Jaarverslag ’13 Vrijwillige bescherming steenuil en kerkuil in Noord-Brabant Colofon Samenstelling en eindredactie Coördinatiepunt Landschapsbeheer Tekst J. Sloothaak & J. Scholten Foto’s M. Renes, J. Hermans, J. Sloothaak, J. van Holten, M. Sloendregt Vormgeving x-hoogte, Tilburg Drukwerk Gianotten Printed Media Uitgave Haaren, april 2014 Stichting Het Noordbrabants Landschap Coördinatiepunt Landschapsbeheer Postbus 80, 5076 ZH Haaren Telefoon 0411 66 40 10 [email protected] www.brabantslandschap.nl Voorwoord ’13 ‘Uilenbeschermer gezocht!’ In 2013 organiseerden we diverse themabijeenkomsten om ideeën uit te wisselen over de werving van nieuwe vrijwilligers. Via onze website en een Facebook-pagina proberen we nieuwe beschermers te werven en vooral ook jongeren te interesseren voor het uilenbeschermingswerk. Voor de steenuil was 2013 een redelijk jaar met een kleine toename in het aantal broedsels. Bij de kerkuilen zijn we nog niet uit de dip, maar de toename aan activiteit van volwassen vogels doet vermoeden dat we de komende jaren op herstel mogen rekenen. Eén ding is zeker: als de ruim 250 vrijwilligers er niet geweest waren, zou het er heel anders voorstaan met de uilen in Noord-Brabant. Van de steenuilen maakt 90% gebruik van de nestkasten en bij de kerkuilen zelfs 98%! Dankbaar werk dus met een concreet en zichtbaar resultaat. En daarbij gaat het niet alleen om de uilen, maar ook om de ecologische kwaliteit van onze leefomgeving. Zo houden uilenbeschermers de vinger aan de pols van de algehele biodiversiteit. Doorgaan dus met dit belangrijke werk en met het zoeken naar nieuwe uilenvrienden! Jan Baan Directeur Brabants Landschap Bescherming Steenuil en Kerkuil in Noord-Brabant Klik op de paginacijfers en ga naar het desbetreffende hoofdstuk Inhoud Inleiding 3 >>> Coördinatie en ondersteuning 4 >>> Omstandigheden 2013 10 >>> De steenuil 12 >>> De kerkuil 18 >>> Landelijk beeld 24 >>> Bijlagen 26 >>> 2 Inleiding ’13 Terugkijkend op het afgelopen jaar, kunnen we wel stellen dat 2013 een ‘bewogen’ uilenjaar was. Voor degenen die alle hectiek gemist hebben, volgt hier een korte samenvatting. Het begon in juli toen de oehoe voor het eerst in Brabant bleek te broeden. Vervolgens werd in september een verzwakte dwergooruil gevonden op de Maasvlakte. In oktober ving men een ruigpootuil bij de Eemshaven in Groningen die vervolgens werd geringd. In november meldde een treinmachinist een sperweruil langs het spoor in Zwolle. In dezelfde maand waren vogelaars in alle staten toen in Ede een Laplanduil werd gespot. Dit bleek later een ontsnapt exemplaar te zijn. Vervolgens werd begin december de dwerguil aangetroffen in Over- ijssel. Een prachtbeest en pas het vierde exemplaar in Nederland ooit! In de laatste week van december werd vervolgens ook nog een sneeuwuil gemeld op Texel en later op Vlieland. Een maand later arriveerde een boot vol Canadese sneeuwuilen… Je vraagt je af: “Welke soorten hebben we nog niet gehad?” In Europa kennen we 13 soorten uilen. Onze ‘vertrouwde’ uilen: de kerkuil, steenuil, ransuil en bosuil, zijn het jaar rond te bewonderen. Ook de velduil laat zich steeds vaker en langer in onze provincie zien. Hij profiteert van de aanleg van akkerranden in bijvoorbeeld de Beerse Overlaet en het Land van Heusden en Altena. De enige soort die in 2013 geen bezoek bracht aan Nederland is de oeraluil. De uilenbijbel ‘Uilen van Europa’ stelt ons echter gerust: ‘Kansen om de oeraluil in Nederland te zien zijn er vrijwel niet. De dichtstbijzijnde waarneming komt uit Harz (het noordelijkste middel gebergte van Duitsland).’ Het weer, de scheepsvaart en zelfs ontsnappingen kunnen uilen tijdelijk dichterbij brengen. Maar de basis ligt bij een geschikt leefgebied. Voldoende voedsel, nestgelegenheid en plaatsen om te rusten. Bij kerkuilen en steenuilen spelen uilen beschermers, gastgevers en andere bewoners in het buiten gebied een essentiële rol. Zij zorgen voor de aanwezigheid van heggen, akkerranden, begraasde graslanden, hout singels, knotbomenrijen en nestkasten. Dat het Brabantse cultuurlandschap nog een thuis vormt voor deze soorten is te danken aan deze betrokkenheid en de ondersteuning van de Provincie Noord-Brabant. Ook de komende jaren blijft inspanning nodig. Twijfel na het lezen van dit jaar verslag dus niet, om in welke vorm dan ook, bij te dragen aan de uilenbescherming. 3 Coördinatie en ondersteuning Provinciaal netwerk Alleen met een stevig netwerk is het mogelijk om de beschermingswerkzaamheden voor de steenuil en kerkuil goed te stroomlijnen. Bij de uilenbescherming zijn 72 zelfstandige uilenwerkgroepen betrokken. In 2013 konden we een nieuwe uilenwerkgroep verwel- komen binnen dit netwerk. De Uilenwerkgroep Dongemond gaat zich binnen de gemeente Geertruidenberg inzetten voor de steenuil, kerkuil en ransuil. Iedere werkgroep heeft één groepscoördinator die het contact onderhoudt met het Coördinatiepunt Landschapsbeheer bij Brabants Landschap en uilenwerk groepen in aangrenzende gemeentes. Een ander persoon in de groep neemt soms de administratie en de verwerking van de broedgegevens op zich. Zo worden de taken binnen de groep beter verdeeld. Per regio (west, midden en oost) zijn verder vrijwillige regiocoördinatoren actief. Zij zorgen ervoor dat ze op de Het Coördinatiepunt heeft hiervoor een provinciaal coördinator in dienst, die het netwerk aanstuurt en begeleidt. In iedere regio is tevens een veldmedewerker van het Coördinatiepunt werkzaam. De veldmedewer- kers onderhouden contacten met groepen, geven voorlichting en leiden de verspreiding van materiaal, zoals bijvoorbeeld nestkasten, in goede banen. De uitwisseling van kennis en ervaring vindt plaats in de provinciale overleggroep steenuil en kerkuil (bijlage 1). Deze overleggroep draagt ideeën aan voor een betere uilenbescherming en stelt zaken ter discussie, die spe- len in het veld en in andere provincies. De overleggroep vormt een belangrijk klankbord bij het bepalen van toekomstige activiteiten van de uilenbescherming. Tenslotte is een Facebook-team actief met vertegen- woordigers uit iedere regio. Zij zorgen gezamenlijk voor vulling van de Facebookpagina ‘Netwerk Uilenbescherming Brabant’. Inmiddels heeft de pagina 250 volgers. hoogte zijn van de stand van zaken binnen de groepen in hun regio. Daarnaast stimuleren zij de aanlevering van plaatsings- en broedgegevens en ondersteunen ze de groepen daarin. De provinciale coördinatie van het netwerk ligt bij het Coördinatiepunt Landschapsbeheer. 4 Soms neemt een ander persoon dan de coördinator de administratie op zich. Zo zijn de taken binnen een werkgroep beter verdeeld. Jaarverslag ’13 Materiaal Werving en opleiding Mede dankzij financiering van de Provincie Noord- Samen met de lokale uilenwerkgroepen organiseer- Brabant en de Nationale Postcodeloterij kan het Coördi- de het Coördinatiepunt ‘gastgever-avonden’ over uilen- uil kosteloos beschikbaar stellen aan de aangesloten Schijndel, Dongen, Uden en Breda - zorgden voor meer natiepunt nestkasten voor zowel de steenuil als de kerkwerkgroepen. Voorwaarde hiervoor is dat de werkgroep de nestkasten op geschikte locaties plaatst, onderhoudt en controleert. De locaties van alle nestkasten staan bescherming. Deze bijeenkomsten - onder andere in bekendheid in de regio en leverden enkele nieuwe vrijwilligers op voor de lokale werkgroepen. geregistreerd in een database, waar later de broed Uit een enquête, gehouden onder 68 groepen, bleek dat kasten op lastig bereikbare plaatsen controleren, geeft - liefst jonge - vrijwilligers en meer bekendheid van gegevens aan worden gekoppeld. Aan groepen die nesthet Coördinatiepunt valbeveiligingssets in bruikleen. Daarnaast is materiaal voor het inrichten van stands of het geven van spreekbeurten beschikbaar. Groepen ontvangen een jaarlijkse bijdrage voor de onkosten, die ze maken voor zaken als houtsnippers, ladders, vergaderingen en nieuwsbrieven. onder uilenbeschermers behoefte bestaat aan nieuwe hun groep. Over dit thema hield het Coördinatie punt dit voorjaar in vier regio’s speciale themabijeenkomsten. Het hoofddoel van de bijeenkomsten was om ideeën uit te wisselen over hoe uilenwerk groepen nieuwe (en bij voorkeur jonge) vrijwilligers kunnen werven. Op de avonden waren 19 uilenwerk groepen vertegenwoordigd. Martin Het Coördinatiepunt stelt kosteloos nestkasten beschikbaar aan lokale werkgroepen wanneer de werkgroepen deze op geschikte locaties plaatsen, Vink (Vogelwerkgroep Gemert) en Bas Dielen (Uilenwerkgroep Riel) presenteerden in de regio’s de aanpak, waarmee hun groep succes boekte. onderhouden en controleren. terug naar Inhoudsopgave >>> 5 Aansluitend startte een brainstormsessie, waarbij vele goede ideeën loskwamen. Deze ideeën zijn gebundeld in de brochure ‘Uilenbeschermers gezocht: m/v’ (www.brabantslandschap.nl/actueel/nieuws/uilen beschermers-gezocht). In 2013 gingen 10 groepscoördinatoren, die betrokken waren bij ruimtelijke ontwikkelingen en steenuilen, op komsten, de cursus ‘Steenuilen en ruimtelijke ontwikkeling’ en de nieuwe digitale nieuwsbrief gewerkt aan bekendheid en kennisuitwisseling over uilenbescherming. cursus over dit onderwerp. Steeds vaker vragen gemeen- Verder zijn in 2013 de twee digitale nieuwsbrieven aan te leveren of mee te denken over compenserende samengevoegd tot de nieuwsbrief ‘Uilenwerk’. Een tes en adviesbureaus uilenwerkgroepen om gegevens maatregelen. Dankzij de cursus ‘Steenuilen en ruimte- lijke ontwikkeling’ beschikken de groepen nu over meer kennis en bagage om deze rol te kunnen vervullen. Het Coördinatiepunt en de regiocoördinatoren begeleiden de werkgroepen hierin. 6 In 2013 is met ‘gastgever-avonden’, themabijeen- ‘Steenuil in de Lift’ en ‘Uilenbescherming in Brabant’ goede nieuwsbrief is essentieel voor het uitwisselen van kennis en ervaring binnen het Brabantse beschermingsnetwerk. De nieuwsbrief ‘Uilenwerk’ heeft ongeveer 800 abonnees. U kunt zich aanmelden via één van de nieuwsbrieven op www.brabantslandschap.nl. Jaarverslag ’13 verschillende locaties. Jan Baan, directeur van Brabants Provinciale jaaravond Op woensdagavond 24 april werd in Theater De Landschap, reikte tijdens de jaaravond de oorkonde voor Speeldoos in Vught de ‘provinciale jaaravond uilen bescherming’ gehouden. Ondanks het mooie voorjaarsweer bezochten ruim 200 uilenbeschermers de jaar- avond. De avond was weer een gezellige en drukbezochte aftrap voor het nieuwe uilenseizoen! Na een terugblik op een succesvol seizoen in 2012 door de provinciaal coördinator Jochem Sloothaak, kreeg Philippe ‘Uilenbeschermer van het jaar’ uit aan Rinus Punt uit Genderen, actief bij Vogelwerkgroep Altenatuur. Verderop in dit jaarverslag leest u waarom juist hij is gekozen als uilenbeschermer van het jaar. Activiteiten groepen De uilenwerkgroepen Smets van de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen het woord. zijn de oren en ogen in over de manier waarop ze in Vlaanderen de uilen vaak als vraagbaak Smets vertelde op geheel eigen – humoristische – wijze bescherming georganiseerd hebben. Met mooie foto’s illustreerde hij de plaatsen waar kasten hangen en hoe oplossingen zijn bedacht en uitgevoerd. Hij benadrukte het belang van het betrekken van de bewoners van het erf waarop de kasten hangen – zogenaamde gastgevers – op het moment van kastcontroles. “Eén keer per jaar hen de gelegenheid geven de uiltjes te zien en te ‘strelen’ draagt bij aan het goede gevoel van zowel gastgever als uilenvrijwilliger. De rest van het jaar laten ze de kast met rust, wat weer van belang is voor de uil!” Na de pauze gaf Christien Hermsen van Steenuilen- het veld en fungeren voor mensen die iets willen weten over uilen. Zo geven ze aan ‘gastgevers’ adviezen en tips met betrekking tot biotoopverbeterende maatregelen en veiligheid. Als het aankomt op beplantingen werkgroep Oisterwijk een presentatie over het proef- project ‘Inventarisatie van de ransuilen en het plaatsen van kunstnesten’. Zeer bevlogen vertelde zij over hoe mooi deze vogel is en het belang van meer aandacht en bescherming. Hermsen is een project gestart om roest- plekken in Brabant in kaart te brengen. Ook is ze begonnen met het plaatsen van verschillende type nesten op en subsidies geeft een veld- medewerker van het Coördinatie- punt tijdens een keukentafelgesprek uit- leg. Steen- en kerkuil kunnen immers alleen goed be- schermd worden als het biotoop het jaar rond geschikt is. Er moet voldoende voedsel zijn, er moeten voldoende schuilplaatsen zijn en er moet nestgelegenheid zijn. terug naar Inhoudsopgave >>> 7 Hierin speelt het netwerk van vrijwillige uilenbescher- Na afloop van ieder seizoen sturen de werkgroepen de waar de uilen zich bevinden en waar nestlocaties ont- dat alle gegevens invoert in de provinciale database. mers een centrale rol. Zij onderzoeken bijvoorbeeld breken. Wanneer nestlocaties ontbreken, dan plaatst de werkgroep op de juist manier een nestkast erbij. Om vast te stellen of de uilen de geplaatste kasten gebruiken, voeren de werkgroepen kastcontroles uit. ingevulde formulieren op naar het Coördinatiepunt, De gegevens gaan ook naar de landelijke database. De data zijn van groot belang omdat ze aantonen dat de huidige wijze van bescherming werkt! Het provinciale jaarverslag wordt hierbij aan de gast- Als uit de gegevens blijkt dat op een adres 5 jaar (zilver) of werkgroepen de locaties om de nestkasten te onder- werkgroep een officiële oorkonde uitreiken aan de gast- gevers overhandigd. Daarnaast bezoeken de uilen- houden. Ten behoeve van de algehele verspreiding van de steenuil worden door veel werkgroepen aan vullende geluidsinventarisaties gedaan. Met deze activiteiten verzamelen we belangrijke gegevens, die onder andere te lezen zijn in dit jaarverslag. Territoria, vrije broedgevallen en broedgevallen in kasten worden geregistreerd via het ‘Formulier broedgegevens’, dat te vinden is op www.brabantslandschap.nl bij het kopje Uilenbescherming. 10 jaar (goud) achtereen uilen hebben gebroed, kan een gevers. Werkgroepen kunnen deze oorkondes aanvragen bij het Coördinatiepunt. De oorkondes krijgen na overhandiging meestal een mooi plekje op het betreffende adres. Naast beschermingsactiviteiten, ondernemen de groepen ook acties om draagvlak en bekendheid te krijgen voor hun werk. Zo geven ze lezingen op basisscholen, richten ze stands of tentoonstellingen in en organiseren ze uilenexcursies. Allemaal belangrijke investeringen in de toekomst, waarvoor Brabants Landschap graag uitleenmaterialen beschikbaar stelt. OORKONDE Toegekend door Brabants Landschap en de de samenwerkende Brabantse Uilenwerkgroepen, uit waardering en erkentelijkheid voor het gastvrij ontvangen en beschermen van broedende steenuilen, gedurende 10 Uitgereikt aan: Datum: 8 Plaats: JAAR Door: Jaarverslag ’13 Rinus Punt ‘Uilenbeschermer van het jaar’ Op de Provinciale Jaaravond Uilenbescherming op Deze fascinerende materie onderwijst hij op basis Brabants Landschap, de oorkonde uit aan de ‘Uilen- foto’s, nestkasten, opgezette vogels, en vooral met een woensdag 24 april reikte Jan Baan, directeur van beschermer van het jaar’. Hij gaf hierbij als motivatie: “Drijfveer om iets te doen voor de natuur komt uit het hart. Symbool hiervoor staat Rinus Punt uit Genderen, samen met zijn kompaan Arie van de Herik actief bij Vogelwerkgroep Altenatuur.” scholen in de regio aan de jeugd. Met braakballen, spannend verhaal maakt hij op alle kinderen indruk. Deze plek is te beperkt om ook uit te weiden over het andere vrijwilligerswerk dat hij doet voor onder andere weidevogels, hoogstamfruitbomen en een lokale kringloopwinkel. Al ruim voordat er sprake was van een Brabants uilenbe- Kortom, natuurbescherming is voor deze man eigenlijk In de jaren ’80 ving hij al gewonde en verzwakte uilen doen voor de natuur komt uit het hart, wat kenmerkend schermersnetwerk, stond Punt bekend als ‘de Uilenman’. op om ze te verzorgen en weer te laten uitvliegen. Later plaatste en beheerde hij ook nestkasten in zijn regio. geen hobby, maar een missie. De drijfveer om iets te is voor vrijwilligers die uitblinken in wat ze doen. Dit aantal is inmiddels opgelopen tot bijna 200 stuks. Mede-uilenbeschermers lokten hem mee naar de jaar- alleen iets over de kwaliteit van de regio, maar ook iets gaan beschermen. De oorkonde en de ‘Braakbal’ – een Dat een derde van de kasten bewoond wordt, zegt niet over de kennis en kunde van degene die ze plaatst! Jaarlijks verlaten honderden uiltjes de kasten. avond. Eigenlijk was hij van plan om kievitsnesten te cheque ter waarde van €250,00 – nam hij met veel trots in ontvangst. terug naar Inhoudsopgave >>> 9 Omstandigheden 2013 Voor het tweede jaar op rij begon 2013 extreem koud. Nadat begin februari de temperatuur weer wat vaker boven het vriespunt kwam, leek het erop dat de zwaarste winterperiode (-18° C op 16 januari) voorbij was. Niets bleek minder waar. Net zoals in 2012 bracht droog voorjaar. ook 2013 ons verrassingen en records. Peter Boulee, Bovendien sneeuwde het, een week voordat de lente “Het begon al in de herfst van 2012 toen er onvoldoende Brabant en Zeeland. Lokaal viel circa 15 cm sneeuw. De coördinator in Zeeland verwoordde het mooi: mast (eikeltjes en beukennootjes) beschikbaar was voor de begon, langdurig in grote delen van Limburg, Noord- sneeuw bleef lang liggen, vanwege de extreem lage tem- muizenpopulatie. Als muizen onvoldoende wintervoorraad peraturen. Een slechte zaak voor de uilen, die in verzwakte van 2012-2013 stortte de muizenpopulatie geheel in.” onbereikbaar raken, van het toch al schaarse, voedsel. hebben, ligt het geboortecijfer laag. Met de strenge winter 10 Een slecht mastjaar, zeer koud, sneeuw en een erg conditie, ook nog eens geconfronteerd werden met het Jaarverslag ’13 Het werd in maart 2013 gemiddeld 2,5 °C, terwijl het viel 18 mm minder. Het lijkt iets structureels te worden, dat betekenen een hogere vetverbranding voor uilen om het serieuze regenbuien. Toen kregen insecten en bodemdieren langjarig gemiddelde in maart 6,2 °C. Lage temperaturen lijf op temperatuur te houden. Ook april bleef zeer koud. Van lente is eigenlijk geen sprake geweest; het werd de koudste lente van de afgelopen 40 jaar! Het was niet alleen koud, maar ook erg droog in 2013. In januari en februari viel al veel minder neerslag dan gemiddeld. In maart viel zelfs 35 mm minder en in april droge voorjaar (zie figuur 1). Pas eind mei kwamen de eerste door het vocht en de hogere temperaturen pas de kans om zich uit breiden. Anne Oosterbaan, onderzoeker bij Alterra, deed melding van een massale meikevervlucht, wat goed uitkwam voor de steenuilen. De muizenstand had door de barre omstandigheden echter nog heel het jaar nodig om op te krabbelen. Verderop in dit jaarverslag zijn de conse- quenties daarvan voor de kerkuil te lezen. 160 20 18 140 16 120 14 100 Temperatuur (normaal) 10 8 60 6 40 4 20 2 jan feb mrt apr mei jun jul 0 Temperatuur (2013) Maandgemiddelde temperatuur (ºC) Maandsom neerslag (mm) Neerslag (2013) 12 80 0 Neerslag (normaal) Figuur 1 ˘ Verloop temperatuur (lijnen) en neerslag (kolommen) in de eerste helft van 2013 terug naar Inhoudsopgave >>> 11 De steenuil Aanleveren van gegevens is cruciaal In 2013 is het binnen het beschermingsnetwerk weer Meer broedsels Het totaal aantal broedgevallen bij de steenuil is gelukt om van alle werkgroepen de gegevens van kast- met 94 broedsels toegenomen tot 806 (+12% ten op- jaar een hele klus. De laagdrempelige registratie van van 71 naar 81. Het aantal plaatsen waar tijdens kast controles te verzamelen en te verwerken! Dit is ieder de gegevens en de centrale verwerking ervan, zorgen ervoor dat dit proces zo efficiënt mogelijk verloopt. We houden elkaar hierin scherp. Zonder een vinger aan de pols te houden, kunnen we het succes van het be- schermingswerk niet aantonen. Ook kan zonder deze data geen jaarverslag opgesteld worden! Met vragen over de registratie van kast- en broedgegevens kunnen uilenwerkgroepen altijd terecht bij de regiocoördinator of veldmedewerker in hun regio. De contactgegevens van de regiocoördinatoren en veldmedewerkers staan vermeld in bijlage 1. zichte van 2012). Het aantal vrije broedgevallen steeg controles niet broedende steenuilen op de nestplaats zijn waargenomen (activiteit), is ook gestegen (van 137 naar 183). In figuur 1 is de ontwikkeling van het aantal geregistreerde broedgevallen (in nestkast, vrij en totaal) en het aantal locaties met alleen uilenactiviteit weer geven. Regio Oost-Brabant had met 21% groei, de hoogste toename in broedgevallen (van 281 naar 340). Deze toename was echter grotendeels te danken aan VWG Boxmeer en omstreken, die in 2013 voor het eerst gegevens aanleverde. Hier zaten 54 Brabantse broed gevallen bij! Rekenen we deze niet mee, dan was het aantal broedsels in regio oost min of meer gelijk aan 2012. We houden elkaar scherp. Zonder een vinger aan de pols te houden, kunnen we het succes van het beschermingswerk niet aantonen. 900 800 700 600 Aantal kast broedgevallen 500 Aantal vrije broedgevallen 400 Totaal aantal broedgevallen 300 Aantal nestlocaties waar niet-broedende steenuilen aanwezig waren 200 100 0 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Figuur 2 ˘ Ontwikkeling van het aantal geregistreerde broedgevallen bij de steenuil en het aantal nestlocaties waar niet-broedende steenuilen aanwezig waren. 12 Jaarverslag Bezetting nestkasten stabiel ’13 Lichte stijging in West-Brabant Er werden in 2013 op veel nieuwe locaties nestkasten Een kwart van alle Brabantse broedgevallen werd geplaatst, maar er zijn ook nestkasten vervallen. aangetroffen in de regio West-Brabant. Het aantal broed- base is met 233 stuks toegenomen. Het toegenomen 182 en het aantal vrije broedgevallen van 12 naar 17. De gevallen in nestkasten steeg in deze regio van 175 naar Het totaal aantal geregistreerde nestkasten in de dataaantal broedsels heeft er echter niet voor gezorgd dat de bezettingsgraad omhoog is gegaan. In figuur 3 is te zien dat het aandeel lege kasten licht is gestegen van 70% uilenwerkgroep van Altenatuur scoorde ook dit jaar weer het hoogst qua broedgevallen (43) en bezettingsgraad (46%). Coördinator Rinus Punt werd niet voor niets Uilenbeschermer van het jaar. De gemiddelde bezettingsgraad naar 72%. in West-Brabant steeg tot 31% (5% hoger dan 2012). Mooi werk van de uilenbeschermers in deze regio! Regio West Kast broedgeval Vrij broedgeval Activiteit Territorium Aantal kasten Bezettingsgraad Uilenwerkgroep 1 3 4 5 7 9 10 11 UWG Bergen op Zoom 6 0 0 - - - VWG Etten-Leur 15 UWG Breda 15 UWG Drimmelen & Den Hout 26 VWG Ken en Geniet (Dongen) 15 2 4 0 VWG VRC Zundert Mark en Leij (Chaam) VWG IVN Mark & Donge IVN De Waerdman (West) 10 17 IVN De Waerdman (Oost) 20 0 149 1 4 0 78 6 0 58 5 0 20 UWG Raamsdonk 3 1 16 18 63 1 43 UWG Baarle (Mark en Leij) 0 2 21 0 0 VWG Altenatuur 0 6 4 12 14 2 0 0 0 0 - 4 9 33% - 23% 100% 38% 11% 36% 8 0 110 46% 2 0 51 24% 0 0 0 26 15% 0 63 4 0 57 23% 0 0 12 32% 17% 19 UWG Gilze en Rijen 9 22 UWG Roosendaal, Rucphen en Sprundel 9 0 4 0 0 26 34 38% 182 17 56 0 761 31% 21 UWG Moerdijk Subtotaal 3 0 - 29% 3 0 2 19% 100 80 60 73% 70% 72% Leeg Bewoond Bebroed 40 20 0 2011 2012 2013 Figuur 3 ˘ Bezetting nestkasten voor de steenuil in de jaren 2011, 2012 en 2013 terug naar Inhoudsopgave >>> 13 regio Midden Kast broedgeval Vrij broedgeval Activiteit Territorium Aantal kasten Bezettingsgraad Uilenwerkgroep 8 51 52 53 54 55 56 57 58 59 61 63 64 65 66 68 69 71 72 73 UWG Uylenspiegel (Riel) 3 UWG Tilburg e.o. 0 15 0 11 0 WNL Boxtel 9 JNW Zijtaart WNL Oost-, West- & Middelbeers 18 Heemnatuurgroep Sint-Oedenrode 13 Natuurwerkgroep Liempde Kerk- en Steenuilgroep Vught 5 1 5 4 0 4 0 - - 1 31 13% 3 120 18% 0 69 19% - - 1 0 4 0 3 0 1 0 0 129 37 15% 41% 64 23% 0 75 12% 0 0 3 33% 0 0 0 14 4 2 0 IVN Son en Breugel 15 6 5 SWG Hei, Heg en Hoogeind (Leende) 10 0 1 SWG Oisterwijk 23 0 240 27 KNNV VWG Eindhoven - IVN Riethoven - VWG IVN Oirschot 18 VWG De Kempen 48 VWG Geldrop VWG De Pailjaart (Best) UWG Heeze - Vogelasiel Second Chance (Lage Mierde) 17 SWG Hilvarenbeek Subtotaal 11 - 0 1 - 3 1 - 5 9 - - - - - 7 81 28% 0 176 32% - - 7 0% 54 30% 0 82 24% 1 71 7 0 7 - 85 28% 6 0 0 123 98 15% 30% 56 13 1305 23% 15% Hoogste bezetting nestkasten in MiddenBrabant het grootste aandeel in deze regio. Na een jaar van de Eén derde van de broedgevallen werd aangeleverd weer terug. Met een bezettingsgraad van maar liefst door de groepen uit de regio Midden-Brabant. Het aantal kastbroedgevallen steeg hier van 206 naar 240. Het aantal vrije broedgevallen daalde echter van 38 naar 27. Vogelwerkgroep De Kempen leverde met 48 broedsels 14 0 14 troon gestoten te zijn komt Vogelwerkgroep Liempde 41%, staat deze groep, net als in 2011, weer bovenaan. Uiteindelijk komt Midden-Brabant uit op een gemid- delde bezettingsgraad die bijna gelijk is aan vorig jaar (22% in 2012 en 23% in 2013). Oost-Brabant heeft de meeste steenuilen broedsels van de provincie Dit is veel hoger dan in 2012 (281 broedgevallen), een Oost-Brabant leverde 42% van alle broedgevallen in Vogelwerkgroep Boxmeer en omstreken, die in 2013 voor stijging van 17%. Dit is grotendeels te danken aan de Brabant. Hiermee leverde deze regio de meeste broed gevallen in Brabant. In totaal waren er 340 broedgevallen, waarvan 303 kastbroedgevallen en 37 vrije broedgevallen. Regio Oost Kast broedgeval het eerst de broedgegevens op een bruikbare manier aanleverde. VWG ’s-Hertogenbosch en omstreken spant in deze regio de kroon met een bezettingsgraad van 67%! Vrij broedgeval Activiteit Territorium Aantal kasten Bezettingsgraad Uilenwerkgroep 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 VWG IVN Grave e.o. 10 VWG IVN Bakel (‘ut Vuggelke’) 5 UWG Schijndel Vogelwacht Uden (werkgebied KeldonkErp-Boerdonk) VW De Maasheggen Vogelwacht Uden (werkgebied Mariaheide-Veghel-Vorstenbosch) VWG Gemert IVN Cranendonck VWG Heemk. Gemonde UWG De Peel UWG Vinkel 113 VWG Maasdonk 115 VWG Boekel - Venhorst 114 116 117 118 119 122 14 VWG De Ortolaan (Laarbeek) UWG Heesch-Loosbroek Nestkastenwerkgroep Budel VWG Geffen VWG De Kulert (Deurne) VWG Lithooijen Vogelwacht Uden (werkgebied Uden) 0 0 21 10 12 0 43 1 18 7 12 0 3 3 0 0 0 0 133 VWG IVN De Groene Overlaat (Cuijk) 9 0 UWG Nistelrode 1 2 VWG Boxmeer e.o. 3 54 1 24% 17% 0 18 22% 13 33 31% 21% 10 20% 10 100% 69 4 10 36 4 0 12 67% 0 26 46% 0 22 45% 5 19 5 7 1 35% 50% 1 0 7 49 196 14% 27% 0 1 14 32% 49 7 4 28 45% 5 0 6 53 38% 28% 45% 3 4 47 22 0 2 0 UWG Heeswijk-Dinther 1 0 1 0 131 52 0 0 132 0 0 2 11 UWG IVN Veghel SWG ’s-Hertogenbosch 43% 0 1 1 125 128 107 0 0 0 130 0 0 0 11 0 VWG Ravenstein 38% 0 4 0 127 32 0 VWG Oss VWG ‘s-Hertogenbosch e.o. 0 0 5 123 124 47 1 0 7 3 3 0 0 0 4 3 0 39 0 0 2 0 12 0 0 0 29 10 1 3 5 1 0 0 0 1 0 3 0 3 1 19 23 19% 22% 0% 0% 52% 11 36% 0 120 45% 5% Subtotaal 303 37 71 22 1187 32% Totaal 725 81 183 35 3253 28% terug naar Inhoudsopgave >>> 15 vrij broedgeval broedgeval in nestkast activiteit in nestkast maar geen broedgeval vastgesteld territorium onbewoonde nestkast Figuur 4 ˘ Spreiding van nestkasten, broedgevallen, uilenactiviteit en territoria van de steenuil in 2013 Minder kuikens door slechter voedselaanbod Het slagingspercentage van de broedsels was in 2013 iets lager dan voorgaande jaren (90% in 2013 ten opzichte van 91% in 2012). Hierbij was zowel het aantal in 2013 (2,8) was alleen lager in 2009 (2,5). Deze cijfers weerspiegelen duidelijk het slechtere voedselaanbod in 2013. Vermenigvuldig het aantal uitgevlogen jongen per broedsel met het aantal succesvolle broedsels, dan zijn eieren als het aantal jongen per broedsel echter flink er het afgelopen jaar minimaal 2.003 onervaren steen lager dan in 2012. Het aantal eieren (3,4) en jongen per uilen op zoek gegaan naar een nieuwe vestigingsplaats. broedsel (2,9) was zelfs het laagste aantal in vier jaar! Ondanks het hogere aantal broedsels, zijn dit 218 minder Het aantal uitgevlogen jongen per succesvol broedsel uitgevlogen uiltjes dan in 2012 (-11%). 4,0 3,5 3,0 2013 2012 2011 2010 2009 2013 2012 2011 2010 2009 2013 2012 2011 1,5 2010 2,0 2009 2,5 1,0 0,5 0,0 eieren per broedsel jongen per succesvol broedsel uitgevlogen jongen per succesvol broedsel Figuur 5 ˘ Ontwikkeling aantal eieren per broedsel en aantal jongen of aantal uitgevlogen jongen per succesvol broedsel in de periode 2009-2013 16 Jaarverslag ’13 Coördinatorenexcursie Jaarlijks organiseert het Coördinatiepunt voor de coördi- bracht de groep een bezoek aan twee prachtige erven. deze dag bezichtigen we het werkgebied van één van de kerkuilen vrij rondvliegen, is een unieke ervaring. natoren van de uilenwerkgroepen een excursie. Tijdens Met z’n allen op een 17e-eeuwse hooizolder staan, waar de werkgroepen. Hierbij vindt kennisuitwisseling plaats, Dat een moestuin, extensief grasland, een oude schuur, dank voor het werk dat is verzet. Dit jaar waren we met mooi steenuilenbiotoop bleek uit het aansluitende maar het mag ook gewoon een gezellige dag zijn als een gezelschap van 35 beschermers te gast in het Land van Heusden en Altena. Rinus Punt (Uilenbeschermer van het jaar) en Arie van de Herik van Altenatuur startten de dag met uitleg over hoe zij de uilenbescherming aanpakken. Rinus Punt: “Het is voor Arie flink doorwerken met 110 steenuilen kasten, maar die steenuilenbeschermers hebben het hartstikke makkelijk. Ze zouden eens moeten meegaan voor de kerkuilenkasten … Dan weten ze tenminste wat echt werken is!” Van de 50 kasten is ruim een kwart bezet in het Land van Heusden en Altena. Rond Babyloniënbroek een paardenweitje en hoogstamfruit zorgen voor een bezoek. “Ieder jaar vliegen hier jongen uit, want het is hier toch prachtig!”, aldus Punt. Tijdens een – door Altenatuur verzorgde – lunch werden veel ervaringen uitgewisseld over de nestkasten, de gastgevers, nieuwe vrijwilligers en het beste moment van kastcontroles. ‘s Middags leidde beheerder Bart Pörtzgen het gezelschap rond in ’t Pompveld. Normaal gesproken is dit natuurgebied niet toegankelijk voor bezoekers, maar voor deze dag werd een uitzondering gemaakt. Zo konden we een kijkje nemen bij de eendenkooi. De dag werd afgesloten met een hapje en een drankje in Fort Giessen, waarna iedereen weer gemotiveerd aan de slag ging voor zijn ‘eigen’ uilen. terug naar Inhoudsopgave >>> 17 De kerkuil Een duidelijk daljaar In 2013 leverden 66 groepen hun gegevens aan over Bezetting flink achteruit Over heel Brabant genomen werd ongeveer 6% van de kastcontroles. Dit zijn er meer dan in 2012 (57 groepen). de nestkasten gebruikt om in te broeden. Met de loca- broedgevallen en 10 vrije broedgevallen. Het aantal kast- gerekend, geeft dit een bezettingspercentage van 13%. In totaal waren er 144 broedsels, waarvan 134 kast broedgevallen is beduidend minder dan in 2012, waar maar liefst 390 broedsels waren (daling van 63%). De daling in aantal broedgevallen is overal in Brabant te zien. In Midden-Brabant was de daling het hoogst (-73%). Deze sterke daling na een piek kwam ook voor in 2009. Fluctuaties in aantallen zijn gebruikelijk bij de kerkuil, omdat de conditie van kerkuilen voor een groot deel samenhangt met de muizenstand. Daar bovenop kwam ties waar alleen uilenactiviteit werd vastgesteld mee Dit is een flinke afname (-6%) ten opzichte van 2012. De bezetting verschilde nauwelijks tussen de verschil- lende regio’s. Midden-Brabant heeft met 15% de hoogste bezettingsgraad en regio Oost heeft met 11% de laagste bezettingsgraad. Hoewel het plaatsen van nestkasten op kansrijke locaties altijd nuttig is, mag ook gesteld worden dat de kerkuil voldoende nestgelegenheid heeft in Brabant. in 2013 de aanhoudende kou in het voorjaar, waardoor veel energie nodig was voor opwarming. Het aantal nestlocaties waar alleen uilenactiviteiten, maar geen broedsels zijn aangetroffen is sterk toegenomen (van 59 naar 155). Waarschijnlijk waren veel paartjes te zwak om in broedconditie te komen. Toch biedt dit wel hoop voor de komende jaren, want het lijkt niet zo te zijn dat de volwassen kerkuilen massaal zijn verhongerd. Er is al- leen weinig gebroed om krachten te sparen. Verder is er één vrij broedgeval méér geregistreerd dan in 2012. Van de vrije broedgevallen zaten er vijf in West-Brabant en vijf in Oost-Brabant. 500 400 Totaal aantal broedgevallen 300 Aantal kastlocaties met alleen activiteit 200 100 0 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Figuur 6 ˘ Ontwikkeling aantal kerkuilbroedgevallen en kastlocaties met alleen activiteit 18 Jaarverslag ’13 100 West-Brabant blijft belangrijkste regio voor kerkuilen In regio West werd 43% van alle broedgevallen vast- 80 gesteld. Met 61 broedsels liep het aantal broedgevallen in deze regio wel met 60% terug ten opzichte van 2012 83% 60 81% 87% (154 broedsels). Ook qua kerkuilen heeft de uilenwerk- Leeg Bewoond groep van Altenatuur in deze regio het hoogste aantal 40 Vogelwerkgroep Ken en Geniet had met 38% de hoogste 20 van Ulvenhout zat in 2013 helaas helemaal geen kerkuil. 0 Bebroed broedsels (12), direct gevolgd door VWG Zundert (10). bezettingsgraad van de nestkasten! In de vier nestkasten Wel zijn er twee vrije broedgevallen bij Altenatuur 2011 gezien, twee bij Drimmelen en Den Hout en één in 2013 Figuur 7 ˘ Bezetting nestkasten voor de kerkuil in 2013 Raamsdonk. Regio West 2012 Kast broedgeval Vrij broedgeval Activiteit 1 0 4 4 0 Aantal kasten Bezettingsgraad Uilenwerkgroep 2 6 13 20 27 41 44 45 51 53 54 58 59 60 73 80 81 82 IVN De Waerdman VWG Ken en Geniet (Dongen) 8 VWG Etten-Leur 1 UWG Bergen op Zoom VWG Zundert VWG Altenatuur UWG Oud Gastel (Roosendaal) UWG Drimmelen & Den Hout Mark & Leij (Chaam) VWG Rucphen UWG Raamsdonk UWG Ulvenhout UWG Baarle (Mark en Leij) NMV ‘VMB’ Hank-Dussen (Biesbosch) 10 10 0 28 2 0 2 4 0 2 - 6 2 49 1 3 14 36% 2 33 12% 5 27 19% 2 43 14% 730 14% - 0 0 0 6 0 4 5 48 0 56 21% 0 - 4 5 47 4% 14% 0 0 4 87 19% 32 0 2 53 6% 38% 3 0 UWG Moerdijk Subtotaal 0 2 0 UWG Roosendaal, Rucphen en Sprundel 40 0 3 83 7 0 UWG Gilze en Rijen UWG Breda 0 0 0 0 53 - 4 13 72 53 terug naar Inhoudsopgave 9% 13% 4% - 0% 31% 15% 8% >>> 19 Sterke daling broedgevallen in Midden-Brabant In Midden-Brabant broedde in 2013 20% van de Bra- bantse kerkuilen. Dit was in 2012 nog 28%! Het aantal broedgevallen daalde in deze regio van 110 naar 30, een enorme afname (-73%). Bij veel groepen – die allemaal op de zandgronden actief zijn – werden geen of slechts enkele broedgevallen gezien. Dit moet de controles van Regio Midden de nestkasten minder plezierig gemaakt hebben. Vogel- werkgroep De Kempen (KU14 en KU71) had met 10 trouw broedende kerkuilen het hoogste aantal. Bij Uilenwerk- groep Son en Beugel werden in de 8 nestkasten 2 broed- gevallen en 3 activiteiten waargenomen. Dit zorgde voor een hoge bezettingsgraad van 63%. Kast broedgeval Vrij broedgeval Activiteit Aantal kasten Bezettingsgraad Uilenwerkgroep 4 Heemnatuurgroep Sint-Oedenrode 0 0 9 58 16% 7 KWG Oisterwijk-Haaren 0 0 2 64 3% 0 21 142 22% 0 0 5 20% 5 10 14 17 23 30 33 34 35 37 43 46 57 66 68 74 85 88 20 KNNV VWG Eindhoven Natuurwerkgroep Liempde VWG De Kempen VWG De Pailjaart (Best) VWG Geldrop UWG Heeze 1 1 10 1 1 - 0 0 0 - 1 0 1 - 17 58 17 - 12% 2% 12% - WNL Oost-, West- & Middelbeers 2 0 0 37 5% WNL Boxtel 1 0 0 33 3% JNW Zijtaart 0 0 0 13 SWG Hilvarenbeek e.o. 4 IVN Riethoven UWG Tilburg e.o. VWG IVN Oirschot Kerk- en Steenuilgroep Vught - 1 4 2 SWG Helvoirt e.o. 0 UWG Uilenspiegel 0 SWG Hei, Heg en Hoogeind (Leende) UWG Son en Breugel Subtotaal 0 2 30 - 0 0 0 - 0 3 3 2 - 4 25% 27 26% 51 29% 29 0% 24% 0 13 0 4 30 13% 3 8 63% 620 15% 0 0 0 0 0 3 63 2 23 0% 13% Jaarverslag ’13 Minder broedgevallen, maar meer activiteit in Oost-Brabant In Oost-Brabant werd 37% van de broedsels vastge- steld. Maar ook in deze regio is het aantal broedgevallen helaas sterk gedaald van 126 naar 48 (-62%). Wel zijn er in 2013 5 vrije broedgevallen gezien. Verder is de activiteit in deze regio sterk gestegen, van 11 naar 44. Waarschijnlijk waren hier dus wel genoeg uilen aanwezig, maar zijn ze niet tot broeden gekomen. Alleen Uilen- werkgroep Oss heeft een broedgeval meer dan vorig jaar (van 0 naar 1). Alle andere groepen hadden minder broedgevallen, waarbij Uilenwerkgroep Maasheggen de sterkste daling had (van 21 naar 8 broedgevallen). Uilenwerkgroep Heeswijk-Dinther had met 45% de beste bezetting van haar nestkasten. Regio Oost Kast broedgeval Vrij broedgeval Activiteit Aantal kasten Bezettings- IVN Cranendonck 0 0 2 5 VW De Maasheggen 8 0 2 67 7 65 12% 86 0% graad Uilenwerkgroep 1 9 11 12 15 16 18 19 21 22 25 28 29 40 49 50 VWG IVN De Groene Overlaat (Cuijk) VWG De Torenvalk (Zeeland) 67 70 83 84 86 89 8 UWG De Peel 0 0 VWG Gemert 3 0 0 0 1 0 30 29 VWG De Ortolaan (Laarbeek) VNW ‘s-Hertogenbosch e.o. 1 3 VWG KNNV Helmond 0 Vogelwacht Uden (Werkgebied Uden - Odiliapeel - Volkel - Zeeland) VWG Heemk. Gemonde 2 Vogelwacht Uden (Werkgebied Mariaheide Veghel - Vorstenbosch) VWG Oss UWG Schijndel UWG Vinkel 69 - 1 0 63 65 - 1 1 56 64 - 0 VWG De Kulert (Deurne) Vogelwacht Uden (Werkgebied Keldonk - Erp - Boerdonk) VWG IVN Bakel (‘ut Vuggelke’) 61 0 0 1 0 17 0% 0 0 1 0 0 4 1 0 0 1 0 0 1 0 VWG Ravenstein 0 0 2 0 3 2 0 22 5% 14 6 12 0 10 2 18 9 50 48 5 134 10 Subtotaal Totaal 0 0 17% 27% 0 VWG Lithooijen 17% 11 6 3 11% 14% 25% VWG Boxmeer e.o. 1 9% 12 4 1 3% 0% 2 1 0% 32 UWG Heeswijk-Dinther UWG Nistelrode 1 2 5% 11% 36 0 3% 57 58 0 0 62 0 4 VWG IVN Grave e.o. Vogelwacht Uden (Werkgebied Boekel) 19% 0 0 VWG Maasdonk 48 0 UWG Heesch-Loosbroek VWG Geffen 6 0 0 - 40 0 0 5 15% 0 1 0 40% 100% 11 0% 22% 45% 10 40% 2 100% 44 819 11% 155 2169 13% 2 terug naar Inhoudsopgave 30% >>> 21 72% minder uitgevlogen jongen Gemiddeld werden per broedgeval 3,8 eieren gelegd waarvan 92% is uitgekomen. Dit is 3% minder dan in 2012. Het aantal eieren per broedgeval was het laagste broedsels, dan zijn er in dit jaar 360 kerkuilen uitgevlo- gen. In vergelijking tot het aantal van 1.296 in 2012 is dat bedroevend laag (-72%). Het laat duidelijk zien dat de kerkuil als muizenspecialist veel meer last heeft gehad sinds 4 jaar. Het aantal jongen (2,98) en uitgevlogen van de sneeuw en de lage muizenstand dan de steenuil. In het vorige hoofdstuk was al te lezen dat bij deze laatste jongen (2,72) was alleen in 2009 lager. Vermenigvuldi- soort maar 10% minder uilen uitvlogen in 2013. gen we dit aantal in 2013 met het aantal succesvolle 5,0 4,5 4,0 3,5 3,0 2013 2012 2011 2010 2009 2013 2012 2011 2010 2009 2013 2012 2011 1,5 2010 2,0 2009 2,5 1,0 0,5 0,0 eieren per broedsel jongen per succesvol broedsel uitgevlogen jongen per succesvol broedsel Figuur 8 ˘ Ontwikkeling aantal eieren per broedsel, aantal jongen en aantal uitgevlogen jongen per succesvol broedsel in de periode 2009-2013 22 ’13 Jaarverslag vrij broedgeval broedgeval in nestkast activiteit in nestkast, maar geen broedgeval onbewoonde nestkast Figuur 9 ˘ Spreiding van nestkasten, broedgevallen en uilenactiviteit van de kerkuil in 2013 Veel verkeersslachtoffers Hoewel in 2013 weinig kerkuilen uitvlogen, werden beduidend meer verkeersslachtoffers gemeld dan in 2012 en 2011. Of dit te maken heeft met de alertheid van waarnemers en het feit dat ze waarnemingen sneller doorgeven op waarneming.nl is niet bekend. Het is in ieder geval erg belangrijk dat mensen deze waarnemin- gen blijven doorgeven! Zo komen knelpunten in beeld en kunnen we speciale maatregelen nemen. Het verschil is in ieder geval duidelijk. Het lijkt er op dat kerkuilen meer risico’s namen door in wegbermen op zoek te gaan naar muizen, omdat elders nauwelijks iets te bejagen was. Ook bij de steenuil is een toename te zien in het aantal verkeersslachtoffers. 60 kerkuil 50 steenuil bosuil 40 30 20 10 0 2011 2012 2013 Figuur 10 ˘ Verkeersslachtoffers Brabant (Bron: waarneming.nl) terug naar Inhoudsopgave >>> 23 Landelijk beeld Kerkuil duikt onder de daljarengrens Vanaf 2009 nam het aantal broedende kerkuilen weer langzaam toe. In 2013 was er ook landelijk echter een stevige daling van het aantal broedgevallen. De gemiddelde daling (-54%) was landelijk lager dan in Qua aantal broedsels blijft Brabant (met ongeveer 13% genomen in Limburg (-81%), Utrecht (-72%), Gelderland staan. Friesland gaat nog altijd stevig op kop met 25% onze provincie (-63%). De grootste terugval werd waar(-66%) en Groningen (-64%). Door de terugval komt het aantal broedsels in 2013 ver onder de landelijke daljarengrens uit het ‘Soortbeschermingsplan Kerkuil’. van alle broedgevallen in Nederland) op de tweede plek van alle broedgevallen. Omdat in deze provincie de afname van het aantal broedgevallen in 2013 meeviel, is dit aandeel 8% meer dan in 2012! 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 2002 2003 2004 2005 Totaal aantal broedgevallen 2006 2007 2008 Veilige grens 2009 2010 2011 Topjaren grens 2012 2013 Daljaren grens Figuur 11 ˘ Ontwikkeling landelijk aantal geregistreerde broedgevallen 600 2011 500 2012 400 2013 300 200 Lim bur g nt N-B rab a and Zee l d llan Z-H o nd olla N-H Utr ech t nd Flev ola der lan d Gel el rijs s Ove nth e Dre and Frie sl Gro 0 nin gen 100 Figuur 12 ˘ Ontwikkeling aantal geregistreerde broedgevallen per provincie in de jaren 2011, 2012 en 2013 24 Jaarverslag ’13 Betrek je buur erbij! Met de nieuwe brochure ‘Uilenbeschermer gezocht: m/v’, Uit een enquête, gehouden onder 68 groepen, bleek dat werk. Bovendien staan er ideeën in om de bekendheid - liefst jonge - vrijwilligers en meer bekendheid van hun wordt aandacht gevraagd voor dit nuttige beschermingsvan de uilenwerkgroepen te vergroten. Ook in de toe- komst moeten steen- en kerkuil immers kunnen rekenen op bescherming door vrijwilligers. Deze uilensoorten zijn niet alleen afhankelijk van be- onder uilenbeschermers behoefte bestaat aan nieuwe groep. Over dit thema organiseerde het Coördinatiepunt Landschapsbeheer dit voorjaar in 4 regio’s bijeenkom- sten. De ideeën die hierbij naar voren kwamen, zijn ge- bundeld in de brochure ‘Uilenbeschermer gezocht: m/v’.* schermers, maar ook van ‘gastgevers’: particulieren die Via ons kwartaalblad, onze website en de Facebook- speciale nestkasten te plaatsen en om het biotoop te warm te maken voor uilenbescherming. Dit is echter hun tuin, erf of boomgaard beschikbaar stellen om er verbeteren met uitgekiende erfbeplantingen. Op ruim 5.000 adressen hangen momenteel nestkasten. Het aan- tal beschermers dat de kasten controleert en onderhoudt schommelt rond de 250. Deze enorme hoeveelheid werk heeft inmiddels haar vruchten afgeworpen: zowel de kerkuil als de steenuil is uit de kritische zone gekropen. pagina proberen wij vanuit Brabants Landschap mensen niet voldoende. Het werven van nieuwe beschermers dient vooral lokaal te gebeuren. In 2013 is in Brabant stevig gewerkt aan het vergroten van bekendheid van het beschermingswerk en het betrekken van scholen, burgemeesters, lokale kranten en eigen buren. De nieuwe brochure biedt hiervoor handvatten. www.brabantslandschap.nl/actueel/nieuws/uilenbeschermers-gezocht www.brabantslandschap.nl/zelf-aan-de-slag/vrijwilligerswerk/uilenbescherming www.facebook.com/UilenbeschermingBrabant terug naar Inhoudsopgave >>> 25 Bijlagen Bijlage 1 ˘ P rovinciale overleggroep steenuil en kerkuil Provinciale overleggroep steen- en kerkuil 26 Naam Functie Telefoon Jochem Sloothaak Provinciaal Coördinator Brabants Landschap [email protected] 0411 66 40 11 Henk Cleutjens Regiocoördinator Kerkuil Oost-Brabant [email protected] 0493 31 71 59 Harry Fiolet Regiocoördinator Kerkuil West-Brabant [email protected] 0168 48 38 65 John Opdam Regiocoördinator Steenuil Oost-Brabant [email protected] 06 461 755 41 Dennis Maas Regiocoördinator Steenuil West-Brabant [email protected] 06 482 705 33 Joost Nijkamp Regiocoördinator Steenuil / Kerkuil Midden-Brabant [email protected] 073 642 39 47 Marco Renes Gebiedsmedewerker Brabants Landschap Oost-Brabant [email protected] 0499 32 73 45 Arjen Stoop Gebiedsmedewerker Brabants Landschap West-Brabant [email protected] 076 502 45 17 Karel Voets Gebiedsmedewerker Brabants Landschap Midden-Brabant [email protected] 0411 63 26 63 Jaarverslag ’13 Bijlage 2 ˘ C ontactpersonen voor steen- en kerkuilwerkgroepen in Brabant Regio West-Brabant Contactpersoon Email Telefoon UWG Bergen op Zoom Ton Bakker [email protected] 0164 68 71 84 SU01 KU13 IVN De Waerdman (Oost) Harrie Smits [email protected] 0416 37 36 28 SU17 KU02 IVN De Waerdman (West) Kees Kraneveld [email protected] 0416 33 64 99 SU16 - Mark & Leij (Chaam) Wim Cornelissen [email protected] 076 56 41 354 SU07 KU51 UWG Ulvenhout Bert Feskens [email protected] 06 531 741 38 - KU58 Uilenwerkgroep Dongemond Dennis Maas [email protected] 06 482 705 33 SU18 KU54 UWG Baarle (Mark en Leij) Johan Versmissen [email protected] 0032 146 991 36 SU14 KU59 UWG Breda Martin van Leest [email protected] 076 56 56 713 SU05, SU15 KU80 UWG Drimmelen & Den Hout Harry Fiolet [email protected] 0168 48 38 65 SU09 KU45 UWG Gilze en Rijen Maaike Riemslag [email protected] 0161 45 28 94 SU19 KU73 UWG Moerdijk Wim de Vries [email protected] 0168 33 56 51 SU21 KU81 UWG Oud Gastel (Roosendaal) Johan Godschalk [email protected] 0165 51 32 89 - KU44 UWG Roosendaal, Rucphen en Sprundel Leon Testers [email protected] 0165 55 06 58 SU22 KU82 VWG VRC Zundert Charles Brosens [email protected] 076 59 74 165 SU04 - VWG Altenatuur Arie van de Herik [email protected] 0183 30 41 93 SU12 - VWG Altenatuur Rinus Punt [email protected] 0416 35 23 01 - KU41 NMV Hank-Dussen (Biesbosch) Ton Prinsen [email protected] 0162 40 31 75 - KU60 VWG Etten-Leur Harry Bode [email protected] 0168 325429 SU03 - VWG Etten-Leur Mark van der Zijden [email protected] 0165 30 45 64 - KU20 VWG IVN Mark & Donge Bart Jaspers [email protected] 06 484 055 84 SU10 - VWG Ken en Geniet (Dongen) Thieu Verharen [email protected] 0162 315480 SU11 KU06 VWG Rucphen Jan Kiewit [email protected] 076 50 33 630 - KU53 VWG Zundert Ad van Asten [email protected] 076 59 85 332 - KU27 Contactpersoon Email Telefoon Groepsnr. SU Groepsnr. KU Heemnatuurgroep Sint-Oedenrode Hein de Koning [email protected] 0413 47 60 29 - KU04 Heemnatuurgroep Sint-Oedenrode Mari de Wit [email protected] 0413 47 58 40 SU54 - IVN Riethoven Dirk Timmermans [email protected] 0497 51 48 88 SU58 - IVN Riethoven Jan Das [email protected] 040 20 16 075 - KU34 UWG Son en Breugel Bert van Oosten [email protected] 0499 471319 SU68 KU88 JNW Zijtaart Ton van de Tillart [email protected] 06 158 221 71 SU59 KU43 Kerk- en Steenuilgroep Vught Simon Teerink [email protected] 06 183 033 66 SU55 KU66 Kerk- en Steenuilgroep Vught Sietske van Maren [email protected] 073 61 46 158 SU55 KU66 KNNV VWG Eindhoven Gerard Tielemans [email protected] 040 21 20 794 SU56 KU05 Natuurwerkgroep Liempde Toon Ondersteijn [email protected] 073 59 42 796 SU53 KU08, KU10 SWG Hei, Heg en Hoogeind (Leende) Adri Staals [email protected] 040 20 61 446 SU71 KU74 SWG Helvoirt e.o. Ad van Opstal [email protected] 0411 64 25 65 - KU68 KU57 Regio Midden-Brabant Groepsnr. SU Groepsnr. KU SWG Hilvarenbeek e.o. Peer Busink [email protected] 013 505 03 25 SU72 SWG Oisterwijk Anita van Dooren [email protected] 013 52 16 829 SU73 - KWG Oisterwijk-Haaren Gijs van der Weerden [email protected] 0411 68 38 01 - KU07 UWG Tilburg e.o. Jan van Rijsewijk [email protected] 0416 36 15 03 SU51 - UWG Tilburg e.o. Bart van Beerendonk [email protected] 06 158 264 59 - KU37 UWG Lage Mierde Kees van Limpt [email protected] 013 50 91 846 SU69 - VWG De Kempen Mark Sloendrecht [email protected] 040 25 43 287 - KU14, KU71 VWG De Kempen Wil de Veer [email protected] 06 559 883 28 SU64 - VWG De Pailjaart (Best) Marco Renes [email protected] 0499 32 73 45 SU65 KU17 VWG Geldrop Jac Klomp [email protected] 040 28 57 404 SU63 KU23 VWG IVN Oirschot Rinus Sterken [email protected] 0499 57 53 84 SU61 KU46 WNL Boxtel Hen Maas [email protected] 0411 67 48 86 SU57 KU35 UWG Heeze Rien Swinkels [email protected] 040 226 28 57 SU66 KU30 WNL Oost-, West- & Middelbeers Rinus van den Boomen [email protected] 013 51 41 940 - KU33 WNL Oost-, West- & Middelbeers Noud Janssen [email protected] 0497 59 16 41 SU52 - UWG Uylenspieghel Goirle-Riel Bas Dielen [email protected] 013 515 94 27 SU08 KU85 terug naar Inhoudsopgave >>> 27 Regio Oost-Brabant IVN Cranendonck Contactpersoon Email Telefoon Piet van den Eijnde [email protected] 0495 59 32 42 SU109 Groepsnr. KU KU01 Nestkastenwerkgroep Budel Wil Beeren [email protected] 0495 49 34 37 SU116 - SWG `s-Hertogenbosch Jan Timmers [email protected] 073 61 03 910 SU128 - UWG Schijndel Addy van der Heijden [email protected] 06 126 176 47 SU103 UWG De Peel Jo van Zanten [email protected] 0493 49 28 27 SU111 KU39, KU49 UWG IVN Veghel Peter van der Heyden [email protected] 06 532 353 89 SU125 UWG Maas en Peel Gerrit van Meijel geen email 0478 58 00 86 SU129 KU18, KU48 - - UWG Maas en Peel Piet Willems geen email 06 551 547 77 - - Vogelwacht Uden eo John Opdam [email protected] 0413 25 51 79 - - - Werkgebied Uden SU122 KU29 - Werkgebied Keldonk - Erp Boerdonk SU105 KU50 SU107 KU25 - KU29 - KU70 - Werkgebied Mariaheide Veghel - Vorstenbosch - Werkgebied Odiliapeel - Volkel - Zeeland - Werkgebied Venhorst - Boekel 28 Groepsnr. SU VNW 's Hertogenbosch e.o. Joost Nijkamp [email protected] 073 64 23 947 SU124 KU19 VW De Maasheggen Maria van Amstel [email protected] 0485 36 20 20 SU106 KU11, KU36 VW De Maasheggen Leo Daanen [email protected] 0485 36 21 61 SU106 KU11, KU36 VWG Boekel - Venhorst Martien Janssen 0492 32 20 77 SU115 - VWG De Kulert (Deurne) Henk Cleutjens martien_maria_janssen@outlook. com 0493 31 71 59 - KU15 [email protected] VWG De Kulert (Deurne) Rob Boesten [email protected] 0493 69 44 01 SU118 - VWG De Ortolaan (Laarbeek) Antoon Verhoeven [email protected] 0492 46 24 60 SU102 KU16 KU12 VWG De Torenvalk (Zeeland) Rien de Louw [email protected] 0486 45 22 40 - VWG Gemert Martin Vink [email protected] 0492 36 57 26 SU108 KU21 VWG Boxmeer eo Huub Thoonen [email protected] 0485 57 72 37 SU133 KU86 VWG Heemk. Gemonde Bert Schellekens [email protected] 073 55 12 786 SU110 KU40 VWG IVN Bakel ('ut Vuggelke') Koen Hillekens [email protected] 0492 34 31 61 - KU56 VWG IVN Bakel ('ut Vuggelke') Leo van Gerwen [email protected] 0492 34 27 39 SU104 - VWG IVN De Groene Overlaat (Cuijk) Koos Elbers [email protected] 0485 32 12 70 SU130 KU09 KU64 VWG IVN Grave eo Henk van Gemert [email protected] 0486 47 47 59 SU101 UWG Heesch-Loosbroek Eric van Dijk [email protected] 0412 45 52 48 SU114 KU61 VWG Oss Eric van Dijk [email protected] 0412 45 52 48 SU123 KU28 VWG Geffen Rien van den Hurk [email protected] 073 53 21 673 SU117 KU65 VWG Lithoijen Clemens Theunisse [email protected] 0412 48 23 06 SU119 KU89 VWG Maasdonk Otto Kwak [email protected] 073 52 18 279 SU113 KU69 UWG Vinkel Rien van Nistelrooij rienenhenriettevannistelrooy@ home.nl 073 53 25 031 SU112 KU63 VWG Ravenstein Pierre de Kleijn [email protected] 0486 41 39 67 SU127 KU67 VWG Ravenstein Willy Hendriks [email protected] 0486 41 15 37 SU127 KU67 UWG Heeswijk-Dinther John Davies [email protected] 0413 29 28 39 SU131 KU83 UWG Heeswijk-Dinther Harry van den Berg [email protected] 06 224 574 46 SU131 KU83 UWG Nistelrode Eric van Dijk [email protected] 0412 45 52 48 SU132 KU84 VWG KNNV Helmond Jaap van der Spek [email protected] 0495 69 74 35 - KU22 Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Provincie Noord-Brabant en de Nationale Postcode Loterij terug naar Inhoudsopgave >>> ADRES Postbus 80, 5076 ZH Haaren Telefoon: 0411 66 40 10 Website: www.brabantslandschap.nl E-mail: [email protected] BEZOEKADRES Kasteelboerderij van Nemelaer Kasteellaan 4 in Haaren
© Copyright 2025 ExpyDoc