Druk op de Portieken was de titel van het onlangs gehouden jaarcongres van De Vernieuwde Stad. De decentralisatie van het sociaal domein (zorg, welzijn en maatschappelijke ondersteuning) zal zeker grote gevolgen hebben voor het Jaarcongres 13 juni 2014 samen leven van bewoners van de straten en portieken van corporaties. Welke maatschappelijke functie ligt er voor corporaties bij de opbouw van deze nieuwe, lokale infrastructuur? Hoe zien de nieuwe partnerships met gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties en bewoners eruit? De Vernieuwde Stad agendeert vragen die van groot belang zijn voor grootstedelijke woningcorporaties. De Vernieuwde Stad Postbus 9959 1006 AR AMSTERDAM [email protected] www.devernieuwdestad.nl Druk op de Portieken Veranderingen in het sociaal domein De Vernieuwde Stad is het platform voor grote, grootstedelijke, ontwikkelende en ondernemende woningcorporaties. Met 23 leden vertegenwoordigt het platform ruim één derde van de socialehuursector. Het richt zich op de vraagstukken én uitdagingen rondom het wonen in grote steden en in vitale wijken. De Vernieuwde Stad denkt na, onderzoekt, agendeert en zoekt het debat. De publicatie Druk op de Portieken verschijnt t.g.v. het gelijknamig jaarcongres op 24 juni 2014. Tekst Eric Harms (Harms Communicatie)/ De Vernieuwde Stad Foto's Driejuni – Tekst & Fotografie (Theo Scholten) Ontwerp/opmaak Carta – communicatie & grafisch ontwerp Druk Prezco augustus 2014 Jaarcongres 13 juni 2014 Druk op de Portieken Veranderingen in het sociaal domein Amsterdam, augustus 2014 1 Voorwoord Marien de Langen, voorzitter De Vernieuwde Stad 5 ‘Wonen en zorg laten zich niet landelijk organiseren’ • Leon van Halder, Secretaris-generaal Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 9 2 ‘Durf te vertrouwen op de kracht van de improvisatiemaatschappij’ • Hans Boutellier, Raad van Bestuur Verwey-Jonker Instituut 13 3 ‘We moeten samen de sociale kwaliteit op peil zien te houden’ • Debat 17 4 Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 Voorwoord Er vindt een omwenteling plaats in de wereld van zorg en welzijn. De decentralisatie van het sociaal domein – bijstand, AWBZ, WMO, sociale werkplaatsen, Wajong – wordt gecombineerd met een forse bezuinigingsslag. Dit zal er toe leiden dat meer mensen langer zelfstandig zullen wonen en meer zorg aan huis nodig hebben, Maar ook dat er sprake zal zijn van meer vereenzaming en voor veel mensen, omdat uitkeringen en toeslagen veranderen, minder geld. Daar bovenop komt dat de kosten van het wonen stijgen, mede als gevolg van de maatregelen die het kabinet aan woningcorporaties heeft opgelegd. Het kan niet anders zijn dan dat deze beweging leidt tot toenemende druk op het leven van onze huurders in onze straten en portieken. Sommige burgers zullen genoeg eigen kracht kunnen opbrengen en zichzelf kunnen redden. Anderen zullen een beroep willen doen op een nieuwe en lokaal opgebouwde infrastructuur van ondersteuning. En veelal zullen dit mensen zijn die in de socialehuurwoningen van corporaties wonen. Lokale overheden en organisaties op het gebied van zorg en welzijn zijn bezig die infra structuur vorm te geven. Voor ons als corporaties ligt er de vraag welke maatschappelijke rol wij gaan of blijven spelen in onze portieken. Dit mede in het licht van de aangescherpte focus in onze ambities op het gebied van leefbaarheid en wijkvernieuwing en de definiëring van de ‘kerntaken’ van corporaties in nieuwe wet- en regelgeving. De twee inleidingen op het De Vernieuwde Stad congres Druk op de Portieken op 13 juni 2014, en daarmee in de impressie daarvan in deze publicatie, maakten het vraagstuk én de oplossingsrichting meer helder. Leon van Halder (VWS) maakte duidelijk dat een aanpak bitterhard nodig is van de huidige vorm waarop met name de zorg georganiseerd is, dat die aanpak grote gevolgen zal hebben en dat de oplossingen met name lokaal moeten worden gezocht. Hans Boutellier (Verwey-Jonker) schetste de overgang van verzorgingsstaat naar impro visatiemaatschappij: een schijnbaar chaotische maar toch geordende maatschappij waarin (traditionele) instituties zich moeten herpositioneren. Voor corporaties betekent dat een herdefinitie van de eigen kernfunctie en het aangaan van nieuwe arrangementen met partners en huurders, gebaseerd op wederkerigheid. Het debat had als doel te onderzoeken hoe de Sociale Kwaliteit – een beter woord dan Leefbaarheid – op peil kan worden gehouden. Karin van Dreven (Haag Wonen) memoreerde dat de stijging van woonlasten een groot probleem is voor mensen die het toch al moeilijk Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 5 hebben zichzelf te redden. Henk Kok (Gemeente Arnhem) betitelde de voorgestelde scheiding van wonen en zorg als ‘sluipmoordenaar’, omdat er een enorme vraag op de gemeenten, en dus ook de corporaties, af komt. Dat vraagt om een nieuwe sociale en fysieke infrastructuur. En een belangrijke nieuwe rol voor de corporaties. Druk op de Portieken heeft het vraagstuk geagendeerd van de decentralisatie van het sociaal domein, de gevolgen voor burgers, organisaties en overheid, en de gewenste rol van de actoren in het veld, waaronder die van onszelf als corporaties. Congres en publicatie bieden daarmee ingrediënten om de nieuwe werkelijkheid vorm te geven. Een werkelijkheid die het hart vormt van waar corporaties uit De Vernieuwde Stad voor staan. Marien de Langen, voorzitter De Vernieuwde Stad 6 Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 7 8 Druk op de portieken Jaarcongres 2014 Leon van Halder – Secretaris-generaal Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 1‘Wonen en zorg laten zich niet landelijk organiseren’ De beperking van het werkterrein van woningcorporaties, die het ministerie van Wonen en Rijksdienst in voorbereiding heeft, hoeft de sector niet ervan te weerhouden om in nieuwe combinaties van wonen en zorg te stappen. Secretarisgeneraal Leon van Halder van het ministerie van Volksgezondheid,. Welzijn en Sport: ‘Als woningcorporaties de grenzen opzoeken van wat mogelijk is, kan dat wel degelijk tot hele mooie resultaten leiden.’ Op 20 juni 2014 stuurde minister Blok van Wonen en Rijksdienst zijn definitieve wetsvoorstel voor de herziening van de Woningwet naar de Tweede Kamer. De uitvoering daarvan zal de corporatiesector nog aardig wat hoofdbrekens bezorgen, verwacht Van Halder. Want terwijl corporaties zich volgens Blok voortaan tot hun kerntaken moeten beperken, wordt vanuit de zorgsector juist gerekend op meer betrokkenheid van woningcorporaties bij de organisatie van nieuwe en vooral ook meer combinaties van wonen en zorg. Dat er nadrukkelijker dan in het verleden naar corporaties wordt gekeken, is een rechtstreeks gevolg van de decentralisaties in het sociale domein, die voor een belangrijk deel per 1 januari 2015 hun beslag moeten krijgen. Vanaf die datum stelt het rijk gemeenten verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en voor zorg aan langdurig zieken en ouderen. Deze operatie gaat gepaard met een vrij forse bezuiniging, die de schatkist in totaal bijna 4 miljard euro moet opleveren. Ingrijpend Het is een ingrijpende stelselwijziging, die volgens Van Halder echter absoluut noodzakelijk is om de zorg ook in de toekomst betaalbaar te houden. ‘Nederland is na de Verenigde Staten de duurste zorgaanbieder ter wereld. Wij geven 12 tot 13 procent van ons Bruto Binnenlands Product uit aan zorg. Dat neemt zonder ingrijpen toe tot ruim 20 procent in 2040. Als de kosten zo snel blijven stijgen als in de afgelopen tien jaar, dan is dat zelfs ruim 30%.’ ‘Van de rijksuitgaven gaat 20 procent naar de zorg. Als we niets zouden doen, is dat in 2040 gestegen naar 40 procent. Als we op deze manier doorgaan is de zorg in de toekomst, zeker in het licht van de demografische ontwikkeling van de Nederlandse bevolking, niet meer te betalen. Nu al soupeert de toename van de zorgkosten meer op dan de economische groei ons oplevert.’ Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 9 %BBP Stijging zorgkosten als percentage van het Bruto Binnenlands Product 35 30 25 20 15 10 5 0 2010 2015 2020 2025 2030 2040 De zorguitgaven groeien net zo hard als in de afgelopen 30 jaar De zorguitgaven groeien minder hard dan in het verleden De zorguitgaven groeien net zo hard als in de afgelopen 10 jaar Incidentele ingrepen bieden geen soelaas. ‘Om u een idee te geven: als we het basisonderwijs zouden afschaffen, kunnen we met de opbrengst daarvan nog geen twee maanden zorg financieren. Geen JSF? Dat levert een ochtend zorg op. Cultuur schrappen? Een week zorg. Geen politie? Een maand zorg. Lapwerk zet kortom geen zoden aan de dijk. We moeten linksom of rechtsom een structurele oplossing vinden om te voorkomen dat het systeem omvalt.’ Tegelijkertijd doet zich een aantal maatschappelijke trends voor, die wijzen op de noodzaak om tot een andere aanpak te komen. ‘Steeds meer ouderen, maar ook gehandicapten, hebben de behoefte om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Slechts 8 procent wil nog naar een verzorgingshuis, de rest wil gewoon thuis blijven wonen met adequate verzorging in de buurt. Dat betekent nogal wat voor de druk op uw portieken. Want het aantal 75-plussers stijgt van 1,3 miljoen nu naar 2,5 miljoen in 2030. Daaruit volgt dat straks achter iedere vijfde voordeur een 75-plusser zit. Daar zullen ook de corporaties iets mee moeten.’ Lokaal niveau Om ook de oudere van de toekomst van dienst te kunnen blijven, stelt het ministerie van VWS zich ten doel om de stijging van de kosten in de langdurige zorg terug te brengen naar 1,5 procent per jaar, wat gelijk is aan de demografische ontwikkeling van de doelgroep. De operatie krijgt zijn vertaling in drie wettelijke trajecten: de Participatiewet, waar de Eerste Kamer begin juli 2014 mee instemde, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Zorgverzekeringswet. Van Halder: ‘We richten ons primair op behoud van kwaliteit, versterking van de zelfredzaamheid, en het garanderen van de betaalbaarheid. Het accent ligt daarbij vooral op het lokale 10 Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 niveau. Want zorg staat niet los van hoe mensen leven.’ Waarmee niet is gezegd dat zorg in de toekomst een kwestie van liefdadigheid wordt. ‘Maar het moet wel weer normaal worden dat mensen een beetje meer voor elkaar gaan zorgen. In een toekomstbestendig zorgstelsel staat de mens weer centraal.’ De nieuwe aanpak heeft grote gevolgen voor de burgers en voor “omliggende partijen” als gemeenten, zorginstellingen en woningcorporaties, aldus Van Halder. ‘In de relatie tussen wonen en (langdurige) zorg moeten we af van een landelijke aanpak en ons richten op het lokale niveau. Als mensen langer thuis willen blijven wonen, zullen op wijk- en buurtniveau de voorzieningen daarop moeten worden afgestemd. Dat laat zich niet landelijk organiseren, want het is een gedeelde verantwoordelijkheid van de mensen zelf, de gemeente waarin zij wonen, de zorginstellingen die daar actief zijn en de corporatie, van wie de woning is.’ Meer samenwerking Meer samenwerking tussen deze partijen is dan ook bittere noodzaak, meent Van Halder. ‘Overleg met elkaar, zoek de samenwerking, kijk op welke wijze en op welk niveau het beste aan de zorgbehoefte voldaan kan worden, en regel het vervolgens ook samen.’ Het rijk faciliteert daarbij, via het overleg in de 43 WMO-regio’s, met aanjaagteams die eventuele knelpunten gaan aanpakken, en door het aanreiken van kennis, informatie en best practices. Maar de nadruk ligt op de lokale partijen. Van Halder: ‘Ik heb veel vertrouwen in de kracht van de woningcorporaties om hier samen met gemeenten en de zorgkantoren op strategisch juiste wijze uit te komen. Natuurlijk: corporaties hebben te maken met een andere minister, die wil dat zij zich weer op hun kerntaken gaan richten. Maar u kunt bij uitstek de combinatie maken tussen wonen en zorg. Niet voor niets pleit staatssecretaris Van Rijn daar al jaren voor.’ Het is volgens hem dan ook aan de corporaties om actief de verbindingen te zoeken. ‘Het zal zeker nog een zoektocht worden: naar de juiste rolverdeling en wie wat moet gaan doen. Maar als woningcorporaties de grenzen opzoeken van wat mogelijk is, kan dat wel degelijk tot hele mooie resultaten leiden.’ Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 11 12 Druk op de portieken Jaarcongres 2014 Hans Boutellier – Raad van Bestuur Verwey-Jonker Instituut 2‘Durf te vertrouwen op de kracht van de improvisatiemaatschappij’ De decentralisatie van zorg en welzijn sluit naadloos aan op de trans formatie van Nederland van verzorgingsstaat tot improvisatiemaatschappij. Een uitermate complexe netwerksamenleving, aldus Hans Boutellier, waarin het, net als bij jazzmuziek, draait om ‘de vormgeving van georganiseerde vrijheid’. Op die leest zullen ook de woningcorporaties in de toekomst de relatie met hun huurders moeten schoeien. Maar dan wel met wederkerigheid als leidend principe. Volgens Boutellier, lid van de Raad van Bestuur van het Verwey-Jonker Instituut en bijzonder hoogleraar Veiligheid en Burgerschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is het transformatieproces op alle fronten in volle gang. Bij de overheid, die afslankt, decentraliseert en steeds meer inzet op meer rendement voor minder geld (‘We gaan van big government naar big society’). Bij de burger, die steeds meer eisen stelt, maar van wie ook steeds meer wordt gevraagd. En bij instellingen zoals de woningcorporaties, die te maken krijgen met een veranderende vraag en nieuwe (woon)arrangementen. Drie grote ontwikkelingen zijn bepalend voor wat er in de portieken gebeurt, aldus Boutellier: internationalisering, informatisering en individualisering. ‘Het gaat allemaal zo snel, verbindingen worden zo snel gelegd, dat het er soms op lijkt alsof de menselijke geest openbaar is geworden. Daardoor hebben we een totaal andere wereld gekregen dan die van twintig, dertig jaar geleden. De solide maar beknellende sociale kaders van de verzuiling zijn definitief verdwenen. Ze hebben plaatsgemaakt voor complexiteit zonder richting, in een samenleving die door velen als behoorlijk chaotisch wordt ervaren.’ Tragische figuren Politici zijn volgens hem daardoor een beetje tragische figuren geworden. ‘De politicus als zegsman van een maatschappelijke beweging is niet meer. En dat maakt hem in feite onmachtig. Hetzelfde geldt voor bestuurders. Omdat de vaste kaders verdwenen zijn, krijgen zij het steeds moeilijker. En we zien het bij de professionals in het onderwijs, het recht, en bij de politie: er is in toenemende mate sprake van handelingsverlegenheid.’ Bij de burgers vertaalt zich dat in een groei van onbehagen, ontevredenheid, onzekerheid en Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 13 frustratie. ‘Omdat mensen hun gevoel van geborgenheid in belangrijke mate kwijt zijn, neemt het verlangen toe naar bescherming, leiderschap en orde. Zij het met restricties. Want in feite verlangen we naar leiders die we niet hoeven te volgen.’ Tegelijkertijd – ‘en dat maakt het zo interessant’ – ontstaat er overal in de samenleving nieuwe energie. ‘Noem het burgerkracht, de participatiemaatschappij. Feit is dat mensen steeds vaker het heft in eigen handen nemen. Dat dwingt ons allen om anders naar de samenleving te kijken.’ Niet in de laatste plaats omdat die samenleving misschien op het eerste gezicht erg complex en chaotisch lijkt, maar per saldo behoorlijk georganiseerd en gestructureerd blijkt te functioneren. ‘We moeten meer durven vertrouwen op de kracht van de improvisatiemaatschappij’, aldus Boutellier. ‘Ik heb me heel lang bekreund over de vraag hoe een samenleving die als zeer chaotisch ervaren wordt toch zo geordend kan zijn. Een jazzmuzikant reikte me de oplossing aan, door zijn muziek te omschrijven als georganiseerde vrijheid. Dat is ook het voornaamste kenmerk van de improvisatiemaatschappij. Er is veel minder strak geregeld dan voorheen, maar het is ook weer niet zo dat er niets geregeld is. Bepaalde basisprincipes blijven bestaan.’ Kernfunctie Het is lastig voor organisaties om zich in een dergelijke samenleving te herpositioneren. ‘Maar het zou al heel veel helpen als men een scherp profiel schetst van de organisatie, en deze ook een duidelijke identiteit meegeeft. Veel organisaties zijn door allerlei oorzaken te ver weggeraakt van hun kernfunctie. Dat geldt zeker ook voor de woningcorporaties. Zij hebben te groots gedacht over wat en voor wie ze waren, en hoe zij hun werk moesten verrichten ten opzichte van andere partijen, die ook een rol hadden te vervullen op het gebied van wonen. Daardoor is de essentie: voor wie doen we het eigenlijk, uit het oog verloren. Dat moet worden teruggedraaid. En dat kan ook worden teruggedraaid. Want er is nog steeds zeer veel kennis, ervaring en vaardigheid in de sector verenigd. De woningcorporaties beschikken gelukkig nog steeds over eigen DNA.’ Zij doen er dan ook goed aan om als eerste weer de eigen kernfunctie te identificeren. Boutellier: ‘Kerntaken zijn de zaken die de overheid belangrijk vindt. Maar die taken voer je uit in het kader van je kernfunctie. Een aardige omschrijving daarvan zou bijvoorbeeld zijn: de zorg voor betaalbare huisvesting in een leefbare omgeving. Het is uitermate belangrijk dat die kernfunctie scherp is neergezet’, meent Boutellier, ‘want op basis daarvan bepaal je als corporatie de inzet waarmee je aan de kerntaken denkt te kunnen voldoen, en de partijen waarmee je wilt samenwerken.’ Herpositionering Die inzet is wat hem betreft gedifferentieerd en gerelateerd aan het vermogen, dat bij de bewoners van wijken en buurten aanwezig is om de sociale kwaliteit te verbeteren. ‘Daar waar het goed gaat, hoef je niet teveel te drukken. Je hebt vooral een rol te spelen waar mensen niet of niet goed in staat zijn om tot sociale kwaliteit te komen.’ 14 Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 Begrens met andere woorden de ambities en treedt slechts op waar nodig. ‘Vooral in die begrenzing zijn we in het verleden heel slecht gebleken’, aldus Boutellier. ‘Maar zij is dringend noodzakelijk. Het moet duidelijk zijn wat we wel en wat we niet willen. Zonder overigens meteen in termen van strakke kaders te vervallen. Het is beter om vanuit thema's en principes te opereren.’ Een bedrijfsstrategie die is gebaseerd op probleem- en kanssturing past daar het beste bij. ‘We hebben een tijdje aanbodsturing gehad, en daarna kwam de vraagsturing. Maar veel van wat de corporaties doen, is nog steeds vanuit het dienstenpakket geredeneerd. Probleemen kanssturing gaan uit van wat er nodig is om een bepaald probleem op te lossen of een bepaalde kans te realiseren. Dat biedt veel meer mogelijkheden om tot de juiste aanpak te komen.’ Wederkerigheid Op portiekniveau is volgens Boutellier ook een andere aanpak nodig. ‘Huurders zijn geen klanten! Het lijkt een logische typering, vanuit een sturing die is gebaseerd op vraag en aanbod, maar voor een corporatie is dat niet de goede benadering. Huurders zijn bewoners. Als je van een klant spreekt, kom je in een commerciële consument-producent relatie terecht. En dat wil je niet als woningcorporatie.’ Als de huurder weer als bewoner wordt beschouwd, ontstaat meteen ruimte om het verhuren van een woning voortaan als een wederkerig proces op te vatten, dat dus ook meer behelst dan alleen een financiële transactie. Boutellier: ‘Waarom zou een corporatie niet mogen zeggen tegen zijn huurders: wij bieden u een betaalbare woning van goede kwaliteit, en verwachten naast de huur ook een bijdrage in de leefbaarheid en sociale kwaliteit van uw buurt? Er kan veel meer worden geredeneerd vanuit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de sociale kwaliteit van wijken en buurten.’ Eenzelfde wederkerigheid zou ook in de relatie met andere stakeholders kunnen worden geïntroduceerd. ‘Als zij iets van corporaties verwachten, mogen de corporaties op hun beurt daar iets voor terug vragen’, aldus Boutellier. ‘Word het eens met elkaar over welke kwaliteit je nastreeft, en leg de rollen en bijdragen vervolgens ook expliciet vast. Ik ben er sterk voorstander van dat de corporatiewereld op het terrein van die wederkerigheid hernieuwd zelfbewustzijn gaat ontwikkelen.’ Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 15 16 Druk op de portieken Jaarcongres 2014 Debat 3‘We moeten samen de sociale kwaliteit op peil zien te houden’ Welke rol kunnen en mogen woningcorporaties nog spelen bij de decentralisatie van zorg, welzijn en maatschappelijke ondersteuning van rijk naar gemeenten, zeker nu het kabinet daarover zulke tegenstrijdige signalen afgeeft? Die vraag stond centraal in het debat van het tiende jaarcongres van De Vernieuwde Stad Druk op de portieken. ‘Als we samen tot de conclusie komen dat hier echt een probleem op ons afkomt, dan zou het heel verstandig zijn als gemeenten en corporaties dit ook samen landelijk gaan aankaarten.’ De druk op de portieken neemt toe, zo stelde gespreksleider Marien de Langen bij aanvang van het debat vast. Er wordt immers een steeds groter beroep gedaan op de zelfredzaamheid van de bewoners. Tegelijkertijd echter staat ook die zelfredzaamheid onder druk, mede door de problemen die steeds meer mensen ondervinden met de betaalbaarheid. Zelfredzaamheid ‘Zelfredzaamheid is een mooi streven’, aldus Karin van Dreven, bestuursvoorzitter van Haag Wonen en voorzitter van de Werkgroep Prijsbeleid van De Vernieuwde Stad. ‘Maar uit de cijfers blijkt ondertussen dat 28 procent van onze huurders het steeds moeilijker krijgt om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat zijn toch 800.000 huishouden. En voor die groep zijn zelfredzaamheid en burgerparticipatie niet bepaald een prioriteit.’ Kans van slagen is er dan ook alleen als er een koppeling wordt gemaakt met de huurprijs. ‘Bijvoorbeeld dat de mensen die zelf het binnenterrein van hun complex onderhouden, de besparing op de onderhoudskosten van het hoveniersbedrijf terugverdienen in de vorm van een huurverlaging. Dan zou je wel meters maken.’ Verder is het volgens Van Dreven cruciaal dat eventuele problemen met de bewoners eerder worden gesignaleerd. ‘Als ons sociaal incassoteam de voet over de drempel zet, zijn we eigenlijk al twee maanden te laat. Want dan ligt er al een behoorlijke stapel post van andere schuldeisers. Er zijn dus andere partijen die eerder dan de woningcorporatie in beeld krijgen dat er problemen met de betaalbaarheid zijn. Die moeten dan ook eerder aan de bel trekken. Hetzelfde geldt voor de omgeving. Die kan ook vroegtijdig signaleren als het bij een gezin fout loopt.’ Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 17 Het is kortom onvermijdelijk om bij de discussie over zelfredzaamheid ook de betaalbaarheid te betrekken, aldus Van Dreven. ‘En daar komt nog een element bij, namelijk de grote verschillen tussen bewoners en bewonersgroepen. Mensen met weinig perspectief kun je niet dwingen om zelfredzaam te worden; die hebben speciale begeleiding nodig. En dan hebben we het wel over de mensen die in onze wijken oververtegenwoordigd zijn.’ Implementatie Henk Kok, wethouder Zorg & Welzijn van de gemeente Arnhem, is net als vele van zijn collega’s bezig met de implementatie van de drie decentralisaties in het sociale domein. In principe nog steeds een operatie die aansluit bij de maatschappelijke ontwikkeling dat mensen steeds langer zelfstandig willen kunnen blijven functioneren. En die ertoe zal bijdragen dat de kosten omlaag gaan en de kwaliteit omhoog. Kok: ‘Wij denken dat we het als gemeenten beter kunnen, omdat we dichter bij de burger staan.’ Een probleem is de forse ingreep op de beschikbare budgetten. ‘Toen het eerste kabinet Rutte met dit plan kwam, werd gesproken over een korting van twee tot vijf procent. Toen gingen we er nog vanuit dat dit een succes kon gaan worden. Rutte II heeft het geheel in de bezuinigingssfeer getrokken, door 15 tot soms wel 40 procent te bezuinigen. Datgeen wat we heel enthousiast aan het organiseren waren, gaat nu gebukt onder de vraag: hoe gaan we het zo organiseren dat de gemeentelijke begroting er het minst onder lijdt.’ De drie decentralisaties blijken veel ingrijpender te zijn dan in de corporatiesector wordt gedacht, stelde De Langen vast. Bijzonder is daarom dat er nog geen verbinding is 18 Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 gelegd tussen de corporaties en de gemeenten. Niet in de laatste plaats omdat er wel een verbinding is met het wonen. Volgens Kok zou er inderdaad op dat gebied een groot probleem kunnen ontstaan. ‘Want er is een sluipmoordenaar onder ons, en dat is de scheiding van wonen en zorg. In de psychiatrie bijvoorbeeld moet 30 procent van de beddencapaciteit worden ingeleverd. De veronderstelling is dat die mensen in de wijken gaan wonen, waarvoor verpleging en verzorging aan huis moet worden geregeld. Wij gaan in Arnhem uit van 180 bedden per 1000 80-plussers in de stad. Het Kabinet wil dit verlagen naar 120 per 1000. Dat betekent voor Arnhem dat we van ruim 1400 bedden terug moeten gaan naar 700 bedden. Dat is een gigantische reductie, die een hele kwetsbare doelgroep treft.’ In Arnhem worden daarover met de corporaties en partijen in de zorgsector gesprekken gevoerd en afspraken gemaakt. ‘Wij moeten samen op zoek naar een fruitmand van woonvoorzieningen, waar ook verschillende vormen van zorg aan gekoppeld kunnen worden. Ik ben daar optimistisch over. Maar tegelijkertijd zullen we vanuit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten minister Blok van Wonen echt onder druk moeten gaan zetten en hem duidelijk maken dat zijn buitengewoon beperkte opvatting over de taken van corporaties in de weg staat van de operatie waar staatssecretaris Van Rijn van VWS ons voor plaatst.’ Grenzen stellen In de discussie met de zaal kwam als eerste de vraag of er grenzen zijn aan de rol en betrokkenheid van de woningcorporaties. ‘Wat gaat er mis als de corporaties zich afzijdig houden van de sociale wijkteams?’ Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 19 Volgens Hans Boutellier gebeurt er ook dan nog steeds heel veel in de wijken en buurten. ‘Maar het zou wel buitengewoon onverstandig van de corporaties zijn om zich afzijdig te houden. Door een relatie te onderhouden met de wijkteams krijgen zij beter zicht op de problemen in de portieken en de wijze waarop die kunnen worden aangepakt. Daar kun je dus kwaliteitswinst mee boeken.’ Er gaan in dat geval inderdaad waardevolle kansen verloren om zaken vroegtijdig te signaleren, aldus Karin van Dreven. ‘Haag Wonen heeft 20 wijkbeheerders in dienst. Dat is tien procent van onze formatie. Als zij in contact staan met de bewonersorganisaties en het sociale wijkteam heb je volgens mij een koppeling te pakken die buitengewoon effectief kan zijn. We hoeven echt niet overal bij te zitten en bij betrokken te worden, maar onze ervaring is dat korte lijnen op straatniveau bijzonder effectief zijn.’ Ook Henk Kok is voor betrokkenheid. ‘Als de corporaties niet mee zouden doen, raken al die kwetsbare mensen die vanuit de instellingen in onze wijken komen wonen uit het zicht. Stel dat gemeenten en corporaties niet met elkaar afspreken hoe we deze mensen op een goede en gecoördineerde wijze gaan opvangen. Dan is de kans groot dat de problemen die sommigen van hen nu eenmaal hebben, zich in bepaalde hele zwakke wijken gaan concentreren. En dat zij dus ook niet de begeleiding kunnen krijgen die ervoor zorgt dat zij zich als fatsoenlijke huurder gaan opstellen. We hebben elkaar gewoon keihard nodig. Meedoen is dus in feite geen keuze.’ 20 Druk op de portieken Jaarcongres 2014 Keuzevrijheid Wat bij De Langen de vraag opriep of de mogelijke concentratie van problemen in bepaalde portieken en bepaalde wijken niet via de woonruimteverdeling zou kunnen worden aangepakt. ‘Het wordt drukker in de portieken. Er is steeds meer aan de hand, omdat ook de mensen met een zorgvraag steeds langer zelfstandig blijven wonen. Keuzevrijheid stond in de woonruimteverdeling voorop, maar de vraag is of je dat kunt handhaven, rekening houdend met wat er samenkomt in die portieken.’ Van Dreven: ‘Het idee achter de systematiek van woonruimteverdeling was altijd dat de keuzevrijheid mensen in staat zou stellen om heel bewust te kiezen waar ze wilden gaan wonen. Dat is niet van de grond gekomen. En ik denk dat het dan ook niet anders kan, dan dat we goed moeten gaan nadenken hoe we woningen zo passend mogelijk kunnen toewijzen, zonder mensen uit te sluiten. Ook in relatie tot de vraag: blijft dit nog wel een leefbaar portiek?’ Volgens Boutellier zit hier ook een aspect van wederkerigheid aan: ‘Eigenlijk is het idioot dat bijna dertig procent van de huurders moeite heeft om de huur te betalen. Kennelijk is er bij corporaties een huizenbestand ontstaan dat niet meer past bij de inkomenssituatie van veel mensen. Dan moeten we dus concluderen dat er een grens zit aan de eisen die men kan stellen op het gebied van huisvesting. We zouden die discussie over woonruimteverdeling en de passendheid van een woning absoluut eens moeten voeren. En mijn gevoel is dat de corporatie daar iets terug moet winnen op de assertiviteit van de burgers.’ Laten we er in ieder geval voor waken om de zaken te problematiseren, zo luidde een opmerking vanuit de zaal. ‘We moeten niet vergeten dat de mensen al bij ons wonen, en vervolgens een zorgbehoefte ontwikkelen. Wij hebben het hier wel steeds over het kleine Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 21 stukje dat we als corporaties kunnen beïnvloeden. Maar veel belangrijker is volgens mij of we wel goed genoeg kunnen zien wat er gebeurt, en hoe we de zelfredzaamheid van de mensen kunnen vergroten. Ik vind het gevaarlijk om er een soort van wederopbouw-achtig verhaal van te maken. Want dat is het niet.’ Gebruiksaanwijzing Wethouder Kok reageerde door erop te wijzen dat er wel degelijk een grote groep nieuwe bewoners op de corporatiesector afkomt. ‘De komende tijd moeten tienduizenden mensen met een forse gebruiksaanwijzing aan een woning geholpen worden. Dat is dus een omvangrijke doelgroep waar we goed over moeten nadenken hoe we daarmee omgaan. Als het gaat om de mensen die nog zelfstandig wonen, maar nog niet naar een intramurale setting kunnen, dan moeten we kijken hoe we de sociale en fysieke infrastructuur van wijken zodanig kunnen gaan vormgeven, dat de mensen ook werkelijk zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Dat is een hele brede taak, waar de gemeenten met hun sociale wijkteams al volop mee bezig zijn. Maar tegelijkertijd zult u als corporatiesector ook uw woningen geschikt moeten maken voor deze doelgroep. Het probleem is wel degelijk groter dan sommigen hier suggereren.’ 22 Druk op de portieken Jaarcongres 2014 Paternalisme Wat een andere deelnemer ertoe bracht om te waarschuwen voor al te veel paternalisme. ‘Mijn ervaring is dat het uitstekend werkt als je de mensen wijst op wie ze kan helpen, en op welke manier. We moeten ervoor waken te kiezen voor het paternalistische spoor. Dat gaat uiteindelijk namelijk altijd tegen je werken.’ Boutellier is het daarmee eens. ‘Paternalisme werkt inderdaad niet meer. Desondanks moet je een proces op gang zien te krijgen, waarbinnen de mensen ook hun deel van de totale verantwoordelijkheid willen nemen. Dat zit hem vooral in de wijze van aanspreken. Vandaar die term wederkerigheid. De angst voor paternalisme heeft ertoe geleid dat we niemand meer durven aanspreken op wat ze doen of moeten willen doen. Maar mensen aanspreken is niet per se paternalistisch. Het is het gesprek aangaan. Het met elkaar praten over de mogelijkheden, verwachtingen en ook de onmogelijkheden zou veel meer de houding moeten zijn. Die wederkerigheid moet veel duidelijker op de agenda komen te staan.’ Kok: ‘Wederkerigheid speelt bij gemeenten altijd een rol. Op het moment dat iemand een zorgvraag heeft en bij de gemeente komt, gaat het sociaal wijkteam met die persoon in gesprek om te kijken op welke domeinen geïntervenieerd moet of kan worden. Bij al die gesprekken wordt ook gekeken of het bieden van hulp ook iets voor de wijk kan betekenen. Dat bijvoorbeeld een gepensioneerde onderwijzeres huishoudelijke hulp krijgt van een Marokkaans gezin en in ruil daarvoor taalles geeft. Dat soort vormen van wederkerigheid zie ik graag gebeuren.’ Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 23 Verbinding Wat gespreksleider De Langen tot de vraag bracht aan Marc Calon, voorzitter van Aedes, of hier nu sprake is van een specifiek grootstedelijke opgave of van een landelijk vraagstuk. Calon denkt het laatste: ‘Die sluipmoordenaar is overal aanwezig. Overal wonen mensen die op een of ander moment een zorgbehoefte ontwikkelen. Er is in dit opzicht dus geen verschil tussen stad en platteland, zij het dat zich in de stad wel een cumulatie van zware gevallen kan voordoen. Tegelijkertijd heeft een stad ook meer voorzieningen dan het platteland. Het is dus niet makkelijker of moeilijker. Ik maak mij – ook naar aanleiding van deze discussie – wel erg grote zorgen over de mening van sommigen dat het geen probleem zou zijn. In een dorp kan het nog zijn dat mensen naar elkaar omkijken. In de stad is dat veel lastiger. De decentralisaties in het sociale domein gaan op dit moment zo hard dat ik ervoor vrees dat er uiteindelijk nogal wat mensen tussen de wal en het schip gaan vallen.’ Temeer omdat op Haags niveau de berichten over de gewenste betrokkenheid van corporaties bij die decentralisaties tegenstrijdig zijn. ‘Wij zitten al maanden te praten met minister Blok en staatssecretaris Van Rijn. De een zegt: dit zijn de regels, hier moeten jullie je aan houden. Terwijl de ander zegt: we moeten er samen voor zorgen dat de zaak voor elkaar komt. Mijn reactie: geef ons dan alstublieft ook formeel iets meer ruimte. Persoonlijk vind ik dat woningcorporaties er zijn om mensen te helpen. Onze kerntaak is woningen bouwen, onderhouden en verhuren. We moeten dus geen onderwijzer of verpleegster worden. Maar we moeten wel weer van de mensen worden en er moet ook wederkerigheid zijn. Ik ben voor de corporatie als verbindingsmachine en dat is natuurlijk dwars tegen de mainstream van de Haagse politiek in.’ 24 Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 Henk Kok: ‘Als gemeenten en woningcorporaties gezamenlijk tot de conclusie komen dat hier echt een probleem op ons afkomt, en dat de betrokkenheid van de corporaties gewenst is, dan zou het heel verstandig zijn als beide partijen het dossier ook samen landelijk gaan aankaarten.’ Brede taakopvatting Daarmee komt het dus toch op keuzes aan, aldus De Langen. ‘Is de corporatie alleen maar de huisvester, of dragen we ook de verantwoordelijkheid voor het verstevigen van de verbinding tussen mensen in wijken en buurten?’ Henk Kok is voor een bredere taakopvatting dan alleen huren incasseren en gebouwen onderhouden. ‘Wij gaan de komende tijd als gemeente met de sociale wijkteams aan de slag. Alles pleit ervoor dat we die teams zo breed mogelijk samenstellen en dat corporaties zich erbij aansluiten.’ Karin Van Dreven verwacht dat er een duaal stelsel gaat ontstaan. ‘Er is na de decentralisatie een groep mensen die zichzelf ook in die situatie prima zal kunnen redden. En er is een groep mensen die veel meer dan nu nog het geval is speciale aandacht vraagt. Blijf dus als corporatie gewoon doen waar je goed in bent en werk vanuit het netwerk tot op het niveau van de portieken aan de aanpak van eventuele problemen.’ Hans Boutellier: ‘Ik ben ook voor een brede taakopvatting, maar dat is niet meer dezelfde opvatting als die van tien jaar geleden. Dat is volgens mij de crux van het hele verhaal. De brede taakopvatting van destijds werd gefinancierd in een land van melk en honing waar alles Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 25 kon. Daar is nu geen sprake meer van. Dus de kunst is nu om een bredere opvatting te hebben dan louter het huisvesten van mensen en verhuren van woningen, maar wel zodanig dat je toch slank blijft. Dat is de kunst.’ Boutellier over de nieuwe rol: ‘Uit deze discussie komt heel sterk de indruk naar voren dat de corporaties dat niet alleen kunnen. De troost is dat heel veel andere partijen tot dezelfde conclusie komen. Dus geleidelijk aan ontstaat in onze samenleving het gevoel dat we samen de sociale kwaliteit op peil moeten zien te houden. Als je echt voor elkaar weet te krijgen om samen op te trekken, bereid bent elkaar ook wat te gunnen en op basis van het principe van wederkerigheid ook daadwerkelijk sociale kwaliteit realiseert, dan hebben de corporaties een belangrijke nieuwe rol te vervullen.’ 26 Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 Druk op de Portieken Jaarcongres 2014 27 De Vernieuwde Stad is het platform voor grote, grootstedelijke, ontwikkelende en ondernemende woning corporaties. Met 23 leden vertegen woordigt het platform ruim één derde van de socialehuursector. Het richt zich op de vraagstukken én uitdagingen rondom het wonen in grote steden en in vitale wijken. De Vernieuwde Stad denkt na, onderzoekt, agendeert en zoekt het debat. De publicatie Druk op de Portieken verschijnt t.g.v. het gelijknamig jaarcongres op 13 juni 2014. Tekst Eric Harms (Harms Communicatie)/ De Vernieuwde Stad Foto's Driejuni – Tekst & Fotografie (Theo Scholten) Ontwerp/opmaak Carta – communicatie & grafisch ontwerp Druk Prezco augustus 2014 Druk op de Portieken was de titel van het onlangs gehouden jaarcongres van De Vernieuwde Stad. De decentralisatie van het sociaal domein (zorg, welzijn en maatschappelijke ondersteuning) zal zeker grote gevolgen hebben voor het Jaarcongres 24 juni 2014 samen leven van bewoners van de straten en portieken van corporaties. Welke maatschappelijke functie ligt er voor corporaties bij de opbouw van deze nieuwe, lokale infrastructuur? Hoe zien de nieuwe partnerships met gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties en bewoners eruit? De Vernieuwde Stad agendeert vragen die van groot belang zijn voor grootstedelijke woningcorporaties. De Vernieuwde Stad Postbus 9959 1006 AR AMSTERDAM [email protected] www.devernieuwdestad.nl Druk op de Portieken Veranderingen in het sociaal domein
© Copyright 2024 ExpyDoc