938728 Kaderfunctionaris uitvoering, niveau 4

Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Cohort 2014
Kaderfunctionaris Uitvoering
Bouw - Infra | Drachten
93872 Kaderfunctionaris Uitvoering
1
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Voorwoord
Voorwoord
Voor je ligt de studiegids van de opleiding
Kaderfunctionaris Uitvoering.
In deze studiegids staat informatie over de opleiding die jij gaat
volgen. Lees de studiegids goed door. Zo weet je precies wat je
kunt verwachten tijdens de opleiding.
Het lezen van de studiegids is niet alleen handig voordat je
begint aan je opleiding, het is ook verstandig om de studiegids
goed te bewaren. Ook tijdens de opleiding kun je veel
antwoorden vinden op je vragen.
Wij wensen je veel plezier en succes bij deze opleiding.
ROC Friese Poort/ TECTUM
2
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Inhoudsopgave
1. ROC Friese Poort
1.1 Leren bij ROC Friese Poort
1.1.1 Christelijke school
1.1.2 Beroepsgericht Onderwijs
1.1.3 Actief leren
1.1.4 Leerwegen
1.1.5 Rechten en plichten
1.1.6 TECTUM
Beroepsbeeld 2.
2.1 Hoe ziet het beroep eruit? 3. Hoe ziet je opleiding er uit?
3.1 Inleiding
3.2 Kerntaken en werkprocessen
4
4
4
4
4
4
5
5
3.2.1 Kerntaken
3.2.2 Werkprocessen
3.3.1 J aarindeling van de opleiding
10
3.3.2 Studieplanning van de opleiding 10
3.4 Overige vakken
3.4.1 G enerieke eisen Nederlands en
rekenen
3.4.2 Moderne vreemde talen
3.4.3 Loopbaan en burgerschap
6
6
8
8
8
3.3 L engte en planning van de opleiding
4. Beroepspraktijkvorming (BPV)
5. Toetsen en examens
5.1 De weg naar het examen
5.2 De examens
16
18
18
19
5.2.1 H oe zien de examens er uit? 5.2.2 E xamens Nederlands,
rekenen en Engels
5.2.3 Wanneer ben je geslaagd?
19
22
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
27
28
29
30
23
5.3 Regels bij het examen
24
6. Begeleiding
26
6.1 B egeleiding bij 26
ROC Friese Poort
Bijlagen27
8
8
10
12
12
13
14
3
I
II
III
IV
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
1. ROC Friese Poort
Wat voor school is dit?
ROC Friese Poort is een school met mbo-opleidingen
(middelbaar beroeps onderwijs). Je kunt er zo’n
150 verschillende opleidingen volgen. Deze
opleidingen worden gegeven in Leeuwarden,
Dokkum, Drachten, Sneek en Emmeloord.
1.1 Leren bij ROC Friese Poort
Om je rijexamen te kunnen halen moet je
kennis, vaardigheden, inzicht en houding
tegelijk toepassen:
• je moet kennis van de verkeersregels hebben
•je moet vaardigheden hebben om de auto
goed te bedienen
•je gebruikt inzicht om goed te reageren op
verschillende verkeerssituaties
•je moet een sociale houding hebben (je moet
rekening houden met alle verkeersdeelnemers
en je moet je houden aan de verkeersregels)
1.1.1 Christelijke school
1.1.3 Actief leren
ROC Friese Poort is een christelijke school. Dit
betekent dat we met elkaar het gesprek aangaan
over levensbeschouwelijke zaken en de christelijke
levensvisie. Van alle studenten wordt verwacht
dat ze hieraan meedoen. Ook studenten die geen
christelijke achtergrond hebben. De christelijke
identiteit wordt zichtbaar gemaakt in activiteiten
in de school, zoals vieringen en de posterprojecten
rondom de christelijke feestdagen.
Bij ROC Friese Poort kiezen we voor onderwijs dat
uitgaat van actief leren. Dit betekent dat:
• je stap voor stap leert zelfstandig te werken en te
leren. Aan het begin van je opleiding krijg je nog
veel begeleiding, later minder.
• jouw ontwikkeling centraal staat. Er wordt
gekeken naar wat je al weet, wat je wilt
bereiken en hoe snel je dit kunt.
• je opgeleid wordt voor een beroep. Bedrijven
zoeken mensen die hun werk goed uitvoeren.
Dit leer je door veel ervaring op te doen in
de praktijk. Daarom bestaat de opleiding uit
veel praktijk.
We vinden het belangrijk om aandacht te hebben
voor jou als persoon. Het gaat bij ROC Friese Poort
vooral om leren en het uitwisselen van kennis en
ervaringen. We doen ons best om jou zo goed
mogelijk voor te bereiden op het beroep dat jij
gekozen hebt. We proberen je ook goed voor te
bereiden op jouw rol in de samenleving. We doen
dit door steeds te kijken naar wat je al kunt (niveau),
wat je wilt (ambitie) en waar je goed in bent (talent).
1.1.2 Beroepsgericht Onderwijs
Omdat het mbo opleidt voor een beroep, vinden
wij naast het KENNEN (kennis) en het KUNNEN
(vaardigheden) ook HOUDING erg belangrijk. Dit
wordt ook wel ‘beroepsgericht onderwijs’ genoemd.
Aan de hand van het volgende voorbeeld leggen we
uit wat hiermee bedoeld wordt.
4
1.1.4 Leerwegen
ROC Friese Poort biedt beroepsopleidingen aan op
verschillende kwalificatieniveaus (entreeopleiding,
niveau 2, 3 en 4). Bij veel beroepsopleidingen zijn
twee verschillende leerwegen mogelijk.
•Beroeps Opleidende Leerweg (BOL):
je gaat in principe elke dag naar school en volgt
tijdens de opleiding beroepspraktijkvorming
(BPV) bij een bedrijf of instelling om praktijk­
ervaring op te doen. Soms loop je één dag in
de week stage, maar het kan ook zijn dat je
meerdere weken achter elkaar stage loopt,
of zelfs een half jaar.
•Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL):
je werkt (of loopt stage) bij een bedrijf of
instelling en gaat één of twee dagen per
week naar school.
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
1.1.5 Rechten en plichten
Het is prettig dat je weet wat je kunt verwachten
van ROC Friese Poort. Ook is het goed om te weten
wat ROC Friese Poort van jou verwacht. Voordat
je aan de opleiding begint, teken je samen met
de school een onderwijsovereenkomst. Deze
overeenkomst bevat een reglement waarin staat wat
je rechten en plichten zijn. Jij mag ons aanspreken
op alles wat in deze onderwijs-overeenkomst staat.
Wij mogen jou hier ook op aanspreken. Deze regels
geven duidelijkheid over wat kan en mag. De regels
leggen de basis voor een goede verhouding tussen
jou en docenten, voor goed onderwijs en een goede
beroepspraktijkvorming.
Onderwijsovereenkomst
Met elke student wordt een onderwijsovereenkomst
(OOK) afgesloten. Hier staat in wat jouw rechten
en plichten zijn. De onderwijsovereenkomst moet
getekend zijn voordat jij start met de opleiding.
Praktijkovereenkomst
Met elke student wordt een praktijkovereenkomst
(POK) afgesloten. Hier staat in wat jouw rechten en
plichten zijn als je je BPV doet. Jij mag het bedrijf
en de school aanspreken op alles wat in deze
overeenkomst staat. Het bedrijf en de school mogen
jou hier ook op aanspreken. Naast rechten en
plichten zorgt een getekende POK er ook voor dat
je verzekerd bent tijdens je stage. Dit betekent dan
ook dat je zonder getekende POK niet op stage mag!
1.1.6 TECTUM
ROC Friese Poort en TECTUM verzorgen samen
de beroepsopleiding Dakdekker en de opleiding
Allround Dakdekker Bitumen ne Kunststof. Zij
hebben daar onderling afspraken over gemaakt.
Als student van één van beide opleidingen zal
je de opleiding volgen op een van de locaties
van TECTUM.
5
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
2. Beroepsbeeld
Hoe ziet het beroep er uit?
Wat doet een Uitvoerder in de Bitumineuze en
kunststof dakbedekkingsbranche? Waar werk je,
wat moet je kunnen?
Je volgt een opleiding tot het beroep Kaderfunc­
tionaris Uitvoering (bitumen en kunststof (93872).
Je bent werkzaam in de latte dakenbranche en
je wilt op termijn aan de slag als Uitvoerder. Als
uitvoerder doe je je werk onder leiding van een
projectleider of bedrijfsleider. Je zult afhankelijk
van het bedrijf waar je werkt, meewerken aan
een groter deel van het project of een meer
specialistische taak uitvoeren.
2.1 Hoe ziet het beroep er uit?
Als uitvoerder ben je de spil van het bouwproject.
Je geeft leiding aan het personeel, bespreekt
werkopdrachten met (onder)aannemers en je
houdt toezicht op het werk. Je let op de kwaliteit
van materialen en het geleverde werk. Je bent
verantwoordelijk voor de voortgang, de kosten en
de kwaliteit van het werk. Je krijgt je opdrachten zelf
van de uitvoerder, maar de uitvoering ervan is jouw
verantwoordelijkheid. Je bent ook verantwoordelijk
voor de veiligheid van de werkers op de bouwplaats.
6
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
7
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
3. Hoe ziet je opleiding eruit?
Wat ga ik tijdens mijn
studie doen?
3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk kan je informatie vinden over
de opleiding Kaderfunctionaris Uitvoering
bitumen en kunststof. Deze opleiding beslaat één
opleidingsjaar. Voorwaarde voor toelating is een
afgeronde opleiding tot dakdekker niveau 3 of een
vergelijkbare opleiding.
De opleiding bestaat uit meerdere beroepstaken.
Deze beroepstaken staan in de Trajectmap die je
aan het begin van de opleiding uitgereikt krijgt.
De beroepstaken worden afgesloten met kennisen inzichttoetsen.
Tijdens de opleiding wordt ook gekeken of en hoe
je je beroepshouding ontwikkeld hebt, op school en
bij het leerbedrijf.
In de Trajectmap zijn per beroepstaak voorbeelden
van de bij de die taak behorende toetsing
opgenomen. Ook vind je in die map beschreven
welke werkprocessen uit de beroepstaken worden
beoordeeld. Daarnaast staat er ook in vermeld
welke prestaties je moet leveren, als bijvoorbeeld:
werkstuk, verslagen, tekeningen.
3.2 Kerntaken en
werkprocessen
3.2.1 Kerntaken
In het beroep (Assistent-) Uitvoerder heb je een
aantal taken die heel bepalend zijn voor je werk. We
noemen dit kerntaken. Een kerntaak is bijvoorbeeld:
Bereidt de uitvoering van werkzaamheden voor en
bewaakt deze.
3.2.2 Werkprocessen
Bij een kerntaak horen handelingen die je goed
moet beheersen. Deze handelingen worden
werkprocessen genoemd. Een werkproces
is bijvoorbeeld: Organiseert en plant het
uitvoeringsproces
8
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Kerntaken Kaderfunctionaris Uitvoering
bitumen en kunststof
niveau 4
Kerntaak
Werkproces
Kerntaak 1: Calculeert en stelt offertes op
1.2 Verricht werkopname
Kerntaak 2: Bereidt de uitvoering van werkzaamheden voor en bewaakt deze
2.1 Organiseert en plant het uitvoeringsproces
2.2 Bewaakt en controleert de voortgang
2.3 Bewaakt en controleert de kwaliteit
2.4 Bewaakt de begroting
Kerntaak 3: Leidt de uitvoering van de werkzaamheden
3.1 Organiseert en coördineert de uitvoering
3.2 Voert KAM-beleid uit
3.3 Maakt detailplanningen
3.4 Stuurt personeel aan
3.6 Verricht administratieve werkzaamheden
9
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
3.3 Lengte en
planning van de opleiding
3.3.1 Jaarindeling van de opleiding
Het schooljaar voor een Kaderfunctionaris
Uitvoering bitumen en kunststof loopt van
september tot en met juni het volgende jaar.
Het lesprogramma van de opleidingen is als volgt
opgebouwd: Ongeveer 45 lesdagen (inclusief
examinering), in de regel een lesdag per week.
In de winterperiode kunnen dat 2 tot 3 lesdagen
per week zijn.
3.3.2 Studieplanning van de opleiding
Opleiding Kaderfunctionaris Uitvoering
bitumen en kunststof
Niveau 4
Beoordelingseenheden
Kerntaken
Werkprocessen
Werk
opnemen
Werk
plannen
Werk
organiseren
•
•
Werk
KAM
adminiuitvoeren
streren en
bewaken
Kerntaak 1:
Calculeert en stelt offertes op
1.1
Adviseert opdrachtgevers
1.2
Verricht werkopname
1.3
Calculeert werkzaamheden
1.4
Offreert producten en/of
diensten
1.5
Verricht nacalculatie van
werkzaam-heden
•
Kerntaak 2:
Bereidt de uitvoering van werkzaamheden voor en bewaakt deze
2.1
Organiseert en plant het
uitvoeringsproces
2.2
Bewaakt en controleert
voortgang
•
2.3
Bewaakt en controleert
kwaliteit
•
2.4
Maakt actieplan
•
2.5
Verzorgt en communiceert projectinformatie
2.6
Werkt KAM-beleid uit
10
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Beoordelingseenheden
Kerntaken
Werkprocessen
Werk
opnemen
Werk
plannen
Werk
organiseren
Werk
KAM
adminiuitvoeren
streren en
bewaken
Kerntaak 3:
Leidt de uitvoering van
werkzaamheden
•
3.1
Organiseert en
coördineert de uitvoering
3.2
Voert KAM-beleid uit
3.3
Maakt detailplanningen
•
3.4
Stuurt personeel aan
•
3.5
Verzorgt maatvoering en
stelwerk
3.6
Verricht administratieve
werkzaamheden
•
•
11
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
3.4 Overige vakken
Een goede beroepshouding en kennis en vaardig­
heden zijn belangrijk voor het beroep dat jij wilt
leren. Daarnaast is er een aantal andere vakken
16waar je examen in moet doen. Vakken die je,
naast je beroepsgerichte examens, moet halen zijn:
rekenen en Nederlands.
3.4.1 Generieke eisen Nederlands
en rekenen
Generieke niveaus
Aan het begin van de opleiding worden
instaptoetsen afgenomen, waarbij bepaald
wordt welk niveau je hebt. De niveaus heten
referentieniveaus. De referentieniveaus worden
gebruikt in het basisonderwijs, het voortgezet
onderwijs en het mbo, zodat je ze met elkaar kunt
vergelijken. Omdat deze referentieniveaus voor alle
opleidingen op hetzelfde niveau gelden, worden ze
ook wel ‘generieke’ niveaus genoemd.
Op basis van de resultaten van de instaptoets krijg
je passend onderwijs aangeboden. Aan het einde
van elke opleiding moet worden aangetoond (door
examens) dat je de vereiste niveaus (nog) beheerst.
12
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Overzichten niveaus
In de onderstaande overzichten kun je zien welk
niveau jij moet beheersen voor de opleiding die je
volgt. Wil je meer weten over wat het niveau precies
inhoudt, dan kun je het vragen aan je docent.
Nederlands
Luisteren
Lezen
Gesprekken
voeren
Spreken
Schrijven
Taalverzorging
4F
3F
2F
1F
Rekenen
Getallen
Verhoudingen
Meten en
meetkunde
Verbanden
4F
3F
2F
1F
3.4.2 Moderne vreemde talen
Engels
Luisteren
Lezen
Gesprekken
voeren
C2
C1
B2
B1
A2
A1
13
Spreken
Schrijven
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
3.4.3 Loopbaan en burgerschap
Tijdens je opleiding wordt aandacht besteed aan
Loopbaan en Burgerschap (LB). Loopbaan en
Burgerschap gaan over studievaardigheden, je
loopbaan en over jouw rol in onze samenleving.
Het onderdeel loopbaan komt uitgebreid aan bod
tijdens je studieloopbaanbegeleiding. Voor het
onderdeel burgerschap, worden aparte lessen en
projecten of activiteiten georganiseerd.
14
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
15
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
4. Beroepspraktijkvorming (BPV)
Kennismaken met de dagelijkse beroepspraktijk is
erg belangrijk bij ROC Friese Poort. Je gaat daarom
tijdens je opleiding ervaring opdoen in een leer­
bedrijf. Dit noemen we de beroepspraktijkvorming
(BPV).. Tijdens je BPV leer je het werkveld kennen
en breng je kennis in de praktijk. Gedurende de
BPV-periode houd je je aan de regels van de BPVovereenkomst.
Alleen als een leerling met succes de BPV bij een
erkend leerbedrijf heeft gevolgd, kan hij een
diploma behalen.
Leren op school
Bij de opleiding Kaderfunctionaris Uitvoering
bitumen en kunststof bekwaam je je in alle
voor het beroep benodigde aspecten, anders
gezegd de werkprocessen (zie bladzijde 12 en
13). Deze werkprocessen leer je voor een groot
deel in de praktijk, bij je leerbedrijf, maar ook
tijdens de praktijklessen op de opleiding. In de
opleiding krijg je les in de achterliggende theorie
van een werkproces en krijg je de gelegenheid
om bijvoorbeeld te oefenen met onderdelen
van werkprocessen die je nog niet beheerst.
Bijvoorbeeld het opnemen van een werk of het
maken van een detailplanning. De vakdocent helpt
je hierbij en zorgt voor individuele uitleg of verzorgt
klassikale lessen.
Leren in de praktijk
Tijdens de opleiding breng je de meeste tijd door
bij je leerbedrijf. Hier voer je op de werkplek alle
werkzaamheden uit die bij de eerdergenoemde
werkprocessen horen. Dit doe je onder leiding van
een praktijkbegeleider. Deze werkprocessen sluit je
af met een praktijkopdracht, die je in het leerbedrijf
onder begeleiding van de praktijkbegeleider maakt.
Je wordt gedurende de gehele opleiding zowel door
school als door het leerbedrijf beoordeeld.
16
Trajectmap
Om je door de opleiding te loodsen is de
Trajectmap ontwikkeld. Deze map is het
spoorboekje dat jou door de opleiding leidt.
Je hebt de trajectmap altijd bij je, op school en
tijdens de beroepspraktijkvorming. Hierdoor
hebben je docent, je opleidingsbegeleider en je
praktijkbeleider op elk moment inzicht in waar jij
mee bezig is, op school, bij het opleidingsbedrijf
en bij het leerbedrijf. In de trajectmap zit alle
informatie die docent, opleidingsbegeleider en
praktijkbegeleider nodig hebben om jou goed te
begeleiden en te kunnen beoordelen. Aan het
begin van de opleiding zal veel aandacht besteed
worden aan de uitleg en functie van de trajectmap.
VAO-Dak (Voorlichting, Advies en Ondersteuning)
Om de afstemming tussen de dagelijkse
werkpraktijk en de opleiding optimaal te laten
verlopen is in de bedrijfstak VAO-Dak in het leven
geroepen. Elke praktijkopleider die een leerlingdakdekker in de praktijk begeleidt krijgt in een
opleidingsjaar twee werkplekbezoeken door een
VAO-Dakfunc-tionaris/ docent van ROC Friese
Poort/TECTUM. De praktijbegeleiders worden
op de werkplek vaardigheden bijgebracht die bij
de begeleiding en beoordeling van een leerlingdakdekker van pas komen. Ook tijdens dit bezoek
is neemt de Trajectmap een belangrijke plaats in.
Je krijgt vanuit school opdrachten mee die in het
leerbedrijf uitgevoerd moeten worden.
Deze opdrachten worden beoordeeld door de
praktijkbegeleider, die verantwoordelijk is voor de
begeleiding vanuit het leerbedrijf. De opleidings­
begeleider van TECTUM zal regelmatig het
leerbedrijf bezoeken om te beoordelen of de
beroepspraktijkvorming naar wens verloopt.
Om te kijken of je genoeg uren maakt, moet je in
de trajectmap bijhouden hoeveel uren je werkt.
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
17
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
5. Toetsen en examens
Wanneer zijn er toetsen en
examens en wat moet ik
daarvoor doen?
5.1 De weg naar het examen
Toetsvormen en beoordelingsmethoden
Je toont aan dat je de competenties en
vakvaardigheid voor het beroepsgerichte deel
voldoende hebt ontwikkeld.
18
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
5.2 De examens
5.2.1 Hoe zien de examens er uit?
Examenplannen
Kwalificatie/crebocode
Uitstroom/crebocode
Cohort
Kwalificatiedossier
: Kaderfunctionaris bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij 22011
: Kaderfunctionaris uitvoering 93872
: 2014
: Kaderfunctionaris bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij 2014
Examen­code
Kerntaken
en werk­
processen
Inhoud/
beoor­
de­lings­
eenheid
Examen­ Duur
vorm
Periode
Wanneer
voldoende
Weging
binnen
BE
BPV 1,4
1.2
Werk
opnemen
P
Variabel
Variabel
≥5,5
0,5
T
Variabel
Variabel
P
Variabel
Variabel
T
Variabel
Variabel
P
Variabel
Variabel
TOETS2013-01
BPV 6,7,8,31
2.1, 3.3
TOETS2013-03
BPV
27,28,32,33,34
3.4
Werk
plannen
Werk
organiseren
TOETS2013-05
BPV
10,11,12,36
T
Variabel
Variabel
P
Variabel
Variabel
TOETS2013-04
2.2, 2.3, 2.4, Werk admini3.6
streren
en bewaken
T
Variabel
Variabel
BPV 32,33,34
3.1, 3.2
P
Variabel
Variabel
T
Variabel
Variabel
TOETS2013-02
Uitvoeren
KAM-beleid
≥5,5
BE
≥5,5
BE
≥5,5
0,5
0,5
0,5
≥5,5
BE
≥5,5
0,5
≥5,5
BE
≥5,5
0,5
≥5,5
BE
≥5,5
0,5
0,5
0,5
0,5
* V
oldoende is als 55% van de beoordelingscriteria voldoende zijn. Het resultaat van alle beoordelingen in
het praktijkexamen moet per kerntaak ≥5,5 zijn.
Resultaat per kerntaak (Bijlage diploma)
Kerntaak Het resultaat van de kerntaak wordt bepaald door het gezamenlijk resultaat van de hieronder
vermelde beoordelingseenheden. Een rekenmodel voor het berekenen van het eindresultaat
per kerntaak is onlosmakelijk verbonden aan dit examenplan. Het eindcijfer per kerntaak moet
≥ 5,5 zijn.
Kerntaak Het resultaat van de kerntaak wordt bepaald door het gezamenlijk resultaat van de volgende beoordelingseenheden.
1.
Calculeert en stelt offertes op
1
2. Bereidt de uitvoering van werkzaamheden voor en bewaakt deze
2, 4 (K2)
3.
Leidt de uitvoering van werkzaamheden
3, 4 (K3), 5
* P = praktijkexamen, T = schriftelijk examen
19
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Examenplan Nederlands 3F
(met centraal examen)
Examen­
code
Examen­
onderdeel
Inhoud
Examen­
vorm
Duur
Periode***
Weging
Centraal
examen
Lezen
Informatieve teksten,
instructies, betogende teksten
D
120 min.
2e helft
opleiding
100%
Luisteren*
Teksten over
alledaagse
onderwerpen
Gesprekken
voeren*
Gespreks­
vaardigheid­spreek­
vaardigheid
M
Variabel
2e helft
opleiding
Spreken*
Monoloog: opbouw,
inhoud, presentatievaardigheden
M
Variabel
2e helft
opleiding
Schrijven**
Zakelijke brief,
instruerende e-mail,
betoog
D/S
Variabel
2e helft
opleiding
Instellings­
examens
2e helft
opleiding
100%
* Luisteren, gesprekken voeren en spreken vallen onder ‘mondelinge taalvaardigheid’
* * begrippenlijst en taalverzorging worden beoordeeld binnen het examen schrijven
***De exacte examenplanning wordt verstrekt bij de start van het cursusjaar waarin de examens
plaatsvinden
Examenplan Rekenen 3F
(centraal examen)
Examen­
code
Examen­
onderdeel
Inhoud
Examen­
vorm
Duur
Periode*
Weging
Instellings­
examens
Getallen
verhoudingen
metenmeetkunde
verbanden
Getallen,
Verbanden,
Meten en
Meetkunde,
Verhoudingen
D/S
Variabel
2e helft
opleiding
100%
* De exacte examenplanning wordt verstrekt bij de start van het cursusjaar waarin de examens plaatsvinden
20
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Examenplan Engels
Examen­
code
Examen­
onderdeel
Inhoud
Examen­
vorm
Duur
Periode***
Weging
Instellings­
examens
Lezen B1
Feitelijke teksten over
onderwerpen uit de eigen
werk- of leefomgeving
lezen met een redelijke
mate van begrip
D
120
min.
2e helft
opleiding
100%
Luisteren B1
Begrijpt feitelijke informatie over veel voorkomende
onderwerpen uit dagelijks
leven en werk.
Schrijven A2
In eenvoudige bewoorM
dingen een beschrijving
geven van mensen, leef- en
werkomstandigheden,
dagelijkse routines enz.
Variabel 2e helft
opleiding
100%
Spreken A2
Korte gesprekken voeren in M
standaardsituaties. Vragen
stellen en beantwoorden
en ideeën en informatie
uitwisselen over vertrouwde onderwerpen in
voorspelbare, alledaagse
situaties.
Variabel 2e helft
opleiding
Gesprekken
voeren A2
Korte, informele briefjes
D/S
schrijven en boodschappen
noteren in telegramstijl
Variabel 2e helft
opleiding
* De exacte examenplanning wordt verstrekt bij de start van het cursusjaar waarin de examens plaatsvinden
Voor meer informatie over de examens kun je terecht bij je studieloopbaanbegeleider.
Soort examen:
Wanneer:
Duur:
Examencode:
S = schriftelijk, M= mondeling, V = verslag, P= praktijk, PvB = Proeve van Bekwaamheid
periode van het jaar waarin je het examen krijgt
hoe lang duurt het examen
de naam van het examen
Voor meer informatie over de examens kun je terecht bij je studieloopbaanbegeleider.
21
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
5.2.2 Examens Nederlands, rekenen en
Engels
Examens Nederlands, rekenen en Engels
(niveau 4)
Welke gevolgen de resultaten voor de examens voor
de generieke eisen Nederlands, rekenen en Engels
hebben voor het behalen van jouw diploma, hangt
af van het jaar waarin je examen doet.
Examenjaar
Regeling
2014-2015
De resultaten voor de examens generieke eisen Nederlands en Engels tellen mee voor
het diploma. Het eindcijfer voor rekenen heeft geen gevolgen voor het behalen van
jouw diploma.
Van de eindcijfers voor Nederlands en Engels mag één onvoldoende zijn (niet lager dan
een 5). Het andere cijfer moet ten minste een 6 zijn.
2015-2016
De resultaten voor de examens generieke eisen Nederlands, Engels en rekenen tellen
mee voor het diploma.
Van de eindcijfers voor Nederlands, rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet
lager dan een 5). De twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn.
2016-2017
De resultaten voor de examens generieke eisen Nederlands, Engels en rekenen tellen
mee voor het diploma.
Van de eindcijfers voor Nederlands, rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet
lager dan een 5). De twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn.
Examens Nederlands en rekenen
(niveau 2 en 3)
Welke gevolgen de resultaten voor de examens voor
de generieke eisen Nederlands, rekenen en Engels
hebben voor het behalen van jouw diploma, hangt
af van het jaar waarin jij je diploma behaalt.
Examenjaar
Regeling
2014-2015
Het eindcijfer voor Nederlands en/of rekenen heeft geen gevolgen voor het behalen van
jouw diploma.
2015-2016
De resultaten voor de examens generieke eisen Nederlands tellen mee voor het diploma.
Het gemiddelde eindcijfer voor Nederlands mag niet lager zijn dan een 5.
Het eindcijfer voor rekenen heeft geen gevolgen voor het behalen van jouw diploma.
2016-2017
De resultaten voor de examens generieke eisen Nederlands en rekenen tellen mee voor
het diploma.
Van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er één onvoldoende zijn (niet lager
dan een 5). Het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn.
22
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
5.2.3 Wanneer ben je geslaagd?
Je bent geslaagd als je de volgende examens met
een voldoende hebt afgesloten:
• Alle examenonderdelen van het beroepsgerichte
deel,
• Nederlandse taal en rekenen
Daarnaast moet je:
• Voldaan hebben aan de verplichtingen met
betrekking tot Loopbaan en Burgerschap (LB).
• Een voldoende hebt op je BPV.
23
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
5.3 Regels bij het examen
Belangrijke adressen
ROC Friese Poort heeft een examenreglement
(bijlage II). Hier staan alle regels in die belangrijk zijn
wanneer je een examen moet doen. Hieronder staan
de belangrijkste regels.
• Je bent verplicht om aan de examens van je
opleiding mee te doen.
• Als je niet aanwezig bent, heb je één examen­kans gemist.
• Je hebt recht op een herkansing, kijk voor het
aantal in het examenreglement.
• Ben je meer dan 15 minuten te laat, dan mag
je niet meer meedoen aan het examen.
• Je mag bij het examen alleen hulpmiddelen
gebruiken als dit op het examen staat.
• Er is een aantal dingen die jij tijdens het examen
niet mag doen, bijvoorbeeld frauderen en
hulpmiddelen gebruiken die niet toegestaan zijn.
Als je je niet aan deze regels houdt, kan het zijn
dat je niet meer mee mag doen aan het examen.
De (sub)examencommissie beslist wat voor
gevolgen dit heeft.
• De school moet de uitslag van het examen
binnen 20 werkdagen schriftelijk of digitaal
(ELO/Edu-Mail) bekend maken.
• Je kunt bij de subexamencommissie een
vrijstelling (of meer) aanvragen voor een examen.
Het formulier dat hiervoor nodig is kun je krijgen
bij je studieloopbaanbegeleider.
• Als je een beperking hebt (bijv. dyslexie), kan het
examen aangepast worden. Informatie hierover
kun je krijgen bij je studieloopbaanbegeleider.
• Je mag jouw gemaakte examen en de beoor­
deling inzien en de beoordelaar vragen om uitleg
te geven bij de uitslag van het examen.
• Je mag een bezwaar indienen bij de examen­
commissie als je het niet eens bent met de
uitslag van jouw examen. Dit moet je wel doen
binnen vijf kalenderdagen nadat jij de uitslag
hebt ontvangen.
24
Bezwaarschrift:
ROC Friese Poort Techniek en Vormgeving:
Aan de voorzitter van de examencommissie:
Dhr. M. Scheweer
Postbus 15
9200 AA Drachten
Beroepschrift:
M.b.t examenreglement artikel 5.1 – 5.3
Aan de commissie van Beroep voor de Examens
P/a College van Bestuur
Postbus 140
8900 AC Leeuwarden
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
25
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
6. Begeleiding
Hoe word ik tijdens
mijn studie begeleid?
BPV-begeleider
De BPV-begeleider komt van ROC Friese Poort/
TECTUM en helpt je bij je BPV. BPV staat voor:
‘beroepspraktijkvorming’.. De BPV-begeleider
komt zo nu en dan op bezoek om te kijken of jij
het goed doet tijdens je BPV. Ook praat hij met de
praktijkbegeleider van je BPV-adres.
Voor meer informatie over de BPV kun je kijken in
hoofdstuk 4: BPV.
Nieuwe manieren van leren kom je bij alle ROC’s
tegen, maar het is niet overal hetzelfde. Bij
ROC Friese Poort leer je stapsgewijs zelfstandig
werken en leren. Aan het begin van je opleiding
krijg je nog veel begeleiding, later minder. De
ene student kan sneller zelfstandig werken dan
de andere, daarom houden we rekening met wat
jij aankunt. Vanaf het moment dat jij begint op
onze school proberen wij jou zo goed mogelijk te
begeleiden en te helpen.
VAO-Dakmedewerker
De VAO-Dakmedewerker komt van ROC Friese
Poort/TECTUM en helpt je bij je BPV. BPV staat
voor: ‘beroepspraktijkvorming’.. De BPV-begeleider
komt twee keer in het opleidingsjaar bij jou op
de werkplek (aan het begin en halverwege). Deze
medewerker helpt jouw opleiding zo goed mogelijk
te laten verlopen.
6.1 Begeleiding bij
ROC Friese Poort
Je hebt tijdens je opleiding een vaste begeleider, je
opleidingsbegeleider. Deze persoon kan jou helpen
bij je opleiding. Er zijn ook nog andere mensen die
jou hulp kunnen bieden. Hieronder wordt uitgelegd
wat er allemaal mogelijk is, bij welke mensen je
terecht kunt en wat zij doen. Zo weet je precies bij
wie je terecht kunt als je een vraag of probleem hebt.
Opleidings-begeleider
Je krijgt aan het begin van je opleiding een
studieloopbaanbegeleider toegewezen. De
opleidingsbegeleider kan je helpen met
allerlei zaken. Dus zit je met een vraag of heb
je een probleem, neem contact op met je
opleidingsbegeleider.
Ook als je informatie wilt over jouw studieresultaten,
kun je bij de SLB-er terecht.
(Vak)docent
Een docent geeft les aan groepen. Soms geeft een
docent één vak, soms meerdere vakken. Een docent
kan je ook begeleiden tijdens je stage. Ook als je
informatie wilt over jouw studieresultaten, kun je bij
de docent terecht.
26
Er werken natuurlijk nog veel meer mensen bij
ROC Friese Poort/TECTUM, maar je zult het meest
te maken krijgen met de mensen die we hier
genoemd hebben.
Klachtencommissie
Je kunt een klacht indienen als je het niet eens bent
met de manier waarop je bent behandeld door
de school, maar ook voor klachten op het gebied
van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie,
geweld of ongewenst gedrag. De regels kun je
vinden in het ‘handboek reglementen’ dat bij de
opleidingsmanager of de studentenadministratie in
te zien is.
Daarnaast is er een algemene klachtenregeling.
Deze regeling wordt beschreven in het ‘reglement
voor de behandeling van klachten’. Ook deze
regeling is in te zien bij je opleidingsmanager of
de studentenadministratie.
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Bijlage I Studieduur/SBU
Niveau 4
1e leerjaar
Totaal
School begeleid
368
368
School onbegeleid
16
16
Totaal school
384
384
BPV begeleid
1280
1280
Totaal BPV
1280
1280
Totaal SBU (min. 1600 p.jr)
1664
1664
Waarvan begeleid
1648
1648
Waarvan onbegeleid
16
16
Percentage bpv
76,9%
76,9%
BPV onbegeleid
27
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Bijlage II
Formulier 850 urennorm BBL
Naam Instelling
ROC Friese Poort
LocatieDrachten
Brinnummer Instelling 08PG
Naam Kwalificatie en Dakdekker
Crebonummer93872
Cohort2014
Uitgangspunt is een studiebelasting van 1600 uur
per jaar (40 weken van 40 uur). Elk studiejaar van de
bbl-opleiding omvat in totaal ten minste 850 uur.
Het onderwijsprogramma van een bbl-opleiding
omvat per jaar minimaal 200 uur begeleide
onderwijstijd op school en minimaal 610 uur
beroepspraktijkvorming.
Niveau 2 en niveau 3
Klokuren
1e Leerjaar
Het totaal aantal klokuren dat dit studiejaar aan
lessen wordt besteed
266
Het totaal aantal klokuren dat dit studiejaar
aan stage en/of beroepspraktijkvorming wordt
besteed
1066
Het totaal aantal toetsuren buiten de lesuren
(op basis van klokuren)
26
Het aantal klokuren dat wordt besteed aan de
andere, hieronder genoemde activiteiten die
binnen het kader van de opleiding worden
aangeboden:
Introductie
8
Geplande excursies
Af: Uitval o.a. door:
studiedagen, toets/bufferweken
% onvoorziene lesuitval (indien geen
ringsgegevens 10%)
0
erva-
0
Totaal aantal klokuren
1366
Aantal effectieve lesweken: 38
Aantal effectieve lesdagen: 186
28
2e Leerjaar
3e Leerjaar
4e Leerjaar
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Bijlage III
Examencommissie
Voorzitter
Dhr. M. Scheweer
Secretaris
Dhr. P. Goslinga
Lid
Mevr. J. van der Wiel
Lid
Dhr. P. Jansma
Lid
Mevr. S.H. Santema (NHL) (extern lid)
Lid
Mevr. G. Jeeninga
Adviserend lid
Dhr. A. de Boer (Philips) (extern lid)
Adviserend lid
Vacature
Subexamencommissie
Locatie
Drachten
Voorzitter
Dhr. D. van der Wier
Secretaris
Dhr. H. de Vries
Lid
Dhr. S. Timmermans
Lid
Dhr. A. de Voest (Tectum)
29
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Bijlage IV Wettelijke vereisten
Examenreglement
Inleiding
Het examenreglement is een verzameling regels,
die gaat over procedures en voorschriften rond de
totstandkoming, organisatie en beoordeling van
examens. Het examenreglement is onderdeel van
de onderwijs- en examenregeling van de opleiding.
Het examenreglement geeft geen inzicht in de
inhoud van het examen, deze informatie staat in het
examenplan van de betreffende opleiding.
1. Relevante wetsartikelen
Artikel 8.1.1
Dit artikel gaat over toelating tot de onderwijs­
instelling en de bevoegdheid om al dan niet als
onderwijsvolgende gebruik te mogen maken van
de examenvoorzieningen.
Artikel 8.1.3
Dit artikel gaat over de onderwijsovereenkomst.
Deze overeenkomst heeft niet direct met examens
te maken. In het reglement wordt echter een enkele
keer naar de onderwijsovereenkomst verwezen.
2. Begrippenlijst
Afnamecondities
Beschreven voorwaarden en omstandigheden
waaronder een exameneenheid wordt afgenomen.
Het examenreglement vindt zijn basis in de Wet
Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). In dit deel
worden wetsartikelen geciteerd of genoemd die
direct betrekking hebben op dit reglement.
WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs)
Artikel 7.4.8
1. Het bevoegd gezag zorgt voor en
goede organisatie en kwaliteit van het
onderwijsprogramma en de examinering.
2. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat studenten
volledig en tijdig worden geïnformeerd over het
onderwijsprogramma en de examens.
3. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat voltijdse
beroepsopleidingen aantoonbaar voldoen aan de
eisen van artikel 7.2.7, derde lid.
4. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de
instelling beschikt over een studentenstatuut
waarin de rechten en plichten van de studenten
zijn opgenomen.
5. De examencommissie stelt regels vast met
betrekking tot de goede gang van zaken
tijdens het afnemen van de toetsen, het
examen of de examenonderdelen.
6. Indien ten aanzien van een beroepsopleiding
toepassing is gegeven aan artikel 7.4.4a, dan
treedt de examenregeling van de instelling of
exameninstelling die de examinering verzorgt in
de plaats van de examenregeling van de instelling
die het onderwijs verzorgt.
Artikel 7.5.1 e.v.
Deze artikelen gaan over de commissie van
beroep voor de examens. In dit artikel staat dat
de commissie moet worden ingesteld.
30
Assessment
Het instrument waarmee studenten - in de praktijk
vereiste competenties hebben verworven.
Assessor
Beoordelaar die een prestatie van een
examenkandidaat beoordeelt op basis van een
beoordelingsvoorschrift.
Authenticiteit
1. Mate waarin kan worden vastgesteld of de
prestatie bij een exameneenheid daadwerkelijk
van de examenkandidaat afkomstig is.
2. Criterium dat bepaalt of de prestatie van de
examenkandidaat bij een exameneenheid
geleverd is in een relevante beroepscontext.
Beoordelaar
Een examenkandidaat op basis van een
beoordelingsvoorschrift.
Beoordelingscriterium
Criterium aan de hand waarvan de beoordeling
plaatsvindt.
Beoordelingsvoorschrift
Document waarin is voorgeschreven op grond
waarvan een prestatie van een examenkandidaat
met een bepaalde score moet worden gewaardeerd.
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Beroepspraktijkvorming
Dat deel van de beroepsopleiding dat in de praktijk
van het beroep wordt uitgevoerd. Het kan bestaan
uit één of meer praktijkperioden, al dan niet in een
reëel dienstverband.
Cohort
Groep examenkandidaten die op basis van hetzelfde
kwalificatiedossier en hetzelfde examenplan,
examen aflegt.
Competentie
Een samenhangend geheel van vaardigheden,
kennis, attituden en inzicht, dat een
beroepsbeoefenaar nodig heeft om een bij zijn of
haar rollen en verantwoordelijkheden passende taak
in de praktijk uit te oefenen in overeenstemming
met de proces- en producteisen.
Beroepsprocedure
Wettelijk geregelde procedure langs welke de
examenkandidaat bij een Commissie van beroep
voor examen in beroep kan gaan tegen een
uitspraak van de Examencommissie. Aan een
beroepsprocedure kan een bezwaarprocedure
vooraf gaan.
College van Bestuur
Eén of meer leden van het College van Bestuur
ROC Friese Poort.
Betrouwbaarheid
Mate waarin men erop kan vertrouwen dat het
resultaat van een examen consistent , nauwkeurig
en reproduceerbaar is.
Commissie van Beroep voor examens
Onafhankelijke commissie, ingesteld door het
bevoegd gezag, die het beroep behandelt dat
door een examenkandidaat is ingesteld tegen een
uitspraak van de Examencommissie.
Bevoegd gezag
Het Bestuur van de Stichting voor Christelijk
Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
Friesland/Flevoland te Leeuwarden.
Bezwaarprocedure
Procedure langs welke de examenkandidaat bij de
Examencommissie bezwaar kan aantekenen over de
gang van zaken rondom examinering.
Certificaat
Een (door overheid en bedrijfsleven) erkend
document waarmee is aangetoond en vastgelegd
dat een met een certificeerbare eenheid
corresponderend deel van een opleiding met
goed gevolg is doorlopen.
Constructeur
Persoon die examens ontwikkelt of samenstelt.
Dekkingsgraad
Mate waarin de te behalen onderdelen van de
kwalificatie opgenomen zijn in het examenplan.
Diploma
Krachtens de wet erkend document waarmee is
aangetoond en vastgelegd dat de eigenaar een
omschreven kwalificatie behaald heeft.
Diploma-eisen
Geheel aan vereisten waaraan studenten moeten
voldoen om een diploma te behalen.
Certificeerbare eenheid
Deel van de werkzaamheden in een bepaald
beroep dat binnen een kwalificatiedossier
apart wordt onderscheiden wanneer dat deel
arbeidsmarktrelevatie heeft.
Cesuur
Grens tussen de hoogste score waaraan een
onvoldoende wordt toegekend en de laagste score
waaraan een voldoende wordt toegekend.
31
Educatie
Educatie is gericht op het bevorderen van de
persoonlijke ontplooiing ten dienste van het
maatschappelijk functioneren van volwassenen.
EVC
Erkenning verworven competenties.
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Examen
Door een daartoe bevoegde instantie ingesteld
onderzoek naar kennis, houding en vaardigheden,
die de examenkandidaat zich op grond van de
diploma-eisen moet hebben eigen gemaakt en
de beoordeling van de uitkomsten van dat
onderzoek aan de hand van beoordelingscriteria
en beslisregels.
Examenbureau
Organisatorische eenheid binnen de onderwijs­
instelling die zich onder verantwoordelijkheid
van een examenmanager bezighoudt met het
logistieke en administratieve proces van de
examinering en diplomering.
Examenkandidaat
Persoon die deelneemt aan een examen.
Examenleverancier
Instantie die examens (-onderdelen/
-eenheden) levert.
Examenplan
Overzicht van examenonderdelen en – eenheden
die per kwalificatie per cohort ingezet worden voor
een kwalificerende beoordeling. Dit betreft zowel
informatie over de examenvormen en de planning
als beslisregels om te komen tot de uitslag.
Examenreglement
Formele regels en afspraken die gelden bij
examinering en diplomering.
Examencommissie
De commissie die verantwoordelijk is voor
examinering en diplomering binnen de instelling.
Het College van Bestuur benoemt de leden.
Examenvorm
Wijze waarop een examen wordt afgenomen.
Gesimuleerde examenomgeving
Omgeving waar een examen wordt afgenomen die
lijkt op de beroepspraktijk, maar hiervan afwijkt
doordat de examencondities zijn vastgesteld en
worden beheerst.
Examendeelnemer
Een persoon die is ingeschreven bij een
instelling, (uitsluitend) voor deelname aan
(extraneus) examenactiviteiten.
Examendossier
Totaal van examengerichte resultaten en
onderliggende bewijsstukken op grond waarvan
kan worden besloten over diplomering van de
examenkandidaat.
Handboek examinering
Document waarin ten behoeve van de direct bij de
examinering betrokkenen alle relevante processen,
procedures en verantwoordelijkheden met
betrekking tot de examinering zijn weergegeven.
Exameninstelling
Instelling die wettelijk bevoegd is om examens,
examenonderdelen en/of exameneenheden
uit te voeren.
Herkansing
Een herkansing is de mogelijkheid om een examen
opnieuw te maken.
Exameninstrument
Concrete uitwerking van een exameneenheid
die wordt gebruikt om de prestaties van de
examenkandidaat te beoordelen. Deze bestaat in
ieder geval uit een vastgestelde set van:
- Opdracht(en) met bijbehorende afnamecondities;
- Instructie voor de examenkandidaat;
- Criteria en instructie voor beoordelaars en andere
betrokkenen;
- Beoordelingsmodel, beoordelingscriteria en de
cesuur.
32
Inschrijving
De inschrijving van studenten, die door
het College van Bestuur zijn toegelaten
tot de onderwijsinstelling.
Kenbaarheid
Het principe waarbij iedereen die betrokken is bij
examens op tijd alle informatie op toegankelijke
wijze ter beschikking heeft.
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB)
Per bedrijfstak of groep van bedrijfstakken is er een
Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven
(KBB). Het bestuur van een Kenniscentrum
bestaat uit werkgevers en werknemers of uit
vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers
en onderwijsinstellingen.
Methodenmix
Samenhangend stelsel van verschillende
examenvormen dat in zijn geheel een valide
en betrouwbaar oordeel oplevert over
de bekwaamheid van de te kwalificeren
examenkandidaat.
OER
Onderwijs- en examenregeling.
Kerntaken
Kerntaken omschrijven de essentie van wat een
beginnend beroepsbeoefenaar kan bij de start
op de arbeidsmarkt. De verrijkte kerntaken staan
in het kwalificatiedossier.
Kwalificatie
Een kwalificatie is een geheel aan kennis,
inzicht, vaardigheden en houdingen, dat voor
de uitoefening van een beroep, verdere studie
en/of het maatschappelijk functioneren vereist
wordt. Kwalificaties zijn primair afgeleid van
beroepsprofielen, instroomprofielen van het
vervolgonderwijs en maatschappelijke en culturele
situaties en worden geformuleerd door de sociale
partners.
Onderwijsovereenkomst
Een overeenkomst tussen student en College
van Bestuur, die ten grondslag ligt aan de
inschrijving. De overeenkomst regelt de rechten
en verplichtingen tussen instelling en student.
Onderwijsinstelling
Een organisatie die bevoegd is certificaten of
diploma’s van de landelijke kwalificatiestructuur
voor het beroepsonderwijs uit te reiken.
Opleiding Een samenhangend geheel van onderwijseenheden,
gericht op het behalen van een diploma.
Portfolio
In het portfolio neemt de student bewijsstukken
op die aangeven (bewijzen) dat hij de betreffende
kerntaak/werkproces uit kan voeren in een bepaalde
beroepscontext. Mogelijke bewijsstukken zijn: door
de begeleider of praktijkopleider ondertekende
documenten waaruit blijkt dat de student een
kerntaak/werkproces uitgevoerd heeft volgens de
daarvoor geldende criteria, foto’s, reflectieverslagen,
brieven, commentaren van collega’s enzovoort.
Kwalificatieniveau
Een aanduiding van het niveau van beroeps­
uit­oefening, gebaseerd op de mate van
verantwoordelijkheid, complexiteit en
transfer, dat de gediplomeerde heeft bereikt.
De WEB onderscheidt 4 kwalificatieniveaus:
Entreeopleiding
niveau 2: basisberoepsopleiding
niveau 3: vakopleiding
niveau 4: middenkaderopleiding en
specialistenopleiding
Praktijkbeoordelaar
Beoordelaar die een prestatie van een examen­
kandidaat in de beroepspraktijk of in een
gesimuleerde beroepsomgeving beoordeelt op
basis van een beoordelingsvoorschrift.
Leerweg
De opleidingen kunnen worden verzorgd in
de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) en de
beroepsopleidende leerweg (bol).
Bij het vaststellen van de inhoud bepaalt de
minister in welke leerweg of leerwegen de
opleiding kan worden verzorgd.
Praktijkovereenkomst
De praktijkovereenkomst vormt de grondslag voor
de beroepspraktijkvorming. De overeenkomst regelt
de rechten en verplichtingen van partijen en omvat
bepalingen met betrekking tot inhoud, begeleiding
en beoordeling.
33
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Praktijkexamen
Examen van praktijkvaardigheden in een leer of
stagebedrijf of een examencentrum.
Proeve van bekwaamheid
Een instrument waarmee studenten - in de praktijk
of op school - kunnen aantonen dat zij de vereiste
competenties hebben verworven.
Student
Een student is een persoon, die zich met het oog
op het gebruik van de onderwijsvoorzieningen laat
inschrijven bij een onderwijsinstelling.
Vaststellingscommissie
Commissie die, onder verantwoordelijkheid van
de examencommissie, de taak heeft om examens
te borgen op hun toetstechnische kwaliteit (o.a.
validiteit en betrouwbaarheid).
Verificatie
Vaststellen van voorlopige examenuitslagen.
Weging
Zwaarte van een examen (onderdeel) in het
examenprogramma.
Wettelijke beroepsvereisten
In wet- en/of regelgeving vastgelegde eisen
waaraan de beginnen beroepsbeoefenaar
uitvoering moet kunnen geven om het beroep
te mogen uitvoeren.
Studiejaar
Een normatief studiejaar bestaat uit veertig
weken van elk veertig uren, waaronder begrepen
de beroepspraktijkvorming.
Studielast
De studielast van elke opleiding wordt
uitgedrukt in normatieve studiejaren. De
normatieve studielast is de studielast die
een student gemiddeld geacht wordt nodig
te hebben om de opleiding te voltooien.
3. Regels rondom examinering
1. De regeling van de examens
Artikel 1.1
Begrippenlijst en bijlagen
De begrippenlijst en de bijlagen zijn een onderdeel
van het examenreglement. Bijlage I en II over
aangepaste examens en het examenreglement voor
centrale examens taal en rekenen zijn te vinden op
de ELO.
Subexamencommissie
Is namens de examencommissie belast met
de uitvoerende taken die voortvloeien uit de
ontwikkeling, vaststelling, planning en afname,
beoordeling en uitslag van examens.
Surveillant
Iemand die bij afname van examens toezicht houdt.
Transparantie
Mate waarin betrokkenen een helder beeld hebben
van hoe het examen er uit ziet en hoe het wordt
uitgevoerd en beoordeeld.
Validiteit
Mate waarin een examen meet wat deze beoogt
te meten.
Artikel 1.2
Toegang en toelating
lid 1: Degenen die aan een onderwijsinstelling als
student zijn toegelaten, hebben toegang tot de
examenvoorzieningen.
lid 2: Degenen die uitsluitend tot de
examenvoorzieningen wensen te worden
toegelaten, kunnen zich als examendeelnemer in
laten schrijven.
Artikel 1.3
Aanwezigheid
Kandidaten zijn verplicht deel te nemen aan de
examens waarvoor zij zijn ingeschreven.
Vaststeller
Persoon die de bevoegdheid heeft de toets­
technische kwaliteit van exameneenheden
vast te stellen.
34
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Artikel 1.4
Vrijstellingen
De subexamencommissie kan op verzoek van de
betrokkene op basis van vooropleiding of ervaring,
vrijstelling verlenen voor het afleggen van een of
meer examenonderdelen. De subexamencommissie
baseert zich bij het verlenen van vrijstellingen
op de richtlijnen opgesteld door het domein
(beroepsgericht) en de examencommissie (generiek)
en vastgesteld door de examencommissie.
Artikel 1.5
Onderwijs- en examenregeling
Gegevens met betrekking tot de inhoud en
organisatie van de examens worden in de onderwijsen –examenregeling (OER) van een opleiding
bekend gemaakt.
Artikel 1.6
Fraudebepalingen
lid 1:De examencommissie kan maatregelen treffen
tegen kandidaten die ten aanzien van examinering
onregelmatigheden plegen.
lid 2: Als onregelmatigheid wordt in ieder geval
aangemerkt:
•plagiaat (woorden, gedachten, analyses,
redeneringen, afbeeldingen, technieken,
computerprogramma’s enz. die van een ander
afkomstig zijn, maar die bedoeld of onbedoeld
gepresenteerd worden als eigen werk)
• fraude, waaronder;
a.tijdens het examen in het bezit zijn van
hulpmiddelen waarvan de raadpleging niet
uitdrukkelijk is toegestaan;
b.tijdens het examen afkijken of, binnen of
buiten de examenruimte uitwisselen
van informatie;
c. zich tijdens het examen uitgeven voor
iemand anders;
d.zich tijdens het examen door iemand anders
laten vertegenwoordigen;
e.zich voor de datum of het tijdstip waarop
het examen zal plaatsvinden, in het
bezit stellen van de opgaven van het
desbetreffend examen;
•het niet opvolgen van instructies van
surveillanten.
35
Verder staat het ter beoordeling van de
examencommissie om gedragingen, handelingen en
dergelijke aan te merken als onregelmatigheid in de
zin van dit artikel.
lid 3: Indien kandidaten tegen wie maatregelen zijn
getroffen beroep aantekenen bij de Commissie van
Beroep, wordt het College van Bestuur schriftelijk in
kennis gesteld van de getroffen maatregelen.
lid 4:De maatregelen bedoeld in dit artikel
kunnen zijn:
•ongeldigheidverklaring van de uitslag van het
betreffende examen;
•uitsluiting van (verdere) deelname aan het
betreffende examen.
lid 5:Indien de onregelmatigheid te wijten is
aan het gedrag van personeel van de instelling
of van hulpkrachten die door de instelling zijn
aangetrokken, hetzij door gedraging hetzij door
het verstrekken van verkeerde informatie, worden
maatregelen als bedoeld in lid 4 alleen toegepast
voor zover de student zelf verantwoordelijk is voor
die onregelmatigheid.
Artikel 1.7
Toezicht
De Inspectie van het Onderwijs houdt namens de
minister toezicht op het onderwijs en de examinering.
Artikel 1.8
Uitslag
De uitslag van elk examenonderdeel wordt door
het team binnen twintig schooldagen na afname
van het examenonderdeel definitief vastgesteld en
aan de kandidaten bekend gemaakt. Het team kan
besluiten van deze termijn af te wijken en maakt dit
voor het examen aan de kandidaten bekend. Ook bij
afname van examens door externe instellingen kan
van deze termijn afgeweken worden.
Artikel 1.9
Bezwaar/beroep
Examenkandidaten kunnen tegen de uitslag van
examenonderdelen en tegen maatregelen als
bedoeld in artikel 1.6 lid 4 bezwaar aantekenen
volgens de regels van Artikel 5.
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Artikel 1.10
Uitslagregels
lid 1: Per examen wordt door het team vastgesteld
of een student daarvoor geslaagd is of niet. De
eindwaardering wordt minimaal weergegeven in
3-puntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed),
maar een tussenliggende puntsschaal mag ook,
of in één van de volgende cijfers:
10
9
8
7
6
= uitmuntend
= zeer goed
= goed
= ruim voldoende
= voldoende
5
4
3
2
1
= bijna voldoende
= onvoldoende
= ruim onvoldoende
= slecht
= zeer slecht
lid 2: Een student heeft een examen met goed gevolg
afgerond indien de eindbeoordeling afgerond een 6
of hoger is, of is uitgedrukt in het begrip ‘voldoende’,
’’ruimvoldoende’’, ‘’goed’’, ‘’zeergoed’’ of ‘’ uitmuntend’’.
lid 3:Een student is geslaagd voor de opleiding
indien aan alle eisen, noodzakelijk voor het behalen
van het diploma, is voldaan (diploma-eisen).
lid 4:Indien gebruik wordt gemaakt van cijfers,
worden de deelcijfers vastgesteld op één decimaal.
Eindcijfers worden vastgesteld op een heel getal.
Bij afronding worden breuken van een half of
meer naar boven afgerond en breuken van minder
dan een half naar beneden. In geval van afname
door externe instellingen kan van deze regeling
afgeweken worden.
Artikel 1.11
Het herkansen van examens
Praktijkexamens
Een student heeft, gedurende de opleiding, recht
op herkansing van het praktijkexamen (d.w.z. een
examen in de praktijk of een praktijksimulatie op
school), waarbij de student van de eerstvolgende
herkansingsmogelijkheid gebruik moet maken.
Wanneer een examen uit meerdere onderdelen
bestaat, geldt herkansing van één onderdeel als
herkansingsmogelijkheid voor het hele examen,
tenzij de onderdelen apart benoemd worden in
het examenplan.
Artikel 1.12
Beroepspraktijkvorming
Het team beoordeelt of de betreffende kerntaken/
werkprocessen zijn behaald. Het team betrekt
het oordeel van het opleidend bedrijf of de
opleidende organisatie bij haar beoordeling. Bij
een onvoldoende beoordeling van de BPV, kan
de student eenmalig in aanmerking komen voor
een verlenging van een gehele BPV-periode of
een deel daarvan. De duur van de verlenging
hangt af van het onderwerp/onderdeel waarop de
student onvoldoende resultaat behaald heeft. Een
BPV periode mag eenmalig verlengd worden tot
maximaal 10 weken. De verlenging mag de duur
van de reguliere BPV periode waar een onvoldoende
voor behaald is in ieder geval niet overschrijden
(vb. reguliere BPV duur 8 weken, dan verlenging
maximaal 8 weken, minder mag ook; reguliere BPV
15 weken, verlenging maximaal 10 weken).
Artikel 1.13
Diploma, certificaten en resultatenlijst
Een diploma met resultatenlijst wordt uitgereikt
aan een student die geslaagd is voor alle examens
die behoren bij de opleiding en voldaan heeft aan
de overige diploma-eisen. De examen- en diplomaeisen zijn beschreven in de OER van de betreffende
opleiding. In sommige gevallen is het mogelijk
om voor bepaalde onderdelen een certificaat te
ontvangen, als dit het geval is, staat dit in het
desbetreffende kwalificatiedossier.
Artikel 1.14
Onvoorziene omstandigheden
In geval van omstandigheden waarin het reglement
niet voorziet, beslist het College van Bestuur in
samenspraak met de examencommissie.
2. De organisatie van de examens
Overige examens
Een student heeft, gedurende de opleiding, recht
op twee herkansingen van een examen, anders
dan een praktijkexamen, waarbij de student van de
eerstvolgende herkansingsmogelijkheid gebruik
moet maken.
36
Artikel 2.1
Examencommissie
Het College van Bestuur stelt ten behoeve van de
organisatie en het afnemen van de examens per
domein een examencommissie samen, bestaande
uit hoofd dienst onderwijs en kwaliteitszorg,
onderwijskundige, een kwaliteitszorgmedewerker
en (eventueel) een of twee extern deskundige(n).
De taken van de examencommissie zijn uitgewerkt
in het Handboek Examinering ROC Friese Poort.
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
Artikel 2.9
Afwikkeling van de examinering
De gang van zaken voor, tijdens en na de
examinering is omschreven in het Handboek
Examinering ROC Friese Poort.
Artikel 2.2
Bekendmaking
Alle gegevens met betrekking tot de planning,
organisatie en vorm van de examens worden in
de examenprogrammering van de opleiding
bekend gemaakt.
Artikel 2.10
Inzagerecht, bewaartermijn en recht op bespreking
De kandidaat mag het gemaakte examen
en de beoordeling inzien en de beoordelaar
vragen om uitleg bij de uitslag van het examen.
Beoordelingsformulieren, gemaakt werk en andere
examendocumenten worden, indien aard en
omvang dat toelaten, door het examenbureau
bewaard tot12 maanden na de vaststelling van
diplomering. Na afloop van deze periode wordt
het materiaal vernietigd.
Artikel 2.3
Wijze van aanmelding
Studenten die staan ingeschreven voor een
opleidingstraject zijn automatisch aangemeld
voor de bijbehorende examens.
Artikel 2.4
Hulpmiddelen
Voorafgaand aan de afname van het examen
ontvangt de student informatie over de
hulpmiddelen die eventueel bij het examen
gebruikt mogen worden.
Artikel 2.5
Surveillant
Het team wijst de surveillant(en) aan.
Artikel 2.6
Oproep
Tenminste vijf schooldagen voor de vastgestelde
examendatum worden studenten op de hoogte
gesteld van tijdstip, plaats en examenonderdeel.
Artikel 2.7
Overmacht
Indien een student door overmacht niet in staat is
om aan het examen deel te nemen, blijft deze kans
bestaan. De subexamencommissie bepaalt in welke
gevallen er sprake is van overmacht.
Artikel 2.8
Begin- en eindtijd
Een student die te laat komt, kan tot uiterlijk 15
minuten na het verstrekken van de examenopgaven
tot het examen worden toegelaten. De eindtijd van
het examen is voor een laatkomer gelijk aan die
van de overige studenten. De examencommissie
kan hier van afwijken, maar maakt dit bij de
aankondiging van het examen bekend.
37
Artikel 2.11
Geheimhouding
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van
de examinering en daarbij de beschikking krijgt
over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke
karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden,
en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt,
beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die
gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is
verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens
voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot
bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de
uitvoering van de examinering noodzaak tot
bekendmaking voortvloeit.
Artikel 2.12
Afwijkende examinering
lid 1: Ten aanzien van specifieke doelgroepen en
gehandicapten kan de subexamencommissie
toestaan dat een examen in afwijkende vorm (op
andere wijze, plaats of tijdstip) wordt afgenomen
(zie bijlage 1 van het examenreglement, deze bijlage
is te vinden op de ELO). De afwijkende vorm moet
voldoen aan de technische eisen zoals validiteit en
betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstelling
van de afwijkende examenvorm mogen niet anders
zijn dan de doelstellingen en het niveau van het
oorspronkelijke examen.
lid 2:Als een student een afwijkende examinering
wenst, moet hij dat schriftelijk aanvragen bij de
betreffende subexamencommissie. De student
stelt het verzoek tot afwijkende examinering op in
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
samenspraak met de studieloopbaanbegeleider
(of ander lid van het opleidingsteam) en eventueel
in overleg met een medewerker van Bureau TAB.
In het verzoek wordt een aanpassing voorgesteld
qua vorm, plaats of tijdstip van het examen.
Bij het verzoek wordt, indien mogelijk, een
verklaring gevoegd van een arts, psycholoog of
orthopedagoog, of een audiologisch/diagnostisch
onderzoek van een erkend instituut waaruit
blijkt dat de uitvoering op de gewenste wijze
noodzakelijk is.
De subexamencommissie kent de afwijkende
examinering toe en legt de verklaring vast in een
dossier dat gebruikt en geraadpleegd kan worden.
De subexamencommissie verstrekt de student een
schriftelijk bewijs van het besluit over zijn verzoek.
lid 3: De student kan een verzoek indienen bij
de subexamencommissie om een verslag van de
beroepspraktijkvorming of afstudeerverslag in het
Fries te schrijven. De subexamencommissie willigt
dit verzoek in indien:
-een begeleidende docent de Friese taal voldoende
beheerst;
-er een regeling getroffen is voor correctie op het
taalgebruik;
-het BPV-bedrijf of externe opdrachtgever
hiertegen geen bezwaar heeft;
-er een samenvatting in het Nederlands wordt
toegevoegd.
Student en beoordelaar kunnen bij mondelinge
examens overeenkomen ieder voor zich of beiden
het Fries in plaats van het Nederlands te hanteren.
Artikel 3.4
Spreiding
Spreiding van de examenonderdelen over de
kerntaken/werkprocessen wordt tijdig aan de
student kenbaar gemaakt.
3. De richtlijnen voor de inhoud van de
examens
Artikel 4.3
Beoordelingscriteria
Elke student wordt beoordeeld aan de
hand van normen die vastgelegd zijn in een
beoordelingsvoorschrift.
Artikel 3.1
Vaststelling van de examens
De vaststellingscommissie stelt de examens vast.
Artikel 3.5
Moeilijkheidsgraad
Elk examenonderdeel dat gebaseerd is op bepaalde
kerntaken/werkprocessen, heeft een zoveel mogelijk
vergelijkbare moeilijkheidsgraad als elk volgend
examenonderdeel met dezelfde doelen, ongeacht
de doelgroep waarvoor dit examenonderdeel
bestemd is en ongeacht de vorm waarin dit
examenonderdeel gesteld is.
Artikel 3.6
Duur van examenafname
De duur van elk examen wordt tijdig
bekend gemaakt.
4. De richtlijnen voor de beoordeling
van de examens
Artikel 4.1
Objectiviteit
Elke student wordt objectief beoordeeld.
Artikel 4.2
Gelijkheid
Elke student wordt aan de hand van dezelfde
normen op gelijke wijze beoordeeld.
Artikel 4.4
Motivering
Beoordelaars moeten hun beoordeling kunnen
motiveren. De beoordeling moet consistent zijn en
in overeenstemming met de beoordelingscriteria.
Artikel 3.2
Inhoud en vorm van de examens
De doelen en de vorm van elk examenonderdeel
worden tijdig aan de student bekend gemaakt.
Artikel 3.3
Kerntaken/werkprocessen
Het examen gaat de omvang van de kerntaken en
werkprocessen niet te buiten.
38
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
5. Bezwaar en beroep
Artikel 5.1
Bezwaar en beroep
Een student kan tegen een beslissing van het
team of van een beoordelaars beroep aantekenen
bij de Commissie van Beroep voor de Examens.
Hij/zij heeft ook de mogelijkheid om eerst een
bezwaarschrift in te dienen bij de examencommissie
van de betreffende opleiding. Tegen de beslissing
van de examencommissie op het bezwaarschrift
kan vervolgens beroep worden aangetekend bij
de Commissie van Beroep voor de Examens (zie
Handboek Reglementen).
Artikel 5.2
De bezwaarprocedure
lid 1: Een student kan tegen een beslissing van
het team of van een beoordelaar bezwaar
aantekenen bij de examencommissie van de
betreffende opleiding of de Commissie van
Beroep voor de examens.
lid 2: De termijn voor het indienen van
een bezwaarschrift bedraagt vijf volledige
kalenderdagen, te rekenen vanaf het moment
waarop de student van de beslissing in kennis wordt
gesteld.
lid 3: Bezwaarschriften worden schriftelijk
ingediend bij de voorzitter van de bevoegde
examencommissie of de voorzitter van de
Commissie van Beroep voor de Examens. Het
moment waarop het bezwaarschrift aan de
voorzitter van de examencommissie wordt
verzonden, wordt aangemerkt als het moment
waarop het bezwaarschrift wordt ingediend.
lid 4: Het bezwaarschrift moet voldoen aan de
voorwaarden zoals vastgelegd in het reglement
Algemene Bepalingen dat de instelling hanteert voor
de interne commissies voor bezwaar en beroep.
lid 5: De examencommissie/ Commissie van Beroep
voor de Examens kan voor de behandeling van
het bezwaarschrift een hoorzitting vaststellen,
maar is ook bevoegd om het bezwaar schriftelijk
af te handelen.
lid 6: Tenzij in de voorgaande bepalingen daarvan
expliciet is afgeweken, geldt voor de behandeling
van ingediende bezwaarschriften het reglement
Algemene Bepalingen dat de instelling hanteert
voor de interne commissies voor bezwaar en
beroep, met uitzondering van artikel 2.
39
lid 7: Als de student het niet eens is met de
beslissing van de examencommissie op zijn
bezwaarschrift, kan hij tegen de uitspraak van
de examencommissie beroep aantekenen bij de
Commissie van Beroep voor de Examens.
Artikel 5.3
De interne Commissie van Beroep voor de Examens
De interne Commissie van Beroep voor de Examens
bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en twee leden.
Alle leden worden benoemd door het College van
Bestuur van de instelling. In afwijking van artikel
2 lid 2 van het reglement Algemene Bepalingen
worden alle leden van deze commissie benoemd
voor een periode van drie jaar. Na afloop van deze
termijn zijn zij herbenoembaar.
Artikel 5.4
De taak van de Commissie van Beroep voor
de Examens.
De commissie is belast met de beoordeling
van beroepschriften tegen beslissingen van de
examencommissie of van beoordelaar/assessor
ten opzichte van examenkandidaten.
Artikel 5.5
Bijzondere procedurevoorschriften
lid 1: Beroepschriften worden ingediend bij het
College van Bestuur. Na ontvangst worden de
beroepschriften voorzien van een dagstempel en
onmiddellijk doorgestuurd naar de Commissie van
Beroep voor de Examens. Het moment waarop het
beroepschrift aan het College van Bestuur wordt
verzonden, wordt aangemerkt als het moment
waarop het beroepschrift wordt ingediend.
lid 2: Het beroepschrift moet voldoen aan de
voorwaarden zoals vastgelegd in het reglement
Algemene Bepalingen dat de instelling hanteert voor
de interne commissies voor bezwaar en beroep.
lid 3: De termijn waarbinnen een zaak aan de
commissie moet worden voorgelegd, de termijn
waarbinnen de commissie beslist, de mogelijke
inhoud van de beslissing, de personen of organen
die een exemplaar van de beslissing moeten
ontvangen, de mogelijkheid van een voorlopige
voorziening of de mogelijkheid van een herziening
van de beslissing van de commissie, zijn geregeld in
de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (hoofdstuk 7,
titel 5: commissie van beroep voor de examens).
ROC Friese Poort Onderwijs- en examenregeling cohort 2014
lid 4: De leden van de examencommissie en de
betrokken beoordelaars/assessoren verstrekken aan
de commissie alle inlichtingen die de commissie
voor de uitoefening van haar taak noodzakelijk acht.
lid 5: Tenzij in de voorgaande artikelen daarvan
expliciet is afgeweken, geldt voor de behandeling
van ingediende beroepschriften het reglement
Algemene Bepalingen dat de instelling hanteert voor
de interne commissies voor bezwaar en beroep.
Adressen
Bezwaarschrift:
ROC Friese Poort
Economie en Dienstverlening:
Aan de voorzitter van
de examencommissie
Wiebe Kloosterman
Postbus 184
8600 AD Sneek
ROC Friese Poort
Techniek en
Vormgeving:
Aan de voorzitter van
de examencommissie:
Meine Scheweer
Postbus 15
9200 AA Drachten
ROC Friese Poort
Zorg en Welzijn:
Aan de voorzitter van
de examencommissie:
Bert Muller
Postbus 6090
8902 HB Leeuwarden
ROC Friese Poort UB,
UV en Paspoort
Aan de voorzitter van
de examencommissie:
Berend Okma
Postbus 118
8300 AC Emmeloord
Beroepschrift:
M.b.t. Examenreglement artikel 5.1 – 5.3
Aan de Commissie van Beroep voor de Examens
P/a College van Bestuur
Postbus 140
8900 AC Leeuwarden
40