DORPENPLAN 2013 - 2015 Stadsdeelplan voor de Apeldoornse dorpen RUIMTE VOOR DOEN Inhoudsopgave 1 Voorwoord: ruimte voor doen 1.1 Nieuwe omstandigheden - nieuwe oplossingen 1.2 Leefbaarheid in de dorpen: een basisvoorwaarde 3 3 3 2 Evaluatie Dorpenplan 2008-2011 2.1 Onderzoek dorpshuizen 2.2 Budget jongeren, sport en spel 2.3 Ondersteuning voor verenigingen 2.4 Plaatsing defibrillatoren (AED’S) 5 5 5 5 5 3 Dorpsvisies en stadsdeelaanpak 3.1 Dorpsvisies 3.2 Stadsdeelaanpak 3.3 Dit Dorpenplan 7 7 7 7 4 De thema’s 4.1 Voorzieningen: klaar voor de toekomst 4.2 Verkeer en openbare ruimte 4.3 Kleine bedrijvigheid 4.4 Communicatie 9 9 11 13 13 5 Er is méér dan het Dorpenplan 15 Dorpsraden 16 Dorpenplan 2013 - 2015 1 HET GAAT VOORAL OM LEEFBAARHEID EN VITALITEIT 2 Dorpenplan 2013 - 2015 1 Voorwoord: ruimte voor doen 1.1 Nieuwe omstandigheden nieuwe oplossingen Het college van burgemeester en wethouders wil samen met bewoners, instellingen en bedrijven aan de slag om de stad en de dorpen nog mooier te maken. Daarbij willen wij onze blik meer naar buiten richten. Wij hebben meer vertrouwen in de kracht en de creativiteit van de burgers. Dat we te maken hebben met minder gunstige economische omstandigheden is lastig, maar het haalt wel de nodige vindingrijkheid in ons allemaal naar boven. Meer dan ooit is het nodig dat we kijken naar wat wel kan in plaats van wat niet kan. Laten we denken in oplossingen in plaats van problemen. Dit betekent dat bewoners zelf hun verantwoordelijkheid nemen als het gaat om het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. En dat wij als overheid beter aansluiten bij de wensen en behoeften van de samenleving zelf. De bewoners van de dorpen hebben in de Toekomstagenda aangegeven dat ze graag de handen uit de mouwen willen steken en verantwoordelijkheid willen nemen voor veranderingen. Die houding heeft men in de dorpen al van oudsher. Dorpen zijn niet graag afhankelijk van anderen. Door onderling af te stemmen wat bewoners zelf kunnen en wat wij als gemeente aanvullend kunnen doen, kan het toch leuker en beter worden. In enkele dorpen zijn al zaken gerealiseerd onder het motto “wij leveren de stenen en u legt ze erin”. Er worden nu zelfs zaken gerealiseerd die we met de ‘oude’ werkwijze niet hadden opgepakt (parkeerterrein dorpshuis Oosterhuizen, parkeerstrook Van Waalswijkweg Uddel, opwaardering openbare ruimte in Hoenderloo). Samen kunnen we op deze manier met minder geld méér doen. 1.2 Leefbaarheid in de dorpen: een basisvoorwaarde Dorpsbewoners verwachten in het algemeen dat woning bouw een gunstige invloed heeft op de leefbaarheid in het dorp. Dat is begrijpelijk. Goedkope woningen trekken jonge gezinnen aan, die geven weer input voor het sociale leven en zorgen voor een evenwichtige leeftijdsopbouw. Maar de woningmarkt stagneert. De ideeën die we een paar jaar geleden nog hadden over woningbouw in de dorpen, zijn in de planning fors herzien. In het voorjaar van 2013 zijn we met de dorpsraden gaan praten over het onderwerp woningbouw. Daarbij bleek dat niet het aantal woningen op zich wordt gezien als het belangrijkste doel, maar dat het vooral gaat om leefbaarheid en vitaliteit. Conclusie: laten we ons dan ook gaan richten op die leefbaarheid. Daarbij hoort een aanvulling of herziening van het woningbestand, maar het gaat veel meer om voorzieningen en wat mensen voor elkaar kunnen betekenen. Het is belangrijk dat mensen zich thuis blijven voelen in hun dorp en er met elkaar hun leven kunnen leven. Dat geldt zeker ook voor oudere dorpsbewoners, want ook in de dorpen zal de gemiddelde leeftijd van de inwoners stijgen. De situatie zoals die zich nu ontwikkelt is zowel voor de dorpen als voor ons als gemeente nieuw. We zullen samen optrekken om de toekomst vorm te geven en daarbij nieuwe wegen bewandelen. Het gaat niet meer over kwantiteit, maar over kwaliteit. ‘Hoe goed’ wordt belangrijker dan ‘hoeveel’. Daarbij is de rol van de gemeente vooral faciliterend. Dat geldt bijvoorbeeld voor: • de projectleider die ondersteunt bij het stroomlijnen van de voorzieningen (plaatsen waar activiteiten plaatsvinden, zoals dorpshuizen, zorgvoorzieningen, scholen, verenigingen); zie punt 4.1.1. hierna; • de mensen van Beheer en Onderhoud, die in de dorpen werken aan onderhoud, aanpassingen in de openbare ruimte en aan het oplossen van verkeersproblemen; • de ontwerpcapaciteit die we op dit moment in Hoenderloo en Radio Kootwijk inzetten, maar (misschien minder zichtbaar) ook op veel andere plekken in de dorpen. Het zijn enkele voorbeelden, maar er loopt natuurlijk veel meer. Wij geven als gemeente de kaders aan. Dat zijn nooit beknellende kaders, maar kaders die ruimte en duidelijkheid geven, zoals structuurvisie, bestemmings plannen, het Landschapskookboek en het Dorpenkook boek. Later zullen ook in het sociale domein dergelijke kaders tot stand komen. Wij merkten dat de dorpen blij werden van het Dorpenkookboek. Voor ons is dat een teken dat we op de goede weg zijn. Zo werken we samen aan een leefbaar dorp, en zo willen we graag samen dit Dorpenplan uitwerken. Wij gaan de uitdaging aan om ons hierin op te stellen als een faciliterende, proactieve, slimme overheid, die zich voortdurend op de bewoners richt vanuit een faciliterende houding. Niet alles kan, maar wat wel kan doen we. Op het moment dat dit Dorpenplan uitkomt zijn alle acties overigens al in volle gang. Hans Brouwer gebiedswethouder voor Beemte-Broekland, Wenum Wiesel, Uddel, Hoog Soeren en Radio Kootwijk Nathan Stukker gebiedswethouder voor Hoenderloo, Beekbergen-Lieren, Oosterhuizen, Loenen en Klarenbeek Dorpenplan 2013 - 2015 3 2 Evaluatie Dorpenplan 2008-2011 Het Dorpenplan 2008-2011 had als meest concrete punten: 2.1 Onderzoek dorpshuizen De dorpen vroegen om financiële ondersteuning en vermindering van de belastingdruk voor hun dorpshuizen. Ook toen lag financiële ondersteuning niet direct voor de hand. De gemeente heeft wel onderzoek laten doen naar de situatie rond de dorpshuizen, omdat daar maar weinig van bekend was. Het proces heeft veel informatie naar boven gebracht over de dorpshuizen. Directe financiële ondersteuning komt er niet, maar er wordt wel steeds meer rekening gehouden met de belangen van de dorpshuizen. Later werd in Hoenderloo een nader onderzoek gedaan naar een mogelijke combinatie van voorzieningen. Daarvoor zet de gemeente in 2013 en een deel van 2014 de projectleider in (zie hoofdstuk 4.1.1). 2.2Budget jongeren, sport en spel De gemeente stelde ¤ 25.000 beschikbaar om zaken te stimuleren op het gebied van jongeren, sport en spel. Dat geld is besteed aan: • het jongerenhonk in Hoenderloo • het kunstgrasveld in Oosterhuizen • het voetbalveldje voor de jeugd in Uddel • spelmateriaal voor ouderen • ondersteuning van enkele kleinere activiteiten. Steeds was er sprake van cofinanciering (fondsen, giften en subsidies) en veel zelfwerkzaamheid, waardoor het totaal geïnvesteerde bedrag meer dan ¤ 100.000 bedroeg. 2.3Ondersteuning voor verenigingen Het Verenigingsbureau (Wisselwerk) heeft vereni gingen in de dorpen benaderd en informatiemateriaal verstrekt. Met enkele verenigingen is nader overleg geweest en bestuursleden hebben deelgenomen aan de trainingen van het Verenigingsbureau. 2.4Plaatsing defibrillatoren (AED’S) De gemeente heeft de laatste jaren een netwerk van defibrillatoren opgezet, zowel in de dorpen als in de stad. FINANCIËLE ONDERSTEUNING LAG NIET VOOR DE HAND Dorpenplan 2013 - 2015 5 DORPSVISIES SCHETSEN PER DORP HET BEELD 3 Dorpsvisies en stadsdeelaanpak Dorpsvisies worden opgesteld voor de langere termijn en voor één dorp. Het Stadsdeelplan (voor de dorpen: Dorpenplan) betreft de korte termijn (vier jaar), het Dorpenplan geldt voor alle dorpen samen. 3.1 Dorpsvisies 3.3Dit Dorpenplan Inmiddels is er voor elk dorp in de gemeente Apeldoorn een dorpsvisie opgesteld. Een aantal dorpsvisies is opgesteld door de gemeente, omdat er een woningbouwopgaaf lag. Andere dorpen hebben zelf het initiatief genomen een dorpsvisie op te stellen. De dorpsvisies schetsen per dorp het beeld zoals de bewoners hun dorp zien tot circa 2020, een langetermijnvisie dus. Het gaat dan ook om onderwerpen die heel veel tijd kosten om te realiseren, zoals woningbouw of realisatie van een dorpskern. Een aantal dorpen is, samen met de gemeente, heel actief bezig om onderwerpen uit hun dorpsvisie uit te werken. Op dit moment wordt gewerkt aan de ‘kansenkaart’, een instrument waarmee de ontwikkelingen dynamischer kunnen worden bijgehouden. Voor Hoenderloo en de agrarische enclave (Uddel) is die er al. In de Toekomstagenda 2012-2015 zijn door de dorpen vier thema’s naar voren gebracht: • voorzieningen • verkeer en openbare ruimte • kleine bedrijvigheid • communicatie. 3.2Stadsdeelaanpak Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de wensen vanuit de bevolking koos de gemeente Apeldoorn in 2006 voor de nieuwe stadsdeelaanpak. Daarbij waren de belangrijkste instrumenten: • de Toekomstagenda met de wensen uit het stadsdeel • het Dorpenplan (officieel Stadsdeelplan voor de dorpen) met antwoorden op de vragen uit de Toekomstagenda van de gemeente en andere partners. De Toekomstagenda en het Dorpenplan gaan over thema’s, die meerdere dorpen aangaan. Verder is de termijn waarvoor de agenda en het plan gelden korter dan die van de dorpsvisies, namelijk vier jaar. Bij het vaststellen van deze thema’s heeft het dorpenplatform zich gebaseerd op de wensen van de bewoners van de dorpen. De thema’s zijn daardoor breed gedragen en vormen dus een bruikbare leidraad voor gemeente, dorpsraden en burgers. Dit Dorpenplan is het antwoord van de gemeente op de gestelde vragen en wensen uit de Toekomst agenda. In november 2012 werd de toekomstagenda aangeboden in de PMA (Politieke Markt Apeldoorn). De contouren van dit stadsdeelplan waren al snel duidelijk. Hoewel het schrijven van dit Dorpenplan veel tijd kostte hebben we niet stil gezeten en zijn bijna alle acties al in gang gezet. PARTICIPATIE VINDT ECHT PLAATS IN DE DORPEN Dorpenplan 2013 - 2015 7 4 De thema’s In dit hoofdstuk antwoordt de gemeente op de vragen uit de Toekomst agenda 2012-2015. Er wordt aangegeven hoe de gemeente en de andere partners in de dorpen inspelen op de vragen, maar ook: wat doet de gemeente en wat wordt er van de dorpen zelf verwacht? 4.1 Voorzieningen: klaar voor de toekomst Algemeen Het wonen in een dorp brengt een andere behoefte aan voorzieningen met zich mee dan in de stad. In een dorp woon je over het algemeen heel mooi, heb je ruimte rond je huis en leef je dicht bij de natuur. Voorzieningen zijn in de dorpen belangrijk voor de leefbaarheid en de samenhang. Het gaat dan om plekken om samen te komen en een goede sociale structuur, waar activiteiten uit voortkomen. VOORZIENINGEN ZIJN BELANGRIJK VOOR LEEF BAARHEID EN SAMENHANG Gezien de verwachte vergrijzing van de dorps bevolking zal op termijn de aard van de voorzieningen veranderen. De omvang of zelfs het bestaansrecht van een school of sportvereniging kan onder druk komen staan, terwijl er misschien meer behoefte komt aan activiteiten en voorzieningen voor ouderen. Waar voorzieningen ontbreken, kunnen dorpsbewoners zelf iets opstarten. In het land zijn verschillende projecten op dit vlak bekend. Maar ook dichtbij kennen we een paar goede voorbeelden. In De Beemte is onlangs een dorpswinkel gestart door het dorpshuis. Ook zijn er initiatieven voor uitleen of ruilen van boeken. Het combineren van meerdere functies in één gebouw is hierbij vaak de sleutel voor efficiency en succes. Een goede sociale structuur Traditioneel is de zorg voor elkaar in de dorpen meer ontwikkeld en vanzelfsprekender dan in de stad. Het spreekwoord over de ‘goede buur’ is hierop van toepassing. Toch vallen ook in een dorp mensen tussen wal en schip. Voor de stimulering van de sociale structuur zullen daarom nieuwe initiatieven gestart moeten worden die passen bij deze tijd. Maar uit een recent CPB-onderzoek blijkt dat de bereidheid om anderen te helpen ook in de dorpen afneemt. Dat is een ontwikkeling om rekening mee te houden. Plekken om samen te komen Ieder dorp heeft zijn eigen identiteit en dat bepaalt ook de structuur van de voorzieningen. Over het algemeen zijn er in dorpen voldoende plekken om samen te komen. In een paar dorpen constateren dorpsraden zelfs overcapaciteit (de ene ruimte wordt vooral overdag gebruikt en de andere ’s avonds) en kan herstructurering van voorzieningen worden overwogen. Het gaat overigens meestal om voorzieningen die in eigendom en beheer zijn van plaatselijke verenigingen en stichtingen. In enkele dorpen is er wel behoefte aan uitbreiding van voorzieningen. 4.1.1 Stroomlijning van het voorzieningenniveau Vraag De dorpen verzoeken de gemeente een project leider ter beschikking te stellen om samen mét de dorpen te komen tot een herstructurering en het toekomstklaar maken van de voorzieningen in de dorpen. Deze projectleider moet kennis hebben van de vastgoedmarkt, subsidies, gemeentelijk beleid en voorzieningen als de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). Bovenal moet hij/zij bekend zijn met de cultuur in de dorpen. Dorpenplan 2013 - 2015 9 Antwoord 1. Voor de stroomlijning van de voorzieningen – met name plekken om samen te komen – in de dorpen stelt de gemeente op tijdelijke basis een projectleider ter beschikking voor twee dagen per week. Deze ondersteunt de dorpen bij het herstructureren van de voorzieningen, gericht op de toekomst. Er is al een begin gemaakt in Hoenderloo en Loenen. Hierna komen de andere dorpen aan de orde. Het is de bedoeling dat de projectleider het dorp begeleidt naar een beter en efficiënter voorzieningenniveau en daarvoor zijn kennis en ervaring inzet. De partijen in het dorp zorgen er zelf voor dat men dichter bij elkaar komt en de zaken regelt. 2.De projectleider zal zich niet bezig houden met het ontwikkelen van activiteiten. Dat kan alleen vanuit het dorp zelf komen. Voor eventueel benodigde ondersteuning heeft de provincie een subsidie regeling in het leven geroepen. Hieruit kan een belangrijk deel van de kosten van een ‘dorps contactpersoon’ worden bekostigd. Maar er zijn ook andere subsidiedoelen in de regeling opgenomen. Een combinatie is mogelijk met de rijkssubsidie regeling voor buurtsportwerk. Aanvullende middelen kunnen worden aangevraagd bij fondsen. De VKK en Accres bemiddelen hierin. De stads deelmanager heeft de dorpen voorzien van informatie en het contact met VKK en Accres tot stand gebracht. Klarenbeek en Hoenderloo hebben al een subsidieverzoek ingediend. Die in Klarenbeek is ook al gehonoreerd. willigers, al dan niet ondersteund door professionals. Dit proces biedt kansen voor zowel de gemeente als de dorpen. Dorpshuizen doen er dus goed aan om beleid te ontwikkelen waarbij de inkomsten uit activiteiten een grotere rol gaan spelen, evenals samenwerking met aanbieders van zorg en dagactiviteiten. Ook kunnen dorpshuizen in het eigen dorp zoeken naar meer draagvlak en samenwerking. 4.1.2 Financiële middelen DORPSHUIZEN MEER BENUTTEN VOOR ACTIVITEITEN VAN VRIJWILLIGERS Vraag De dorpen vragen de gemeente naar mogelijkheden te kijken voor lastenverlichting en inkomstenverhoging van de dorpshuizen. Middelen kunnen zijn: inzet WMO-gelden, overheveling AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) en jeugdzorg, verlaging OZB (Onroerende Zaak Belasting) voor maatschappelijke voorzieningen en inzet toeristenbelasting. En gebruik als gemeente eens een dorpshuis voor een bijeenkomst. De gemeente neemt het signaal ter harte. Er is oog voor de leefbaarheid en de toeristische sector. De OZB voor maatschappelijke voorzieningen zal niet worden verlaagd of worden kwijtgescholden. Als dit alleen voor de dorpshuizen gebeurt, dan zou een ongewenst precedent ontstaan. Het zijn algemene middelen, waarin iedere Apeldoorner en gast bijdraagt en die voor de hele stad, inclusief de dorpen, worden ingezet. Een deel van de opbrengst uit de toeristenbelasting wordt overigens direct gebruikt ten behoeve van de recreatieve sector. Ook de welkomst portalen in enkele dorpen zijn uit de toeristen belasting betaald. We blijven wel attent op andere mogelijkheden om te kunnen ondersteunen. Recreatie en toerisme staan hoog op de agenda. Binnenkort ondertekent de gemeente Apeldoorn met andere Gelderse gemeenten een convenant om dat te onderstrepen. Zowel bestuurlijk als ambtelijk wordt er aan gewerkt. 4.1.3 Samenwerking dorpshuizen Antwoord De komende jaren worden delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (rijk) overgeheveld naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (gemeente) en komt de jeugdzorg naar de gemeente. Met het krappere budget zal de gemeente de uitvoering van deze wetten anders gaan aanpakken en dichter bij de mensen organiseren. Dit betekent voor de dorpen dat dorpshuizen, zorgsteunpunten en accommodaties van zorginstellingen meer benut kunnen worden voor activiteiten die georganiseerd worden door vrij 10 Dorpenplan 2013 - 2015 Vraag Stimulering van onderlinge samenwerking pakken de dorpshuizen zelf op. De dorpen vragen de gemeente deze samenwerking waar nodig te ondersteunen. Antwoord De stadsdeelmanager zal de besturen van de dorpshuizen bij elkaar brengen om te verkennen waar de mogelijkheden voor samenwerking liggen. Ook bij de voorbereiding voor de Toekomstagenda gebeurde dat. De Vereniging voor Kleine Kernen en/of de Vereniging Dorpshuizen Gelderland zullen hiervoor ter ondersteuning worden uitgenodigd. 4.2Verkeer en openbare ruimte 4.2.1 Beperking sluipverkeer Vraag De dorpen vragen de gemeente maatregelen te treffen tegen sluipverkeer in de dorpen en het buitengebied. Antwoord De ervaring leert dat sluipverkeer moeilijk te voorkomen is. Als je het op de ene plek weghaalt, dan komt het op een andere plek terug. Voor oplossingen wordt goed samengewerkt met de dorpsraden en de bewoners. Ook komen oplossingen vaak van de dorpen zelf. De bewoners kennen de situatie en de mogelijke gevolgen het beste. Dit voorkomt verkeerde oplossingen. Op een aantal knelpunten zijn oplossingen bereikt of is de gemeentelijke verkeersdeskundige bezig met maatregelen (Beekbergen, Hoog Soeren, Oosterhuizen, Wenum Wiesel). Overigens zijn voor de dorpen enkele matrixborden aangeschaft om weggebruikers erop te attenderen wanneer men te hard rijdt. 4.2.2 Veiligheid op doorgaande wegen en fietspaden Vraag De dorpen vragen de gemeente maatregelen te treffen rond de doorgaande wegen, maatregelen die de snelheid remmen en die oversteken gemakkelijker maken. Ten aanzien van provinciale wegen vragen de dorpen aan de gemeente om bij de provincie hun wensen voor het voetlicht te brengen en aan te dringen op maatregelen. Waar nu dorpsraden ieder voor zich met de provincie in overleg gaan over voorzieningen rond de doorgaande wegen, willen de dorpen graag dat de gemeente op dit vlak coördinerend gaat optreden. Antwoord De doorgaande wegen in de dorpen worden op gezette tijden gerenoveerd. Dit biedt kansen om rekening te houden met wensen die in de dorpen leven. Of de gemeente of de provincie nu weg beheerder is, het is wel zaak dat de dorpsraden in een vroeg stadium om tafel zitten en hun ideeën kunnen inbrengen nog vóór er een ontwerp ligt. De gemeente gaat, meer dan tot nu toe, stimuleren dat de dorpsraden meedoen aan de inspecties en in een vroegtijdig stadium meedenken over de oplossingen en veranderingen. 4.2.3 Openbare ruimte Vraag De dorpen vragen de gemeente overdracht van werkzaamheden en de daarbij behorende budgetten om inrichting en onderhoud van de openbare ruimte mogelijk te maken. Antwoord Het onderhoud van de openbare ruimte wordt door de gemeente op basisniveau uitgevoerd. Burgers kunnen op eigen initiatief met zelfwerkzaam heid het onderhoudsniveau en de uitstraling van de openbare ruimte verhogen; wel in overleg met de gemeente, omdat die verantwoordelijk blijft. Enkele dorpen hebben al aangegeven dat men graag een aantal gemeentelijke taken in de openbare ruimte wil uitvoeren. In Hoenderloo was men met ondernemers, verenigingen en vrijwilligers al bezig het beeld van het dorp uit te tillen boven het gemeentelijke basisniveau. Hoenderloo was het verst met haar initiatief en dat belonen we als gemeente graag. We werken daar graag aan mee en hebben bij wijze van proef in dit dorp delen van het beheer van de openbare ruimte met bijbehorende budgetten overgedragen. Het is een proef voor twee jaar. De voorbereidingen hiervoor zijn in het najaar van 2012 getroffen. De uitvoering vindt plaats in 2013 en 2014. Op grond van de praktijk ervaring wordt eind 2014 besloten of en hoe deze werkwijze kan worden uitgebreid naar andere dorpen en wijken. Het dorpenplatform wordt uiteraard betrokken bij deze evaluatie. OPLOSSINGEN KOMEN VAAK VAN DE DORPEN ZELF Er lopen overigens in de dorpen al verschillende initiatieven waarbij burgers, individueel of in groepsverband, zaken in de openbare ruimte aanpakken met ondersteuning van de gemeente. Dit betreft meestal de aanpak van zwerfvuil of klein groenonderhoud. Dorpenplan 2013 - 2015 11 4.3Kleine bedrijvigheid Vraag De dorpen vragen aan de gemeente om de bestaande mogelijkheden en beperkingen voor kleine bedrijvigheid in beeld te brengen en met de dorpen te bezien in hoeverre regels kunnen worden versoepeld en/of soepel kunnen worden toegepast. Antwoord Naar aanleiding van deze vraag heeft de gemeente alle regelingen geïnventariseerd. De regelingen en daarmee de mogelijkheden voor vestiging en uitbreiding van kleine bedrijven in de dorpen en het buitengebied zijn zeer divers. In bestemmingsplannen wordt al geprobeerd om de mogelijkheden voor kleine ondernemers te verruimen. De mogelijkheden zullen echter per gebied blijven verschillen vanwege wettelijke beperkingen. De gemeente komt daarom graag in gesprek met individuele ondernemers die zich willen vestigen of die willen uitbreiden, om samen met hen de mogelijk heden te bekijken en tot maatwerk te komen. Dit past bij de nieuwe relatie die de gemeente met haar burgers zoekt. manager, stadsdeelbeheerder en collega-ambtenaren verlenen graag professionele ondersteuning. 4.4.2 Communicatie tussen gemeente, andere overheden en dorpen Vraag De dorpen vragen aan de gemeente om hen structureel in een vroeg stadium te betrekken bij planvorming en bij plannen van andere overheden. Antwoord De gemeente wil plannen graag uitvoeren in samenwerking met haar burgers. Dus niet praten óver hen, maar mét hen. Dit moet in een zo vroeg mogelijk stadium gebeuren. Dus niet pas aan het eind van het planproces, maar aan het begin. Bij de grotere procedures, bijvoorbeeld rond bestemmingsplannen, worden de dorps- en wijkraden al in een heel vroeg stadium betrokken. Maar ook bij aanpassingen in de openbare ruimte is het belangrijk te starten bij de ideeën van de dorpsraden en omwonenden. Het gaat hier dus niet alleen om inspraak, het gaat een stap verder: samen plannen maken en samen vraagstukken oplossen. Dat kan soms wel beter. 4.4Communicatie 4.4.1 Communicatie tussen de dorpen onderling Vraag De dorpen vragen aan de gemeente om mee te werken aan initiatieven tot samenwerking tussen dorpsraden en – bij gebleken behoefte – professionele ondersteuning te bieden. Antwoord Dorpsraden zijn natuurlijk vooral bezig met hun eigen dorp. Toch is er voldoende reden om als dorpen onderling af en toe de koppen bij elkaar te steken, vooral als het gaat om zaken die meerdere dorpen aangaan. Bij de samenstelling van de Toekomstagenda bleek weer dat er voldoende gezamenlijke punten zijn, bijvoorbeeld op verkeersgebied of ten aanzien van de voorzieningen. Het dorpenplatform is de plek voor dorpen om onderling tot samenwerking te komen. Na afronding van het Dorpenplan zal de stadsdeelmanager ongeveer driemaal per jaar een overleg van het dorpenplatform bijeen roepen (dit loopt al). Hierin staan gezamenlijke punten centraal, en wordt ook de voortgang van de uitvoering van het Dorpenplan besproken. Daarnaast kan regelmatig een beleids onderwerp worden gepresenteerd. De stadsdeel DUS NIET PRATEN ÓVER HEN, MAAR MÉT HEN Dat geldt ook voor plannen van andere overheden, voor zover die bij de gemeente bekend zijn. De gemeente zal hier attent op zijn. Maar ook van de dorpsraden wordt gevraagd om alert te zijn op ontwikkelingen die hun dorp raken en om hier pro-actief mee om te gaan in de richting van de (lokale) overheid. Het gemeentelijk apparaat is ingrijpend gereorganiseerd. Gerichtheid op de burger staat hierbij centraal. Eind 2013 zal een gerichte actie worden gehouden in het gemeentelijk apparaat om de noodzaak van het vroegtijdig betrekken van dorpsraden en burgers te benadrukken. Dorpenplan 2013 - 2015 13 5 Er is méér dan het Dorpenplan Bij de inventarisatie voor de Toekomstagenda kwamen honderden wensen naar voren. In de Toekomstagenda komt slechts een selectie van de grotere wensen, die ook nog eens betrekking hebben op meerdere dorpen. De kleinere wensen op dorpsniveau komen daarom dus niet in dit Dorpenplan. Dat wil niet zeggen dat er niets mee gebeurt. In gesprekken met de dorpsraden en de professionals komen deze aan de orde en wordt er bezien wat er kan worden opgepakt. In de gemeentelijke leefbaarheidenquête tonen dorpelingen zich tevreden. Tevredenheid zit vaak niet alleen in de grote, veel geld kostende projecten, maar zeker ook in de kleine zaken dichtbij huis. Waar geen zwembad is, heeft een particulier aangegeven zijn zwembad voor kinderen uit het dorp te willen openstellen. Zwerfvuil is zeer storend, maar er ontstaan steeds meer initiatieven om zwerfvuil te rapen. Initiatieven voor een buurtwinkel en boekenruil zijn er ook al. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Dorpelingen beseffen dat ze invloed hebben door zaken zelf aan te kaarten en aan te pakken. Samen, want een dorp dat ben je met elkaar. DORPEN MAKEN DE STAD Dorpenplan 2013 - 2015 15 Dorpsraden Wenum-Wiesel Beemte-Broekland Uddels Belang Hoog Soeren Klarenbeeks Belang Radio Kootwijk Oosterhuizen Beekbergen-Lieren Hoenderloo's Belang Loenen 0 1000 2000 3000 4000 5000 Schaal in meters Themakaart Wijkraden Landelijk Gebied Dorpsraad Beekbergen-Lieren Dorpsraad Beemte-Broekland Dorpsraad Hoenderloo's Belang Dorpsraad Hoog Soeren Dorpsraad Klarenbeeks Belang Dorpsraad Radio Kootwijk Dorpsraad Loenen Dorpsraad Oosterhuizen Dorpsraad Uddels Belang Dorpsraad Wenum-Wiesel Copyright Gemeente Apeldoorn Uitgifte: Maart 2003 Art.Nr. RI-1213 Deze kaart is met de hoogste graad van nauwkeurigheid samengesteld. De Gemeente Apeldoorn kan echter niet aansprakelijk gesteld worden voor enige schade die veroorzaakt wordt door eventuele onvolledigheid van deze kaart of een verkeerde interpretatie hiervan. Niets uit deze uitgave mag gekopieerd worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de Gemeente Apeldoorn. Colofon Uitgave gemeente Apeldoorn Tekst gemeente Apeldoorn FotografieImre Csany, Gerhard Witteveen, Maarten Sprangh en gemeente Apeldoorn Vormgeving Osage, Utrecht Drukwerk Drukmotief, Apeldoorn mei 2014 @055Dorpen www.facebook.com/055Dorpen
© Copyright 2024 ExpyDoc