het aangezicht in
de beide wereldoorlogen heeft een “po­
sitieve” impuls gegeven.
In Nederland begint de geschiedenis van
de kaakchirurgie in 1918 met de benoe­
ming van de KNO-arts dr.H. de Groot,
officier van gezondheid in het militair
hospitaal, tot lector in de Mondheelkun­
dige Diagnostiek en Kaakchirurgie te
Utrecht. De enige opleiding in Nederland
tot tandmeester was daar ingebed in de
Medische Faculteit. Als hij plotseling
overlijdt in 1931 besluit de faculteit dat
zijn opvolger ook een medicus moet zijn
die door de andere lectoren, die tand­
Interieur van de onderzoekkamer van professor Tjebbes in de kliniek van Kaakchirurgie te Utrecht. De
foto dateert uit de vijftiger jaren.
Interieur kliniek kaakchirurgie te Groningen
heelkundige vakken doceren, op dat
terrein bijgeschoold zal worden. In 1932
wordt zijn opvolger J.W.A.Tjebbes be­
noemd tot lector in de Mondheelkunde.
Hij heeft zijn chirurgische opleiding afge­
broken en heeft zich inmiddels be­
kwaamd in de tandheelkundige chirur­
gie in klinieken in Wenen en Parijs. Hij
begint in 1940 een kliniek voor kaakchi­
rurgie te Utrecht,die al spoedig een grote
reputatie heeft. Uit het hele land worden
patienten verwezen met een hazelip,
maar ook patienten met tumoren en
andere afwijkingen. In 1947 werd hij als
eerste tot hoogleraar in de mondchirur­
gie benoemd.
Begin 1939 lag er een wetsontwerp klaar
dat ingrijpende gevolgen zou hebben
voor het tandheelkundig onderwijs. Bij
de bespreking in de tweede kamer zijn er
echter zoveel tegenstanders dat de be­
handeling van de wet verdaagd wordt.In
de bezettingstijd wordt door een aantal
tandartsen een nieuw onderwijsplan
opgesteld. De voorzitter van de groep is
M. Hut, die tandarts is in Groningen en
parttime staflid is van de afdeling chirur­
gie van het Academisch Ziekenhuis. Door
het voorbereidende werk van deze groep
17
kon al 6 maanden na de bevrijding door
de minister van onderwijs een commissie
worden benoemd. Hun rapport was in
april 1946 gereed en leidde tot de nieuwe
wet van augustus 1947. De tandheelkun­
dige studie wordt verlengd van 4 naar 6
jaar en krijgt een academische status. De
tandmeester wordt tandarts en docto­
randus met het ius promovendi. Hut is
een dominante persoonlijkheid die een
doorslaggevende rol speelt bij het tot
stand komen van de wet. Als volgens
deze nieuwe wet in 1948 naast Utrecht
aan de Rijksuniversiteit Groningen een
tweede opleiding tandheelkunde start,
wordt Hut hoogleraar in de Mondheel­
kunde en de Chirurgische Prothetiek. Hij
begint jonge tandartsen met het nieuwe
diploma op te leiden in de mondheelkun­
de. Dit diploma geeft de bevoegdheid tot
uitoefening van de tandheelkunde in de
volle omvang en laat ruimte voor chirur­
gische ingrepen in en rond de mond en
van de kaken en opent dus de deur voor
specialisatie. Het specialisme Mondheel­
kunde en Chirurgische Prothetiek wordt
in 1956 erkend. De geschetste ontwikke­
ling komt in grote lijnen overeen met die
van de Amerikaanse, Britse en Scandina­
vische verenigingen.
De Nederlandse kaakchirurgie heeft dus
vanaf het begin twee stromingen gekend
namelijk de Utrechtse en de Groningse
school. Binnen de vereniging heeft dat
echter nooit tot conflicten geleid; inte­
gendeel er werd goed samengewerkt
tussen collega’s met een verschillende
achtergrond. De Groningse school had,
zeker in het begin,de overhand mede
omdat discipelen van Hut posities gin­
gen bekleden in de nieuwe opleidings­
centra als hoogleraar in Nijmegen, Am­
sterdam VU en Groningen, nadat hij zelf
aan de UvA in Amsterdam was benoemd.
Kaakchirurgie in Zwolle
Ze zijn met zijn zevenen sinds ik afgelo­
pen oktober met pensioen ben gegaan.
Zes meer dan in 1968 toen de Zwolse
ziekenhuizen Rutger van der Veld als
eerste kaakchirurg mochten begroeten.
Hoewel het Sophia ziekenhuis en het
ziekenhuis De Weezenlanden destijds
nog volledig gescheiden opereerden
werkten Van der Veld en zijn later aange­
treden collega’s zoals Hans Koppendraai­
er en ik zowel klinisch en poliklinisch in
beide instellingen. Echte voorlopers
waren de kaakchirurgen want pas in 1998
fuseerden de medische staven en de
ziekenhuisorganisaties. Zo ontstond
Isala, één van de grootste niet-academi­
18
Maatschap 1988. V.l.n.r. Lex van Gool, Jan Rittersma, Hans Koppendraaier, Rutger van der Veld en Gert­
jan van Beek.
sche ziekenhuizen van Nederland.
De opleiding van (para)medici is een van
de speerpunten van Isala. Evenals bijna
alle andere specialismen dragen de
kaakchirurgen daar hun steentje aan bij.
De maatschap kaakchirurgen begeleidt
vanaf 1992 jaarlijks ruim 20 enthousiaste
co-assistenten tandheelkunde van de
Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 1998
volgen arts-assistenten van het Universi­
tair Medisch Centrum Groningen en het
Academisch Centrum Amsterdam een
gedeelte van hun opleiding tot kaakchi­
rurg in Zwolle. Sinds 2006 werken de
Zwolse kaakchirurgen ook poliklinisch in
Hoogeveen.
De zeven kaakchirurgen hebben een
gemiddelde leeftijd van net boven de 40
en vormen een enthousiaste en betrok­
ken maatschap. Ze zijn allen bestuurlijk
aktief in het ziekenhuis, in de regio en
landelijk. Eén van hen is deeltijd- hoogle­
raar in het AMC. Dat het aantal kaakchi­
rurgen in Zwolle in de afgelopen 45 jaar
fors toenam heeft te maken met de toe­
name van het aantal patienten. Vorig jaar
bezochten ruim 12000 patienten de po­
likliniek in Zwolle en 2500 in Hoogeveen
en werden er ca 800 opgenomen. Eind
jaren zestig zag Van der Veld iets meer
dan 500 patienten per jaar.
De maatschap hecht veel waarde aan
samenwerking, vooral met de min of
meer “aanpalende” specialismen KNO,
oogheelkunde, plastische chirurgie, neu­
rochirurgie en bijzondere tandheelkun­
de. Er wordt geparticipeerd in tal van
multidisciplinaire teams zoals o.a. het
schisis-, en slaapapneuteam. De Zwolse
kaakchirurgen blijven zich voortdurend
ontwikkelen en profileren zich in weten­
schappelijk onderzoek en publicaties.
Zwolle, mei 2014, Lex van Gool.
Bronnen:
Merkx en Groen: Mond en kaakchirurgie in
Nederland.40 jaar Nederlandse vereniging
voor mondziekten en kaakchirurgie,1996.
Stoelinga eindredactie: Vijftig jaar aan de
kaak gesteld.Het aangezicht van de Neder­
landse kaakchirurgie opgetekend uit de
mond van de leden, 2006.
Websites en jaarverslagen Nederlandse
Vereniging voor Mond-, Kaak en aange­
zichtschirurgie (NVMKA) en Maatschap
kaakchirurgen Isala Zwolle
ZET u uw
huis te koop
of gaat u het
verkopen
Zo snel en goed mogelijk uw huis verkopen. Dat vraagt om een Garantiemakelaar. Een Garantiemakelaar
gaat namelijk een stap verder. Niet alleen zorgt hij ervoor dat uw woning zo goed mogelijk gepresenteerd
wordt. Dankzij zijn ervaring in de lokale markt is hij specialist en kan hij u voorzien van advies op maat.
Zo wordt uw woning voor een reële prijs in de markt gezet en zet hij de juiste middelen en kanalen in om
uw potentiële kopers te bereiken. Uiteraard houdt hij u op de hoogte van de laatste ontwikkeling en is hij
altijd voor u bereikbaar. Ook uw huis verkopen? Kijk voor meer informatie op www.degraafvanvilsteren.nl
of bel ons op 038-4227229.
Van een Garantiemakelaar mag u meer verwachten.
GM02 degraafvanvilsteren adv huis te koop 135x185 def v1.indd 1
21-05-13 11:58
Portret (80x120 cm.) getekend door Dioni ten Busschen met een pen van PenPoint
19
www.editoo.nl
Indien onbestelbaar retour: Koestraat 8 , 8011 NK ZWOLLE
20