Antwoord op art 43 brief van raadslid Patrick Mevissen inzake

Gemeente
Landgraaf
Aan CBBL
T.a.v. de heer P. Mevissen
Gank 14
6374NM LANDGRAAF
Bijlage(n)
-1-
Uw brief van
Uw kenmerk
Documentnummer
24-07-2014
Vraagstelling
14.12574
conform artikel
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Landgraaf,
12 september 2014
43 Reglement van
Orde
Onderwerp
Medewerker
Verzonden op
Beantwoorden vragen ex artikel 43 RVO inzake Nazorg Kolenwinning
J.J.M. Godding
Geachte heer Mevissen,
Email
[email protected]
Afdeling
Ruimelijke
Ontwikkeling en
Grondzaken
In uw bovengenoemde brief heeft u verzocht om beantwoording door ons over
de problematiek rondom Nazorg Kolenwinning. Navolgend zullen uw vragen
puntsgewijs worden beantwoord.
Vraag 1; Kan het college aangeven hoeveel woningen in Landgraaf kampen met
Doorkiesnummer
mijnschade?
045-5695290
Antwoord: Er zijn woningen die schade (scheuren of verzakkingen) gemeld
hebben bij de gemeente. Het is hierbij echter onduidelijk of het om mijnschade
Bezoekadres
Raadhuisplein 1
gaat. Het feitelijk vaststellen van mijnschade is in eerste instantie het resultaat
van een proces dat plaatsvindt tussen rechtsopvolger van de voormalige
Blad
mijnonderneming en de melder. De gemeente is geen formele partij in dit
Pagina 1 van 5
traject en wordt daarom niet geïnformeerd over het feit of mijnschade door
onderzoek kan worden bevestigd of erkend.
Vraag 2: Kan het college aangeven hoeveel Landgraafse woningbezitters
aanspraak kunnen maken op het garantiefonds?
Antwoord: Het garantiefonds is er nog niet en verder is er nog veel onduidelijk
over het instellen van dit fonds. Daarnaast (zie vraag 1) moet de mijnschade
bevestigd en erkend zijn wil een aanspraak kans hebben.
Vraag 3: Vallen de woningen in Rimburg ook onder de noemer van mijnschade?
Raadhuisplein 1
Postbus 31000
6370 AA Landgraaf
Tel: 14 045 (of 045-5695222)
www.landgraaf.nl
[email protected]
IBAN: NL03BNCH0285018019
BIC: BNGHNL2C
K.v.K. nummer: 141 31 528 0000
<3b
Parkstad Limburg
relevante oorzaken voor de schade te duiden. Mijnschade is hier slechts een
van.
Vraag 4: Zijn mijngemeenten, gemeenten waar schade is of waar een mijn
stond?
Antwoord: Mijngemeenten zijn die gemeenten die binnen de concessiegrenzen
van een mijnonderneming liggen en waar ook exploitatie van kolenvoorkomens
heeft plaatsgevonden.
Vraag 5: Is het college bereid om de inwoners van Landgraaf pro actief attent te
maken op het bestaan van het garantiefonds?
Antwoord: Bij controles van gemelde schade worden de bewoners altijd al, als er
op basis van oude mijnkaarten aanwijzingen zijn voor mijnschade, attent
gemaakt op de te volgen procedure bij de rechtsopvolgers van de voormalige
Bijlage(n)
Mijnen. Pas als de geconstateerde schade als mijnschade is bevestigd en erkend,
deze bij de gemeente Landgraaf bekend is en het bewuste garantiefonds er is,
Uw brief van
24-07-2014
zullen wij inwoners hierop attent te maken.
Vraag 6: Is het college bereid om Landgraafse burgers te helpen bij het
Uw kenmerk
Vraagstelling conform
artikel 43 Reglement
van Orde
Documentnummer
14.12574
aanspreken van het garantiefonds?
Antwoord: Het College is uiteraard bereid om burgers te helpen en met raad en
daad bij te staan. Het melden van de schade is en blijft echter uiteindelijk een
persoonlijke aangelegenheid, (zie http://www.sodm.nl/onderwerpen/nazorgkolenwinning/veelgestelde-vragen-over-miinschade).
Vraag 7: Is het college het met GBBL eens dat er voor mijnschade geen
Datum
29 augustus 2014
verjaringstermijn mag gelden. Immers omdat de bodem altijd in beweging blijft
kan de schade pas veel later ontstaan.
Antwoord: Het College is het met u eens.
Blad
Pagina 2 van 4
Vraag 8: Is het college het met GBBL eens dat het onderzoek naar de na-ijlende
effecten veel te lang gaat duren?
Antwoord: Het College is het met u eens. Onderzoeken vergen echter tijd. Het
Ministerie van EZ zal ons na het aanbestedingstraject van het onderzoek
informeren of dit in de gewenste termijn kan worden afgerond.
Vraag 9: Is het college bereid om er bij de minister op aan te dringen dat het
onderzoekstraject sneller afgerond wordt en de resultaten eerder beschikbaar
moeten komen?
Raadhuisplein 1
Postbus 31000
6370 AA Landgraaf
Tel: 14 045 (of 045-5695222)
www.landgraaf.nl
[email protected]
IBAN: NL03BNCH0285018019
BIC: BNCHNL2G
K.v.K. nummer: 14131528 0000
Antwoord: Zie o.a. antwoord op vraag 8. Als er aanwijzingen zijn dat het
onderzoek sneller, zonder kwaliteitsverlies, kan plaatsvinden, zal hier zowel in
bestuurlijk - als ambtelijk overleg op worden gewezen.
Vraag 10: Is het college het met GBBL eens dat degene die het meeste profijt
heeft gehad bij de steenkolenwinning ook geld ter beschikking moet stellen om
de door mijnbouw veroorzaakte schade te vergoeden?
Antwoord: Het College is het met u eens.
Vraag 11: Geldt het garantiefonds ook voor schades veroorzaakt door
particuliere mijnen?
Antwoord: Het Garantiefonds moet gaan gelden voor schrijnende
schadegevallen veroorzaakt door alle in Zuid-Limburg aanwezig geweest zijnde
mijnondernemingen, dus ook voor particuliere mijnen.
Bijlage(n)
Vraag 1 2: Is het college het met GBBL eens dat de voorwaarde van de minister
Uw brief van
24-07-2014
om € 1 miljoen ter beschikking te stellen voor het garantiefonds een
schandalige voorwaarde is?
Antwoord: Het college schat in dat het ter beschikking te stellen bedrag aan de
Uw kenmerk
lage kant zal zijn. Om een meer reële inschatting te kunnen maken ontbreken
Vraagstelling conform
op dit moment echter concretere gegevens. Minister Kamp heeft onlangs in de
artikel 43 Reglement
Tweede Kamercommissie toegezegd opnieuw in overleg te met Provincie en
van Orde
Mijngemeenten te treden over dit garantiefonds.
Documentnummer
14.12574
Vraag 13: Is het college bereid om bij de minister het Landgraafse ongenoegen
hierover kenbaar te maken?
Datum
Antwoord: Medeondertekend door het College van Landgraaf is d.d. 1 7 juli
29 augustus 2014
2014 door de Provincie Limburg een gezamenlijke reactie uitgegaan naar de
Minister van Economische Zaken (zie bijlage brief provincie). Het college zet
Blad
Pagina 3 van 4
hierbij o.a. vraagtekens bij de uitvoerbaarheid het op te richten fonds, neemt
stelling t.a.v. aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden en wil bestuurlijk
betrokken zijn bij de uitvoering van onderzoek en het nemen van beleidskeuzes.
Vraag 14: Kan het college aangeven welke financiële bijdrage Landgraaf dient te
leveren?
Antwoord: Gezien de onduidelijkheden rondom het fonds en de financiering
daarvan kunnen wij daar op dit moment nog geen duidelijkheid over geven.
Vraag 1 5: Kan het college aangeven hoe het college dit bedrag denkt te dekken?
Raadhuisplein 1
Postbus 31000
6370 AA Landgraaf
Tel: 14 045 (of 045-5695222)
www.landgraaf.nl
[email protected]
IBAN: NL03BNCH0285018019
BIC: BNGHNL2C
K.v.K. nummer: 14131528 0000
Antwoord: Nu de omvang van het fonds en de wijze van financiering nog niet
rond zijn achten wij het nu te vroeg om reeds iets te zeggen over de dekking.
Vraag 1 6: Is het college het met GBBL eens dat de eigen gemeentelijke bijdrage
een sigaar uit eigen doos is?
Antwoord: Het college is van mening dat de (rechtsopvolger van de)
mijnonderneming verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de gevolgen van
mijnschade en als de onderneming is geliquideerd, het Rijk.
Vraag 1 7: Is het college het met GBBL eens dat er een ongelijkheid ontstaat met
de situatie in Groningen in het geval van de gaswinning? Immers na protesten
van de Groningse bevolking stelde de minister heel snel miljoenen ter
compensatie van de schade ter beschikking.
Antwoord: In Groningen is sprake van een actieve gaswinning door een wettelijk
Bijlage(n)
aanspreekbare onderneming (NAM). De middelen die in Groningen ter
beschikking worden gesteld zijn afkomstig uit de aardgasbaten, dan wel zijn
Uw brief van
24-07-2014
deze rechtsreeks door de NAM verstrekt. Kortom, e.e.a. kan in Groningen gezien
worden als het resultaat van een wettelijk uit te voeren traject. Het resultaat van
dit traject in onze streken stagneert door het feit dat de Minister van mening is
Uw kenmerk
Vraagstelling conform
artikel 43 Reglement
van Orde
Documentnummer
14.12574
dat schadegevallen zijn verjaard (30 jaar na de beëindiging van de
mijnbouwactiviteiten: sluiting Mijnen [EZ]). Dus als er mijnschade is vastgesteld
wordt een vergoeding vanwege deze verjaring niet uitgekeerd. Het college is
overigens samen met de overige mijngemeenten en de provincie van mening dat
het aftelpunt voor de verjaringstermijn 1994 moet zijn. In dit jaar zijn nl. de
laatste mijnpompen stopgezet, hetgeen als laatste mijn bouwactiviteit wordt
gezien.
Datum
29 augustus 2014
Wij vertrouwen erop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.
Blad
ï^meester en wethouders van Landgraaf,
Retaris,
de b
Pagina 4 van 4
ir. J.M.C. Rijvers
Raadhuisplein 1
Postbus 31000
6370 AA Landgraaf
Tel: 14 045 (of 045-5695222)
www.landgraaf.nl
[email protected]
IBAN: NL03BNCH0285018019
BIC: BNGHNL2G
K.v.K. nummer: 141 31 528 0000
AFSCHRIFT
provincie limburg
De minister van Economische Zaken
De heer H Kamp
Postbus 20-401
2500 E K D E N H A A G
Cluster
CS
Behandeld
J BJ M
Faxnummer
(043) 361 85 75
Doorkiesnummer
(043) 389 7 0 1 6
Ons kenmerk
2014/39240
Stijnen
Uw kenmerk
Bijlage(n)
Maastricht
VERZONDEN 1
15 juli 2014
7 JULI Zfltt
Onderwerp:
Nazorg steenkolenwinning Limburg
Excellentie,
Bij brief van 20 juni 2014 heeft u de Voorzitter van de Tweede Kamer geïnformeerd over een aantal
aspecten die verband houden met de nazorg van de steenkolenwinning in Zuid-Limburg
Uw brief is onderwerp van bespreking geweest in het A O van de Vaste Commissie voor Economische
Zaken op 26 juni jl.
Wij, burgemeester en wethouders van de gemeenten uit de voormalige oostelijke en westelijke mijnstreek
en Gedeputeerde Staten van Limburg, nemen hierbij de vrijheid te reageren op de in uw brief en tijdens
het A O verstrekte informatie WIJ betrekken daarbij tevens de uitkomst van het overleg dat u op
16 juni 2014 te Heerlen met bestuurders uit de regio hebt gehad en de conference cal) op 20 juni 2014
De inhoud van deze brief moet u zien als een eerste, voorlopige reactie en spitst zich toe op de volgende
onderwerpen
1.
Aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid
2
Technisch onderzoek en beleidskeuzes
3
Regeling voor schrijnende gevallen
1.
Aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid
In uw brief van 20 juni 2014 laat u in het midden wie verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de
schade als gevolg van de steenkolenwinning, indien geen beroep meer kan worden gedaan op de
concessiehouder of diens rechtsopvolger WIJ blijven van mening dat deze bij het Rijk ligt Het kan
ons inziens niet zo zijn dat, waar na de oorlog de steenkoolwinning in Zuid-Limburg een van de
belangrijkste pijiers was van de wederopbouw van onze nationale economie, de regio thans de
schadelijke gevolgen voor haar rekening moet nemen Wij vinden dit onrechtvaardig, maar ook in
stnjd met ons rechtsgevoel
Bezoekadres:
Umburglaan 10
NL-6229GA Maastricht
Postbus 5700
NL-62D2 MA Maastricht
postbus@prvlimburg nl
Tel +31 (0)43 389 99 99
Fax +31(0)43 361 80 99
www limburg nl
IBAN-nummer
NL08RA8O0132575728
BIC-code RABONL2U
Bereikbaar via.
üjn 1 (nchiing De Heeg)
provincie limburg
&
Dat u verzoeken om uitkeringen uit het Waarborgfonds Mijnschade afwijst vanwege verjaring vinden
wij navrant Het is bovendien juridisch weerlegbaar, omdat u hiermee een te enge interpretatie
hanteert van het begrip mijnbouwactiviteit Tot 1994 is mijnwater onttrokken omdat volledig
stopzetten van wegpompen van mijnwater in Limburg problemen m de waterhuishouding van de
(toen nog actieve) Duitse mijnen tot gevolg zou kunnen hebben. In 1994 is besloten tot stopzetting
van de onttrekking van het mijnwater met als gevolg stijging van het mijnwater, hetgeen tot tal van
schadelijke effecten, verlies van woongenot en in een toenemend aantal gevallen zelfs tot onveilige
(woon)situaties heeft geleid en nog zal leiden Het onttrekken van mijnwater en het vervolgens
stopzetten daarvan zijn eveneens als mijnbouwkundige activiteit aan te merken Men kan zelfs
staande houden dat, zolang de natuurlijke grondwaterstand niet is hersteld, een discussie over begin
of einde van de verjaringstermijn niet aan de orde is
Het geeft ons inziens bovendien geen pas de uitkomst van de door bewoners ingestelde gerechtelijke
procedures af te wachten
2.
Technisch onderzoek en beleidskeuzes
Tijdens het A O van 26 juni jt hebt u medegedeeld dat u opdracht hebt gegeven voor een technisch
onderzoek om de aard, omvang en mogelijke risico's van de na-ijlende gevolgen van de
steenkolenwinning in kaart te brengen U verwacht dat het onderzoek binnen anderhalfjaar is
afgerond Uw voortvarendheid in deze stellen wij bijzonder op prijs. De uitkomst van dit onderzoek
moet een basis vormen voor een risicokaart, een monitonngsplan en een menukaart WIJ pleiten
ervoor dat dit onderzoek pnmair gericht moet zijn op het voorkomen dan we! verminderen van de
risico's op de korte en langere termijn. Wij prefereren dan ook een meer structurele
oplossingsgerichte aanpak, waarbij uiteraard de casuïstiek niet uit het oog mag worden verloren
Opvallend is dat u tijdens het bestuurlijk overleg in Heerlen te kennen gaf dat bij de te maken
beleidskeuzes het bestuur uit de regio betrokken wordt, maar dat u dit aspect in uw brief niet noemt
E e n dergelijke "bestuurlijke kop" op dit onderzoek is ons inziens onontbeerlijk voor het verwerven van
draagvlak in de regio De burgemeester van de gemeenten Heerlen, de heer P Depla, de
burgemeester van Landgraaf, de heer R Vlecken, alsook de verantwoordelijk wethouder van de
gemeente Kerkrade, de heer J Bok, hebben zich in elk geval bereid verklaard hierbij betrokken te
worden
3.
Regeling voor schrijnende gevallen
Uw voorstel tot het instellen van een fonds voor schrijnende gevallen heeft onze sympathie,
Dit laat evenwel onverlet ons standpunt dat de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid bij het Rijk
liggen
Met de instelling van dit fonds mag dan ook geen voorschot worden genomen op de uitkomst van de
discussie over verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid zoals hierboven aangegeven Het is voor
ons dan ook niet meer dan een noodverband.
U geeft aan dat het fonds bedoeld is voor "schnjnende gevallen waarin de veiligheid van burgers in
het geding komt" Ons lijkt een regeling waarin deze crrtena centraal staan in de praktijk moeilijk
uitvoerbaar ZIJ zal een bron zijn voor interpretatiegeschillen WIJ vragen ons bovendien af wie de kosten van uitvoering draagt en welke de bijdrage van D S M zal zijn Tot slot zouden WIJ graag op de
hoogte gesteld willen worden van de vorderingen van uw overleg met Umicore en Oranje Nassau
Mijnen
2014/39240
2
provincie limburg
m
Wij zijn benieuwd naar uw reactie op deze brief
WIJ tekenen hierbij nog aan dat ons ook vanuit de politieke gremia signalen bereiken die vragen o m een
duidelijke reactie van uw zijde op de hierboven genoemde punten Mede daarom vinden wij het
prematuur nu reeds een voorstel te doen aan de gemeenteraden en Provinciale Staten over het
eventueel beschikbaar stellen van krediet voor het fonds voor schrijnende gévallen
Kopie van deze bnef sturen wij naar de Voorzitter van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg en de Voorzitter
van het Waterschap Roer en Overmaas
Uw antwoord kunt u sturen aan het adres van Gedeputeerde Staten van Limburg, Postbus 5700 6201 M A
Maastricht
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Beek,
voorzitter
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Brunssum,
voorzitter
U
secretaris
2014/39240
3
provincie limbu
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerlen,
voorzitter
secretaris
1
voorzitter
secretaris
Burgemee
\
2014/39240
provincie
de gemeente Nuth,
/
voorzitter
secretaris
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Onderbanken,
voo
secretaris
voorz
A
/
2014/39240
provincie
Burgemeester er) Wethouders vanjde gemeente Simpelveld,
1
/
>s
/
voorzitte
tans/
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sittard-Geleen,
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Stem,
voorzitter
secrei
2014/39240
provincie
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Voerendaal,
voorzitter
secretaris
0
/
2014/39240
/