Ondersteunend educatief materiaal voor de groepen 5-6 behorende bij : C-basis 2014-2015 Discipline: muziek / dans Thema: gezondheid Gr 1-2: Museum voor Religieuze Kunst Gr 3-4: Markant Uden i.s.m. Jelle Douma Gr 5-6: Bibliotheek Uden & MIK Uden Gr 7-8: De Pul De dans van de drummers Voor groep 5 en 6 van de basisschool Schooljaar 2014 – 2015 1 – Algemene omschrijving les Doelgroep: Groep 5 en 6 Onderwerp: De dans van de drummers Thema: Gezondheid Tijdsduur: Workshop in de klas of bij MiK!: 1,5 uur Verwerking in de klas: 2 – 10 uur, afhankelijk van de docent 2 – Doel van de les Kennis en inzicht (cognitieve vaardigheden) Leerlingen ontdekken dat een verhaal komt in teksten, beweging en ook verteld kan worden met muziek. Zij benoemen de emoties die in het verhaal voorkomen, gekoppeld aan een kleur en een symbool. Vaardigheden (Motorisch, communicatieve, sociale) Leerlingen vertalen de emoties en kleuren naar ritme door gebruik te maken van slagwerkinstrumenten. Houding (Gevoel, beleving, affectie) Leerlingen genieten van een mooi verhaal dat zij samen vertalen in muziek. Door reflectie op het verhaal leren de leerlingen over hun eigen emoties. 3 – Benodigde materialen en leermiddelen - (Speel)lokaal met kussens of stoelen in een kring voor de workshop Het boek De dans van de drummers (na de workshop blijft een exemplaar op school dat je 4 weken mag lenen van de bibliotheek). Let op: lees het boek vooraf niet in de klas voor! - Gedichten : boeken of internet Knutselmaterialen om muziekinstrumenten te maken Orf-slagwerkinstrumenten Muziekinstallatie of computer om muziek af te spelen. 4 – Didactische volgorde (Zet precies op een rijtje hoe je de les of activiteit wilt laten verlopen, inclusief een tijdsplanning en didactische werkvormen. Didactische werkvormen: Instructievormen, interactievormen, opdrachtvormen, samenwerkingsvormen, spelvormen, etc.) Inleiding Binnenkort ga je met je groep 5/6 naar MiK! voor de workshop “De dans van de drummers”, of de workshop vindt plaats op school. De workshop De workshop wordt gegeven door twee kunstvakdocenten: een vertelster van de Bibliotheek Uden en een slagwerkdocent van MiK! De leerlingen krijgen allemaal een muziekinstrument. Zij luisteren naar een verhaal en leren dat dat verhaal ook verteld kan worden met muziek. Verhaal en muziek worden met elkaar verweven, waarbij de emoties, kleuren en symbolen worden vertaald in ritme en muziek. Voorbereiding Deze workshop hoeft niet voorbereid te worden; de verwerking vindt achteraf plaats. Lees vooraf het boek NIET in de klas voor! U kunt wel vertellen dat de leerlingen naar een verhaal gaan luisteren en daar zelf muziek bij gaan maken. Als de workshop op school plaats vindt is de ruimte wel belangrijk. De ideale plek voor de uitvoering van deze workshop op school is het speellokaal of de aula. Als er gewerkt moet worden in een klaslokaal moet dat zo leeg mogelijk zijn. De muziekinstrumenten nemen redelijk wat plaats in en de leerlingen moeten zich vrij kunnen bewegen. Zet s.v.p. een kring met stoelen of kussens klaar, voorafgaand aan de workshop. De kunstvakdocenten nemen een beperkt decor mee. Aan het eind van de workshop kun je het (door de verteller meegebrachte) boek “De dans van de drummers” van Hans Hagen 4 weken lenen van de bibliotheek om te gebruiken bij de onderstaande lessuggesties: - Kringgesprek / Symboliek van de trommels (trommel ontwerpen) Muziekinstrumenten maken Gedichten maken Je kunt zowel alle lessuggesties uitvoeren als een selectie maken uit de lessuggesties. Kern Verwerking in de klas Lessuggesties bij De dans van de drummers In onderstaande lessuggesties wordt de nadruk gelegd op reflectie, emoties, symboliek en keuzes maken. Kringgesprek Lees een paar of alle verhalen voor, bij voorbeeld een week lang elke dag een verhaal. Een verhaal voorlezen duurt ongeveer 15 minuten. Sidi blz 9 – 22 Lissa blz 23 – 37 Hina blz 38 – 55 Oboo blz 56 – 73 Ten-Ten en Fatush blz 74 – 90 Dudu Addi blz 91 – 101 In het boek moeten zes kinderen een trommel kiezen: Sidi, Lissa, Hina, Oboo, Ten-Ten en Fatush. Bespreek klassikaal: wat voor kinderen zijn dit? Welke eigenschappen heeft elk kind? Waar leven ze? Hoe oud zijn ze? In welk verhaal herkennen de kinderen zichzelf het beste? Wat herken je? Welk verhaal spreekt je het meeste aan? Wat spreekt je aan? Wat vond je mooi, wat lastig, wat begrijp je niet goed? Achter in het boek legt Hans Hagen uit hoe deze verhalen ontstaan zijn. (Sidi is moedig en trouw. In zijn verhaal zijn onzekerheid en schrik belangrijke emoties. Lissa is ongeduldig en zelfverzekerd. Boosheid en angst zijn in haar verhaal belangrijk. Hina is slim, nieuwsgierig en moedig. In zijn verhaal komen veel emoties voor: angst, schrik, boosheid, opluchting, blijdschap en spijt. Oboo is trouw en meelevend. Hebberigheid, verdriet en dapper zijn zijn belangrijk in zijn verhaal. Fatush en Ten-Ten worden minder duidelijk beschreven. Fatush is slim en kan schrijven, Ten-Ten is heel levendig. In het verhaal over de beul zijn verveling, domheid en gekte belangrijk. In het verhaal van Dudu Addi spelen verdriet, trouw en vreugde een grote rol.) Symboliek van de trommels Waarom kiest elk kind het instrument dat het kiest? Ieder verhaal wordt vertaald in een kleur (het doek over de trommel) en een tekening (gekerfd in de trommel). Die kleuren en tekeningen staan symbool voor iets dat in het leven van de kinderen is voorgevallen. Vraag aan de kinderen welke kleuren en tekeningen er zijn. Waar staan de kleuren en tekeningen symbool voor? Sidi : kleur: teken: zwart (nacht, maakt alle kleuren onzichtbaar, rouw) Ogen (symbool boor zijn moed) Lissa: kleur: woont) teken: blauw (kalmerende kleur, kleur van de kooi waarin ze Hina: kleur: teken: rood (bloed, moed en geestdrift) mes (bedrog) Oboo: kleur: teken: groen (helende werking, versterkt het gezichtsvermogen) ster (hoop) Fatush: kleur: teken: wit (papier, zakelijkheid, betrouwbaarheid) pen en papier (Fatush kan schrijven) Ten-Ten: kleur: teken: geel (vuur, licht, levendigheid) vlammen staart (symbool voor domheid) Laat de leerlingen daarna een trommel ontwerpen die bij hen past. Laat ze de kleur kiezen en een tekening die erin gekerfd kan worden. Muziekinstrumenten maken Maak zelf muziekinstrumenten in de klas. Verzamel een heleboel knutselmaterialen (ballonnen, papier-maché, lege blikken zonder scherpe rand, ijzerdraad, bierdoppen, rijstkorrels, satéprikkers, wc-rolletjes ...) en laat iedere leerling naar eigen inzicht een instrument ontwerpen. Link:http://members.home.nl/knutsel3/muziek.htmlt http://www.kinderpleinen.nl/showPlein.php?plnId=1708 file://192110/RedirectedFolders2012$/J.Konings/Downloads/muziekinstrumenten%20ma ken.pdf Gedichten maken In taal zit net als in muziek, ook ritme. De zinnen die de schrijver gebruikt zijn helder en kort, maar klinken soms heel poëtisch. Bijvoorbeeld: De ochtend komt de duisternis wegdragen (blz. 93) of De golven dansen door de donkere nacht (blz. 94). De koning in het hoofdstuk De bijl van de beul spreekt bovendien ook in rijm vorm (klinkerrijm). Het ritme in de taal kun je het duidelijkst horen in gedichten. Leg uit dat er verschillende soorten rijm zijn. Laat de kinderen zelf een gedicht zoeken dat ze mooi vinden, in boeken of op internet. Bespreek de zoekresultaten in de klas. Waarom vindt de leerling het een mooi gedicht? Wat vinden de anderen er van? Daag de klas vervolgens uit om zelf een gedicht te schrijven. De rijm vorm en het onderwerp dat ze daarvoor kiezen zijn vrij. Rijmvormen: Waarom moeten gedichten rijmen, moeten gedichten eigenlijk rijmen? Wat is rijm? Waarom rijmt “geven” op “leven” maar “veren “ niet op “geren”? Dit heeft te maken met de klemtoon. Woorden rijmen alleen als dezelfde lettergrepen de klemtoon hebben. En die moeten dan ook nog hetzelfde klinken: “teken” en “merken” hebben allebei de klemtoon op de eerste lettergreep, maar toch rijmen ze niet. Geven rijmt op leven, vragen op lagen, lopen op kopen. De leerlingen kunnen nog veel meer woorden bedenken: dit noemen we eindrijm. Als we vinden dat een gedicht niet rijmt, bedoelen we meestal dat er geen eindrijm in voorkomt. Maar er zijn nog veel meer soorten rijm: Beginrijm: Jut-jul, rep-roer, man-muis. Kunnen de leerlingen nog meer beginrijm verzinnen? Het rijmt al als de woorden dezelfde beginletter hebben, maar dat moet wel een medeklinker zijn. Klinkerrijm: Lees het gedicht Foto voor. Vinden de kinderen dat dit rijmt? Leg uit wat klinkerrijm is: woorden met dezelfde klinkers of klinkerklanken (oe, ie) die niet te ver uit elkaar staan. Lees het gedicht Foto nog een keer voor. Horen de leerlingen nu wel rijm? Raar-elkaar-jaren, foto-oma. De koning uit het verhaal “De bijl van de koning” spreekt ook in klinkerrijm: Beul grijp alle moeders en dochters In mijn slaap doken ze op in mijn hoofd Dus voor straf: kop eraf Ze konden het weten – ik had het beloofd (p. 77) Bedenk samen voorbeelden van klinkerrijm (diep-lief, kale-haring, eerste-eend, gouden-touw) Met de zelf gemaakte muziekinstrumenten of het Orf-instrumentaria op school kunnen de kinderen het ritme in een zin benadrukken door er een accent op te “spelen”. Probeer ook ritme of een cadans die net niet klopt. Afsluiting / Bespreek met de kinderen het hele project. Wat hebben jullie allemaal gedaan, wat weten ze nog. evaluatie met de lln. Wat vonden ze van de workshop? Was het spannend, grappig of verrassend? U kunt ook evalueren door de leerlingen te vragen een eigen rijmende zin te maken en te presenteren met een muziekinstrument erbij. Naar aanleiding van deze presentatie kunnen er door de klas vragen gesteld worden aan de leerling: wat wilde de leerling uitdrukken, had hij/zij een bepaald gevoel bedacht dat past bij de zin. Heeft hij/zij recentelijk nog een boek gelezen en zijn er extra zaken opgevallen? Luistert de leerling nu anders naar muziek en het gevoel wat de muziek overbrengt? De leerling kan ook muziek meenemen dat hem/haar raakt en daarover vertellen aan de klas.
© Copyright 2024 ExpyDoc