Beleidsarme/demissionaire periode

Lijst van mededelingen en ingekomen stukken, gemeenteraad 6 maart 2014
gemeente
Schiedam
I
Aan de gemeenteraad van Schiedam
UW KEh'bBRK
ONS R E W E R K
U\V BRIEF VAN
DOORKIESNUhlhlER
Postbus 1501
3 100 EA SCHIEDAM
Stadskantoor
Stadserf 1
F0104737021
W www.schiedam.nl
14UIT00808
010-2191014
ONDERWERP
nieuwe brief beleidsarmeldemissionaire periode
Geachte datnes, heren,
Op 27 september 2013 heb ik u een raadsbrief gestuurd met als onderwerp 'spelregels collegelraad
tijdens demissionaire periode i.v.m. raadsvesltiezingen 2014'.
Deze brief is in het Presidium van oktober 2013 besproken, waarbij bleek dat de tekst van de brief
mogelijk tot misverstanden ltan leiden en daarmee tot een niet bedoelde beeldvoi-ining. Dat is jammer,
omdat wij dezelfde opvattingen hebben hoe oin te gaan met de periode tot aan de verkiezingen en met
de periode na de verkiezingen.
Er is natuurlijk geen sprake van dat liet gemeentebestuur een halfjaar met reces gaat; de stad blijft
gewoon bestuurd worden.
Afgesproken is dat ik op basis van onze discussie een nieuwe brief aan de raad zend met verwerking
van de door het Presidium gemaakte opmerkingen.
Met de gemeenteraadsverltiezingen van 19 maait 2014 in zicht doen er zich twee soorten
overgangsperiodes voor die bijzondere aandacht vragen:
A. De periode vanaf de jaarwisseling tot aan de raadsverkiezingen van 19 inaart; dit is een
overgangsperiode met een beleidsann karakter;
B. De periode vanaf 19 maait tot de vorming van een nieuw college; dit is de periode waarin liet
college 'deinissionair' is.
Oindat het college en het Presidiuin zich bewust zijn van deze bijzondere periodes, is er door hen
gezamenlijk voor gekozen een gedragscode af te spreken.
Diis geen harde 'regels', maar een handleiding, een gedragscode.
Voor deze verscliillende periodes gaat liet om het volgende:
De periode tot de raadsverltiezingen van 19 maart 2014
Voor een goed en gelijkwaardig verloop van de verkiezingscainpagne is het van belang dat alle
deelnemende partijen op een gelijk speelveld aan de verkiezingen kunnen deelnemen.
Dat geldt zowel voor coalitiepaltijen, oppositie als nieuwe paitijen.
1. Het verdient de voorlceur dat in deze periode geen politiek gevoelige besluiten aan de
gemeenteraad worden voorgelegd; er is sprake van een 'beleidsarme' periode.
2. Het bestuurlijl<werk in het eerste kwartaal van 2014 gaat echter gewoon door, zeker als het oin
uitvoering van reeds vastgesteld beleid gaat. Ook zaken die tot de going concern behoren
gaan gewoon door. Maar college en raad zijn extra alert op politiek-bestuurlijk gevoelige zaken en
zo nodig wordt overleg gepleegd als daar aanleiding toe is.
3. In principe is er geen sprake meer van nieuw beleid, tenzij dat al in begroting of andere
beleidsnota's is afgesproken. Tijdens de verlciezingsperiode worden bij voorkeur geen cruciale
beslissingen voor de volgende periode genomen.
4. Gebruik in mijn eerste brief van liet woord 'demissionair' voor deze periode is wellicht
verwarrend; hier is beter de term "beleidsarm'.
De periode na de raadsverlciezingen tot de vorming van een nieuw college
Bijzonder is dat gedurende deze periode de nieuwe raad enige tijd samenwerkt inet het oude college.
Het oude college blijft na installatie van de nieuwe raad namelijk gewoon in functie totdat er een
nieuw college is gevormd. Voor de collegevorining is geen formele einddatum opgenomen in de
Gemeentewet.
Er is niet alleen sprake van een oud college met een nieuwe raad, maar oude wethouders kunnen
tijdelijk ook als nieuw raadslid optreden als zij bij de verkiezingen als zodanig zijn herkozen. Zij
hebben dus een dubbelfunctie tot de nieuwe wethouders zijn benoemd.
Van belang is dat er oog is voor deze bijzondere situatie en dat we daar goed mee omgaan.
1. Dit is de echte 'deinissionaire' periode; in deze periode worden in principe geen gevoelige of
principiële zaken door college en raad behandeld. Ook hier geldt echter dat het bestuurlijk werk
doorgaat; in deze periode geldt dat met name voor de Jaarrekening en de voorbereiding van de
Zomernota 20 15.
2. Voorstellen die in de demissionaire periode aan het college worden voorgelegd, worden door de
ambtelijke organisatie op de volgende drie criteria getoetst:
a. motivatiebeginsel: wat is de noodzaak tot behandeling in deze overgangsperiode;
b. urgentie afwegen: is er sprake van urgentie en zo ja hoe zwaarwegend is deze;
c. gevoeligheid afwegen: is er sprake van politiek-bestuurlijke gevoeligheid.
Gemeentesecretaris en biirgeineester toetsen primair op deze criteria.
3. Voorstellen van het college aan de raad bevatten eenzelfde toetsing aan deze drie criteria.
4. Bij twijfel raadpleegt de bitrgemeestess de fi~actievoorzittessin het Presidiuin. Indien nodig, treedt
de burgeineester of een andere wethouder op als waarnemend portefeuillehouder, uiteraard in goed
overleg met de leden van liet college.
5. Het Presidium realiseert zich dat de raad zich terughoudend dient op te stellen bij de agendering
van politiek-actuele onderwerpen tijdens deze demissionaire periode.
In hoop met deze brief ineer duidelijkheid over beide overgailgsperiodes te hebben gegeven.
Hoogachtend,
de burgeineesterp5'h Schiedam,
14UIT00808
Pagina 2 van 2