Staat van de Stad in 2025 Column HS

Staat van de Stad in 2025 Column HS
Wanneer wij het hebben over de Staat van de Stad in 2025, dan gaan wij er vanuit dat de stad dan
nog ‘staat’. Amsterdam zal er zeker zijn, maar ik vraag me af in welke vorm. Zijn wij er dan
bijvoorbeeld nog met elkaar? De subtiele werktuigen van de techniek zagen namelijk aan onze
stoelpoten. Dit paard van Troje, waar wij als consument zo van genieten, bedreigt ons als werknemer.
Volgens Oxford University zullen over tien tot twintig jaar de helft van alle banen verdwenen zijn.
Kijkt u dus even rond, of het u of degene naast u is, die dan van zijn of haar baan beroofd zal zijn.
Al decennia vervangen robots gestaag lage lonenwerk in fabrieken en de huizenprijzen hebben de
resterende arbeiders uit de stad gejaagd. Maar technologie heeft haar pijlen nu ook op de
kenniseconomie gericht en dat zal het uitzicht van de stad veranderen.
Denk aan de mooie skyline van onze Zuidas. Arme bankiers hebben al moeten lijden onder de
financiële crisis, maar wat als de echte crisis nog voor ze ligt? Een paar van hen doet misschien erg
creatief of specialistisch werk. Maar de overgrote meerderheid volgt regels en zoekt patronen, wat
algoritmes uiteindelijk beter kunnen doen. Wat is een bank in essentie anders dan een verzameling
kantoorpanden en een IT-systeem? Is het voor IT-bedrijven als Google, Apple, Amazon of IBM niet
een bijgedachte om een beter systeem te ontwikkelen?
Andere hoogwaardige dienstverleners zullen ook niet bespaard blijven. Het werk van veel advocaten,
notarissen en boekhouders zal van de ene op de andere dag door een gratis app overbodig gemaakt
kunnen worden.
Zelfs onze befaamde creatieve sector blijft niet bespaard. Netflix deelt onze filminteresses in 76.897
genres in en kan precies zien wanneer en waarom iemand verveeld raakt en de film stop zet. Niet
een geniale Hitchcock, maar Big Data zal de perfecte film voor ons maken.
Terwijl de helft van de banen verdwijnt, vult de econoom Piketty aan, zal de welvaart in handen van
een steeds kleinere groep mensen terecht komen omdat kapitaal sneller groeit dan loon. Dertig jaar
na de dood van het communisme, waart het spook van Marx weer rond. De rijken worden steeds
rijker en de rest belandt in een neerwaartse spiraal van krimpende werkgelegenheid en stagnerende
lonen, kortom, een spiraal van Verelendung.
Hoe gaan wij dan waarde creëren? Als een deel renteniert en de rest geen baan meer heeft, wie gaat
dan nog consumeren? Stort onze consumptie-economie zo niet in elkaar? Misschien wel, maar dat
hoeft geen ramp te zijn. In deze economie zijn u en ik slechts klanten, nummers, anonieme bewoners
van de grote stad. Laten wij uitkijken naar een ander soort economie, waarin wij heel anders omgaan
met werk, waarde en gemeenschap.
Nieuwe technologie vernietigt niet alleen banen. Het maakt ook alles persoonlijk. Elkaar helpen en
goederen delen kon nog nooit op zo’n grote schaal. De stad wordt daarmee als een dorp.
Net als in het dorp, wordt alles transparant. Ook geen anonimiteit meer dus om in te schuilen. Door
contactlenzen met gezichtsherkenning, weet iedereen weer alles van elkaar.
Als ik u op straat ontmoet, zal ik meteen kunnen zien of u ook van Hegel en Asimov houdt. En of u
gevaarlijk rijdt. Want teveel van dat soort vrienden, maakt mijn eigen premie duurder. Alles draait
om reputatie.
Net als in het dorp, zijn we geen specialisten, maar doet iedereen een beetje van alles. Als amateurs
hebben wij dan allemaal de middelen in handen gekregen om specialistenwerk zelf te doen. Klinkt
dat onwaarschijnlijk?
Op Youtube presenteren amateurs zich als professionele muzikanten. Met Instagram wordt een kind
een goede fotograaf en op Facebook gedragen wij ons als mediabedrijven die content produceren.
De burger trekt steeds meer naar zich toe. Momenteel vragen bestuurders zich af of u en ik op Uber
taxichauffeur mogen zijn en op Airbnb hotel mogen spelen. In de buurt komen burgers bij elkaar om
boren en fietsen te delen. Dat leek in 2003 allemaal erg onwaarschijnlijk. Wie durft met zekerheid te
zeggen dat wij over elf jaar van nu niet bijna alles zelf doen?
Dan halen wij het ontwerp van ons huis ook uit een appstore. En dan meteen ter plekke 3D laten
printen, zoals het experiment nu aan het IJ om een grachtenpand te printen. Geen goed nieuws voor
de werkgelegenheid in de bouwsector, maar wat een manier om nieuwe creativiteit aan te boren!
Wanneer IT alle stromen van mensen en goederen in de stad met elkaar heeft verbonden, kan het
ware multitasken beginnen. Werk in overvloed. Sensoren in mijn lichaam vertellen mij dat nu het
optimale moment is om te gaan hardlopen. Een internetplatform rekent onmiddellijk uit hoe ik moet
lopen om de pizza van het restaurant op de hoek te bezorgen en zo wat bij te verdienen. In een
genereuze bui zet ik ook de vrijwilligersfunctie aan en haal ik de boodschappen van mijn oude
buurvrouw op. Daar verdien ik trouwens ook weer punten mee voor mijn eigen boodschappen. Mijn
belastingen worden lager als ik onderweg wat vuilnis opruim. En die van u dus ook.
Sport, commercie en vrijwilligerswerk zijn natuurlijk allemaal geïntegreerd in een serious game,
uitgegeven door de gemeente. De pizza wordt minder waard, naarmate ik er langer over doe en
meer boodschappen bezorgen maken mij buurtbewoner van de week. Als een actieheld maak ik de
stad veilig van de corrumperende werking van vuilnis. Zo word ik gemotiveerd om dit allemaal te
doen, kijken mijn vrienden mee en concurreren wij met elkaar. Op deze manier wordt het leuk om
goede daden te verrichten en zo pakken wij alle grote vraagstukken aan. De Icebucket challenge was
kinderspel. Zorg, afval, logistiek en files lossen wij allemaal op door de City challenge met elkaar te
spelen. Zo persen wij de inefficiëntie uit het systeem en creëren wij continue waarde voor elkaar.
Het wordt een economie waarin mensen zich gedragen als leden van een vereniging. Geen
consumptie-economie, maar een ‘verenigingseconomie’. Dat klinkt beter dan een
‘participatiesamenleving’, want aan welke samenleving participeren mensen niet?
De zestiende-eeuwse filosoof Althusius beschreef de Nederlandse kunst van de ars consociandi, de
kunst van het verenigen. Daar zijn wij goed in. Daarmee hebben wij hoop ik de stad in 2025 opnieuw
uitgevonden.