Voorjaar 2014 Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen Inhoud 3Redactioneel 4Colofon 5 Vrijheid door houvast, door Harry Gubbels 6 Vormtekenen: een uitdagend vak! Erna de Good 7 Een goed boek lezen, een film kijken, gamen... door Hilmar Meijnen 9 Ritme en nregelmaat, Peter Josemans 10 Weerzien met mijn klas, Anne Vellinga 13 Iedere maand weer... Monique Coffeng 14 Het technieklandje: toepassingen van en in de natuur, Herman Beeren 17 De enquête: een bloemlezing, redactie Branding 18 Ritme en regelmaat, door Hennie de Gans-Wiggermans 21 De ziel, door Frans Schobbe 22 Temperamenten in de praktijk: de melancholicus, door Frans Schobbe 27 Notities van een groene vogel, Omgekeerde wereld, door Pjotr Timmerman 28 Lezing: uitgangspunten van het Vrijeschoolonderwijs, deel 2 door Frans Geurts 32 Enthousiasme en bevlogenheid, interview met Peter Teunissen, door Leo Hofman 35 Ritme is de hartslag van het leven, Mirjam van Meurs 37 Even voorstellen: Paul Zuiker, voorzitter Stichting tot Steun, Monique Coffeng 38 Oceanography & Meteorology, Erik Nieuwkoop 40 De regelmatige schoonheid van de niet-repeterende breuk, Herman Beeren 42 Een ervaring met kunstzinnige therapie, Hypericon Voorpagina door Kees Hollander, 9de klas De melancholicus, blz 22 Ik roep-toeter wel dat de Branding mij bevalt, maar wil er zelf niets voor doen. Ik waardeer de Branding en ben blij dat jullie er energie en creativiteit in steken. Dank je wel. ouder van kind(eren) op KGC Vormtekenen: een uitdagend vak blz. 6 Iedere maand weer, blz. 13 Het technieklandje, blz 14 Redactioneel Branding voorjaar 2014 Ritme & Regelmaat …en Rust!, voegden twee oudere (ex)leerkrachten eraan toe in hun verhalen. De drie R’s maken al meer dan een halve eeuw deel uit van pedagogische inzichten die tot de dag vandaag niets aan belang hebben ingeboet. Interessant te lezen hoe Peter, Hennie en Erna deze thematiek vervlechten in hun bijdragen. Van Dale: ritme (het; o; meervoud: ritmen, ritmes) regelmatig afwisselende beweging (m.n. in de poëzie en de muziek); door klemtoon, intonatie en tempo. Deze redacteur heeft het zó geleerd (dankzij 100 keer uit het hoofd wegens strafwerk) van H.J.M.F. Lodewick uit zijn boekje Literaire Kunst (1965, 35ste druk): Ritme is de natuurlijke beweging van de zin, expressief gemaakt door de wisselende intensiteit van het temporeel, het dynamisch en het melodisch accent. Hoe kernachtig! Je kunt de definitie niet slechts toepassen op de poëzie, maar ook op muziek, op de ontwikkeling van het kind, op alle facetten van het leven eigenlijk. Zelden een mooiere omschrijving gezien! Terug naar de ritmische golfslag van de Branding, terug naar de actualiteit. We kunnen niet al te uitgebreid ingaan op de uitkomsten van het Grote Lezersonderzoek. Vanwege ‘technische storingen’ bij het verzenden van e-mails zijn de antwoorden helaas te laat bij ons binnengekomen om betrouwbare conclusies te trekken. Een eerste blik op de resultaten is bemoedigend wat betreft het voortbestaan van de Branding: ongeveer driekwart van de inzenders geeft aan door te willen gaan met de schoolkrant. We beperken ons tot een bloemlezing uit de vele reacties. Je vindt ze verderop in deze Branding. De redactie is in elk geval blij met alle feedback en zal alles in het werk stellen om ze in te zetten bij het verhogen van de kwaliteit van de schoolkrant. Maar: het voortbestaan van de schoolkrant is zeker niet alleen afhankelijk van wat de lezer wil. Het leunt zwaar op de medewerking van ouders. Geen ouders, geen Branding, zo simpel is het. Die medewerking is weliswaar vrijwillig, maar schept hoe dan ook verplichtingen en dus ook verantwoordelijkheid. En nu komt het: twee van die ouder-redactieleden gaan weg aan het einde van dit schooljaar. Er moeten zich nu minstens twee vervangers aandienen die het stokje overnemen. Want zo gaat het altijd, en zeker in het geval van een schoolkrant: leerlingen worden ouder, gaan naar andere scholen, vaders en moeders ‘groeien’ mee en verdwijnen zodoende uit het zicht. Kortom: het is een natuurlijke – ritmische! - ontwikkeling van groei en vervanging en daardoor van vernieuwing. Neemt men het aantal ademhalingen in een minuut (18), dan is het merkwaardige dat men een bepaald ritme verkrijgt in het aantal ademhalingen per dag, voor 24 uren, en dat men in 24 uren evenveel ademhalingen maakt (18 x 60 x 24 = 25.920), als men bij een normale levensduur aan dagen in een mensenleven beleeft, als men ongeveer 72 jaar oud wordt (72 x 365 = 26.280). En dat dit weer hetzelfde getal is als het getal van een zogenaamd platonisch zonnejaar, het aantal jaren, waarin de zon schijnbaar de gehele dierenriem doorloopt (12 x 2160 = 25.920). Rudolf Steiner, Stuttgart 6 juli 1919 Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen De zomerbranding verschijnt op 1 juli met het thema Familie De sluitingsdatum voor kopij is 27 mei Redactieadres: [email protected] Branding online, kijk op www.branding-nijmegen.nl Voor de zoveelste keer plaatst de redactie een oproep. We hebben het nageteld: zeker 27 keer in de 40-jarige historie heeft de dienstdoende redactie noodoproepen geplaatst in de trant van: Dit is de voorlaatste Branding! We zijn nu dus echt op zoek naar nieuwe redacteuren! Want wij, Herman en Carlien, stoppen ermee. Kom op, meld je aan. Het is hartstikke leuk! Je leert er enorm veel van en het is dé manier om als zelfbenoemde buitenstaander te integreren in de wereld van de vrijeschool en de antroposofie. Zeker, het kost tijd, maar je doet het voor de school, voor de klas, voor je kind. Voor jezelf dus. En bedenk: je komt in een gespreid bed. Er ligt een serieus en uitgebreid lezersonderzoek, dat veel uitdagingen biedt! Wie durft de verbinding aan te gaan? Reacties naar [email protected] Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 3 - Advertenties - door Paul Beekers “Kunstzinnig werken vanuit je hart” Workshops creatief en bezinnend schrijven, voor al wie zin heeft te luisteren naar z’n eigen verhaal en te ontdekken wat jou raakt en inspireert. Ook creatieve begeleiding en therapie En kunsteducatie-projecten, zoals: schimmen-/ poppenkast maken/spelen 21 t/m 23 maart Schrijfweekend LUISTEREN NAAR JE PEN Cursussen/workshops Intuïtief tekenen, schilderen, boetseren 25 maart en 22 april Schrijfcafé in café de Hemel, Nijmegen 1 april Schrijfdag SPELEN MET JE LEVEN www. hartistiek. nl t.026-3790772 Voor informatie en opgeven zie: www.zininschrijven.nl Colofon De Branding is het tijdschrift van en voor Meander vrijesschool voor basisonderwijs en het Karel de Grote College, Regionale School voor Voortgezet Onderwijs. Het verschijnt vier keer per jaar in elk seizoen en is een platform voor ouders, leerkrachten en belangstellenden. We stellen uw bijdragen dan ook zeer op prijs. Dat kunnen teksten, illustraties of thema’s zijn. Mail gerust als u hulp nodig heeft om uw gedachten te verwoorden. Redactieadres Groesbeekseweg 146, 6524 DN Nijmegen, (024) 360 03 56 [email protected] Redactie Herman Beeren, Carlien de Witte, Colet Falke, Sara Erdtsieck (docente Meander), Jolien Woortman (docente bovenbouw) Verspreiding Maud Peters Lay Out Colet Falke Ontwerp Voorkant Wisselend, door leerlingen Illustraties/Fotografie Diverse bronnen: Google en zie vermelding bij de foto’s 4 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Advertenties Colet Falke [email protected] Tarieven advertentie hele pagina (16 x 23 cm) € 50,00 halve pagina (16 x 11 cm) € 25,00 1/4 pagina (8 x 11 cm) € 12,50 Tarieven zijn per nummer. Factuur wordt 1 keer per jaar, in de zomer verstuurd. Kopiëren, rapen en nieten ProPersona Nijmegen AdministratiefWerk Oplage 1000 stuks Aan dit nummer werkten mee: Harry Gubbels, Erna de Good, Hilmar Meijnen, Peter Josemans, Anne Vellinga, Monique Coffeng, Herman Beeren, Hennie de Gans-Wiggermans, Frans Schobbe, Pjotr Timmerman, Frans Geurts, Leo Hofman, Mirjam van Meurs, Monique Coffeng, Erik Nieuwkoop, Hypericon Winter 2013 Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen Vrijheid door houvast door Harry Gubbels. directeur Meander Vaak verzorg ik rondleidingen aan mensen die geïnteresseerd zijn om hun kind eventueel bij ons op school te plaatsen. Het aantal rondleidingen neemt enorm toe. De eerste twee jaren dat ik dit verzorgde waren er ongeveer zeventig geïnteresseerden per jaar. De laatste drie jaren gaat het aantal ruim over de honderd! Deze tendens is ook zichtbaar in de bezoekersaantallen van de open dag. Steeds meer mensen weten onze school te vinden. Soms - gelukkig niet meer zo vaak - merk ik bij een rondleiding op Meander, dat de ouders denken dat het onderwijs ongestructureerd is. Deze inschatting maken ze naar aanleiding van het woordje vrij. De verbazing is dan ook groot als we door de school lopen en de kinderen in de klassen hard aan het werk zijn. De gasten zijn dan positief verrast over de rust die er in school heerst! Vrijheid, dat is mijn stellige overtuiging, kun je als mens alleen verkrijgen door ritme, rust en regelmaat. Een kind heeft een liefdevolle structuur nodig om zich te ontwikkelen tot een ‘vrij mens’. Het vrij-mens-zijn houdt in mijn optiek verband met het kunnen aanspreken van je denkvermogen; goed in je vel zitten en iets willen in het leven. Interesse hebben in de wereld. Directeur Harry Gubbels 06-48 16 48 56 [email protected] Werktijden: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag op de Groesbeekseweg. Woensdag op de Prins Bernhardstraat Afspraak: via de administratie, tel.: 024 360 03 56. Bellen: Maandag tussen 08.30 – 16.00 uur, dinsdag, donderdag en vrijdag tussen 09.00 – 14.00 uur, woensdag tussen 08.30 – 15.00u Kinderen zijn gebaat bij houvast in het leven. Een goed dagritme is van wezenlijk belang. Maar ook een weekritme en een jaarritme is broodnodig. Iedere ouder weet dat als het kind de ene avond om zeven uur naar bed gaat en de andere avond om tien uur dat er dan iets met het kind gebeurt. Trouwens ook met de ouder…. Op school hebben we een duidelijke lijn in het aanbieden van het ritme. Het jaarritme is terug te vinden in de jaarfeesten en de plek die de seizoenen innemen in het onderwijs. Heel duidelijk is dat terug te vinden in de kleuterklassen. Het weekritme zit in de vaste opbouw van de dagen en de verhoudingen daartussen. Niet voor niets wordt er op een vaste dag brood gebakken bij de kleuters! Het dagritme zie je bijvoorbeeld in het periodeonderwijs, dat ook weer een bepaalde structuur heeft. De afwisseling tussen de creatieve vakken en de oefenvakken heeft ook invloed op het houvast dat we de kinderen bieden. Met het houvast dat we de kinderen bieden in hun dagelijkse verbinding met school willen we een bodem leggen voor de zich ontwikkelende mens die in vrijheid als jong volwassene de maatschappij tot vorm kan gaan brengen. Harry Gubbels Directeur Meander Vrijeschool voor basisonderwijs Thema voor het zomernummer van de Branding: Familie Wie reken jij tot je familie en hoe ziet die eruit? Herken je een familiekaraktertrek, een familiaire interesse, uiterlijke gelijkenissen of motorische overeenkomsten? Met wie voel je je verwant en met wie niet? Hebben jullie een familiedag of –reünie of ontmoeten jullie elkaar alleen op een bruiloft of begrafenis? En hoe ervaren kinderen hun band met familieleden? Zijn er erfstukken die de familie rond gaan of is de familie juist door bezit uiteen gevallen? Koester je een familieportret of zijn er banden door gesneden? Welke familietradities worden door jou in ere gehouden? Familie: wie is de pater of mater familias, wie de pias en wie het zwarte schaap? Er is koude familie Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen en warme, hoe treedt je tot een familie toe en wat gebeurt er na een echtscheiding? Wij zijn heel benieuwd wat familie bij jullie oproept en teweeg brengt. We hopen dat jullie je gedachten en ervaringen met ons willen delen door ze op schrift te stellen voor de Branding die in de zomer zal verschijnen. Uiterste inleverdatum: dinsdag 27 mei Verschijnt op: dinsdag 1 juli Redactieadres: [email protected] Website: www.branding-nijmegen.nl Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 5 Vormtekenen: een uitdagend vak! door Erna de Grood, leerkracht klas 1 Meander “Ik zie aan het eind van het schooljaar mijn kind thuiskomen met van die leuke vormtekeningen, leuk, maar waarom neem je dat vak zo serieus”... zo kwam een moeder na een schooldag bij me. Waarom we vormtekenen? • het werkt versterkend op de lichaamsgerichte zintuigen: tastzin-levenszin-bewegingszin en evenwichtszin • het versterkt het etherIichaam • en schept verbinding met de levensstroom... Een antwoord waar de meeste ouders in eerste instantie niets mee kunnen. Laten we eens naar de opbouw van het leerplan kijken, dan wordt het misschien duidelijker. Vormen zijn om ons heen, de natuur, behuizing, speelgoed etc., maar ook in ons worden organen en onze fysieke gestalte gevormd. Vormtekenen is dan ook niets anders dan tekenen van vormen. In de oudheid kon men in enkele tekens een wereld aan gegevens uitdrukken, daar waar wij bladzijden vol moeten schrijven om onze bedoelingen duidelijk te maken. De mensen stonden nog zo dicht bij de wereld die ze met zo’n beeld tot uitdrukking wilden brengen, dat die simpele vorm volstond. Lijnen en vormen hadden een directe verbinding met hun belevings- en voorstellingswereld. Lettertekens zoals hiërogliefen zijn hiervan een voorbeeld (ons schrijfonderwijs sluit hierop aan!). Lijnen en vormen spreken dus een taal, die parallel liep aan het ontwikkelingsniveau dat de mensheid toen had. Kruisende lijnen kwamen aanvankelijk niet voor, lijnen liepen parallel of om elkaar heen. Ingewikkelde spiralen zijn uitdrukking van de weg naar binnen: 6 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat eindeloos doorgaan naar binnen of naar buiten zonder dat lijnen elkaar kruisen. Op een later moment in de ontwikkeling van de mensheid treffen we wel opeens lijnen aan die elkaar kruisen en dat is niet toevallig: het laat op een simpele manier zien, dat de mens zijn eigen spoor begint te kruisen en tegenover zichzelf komt te staan: er ontstaat zelfbewustzijn. En zoals met veel vakken op de vrije school laten we het kind ook deze weg ervaren door de leerstof heen. Wan neer een jong kind een krijtje en papier krijgt gaat het krassen. Vervolgens komt de fase van het krabbelen, rondjes, kopvoeters, huizen etc. Het drukt zijn eigen ontwikkeling uit door gebruik te maken van strepen/rechte lijnen en ronde/gebogen lijnen die hij steeds beter gaat beheersen. Aan het eind van de kleuterschool ontstaat er steeds meer vorm vanuit een onbewuste stroom Graag kleuren de kinderen met veel verve de hoeken en randen van hun tekening tot kleurig gevormde gordijntjes. Vanaf de eerste klas gaan we hier bewust gebruik van maken. Op de eerste schooldag mogen ze allemaal een rechte en een gebogen lijn op het schoolbord tekenen. De basis van alle vormen die later ook nodig is om de getallen en de letters uit te vormen, maar ook de vormen om hen heen. De geometrische vormen gaan de kinderen in de eerste klas al hanteren. Maar ook: op grote vellen papier, zo groot als hun tafel , tekenen de kinderen een cirkel ‘zo groot en rond als de zon’, met de tekenbeweging naar rechts en later naar links, wat ervaar je daar allemaal niet aan? Stromende vormen, het valt niet altijd mee om deze vormen binnen het gevoel voor verhoudingen op het papier te plaatsen. Daarom gaan we vooraf de vorm eerst bewegen om de uiterlijke vorm vanuit de beweging om te zetten tot gestolde beweging op papier. Het kan als volgt gaan: met de hele groep lopen we de vorm in de zaal met de leerkracht en later zonder leerkracht, dan wordt er met groot gebaar in de lucht getekend, met de voet over de grond, met de neus, in de zandbak (elke leerkracht heeft zo zijn eigen repertoire) tot het moment van de grote uitdaging: op het papier vanuit één beweging binnen de goede vlakverdeling. De melancholisch e kinderen aarzelen, willen het liefst voorzichtig in een hoekje met lichte druk de tekening maken. De flegmaat blijft oefenen en als het krijt over het papier gaat wil het almaar doorgaan over de vorm, tot er een harmonische duidelijke vorm staat. De cholericus heeft de vorm al met stevige druk op het krijt en papier getekend vóór de leerkracht is uitgesproken. Hij schiet ook nogal eens van het papier af door zijn daadkrachtig/trefzekere handelen. De sanguinicus wil graag met een vrolijke kleur de vorm met korte lijntjes sierlijk plaatsen en hoort de leerkracht zeggen : ‘vanuit één beweging, als een lange draad’. Het voorgaande laat al enigszins zien dat de leerkracht veel kan waarnemen aan een kind, hoe zit het in zijn vel? Voor het ondersteunen van een té eenzijdig temperament heeft Rudolf Steiner veel aanwijzingen voor specifieke vormtekenoefeningen gegeven. In de tweede klas gaan we spiegelen en spiralen tekenen in allerlei variaties. Nu moet het kind gelateraliseerd zijn. Linkeren rechterhersenhelften kunnen samenwerken, dit komt tot uiting in het dominant rechts (of links) schrijven, knippen etc. Spiegelende vormen laten zien of dit is gebeurd en onde steunen het proces. In de derde klas: vormverandering/ metamorfoses, spiegelen in drieën, vieren. In de vierde klas: de vertellingen uit de Noorse mythologie sluiten aan bij de Keltische en Longobardische vlechtmotieven. Dromend stromende vormen tekenen is er niet meer bij , wakkerheid! wordt gevraagd bij het vlechten van de lijnen die elkaar kruisen. Op de eerste schooldag van de vierde klas had ik een zeer ingewikkelde vorm op het bord staan. De kinderen keken er met ontzag naar, Toen ik ze vertelde dat zij dat ook zouden Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen gaan tekenen, ging er groot protest op: “véél te moeilijk!” Binnen vier lessen zou het lukken beloofde ik ze, als jullie allemaal héél goed opletten. “Wie gaat de uitdaging aan?” Aarzelend werden vingers opgestoken. Eerst gingen we heel eenvoudig een lemniscaat vlechten. dat ging zo goed dat we het vlechten konden uitbreiden. Langzaam werd de vorm opgebouwd. De vierde week werd de vorm helemaal voltooid. de laatste zwoegers werden door de anderen nog wat geholpen met ‘over-onder-over-onder-overonder...’, want natuurlijk schoot dat ene lijntje er toch nog wel eens overheen terwijl het onder de kruisende lijn door moest... We hadden ons doel gehaald, de hele klas was supertrots op elkaar toen alles achter in de klas opgehangen was en ieder het op zijn eigen wijze had uitgevoerd. In de vijfde klas gaan we nog door met de vlechtmotieven en tekenen we motieven uit de geschiedenisperioden. Griekse randen die op vazen en sieraden zijn gevonden. Egyptische patronen uit de versieringen uit de tempels etc. ook een grote rol gespeeld bij de afwerking van de vormen, maar bij de meetkundige figuren kunnen de kinderen alles wat ze geleerd hebben vervolmaken tot fraaie afbeeldingen in prachtige kleurschakeringen. Om terug te komen op het antwoord van de beginvraag is misschien nu wel duidelijk geworden dat met al het oefenen vanuit de grote beweging (lopen in de zaal) naar het kleine toe (precieze meetkunde) en uiteindelijk op papier (kan ook in klei) de kinderen een hele weg door de vormenwereld lopen. Ze oefenen en beleven er intens veel aan: • Bij het tekenen van de vormen kun je het ‘midden’ steeds sterk ervaren, boven en onder, links en rechts: de tast- en bewegingszin wordt aangesproken. • Zoeken naar de juiste verhouding; de evenwichtszin. En overal moet je wilskracht inzetten om de vorm te doorgronden en moedig op papier te plaatsen om tot eindresultaat te komen. • Het ritme: in de stromende vormen als levensstroom, de levenszin, werd het etherlichaam aangesproken. Een serieus vak dus! In de zesde klas komt het op precisie aan. Van vormtekenen uit de hand gaan we nu over naar meetkundige figuren. Liniaal, passer en potlood worden gebruikt. De kinderen vinden het heerlijk om nu alles ‘kloppend’ te krijgen. Het kunstzinnige aspect heeft alle jaren Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 7 8 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Column Ritme en Regelmaat door Peter Josemans Hoe leuk…, deze twee woorden als titel boven een stukje over ritme en regelmaat! Als klein kind begin je het na enige tijd te beseffen: dingen komen terug, gaan zich in de tijd herhalen, er wordt nagedacht over de inrichting van het leven. En jij bent daaraan onderhevig. Het principe van deze twee ‘R’-woorden (aangevuld met de derde van Rust) werd –zo ik me kan herinnerenvaak ook graag als moraliserend opvoedkundig principe gedeclameerd. Op tijd naar bed dus! De spannende dingen in het leven echter, leken zich buiten dit geroemde principe af te spelen. En ik moet nu ook even denken aan onze jongste zoon, die - als student- een uiterst spannend leven leidt zonder dat de drie R’en ook maar in de verste verte te bespeuren zijn. Maar dat was in de kindertijd ook zo: ritme en regelmaat waren saai! Mijn moeder waste op maandag. Met behulp van een open elektrisch aangedreven waskuip, koken, spoelen en mangelen. Met houten tangen en dampende pannen op het fornuis. Dat duurde de gehele ochtend. Ik stond dan buiten, bij het putje waar het waswater in verdween te kijken en te genieten van de warmte. Ach, ik ga niet alle dingen opnoemen, het poetsen van het koperwerk, de schoenen, het dweilen en zwabberen, het vouwen en strijken…, alles in tamelijk vaste regelmaat. Wie er allemaal op gezette tijden door de straat of aan de deur kwamen? We kenden ze allemaal, hun paarden, karren ,wagens…, hun stemmen en bellen: de groenteboer, de melkboer, de bakker, de eierboer (met kaas), de voddenman, de visboer, de borstels- en garenman, de kolenboer, de petroleumboer en soms ook de orgelman. Als kind van vier heb ik –voor mijn eigen gevoel tamelijk bewust- een handjevol taxusbessen gegeten. Van een bekende struik op de hoek van de straat, tevens de eindgrens van mijn leefgebied: ‘Niet de hoek om!’ Gevolg was dat ik ernstig ziek werd en op een andere manier bijna het hoekje omging. Na een duistere periode van uitzweren, was ik er tenslotte overheen, maar was ik dusdanig verzwakt dat een periode thuisblijven (van de kleuterschool) volgde om weer aan te sterken. En toen, in de eenzaamheid van het bestaan die ik samen met mijn moeder meemaakte, heb ik de weldadigheid van de drie R’en leren waarderen. Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 9 Column Weerzien met mijn klas door Anne Vellinga Het is tasten in het donker naar het juiste huisnummer van het etentje. In de bocht zien we een vuur oplaaien in een achtertuin en horen dat onweerstaanbare feestgemurmel dat we op de toneelschool moesten zien te bereiken met ‘rabarberrabarber’ en ‘appelmoesappelmoes’. Ik gloei voor ik er ben. Het tuinpad knerst, de voordeur zwaait open, een klein jongetje en een vlotte atleet met eendagsbaard en zwarte bril staan in het licht. Het kleintje herken ik vaag, de grote duidelijk niet. ‘Anne! Je bent er!’ De atleet blijkt gevoelige antennes te hebben. ‘Ik heb bij juffie Zuidema in de klas gezeten. Ik ben de-man-van en dit is ons zoontje.’ Laat de-man-van nou het charismatische jongetje zijn dat we met het complete docententeam menigmaal besproken hebben vanwege onbesuisd gedrag. Dat vindt hij een leuk verhaal. Lachend loodst hij ons door de gang langs een eetkamer met gedekte tafels als in een restaurant, de keuken door waar een kokkin in alle pannen tegelijk roert en dan de koude buitenlucht weer in. Over hobbelgras bereiken we het kampvuur waar grote mensen genoeglijk met elkaar staan te klinken. Zo’n moment dat de laatste zich een vreemde eend in de bijt en een kat in een vreemd pakhuis voelt. Kat en eend krijgen geen kans. ‘Anne!’ Tienstemmig enthousiasme waar geen Herman van Veen met zijn baby tegenop kan. Mijn hart spat uit elkaar, ik ben terug in de tijd dat zij mijn grootste liefde waren, kinderen van 6,7,8,9,10,11,12. Zes jaar waren ze mijn kinderen. Nu zijn ze zowat middelbaar, dat is niet waar, want wat ben ik dan zelf? En wie is wie? Ik ben blij met het kampvuur als brandpunt van ontmoeting, zo hebben we allemaal tijd nodig om te zien wie schuilt in het schaduwspel van levend vuur. Het is goed dat een mens een stem heeft, die verandert nauwelijks. Ik hoor Marieke, Koen, Esther, Joyce, Hannelore, Stephan, Hans Rochus, Onno, Lukas, Natascha, Judy, Marije en er zijn er nog meer… en dan die beroepen! Die zaten er toen al in: schooldirectrice, verzekeringsman, huisarts, ICT-er, acteur, cameraman, filmer, danser, fysiotherapeut, nog een arts, nog een cameraman, nog een acteur, maar die is er niet – is dit een film? Uit de keuken klinkt een roep, we mogen naar binnen! Geruislozer en sneller dan weleer nemen we plaats aan een van de gedekte tafels. Ons gastpaar vertelt met soepele gebaren dat er drie gangen zijn en dat we na elke gang met ons bestek van plaats moeten wisselen. We beginnen met een amuse waarvan niemand weet hoe die de mond in moet, een groot uitgevallen blauwe pruim of tomaat waar van alles in en om zit. Dan blijkt dat we in het bos hutten gebouwd hebben, toneelstukken hebben verzonnen, circus hebben gespeeld, liedjes gezongen zo vals als de nacht en zo helder als glas, we kennen elkaar van haver tot gort, ieder neemt tot zich op eigen manier, in brokjes, likjes, hap… heerlijk! Wat een kokkin! Verhalen komen los, verbaasd en weemoedig, verheugd enthousiast. Hoe de school begon in het bos en groeide van gebouw naar groter gebouw tot heel 10 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Anne was, met juf Jaant Loos, de eerste leerkracht aan onze school, van 1974 tot 1981. Ze schrijft al tien jaar columns voor het Noordhollands Dagblad. Daarnaast heeft ze een eigen weblog (www. annevellinga.nl) en schrijft ze gedichten, korte verhalen en romans. Blog: www.annevellinga.nl Recent is haar debuutroman ‘Sophie – Genius Loci’ verschenen. Nijmegen erop zat. Het gaat verder dan anekdotes. Er is aanwezigheid in elke herinnering, geen vlakke praatjes, geen praten over, dit is een beleving waar ik kippenvel van krijg, ons samenzijn blaast zelfs de doden leven in… Het wisselen van plaats is nog niet zo simpel. Aan de volgende tafel zitten we met dezelfde groep. Lachend husselen we ons door elkaar tot iedereen anders zit. Behalve mijn man. Jawel, die is mee. Hij zit geworteld met steeds andere persoonlijkheden om zich heen en amuseert zich opperbest. We zouden om half negen terug naar Hoorn voor de verjaardag van buurman, het is twee uur voor we thuis zijn. Het hoofdgerecht wordt opgediend in drie tazjines, vis, vlees en vegetarisch, daarbij saladeschotels als schilderijen. Het kan niet op. Aan onze tafel komt het gesprek op meisje/vrouw die er vanavond niet bij is. Met een typerend voorval wordt ze herinnerd, de keer dat zij op 1 april voor juf speelde achterin de klas, iedereen Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen achterstevoren op de stoel. Stilte valt. We missen haar. Begrijpen haar. Woordloos. En dan gebeurt het wonderbaarlijke. In de schaal van aandacht wordt geput uit eigen ervaringen waarin het leven naar binnengericht was om uitdagingen het hoofd te bieden. Het leven is niet zo gladjes als het soms lijkt aan de buitenkant. Ik smelt van de openheid, luistervaardigheid en het vertrouwen. Dit zijn de kinderen die voor altijd in mijn hart zitten, dit zijn de mensen die elkaar voorgoed in hun hart dragen. Mijn hart waaiert almaar wijder open. Tijd voor de volgende wissel. Het toetje komt vlammend binnen, ijs met vuurwerk. Nu zit ik naast een man met ogen die niets ontgaan, de ogen van het jongetje dat zo broos en transparant was dat hij wekelijks in een warm bad met honing moest om steviger te worden. ‘Ik heb je boek bijna uit.’ Hij kijkt me aan als een wijze vader zijn dochter die net bevallen is. Mijn hart bonst. ‘Ik lees niet vaak romans en ik moest er even inkomen, maar ik ging door omdat jij mijn juffie was. Ineens zat ik er helemaal in en ik vind het prachtig, zo mooi en echt ongelooflijk knap hoe de geest van het ene hoofdstuk naar het andere overgaat, heel mooi geschreven. Ik leer er ook nog van, de enigma’s van Herakleitos…’ Mijn hart zet wereldomvattend uit. Ik houd van iedereen die ooit heeft bestaan en zal bestaan. Het is tijd om te gaan. Het gastpaar begeleidt ons naar de deur met een uitsmijter. ‘Nog wat leuks Anne. Ons zoontje was toch zo benieuwd naar de juffie van mama. Hij stond bij de deur om haar niet te missen. Toen iedereen binnen was, kwam hij teleurgesteld naar me toe ‘ik dacht dat jouw juffie kwam!’. Ik wees naar jou. ‘Die??? Maar die is even oud als iedereen!” Ik vouw mijn hart naar binnen en tel mijn zegeningen. Anne Vellinga www.annevellinga.nl Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 11 12 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Liefdewerk Oud Papier Iedere maand weer.... door Monique Coffeng (moeder van Okke en Puck) Ritme en regelmaat (het thema van deze Branding) klinken wat star en strak. En tja, er zijn van die onopvallende dingen die iedere maand weer terugkomen. Maar dat hoeft zeker niet vervelend te zijn. Elke maand wordt er namelijk door een aantal ouders heel wat kilo’s oud papier verstouwd. En die stille werkers leveren daarmee een flinke financiële boost waar de school leuke dingen mee kan doen. Wist u dat bijvoorbeeld de boerderijschool voor de 3e- en 4e-klassers helemaal door oud papier geld wordt bekostigd? Zo zijn er meerdere initiatieven die worden ondersteund. In Nijmegen heeft de gemeente de inzameling van oud papier uitbesteed aan vrijwilligersorganisaties. Sportverenigingen, muziekverenigingen, scholen etc. kunnen zo extra bijverdiensten genereren. De DAR (het Nijmeegse vuil- en afvalverwerkingsbedrijf) zorgt voor de vrachtauto’s en de chauffeurs, de verenigingen leveren de mensen die achter de vrachtauto’s lopen en het papier inzamelen dat langs de straten staat. Onze Vrije School Meander is één van die vrijwilligersorganisaties. Met een flinke ploeg (± een poule van 25 ouders) halen wij in twee wijken in Nijmegen maandelijks oud papier op. Die wijken zijn: de Archipelbuurt (de wijk achter onze schoollocatie op de Groesbeekseweg) en een deel van de Wezenhof. Er is voor iedere wijk één vaste ophaaldag in de maand. Elke maand gaat het ophalen door: ook in de zomervakanties (en ook tijdens de Vierdaagse) en in de Kerstvakanties. Heel regelmatig dus... Onze school heeft veel profijt van deze inzameling. De opbrengst van de inzameling gaat naar de Stichting tot Steun van de Vrije School Meander. De opbrengst is ± 550 euro per maand voor de twee wijken (± 2,3 cent per kilo). Dat is ± 7.000 euro per jaar. Niet alleen de opbrengst is leuk, er zijn ouders die de ophaalavond zelf ook als prettig ervaren. Een sociale ontmoeting met andere schoolouders, het gezamenlijk werken aan een doel, een sportieve activiteit. Kortom, voor ieder is er wel wat uit te halen. Als coördinator van de Archipelbuurt besluit ik ook eens een avond mee te lopen. Al een aantal jaar coördineer ik de Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen ‘mannen’ en een enkele vrouw (en vooral mijn eigen man die als vliegende keep iedere maand meedraait) en bestook ik ze met e-mails en sms’jes (“ben je op tijd”, “kun je wel komen”, “kun je invallen”, etc.). Maar echt meegelopen heb ik zelf nog nooit. Om strak 18.00 uur staan Arnoud en ik voor de schooldeur. DAR-chauffeurs en andere ophaalouders begroeten, fluorescerende hesjes aan, rekken en strekken, even een fotootje maken, en als iedereen er is: daar gaan we! Vol enthousiasme hang ik aan de kar, met z’n tweeën staan we op het plateautje, op naar de eerste bulk papier. Ja, en dan is het gewoon lopen, bukken, door de knieën, dozen pakken en met een stevige armzwaai het papier de wagenbak in kieperen. De DAR chauffeur houdt ons met z’n achteruitkijk-camera goed in de gaten en zodra hij ziet dat de bulk papier weg is, trekt hij op naar de volgende stapel. We lopen met z’n drieën achter de wagen en soms botsen we, in onze focus op papier/wagen, tegen elkaar aan. Toch lopen we snel weer verder en na een kwartiertje hebben we ons ritme gevonden. En dan gaat het eindeloos door met lopen, bukken, door de knieën, dozen pakken en met een stevige armzwaai het papier de wagenbak in kieperen... Na ruim twee uur is de klus geklaard en met zware benen op de fiets (dit zie ik maar als aftrainen) naar huis. Volgende maand weer... Er zijn ALTIJD en dus heel REGELMATIG nieuwe ouders nodig ter aanvulling op de poules. Heb je interesse om een bijdrage te leveren? Meld je aan bij Frank van Groenendaal, oudpapiercoördinator 024 354 05 96. Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 13 Kinderen in de natuur Het technieklandje: toepassingen van en in de natuur door Herman Beeren De (vijfde) klas van Peter Josemans gaat elke twee weken met de fiets naar de Ooijpolder om daar in het natuurontwikkelingsgebied ’t Zwanebroekje zich bezig te houden met allerlei opdrachten, variërend van hoe maak ik een regenmeter tot het bouwen van een schuilhut met behulp van wilgentakken. De plek is ’t Technieklandje gaan heten en is een initiatief van Pjotr Timmerman en consorten. Pjotr kennen we al van allerlei andere groene initiatieven op de vrijeschool We willen Pjotr in de volgende Branding aan de tand voelen over dit mooie project. Vooruitlopend op dit voornemen is hier een kennismaking met het gebied… ’t Zwanenbroekje is een particulier initiatief, omstreeks 1992 gestart, waarbij landbouwgronden worden omgevormd naar natuur. Bij de inrichting van het gebied wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke variatie passend bij het landschap, zodat zoveel mogelijk planten en dieren zich hier thuis voelen. Het gebied is een onderdeel van de ecologische verbindingszone door de Ooijpolder tussen de stuwwal bij Nijmegen en de uiterwaarden langs de rivier de Waal. ’t Zwanenbroekje werkt samen met het IVN, vereniging voor natuur en milieu-educatie van het Rijk van Nijmegen. Bij elkaar een lengte van ongeveer 1200 meter. In de Ooijpolder waren vroeger veel meer heggen. Door de introductie van het prikkeldraad, de rationalisatie van de landbouw en ruilverkavelingen zijn veel heggen verdwenen. Aanleg van heggen draagt bij aan de door ’t Zwanenbroekje nagestreefde biodiversiteit en aan de aantrekkelijkheid van het landschap. Delen van de heg zullen gevlochten worden als veekering. Natuurwaarden Zeer schoon water uit de bronnen op de stuwwal, dat voorheen in het riool verdween, stroomt via een duiker Ecologische verbindingszone: ‘t Zwanenonder de weg naar het gebied en door een moeraszone broekje als stapsteen naar het Meertje. Er zijn vistrappen aangelegd zodat De ligging van ’t Zwanenbroekje tussen de verkeersweg trekvissen vanaf de Waal de bovenloop van de beken en het Meertje is strategisch. Beide vormen een geduchte kunnen bereiken. Er zijn poelen en waterpartijen barrière voor dieren die zich willen verplaatsen van de gegraven voor amfibieën en andere waterbewoners. De stuwwal naar de polder of omgekeerd. Er zijn technische oever langs het Meertje is zodanig ingericht dat vogels voorzieningen getroffen om de doortocht mogelijk te en vissen er makkelijk kunnen schuilen, nesten maken maken, zoals tunnels voor kleine zoogdieren, zoals de of paaien. Er is een griend en er zijn hagen geplant van Das en natuurvriendelijke oevers. De aanwezigheid van inheems materiaal, waarin vlinders, andere insecten ’t Zwanenbroekje als leefgebied en stapsteen maakt het en vogels voedsel en schuilplaatsen vinden. Kleinere dieren aantrekkelijk hiervan gebruik te maken. zoogdieren vinden hier dekking bij hun omzwervingen en overwintering. Er zijn takkenrillen gelegd en er is een Uitbreiding van ’t Zwanenbroekje broeihoop opgeworpen om ringslangen te lokken en Sinds december 2008 is het Natuurontwikkelingsproject ’t in het terrein te krijgen. Libellen maken gebruik van de Zwanenbroekje uitgebreid met een rietmoeras langs het poelen en sloten om hun eitjes af te zetten. Grenzend Meer en met natte graslanden aan de oostzijde van de aan de natte, soortenrijke graslanden is een groot beek, naast het wandelpad naar het voetgangerspontje rietmoeras aangelegd ten behoeve van de Roerdomp en over ‘t Meertje . Het gaat om het herstel van de vroegere de grote Karekiet. situatie. Het is de bedoeling langs de west-, zuid- en oostrand van de nieuwe graslanden een heg te planten. Doelgroep Wandelaars en natuurliefhebbers kunnen het natuurgebied in ogenschouw nemen vanaf het openbare wandelpad dat dwars door ’t Zwanenbroekje naar het pontje loopt. Ook vanaf de witte voetgangersbrug bij de havo, de Landbouwweg, de Dijkgraaf van Wijckweg en de Persingensestraat is het gebied goed zichtbaar. Met name het wat hoger gelegen rivierduin bij het kerkje van Persingen, gelegen aan de noordoever van ‘t Meertje biedt een fraai uitzicht op de plassen met vogels en de achterliggende graslanden van ‘t Zwanenbroekje. 14 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Financiën ‘t Zwanenbroekje is een particulier initiatief, zonder winstoogmerk. Het heeft geen eigen inkomsten. Het beheerwerk wordt verricht door vrijwilligers uit de gemeenten Ubbergen en Nijmegen en leden van de werkgroep Praktisch Natuurbeheer van het IVN- Rijk van Nijmegen. Onder begeleiding wordt het gebied bezocht door groepen belangstellenden. De educatieve doelstelling wordt met name gediend door het werk dat leerlingen van scholen uit de gemeente en uit Nijmegen verrichten (basisscholen, maatschappelijke stages). Waar ligt het? Het terrein ligt tussen de rijksweg N325 lopend van Nijmegen via Beek naar de grens met Duitsland en het afwateringskanaal Het Meer, ook wel ’t Meertje genoemd. De rijksweg loopt aan de voet van de stuwwal Nijmegen – Kleef. Het gebied is gelegen in de Amersfoortse coördinaten X-190400 –190600/ Y-427800 –428100. Het terrein, ongeveer 27,3 hectare groot, bestaat uit een aantal aaneen gesloten weilanden. Door het terrein lopen twee beken die water vanuit de zuidelijk gelegen stuwwal naar Het Meer afvoeren. Het gehele natuurgebied is ‘t Zwanenbroekje genoemd naar het eerste weiland dat in 1992 werd verworven. Echter van oudsher worden de verschillende weiland in de Ooijpolder met veldnamen aangeduid. Deze namen zijn in de gehele Ooij aan de toegangshekken van de weiden te zien. Zo is na de eerste weide het gebied geleidelijk uitgebreid met een aantal weiden met elk een eigen naam. Vanuit het meest westelijke deel komen we in oostelijke richting gaand dan de volgende weilanden tegen: Geerhoekje, Zwanenbroekje waardoor de westelijke beek stroomt, Haverkamp, Eerste Hoge Wei, Tweede Hoge Wei, Achterse Aarland en Grote Kopsekamp. Dan stuiten we op de oostelijke beek en het wandelpad door het terrein naar het voetgangerspontje over Het Meer. Oostelijk hiervan liggen de terreinen Voorste Aarland met Eerste en Tweede Langkamp, daarnaast liggen de meest oostelijke terreinen te weten de 5e, 4e , 3e en 2e Spraeheuvel. Alleen de 5e Spraeheuvel behoort tot het natuurontwikkelingsproject. Geomorfologie Een groot deel van het terrein is weiland. Een deel ervan Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen wordt begraasd door vijf tot zeven exemplaren van het runderras Rode Geuzen. Een ander deel van het terrein wordt begraasd door schapen. Het gebied is een rivierkomgrondgebied. Grote delen ervan staan in herfst en winter onder 5 tot 10 cm water. In het gebied bevinden zich een aantal verschillende landschapselementen. Dit zijn: • moerassen met geleidelijk aflopende oevers en rietstroken Deze moerassen zijn in december 2008 gegraven. Zij liggen tegen het Meer aan in het noordelijke deel van de terreinen ten oosten van de Haverkamp. Een deel van het materiaal van de afgraving is gebruikt om enkele verhogingen van 1,5 - 2 meter hoogten aan te leggen. • weilanden: vooral in het midden en de zuidelijke delen van de terreinen • sloten en laagten. Een aantal noord-zuid lopende sloten zijn verbreed, waardoor een natuurvriendelijke oever is ontstaan met een moerasvegetatie. Daarnaast lopen een aantal sloten oost-west door de terreinen. Van oudsher vormden deze sloten in de meeste gevallen de afscheiding tussen de verschillende weilanden waaruit gehele gebied is gevormd. • poelen. Gelegen in de terreinen Geerhoekje, Zwanenbroekje en Haverkamp. Deze zijn in 1995 gegraven. Eén van de poelen in het weiland ’t Zwanenbroekje is in november 2009 aangelegd speciaal voor educatieve doeleinden; de oever ervan is in november 2010 opnieuw geëgaliseerd. • verhogingen van 1,5 tot 2 meter hoog van verschillende grootten, te weten 2 bij 2 meter tot ongeveer 50 bij 5 meter . Het materiaal is afkomstig van de uitgegraven poelen en moerassen. • drie takkenrillen, twee noordzuid en één oost-west georiënteerd. Deze zijn geleidelijk gevormd uit het snoeihout van de struwelen en bomen van het gebied. In het terrein zijn naast de weidegebieden de volgende vegetatietypen te vinden: • moeras- en oevervegetaties: in de noordelijke gebieden nabij Het Meer • rietvelden: vooral in de noordelijke gebieden nabij Het Meer en langs de sloten; • struwelen. Een struweel in het zuidelijke deel vooral bestaande uit meidoorns en wilgen. Twee noord-zuid lopende struwelen onder andere bestaande uit twee tot drie meter hoge meidoorns, rode kornoeljes en sleedoorns. • een haag, ongeveer 1 meter hoog van in elkaar gevlochten meidoorns en verschillende solitair staande bomen hoger dan 4 meter.. Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 15 - Advertenties - 16 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat De enquête: een bloemlezing… door redactie Branding Voor het eerst in haar geschiedenis heeft de redactie van de Branding in samenwerking met de beide schoolbesturen een lezersonderzoek gehouden. We hadden het ook een tevredenheidsonderzoek kunnen noemen, maar daarmee zou het een te passief karakter krijgen. De Branding wil geen krant zijn die verkocht wordt aan een lezerspubliek, dat eenzijdig consumeert wat het blad voorschotelt. Het blad is een krant van, door en voor iedereen die het vrijeschool-onderwijs een warm hart toedraagt. We mogen ons gelukkig prijzen met de relatief hoge respons (rond de 400), maar eigenlijk meer nog met de vele opmerkingen, suggesties, originele en andere bevlogen reacties, die zonder uitzondering veel betrokkenheid verraden bij het wel en wee van de vrijeschool in het algemeen en die van de schoolkrant in het bijzonder. Of ze nou lovend, positief, kritisch of in enkele gevallen ronduit negatief waren, die reacties, ze waren steeds opbouwend. 71% vindt dat de Branding moet blijven. Daar zegt de helft van dat het in een vorm moet zijn ze aan blijft spreken. Het is aan de redactie om uit die stortvloed aan antwoorden een nieuwe koers uit te zettten. Waarheen drijven de golven van de Branding in een tijd waarin de samenleving in een steeds rapper tempo verandert, zichzelf vernieuwt, maar tegelijk steeds meer onderhevig is aan spirituele verarming. We zijn natuurlijk maar gewoon een schoolkrant en we hoeven geen hoogdravende vergezichten te schilderen. De Branding wil wel een baken zijn in een woelige zee, met een eigen identiteit, middenin de tijd van nu. ik b e Bra n verh e ndi ng ugd da keer de l t de m a schr eer o ver atste tw i j f t d . Vo soor ee t n e an them new-a d het troposo t g scho a’s) en e blad eveel ee fie n ( ol a v o fsta nd h ook do o e a t n v ; oud er v r de an d er v a Mea e nde n kind r (ere n) o p vragen filosofische rubriek met r stellen bv pe aan kinderen klas. ) op ind(eren ouder van k Meander meer o pe ouders n ervaringe n van /leerli n teveel propag gen. Het is an kritisc he not da. Ik lees en.. geen leerlin g op K GC Ik zou het fijn vinden als ouders meer uitgenodigd en aangemoedigd worden om hun mening te geven over dingen We komen er zeker nog op terug. ouder van kind(eren) op De volledige uitslag staat binnenkort online op www.branding-nijmegen.nl Meander ft, is a k i a ng, sa d van het itstrali u saaie u ant de inho sant. w es r e e e td jamm lf is wel int r wel da maar r e e t z e o -t t, boekje Ik roep g mij beval oen. Ik op KGC halen. n d i r d o ek ver eur en (eren) n o e d t v n s i s n Bra t e k e b m i e an Ik lees direct zelf n ng en n boez ouder v de Bra wil er r de Brandi e en n eige ke leven van dilemma i d n n i g a e g d e evoel d h . erkelij en van waard ullie er ener Dank je at alle ing al erg l t het w ng , het del roeiprocessen ver j i i a . s s t n u . n a a e g M l d k e j e i e i e n j o t g n n d s e i bli h i s e k k t l n e g l i i e b nder er vo het ik heb aran arin iteit schoo ere erv t een transp ituaties niet m en zijn bijn orbij gekom creativ d n a eer av en va s en .q. s tstaa wel. GC m n de opvoedi zo de behoef an school af oor on van zaken c ken hebben K d p r o e i ) n t H e e a eer in g et eren de ma . Ik zou de aan verdiep n e gang aal mee te m geven in h g kind( i t n s a a a a B i l l v n t n l e g randi een bi schap g ouder e allem kunn ijwilli antrop nnen schoo pij willen zi ng wat waar w loot zouden spelen en vr jke l. Ik m en en osofie b eli rt ni en is je je al en ons n open kaa eden. Mens eb s (sym maatschap de link tus et a h h v k t j r i a e l sen pij pa hedend cw eite kad n de f ent ouder et hool, wat aagse thiserend) , hoe verhou a v n e c antrop dt maats dit mi sc del os van do ch jn je met een ouders persoonlijk appij? Maar oof t.o. de erhalen ool, wat doe je , wat voor ool, v e zoek h m en kin r c o s sch isschie o toc met de d je met chool v at mis je op aan s e d Brand eren daar ge ht en hebben n is t je n veel ou i e beteke heeft ze ??? W en wat mis ders v ng, ik weet n last van. andere l l e i an jon z Succe hebben functi je anders w etc s gere k eker dat er . u er o t z s nog indere o t o a w n hier het r n i n veel aa ouder vakke GC n van k n) op K e r ind(er e ( d en) op n kin KGC der va u o Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 17 Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen Ingezonden stuk Ritme en regelmaat door Hennie de Gans-Wiggermans Lang geleden volgde ik de opleiding voor kleuterleidsters. Tegenwoordig wordt dat studeren genoemd, in die tijd volgde je een opleiding. What’s in a name? Het was een gedegen opleiding waar ik nog steeds de vruchten van pluk. Van wat ik heb onthouden is er één heel belangrijk: dat zijn de drie R’s van de Engelse pedagoge Margaret Ribble. Zij schreef in 1949 het boek ‘De rechten van de zuigeling’. Daarin stonden deze drie R’s voor de belangrijkste zaken bij de verzorging van jonge kinderen. Rust, reinheid en regelmaat. Ritme kan hier aan toegevoegd worden, maar zit eigenlijk al in regelmaat. Hoewel deze begrippen nu vaak in een ander jasje worden gegoten, zijn ze nog steeds heel belangrijk. In de peuter- en kleutergroepen van de Vrije school worden ze nog altijd gehanteerd. Alles in het leven is ritmische beweging. Alles herhaalt zich in een vast patroon met bepaalde rustmomenten, overgangen en pauzes. Deze pauzes zijn er niet voor niets, maar maken de overgang van de ene naar de andere beweging mogelijk en bereiden die voor. Tijdens die rustpauzes gebeurt er iets. Voorbeelden van ritmes zijn: de ademhaling, het kloppen van het hart, de golfslag van de zee, de seizoenen en de jaarfeesten. Natuurlijk zijn er nog veel meer voorbeelden van een ritmisch verloop. Hoe ritmischer ons leven verloopt, des te harmonischer en evenwichtiger we ons voelen. Voor de ontwikkeling van kinderen is een geregeld leven van het allergrootste belang. De regelmaat in de dagindeling kunnen rust geven in een groep, maar ook in jezelf. Het fysieke lichaam Zoals eerder gezegd bestaat het hele leven uit ritmes. Ons fysieke lichaam is een ritmisch systeem. Als daar iets in verstoord wordt, worden we ziek. In deze tijd wordt door alle technische hoogstandjes vaak gedacht dat men alles zelf kan besturen. Maar toch worden we elke keer weer ingehaald door natuurlijke factoren. Nog steeds kan men niets doen aan het weer, dag of nacht en de behoefte van de mens om te slapen. Eigenlijk zonde van de tijd die nachtrust. Sommigen zeggen aan een paar uur slaap genoeg te hebben, maar storten na een aantal jaren in. En moeten vervolgens heel lang uitrusten om weer gezond te worden. Dit is vaak één van de redenen waarom mensen tegenwoordig geconfronteerd worden met de meest uiteenlopende ziektes. We denken dat alles rationeel is op te lossen, maar ons fysiek lichaam roept ons een halt toe als ons ‘ik’, ‘astraal-’ en ‘etherlichaam’ opgebruikt zijn. Om het dan weer in orde te krijgen en op het goede spoor te krijgen, vergt heel veel tijd en therapie. Dat is niet altijd meer mogelijk. Kleine kinderen hebben al deze voorgenoemde omhullingen nog niet. Bij de geboorte van kinderen is fysiek alles aanwezig, er komt niets meer bij (zoals bijvoorbeeld een hand, oog of nier). Het moet alleen nog uitgroeien. Het etherlichaam of zoals het ook wel genoemd wordt het levens- of gewoontelichaam moet nu gevormd worden. Dit gebeurt in de eerste zeven jaar. Alles wat een kind in deze jaren ziet, doet en meemaakt vormt dit etherlichaam. Het leven bestaat uit vele ritmes, de vorming van dit ether- of levenslichaam is daarom gebaat bij ritme. Dit kan in het dagelijks leven ervaren worden. Alles wat je in een bepaald ritme doet kost minder energie. We kennen een jaar-, maand-, week- en dagritme. Kinderen zijn nog druk bezig hun fysiek lichaam op te bouwen. Maar ook zij worden al geconfronteerd met de hectiek van de samenleving. Zij hebben die drie R’s nog veel meer nodig, dan de volwassenen. Tijdens welke vakantie dan ook, zijn kinderen uit hun gewone doen. Wij proberen dan leuke dingen met hen te doen en zijn teleurgesteld als de kinderen hier niet altijd enthousiast over zijn. 18 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Hennie was in de tachtiger en negentiger jaren kleuterleidster aan de Nijmeegse vrijeschool. Zij heeft in die tijd in de Branding veel artikelen geschreven over haar ervaringen met de peuters en de kleuters, waarin ze altijd op levendige en betrokken wijze de verhalen wist te koppelen aan haar pedagogische inzichten. Tegenwoordig schrijft Hennie boeken met kinderliedjes, versjes en verhalen, gericht op de praktijk van kinderdagverblijf en het kleuteronderwijs en levert ze opnieuw geregeld bijdragen aan de Branding. Boeken: De opvoeding van het kind Rudolf Steiner Mag ik ook? - Hennie de GansWiggermans Website - www.henniedegans.nl Door ritme worden we wakker In de zomer doen we de dingen anders dan in de winter. Alhoewel met de centrale verwarming echte winter- en zomerkleding soms door elkaar worden gehaald is het nog altijd fijn om zomers zonder jas te mogen lopen. Kinderen willen dit al als ze zien dat op een winterdag de zon schijnt. Wij zijn er dan om hen gereserveerd voor de zondag. Welk kind heeft tegenwoordig Eigenlijk willen ze gewoon wat ze nog zondagse kleren? Ook de altijd doen. Daar voelen ze zich kachel ging rond die periode uit veilig bij. Natuurlijk kan dat niet en verdween naar de schuur. altijd, maar proberen zo dicht Kinderen leefden wat dichter bij mogelijk bij het ritme van de dag de natuur en maakten mee dat de te komen helpt hen en ook de tuin weer in bloei kwam en keken opvoeders om een harmonisch uit naar de tijd dat de aardbeien geheel te krijgen. rijp waren. In de Dit kan al beginnen Kinderen willen eigenlijk gewoon doen wat ze altijd kinderopvang, in de weekenden. de peuter- en doen. Daar voelen ze zich veilig bij. Dat kan niet Uitslapen is iets altijd, maar proberen zo dicht mogelijk bij het ritme kleutergroepen voor pubers en kunnen we van de dag te komen helpt hen daarbij volwassenen! hier veel aan Kleine kinderen doen, maar kunnen niet niet alles. Alles voor te doen hoe dat moet. Als wij uitslapen. De avond ervoor later wat ritmisch verloopt, geeft de kinderen het goede voorbeeld naar bed helpt niet, maar levert bevrediging, versterkt en ontspant. geven weten zij wat ze moeten alleen de volgende dag een Wie goed oplet zal merken hoeveel doen. Bij regen trek je regenkleding vermoeid kind op. Wat tijd doet dingen kinderen vanzelf ritmisch aan, ‘s zomers je sandalen en ‘s aan kinderen is goed te zien aan het doen. Vooral in hun tekeningen winters je dikke jas. Kinderen zelf wisselen van zomer- en wintertijd. kunnen we dit goed zien. Al het laten kiezen wat ze aan willen is Een uurtje later of vroeger merken bovenstaande maakt duidelijk daarom een onmogelijke taak we vaak ook bij onszelf, maar waarom muziek, liedjes, versjes, voor hen. Zij weten nog niet wat vooral bij de kinderen. Dus ook kringspelletjes, maar vooral alle goed is, maar moeten dat van ons in het weekend op de gewone vormen van ritme zo belangrijk leren. Is kleding nog duidelijk voor klok op en dan iets meer tijd en zijn in het leven van kinderen in volwassenen, het eten wordt al aandacht voor het ontbijt is voor de groep. Maar zoals bij alles, ook moeilijker. Zomergroenten zijn het kinderen vaak al genoeg. Ook hier blijft de thuissituatie toch het hele jaar verkrijgbaar. Aardbeien hoeft er niet altijd geëntertaind allerbelangrijkste. Het is de moeite met Kerst, spinazie in de winter. te worden. ‘Quality time’ is er waard om weer in het ritme van de Toch hebben wintergroenten niet om zoveel mogelijk te doen, seizoenen te komen en te letten op zoals kool, wortelen enzovoort maar om in alle rust de dingen te bovenstaande dingen. We zullen hun waarde voor deze tijd. De kunnen doen en er te zijn voor merken dat het gezondmakend is voedingsstoffen in deze groenten de kinderen. Sommige kinderen voor de kinderen, maar ook voor hebben we juist in de winter nodig. komen op maandag vermoeid en onszelf. De zomergroenten hebben weer volkomen uitgeblust op school andere kwaliteiten. Door onze en hebben dan heel veel kracht mechanisatie wordt dit al snel uit nodig om daar weer hun ritme te het oog verloren. Het is er toch vinden. De maandag en de dag(en) allemaal, dus waarom zouden we na een vakantie, zijn de moeilijkste het niet kopen? Terug naar de dagen voor kinderen, maar vooral natuur staat hoog in ons vaandel, ook voor leerkrachten. Krijg de daar horen dus ook de natuurlijke kinderen die naar vader of moeder, voeding, kleding en verzorging bij. pretpark, sportgebeurtenis of familie en dergelijke zijn geweest, Ritme bevredigt, maar weer eens in het dagelijkse ritme. Het aantal kinderen dat uit versterkt en ontspant hun ritme is gehaald en nu weer in Ik kan soms met een beetje de groep moet functioneren wordt weemoed terugdenken aan steeds groter, met alle gevolgen vroegere jaren wanneer we in de van dien. Ritme zegt echter ook lente, meestal met Pasen, nieuwe dat er best wat mag veranderen. kleren kregen. De oude, alhoewel Zou dit niet zo zijn dan wordt het ze altijd een paar maten groter leven een sleur en slaapt men in. werden ingekocht en gemaakt, Door ritme worden we wakker, waren dan te klein geworden. maar blijft de regelmaat bestaan. Maar met Pasen liepen we in De seizoenen helpen ons hierbij. nieuwe kleren en die bleven dan Lees verder op pagina 20 Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 19 - Advertenties - “Om clown te zijn hoef je niets te leren, je hoeft alleen weer terug te halen wat je vroeger hebt afgeleerd.” Ton Kurstjens is sinds 1989 clownsdocent en professioneel clown. Tijdens zijn cursussen besteedt hij aandacht aan contact-clownen; zonder oordeel en met liefde voor de mensen het open contact met elkaar zoeken. • Voor het programma kunt U kijken op: Groenestraat 189 te Nijmegen www.clownerie.nl De cursussen zijn bedoeld voor volwassenen. Voor meer informatie kunt u een mail sturen naar [email protected] of bellen: 024-354 21 05 • • • Volledig assortiment vers lamsvlees, kalfsvlees, rundvlees, vakensvlees, kip / gevogelte, worst en vleeswaren; Het adres voor barbeque / fondue / gourmet; Goede parkeergelegenheid; Gevestigd naast ‘Ekoplaza’. tel: 024- 355 50 60 | email: [email protected] Openingstijden: maandag: gesloten dinsdag t/m vrijdag: 8.00 - 18.00 uur zaterdag: 8.00 - 16.00 uur WWW.DEGROENEWEG.NL 20 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Vormtekeningen Rubriek Antroposofie voor beginners De ziel door Frans Schobbe We noemden de ziel een tijdelijke bemiddelaar tussen het fysieke en de geest (zie de vorige Branding). Dat tijdelijke betekent dat de ziel sterfelijk is en bij dit leven hoort. Na de dood lost die ziel als het ware op in een eigen zielewereld. klas 1 klas 2 klas 3 Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen De functie van de ziel tijdens het leven is ‘verbindend’. Door de ziel kan de mens een verbinding aangaan met de wereld. Door de zielefunctie voelen we behagen en onbehagen, vreugde en verdriet, het is de zetel van ons gevoelsleven. De ziel is ook de bemiddelaar tussen de zintuigen en de innerlijke gewaarwording daarvan. Over de objectiviteit van de waarneming kan ik lange discussies voeren, maar dat elk mens op zijn eigen wijze interpreteert wat hij of zij waarneemt zal niemand willen ontkennen. Deze subjectiviteit van de waarneming is een functie van de ziel. Alles wat de waarneming oproept aan belevingen vindt plaats in de ziel. Ons innerlijk gevoelsleven is dus een ziele-leven. Maar ook met de geest heeft de ziel een relatie, bemiddelt zij. Dat wat vanuit de geest gedacht wordt, beoordeeld wordt, zal door de ziel met gevoelens van behagen of onbehagen worden begeleid. Tussen geest en lichaam staat de ziel en neigt ertoe de een of de ander sterker toe te laten in het leven van alledag. De ziel is ofwel meer gericht op de lichamelijke kant van het leven ofwel meer op de geestelijke kant. Wat dit voor consequenties heeft? Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 21 Temperamenten in de praktijk: de melancholicus door Frans Schobbe Nadat we in de vorige Branding het flegmatische type nader hebben bekeken en enkele voorbeelden hebben gegeven van pedagogische handelwijzen tegenover dit type, willen we het deze keer over het melancholische temperament hebben. Het melancholische temperament komt niet in aanmerking voor de beste karakterisering van de Nederlandse aard. Wij Nederlanders zijn eerder wat flegmatiek (zoals de Engelsen), maar niet te typeren als zijnde melancholisch. Het melancholische past ook niet goed bij de kinderleeftijd tussen zeven en veertien jaar, daar past het sanguinische beter bij. Veel melancholische kinderen zul je daarom niet aantreffen in een gemiddelde Nederlandse basisschoolklas, maar zeker wel een aantal kinderen met een melancholische inslag. Omdat het van de vier temperamenten het moeilijkste is om pedagogisch mee om te gaan en om mee te leven als je het zelf hebt, zal ik aan de algemene beschrijving ervan wat meer aandacht besteden. Melencolia Een van de beroemdste afbeeldingen van dit temperament is zeker de ets van Dürers Melencolia . Het is een van die zeldzame werken uit de kunstgeschiedenis waarover boeken vol interpretaties zijn geschreven. Albrecht Dürer (1471-1528) maakte deze ets (een nog nieuwe grafische techniek) in 1514 en hij heeft over de betekenis alleen meegedeeld dat de sleutelbos geweld beduidt en de geldbuidel rijkdom. Verdere interpretatie van de afbeelding liet hij over aan de kijkers. We zullen ons er ook voorzichtig aan wagen, maar zuiver binnen het kader van ons onderwerp. Het belangrijkste op de afbeelding is de zittende figuur op de voorgrond, die blijkens zijn/haar vleugels een engelachtig wezen is. De figuur houdt een passer in de hand en steunt op een gesloten boek. Met de andere hand ondersteunt hij/zij het hoofd. Aangezien het licht van rechts komt, wat we kunnen opmaken uit de slagschaduw op de figuur, kan de afgebeelde ster op de achtergrond niet de zon zijn. Volgens één interpretatie is dat de planeet Saturnus. Saturnus Saturnus is in de astrologie de planeet van het melancholische temperament. Een groot aantal van de afgebeelde voorwerpen kan verklaard worden als we deze interpretatie volgen. Saturnus was de planeet van de scheepvaart en de zee en een aantal beroepen stonden onder zijn heerschappij, zoals het vak van: bouwmeester, metselaar en timmerman. Deze planeet heeft ook te maken met de tijd en dus met de meting van het verstrijken ervan. Saturnus schenkt bovendien rijkdom en macht. Hij heeft te maken 22 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Frans Schobbe was leerkracht aan de Meander in de jaren ’90 en ’00. Hij heeft talloze artikelen geschreven over antroposofische onderwerpen, niet alleen voor de Branding toentertijd, maar, en ook nu nog, voor de Seizoener, tijdschrift voor vrijescholen. Hij heeft ook boeken geschreven, o.a. over oude culturen in India, Perzië, Mesopotamië en Egypte. Frans geeft momenteel les aan de Johannesschool in Tiel. Literatuur: Raadsels van het menselijk temperament, Rudolf Steiner. Uitg. Vrij Geestesleven Ieder kind zijn temperament, Wil van Houwelingen Harmsen. Folder Mensen en planeten, W.F.Veltman. Uitg. Cbristofoor Mensentypen, Max Stibbe. Uitg. Christofoor De beeldentaal van de dierenriem, Frits Julius met begrenzing en vormgevende krachten. De hond die aan de voeten ligt van de centrale figuur is een symbool van trouw, ook een eigenschap van de Saturnus-mens. W. Veltman karakteriseert de Saturnus-mens, of het ik-bewuste type, in zijn boek Mensen en planeten als volgt: “De Saturnus-mens is meestal vrij lang en mager, sluikharig met een enigszins gebogen houding. Hij is naar binnen gekeerd en reageert niet snel en spontaan op zijn omgeving. Niet zelden ziet hij er wat ouder uit dan hij in werkelijkheid is door de ernst en de schraalheid die hij van buitenaf toont. Geen frisse blos, maar iets grauwigs in gelaat en voorkomen. Hij leeft sterk en actief in zijn innerlijke ervaringen; eigenlijk moet alles wat hij opneemt eerst herinnering worden, voordat hij er iets meekan doen. De Saturnus-mens is meestal niet handig, omdat hij niet snel tot beslissingen komt. Hij heeft veel tijd nodig de dingen innerlijk te verwerken; hij moet grondig over iets nadenken voor hij reageert”. Veltman merkt verder op dat de Saturnus-mens niet zelden een melancholisch temperament heeft en inderdaad zou de beschrijving hierboven ook heel goed kunnen slaan op het melancholische type. Rudolf Steiner beschrijft in zijn boekje Raadsels van het menselijk temperament het ontstaan van dit temperament: “Is nu het fysieke lichaam met zijn wetmatigheden zo sterk, dat het de mens domineert, waardoor het individuele wezen niet in staat is bepaalde verhardingen van het fysieke lichaam te overwinnen, dan hebben we met een melancholisch temperament te maken.” En verderop: “Bij een melancholisch temperament hebben we gezien, dat het fysieke lichaam, dus het meest verdichte deel van het menselijke wezen, de overige delen overheerst. Een mens moet zijn lichamelijkheid de baas zijn, zoals hij ook een machine de baas moet zijn wil hij die gebruiken. Wanneer echter de lichamelijkheid over de mens zelf de baas is, dan voelt men dat alsof men het fysieke niet kan hanteren....Als het lichamelijke overmatig sterk is ten opzichte van de overige drie systemen (ether-, astraallichaam en ik), dan verhardt het. Dat, wat een mens beweeglijk maakt, werkt niet. De psychische Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen mens kan niet op tegen het fysieke systeem; hij voelt innerlijke obstakels. Die obstakels worden manifest, doordat zij veel kracht verbruiken. Obstakels die niet overwonnen kunnen worden, veroorzaken leed en verdriet. Zij zijn er de oorzaak van, dat zo een mens niet onbevangen om zich heen kan kijken. Dit op zichzelf teruggeworpen zijn, is de bron van de innerlijke gramschap. Dat voelt een mens als leed en onlust, als zijn droefgeestige stemming. Heel snel is zo iemand door het leven gekwetst. Bepaalde gedachten en denkbeelden krijgen een blijvend karakter, men gaat tobben en piekeren, men wordt melancholisch.” Nu is het niet zo dat de melancholische mens (of Saturnusmens) alleen maar kan lijden, het geeft ook de mogelijkheid tot grote positieve ontwikkeling. De Saturniale mens kan door innerlijke scholing en geestdrift voor grote idealen een warmvoelend mens worden die zijn omgeving kan inspireren. Het melancholische kind Het tegenbeeld van het sanguinische kind is het melancholische, bij dit kind overheerst het aardeelement, de zwaarte, het fysieke. Bij deze kinderen werkt vooral het hoofd, maar dan niet als actief zintuigorgaan maar als bergplaats van herinneringen. Het is dus niet verwonderlijk dat dit het temperament is dat sterk in het verleden leeft. Dit kan op efficiënte wijze worden toegepast als de kinderen in de vierde en vijfde klas leren omgaan met verleden-heden-toekomst in de taal. De onvoltooid verleden tijd is de tijd van dit temperament! Innerlijk zijn deze kinderen weinig actief, ze nemen weinig indrukken op en ze doen er heel lang over om deze te verwerken. Indrukken en belevenissen werken heel langdurig en diep door. Deze kinderen kunnen lang nadat iets is voorgevallen er nog op terugkomen, zeker als het een negatieve ervaring is. Hun fantasiekrachten zijn wat armelijk en hierin hebben ze steeds een duwtje in de rug nodig. Het fysieke heeft deze kinderen soms in een dwangmatige greep, waardoor ze een ouwelijke indruk maken en weinig levenskracht uitstralen. Ze kunnen langdurig en meelijwekkend bevangen zijn door pijntjes, en wondjes die altijd worden ervaren als levensbedreigend. Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 23 - Advertentie - GZ-Psycholoog Cranio-sacraal therapeut Fytotherapeut Staringstraat 2 Nijmegen www.stokkochtherapie.nl tel 06-183 24 045 De natuur heeft ons zelfgenezende kracht gegeven en een groot aanpassingsvermogen. Er zijn momenten in het leven dat we klachten krijgen. Vaak in periodes waarin er veel gebeurt of gebeurd is met ons lichaam, onze geest, ons gevoel. Het zelfgenezend vermogen krijgt dan te maken met hindernissen. In mijn praktijk begeleid ik mensen op hun levenspad met hoofd, hart en handen, opdat het zelfgenezend vermogen weer kan stromen. 24 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Vervolg van pagina 23 Gesteld op ritme en regelmaat Het zijn denkers, de filosofisch ingestelde kinderen, die diepe vragen kunnen stellen en heel ondoorgrondelijk kunnen zijn. Ze zijn moeilijk te peilen en daarbij voelen ze zich gauw tekort gedaan. Ze zullen er altijd van uitgaan dat de ander wordt bevoordeeld en dat zij in het nadeel zijn. Ze zijn gevoelig voor wat rechtvaardig en eerlijk is, maar hun zwaarmoedige kant zal niet gauw tevreden zijn met een beslissing in de praktijk. Als je als ouder of leerkracht een besluit neemt, dan zal het niet meevallen de melancholicus te overtuigen van de rechtvaardigheid van zo’n besluit. Dat komt mede omdat ze angstig goed waarnemen, hoewel ze een wat vernauwd blikveld hebben, doordat ze zich verliezen in kleinigheden en niet het grote overzicht kunnen houden. Ze kunnen dwangmatig netjes zijn, zeer gesteld op regelmaat en houden niet van verrassingen: daarvoor zijn ze te egocentrisch. Ze hangen aan hun bezittingen, kunnen heel materialistisch zijn en ze lenen niet graag wat uit. Alles wat ze hebben is geteld en precies bekend. Innerlijk lijden deze kinderen aan Weltschmerz, wereldpijn. Voor hen is de wereld en het bestaan op de eerste plaats een tranendal en zij beschouwen zichzelf a priori als ernstig slachtoffer van dit tranendal. Ze zijn stil en teruggetrokken, meestal wat kouwelijk. Het is goed ze in een klaslokaal aan de lichte kant te zetten en in de buurt van de verwarming. In de klas hebben ze weinig vriendjes of vriendinnetjes, maar meestal wel één goed vriendje of vriendinnetje, aan wie ze dan ook zeer hangen. Ze hebben geen overzicht over gehelen en verliezen zich in details en kleinigheden, die ze heel belangrijk vinden. Bovendien hebben ze weinig fantasie en hun kunstzinnig werk oogt wat armelijk, het mist rijkdom aan kleuren en vormen, en komt lineair over. Opvallend is dat ze vaak linksonder beginnen met een tekening. Ze kunnen zich heel goed inleven in het leed van de andere mens en ze begrijpen de moeite die volwassenen hebben met problemen in het leven. Ze zoeken dan ook vaak het gezelschap van volwassenen en kunnen dan heel wijs meepraten. Het is moeilijk Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen een relatie te krijgen met deze kinderen, maar als we als volwassene laten merken dat ook wij zorgen hebben en hun problemen herkennen uit ervaring, dan zal het kind zich gemakkelijker openstellen voor ons. Door op hun zorgen of pijntjes in te gaan en vervolgens hun aandacht op het leed van anderen te richten kun je ze uit hun zelfmedelijden halen. Meelevend Het lezen van of luisteren naar biografieën van mensen die zich door veel tegenslagen niet er onder hebben laten krijgen is goed voor ze. Wat ze nodig hebben is vertrouwen in hun omgeving en de zekerheid dat ze erbij horen en op de volwassene kunnen vertrouwen. Veel bevestiging en geduld vragen ze van ons. Opgewekte aansporingen, ontkenningen in de trant van: “Ach, zo erg is het nou ook weer niet!”, en dwang kunnen ze niet verdragen en werkt dan ook versterkend op de negatieve kanten van hun temperament. Het zijn de echte boekenverslinders onder de kinderen en daarmee hebben we meteen een uitstekend pedagogisch middel in handen. Het melancholische kind voelt zich sterk aangesproken door het leed van anderen, dit wekt zijn interesse. Het kind kan daaraan ervaren dat het niet de enige op de wereld is die lijdt. Er zijn natuurlijk boeken genoeg te vinden die dit thema aansnijden, maar een aantal klassiekers noemen we toch: Alleen op de wereld, Het kleine huis op de prairie en Uitgestoten van Suthcliff. Interessant is dat bij recitaties en taaloefeningen de ritmes een heilzaam middel kunnen zijn bij de aanpak van temperamentsproblemen. De amfibrachus (kortlang- kort) heeft een harmoniserende, aanvurende werking en is heel goed voor het melancholische kind. De trochee (lang-kort) is geschikt voor de flegmaticus, de jambe (kort-lang) voor de sanguinicus en de spondeus (kort-kort) voor de cholericus. Hiermee komt de leerkracht aan het eigenritme van het temperament tegemoet en kan daarna overgaan op een andere versvoet, die harmoniseren kan werken op eenzijdigheden in het temperament. Dat van de vier hoofdbewerkingen bij het rekenen het aftrekken bij dit Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 25 Advertorial Verbondenheid De altijd in beweging zijnde verbondenheid van een mens met zijn of haar familierelaties ‘context’. In programma’s als ‘Spoorloos’ kunnen we meeleven met familieleden, die elkaar wel of niet vinden. Het raakt ons als er sprake is van erkenning, maar zeker ook als er afwijzing is. Alleen al de zoektocht naar de eigen bestaansgrond lijkt eigenwaarde te geven. We zien in de praktijk dat familiebanden ongelooflijk krachtig zijn. Of je nu een fijne band met je ouders hebt of niet, of je nu goed overweg kunt met je broers en zussen of niet; familiebanden beïnvloeden onze manier van leven. En zelfs meer dan de meeste mensen denken. Onbewust dragen mensen heel wat van hun familiegeschiedenis met zich mee; hoe ze zich verhouden tot anderen, hoe ze problemen aanpakken, wat ze graag doen. In gezinnen waar de ouders zijn gescheiden of een van de ouders is overleden, is de kans groot dat het kind de ouderplek inneemt. Het kind wordt als het ware ouder van zijn ouder. Dit noemen we parentificatie. Het kind komt niet aan zijn eigen behoeften toe en geeft meer aan zijn ouder dan het neemt. Voor een kind van gescheiden ouders is het heel belangrijk dat de ouder bij wie het opgroeit respectvol is naar de andere ouder. Alleen dan krijgt het kind de kans van beide ouders voluit te nemen. Als de andere ouder onvoldoende wordt gerespecteerd of zelfs afgewezen, dan kan het kind niet anders dan zich onbewust solidair verklaren met de afgewezen ouder. Het is immers een onlosmakelijk deel van beiden. Het is belangrijk dat de natuurlijke orde van het kind ten opzichte van zijn ouders innerlijk hersteld wordt. Dat is de enige manier om los te komen uit de verstrikking. Het kind moet zijn eigen plek als kind weer innemen. Om de balans tussen geven en nemen terug te vinden is begrip noodzakelijk. Begrip voor jouw rol, inzicht waarom je doet zoals je doet. Heb je een dierbare verloren? Heb je jezelf altijd klein gemaakt en weggecijferd? Heb je veel boosheid of verdriet in je? Alles staat in relatie tot je omgeving. Die invloed kun je niet weghalen. De band tussen ouders en kinderen is zelfs onbreekbaar. Je blijft altijd een kind van je ouders, wat er ook gebeurt. Maar je kunt wel patronen doorbreken. Anders reageren. Door erkenning van jouw loyaliteit, door begrip voor jezelf en voor anderen of door toelaten van verdriet of boosheid, doe je jezelf weer recht. En daarmee de ander. ‘Therapie in Beeld’ is een verrassende en intense manier om het verhaal van de cliënt in beeld te krijgen. Door betrokkenen uit de context van de cliënt met behulp van Playmobil poppetjes op tafel te zetten kan hij zichzelf zien staan te midden van al die relaties. De zoektocht naar mogelijke problemen, dilemmas en oplossingen krijgt zodoende een beeld (een taal )erbij die confronterend, onthullend en ook richting gevend kan zijn. Het brengt beweging op gang, maakt emoties vrij, roept herinneringen op en prikkelt het denken op een nieuwe wijze. Contextuele begeleiding streeft naar een zo eerlijk mogelijke relatie tussen de cliënt en zijn context en is gericht op het doorbreken van isolement en het herstellen van dialoog. Het contextuele gedachtegoed is ontwikkeld door de HongaarseAmerikaanse psychiater en familietherapeut prof. Dr. Ivan Boszomeriy- Nagy. Voor meer informatie: Marion de Bruijn www.jouwvlieger.nl [email protected] Column Notities van een groene vogel Omgekeerde wereld door Pjotr Timmerman Afgelopen week liep in de Kinderboekenwinkel (KBW) in Nijmegen binnen om 2 boeken te kopen. Geen van beide was op voorraad en ik aarzelde. Als ik ze nu hier bestel, dan moet ik nog een keer terugfietsen en als ik ze thuis bij bol. com aanklik, vind ik ze morgen zonder veel verdere moeite op mijn deurmat. De mevrouw achter de toonbank meldde ongevraagd dat ze met hun toko op de rand van de afgrond balanceren en ‘of ik niet al mijn boeken, óók de grotemensen-exemplaren, voortaan bij hen wilde bestellen?’ Ik zou het een ramp vinden als er geen KBW meer zou bestaan. Ik hoop kinderen ook, maar zeker weten doe ik het niet. Ik bel m’n boeken nu maar aan hen door. Boeken horen denk ik absoluut tot de rijke leeromgeving en des te rijker en diverser das ‘Umfeld’, des te meer en completer mens een kind wordt. Maar eigenlijk Meester Kanamori: wilde ik het over iets anders hebben. ieder kind in je klas hoort gelukkig te zijn om goed te kunnen leren Soms verzeil je in de omgekeerde wereld die ineens toch de waarheid blijkt. Ik dacht altijd, dat goed je best doen, betere resultaten oplevert en dat dit succes mensen gelukkig(er) maakt. Niets blijkt minder waar. Ons brein zit zó in elkaar, dat we na ieder succes de interne lat stiekem een stukje hoger leggen en daarmee steeds verder verwijderd raken van nieuwe succeservaringen én een gelukkig leven. Het lijkt de verkeerde strategie. Ons brein werkt juist andersom. Positiviteit blijkt de motor tot succes, niet het eindstadium. Dit geldt zowel op school, als voor op ‘t werk. Succesjes hoe klein ook moeten we dagelijks bewust vieren. Door daar bij stil te staan, worden we blijer en juist dát blije gevoel leidt tot hernieuwd succes. Als je daarbij ook nog een rijk sociaal leven hebt én op een positieve manier met stress om weet te gaan, dan heb je de perfecte mix voor succes. Eigenlijk heeft Shawn Achor met zijn boek The Happiness Advantage1, 2 de wetenschappelijke onderbouwing geleverd voor meester Kanamori’s3 stelling dat ieder kind in je klas gelukkig hoort te zijn om goed te kunnen leren. Kinderen veel complimenteren is daarmee van een mooi fundament voorzien. Belangrijke elementen voor nieuwe leerplannen. Twee minuten geluksmeditatie tussen 8.45 en 8.47, brede openingstijden voor de pub in onze pabo-kelder en ruim baan voor de workshop ‘leren in de hogedrukpan’. Die accreditatiecommissie hoeft waarschijnlijk nooit meer langs te komen! Notities van een groene vogel is een serie columns van de hand van Pjotr Timmerman, waarin steeds actuele thema’s centraal staan die direct of indirect met duurzaamheid te maken hebben. Pjotr is mede-initiatiefnemer van het groene speelplein, de Boerderijschool, het zonnepanelenproject op onze school en het zogeheten technieklandje op het Zwanenbroekje (klas Peter Josemans). Deze columns verschenen eerder in De Berichten, personeelsblad van de HAN pabo in Arnhem. 1 http://www.forbes.com/sites/danschawbel/2013/09/10/shawn-achorwhat-you-need-to-do-before-experiencing-happiness/ 2 http://www.ted.com/talks/shawn_achor_the_happy_secret_to_better_ work.html (de ondertitelde bijbehorende TED-talk) 3 http://www.youtube.com/watch?v=5h31Hmq8hQg Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 27 Lezing: uitgangspunten Vrijeschoolonderwijs – deel 2 door Frans Geurts, scheikunde- en wiskundedocent aan het Karel de Grote College Noot van de redactie: Dit is het tweede deel van deel 1 van de lezing. Vanwege de lengte van het artikel verscheen het eerste deel (van deel 1 dus)in de Branding van afgelopen winter 2013. Het hele deel 1 is ook te lezen op www.branding-nijmegen.nl/ fransgeurts/lezing2013.pdf Op verzoek van enige aanwezigen op de lezing over uitgangspunten van het Vrijeschoolonderwijs op 9 oktober jl. wil ik proberen een samenvatting te geven, zodat men de informatie nog eens rustig kan herkauwen – Frans Geurts [..] En hoe probeert nu het Vrijeschool hierop in te spelen? Ik sprak over drie niveaus, die alle een antwoord van de Vrijeschool vragen. - De centrale vraag van vanavond is die van het kind als individu, een vraag die vanuit ons mensbeeld en zijn ontwikkelingsmotieven te benaderen is. Dit wil verder uitwerken. - De horizontale vraag, wat is een gezonde samenleving kan door de school beantwoord worden via de eigen sociale structuur op school (en daar horen de ouders bij), die daarin de passende waarden en normen zou moeten voorleven. - Op het verticale appel kan de school reageren door een doorleefde en authentieke spiritualiteit als cultuurfactor in de school te verzorgen. Maar nu naar ons mensbeeld. De antroposofie is het spirituele kader waaruit het werkgebied ‘Vrijeschool’ is voortgekomen. Rudolf Steiner, de grondlegger, noemt de antroposofie geesteswetenschap, wetenschap dus, en zeker geen religie. Wetenschap omdat voor elk mens, op dit gebied geschoold, te controleren is wat hij, Rudolf Steiner, gezegd heeft. Wat houdt het mensbeeld van Steiner in? We spreken dan over een vierledig mensbeeld: en dan niet vier delen, maar vier geledingen, die, elk met hun eigen kenmerken, elkaar doordringen en beïnvloeden. 1. Het fysieke lichaam Met materie gevuld, te zien, meet- en weegbaar en aan natuurkundige en scheikundige wetten gebonden. Je kunt zeggen dat het in zijn kwaliteiten overeen komt met het mineralenrijk, de dode wereld, daar gelden die wetten het meest zuiver. Het zgn. Aarde-element van de Oude Grieken is hierin herkenbaar. Uiteraard hebben alle natuurrijken een fysiek lichaam, dus ook mineraal, plant en dier. Ze zijn immers met onze gewone zintuigen waarneembaar. Als iemand dood is, is het in zijn zuiverste vorm te zien, dan wordt het lijk door genoemde wetten geregeerd en vervalt het tot stof en keert terug tot zijn domein, de aarde. 2. Een lijk dat leeft Een lijf noemen we dat en dat ’s nachts bewusteloos in bed ligt. Er is dus iets dat de zichtbare materie levendig houdt, dat levensprocessen laat plaats vinden zoals stofwisseling, ademhaling, groei. De werkingen, en niet de oorsprong, van dat lijf worden beschreven in de fysiologie en biochemie. Iets werkt in het lijf, maar wat werkt daar onzichtbaar? De Oude Grieken spreken van het waterelement. En dat onzichtbaar iets noemen we ook wel het etherlichaam, een voor de gewone ongeschoolde mens niet waarneembaar lichaam, ook wel gewoontelichaam of vormkrachtenlichaam (Bildekräfteleib) genoemd. Zoals wij mensen hebben ook de planten en dieren een levend lichaam, een lijf. Als iets levendigs sterft breekt de band tussen de twee genoemde lagere geledingen en elk gaat terug naar zijn eigen domein. 3. Een derde geleding doordringt de vorige twee bij dier en mens Als dat niet het geval is, slaapt de mens. Deze geleding zorgt ervoor dat innerlijke belevingen mogelijk zijn. Bewustzijn, weet hebben van gedachten, weet hebben van pijn of vreugde, gevoelens van sympathie en 28 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat antipathie beleven en allerlei vormen van impulsen zoals instinct, begeertes kunnen nu werkzaam zijn. Het lijf wordt tot bewegen aangezet en zintuigindrukken worden bewust. In feite vormen de drie tot nu toe genoemde wezensdelen tezamen wat we vaak ‘het dierlijke’ in de mens noemen. Het derde lichaam wordt in ons jargon het astraal lichaam of, voor mijn part, ziel genoemd. De Oude Grieken gebruikten de term Lucht voor deze derde geleding. Als de mens zichzelf sterk identificeert met de drie genoemde geledingen en niet met het nog te bespreken vierde, ziet hij zichzelf (onbewust) als een dier. Met een gerede kans dat hij zich ook zo gedraagt. Je zou ook de oude metafoor van de draak kunnen nemen, die dan in hem regeert. Krachten die dit versterken noemen we in de antroposofie ook wel tegenmachten. Denk aan de christelijke begrippen, Satan en Duivel. In de antroposofie Ahriman en Lucifer. Zij versterken de kracht van de draak. Aartsengel Michaël strijdt die met de draak, een oud motief. Hij overwint hem, maar doodt de draak niet. Hij beheerst hem en leidt hem streng naar de mensen toe, zodat de mens hem als uitdaging ontmoet, als ontwikkelingskans dus. De mens wil hij meer mens worden - zal die draak, het dierlijke in hem, streng en liefdevol moeten sturen wil hij niet verworden tot een beest. Begrijp me a.u.b. niet verkeerd, ik wil hier niet alleen maar een negatief beeld van die tegenmachten uitspreken, we hebben die tegenmachten wel degelijk nodig als mens, om ons bewust te worden van de weg die te gaan is. Zij schenken ons de weerstanden. Overwint de mens die weerstanden, dan is hij op weg zich te ontwikkelen tot drager van vrijheid en liefde, die samen een twee-eenheid vormen. 4. En nu kom ik dus over die vierde geleding te spreken De Oude Grieken noemden dit vermogen dan ook Vuur. Het beste leert men het Ik in de biografie kennen, het unieke van een mens kan, vaak pas achteraf, in zijn levensloop gelezen worden. Enkel bij de mens is deze DEELS geïncarneerd, die noemen we in ons jargon, het IK. Ons wezen, dat wat en wie we in feite zijn, ongesluierd. Het is geen lichaam zoals de vorige drie, het is onze geestelijke kern die zich hier op aarde omkleedt met 3 sluiers, de drie lichamen, onze drie instrumenten. Deze drie kunnen heel weerbarstig de werkzaamheid van het Ik bemoeilijken. Ontwikkeling van de mens wordt nu zo gezien dat het Ik de overige drie lagere geledingen steeds dieper doordringt, aanstuurt en aan zichzelf dienstbaar maakt. Het Ik moet dus de leiding nemen en niet een van de lichamen. En aan deze taak is onze pedagogiek gewijd. Ons Ik vertegenwoordigt ook datgene wat we ons voorgeboortelijk hebben voorgenomen hier op aarde verder te ontwikkelen. Hier werkt een ander element van ons mensbeeld, de reïncarnatie en karmagedachte. Het Ik van de mens kan zich op vele manieren uitdrukken: in onze talenten en aanleg, in onze idealen, in ons vermogen tot onvoorwaardelijke liefde voor het andere, maar ook in door ons zelf voor dit leven gekozen onmogelijkheden, of aan ons enthousiasme, wat letterlijk vertaald ‘van god vervuld’ betekent. Ons vermogen tot zelfbewustzijn, reflecteren, articuleren, het vermogen tot rechtop te kunnen lopen, danken we aan ons IK. Zo ook onze drang tot vrijheid om zo onze eigen unieke moraliteit, ons besef van goed en kwaad, handen en voeten te kunnen geven. Als een Prometheus kunnen we niet alleen nadenken maar ook voordenken. De mens is dus een wezen dat een brug kan vormen tussen twee werelden, de materiële wereld en de geestelijke wereld. De mens kan dat omdat hij met beide werelden verwant is. De mens als bruggenbouwer. Wij, Vrijeschool-docenten zien het als onze taak mee te helpen de voorgeboortelijke voornemens van de leerling in zijn verdere leven mogelijk te maken. Dat is pas jezelf worden! Dit proberen we door de lagere drie geledingen zo op te voeden opdat het unieke, het Ik van het kind, zich daarin kan uitdrukken. Voor hogere klassen van de bovenbouw betekent dat vooral dat we ons erop richten die derde geleding, de ziel of het astraal lichaam op te voeden. De 7de en 8ste klas richt zich nog vooral op het opvoeden van het etherlichaam. Hoewel ik gelijk me bescheidener moet uitdrukken: wij opvoeders helpen mee, als we ons werk goed doen om obstakels uit de weg te ruimen, de motor achter de ontwikkeling van het kind blijft natuurlijk zijn eigen Ik. Concreet betekent opvoeden op de bovenbouw voor de leerlingen: -- hun waarnemen scholen door alle zintuigen zo exact mogelijk leren te gebruiken – dit is eigenlijk een wilsscholing. Waarnemen oefenen door bijv. exacte tekeningen van experimenten te maken. Lees verder op pagina 31 Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 29 Biologische producten voor een redelijke prijs De sfeer van de winkel om de hoek Gratis parkeerplaatsen direct voor de deur Gerard Noodtstraat 135 Nijmegen 024 3605081 www.VanNature-natuurvoeding.nl 30 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Vervolg van pagina 29 -- het alledaagse denken scholen door de wetten van de logica te volgen. Zo wordt het zakelijk en niet speculatief of willekeurig en kan dit denken zich verder ontwikkelen tot een levendig, meer zintuigvrij, zelfgestuurd denken. Eerste opstapje kan de projectieve meetkunde zijn. -- hun voelen bevrijden van het keurslijf sympathie of antipathie en het zo tot een objectief zintuig opvoeden, dat schoonheid, goedheid en waarachtigheid aanvoelt. -- hun willen of handelen zelf laten sturen vanuit een steeds meer bewust geworden eigen missie en niet vanuit lagere lichaamsgebonden en dus egoïstische motieven,. -- en de leerlingen kracht en moed helpen te vinden hun eigen visie, ongeacht de weerstanden die ze vanuit hun omgeving of vanuit hun eigen innerlijk zullen ervaren, toch door te zetten en zo te doen wat ze zich ooit hadden voorgenomen in dit leven. Door grenzen te leren verleggen, door je eigen unieke waarde als mens te herkennen. Je zou het kunnen samenvatten door te zeggen dat we via denken, voelen en willen, of anders gezegd via hoofd, hart en handen willen opvoeden. Mijn persoonlijke mening is dat dit het recept is voor een gelukkig zinvol leven, dat zo zijn maximale zinvolle bijdrage aan een samenleving kan bieden en zo die samenleving steeds van nieuwe impulsen, de tijdgeest bevestigend, kan voorzien én tegelijkertijd rekening houdt met de realiteit van een geestelijke wereld. Uiteraard is dit geen vrijwaring van verdriet of ander malheur, maar niemand heeft ons ooit die garantie gegeven dat menselijke ontwikkeling alleen maar vreugde is, zelfs Sinterklaas niet. Twee aanvullende opmerkingen om onduidelijkheid te voorkomen. 1. als ik over vrijheid spreek, bedoel ik altijd vrijheid verbonden met verantwoordelijkheid. Vrijheid impliceert dat. Ongebondenheid of Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen vrijblijvendheid wordt vaak met vrijheid verward maar is iets geheel anders, is in feite egocentrische willekeur. 2. Het begrip vrij van Vrijeschool betekent dat in eerste instantie wij samen, ouders en docenten, vanuit onze overtuiging de opvoeding vorm moeten kunnen geven, want wij zijn het die het werk doen en de kinderen kennen. Vrij in onze naam slaat dan ook op vrij van staatsbemoeienis – een droom op dit moment, die m.i. snel verwezenlijkt moet worden, in het belang van het kind. n mijn inleiding sprak ik ook over het begrip de tijdgeest. Dit woord heeft in de antroposofie een bijzondere betekenis. Vanuit spiritueel oogpunt leven we sinds eind negentiende eeuw, 1879 om precies te zijn, onder leiding van aartsengel en tijdelijk archai Michaël. Via hem ontvangt de mensheid vanuit de geestelijke wereld impulsen en inspiraties wat aan de tijd is. Vaak onbewust, soms herkenbaar aan een innerlijke onrust, maar vooral aan de crises. Michaël is de leidende tijdgeest en de mens kan kiezen in vrijheid, wat hij met zijn impulsen doet. In elk geval inspireert Michaël ons om al het gedateerde, al wat nu contraproductief is voor de verdere ontwikkeling van de mens weerstand te bieden, om te vormen, eventueel in musea te zetten of zelfs te vernietigen. Hij roept de mens op zijn wezenlijke impulsen op te zoeken en ze moedig ten uitvoer te brengen. Maar duidelijk is tegelijkertijd, als we het verslapen, want zijn werk moet voortgang vinden, zullen we wakker geschud worden en kan het er nog heftig aan toegaan, zoals nu wel blijkt. Michaël is drager en brenger van wat kosmische intelligentie heet, van kennis hoe de wereld er vanuit diepere inzichten uitziet en wat de bedoeling daarvan is. Om die kosmische intelligentie te kunnen oppakken voor de moderne mens is een ander denken, ik noem het levendig denken of met hoofd én hart denken noodzakelijk. Ik kom hier nog op terug. Het vaak kille, abstracte logische academische, aan de hersenen gebonden denken schiet hierin te kort en de mens kan op basis daarvan die kosmische intelligentie vermoedelijk enkel afwijzen. Overheersend motief van de huidige Michaëlstijd is je bewust te worden van je eigen missie, die per definitie sociaal en spiritueel is, horizontaal en verticaal is, en dat je ernaar durft te handelen. Moed tot handelen is gevraagd, moed en kracht die Michaël je schenken zal als je je ermee in vrijheid verbindt.. dat is zijn belofte, aldus Rudolf Steiner. Dus je hoeft je eigenlijk niet druk te maken, dat je dat niet voor elkaar krijgt. Draagkracht naar kruis is je gegeven. In een Michaëlperiode vinden snelle en grote veranderingen in de ontwikkeling van mens en mensheid plaats. Dus nu in onze tijd ook, kijk maar naar de genoemde crises. Dat maakt onze tijd tegelijkertijd ook zo boeiend en daarom willen veel mensen dit meemaken, misschien wel de belangrijkste reden voor wat we nu overbevolking noemen. Nu is het dus aan de tijd het onderwijs zo te organiseren dat het handelen vanuit je missie mogelijk gemaakt wordt, dan sluiten we aan op de impulsen van Michaël, de tijdgeest. Op 29 september vieren alle Vrijescholen in de hele wereld jaarlijks het Michaëlsfeest. Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 31 Interview Enthousiasme en bevlogenheid Een interview met Peter Teunissen naar aanleiding van zijn pensioen door Leo Hofman, docent KGC Ruim tien jaar geleden maakte ik voor het eerst kennis met Peter Teunissen. Ik kwam voor een stage naar het Karel de Grote College en Peter was mijn stagebegeleider. In die hoedanigheid heb ik het voorrecht gehad om vele van zijn lessen van achter uit de klas te mogen observeren. Het was genieten geblazen voor mij als aankomend aardrijkskundedocent. Enthousiasme, charisma, bevlogenheid, een onuitputtelijke vakkennis, inspirerend, motiverend: zo wilde ik ook ooit les kunnen geven! Nu, ruim tien jaar verder, heb ik Peter opgezocht om terug te blikken op zijn carrière in het onderwijs, zijn visie op lesgeven en zijn kijk op de kern van onze taak als opvoeders. Peter begon zijn werkende leven als stuurman op de grote vaart. Vier jaar voer hij over de wereldzeeën op gigantische schepen, maar toen hij Jet ontmoette was het gedaan met het avontuurlijke leven en moest er gezocht worden naar een bestaan aan wal. Na een beroepentest bleek dat hij geknipt was voor het onderwijs en hij besloot dan ook om de lerarenopleiding aardrijkskunde en natuurkunde te gaan doen. Peter kwam voor het eerst in aanraking met de Vrije School toen hij in Leiden woonde. Hij was daar op zoek naar een nieuwe huisarts en kwam bij een antroposofische arts terecht. Via deze arts maakte hij kennis met de kerstspelen. Hij raakte steeds meer geïnteresseerd in de antroposofie en het lukte hem om het bij zijn opleiding voor elkaar te krijgen om een cursus menskunde te mogen volgen en stage te lopen op de Geert Grote school in Amsterdam. Zijn eerste baan was op een lagere landbouwschool waar hij het een halfjaar uit wist te houden. Na nog wat andere omzwervingen werd hem gevraagd om te solliciteren op de vrije school Den Haag als docent aardrijkskunde. Daar werd hij in 1982 aangenomen en hij bleef daar ruim tien jaar werken. Dit was een zeer belangrijke leerschool voor Peter. Hier heeft hij echt geleerd om een vrije schooldocent te zijn, o.a. door veel bij zijn collega’s te observeren. In 1993 was het tijd voor iets nieuws en het gezin verhuisde naar Nijmegen waar Peter aan de slag ging als docent aardrijkskunde op het Karel de Grote College, waar hij tot zijn pensioen zou blijven werken. Wat maakt een leraar tot een goede vrije schoolleraar? ‘Enthousiasme betekent ontzettend veel, het betekent van geest vervuld zijn. In essentie komt het daar ook echt op neer, als je van geest vervuld, warm, waarnemend bezig bent, dan trek je die leerlingen mee. Dit merk je ook aan de leerlingen. Uit mijn ervaringen in het reguliere onderwijs viel mij op dat leerlingen op de vrije school nog interesse hebben en dat leerlingen op het regulier onderwijs hun interesse in de loop van de tijd lijken te verliezen.” 32 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Waarom verliezen leerlingen in het regulier onderwijs hun interesse? ‘Ik denk vanwege het gebruik van schoolboeken. Ons onderwijs hoort via het woord te gaan. Het lezen van een tekst is niet creatief, er ontstaat op dat moment niets. Leerlingen zijn dan eigenlijk met het verleden bezig. Het gesproken woord is ons primaire onderwijsmiddel. Dat is de basis van het kunstzinnig onderwijs. We scheppen het onderwijs elke les weer. Met je stem kan je iedereen bereiken en tijdens het praten kan je ook zien of je iedereen bereikt. Als je een stuk tekst geeft dan zie je helemaal niet waar de leerlingen mee bezig zijn. Volgens mij breng je de onderwijsinhoud voornamelijk met je stem.’ Hoe krijg je een klas enthousiast? ‘Dat is eigenlijk je eigen enthousiasme. Het eerste wat je nodig hebt is voldoende bagage, je moet de lesstof onder de knie hebben. Pas als je zeker bent over je vakkennis kan je zeker voor de klas staan. Daarnaast moet je er plezier in hebben, het moet met liefde gebeuren. De leerlingen moeten voelen dat jij met liefde daar staat. En als je dan tot rust bent gekomen, want in het begin ben je ontzettend blij dat er een bureau tussen jou en die meute staat, dan komen er succeservaringen. Tien procent van de beginnende leraren is een oer-fenomeen, tien procent zal het nooit leren en 80% moet het gaande weg leren’ Hoe blijf je zelf enthousiast? ‘Je zou je moeten afvragen, wat is nou een opgroeiend kind, wat gebeurt daar. Het is belangrijk dat je ziet dat de manier waarop je lesgeeft de mogelijkheden schept voor de leerlingen om te groeien. Kijk naar de drie basiseigenschappen van een docent volgens Steiner: vlijt, liefde en opmerkzaamheid. Daar gaat het om en daar zouden bijvoorbeeld functioneringsgesprekken ook over kunnen gaan. Leerlingen kijken dwars door de docenten heen. Ze zien of je vlijtig bent, of je hard werkt, of je de leerlingen wel of niet echt ziet. Ik herinner me nog een meisje uit de twaalfde klas die zei: “Het bijzondere aan u is dat u elke les heeft voorbereid”. En daar was ik echt verbaasd over. Dat betekent dus dat sommige docenten de les inkomen en de les niet voorbereid hebben. Nou, dan sla je een flater van jewelste. Dan geef je jezelf volkomen bloot.’ Ben jij je enthousiasme wel eens kwijt geraakt? ‘Enthousiasme voor de leerstof en met de leerlingen bezig zijn ben ik nooit kwijt geraakt. Dit werk is zo leuk! Je hebt de vrijheid om elke dag scheppend bezig te zijn. Zorg ervoor dat leerlingen zien dat je zelf ook lerend bezig bent, dat je consequent naar jezelf toe bent. Als je erover nadenkt dan zijn die drie basiseigenschappen zo belangrijk. (vlijt, liefde, opmerkzaamheid) Steiner zegt dat het niet goed is als je als leraar ’s ochtends naar school loopt en je dan afvraagt: wat zullen we vandaag eens in de les gaan doen. Leerlingen hebben dat perfect door. Dat is die innerlijke band die er is, het imponderabele (onweegbare); daar hebben ze een soort gevoel voor, ze kijken dan dwars door je heen, want leerlingen kijken naar jou als docent. Ze kijken hoe jij met je “astrale dierentuin” om gaat en ze gooien dan met plezier wat stenen in de vijver om te kijken wat er dan met jou gebeurt.” Fantastisch! Ze denken: “Jij bent toch volwassen, nou, dat willen we dan wel eens zien.” Als je zo over leerlingen gaat denken, dan word je vanzelf enthousiast.’ Kan je enthousiasme aanleren? ‘Ja, dat weet ik niet. Enthousiasme is ook een raadsel. Als je er over nadenkt dat het letterlijk betekent van geest vervuld zijn, dan ben je ook gelijk bij de kern van wat Steiner als vernieuwing neerzet. Je bent niet alleen hier bezig, je bent ook een geestelijk wezen. Als je die bron aan kan boren, wordt iedereen enthousiast.’ Hoe doe je dat, hoe boor je die bron aan? ‘Door je met gedachten bezig te houden over opgroeiende kinderen. Wat gebeurt daar, wat ontwikkelt zich daar, dat proberen te begrijpen. Door steeds weer open en opmerkzaam te zijn. Dus geen vast oordeel te hebben en dat is heel moeilijk, helemaal voor mij, maar een open Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen oordeel te houden. Ik heb dat bij leerlingen ook wel meegemaakt, dat pas aan het eind van hun schoolcarrière door acties van die leerlingen ik andere oordelen over ze kreeg en dan gaat het dus ook anders in de les.’ Hoe kijk jij aan tegen het gebruik van moderne leermiddelen zoals beamers en PowerPoints? ‘Als het een illustratie bij een verhaal is, waarbij jij eerst als het ware het beeld schept en daarna het plaatje laat zien, dan is het prima. Maar wat ik ook wel doe is dat ik bijvoorbeeld eerst een paar afbeeldingen laat zien van verschillende landschappen en dat ik dan met de leerlingen bespreek wat ze zien en wat ze opvalt. Deze middelen kunnen prima in de les gebruikt worden, maar erbij. Als aanvulling op de beelden die jij hebt geschetst. Je moet er ook voor zorgen dat de leerlingen hun fantasievermogens kunnen ontwikkelen en als je leerlingen alleen maar kant en klare beelden aanlevert dan kunnen ze dat niet goed ontwikkelen. Dit doe je door het woord te gebruiken want dan moeten ze zelf een beeld scheppen en deze beelden moeten kunnen groeien, ze moeten dus niet als een soort definitie vast worden gelegd. Moeten leerlingen leren wat een tropisch regenwoud is, of moeten de leerlingen leren zelf een beeld, een voorstelling maken? Ze moeten het voorstellingsvermogen, het beeldend vermogen, ontwikkelen. Ik denk dat het goed is, bij het inzetten van nieuwe leermiddelen, om je af te vragen wat je de leerlingen aanleert aan menselijke vaardigheden. Ze moeten zich als mens ontwikkelen, en al die stof is daarbij een hulpmiddel.’ Wat hebben leerlingen tegenwoordig vooral nodig? ‘Een van de grote problemen van deze tijd is de moeite die leerlingen hebben om zich te concentreren. Je langer met een onderwerp bezighouden en je daarop focussen en de rest uitsluiten. Leerlingen leven vooral in een wereld van niet focussen, van het een naar het ander springen, de zap -wereld. Als het lukt om je op één ding te concentreren, dan word je in jezelf getrokken en dan kom je tot rust. Veel leerlingen hebben smartphones die constant voor afleiding zorgen door berichten die daarop binnen komen. Daarom heb ik ook vaak als advies aan ouders gegeven om samen met de kinderen aan de keukentafel huiswerk te maken en daarbij de telefoon uit te zetten.’ Waarom is de taak als docent zo belangrijk? ‘Jij bent op het moment dat je lesgeeft iets van toekomst aan het maken. De leerlingen komen later uit de geestelijke wereld dan jij en die gaan toekomst maken en daar mag je als docent bij helpen. Dan kom je bijna bij een soort heilige plicht. Een leraar heeft dus een ontzettend grote verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid zou de docent moeten krijgen van de ouders en de schoolleiding. Als docent zet je iets voort van een ontwikkeling die in de geestelijke wereld al begonnen is. Als jij dit bewustzijn tot in het gevoel en in de wil kan laten zakken dan ga je de goede dingen doen en dan krijg je af en toe een les die geslaagd is tot op individueel ontwikkelingsniveau.’ Wat wens je de school toe? ‘Samen menskunde studeren. Samen erover praten hoe je dat in je lessen toepast. Samen zorgen dat je veel meer tijd voor achtergronden en ideeën hebt.’ Wat ga je nu doen? ‘In ieder geval eerst uitrusten en op vakantie, als het zomaar mooi weer is. Daarnaast zou ik graag ook nog iets met mijn in het vrijeschoolonderwijs opgedane kennis en ervaring doen. Maar ook: opa zijn, opruimen, tuinieren, verbouwen, huis inrichten naar onze huidige levensfase, veel wandelen met Jet en wellicht ook nog wat met stenen, ik heet niet voor niets “Peter”.’ Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 33 - Advertenties - Elke donderdag Consultatiebureau Berg en Dalseweg 83 6522 BC Nijmegen 024- 323 46 56 Mail: [email protected] [email protected] www.dewittemolen.eu 34 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Website: www.hypericon.nl Ingezonden stuk Ritme is de hartslag van het leven door Mirjam van Meurs Ritme loopt als een rode draad door ons en dus ook míjn leven. Als klein meisje herinner ik me mijn vader die me welterusten zei aan mijn bed en dan naar de deur liep. Daar stond ie stil, en sloeg met zijn pols een ritme op de deur, dat lekker dreunde en een diep gevoel van rust gaf… een ritmische slag. Hij zong erbij over de fanfare en ome Jan die de grote trom sloeg. En dat ging lekker zo door in een tempo dat blijkbaar goed bij mijn hartslag hoorde. Dat deed hij ook als ik “van slag was” en ik werd daar rustig van. Ritme geeft het tempo aan. Een rustig ritme geeft een koestering. Als ongeborene hebben we dat al meegemaakt : de rustgevende hartenklop van de moeder. Vandaar dat het zo heerlijk is om gewiegd te worden… we voelen ons dan weer zo veilig en gekoesterd als toen! Daarom ook schommelen kinderen zo graag, marcheren ze voor de lol, én trommelen ze graag! En ik? Ik ging later drummen! Dat was toen wel een beetje “raar voor een meisje”, maar ik wilde graag die grote trom van ome Jan nadoen! Ritme raakt, want ritme zit in ieder van ons! Als er een lekker ritme wordt gedrumd, kan niemand stil blijven staan. Ritme is de basis van een muziekstuk of een lied. Vanuit een goede basis is er een creatieve vrijheid om mee te zingen, spelen of dansen…. en als er even verwarring is dan kun je terugvallen op de basisslag en dan zit je er weer lekker in. Ik heb kinderen les gegeven op de djembé, de Afrikaans trom. Ik leerde ze de basisslagen waar ze veel plezier in hadden. Wat me nog het meest bijstaat is dat leerkrachten vertelden dat het rekenen bij deze kinderen zo vooruit ging! Ze snapten het beter, en hielden beter overzicht. In de natuur en de vormenwereld om ons heen is ritme ook terug te vinden. Een juf klaagde eens over het slechte handschrift van de oudere kinderen en daarom ging ik het volgende met ze doen: Ik zette muziek op, een populaire beat. Ik liet ze in de maat tekenen (“tekendansen”): herhalende hoeken, lijnen, soms golven, en het swingde! Zo kwamen de kinderen lekker in hun lijf. De tekeningen die zo ontstonden waren kunstwerkjes! Het (ritme-)gevoel was de ingang om mooi recht en regelmatig te kunnen blijven tekenen, en dat werkte weer door op hun handschrift. In de flow, meegaan in het levensritme geeft energie en een prettig gevoel. Maar niet altijd zit je lekker in je vel of in die flow! Wiegen (of pulsen) is dan een o zo heerlijk, uitnodigend en koesterend gebeuren, net als ritmische massage, wat de mens innerlijk weer laat stromen. Dus met handen en (masserende of pulserende) bewegingen kan ritme leven brengen, en gevoel laten stromen. Het lijf herkent dat ritme van binnen en een zelf genezende, balancerende werking is dan een natuurlijk gevolg. Met pulsing heb ik menige keren kinderen “uit hun studiehoofd” gehaald en ook snel in slaap gebracht! Wiegende bewegingen doen het lichaam herinneren aan de moederschoot. Ritme kan iets in je lijf in gang zetten, het is dus een lijfelijk ervaren. Onze rechterhersenhelft is het creatieve, visuele en emotionele geheugen dat informatie intuïtief verwerkt. Onze linkerhersenhelft is de bestuurder, de ratio. We wisselen door de dag van linker naar rechter helft afhankelijk van de vaardigheden die nodig zijn. In een staat van intensieve creativiteit of bij ritmisch geluid gaan beide hersenhelften over tot hetzelfde gesynchroniseerde ritme en is er sprake van een gevoel van helderheid en verhoogd bewustzijn. Hemisferische synchronisatie heet dat, en dit kan leiden tot verhoogde mentale kracht en intense creativiteit. Dat klinkt mooi, maar het werkt al in alle eenvoud als een kindje gewiegd wordt door het lopen van de dragende moeder. En dan gaat het kruipen en dan lopen: het lichaam krijgt ritmisch een linksrechtscoördinatie die balans en bewustzijn brengt in het systeem. Ritme heeft invloed op ons. Ritme nodigt je uit te voelen, intuïtief te zijn, je lichaam te voelen en alles te laten stromen. Daarom is ritme evenwichtgevend, gezond en helend. Ritme is de hartslag van ons leven! Mirjam van Meurs is moeder van een leerling op KGC, docente en creatief therapeute bij centrum Hartistiek waarin zij mensen intuïtief beeldend laat werken. Ook geeft zij sessies Holistic Pulsing . Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 35 - Advertenties - 36 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Even voorstellen: Paul Zuiker, voorzitter Stichting tot Steun door Monique Coffeng (moeder van Okke en Puck) Paul, je bent net voorzitter geworden. Wil je jezelf even introduceren? Ik ben vader van Gideon (3e klas) en Esmee (1e klas). Ik ken ik de Meander al geruime tijd, dankzij mijn oudere kinderen (Itzel 22 jaar en Aron 19 jaar) die hier ook op school hebben gezeten. Zij studeren nu onderwijskunde (in Utrecht) en werktuigbouwkunde (in Eindhoven). Ik vind het geweldig te zien tot welke zelfstandige en zelfbewuste jonge volwassenen zij zijn uitgegroeid. Aan die ontwikkeling heeft het Vrije School onderwijs een belangrijke bijdrage geleverd. Dit motiveert mij ook mijn steentje bij te dragen aan de bevordering van het Vrije School onderwijs, dat de eigenheid en creativiteit van onze kinderen zo ten goede komt. Dit onderwijs is tevens een geschenk voor onze samenleving, die meer dan ooit oorspronkelijke geesten nodig heeft. Kun je ons wat vertellen over de bestedingen van de Stichting tot Steun, wat doen jullie met het ingezamelde geld? De Stichting tot Steun is zo oud als de school zelf (41 jaar) en heeft al die jaren de vernieuwing van het onderwijs ondersteund met financiële middelen. We zijn de trotse sponsor van initiatieven als de boederijschool (klas 3), de hapskampen (klas 5) en eindkampen (klas 6) maar ook van de aankoop van muziekinstrumenten, de groene schoolpleinen en de verduurzaming van het schoolgebouw (zonnepanelen). Zijn er nog meer inkomsten voor de stichting? Van oudsher vormt de oud papieropbrengst de grootste inkomstenbron. Omdat mensen echter steeds minder papier gebruiken, is er minder oud papier voorhanden en zijn deze inkomsten wat onder druk komen te staan. Vandaar dat we ook andere bronnen zijn gaan aanboren zoals het vinden van subsidies en donateurs. Om komende periode alle nieuwe initiatieven financiëel mogelijk te blijven maken, breiden we onze ondersteuning uit. We gaan de initiatiefnemers actief helpen bij het genereren en vinden van de benodigde middelen. Hierbij zullen we de ouders betrekken van wie kinderen direct baat hebben bij zo’n initiatief. Ik ben erg benieuwd wat die creativiteit en betrokkenheid allemaal mogelijk gaat maken. Het is geweldig vanuit deze solidariteit het onderwijs voor onze kinderen nog meer inspirerend en beter te maken. Wat ga jij dit jaar aanpakken bij de activiteiten? Dat hangt geheel af van de vragen die we binnenkrijgen. Het eerste prachtige verzoek hebben we afgelopen maand al kunnen honoreren. Het betreft het initiatief ‘Technieklandje’ dat Pjotr Timmermans dit schooljaar gestart is voor de 5e klas van Peter Josemans. Kinderen leren er in de natuur te overleven door het ontwikkelen en inzetten van technische kennis. Dit is niet alleen Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen De Stichting tot Steun De Stichting tot Steun is een organisatie van ouders die de school financieel ondersteunt in, met name, typische vrije school activiteiten. Het bestuur wordt gevormd door drie ouders van school, waarvan één ouder oud papier-coördinator is. Sinds dit jaar is er een nieuwe voorzitter met nieuwe ideeën en aangepast ‘beleid’. Daar willen we meer van weten. hartstikke leuk onderwijs, maar hiermee lopen we ook vooruit op een wettelijke bepaling die het vak techniek vanaf 2020 verplicht stelt. Dankzij dit initiatief kunnen onze kinderen 6 jaar eerder al van deze onderwijsvernieuwing profiteren! In mei gaan Pjotr en ik in gesprek met de ouders van klas 4, om te bekijken hoe we dit onderwijs volgend jaar ook voor hun kinderen mogelijk kunnen gaan maken. Wat heb je nodig van de ouders? De Meander kan dit hoge niveau aan onderwijs alleen bieden dankzij de betrokkenheid en inzet van ouders. Hierin bouwen we voort op een lange traditie. Wij verzoeken ouders op een manier bij te dragen die ook henzelf voldoening schenkt. Dit kan voor de een ’n donatie zijn, de ander stelt tijd beschikbaar en weer een ander organiseert een sponsorloop of boort een goede-doelen-potje aan bij de werkgever. Voor de ene ouder is het motiverend precies te weten waarvoor zijn bijdrage wordt geleverd, zoals de sponsoring van het technieklandje, terwijl de ander juist warm wordt van een algemene bijdrage, zoals het ophalen van oud papier. Al deze bijdragen zijn van harte welkom en heel concreet zijn we op dit moment op zoek naar ouders voor de oud papier-poule. Dus als je je geroepen voelt, meld je dan aan bij Frank van Groenendaal. En verder: heb je nog tips of zie je kansen, we horen het graag! Stichting tot Steun Paul Zuiker, voorzitter (email: [email protected], tel: 06 215 245 13) Jan de Graaf, penningmeester (email: deGraaf@ dgnadvocaten.nl, tel: 06 517 240 02) Frank van Groenendaal, oudpapiercoördinator (e-mail: [email protected], tel: 06 202 289 99) Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 37 - Advertenties - Holistic Pulsing De kracht van de zachtheid! De Branding is op zoek naar NIEUWE REDACTEUREN!! Zachte wiegende, ritmische en pulserende bewegingen nodigen het lichaam uit zich te ontspannen en je weer te laten “meestromen” Het ontkrampt, ontspant, geeft weer energie! In een veilige omgeving lig je daarbij gekleed op een massagetafel. Voor kind en volwassene; voor zieke en gezonde. Ook geef ik instructieworkshops. Meer weten? Of goedkope kennismaking? Bel mij! Mirjam van Meurs tel 026-3790772/ 06-42254815 38 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat Doe mee en geef je eigen kleur aan deze krant Reacties naar redactie@ branding-nijmegen.nl Reisverslag Oceanography & Meteorology door Erik Nieuwkoop, docent aardrijkskunde KGC Tijdens de tweede week van de kerstvakantie en de twee weken die daarop volgden, ben ik samen met Jaina Hurkens en Freek Besselink uit klas 12 en twee leerlingen uit klas 10 van VS Zutphen naar de Andaman Eilanden in India geweest voor een cursus Oceanography & Meteorology en de daaraan gekoppelde lessen Marine Art. Op het Karel de Grote College kennen we deze lesinhoud van de aardrijkskundeperiode van klas 10, waarin onder andere de hydrosfeer, de atmosfeer en het weer centraal staan. Tijdens de cursus kon ik voor de verandering uit mijn rol als docent stappen; ik mocht deelnemen als leerling. Dit was natuurlijk een fantastische mogelijkheid om letterlijk en figuurlijk ondergedompeld te worden in deze internationaal opgezette periode. Al sinds enige jaren organiseert Jayesh Pillarisetty Narasimhulu, verbonden aan vier vrijescholen in Hyderabad, India internationaal opgezette lesprogramma’s, gebaseerd op een specifieke hoofonderwijsperiode. Dit jaar werd voor het eerst een multinationaal georiënteerde cursus georganiseerd. Hoewel de Andaman-eilanden -absoluut gezien- centraal liggen voor de deelnemers uit Nederland, India en Australië, was de relatieve afstand vele malen groter. Na een onafgebroken reis van bijna drie dagen bereikten we de eindbestemming: Havelock Island. Voor het gevoel in een uithoek van de wereld. Cultuurverschillen, het seizoenverschil en vermoeidheid dwong iedereen tot volledige overgave. En dat was goed want de cursus ving direct aan. Het programma kende een heel duidelijk ritme: 5.00 uur opstaan, sport en spel op het strand, ontbijt, hoofdonderwijs, kunst, lunch, natuurkunde, theorie duiken, huiswerk/vrije tijd, diner, sterrenkunde, verhaal, 22.00 uur avondklok. Een indrukwekkend programma, Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen althans, zo kwam het op de deelnemers over. Uiteraard was het programma ook vol, maar vanwege de afwisseling en de regelmaat vloeiden de verschillende programmaonderdelen erg mooi in elkaar over. Er was ruimte voor in- en uitademen. Eén van de meest indrukwekkende programmaonderdelen was een PADI-open-water-duikcursus in zee. Naast de voor mij geheel nieuwe wereld die we betraden, toonde de cursus prachtig de verbanden die tijdens de lessen natuurkunde vaak alleen beschreven konden worden. Hierdoor kwam de belevingswaarde van onder andere de wet van Boyle op een veel hoger niveau. Hoewel het voor mij tijdens de eerste dagen erg wennen was aan de rol als leerling in plaats van de rol als docent, kon ik langzaamaan steeds meer gaan genieten van de kwaliteiten van mijn collega’s van de andere kant van de wereld. Het thema en de onderwerpen waar we aan werkten, vormden bekend terrein, de benaderingswijze was echter weer geheel anders. Het vormde een heel mooie bron van inspiratie. Gedurende de periode vormde zich een erg mooi samenhangend geheel van alle disciplines; een lijn die vanaf zonsopgang, via zeestromingen zoals besproken bij hoofdonderwijs en op papier gezet bij kunst, herleid werd tot fysieke kwaliteiten van water en lucht om vervolgens met de opkomst van de maan en ondergang van de zon als gedachten mee de nacht in konden worden genomen. Voor even... Het drukke programma, de vreemde omgeving en de nieuwe contacten gaven de reis een magische tint. De belevingswaarde van de lesstof lag hoog. De regelmaat in de lessen zorgde ervoor dat je niet anders kon dan de lesstof doorléven. Dat niet elke hoofdonderwijsperiode op deze manier vorm gegeven kan worden, is jammer, maar begrijpelijk. De cursus heeft mij veel bagage opgeleverd. Bagage in de vorm van internationale contacten met vrijeschool collega’s in India en Australië, maar bovenal inspiratie. Ik hoop dat ik deze bevlogenheid mee kan nemen in mijn lessen. Meer foto’s en informatie over deze cursus zijn te vinden op de website: www.asc-hyd.org Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 39 Wiskunde in de natuur De regelmatige schoonheid van de nietrepeterende breuk door Herman Beeren De natuur zit vol met al dan niet verborgen regelmaat en ritmiek. Iedereen ziet de golven op het water, hoort de onzichtbare trillingen van luchtdeeltjes (geluid) of voelt de, zowel voor oor als oog niet waarneembare, elektromagnetische golven van het licht. Planeten die hun omloop maken om een ster, zijn voorbeelden van veel grotere periodieke bewegingen. En dat is meteen het kenmerk van ritme: de periodiciteit - de op- en neergaande beweging rond een evenwichtstand. Het bekendste ritme is natuurlijk die van dag en nacht – de aarde die eenmaal om haar as draait - , en daarmee van waken en slapen, van het lawaai van de dag, dat overgaat in de stilte van de nacht. De jaarlijkse beweging van de aarde om de zon zorgt niet alleen voor het periodieke verschijnsel van de seizoenen, (dat overigens vooral veroorzaakt wordt door de scheve stand van de aardas), in combinatie met de maandelijkse omloop van de maan om de aarde ontstaat een complex samenspel van gravitatiekrachten dat zich op spectaculaire wijze manifesteert in eb en vloed, de getijden. Ook in de levende natuur treffen we tal van voorbeelden aan van ritme en regelmaat. De bijen die gebruik maken van de geometrie van het regelmatige zesvlak bij het bouwen van hun nesten, ijskristallen die groeien volgens zich voortdurend herhalende patronen (fractals!), een insectensoort (cicaden) die er een verbluffend eigenaardig ritme op nahoudt wat betreft de voortplanting: het is zomaar een willekeurige greep. Wat we zien in al die ritmiek en regelmaat lijkt een streven naar vervolmaking en een optimaal gebruik van vorm en van krachten, waardoor de meest efficiënte wijze van groei en dus van overleving kan worden gerealiseerd. Het is vooral het aspect van groei en bloei in de plantenwereld waardoor ik gefascineerd ben geraakt. Ik ben me gaan verdiepen in de onderliggende ‘mathematiek’ van verschillende verschijnselen. Want waar periodieke processen en regelmatigheid in de verdeling van ruimte en tijd in het spel zijn is de wiskunde nooit ver weg! Zij biedt ons immers het gereedschap om onze waarnemingen te abstraheren tot een soort 40 | Voorjaar 2014| Ritme & Regelmaat symbolische ‘exactheid’, waarmee we de schitterende werkelijkheid als het ware kunnen transformeren tot elegante wetmatigheden en in veel gevallen ook tot een soort grafische kunst. Die graphics zijn niet alleen oogstrelend maar wekken – bij mij althans – op hun beurt nog meer verwondering over hoe de wiskunde intrinsiek deel uit lijkt te maken van de hele natuur. We zijn als mens in staat om te ont-dekken, een tipje van de sluier op te lichten en te zien wat een wonderbaarlijke wereld eronder schuil gaat! De Gulden Snede Voordat ik een interessant wiskundig beeld werp op de groei van de zaden in een zonnebloem moet ik eerst wat theorie uit de doeken doen. De gulden snede is een wiskundig begrip dat een bepaalde verhouding weergeeft tussen twee hoeveelheden (bijv. lengtes). Je kunt hem als volgt visualiseren: Verdeel het lijnstuk c in twee stukken a en b, zó dat: a/ b=a/c , m.a.w.: het langste lijnstuk (a) verhoudt zich tot het korte lijnstuk (b) als het hele lijnstuk (c = a + b) tot het langste lijnstuk (a). Die ‘gulden verdeling’ van het lijnstuk is (m.b.v. wat wiskunde) gelijk aan: φ=(1+√5)/2=1,6180339887… Met de eigenschappen van dit bijzondere getal φ (griekse Phi, spreek uit: fi) hebben de grote wiskundige geesten als Pythagoras en Euclides in het oude Griekenland en later Kepler, Newton en vele anderen zich lang beziggehouden. In de wiskunde vinden we de Gulden Snede terug in allerlei geometrische vormen, zoals het pentagoon en het pentagram. Ik kan hier nu niet alle bijzondere eigenschappen van φ bespreken. Het belangrijkste is om te zien dat de zogenoemde decimale ontwikkeling van het getal nietrepetitief is. Dat betekent dat - in tegenstelling tot de rationale getallen (‘breuken’) - getallen als φ en ook π en bijvoorbeeld √5 (zogenoemde reële getallen) geen repeterend gedeelte in de decimale ontwikkeling hebben. De breuken 5/8=0,6250000… en 7/23=0,30434782608 695652173913043478261… bijvoorbeeld repeteren zich na resp. de derde en de 22ste decimaal; een belangrijke eigenschap van breuken: de decimale ontwikkeling zal zich ooit, op enige plaats, herhalen. Groei en bloei Welnu, wat betekent dit nu allemaal? Wat heeft dat met een zonnebloem te maken? De zaden in de zaabol worden primordia genoemd. Onderzoek heeft geleerd dat de primordia vanuit het midden aangroeien, waarbij steeds het ene zaadje een bepaalde, constante hoek maakt met zijn voorganger. De grootte van die hoek is cruciaal. Stel dat de plant zou ‘kiezen’ voor een hoek van (het complement van) 5/8*360 graden = 135 graden. Het is niet moelijk in te zien dat er dan een stervorm ontstaat, zie de afbeelding. Na 8 maal immers wordt weer de uitgangspositie bereikt, zodat zaadje met rangnummer 9 dezelfde hoek maakt met de hoofdas als zaadje nummer 1 ! De rode pijl van zaadje 18 naar zaadje 19 markeert die hoek van 135 graden. Nee, dat is niet wat de natuur als beste oplossing voor ogen heeft voor de opslag van de zaden! Deze stervormige zaadbol is zwak van structuur en zal daardoor snel uiteenvallen. De plant moet op zoek Branding Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen naar een andere, een ‘betere’ hoek. Een hoek die zichzelf niet repeteert, wat het voorbeeld laat zien. Een hoek dus, die niet bepaald wordt door een rationaal getal, (een getal met een zich repeterende reeks digits (cijfers)), maar juist een getal dat niet in een breuk is uit te drukken! primordia tot het midden van de zaadbol. Ik heb daar een studie naar gedaan en de resultaten geïmplementeerd in een computerprogramma. Die inspanningen leveren mooie beelden op en door te experimenteren met variabelen, vaak ook verrassende inzichten. Ja, precies, en laat φ , de Golden Ratio, zo’n getal zijn! Let op de vele spiralen die linksom en rechtsom opdoemen. Door te filteren op rangnummers kunnen deze zichtbaar gemaakt worden: Dat is waar de natuur naar op zoek lijkt: een ‘niet-repeterend’ getal als het gaat om de locatie van opeenvolgende zaden en bladeren. Zelfs zien we dit paradigma terug in sterrenstelsels, in de groei van slakkenhuizen en zoveel andere verschijnselen. Al wordt de zaadbol oneindig groot: nooit zal er een zaadje met de hoofdas een zelfde hoek te zien geven als een van zijn voorgangers! Het is wél verleidelijk om nog in te gaan op het werk van de Italiaanse wiskundige Fibonacci. Zijn beroemde reeks, (1, 1,2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55…) heeft zóveel kenmerken die te maken hebben met alles wat ik hierboven heb beschreven, dat het jammer is dat dit geen wiskunde-dictaat is. Daarom laten we het hierbij. Het getal φ levert de zogenoemde Gulden Hoek namelijk: het complement van φ*360 graden= 137,50776405…graden Hier zoomen we weer in op het centrale gedeelte van de zaadbol. Merk nu op dat de hoek niet terugkeert. De pijl markeert andermaal de opeenvolgende zaden tijdens de groei: zaadje nummer 19 ligt een Gulden Hoek verder dan zaadje 18. Hierdoor ontstaat de ideale ‘compactheid’ en verkrijgt de zaadbol bijgevolg zijn optimale stevigheid. Nieuwsgierig geworden? Als je belangstelling hebt voor het computerprogramma en de broncode, laat het me dan weten: [email protected] Het voert te ver om hier ook in te gaan op de afstand van de Ritme & Regelmaat | Voorjaar 2014 | 41 Ingezonden stuk - Advertentie - Een ervaring met kunstzinnige therapie door Hypericon Kunstzinnige therapie, een therapie waar je op een creatieve manier tot de kern in jezelf kunt komen en kennismaken. Mirre van Zanten is binnen Gezondheidscentrum Hypericon werkzaam als Ayurvedische (massage) therapeut. Zij doet dit werk nu 15 jaar, waarvan 3 jaar bij Hypericon. Kunstzinnige therapie, een therapie waar je op een creatieve manier tot de kern in jezelf kunt komen en kennismaken. Mirre van Zanten is binnen Gezondheidscentrum Hypericon werkzaam als Ayurvedische (massage) therapeut. Zij doet dit werk nu 15 jaar, waarvan 3 jaar bij Hypericon. "De manieren van denken van waaruit wordt gewerkt in de Ayurveda en de antroposofie, hebben veel overeenkomsten. Alleen de woorden die we eraan geven zijn anders..." Vijf jaar geleden is Mirre, via haar huidige partner, in aanraking gekomen met de antroposofie. Sinds een paar maanden zit haar dochter in de kleuterklas bij juf Joke. Haar taak bij Hypericon is onder andere zorg dragen voor het leveren van artikelen voor de Branding over Hypericon en haar medewerkers. Door haar werk bij Hypericon, heeft zij kennis kunnen maken met verschillende vormen van therapie vanuit de antroposofie, zoals euritmie, (ritmische) inwrijving, bijenwas-inpakkingen. Sinds kort heeft zij daarnaast bijzondere ervaring opgedaan met kunstzinnige therapie bij Joyce van de Velde. We laten Mirre aan het woord: "En deze ervaring met kunstzinnige therapie wil ik graag delen. Zoonlief (12 jaar), groot en sterk, had een wens om iets creatiefs te gaan doen, een speksteen bewerken bijvoorbeeld. Dat had hij een aantal jaar geleden ook al gedaan, bij een vriendin, die tevens kunstenares is. Hij zag dat wel weer zitten, lekker hakken. Als we nu eens samen iets gaan doen, zei ik tegen hem. Jij speksteen bewerken en ik vraag of Joyce mij kan leren sluieren. Dat zou ik toch ook wel eens graag echt willen leren, met al die mooie kleuren. Joyce vond het een erg leuk idee. Alleen...met speksteen werken zou niet gaan, want dan zou de mooie groepsruimte helemaal onder het stof komen te zitten, wat niet echt een optie was. Dus het zou dan boetseren worden of schilderen, maar op dat moment kon ze nog niet zeggen wat het zou worden. Waar wij het idee hadden om bij Joyce gewoon 1 à anderhalf uur door te brengen met simpel iets creatiefs te gaan doen, was Joyce al andere dingen aan het verzinnen.. ‘laten wij het maar los laten’, zei ik tegen Steijn, ‘en laten we Joyce beslissen wat zij denkt goed is voor ons te doen. Tot mijn verbazing stemde hij in… Op de bewuste middag waren we ruim op tijd; ik had zelf eerst nog een afspraak met een patiënt en Steijn zou alvast met Joyce dingen voorbereiden en beginnen. ‘Nou’, dacht ik tijdens het doen van mij behandeling, ‘ze zijn veel aan het versjouwen, wat een kabaal daar beneden. Maarrr rustiggg doormasseren’. Eenmaal klaargemaakt om de ruimte in te gaan van de kunstzinnige therapie, was ik verrast en verheugd te zien wat ze aan het doen waren. Twee tafels waren tegen elkaar gezet, vol met klei en water, een modderboel dus waarin ze heerlijk met hun handen de klei met het water in vorm brachten. ‘Om even te aarden en te voelen’, vertelde Joyce verheugd, ‘als voorbereiding’. Ik mocht ook meedoen, maar dat was niet echt noodzakelijk vond ze omdat ik daarvoor al met mijn handen in de olie gekneed had. Vond ook ik een prima idee. ‘En’, vertelde ze, ‘weet je hoe Steijn al deze klei op tafel heeft gebracht?’ ‘Nee’, antwoordde ik natuurlijk. ‘Hij heeft deze klei op tafel gegooid!!! En veel kracht dat hij heeft! Hij mocht het zo hard doen als hij wou en kon’. Ooh, dacht ik gelijk, dus dát was het kabaal dat ik net hoorde toen ik boven was. ‘Kijk maar eens naar de muren en de gordijnen!’, ging Joyce verder. Zelfs het plafond zat onder de klei. Dat wordt schoonmaken!! Maar ik was onder de indruk. Met de handen in de klei en water om te aarden en met klei gooien om zijn woede en frustratie er uit te laten komen. Hoe weet zij dit allemaal van hem? Ze kent hem niet en toch zit ze precies op het goede pad. We mochten onze hand losmaken uit de klei. En wat was het geworden wat we hadden gemaakt? Een hol! Toen mocht de hand er weer in en moest er klei gepakt worden van binnenuit om deze te gaan kneden en er een vorm in aan te brengen. Misschien werd het wel een dier dat in het hol woont. En dat door alleen te voelen, zonder te willen zien wat je maakt. Het aanspreken van je tastzin en je vertrouwen.. Dit was toch wel lastig voor Steijn. Hij had al bedacht dat hij een konijn wou maken, wat het uiteindelijk werd: een hele konijnenfamilie in en op het grote hol, met een grote draak. Bijzonder, om getuige van te zijn van die aanpak van Joyce, die zo passend bleek. Om als moeder de thema's te herkennen die hem op dat moment aanspreken. Om daardoor iets voor elkaar te krijgen of iets los te laten. En dat gaat dan voor een kind vaak onderbewust. Er werd wat geopend, hij werd gezien, er werd naar hem geluisterd en hij mocht zijn creatieve kunsten uiten en zelfs zijn woede die hij in zich had. Toen gaf ze ons de volgende opdracht: met één hand een vuist maken en met de andere hand deze hééél dik instoppen met de klei. Het kon niet dik genoeg, en het moest nog dikker. Toen Joyce tevreden was mochten we door naar de volgende opdracht: met de hand die in de klei zat ruimte maken, heen en weer wrikken, nog meer ruimte maken in die dikke klei, zonder er nog uit te komen. Ruimte maken, ruimte maken voor jezelf, ruimte maken voor je zelf. Mijn hart voelde ik een slag overslaan! Weer raak geschoten, ging er door me heen. Dit is exact een thema dat op de voorgrond staat. Bijzonder, en ik hoopte maar dat hij dat ook zo voelde. Maar ik besefte dat ik dat natuurlijk niet zo tegen hem kan zeggen. Dus ik besloot wijs om mijn mond te houden en het hem met zijn handen te laten ervaren en te voelen, en maar te bezien hoe het zich zou gaan ontwikkelen. Intussen hopen dat het zich nestelt in zijn bewustzijn. De volgende keer kan de aanpak van Joyce weer heel anders zijn, want iedere dag is anders, ieder mens is anders, iedere gebeurtenis is anders. Ook al lijkt een gebeurtenis soms op een gebeurtenis die al eens eerder is geweest, hij is toch nieuw. Net als ieder inademing waarin leven zit, veel of weinig. Net als iedere uitademing waarin loslaten en ontspanning zit, groot of klein. Het is…” Om datgeen wat buiten ons is waar ten nemen gebruiken we onze zintuigen: zien, horen, ruiken, proeven en voelen we. Bewust of onderbewust. Van alle zintuigen is de tastzin doorgaans het minst ontwikkeld. Mirre van Zanten Ayurveda ( massage) therapeut Hypericon, centrum voor integratieve geneeskunde www.hypericon.nl Bent u nieuwsgierig naar Joyce van de Velde? Joyce werkt in groepsverband en ook individueel. Ze organiseert regelmatig thema werkgroepen. U kunt informatie over haar vinden op de website van hypericon: www.hypericon.nl onder het kopje therapieën bij kunstzinnige therapie. Bellen kunt u haar ook, onder telefoonnummer: 024 322 37 74 en/of 06 55 84 28 42 Ik wens u een bijzondere creatieve tijd toe in welke vorm dat ook mag zijn. Meander vrijeschool voor basisonderwijs Groesbeeksweg 146, 6524 DN Nijmegen 024-360 03 56 Prins Bernhardstraat 12-14, 6521 AB Nijmegen 024-344 82 06 www.vrijeschoolmeander.nl Karel de Grote College scholengemeenschap voor voortgezet vrijeschoolonderwijs Wilhelminasingel 13-15, 6524 AJ Nijmegen 024-382 04 60 www.kgcnijmegen.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc