Beeldende kunst A telier van Lieshout, V rijstaat T/m 19/10 Kasteel Keukenhof, Lisse. Inl: artfoundationkeukenhof.nl * 4 Door Sandra Smets Het is gelukt, de B ik inib ar is verplaatst. Voor wie de commotie heeft gemist: het kunstwerk van Joep van Lieshout, een bar in de vorm van een vrouw zonder ledematen, lag in het weiland naast het spoor bij Lisse. Dat is grondgebied van Kasteel Keukenhof, waar Van Lieshout deze zomer met ruim dertig kunstwerken een buitententoonstelling heeft. Kort voor de opening meldde een machinist dat dit object hem te veel deed denken aan mensen die voor de trein springen, waarna enige ophef volgde. Het beeld werd verplaatst en de bezoekersaantallen vertienvoudigden. Ineens weet heel Nederland dat de Keukenhof meer te bieden heeft dan bloemen. Hoe begrijpelijk de reactie van de machinist ook is, het klinkt ook plausibel dat geen van de betrokkenen zijn associatie voorzag. In eerdere exposities was de B ik inib ar juist het blije kunstwerk: een lekker mollig vrouwenlijf, in bikini bovendien, waar je bier kunt halen – feest dus. Ondanks die afgehakte ledematen. Dat kunst tegenstrijdige reacties kan oproepen, is duidelijk bij Van Lieshout, wiens surreële orgaanbeelden, morbide schedels, blije caravans en grimmig afweergeschut in de Keukenhof voor een wonderlijke wandelroute zorgen. Deels is dat een vrolijke bedoening. In een weide tussen bomen staan gekke orgaanvormige kampeerwagens, een autowrak omgebouwd tot kippenhok, een wc annex varkenstrog – smerig maar efficiënt. Deze losgeslagen kampeerbende onderstreept Van Lieshouts verlangen naar een vrijstaat, jezelf onderhouden. Een beetje zoals het uitgestrekte landgoed Keukenhof, 230 hectare, waar de boerde- FOTO JAN WILLEM KALDENBACH Van Lieshout behandelt mensen als koeien De recyclende mens als onderdeel van Van Lieshouts Cradle to Cradle. rijen herinneren aan de micro-economie van weleer, voordat de laatste kasteelheer grond verhuurde voor de bloemententoonstelling en zijn kunstcollectie verkocht. Met zijn vrijstaat wil Van Lieshout al jaren de samenleving opnieuw uitvinden. Maar de grens tussen utopie en de grimmige keerzijde – dystopie – is dun. Die grens overschrijdt Van Lieshout bewust. In koeienstallen op het terrein exposeert hij De Technocraat en Cradle to Cradle, installaties van machines en kunststof poppen die onder het mom van efficiëntie en duurzaamheid opgesloten raken in een totalitair systeem. De anonieme burgers zijn aangesloten op machines, dwangmatig gevoed, in kuddes, waar nodig gedood, de organen geoogst voor hergebruik. Gruwelijk, of wil Van Lieshout erop wijzen dat wij koeien eigenlijk net zo behandelen? Dat maakt dat ook hier, net als naast het spoor, ruimte en kunst elkaar nieuwe betekenissen geven: sporen koeienpoep op de muren lijken geronnen bloed, de stal een martelkamer. Welke ketels en machines nog van Van Lieshout zijn en wat bij de boerderij hoort, is onduidelijk, en zo vervlechten leven en kunst, precies zoals Van Lieshout beoogt. En als je na die verschrikking naar buiten stapt en daar de B ik inib ar ziet liggen, zonnend in de wei, is dat beeld hier toch weer vooral een blij intermezzo.
© Copyright 2024 ExpyDoc