ANTU - HET INGRIJPEN VAN DE HEMELSE MOEDER ANU zijn

ANTU - HET INGRIJPEN VAN DE HEMELSE MOEDER
ANU zijn echtgenote ANTU of ANTOE had medelijden met haar
zoon EN.KI (Aartsengel Lucifer) die moest achter blijven op aarde
met zijn volgelingen Aardse AN.UNNA.KI’s.
(Moeder van alle Goden ANTU of ANTOE)
ANTU had de raad bijeengeroepen om zich te beraden over het
noodlot van de LU.LU eerste perfecte mens “Adam”. De raad had
besloten om EN.LIL (aartsengel Michael) aan het hoofd te laten
van de aarde "Heer van het Bevel" en nam de plaats in van zijn
broer EN.KI (Aartsengel Lucifer de verlichtende). EN.LIL zou
naast zijn broer EN.KI met zijn Aartsengelen op aarde blijven.
Doordat de raad van ANU verantwoordelijk was voor de daden van
EN.KI op aarde moest ANU onze vader een oplossing bedenken
voor de probleem van de jonge aarde en de bezielde zielen
(reïncarnatie proces) van de LU.LU. Voor deze redden had onze
vader besloten voor de eerste mens onbewust te houden van goed
of kwaad en die te afzonderen in het “Hof Van Eden”. De eerste
karentaine voor de mens op aarde.
Heilige Boek der Gevallen Engelen
147
DE PLAATS VOOR DE HOF
We zullen beginnen met de plaats waar Eden lag, en met de
betekenis ervan. Genesis bericht dat Eden werd "bevochtigd" door
vier rivieren. Twee van deze rivieren zijn de Tigris en de Eufraat,
wat de meeste geleerden ertoe brengt het verhaal van Eden in
Mesopotamië te situeren. Maar de andere twee rivieren die worden
genoemd, de Pison en de Gihon, lijken met Afrika verbonden te
zijn.
(Tuin van Eden met Pison en Gihon van de Perzische Zee)
Heilige Boek der Gevallen Engelen
148
(Perzische Zee en haar oude rivieren voor de zondvloed)
Dit heeft Bijbelgeleerden lange tijd in grote verwarring gebracht.
De Sumerische naam voor hun goden IDIN.GI, letterlijk
betekende de "Rechtvaardigen van de Raketten". E.DIN zou
daarom in het Sumerisch letterlijk "Huis der Rechtvaardigen'"
betekenen. Het lijdt weinig twijfel dat E.DIN en Eden een en
dezelfde plaats zijn. Voor de komst van Adam op aarde met de
gevallen engelen bestond het Hof of Eden al, die was jaren vooraf
ontworpen door de raad van ANU in samenspraak met EN.LIL
(Aartsengel Michaël) toen die het bevel van de aarde overnam. De
commissie van EN.LIL voor de locatie te vinden bleef bijna drie
jaar weg. Zij bracht een gunstig rapport uit over drie mogelijke
locaties:
-de eerste was een eiland in de Perzische Golf
-de tweede was de aan een rivier gelegen plaats waar de tweede hof
werd aangelegd
-de derde, een lang smal schiereiland bijna een eiland dat aan
uit de oostkust van de Middellandse Zee in westelijke richting
uitstak in zee.
De commissie gaf met bijna algemene stemmen de voorkeur aan de
tweede locatie in Sumeria. De grote rivier die de Hof bevloeide,
Heilige Boek der Gevallen Engelen
149
kwam van de hoger gelegen gebieden. Deze rivier werd ook
gevoed door vier zijrivieren die ontsprongen in de heuvels aan de
kust van het schiereiland van Eden, en dit zijn de ‘vier hoofden’
van de rivier ‘voortgaande uit Eden’, die later werden verward met
de riviertakken die de tweede hof omgaven. De bergen rond de Hof
waren rijk aan edelgesteenten en metalen, hoewel hieraan zeer
weinig aandacht werd geschonken. De over Heersende gedachte
zou zijn de verheerlijking van de tuinbouw en de verheffing van de
landbouw. De voor de Hof gekozen plaats was waarschijnlijk de
schoonste plek in zijn soort op de gehele wereld, en het klimaat
was er in die tijd ideaal. Nergens elders was er een locatie die zich
er zo bij uitstek toe leende zulk een paradijs van botanische
expressie te worden. In deze ontmoetingsplaats kwam de keur van
de civilisatie op Aarde bijeen. Daarbuiten en nog verder verkeerde
de wereld in duisternis, onwetendheid en primitiviteit. Eden was de
enige lichte plek op Aarde; het was van nature een droom van
schoonheid en spoedig werd het een gedicht van verfijnde,
vervolmaakte landschappelijke pracht. Je moet weten ten tijde van
de val en het Hof van Eden was deze Hof een paradijs zoals ze
noemen. Aan de buitengevels van het hof was de natuur nog in zijn
ruwe primitieve oorsprong. Het Hof van Eden was een tuin of
afgesloten gebied, waar experimenten werden gedaan met de fona
en flora van onze aarde.
SCHEPPING VAN EVA
De ANU raad besloot Adam (de eerste perfecte mens) in ‘Hof van
Eden’ te plaatsen. EN.LIL (Aartsengel Michaël) de Heer, legde in
het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de eerste
mens Adam die zijn broer EN.KI (Aartsengel Lucifer) had
gemaakt. Er ontspringt in Eden een rivier die de tuin bevloeit.
Verderop vertakt ze zich in vier grote stromen. Een daarvan is de
Pison; die stroomt om heel Chawila heen, het land waar goud
gevonden wordt. (Het goud van dat land is uitstekend, en er is daar
ook balsemhars en onyx.) De tweede rivier heet Gichon; die
stroomt om heel Nubië heen. De derde rivier heet Tigris; die loopt
ten oosten van Assyrië. De vierde ten slotte is de Eufraat. Dit
gebied zou veilig zijn voor aardse Adam. De raad besloot de drie
Heilige Boek der Gevallen Engelen
150
niveaus van de ziel die zijn broer EN.KI (Aartsengel Lucifer) bij de
mens had aangebracht , te beperken , dus Adam werd terug
onbewust gemaakt door zijn geest te isoleren. De moeder ANTU
fluisterde in de oren van EN.LIL (Aartsengel Michaël) dat hij een
tegengewicht moest creëren die het herstel van de aarde moest
garanderen. EN.LIL zag dat Adam alleen was in het Hof van Eden
en besloot uit Adams ‘rib’ Eva te scheppen. Hij wist dat zijn broer
EN.KI (Aartsengel Lucifer), het schepsel Adam had gemaakt
(mannelijk) en uit KINGU’s bloed. EN.LIL (Aartsengel Michaël)
moest een tegenpool creëren die terug het evenwicht zou herstellen
van de aarde. De Ying & Yang werd hersteld door EVA te
scheppen. En nu deze keer zou zijn broer EN.LIL (Aartsengel
Michaël) een wezen scheppen met het DNA van de moeder
ANTU.
(Adam & Eva, Ying & Yang,
de bloedlijn van EN.KI & EN.LIL)
Heilige Boek der Gevallen Engelen
151
ANTU bracht verslag uit bij ANU van de mogelijkegevolgen van
de Aarde en de schepping van de eerste mens Adam uit Kingu,
bloed en ENKI , DNA. Tevens konden ze Adam niet vernietigen
want was een zoon en schepping van hun eigen zoon, ANTU
verluisterde in de oor van ANU.
Daarna zei de Heer ANU tegen zichzelf:
“Ik moet deze man een metgezellin geven, zodat hij met iemand
kan spreken en zich niet verveelt.”
“Hij riep de aartsengel Michaël (EN.LIL) en sprak tot hem:
'Luister wat ik je ga zeggen, mijn engel. Jij zult je van hier naar de
boomgaard van Adam begeven, en je zult hem daar slapend
vinden. Neem dan heel voorzichtig een ribbe uit zijn linker zij en
breng die mij; maar let goed op dat je hem niet wakker maakt.”
De Zohar stelt dat Lilith vluchtte toen God EN.LIL Eva als vrouw
aan Adam gaf:
Toen deed de Heer God (EN.LIL) een diepe slaap op de mens
vallen; en terwijl deze sliep, nam Hij een van lijn ribben en sloot
haar plaats toe met vlees. En de Heer God EN.LIL (Aartsengel
Michaël) bouwde de rib, die Hij uit de mens genomen had, tot een
vrouw.
Maar was het echt een "rib"? In de Sumerische taal stond het
woord TI zowel voor "leven" als voor "rib". Het lijkt er dus op dat
het Adams levensstof was die verwijderd werd om de eerste vrouw
te scheppen. Tegenwoordig zouden we die levensstof het DNA in
de menselijke cel noemen. In sommige joodse versies van het
scheppingsverhaal wordt Eva niet uit Adams rib geschapen, maar
uit een staart die deel uitmaakt van zijn lichaam. 'God EN.LIL
(Aartsengel Michaël) sneed deze eraf en de stomp - nu een
nutteloos stuitbeentje - wordt nog steeds gedragen door zijn
nakomelingen'. In andere verhalen is het Gods oorspronkelijke plan
om twee menselijke wezens te scheppen, een mannelijk en een
vrouwelijk, maar in plaats daarvan besluit Hij er slechts een te
Heilige Boek der Gevallen Engelen
152
maken, met een mannelijk gezicht aan de voorkant en een
vrouwelijk gezicht aan de achterkant. Daarna verandert God
opnieuw van gedachten. Hij verwijdert Adams gezicht aan de
achterkant en schept in plaats daarvan een vrouwenlichaam.
Bouwde God (EN.LIL), de Heer, een vrouw en hij bracht haar bij
de mens.
Toen riep de mens uit:‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen
gebeente, mijn eigen vlees,een die zal heten: vrouw, een uit een
man gebouwd.’ (Genesis 23)
(Adam wordt wakker naast Eva)
Heilige Boek der Gevallen Engelen
153
De eerste vrouw naast Adam werd geschapen uit het DNA van
ANTU. Eva, in het Hebreeuws was de naam Eva Hawah, maar de
werkwoordstam waaruit de naam voortkwam, was hayah ('te
leven'). Op grond hiervan is Eva verwant met de Soemerische Ninti, wat 'Vrouwe van het Leven' betekent en dit, zoals we hebben
gezien, was weer een andere titel van Nin-choersag. Het
Soemerische woord ti betekent 'leven maken', maar een ander
Soemerisch woord, ti (spreek uit 'tie'), betekent 'rib' Toen de titel
van Nin-choer sag, Nin-ti, werd toegepast op haar surrogaatdochter
en veranderde in de naam Eva. Het eerste levende wezen dat
EN.LIL (Aartsengel Michaël) op aarde creëerde was de vrouw,
voor tegenpool van Adam, de aardse weegschaal kwam in
evenwicht de Ying & Yang werd hersteld. Het eeuwige gevecht
over de heilige bloedlijn ging van start. EN.KI (Aartsengel Lucifer)
stuurde de wijze slang naar het Hof van Eden.
BOMEN UIT HOF VAN EDEN
De boom des levens en de boom der kennis van goed en kwaad . Er
wordt verteld dat God (EN.LIL) aan Adam opdracht had gegeven
om niet te eten van de boom der kennis,
'want op de dag dat gij daarvan eet, zal ge zeker sterven'
(Genesis 2:17).
In dat stadium scheen het dat de andere boom, de boom des levens,
een direct probleem vormde maar er is geen aanwijzing hoe Adam
de ene boom van de andere kon onderscheiden.
Aangezien we weten dat EI Elyon-Jehovah synoniem was aan
EN.LIL (Aartsengel Michaël), is het verhaal van de hof van Eden
een directe weergave is van de strijd tussen de AN.UNNA.KIbroers. EN.LIL (Aartsengel Michael) stond erop dat de menselijke
soort onwetend gehouden (onbewust), en alleen gehandhaafd zou
worden om te zwoegen en om het juk van de AN.UNNA.KI te
dragen. Maar EN.KI (Aartsengel Lucifer) had andere ideeën: hij
stond erop dat de zwarthoofdige mensen onderwijs zouden krijgen
en hun doel was om de grond te bebouwen, gebouwen op te richten
en de AN.UNNA.KI voor eeuwig te dienen, in overeenstemming
Heilige Boek der Gevallen Engelen
154
met de eisen van EN.LIL (Aartsengel Michael). In eerste instantie
probeerde EN.LIL te voorkomen dat Adam en Eva enige wijsheid
verwierven buiten die hoorden bij een 'dienaar'-status, en hij gaf
hun waarschuwingen om bij de boom der kennis van goed en
kwaad vandaan te blijven, en beweerde dat ze zouden sterven als
ze iets van het fruit ervan zouden nemen. EN.KI (Aartsengel
Lucifer) en zijn dienaar Satan (de wijze slang) beweerde dat het
niet waar was en dat ze deel zouden moeten hebben aan de kennis:
'Ge zult zeker niet sterven - want God [EN.LIL] weet dat op de dag
dat ge daarvan eet, uw ogen zullen worden geopend, en ge zult zijn
als goden, die goed en kwaad kennen' (Genesis 3:3-4)
“De satan (wijze slan) fluisterde bij hen in om voor het datgene
zichtbaar te maken wat voor hen verborgen was van hun
schammte. En hij zei: Jullie Heer heeft jullie deze boom slechts
verboden opdat jullie geen Eneglen zouden zijn of niet zouden
behoren tot hen die eeuwig leven. Aldus verlaagde hij hen bedrog.
(Koran, Soerat al-A’raat 7:20-22)
Met andere woorden je zult zijn als de gevallen engelen. EN.KI
dienaar Satan (de wijze slang) zou Adam & Eva verleiden om te
eten van de boom en zo hun de beperking van hun geest die
EN.LIL (Aartsengel Michaël) had opgelegd te verhevene. EN.KI
(Aartsengel Lucifer) , ook de ‘SlangeGod’ in Egypte genoemd,
besloot om een Satan (de wijze slang) te nemen en deze het Hof
Van Eden te laten betreden. EN.KI (Aartsengel Lucifer) had de
volledige controle over de slang en de slang sprak in zijn naam.
Eva werd vervolgens ten tonele gevoerd en, na aanraden van de
slang, at ze het fruit van de boom der kennis, nadat haar was
verteld dat:
Heilige Boek der Gevallen Engelen
155
'Gij zult zeker niet sterven ... In de dag dat ge ervan zult eten, dan
zullen uw ogen worden geopend, en ge zult zijn als goden, die het
goed van het kwaad zullen onderscheiden' (Genesis 3:4-6).
Het bleek dat Eva niet stierf, en toen Adam ook gegeten had van de
boom:
'werden de ogen van hen beiden geopend (ze werden terug
bewust), en ze wisten dat ze naakt waren, en ze naaiden
vijgenbladeren aaneen en maakten zich zelf schorten' (Genesis
3:7).
Heilige Boek der Gevallen Engelen
156
“De Satan (wijze slang) fluisterde bij hem en zei: “O Adam, zal ik
jou wijzen op de boom der eeuwigheid en een koninkrijk dat niet
vergaat? Daarp aten ze beiden (Adam en Eva) ervan, waarna hun
schaamte zichtbaar voor hen werd en zij begonnen zich te
bedekken met bladeren van het Paradijs. En zo was Adam zijn heer
ongehoorzaam en dwalde hij . Daarna verkoos zijn Heer hem en
Hij aanvaarde zijn berouw en leidde hem” (Soerat Ta Ha 20:120122)
(Adam & Eva na het eten van de appel)
“En de Satan (wijze slang) deed hen in zonde vallen en
verwijderde hen uit datgene waarin zij verkeerden” (Soerat alBaqarah 2:36)
Heilige Boek der Gevallen Engelen
157
Adam & Eva gingen een tijdperk binnen waar ze bewust werden,
ooit werd Adam bewust geboren, onbewust gemaakt en EN.KI
(Aartsengel Lucifer) bracht hun het bewustzijn terug. EN.LIL
(Aartsengel Michaël) de dan toe alles ziende God, was Adam kwijt
en riep 'Waar zijd gij?', waarop Adam antwoordde dat hij zich
verborg. God EN.LIL, kennelijk volstrekt onbewust van de
voorafgaande gebeurtenissen, vroeg toen:
'Hebt gij van de boom gegeten?', waarop Adam de schuld gaf aan
Eva en Eva de schuld gaf aan de slang Satan dienaar van EN.KI
(Aartsengel Lucifer) (3:8-13).
EN.LIL, zei tegen de slang:‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan,
het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je
buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang.
Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw
nageslacht en het hare,zij verbrijzelen je kop,
Om de wraakzuchtige bestraffing compleet te maken zei God
(EN.LIL) tegen Eva:
Tegen de vrouw zei hij‘Je zwangerschap maak ik tot een zware
last,zwoegen zul je als je baart. Je zult je man begeren,en hij zal
over je heersen.’ Tegen de mens zei hij:‘Je hebt geluisterd naar je
vrouw,gegeten van de boom die ik je had verboden. Vervloekt is de
akker om wat jij hebt gedaan,zwoegen zul je om ervan te eten,
je hele leven lang. Dorens en distels zullen er groeien, toch moet je
van zijn gewassen leven. Zweten zul je voor je brood, totdat je
terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot
stof keer je terug.’
EN.LIL was zo kwaad geworden op zijn eigen schepping EVA dat
hij haar strafte voor haar daden.
Heilige Boek der Gevallen Engelen
158
(EN.LIL – Aartsengel Michaël die de vloek over Eva spreekt)
Nu was EN.KI (Aartsengel Lucifer) niet meer alleen
verantwoordelijk voor de gehele schepping maar waren de twee
broers EN.KI (Aartsengel Lucifer) & EN.LIL (Aartsengel Michaël)
de grondleggers van de menselijke schepping. EN.LIL wist heel
goed wat hij had gedaan en wat er was uit voortgekomen. Later
Heilige Boek der Gevallen Engelen
159
zou EN.LIL de zonde dragen van hun schepping in zijn kruisiging
als Christus.
In die fase werd er van EN.LIL (Aartsengel Michaël) gezegd dat
Hij 'liep in de tuin'. In de nasleep van deze episode sprak EN.LIL
de Elohim aan (de raad) en zei:
'Zie de man is als een van ons geworden, en weet van goed en
kwaad.'
Het ziel niveau van Adam de ‘Roeach’, het element dat de morele
deugden, de kennis en het onderscheid tussen goed en kwaad
draagt. Werd definitief opgeheven, er was geen terugweg meer.
De boom des levens vormde toen een ondergeschikt probleem God EN.LIL verbande Adam uit de hof, 'om te voorkomen dat hij
zijn hand zou uitsteken en ook van de boom des levens zou nemen,
en eten, en voor eeuwig leven.
'Omdat Hij hier niet tevreden mee was, werd er ook nog een
flikkerend zwaard van vuur opgesteld om de toegang tot de boom
des levens onmogelijk te maken (3:22-24).
DE EERSTE ZIEL OP AARDE
De eerste ziel is de ziel van Adam waren alle mensen die nog
geboren zouden worden van nature met het Goddelijke verenigd
daar zij gevormd zouden worden naar het beeld van Adam, de
eerste mens. Ten tijde van de schepping van de eerste ziel de Ziel
die Adam gegeven werdzijn derhalve ook andere zielen geschapen.
Deze andere zielen de zielen die nog geboren zullen worden
verblijven in Adam, aldus Mathers in het boek 'Kabbalah Unveiled'
met betrekking tot de 'Grote heilige bijeenkomst'. Voor dit alles
geldt enig voorbehoud. Alleen de Nesjemoth zielen vertoeven in
Adam. Hieruit is de gevolgtrekking te maken dat de zielen die
door EN.KI geschapen zijn, slechts uit Roeach en Nefesjelementen zijn opgebouwd en het Nesjamah-element naar
verdienste wordt geschonken. Hij zei ook tegen Adam, nu deze
eenmaal van de boom had gegeten:
Heilige Boek der Gevallen Engelen
160
'In zorg zul je ervan eten alle dagen van je leven.' Bovendien,
hoewel Adam de boom des levens niet had aangeraakt, werd hem
hoe dan ook onsterfelijkheid ontzegd (3:16-22).
Daarna werden Adam en Eva wijs met de kennis van goed en
kwaad, en vanwege een of andere niet verklaarde reden, nam God
– EN.LIL de rol van kleermaker op zich:
'En de Heer God maakt mantels van huiden, en kleedde hen' (3:21)
De oorspronkelijke toestand van naaktheid van Adam en Eva, die
kennelijk belangrijk is voor het Genesisverhaal, weerspiegelde hun
ondergeschikte status in de toenmalige omgeving en het feit dat ze
zich bedekten, had hoe dan ook niets te maken met seksuele zaken.
Het had te maken met het feit dat dienaren en arbeiders van de
AN.UNNA.KI naakt waren in die dagen, zoals afgebeeld in de
reliëfs uit die tijd. Toen de ogen van Adam en Eva werden geopend
(bewust werden), verwierven ze kennis over hun ware positie in de
rangorde - een positie die leek op die van huisdieren. De boom des
levens (de Kiskanoeboom) wordt algemeen beschouwd als een
bron van persoonlijke onsterfelijkheid, maar hij had meer specifiek
te maken met de onsterfelijkheid van het koningschap. In feite was
de boom des levens (soms de 'plant des levens' of de 'plant der
geboorte' genoemd) direct geassocieerd met het Koninklijke ambt,
waarbij de takken de herdersstaven van de dynastieke investituur
waren. De symboliek die verband houdt met het feit dat aan Adam
de onsterfelijkheid ontzegd werd (d.w.z., het feit dat hem een
blijvend koningschap in zijn eigen stamboom werd ontzegd), bleek
uit het feit dat het ambt niet werd geërfd door Adams oudste nog
levende zoon Seth, maar door Eva's oudste zoon Cain.
Heilige Boek der Gevallen Engelen
161
KABBALA - HET BOEK VOOR ADAM
De naam Kabbala is ontleed aan het hebreeuwse woord Kibel dat
ontvangen betekent. De volledige naam ha-kabbala, de keten van
overlevering, deze keten van overlevering is aan de ene kant
verbonden met het goddelijke en het andere met de aardse wereld.
Men zegt dat Adam de eerste mens, de geheime mondelinge leer
doorgaf aan Seth; Kabbala het oudste boek en leer van EN.KI
(Aartsengel Lucifer) voor de mensheid.
In de Zohar staat: Toen Adam in de hof van eden was, zond God
(EN.KI Aartsengel Lucifer) hem een boek via Raziël, de engel die
belast is met de heilige mysteriën. Adam hield het boek bij tot hij
de hof verliet. Toen hij daar nog was bestudeerde hij het vlijtig en
maakte gebruik van dit geschenk van zijn meester; Adam ontdekte
verheven mysteriën die zelf niet bekend waren aan de hemelse
dienaren. Maar hij zondigde tegen het gebod van zijn Meester en
het boek vloog van hem weg. Adam sloeg op zijn borst en huilde en
liep de rivier Gihon in tot aan zijn nek zodat zijn lichaam
gerimpeld werd en afgetobd, God gaf daarop teken aan Raphaël
het boek terug te geven dat Adam toen voor de rest van zijn leven
bestudeerde. Adam liet het na aan zijn zoon Seth die het op zijn
beurt aan het nageslacht doorgaf, totdat het kwam bij Abraham die
hier uit leerde hoe de glorie van zijn meester te onderscheiden, ook
Enoch bezat een boek waaruit hij die kon onderscheiden. Abraham
Heilige Boek der Gevallen Engelen
162
zou dan de kennis gebracht hebben naar Egypte, waarna Mozes
die in dit land werd geboren, van Egyptische magiërs onderricht
kreeg. Een ander verhaal is dat Mozes tijdens de openbaringen op
Sinai de geheime leer meegedeeld kreeg waarna in de eerste vier
boeken van de Pentateuch de beginselen vastgelegd werden, Mozes
zou ook de zeventig ouderlingen ingewijd hebben in de leer die
mondeling werd overgeleverd. Salomon en David waren op de
hoogte van de geheimen; vooral het Hooglied wordt beschouwd als
een zeer geheime tekst waarin elk woord een toespeling is op een
dieper onderliggende waarheid.
De geschiedenis van de schepping: is een belangrijk gegeven in de
Kabbala. Daarin staat: Toen de meest geheimvolle zichzelf wenste
te openbaren bracht hij eerst een enkele punt voort die
getransmuteerd werd in een gedachte, hierin maakte hij talrijke
ontwerpen en sneed hij talrijke beelden. Verder maakte hij in de
heilige en mystieke lamp een verborgen en zeer heilig onderwerp
dat een wonderbaarlijk gebouw was en dat de uitging van het
midden van de gedachte.
De Zohar zegt: Toen de meest verborgene van het verborgene
zichzelf wilde openbaren, schiep Hij eerst een punt, de eerste
goddelijke licht uitstraalt dat geen beeld noch vorm heeft.
De naam van het beginpunt is Ebyeh: Ik ben. Voor sommige
kabbalisten: Ik zal zijn. Het punt is ook de letter Jod, die de geest
voortbracht, het is het punt waaruit de werelden geschapen worden,
het is een centrum van energieën die zich uitspreiden in alle
richtingen, het is de vlam van de stralende lamp. Toen Abraham de
Mesopotamische traditie van Enlil propageerde in Kanaän, had hij
naar verluidt toegang tot een uniek beschreven tablet met
ideogrammen (symbolen die verwijzen naar een begrip en zonder
een nominale waarde, zoals bij sommige Chinese karakters). Dit
werd vereerd als 'Het testament van een verloren beschaving -een
testament van alles wat de mensheid ooit geweten had, en van alles
wat ooit geweten zou worden' . Het was het laatste geschrift van
NI.BURU en de gevallen engelen die hier werd achter gelaten.
Heilige Boek der Gevallen Engelen
163
Voor de Soemeriërs stond dit werk bekend als de 'Tafel van het
noodlot', en hun geschiedenis vermeldt dat KINGU (Kingoe,een
zoon van Tiamat) en de Tiamats achterkleinzonen Enlil
(Aartsengel Michaël) en Enki (Aartsengel Lucifer) wachters van de
tafel waren geweest. Tevens één van de reden voor hun heilige
oorlog tussen elkaar. In de esoterische joodse traditie werd de tafel
ook het 'Boek van Raziël' genoemd - een verzameling van
geheimen die in saffier waren gegrift en die uiteindelijk werden
geërfd door koning Salomo. De filosofische code van de tafel werd
bekend als Ha Qabala (de QBL-traditie van licht en kennis) en er
werd gezegd dat hij die Qabala bezat, ook Ram bezat, de hoogste
expressie van kosmische kennis. De naam Ab-ram (of Avram) zelf
betekent '[Hij] die Ram bezit', en de uitdrukking werd gebruikt in
India, Tibet, Egypte en in de Keltische wereld van de druïden om
een hoger niveau van universele begaafdheid aan te duiden. De
bezitters van Ram vertegenwoordigden als meesters het universele
begrip en de identificatie sprak duidelijk uit namen als Rania,
Ramthaen Aram. In de context van het verhaal van het Oude
Testament zien we dat Ha Qabala wordt geven van Abraham aan
zijn zoon Isaac, dan naar Jacob enzovoort Van een heel andere
wortel het Arabische KBL (wat 'draaien' betekent) kwam het
woord Kabel en het Engelse woord cable, in de betekenis van in
elkaar gedraaide, touwstrengen. Hier verwijst het eruit
voortkomende' woord Kabbala naar een 'verwarring', en niet, zoals
dat vaak gedaan wordt, naar 'de verlichting' van de"QBL ,(Qabala.
Wanneer de verwarring werkelijk groot wordt, in die mate dat er
van verwilderingen sprake is, dan wordt de benadrukte
medeklinkerstam KBBL, waarvandaan Kabbalah komt, wat
verband houdt met het Duitse woord Kabal en het Engelse cabal,
'kabaal'. Er waren twee te onderscheiden bewegingen in het vroege
mystieke judaïsme. De kabbalistische beweging (de KBBL)
bereikte haar Europese hoogtepunt in de Middeleeuwen in NoordSpanje en Zuid-Frankrijk (door één van de verloren stammen van
Israël), toen de echte deugden van het Qabalistische concept (de
QBL) grotendeels vergeten waren in het Westen. Waar de kennis
van komt weten we zeker van EN.KI (Aartsengel Lucifer) die het
boek of kennis meegaf aan Adam bij het verlaten van het Hof Van
Eden.
Heilige Boek der Gevallen Engelen
164
Heilige Boek der Gevallen Engelen
165
HOOFDSTUK 5
Nakomelingen van de
Gevallen Engelen
Heilige Boek der Gevallen Engelen
166
DE KINDEREN VAN ADAM & EVA
(Adam & Eva en de verleiding in de Tuin van Eden)
De mens, Adam, had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij
werd zwanger en bracht Qayin ter wereld - beter bekend met de
fonetische vertaling Kaïn. ‘Met de hulp van de Heer,’ zei ze, ‘heb
ik het leven geschonken. Later bracht ze zijn broer ter wereld,
Hevel of zoals we hem kennen, Abel. De joodse Midrasj (wat
'Onderzoek' betekent), een traditioneel commentaar op de bijbel,
benadrukt het punt dat de eerste zoon van Adam de zoon van de
Heer (EN.KI Lucifer) was, terwijl de tweede zoon de zoon van
Adam was. Maar om in dit geval 'de Heer' aan te duiden, gebruikt
de Midrasj de persoonsnaam Samael, en duidt daarmee EN.KI
(Aartsengel Lucifer) de slang aan. Het blijkt dat de welbekende
Kaïn en Abel, hoewel ze de zonen van Hawah (Eva) waren, in feite
verschillende vaders hadden. Terwijl Abel gewoon het product was
van een homo sapiens verbintenis met Adam, was zijn oudere
halfbroer Kaïn een verdere ontwikkeling van eerdere
kloonexperimenten, waarbij de eicel' van Hawah verder verrijkt
was met het Anoennaki-bloed van EN.KI (Aartsengel Lucifer). Dit
betekent dat Qayin (Kaïn) als het verst ontwikkelde product van
het “Koninklijke Zaad” kan worden genoemd. Het zaad van de
slang, EN.KI (Sang Grael – Heiligebloedlijn).
Heilige Boek der Gevallen Engelen
167
KAÏN ZOON VAN LUCIFER – ABEL ZOON VAN ADAM
Abel (zoon van Adam) werd herder, Kaïn (zoon van Lucifer) werd
landbouwer.
(Kaïn & Abel)
De Heer EN.LIL (aartsengel Michaël of Jahwe) merkte Abel en
zijn offer op, maar voor Kaïn en zijn offer had hij geen oog. Dat
maakte Kaïn woedend, zijn blik werd donker. De Heer EN.LIL
vroeg hem:
‘Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker? Handel je
goed, dan kun je toch iedereen recht in de ogen kijken? Handel je
slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep
te krijgen; maar jij moet sterker zijn dan zij.’
Kaïn zei tegen zijn broer Abel:
Heilige Boek der Gevallen Engelen
168
‘Laten we het veld in gaan.’ Toen ze daar waren, viel hij zijn broer
aan en sloeg hem dood. Toen vroeg de Heer EN.LIL: ‘Waar is
Abel, je broer?’ ‘Dat weet ik niet,’ antwoordde Kaïn. ‘Moet ik
soms waken over mijn broer?’ ‘Wat heb je gedaan?’ zei de Heer
EN.LIL. ‘Hoor toch hoe het bloed van je broer uit de aarde naar
mij schreeuwt. Daarom: vervloekt ben jij! Ga weg van deze plek,
waar de aarde haar mond heeft opengesperd om het bloed van je
broer te ontvangen, het bloed dat jij vergoten hebt. Ook al bewerk
je het land, het zal je niets meer opbrengen. Dolend en dwalend zul
je over de aarde gaan.’ Kaïn zei tegen de Heer: ‘Die straf is te
zwaar. U verjaagt mij nu van deze plek en ik mag u niet meer
onder ogen komen, en als ik dan dolend en dwalend over de aarde
moet gaan, kan iedereen die mij tegenkomt mij doden.’ Maar de
Heer EN.LIL beloofde hem: ‘Als iemand jou doodt, zal dat
zevenmaal aan hem worden gewroken.’ En hij merkte Kaïn met een
teken, opdat niemand die hem tegenkwam hem zou doodslaan.”
Het teken op Kaïn zijn voorhoofd was de vorm van een rode slang.
Het symbool van Lucifer orde.
(ouroboros, symbool van Kaïn)
Heilige Boek der Gevallen Engelen
169
In zijn vrouwelijke vorm wordt het Kaïnsteken het vertrouwde
symbool van Venus met het kruis buiten de cirkel verschoven
zodat de vrouw (het kruis) wordt overstegen door de Ouroboros
van het drakenkoningschap, dat ook het latere tempelierskruis
werd. Venus is vooral gekend bij de gevallen engelen als tijdlijn of
tijdsaanduiding van hun bestaan. Het teken van Kaïn wordt ook
geassocieerd met het symbolische oog van de 'alziende' – dat van
EN.KI (Aartsengel Lucifer) die de Heer van het Heilige Oog werd
genoemd. We gaan vervolgens terug naar de scene waarin Kaïn
Abel zou hebben neergeslagen in het veld (Genesis 4:8-10), maar
het woord dat indirect vertaald werd als 'doden' was yaqam, en de
tekst zou moeten luiden dat Kaïn (Qayin) werd 'verheven'
(opgeheven, geadeld) boven Abel.
(Zoon van EN.KI, Kaïn dood Abel zoon van Adam)
De uitdrukking dat Kaïn 'opstond' tegen Abel wordt in de Engelse
vertaling gebruikt. Maar in een tamelijk verkeerde context. Abel
Heilige Boek der Gevallen Engelen
170
was een man die geconditioneerd was overeenkomstig zijn sociale
positie, tijd en plaats. Zijn bloed werd daarom figuurlijk opgeslokt
door de grond (Genesis 4:10) - wat wil zeggen dat 'hij zo laag-bijde-gronds werd dat hij niet meer te onderscheiden was van zijn
werk. Het historische gebrek aan betekenis van Abel (of beter,
Hevel) wordt aangegeven door de naam waarmee hij werd
aangeduid, want een hevel was een wolkje damp. Terwijl het korte
verhaal voortgaat (Genesis 4:11-16), wordt er verteld dat de Heer
Kaïn in ballingschap zond als een vluchteling.
KAÏN ZOON VAN EVA & EN.KI IN BALLINGSCHAP
Toen ging Kaïn bij de Heer (EN.LIL – Aartsengel Michaël)
vandaan en hij vestigde zich in Nod, Nod – Nod kan worden
vertaald als ‘dwaling’. een land ten oosten van Eden. Kaïn had
gemeenschap met zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht
Henoch ter wereld. Kaïn was toen een stad aan het bouwen en hij
noemde die Henoch, naar zijn zoon. Henoch kreeg een zoon, Irad.
Irad was de vader van Mechujaël, Mechujaël was de vader van
Metusaël en Metusaël was de vader van Lamech (vader van
Noach). Lamech nam twee vrouwen; de ene heette Ada, de andere
Silla. Ada bracht Jabal ter wereld; hij werd de stamvader van hen
die in tenten leven en vee houden. Zijn broer heette Jubal; hij werd
de stamvader van allen die op de lier of de fluit spelen.
Ook Silla bracht een zoon ter wereld, Tubal-Kaïn; hij was smid en
werd de stamvader van allen die brons en ijzer bewerken. TubalKaïn zal later één van de belangrijkste figuren worden in de
Vrijmetselarij. De zuster van Tubal-Kaïn heette Naäma. Lamech
zei tegen zijn vrouwen:
‘Ada en Silla, hoor wat ik zeg!
Vrouwen van Lamech, luister naar mij!
Wie mij verwondt, die sla ik dood,
zelfs wie mij maar een striem toebrengt.
Kaïn wordt zevenmaal gewroken,
Lamech zevenenzeventigmaal.’
Heilige Boek der Gevallen Engelen
171
SETH NIEUWE ZOON VOOR ADAM & EVA
Na een scheiding van 130 jaar keert Adam terug naar Eva, en de
liefde voor haar wordt nog sterker dan voorheen. Uit hun
hereniging werd Seth geboren, die voorbestemd is de voorvader'
van de Messias te worden. Opnieuw had Adam gemeenschap met
zijn vrouw Eva, en zij bracht een zoon ter wereld. Ze noemde hem
Set, ‘want,’ zei ze, ‘God (EN.LIL) heeft mij in de plaats van Abel,
die door Kaïn is gedood, een ander kind gegeven.’Ook Seth wordt
volgens de overlevering volmaakt geboren, het ritueel van de
besnijdenis is niet nodig. In tegenstelling tot Kaïn heeft hij de
gelijkenis en gelaatstrekken van Adam. Set kreeg een zoon, die hij
Enos noemde. In die tijd begon men de naam van de Heer EN.LIL
(Aartsengel Michaël) aan te roepen. Voor EN.LIL was de bloedlijn
belangrijk van Adam & Eva, want die zou een zuivere lijn geven
van de mens. De bloedlijn van KAÏN gaf andere mogelijkheden
voor EN.KI (Aartsengel Lucifer). De geboorte van de
NEPHILIMS. Zo werd Seth waarlijk de vader van de mensheid
(door dat hij de tweede menselijke broer van Abel), vooral van de
godvruchtige, terwijl de goddelozen en verdorvenen afstamden van
Kaïn (afstammeling van Lucifer, twee bloedlijnig van menselijk en
goddelijk). Waarom ze de stammen van Kain goddeloze noemden
is terug te vinden tijdens de schepping van Adam & Eva.
Uiteindelijk die wat half mens, half goddelijk (Lucifiriaans) waren
noemden ze juist de goddeloze. Een schepping van wezens die er
niet mochten zijn , de NEPHILIMS. Seth (menselijk wezen) krijgt
een zoon, Enos, waarmee volgens de joodse overlevering nieuwe
rampspoed over de mensheid wordt afgeroepen. Als Enos gevraagd
wordt hoe de mens is geschapen, pakt hij zes kluiten aarde, kneedt
het tot een vorm van stof en klei, en doet voor hoe' God het leven
in de neusvleugels van Adam heeft geblazen. Daarop vaart Satan
(de wijze slang) in het kleimengsel. Als Satan wegwandelt gaan de
mensen achter hem aan met de woorden:
'Wat is het verschil tussen buigen voor dit beeld en eer bewijzen
aan een mens?'
Heilige Boek der Gevallen Engelen
172
Zo wordt de generatie van Enos de eerste die een afgod aanbidt. De
mensen beginnen goud, zilver, juwelen en edelstenen uit alle delen
van de wereld te verzamelen voor hun afgoden. In sommige
overleveringen is niet Eva de eerste vrouw, maar Lilith. Haar
verhaal wordt onder meer beschreven in 'From Hebrew Myths: The
Book of Genesis', van Robert Graves en Raphale Patai.
AN.UNNA.KI’S – NEPHILIMS
EN DE DOCHTERS VAN DE AARDE
Nu moest nog EN.KI (Aartsengel Lucifer) het probleem oplossen
van de 200 hoofd AN.UNNA.KI’s en hun eigen incarnatieproces.
Uiteindelijk waren de AN.UNNA.KI’s (gevallen engelen)
opgesloten op aarde en hadden ze na hun dood geen lichamelijke
omhulsel om verder te reïncarneren. De hoeders van het
Nibiruaanse incarnatieproces op Aarde zijn Jeroboam en Jezreël,
de twee gevallen engelen die het voorbestaan van de gevallen
engelen wisten op te lossen.
(Jeroboam de gevallen engel , met de vrouw der aarde)
Heilige Boek der Gevallen Engelen
173
Zij ondernamen de eerste bevruchtingen van de aardse vrouwen.
Zij verschijnen in de gedaante van klassieke Soemerische
vogelgoden die op wacht staan bij de ingang van de Hebreeuwse
tempel van Salomo - een holografische insertie van een
Nibiruaanse tempel op Aarde.
De gevallen engelen: de ketterij van de 'wachteren der hemelen';
er is sprake van twee honderd mannen, die duizend kinderen
verwekten. Ieder van hen koos er zich één uit... en ze begonnen aan
hen te verontreinigen... Zij werden zwanger en baarden
driehonderd el lange reuzen. Ezechiël sprak ook over de wachters
der hemelen: God (EN.LIL – aartsengel Michaël) bracht de
zondvloed over de aarde en verdelgde alle vlees en ook 4.090.000
reuzen. Het water stond ongeveer vijftien el hoger dan de hoogste
bergen. In het verslag van Enoch kan niemand het sarcasme
ontgaan van de commandant, die zegt dat hij van zijn wachters
voorspraak voor de aardekinderen verwachtte, in plaats van
mensen die voor zijn ondergeschikten pleiten. Zeer verbolgen is de
hoge Heer over het copuleren van de manschappen met
mensendochters, die sterfelijk en vergankelijk zijn. Hij en zijn
legioenen zijn blijkbaar onsterfelijk. Dit aureool zou dus door de
schandelijke liefdesnachten en de gevolgen daarvan verdwenen
zijn. Als de bemanning op aarde kinderen gaat verwekken, zullen
de bewoners van deze armzalige planeet het bedrog doorzien en tot
de ontdekking komen dat de bezoekers die zij voor goden
aanzagen, helemaal niet onsterfelijk waren! Nu hadden vurige
lusten de kosmische plannenmaker een lelijke streep door de
rekening bezorgd; volgens de komendant een kwalijke zaak.
DE GEBOORTE VAN DE EERSTE NEPHILIMS - TITANEN
EN.KI en zijn gevallen engelen AN.UNNA.KI’s besloten dan maar
voor het risico te nemen en paarden met de aardse vrouwen de
eerste NEPHILIMS (REUZEN) werden geboren. De Nephilims
zijn de eerste nakomelingen van de gevallen engelen
(AN.UNNA.KI’s).
Heilige Boek der Gevallen Engelen
174
(AN.UNNA.KI’s en de vrouwen der Aarde)
Zij zijn de eerste reuzen op aarde. De eerste zoon van EN.KI
(Aartsengel Lucifer) met een aardse vrouw EVA , was KAÏN. De
andere AN.UNNA.KI’s (gevallen engelen) deden hetzelfde met de
dochters van de aarde. God' wier zonen (bij aardse vrouwen) daden
deden van fysieke kracht die herinnerden aan de Titanen: 'degenen
die de Grieken reuzen noemen'.
Deze eerste reuzen of NEPHILMS die werden geboren zijn de
twaalf gekende Titanen of NEPHILMS van de Griekse mythologie:
Heilige Boek der Gevallen Engelen
175
De eerste 6 mannelijke NEPHILMS
Oceanos
Crius
Coeus
Iapetus
Hyperion
Kronos
(De kinderen van de gevaellen engelen; Poseidon, Oceanos en Tethys)
De eerste 6 vrouwelijke NEPHILMS
Tethys
Mnemosyne
Rhea
Phoebe
Themis
Theia
Deze eerste 12 NEPHILIMS werden door Jeroboam en Jezreël
bedacht. Deze twaalf NEPHILMS zouden ervoor zorgen dat
weldra de 647.156 AN.UNNA.KI’s weldra een lichaam zullen
hebben om te reïncarneren, “zij zullen kinderen baren”. Men kan
zeggen dat vanaf die periode het Phaëton van EN.KI (Aartsengel
Lucifer) werd gevestigd op aarde.
Heilige Boek der Gevallen Engelen
176
(Gevallen engel Zeus, de belichaming van EN.KI- Lucifer)
De eerste Goden doen hun intreden. Het grote Phaëton van de
Goden wordt overal ter wereld opgericht, zoals we die kennen bij
het Griekse Phaëton. De tekst van Genesis vertelt dat deze
nakomelingen 'machtige mannen' waren en 'mannen van naam' maar zulke beschrijvingen (ongeacht welk fysiek postuur men voor
ogen had) verwezen naar een buitengewone vaardigheid, zoals
Nimrod zelf “een machthebber op aarde” werd genoemd (Genesis
10:8).'De kennelijke vertaling van nephilim in 'reuzen' is volstrekt
onnauwkeurig. Maar wat betekent het woord nephilim in
werkelijkheid? Eigenlijk betekent het 'zij die omlaag kwamen', 'zij
Heilige Boek der Gevallen Engelen
177
die afdaalden' of 'zij die omlaag werden geworpen' Het woord
'gevallen' zag men als passend bij het woord nephilim (zij die zijn
neergedaald) zoals de gevallen engelen. En aangezien de zonen van
God als engelen (aggelos) waren geïdentificeerd in de Septuagint,
verscheen er een volledig nieuw ras van wezens in de
schriftliteratuur. Zij waren de 'gevallen engelen'. De Asura’s of
Nephilims die incarneerden volgden hierin een wet die even
onverbiddelijk is als elke andere. Zij hadden zich voor de pitri’s
gemanifesteerd, en omdat de tijd (in de Ruimte) in cyclussen
verloopt, was hun beurt gekomen vandaar de talrijke allegorieën
De Hebreeuwse Elohim, die in de vertalingen ‘Goden’ worden
genoemd, die ‘licht’ scheppen, komen overeen met de Arische
Asura’s of gevallen engelen.
(Elochim of gevallen engelen, die over de wereld regeren)
Zij staan ook bekend als de ‘zonen van de duisternis’, als een
filosofische en logische tegenstelling tot het onveranderlijke en
eeuwige licht. De eerste Zoroastriërs geloofden niet dat het kwaad
of de duisternis eeuwig gelijktijdig bestond met het goede of het
licht, en zij geven dezelfde interpretatie. Ahriman is de
gemanifesteerde schaduw van ahura-mazda (Asura-mazda), die
zelf voortkwam uit Zeruana Akerne, ‘grenzeloze (cirkel van de)
tijd’ of de onbekende Oorzaak. De magiërs verklaarden de
oorsprong van het kwaad in hun exoterische leringen op de
Heilige Boek der Gevallen Engelen
178
volgende manier. ‘Licht kan niets anders dan licht voortbrengen,
en kan nooit de oorsprong van het kwade zijn’; hoe werd het
kwade dan voortgebracht, wanneer er bij zijn voortbrenging niets
was dat gelijk was aan het licht of ermee overeenkwam’? Het licht,
zeggen zij, bracht verschillende wezens voort, die alle geestelijk,
lichtgevend en machtig waren. Maar een groot wezen (de ‘grote
Asura’, Ahriman, Lucifer, enz.) had een kwade gedachte, die
tegengesteld was aan het licht. Hij twijfelde, en door die twijfel
werd hij verduisterd.
Waar is de mens goed voor?’, redeneerden zij. Toch schiepen de
Elohim de mens, en toen de mens zondigde, kwamen de menigten
van Uzza en Azaël en verweten God:
‘Hier is de zoon van de mens die gij hebt gemaakt’, zeiden ze. ‘Zie,
hij heeft gezondigd!’ Toen antwoordde de heilige: ‘Als u onder hen
(de mensen) was geweest, zou u slechter zijn geweest dan zij.’ En
hij wierp hen van hun verheven plaats in de hemel op aarde neer;
en ‘zij werden veranderd (in mensen) en zondigden met de
vrouwen van de aarde’ (Zohar, 9, b).
Dit is heel duidelijk. In Genesis vindt men niet dat deze ‘zonen van
God’ (hfst. vi) ervoor werden gestraft. De enige verwijzing ernaar
in de bijbel staat in Judas (6).
‘En de engelen die hun oorspronkelijke staat niet hebben bewaard,
maar hun woonplaats verlieten, heeft hij tot het oordeel van de
grote dag in eeuwige ketenen in duisternis bewaard.’
En dit betekent eenvoudig, dat de tot incarnatie gedoemde‘engelen’
in de ketenen van vlees en stof zijn, in de duisternis van de
onwetendheid, tot de ‘grote dag’, die zoals altijd zal komen na de
zevende ronde, na het verstrijken van de ‘week’, op de zevende
sabbat, of in het nirwana na het manvantara.
Enoch Hoofdstuk 6: 1 En het gebeurde dat toen de mens kinderen
talrijk geworden waren, dat er aan hen in die dagen mooie en
bevallige dochters geboren werden. En de engelen, de kinderen
Heilige Boek der Gevallen Engelen
179
van de hemel, zagen hen, verlangden naar hen, en zeiden tegen
elkaar: 'Kom, laat ons vrouwen kiezen vanuit de mensen hun
kinderen en nageslacht bij hen verwekken'. En Semjeza, die hun
leider was, zei tegen hen: 'Ik ben bang dat gij niet werkelijk met
deze daad zult instemmen, en ik alleen de straf voor een grote
zonde zal moeten dragen'. En zij allen antwoordden hem en zeiden:
'Laat ons allen met een eed zweren, en ons onder wederzijds
toezicht allen aan elkaar binden om dit plan niet te verlaten, maar
het uit te voeren'. Toen zwoeren zij gezamenlijk en verbonden zich
eraan door er wederzijds op toe te zien. En het waren er allen
tezamen een tweehonderd die in de dagen van Jered neerdaalden
op de top van de berg Hermon, en zij noemden het de berg Hermon
omdat zij gezworen hadden en zich eraan verbonden hadden door
er wederzijds op toe te zien. En dit zijn de namen van hun leiders:
Semjeza, hun leider, Areklba, Rameël, Kokablel, Tamlel, Ramlel,
Danel, Ezekweël, Barekwijal, Azazel, Armaros, Baterel, Ananel,
Zakwiël, Samzepeël, Saterel, Turel, Jomjael, Sariël. Dit zijn hun
oversten van tien. Uit dit kleine begin groeit een talrijke
gemeenschap, te talrijk voor Enlil (Aartsengel Michaël):
Zeshonderd jaar, minder dan zeshonderd, gingen voorbij, En het
land werd te groot, het volk te talrijk. De aarde maakte lawaai als
een brlillende stier. De God kon geen rust vinden in de drukte,
Enlil* moest hun kabaal wel horen. Hij sprak de grote goden
aan,'De herrie van de mensheid wordt me te veel, Ik kan van het
kabaal met slapen.'
Enoch Hoofdstuk 7: 1 En alle anderen met hen namen zichzelf
vrouwen, en ieder koos er een voor zich, en zij begonnen in hen te
gaan en zich met hen te verontreinigen, en zij leerden hen
tovernarij en banspreuken, en het insnijden van wortels, en
maakten hen vertrouwd met kruiden. En zij werden zwanger, en zij
baarden grote reuzen, wier grootte drieduizend(?) el was; Dezen
verorberden alles wat de mensen voortbrachten. En toen de
mensen ze niet langer konden onderhouden, keerden de reuzen zich
tegen hen en aten mensen op. En zij begonnen te zondigen tegen
vogels, en dieren, en reptielen, en vissen, en eenieder de ander zijn
vlees te eten, en het bloed te drinken. Daarna klaagde de aarde de
Heilige Boek der Gevallen Engelen
180
wetteloze aan... ENLIL stuurt de pest, hij stuurt een droogte, hij
probeert het met een hongersnood, na zes jaar zijn de mensen zo
vervallen dat ze hun eigen dochters opeten en zo verzwakt dat ze
het zware werk, waarvoor ze geschapen waren, met meer kunnen
doen.
EN.KI (Aartsengel Lucifer) en EN.LIL (Aartsengel Michaël)
maken ruzie over de te volgen koers van hun schepping. EN.LIL
besluit tot een 'slechte daad' (de Vloed), en EN.KI waarschuwt
Atrachasis (NOACH) (komen we later op terug). Dus kregen de
AN.UNNA.KI’s duizendejaren geleden het idee om te incarneren,
zodat ze konden leren de vrouwen op Aarde lief te hebben, om zo
Gaia-Teshub (innerlijke kracht van moder aarde) te leren voelen.
De tijd dat ze gaan voelen is gekomen en de huidige tijd is uniek
omdat de mannelijke trilling -waarop de AN.UNNA.KI’s een
stevig stempel hebben gedrukt - beseft dat disharmonieuze
penetratie van Gaia-Teshub altijd vernietiging tot gevolg heeft.
Aangezien dat God (EN.LIL) voorzien had als vloek dat Eva
andere kinderen zou baren , profiteerde EN.KI en de
AN.UNNA.KI’s van de situatie. De vrouwelijke verkrachting werd
toegepast die eeuwen zal naslepen. EN.KI (Aartsengel Lucifer) en
zijn gezellen AN.UNNA.KI’s zaten op aarde, aangezien dat ze
allemaal van het mannelijk geslacht waren en niet op hun thuis
planeet (Rahab) waren konden ze niet reïncarneren in andere
lichamen na hun dood. Ze waren opgesloten op aarde .
In de Stanza staat: EN ZIJ DIE GEEN VONK HADDEN (de
‘enghoofdigen’8) NAMEN REUSACHTIGE VROUWELIJKE DIEREN TOT ZICH
(a). ZIJ BRACHTEN DAARMEE STOMME RASSEN VOORT. STOM WAREN ZIJ
(de ‘eenhoofdige’) ZELF. MAAR HUN TONGEN MAAKTEN ZICH LOS. DE
TONGEN VAN HUN NAGESLACHT BLEVEN STIL. MONSTERS BRACHTEN
ZIJ VOORT. EEN RAS VAN KROMME ROODHARIGE MONSTERS, DIE
LIEPEN OP VIER VOETEN9. EEN STOM RAS OM DE SCHANDE
ONUITGESPROKEN TE LATEN.
Dit was de eerste ‘val in de stof’ van enkele van de toen bestaande
en lagere rassen. Men moet Stanza in gedachten houden. De ‘zonen
van wijsheid’ hadden het vroege, d.w.z. het niet-ontwikkelde derde
Ras versmaad, en er wordt gezegd dat zij incarneerden in het latere
derde Ras en dit daardoor verstand schonken. Zo viel de zonde van
Heilige Boek der Gevallen Engelen
181
de breinloze of ‘verstandeloze’ Rassen, die geen ‘vonk’ hadden en
niet verantwoordelijk waren, terug op degenen die hadden
verzuimd hun karmische plicht tegenover hen te vervullen.
reïncarneren in een lichaam van een LU.LU (aardse mens) ging
ook niet. Voor deze redden besloten ze te paren met de dochters
van de aarde, (vrouwelijke LU.LU of dochters van Eva ) die op
haar beurt de Nephilms voortbracht (terug een humanoide, tweede
geslacht) , de eerste menselijke reuzen. Zo kregen de
AN.UNNA.KI’s en EN.KI de mogelijkheid om te reïncarneren in
hun lichaam. Hun voorbestaan was gegarandeerd van de gevallen
engelen, AN.UNNA.KI’s werden vanaf toen de NEPHILMS
genoemd.
Ik zal uw ogen ontbloten ... zodat u niet aangetrokken wordt door
gedachten met een schuldige neiging en door wellustige ogen.
Want velen raakten hierdoor op het verkeerde pad ... De wachters
van de hemel kwamen ten val hierdoor ... En hun zonen, zo lang
als cederbomen, waarvan de lichamen waren als bergen. In die tijd
zagen de zonen van de goden de dochters van de mensen, dat ze
goed waren; en ze namen hen als echtgenotes, welke ze ook maar
kozen. De nephilim waren op de aarde in die dagen, en daarna
ook, toen de zonen van de goden samenwoonden met de dochters
van de mensen, en verwekten kinderen bij hen. Zij waren de
machtigen van de eeuwigheid het volk van de sjem.
(Genesis 6:1-4).
We ontdekken nu waarom er wordt gezegd dat de nephilim/
wachters in ongenade gevallen zijn na hun nakomelingen te hebben
verwekt bij de dochters van de mensen. Enoch vertelt dat een
aantal van hen die hoger in rang waren (de zeven aartsengelen, de
zeven zonen van ANU) zich ergerden dat de hoofden van de
tientallen (AN.UNNA.KI meesters) begonnen om hun nageslacht
(de mens) te snel te veel te leren door sommige van de KABBALA
geheimen van de tekens al eerder mee te delen. Er werd gemeld dat
ze hen onderricht hadden over de metalen van de aarde, en hoe ze
gebruikt moesten worden; ze leerden hun over de wortels van de
aarde en hun medicijnen; ze leerden hun over de zon, de maan, de
sterrenbeelden. Kabbala, een lichtcode transmissievorm uit de
Heilige Boek der Gevallen Engelen
182
vierde dimensie, in het leven geroepen door de goden om te
onderrichten over de wetten van het heelal. VANAF TOEN
NOEMEN WE ZE GODEN !
KENNIS VAN DE GEVALLEN ENGELEN VOOR DE MENS
Na de val van Adam met de gevallen engelen op aarde en na dat ze
zijn dochters als vrouwen gebruikten, gaven ze hun kennis door
aan de nakomelingen van Adam.
(Gevallen engel Azazel gaf de mens de kennis van wapens)
Enoch Hoofdstuk 8: 1 En Azazel (gevallen engel) leerde de
mensen zwaarden te maken, en messen, en schilden, en
borstplaten, en deed hen de metalen van de aarde kennen en de
kunst om hen te bewerken, en armbanden en ornamenten, en het
gebruik van antimoon, en het verdraaien van de oogleden, en
allerlei soorten kostbare gesteenten, en elke 2 kleurvloeistof. En er
Heilige Boek der Gevallen Engelen
183
kwam veel goddeloosheid op, en zij gaven zich over aan
verkrachtingen, en zij 3 werden tot dwaling geleid, en werden
verdorven in al hun wegen. Semjeza onderwees banspreuken en
wortelinsnijdingen, Armaros het opheffen van banspreuken,
Barakwijal (onderwees) astrologie, Kokabel de constellaties,
Ezekweël de kennis van de wolken, Arakwiël de tekenen van de
aarde, Samsiël de tekenen van de zon, en Sariël de baan van de
maan. En naarmate de mensen wegkwijnden, schreeuwden zij het
uit, en hun roep steeg op ten hemel...
Enoch Hoofdstuk 9: 1 En in die tijd keken Michaël, Uriël, Rafael,
en Gabriël vanuit de hemel neer en zagen het vele bloed dat 2 op
de aarde vergoten werd. En zij zeiden tegen elkaar: 'De aarde die
zonder bewoner gemaakt is schreeuwt het uit met de stem van hun
hulpgeroep tot aan de hemelpoorten. 3 En nu tot ulieden, gij
heiligen van de hemel, de zielen van de mens doen hun beklag,
zeggende: "Breng onze zaak 4 voor de Allerhoogste"'. En zij zeiden
tot de Heer der tijden: 'Heer der heren, God der goden, Koning der
koningen, en God der tijden, de troon van Uw Heerlijkheid (staat)
tot in alle generaties der 5 tijden, en Uw naam heilig en
verheerlijkt en gezegend tot in alle tijden! U heeft alle dingen
gemaakt, en macht over alle dingen heeft U; en alle dingen zijn
naakt en open voor uw aangezicht, en U ziet 6 alle dingen, en niets
kan zich voor U verbergen. U ziet wat Azazel gedaan heeft, die elke
onrechtvaardigheid op aarde onderwezen heeft en de eeuwige
geheimen die (bewaard) werden in de hemel, die 7 mensen
nastreefden om te leren, en Semjeza, die U autoriteit gegeven hebt
om het gezag te dragen over zijn metgezellen. 8 En zij zijn naar de
dochters van de mens op aarde gegaan, en hebben geslapen met 9
de vrouwen, en hebben zich verontreinigd, en hen allerlei soorten
zonden geopenbaard. En de vrouwen hebben 10 reuzen gebaard,
en de gehele aarde is daarop vervuld geraakt van bloed en
onrechtvaardigheid. En zie, de zielen van degenen die gestorven
zijn roepen en vragen om gehoor tot aan de hemelpoorten, en hun
weeklachten zijn opgestegen, en kunnen niet ophouden vanwege de
wetteloze daden die 11 op aarde gedaan worden. En U weet alle
dingen voordat ze gaan gebeuren, en U ziet deze dingen en U
Heilige Boek der Gevallen Engelen
184
ondergaat het, en U zegt ons niet wat wij ten aanzien ervan moeten
doen'.
De eerste gevallen engelen worden ervan beschuldigd dat zij
vrouwen van een lager ras tot zich (goddelijke incarnaties) namen,
namelijk van het ras van tot dan toe verstandeloze mensen. Alle
oude heilige geschriften bevatten dezelfde, min of meer verminkte
legende. Oorspronkelijk betekent de val van de engelen die de
‘eerstgeborenen’ van God veranderde in Asura’s of in de Ahriman
en Typhon van de ‘heidenen’ (d.i. indien de verhalen in het Boek
van Henoch en in Hermes, in de Purana’s en in de Bijbel letterlijk
worden genomen) esoterisch gelezen eenvoudig het volgende:
Zinnen zoals:
‘In zijn (EN.KI Aartsengel Lucifer) eerzucht heeft hij zijn hand op
tegen het heiligdom van de God van de hemel’, enz., zouden als
volgt moeten luiden: ‘Gedreven door de wet van eeuwige evolutie
en karma incarneerde de engel op aarde in de mens; en omdat zijn
wijsheid en kennis nog goddelijk zijn, hoewel zijn lichaam aards is,
wordt hij er (allegorisch) van beschuldigd de mysteriën van de
hemel te onthullen.’
Hij combineert en gebruikt beide voor doeleinden van menselijke,
in plaats van bovenmenselijke voortplanting. Voortaan ‘zal de
mens verwekken en niet scheppen’. Maar omdat hij door dat te
doen zijn zwakke lichaam moet gebruiken als middel tot
voortplanting, zal dat lichaam moeten boeten voor deze wijsheid,
die van de hemel naar de aarde werd gebracht; daarom zal het
misbruik van de lichamelijke reinheid een tijdelijke vloek worden.
De middeleeuwse kabbalisten wisten dit goed; een van hen vreesde
namelijk niet om te schrijven:
‘De Kabbala werd eerst door God zelf aan een selecte groep
engelen onderwezen, die een theosofische school in het paradijs
vormden. Na de VAL deelden de engelen deze hemelse leer
goedgunstig mee aan het ongehoorzame kind van de aarde, om de
eerste mensen het middel te verschaffen om tot hun voormalige
Heilige Boek der Gevallen Engelen
185
adel en gelukzaligheid terug te keren.’ (Aangehaald door Christian
Ginsburg uit de Kabbala.)
Dit toont aan hoe de gebeurtenis dat de zonen van God met de
dochters van de mensen huwden en hun de goddelijke geheimen
van de hemel meedeelden die allegorisch werd verteld door
Henoch en in het zesde hoofdstuk van Genesis, door de christelijke
kabbalisten werd geïnterpreteerd. Deze hele periode kan worden
opgevat als het voormenselijke tijdperk, dat van de goddelijke
mens of, zoals de plooibare protestantse theologie nu zegt de vóóradamitische periode. Maar zelfs Genesis begint zijn werkelijke
geschiedenis (hfst. vi) met de reuzen van ‘die dagen’ en de ‘zonen
van God’ die hun vrouwen de dochters van de mensen huwden en
onderwezen. Dit is de periode die in de Purana’s wordt
beschreven; en omdat deze betrekking heeft op tijden die zijn
verloren in de archaïsche eeuwen en dus voorhistorisch zijn, kan
geen antropoloog er zeker van zijn of de mensheid van die periode
wel of niet was zoals nu. Alle personen uit de Brahmana’s en
Purana’s de rishi’s, prajapati’s, manu’s, hun vrouwen en
nakomelingen behoren tot die voor menselijke periode. Zij vormen
allen om zo te zeggen het zaad van de mensheid. Rond deze ‘zonen
van god’, de ‘uit het verstand geboren’ astrale kinderen van
Brahma, zijn onze stoffelijke lichamen gegroeid en ontwikkeld tot
wat ze nu zijn. Want de puranische geschiedenissen van al deze
mensen zijn die van onze monaden in hun verschillende en talloze
incarnaties op deze en andere gebieden, gebeurtenissen
waargenomen door het ‘oog van Siva’ van de oude zieners (het
‘derde oog’ van onze stanza’s) en allegorisch beschreven. ‘Die
kinderen (van de gevallen engelen) van hemel en aarde ontvingen
van de soevereine machten, de veroorzakers van hun bestaan, bij
hun geboorte buitengewone morele en lichamelijke vermogens.
Zij Heersten over de elementen, kenden de geheimen van de hemel
en de aarde, van de zee en de hele wereld, en lazen de toekomst in
de sterren. . . .
Het schijnt inderdaad dat men, als men over hen leest, niet met
mensen zoals wij te maken heeft, maar met geesten van de
Heilige Boek der Gevallen Engelen
186
elementen, die zijn voortgekomen uit de schoot van de Natuur en
volledige macht over haar hebben . . . Al deze wezens dragen het
kenmerk van MAGIE en TOVENARIJ . . .’Toch droegen de
‘Lemuriërs’ en de Atlantiërs, ‘die kinderen van hemel en aarde’,
inderdaad het kenmerk van TOVENARIJ; want de esoterische leer
beschuldigt hen precies daarvan wat, als het werd geloofd, een
einde zou maken aan de moeilijkheden van de wetenschap met
betrekking tot de oorsprong van de mens, of eerder nog tot zijn
anatomische overeenkomsten met de mensaap. Zij beschuldigt hen
van de (voor ons) afschuwelijke misdaad van geslachtelijke
gemeenschap met zogenaamde ‘dieren’, waardoor ze een werkelijk
aapachtige soort, die nu is uitgestorven, hebben voortgebracht. Bij
het nauwkeurig bestuderen van de Toelichtingen kan de gedachte
opkomen dat het ‘wezen’ waar de pas ‘geïncarneerde’
gemeenschap mee had, een ‘dier’ werd genoemd, niet omdat het
geen mens was, maar eerder omdat het fysiek en mentaal zoveel
afweek van de meer volmaakte rassen, die zich in een vroegere
periode fysiologisch hadden ontwikkeld. Denk aan Stanza VII en
aan wat in het eerste vers ervan (vers 24) wordt gezegd: dat toen de
‘zonen van wijsheid’ de eerste keer verschenen om te incarneren,
enkelen van hen volledig incarneerden, anderen alleen een vonk in
de vormen projecteerden, terwijl het vullen en vervolmaken van
sommige schaduwen werd uitgesteld tot het vierde Ras. De rassen
die ‘van kennis bleven verstoken’ of die ‘verstandeloos’ waren
gelaten, bleven zoals zij waren, zelfs na de natuurlijke scheiding
van de geslachten. Zij bezondigden zich aan de eerste kruisingen,
om zo te zeggen, en brachten monsters voort; en uit hun
afstammelingen kozen de Atlantiërs hun vrouwen.
LIJST VAN ADAMS NAKOMELINGEN VIA SET
Toen Adam 130 jaar was, verwekte hij een zoon die op hem leek,
die zijn evenbeeld was. Hij noemde hem Set. Na de geboorte van
Set duurde Adams leven nog 800 jaar. Hij verwekte zonen en
dochters. In totaal leefde hij 930 jaar. Daarna stierf hij. Toen Set
105 jaar was, verwekte hij Enos. Na de geboorte van Enos leefde
Set nog 807 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde
hij 912 jaar. Daarna stierf hij. Toen Enos 90 jaar was, verwekte hij
Heilige Boek der Gevallen Engelen
187
Kenan. Na de geboorte van Kenan leefde Enos nog 815 jaar. Hij
verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 905 jaar. Daarna
stierf hij. Toen Kenan 70 jaar was, verwekte hij Mahalalel. Na de
geboorte van Mahalalel leefde Kenan nog 840 jaar. Hij verwekte
zonen en dochters. In totaal leefde hij 910 jaar. Daarna stierf hij.
Toen Mahalalel 65 jaar was, verwekte hij Jered. Na de geboorte
van Jered leefde Mahalalel nog 830 jaar. Hij verwekte zonen en
dochters. In totaal leefde hij 895 jaar. Daarna stierf hij. Toen Jered
162 jaar was, verwekte hij Henoch. Na de geboorte van Henoch
leefde Jered nog 800 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal
leefde hij 962 jaar. Daarna stierf hij. Toen Henoch 65 jaar was,
verwekte hij Metuselach. Na de geboorte van Metuselach leefde
Henoch nog 300 jaar, in nauwe verbondenheid met God. Hij
verwekte zonen en dochters.In totaal leefde hij 365 jaar. Henoch
leefde in nauwe verbondenheid met God; aan zijn leven kwam een
einde doordat God hem wegnam. Toen Metuselach 187 jaar was,
verwekte hij Lamech. Na de geboorte van Lamech leefde
Metuselach nog 782 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal
leefde hij 969 jaar. Daarna stierf hij. Toen Lamech 182 jaar was,
verwekte hij een zoon die hij Noach noemde. ‘Deze zoon,’ zei hij,
‘zal ons troost geven (5:29) Noach [...] troost geven – In het
Hebreeuws is er een woordspel tussen de naam Noach en het
werkwoord nicham, ‘troost geven’.voor het werken en zwoegen dat
ons deel is omdat de Heer het akkerland heeft vervloekt.’ Na de
geboorte van Noach leefde Lamech nog 595 jaar. Hij verwekte
zonen en dochters. In totaal leefde hij 777 jaar. Daarna stierf hij.
Toen Noach 500 jaar oud was, verwekte hij Sem, Cham en Jafet.
DE BLOEDLIJNEN UIT KAÏN & SETH
Sommige Kaïnieten zijn reuzen (NEPHILIMS afstammelingen
van de AN.NU.NA.KI – gevallen engelen), anderen dwergen. Zo
hebben sommigen twee hoofden, zodat ze nooit een gezamenlijke
beslissing kunnen nemen en het nooit eens zijn met zichzelf. Het
ene moment zijn ze eerbiedig, even later boosaardig. Kaïn weet dat
hij voor de moord op zijn broer tot in de zevende generatie moet
boeten. Pas na de geboorte van zijn zoon Henoch krijgt hij weer
enigszins vrede met zichzelf. Hij bouwt verschillende steden, die
Heilige Boek der Gevallen Engelen
188
met muren zijn omheind, zodat al zijn nazaten gedwongen worden
bij hem te blijven. Toch blijft Kaïn zondigen, net als zijn
afstammelingen. Daarom besluit God hen te vernietigen. Wanneer
hij de afstammingsreeks van Eva's zoon Kaïn weergeeft, is de bijbel zeer karig (Genesis4:17-18) en noemt slechts één van zijn
zonen, Enoch, gevolgd door de opvolgers van Enoch, Irad,
Mehujael, Methusael en Lamech. Parallel met deze reeks wordt de
afstamming uit Eva's zoon Seth (Genesis 4:26, 5:1-25) gegeven, en
met toevoeging van twee extra generaties, bereikt deze reeks
eveneens een Lamech:
Bloedlijn via
Kaïn
Enoch
Kaïnan
Irad
Mehujahel
Methusael
Lamech
Seth
Enos
Mahalaleël
Jared
Enoch
Methuselah .
Lamech
Vanaf het begin der tijden is er een twist tussen de twee
bloedlijnen. De reeks van Seth bevat een zekere Kaïnan (wiens
naam een variant op Kaïn is), die samen met Enos, geen directe
tegenhanger lijkt te hebben, maar afgezien van deze afwijkingen,
omvatten de lijsten haast een herhaling van namen (zie boven
tabel). Dit heeft geleid tot suggesties dat misschien een van de
reeksen verzonnen was door de samenstellers van het Oude
Testament, en aangezien de Kaïnitische erfopvolging historisch
belangrijker was (afstammelingen van LUCIFER) naar Koninklijke
maatstaven, zou de reeks waarvan het voor de hand lag dat hij
verzonnen was, de reeks van Seth zijn. Het feit blijft echter bestaan
dat, hoewel de reeks van Kaïn die van het koningschap was, de
reeks van Seth een dynastie van het priesterschap was, waarbij de
zoon van Lamech in die reeks Noach was, de 'Rechtvaardige' (de
Tzaddik), zoals hij wordt genoemd in de Zohar. Een tzaddik was in
essentie het joodse equivalent van een heilige. Er lijkt weinig
twijfel over te bestaan dat de reeks naar Noach, en van hem naar
Heilige Boek der Gevallen Engelen
189
Abraham, afstamde van Seth, zoals uitgelegd in Genesis, maar het
is volledig mogelijk dat de namen die gegeven zijn van Seth tot
Lamech, in een of andere mate ontstonden waren aan de
Kaïnitische lijst, teneinde de vroege aartsvaderlijke erfopvolging
wat meer gewicht te verlenen. Uit het woord tzaddik is de
dynastieke priestertitel 'Zadok' voortgekomen, schijnbaar vanaf de
tijd van koning David (2 Samuel 8:17); in bestaande manu
schriften van het vroege Nieuwe Testament wordt zowel Jezus als
zijn broer jakobus aangeduid als tzaddik. De leerstellingen van de
oeroude overlevering van de Draak bevestigen dat de erfopvolging
van Kaïn werd voortgezet zonder enige huwelijksband met de
reeks van Seth . Op deze manier werd het 'Anoennaki-bloed’
(Lucifer of Nephilim bloed) ervan zo zuiver mogelijk gehouden, en
het was deze Kaïnitische Koninklijke reeks, de reeks van het
Rosicrucis (teken van Kaïn) die werd gevoed met het Sterrenvuuraftreksel van de godin. De reeks van Seth had daarentegen
een aards erfgoed, en daarom probeerden de schrijvers na Genesis
het beeld van deze reeks na de tijd van Noach te verfraaien door
een verhaal te bedenken dat suggereerde dat Noach niet de
natuurlijke zoon van Lamech was.
Het verhaal vertelt dat Noach zo plank en mooi was toen hij
geboren was, dat Lamech twijfelde of hij de echte vader was, en
verklaarde:
Zie, ik dacht in mijn hart dat de bevruchting van de wachters (één
van de gevallen engelen) afkomstig was, en dat de […] afkomstig
was van de heiligen. En mijn hart werd in me veranderd vanwege
dit kind. Toen/haastte ik, Lamech, me en ging naar Bath-Enosj
[mijn] vrouw, en ik zei tot haar, Bij de Hoogste, bij de Heer der
grootheid; bij de Koning [...], vertel me in waarheid zonder
leugens [...]
Speciaal in deze tekst reageert de vrouw van Lamech ontkennend
op de beschuldiging, hoewel de engelachtige status van Noach
wordt gesuggereerd:
Heilige Boek der Gevallen Engelen
190
Toen Bath-Enosj mijn vrouw zag dat mijn gezicht op mij veranderd
was [...], bedwong ze haar emotie en sprak tegen mij, en zei [...]
'Ik zweer u bij de grote Heilige, bij de Koning van de Hemel, dat
dit zaad werkelijk van u is, en dat deze bevruchting werkelijk van u
is [...], en van geen ander; noch van een van de wachters, noch van
enige van de zonen van de hemel'.
In de praktijk lijkt het dat de handeling haar doel voorbij schiet
doordat dit verteld wordt, maar de suggestie van de nephilimafkomst (gevallen engel) van Noach was een tactische zet en de
waarheid van de zaak stond of viel al naargelang het antwoord van
Lamechs vrouw te vertrouwen was. De twijfel was afdoende
gezaaid om een ander boek over de zaak uit te lokken, het Boek
van Noach. Dit boek, waarvan fragmenten in het Latijn en
Ethiopische bewaard gebleven zijn, maakt meer werk van het
dilemma van Lamech door uit te leggen dat de baby 'blanker' was
'dan sneeuw, en roder dan de bloem van de roos: het haar op zijn
hoofd was witter dan wol, en zijn ogen waren als de stralen van de
zon'. Toch, ondanks dit alles, wordt er uiteindelijk gezegd dat
Noach 'waarlijk de zoon van Lamech' was en eerste meer laat men
Noach stevig in de stamreeks van Seth (de zoon van Adam en Eva)
vastzitten. Dat deze reeks werelds ras, wordt aangeduid van het
allereerste begin, wanneer wordt gezegd dat Seth Enos verwekte
(Genesis 4:26), want enos was het gewone Hebreeuwse zelfstandig
naamwoord voor 'man'.Wat de andere Lamech aangaat (de
afstammeling van Eva en EN.KI-Samael) legt Genesis uit dat hij
twee vrouwen had, van wie er een (Adäh) hem twee zoons baarde,
en"de andere (Zilläh) hem een zoon en een dochter baarde
(Genesis 4:20-22). De eerste zoon van Adäh was jabal, van wie
gezegd werd dat hij de 'vader was van degenen die in tenten
wonen'; De broer van jabal was jubal, naar verluidt 'de voorouder
van allen die de lier of de fluit hanteren', terwijl zijn halfbroer
Tubal-Kaïn (zoon van Zilläh) wordt beschreven als 'een leraar van
iedere bewerker van koper en ijzer'. Zoals de Hebreeuwse Anchor
Bible aangeeft, is het gebruik van het woord 'ijzer' natuurlijk een
anachronisme (aangezien dit zich enige tijd voor de ijzertijd
afspeelde) en moet het, correcter, 'metaal' luiden. Inderdaad was
Tubal Kaïn de grootste metaalbewerker van zijn tijd en is hij lang
Heilige Boek der Gevallen Engelen
191
vereerd,als de grote aartsvader van de Meester-Ambachtslieden.
De Hebreeuwse naam Methusael (vader van Lamech) heeft een
Alkadische wortel in Mûtoe-sä-îli (Man van de God), en Lamech is
een variant (bijna een anagram) van de Soemerische naam Akalem,
die als echt anagram Amalek heeft, een latere zoon van Esau
(Genesis 36:12). Dus was er een prominente Soemerische koning
van de Kaïnitische erfopvolging, met de naam Akalem, die enige
tijd na 3500 v.Chr. regeerde? Die was er zeker: zijn graf werd
ontdekt door Sir Leonard Woolley tussen de zestien Koninklijke
graven van de predynastieke koningen (loegals) van Ur. Deze
opmerkelijke koning was Akalam-doeg, en de prachtige helm van
zijn zoon Mes-kalam-doeg is een voortreffelijk voorbeeld van de
goudsmeedkunst. De grote Vulcanus en Meester-Ambachtsman
van die tijd was Tubal Kaïn, de zoon van Lamech (Akalam-doeg),
en Tubal Kaïn kan worden gelijkgesteld met koning Mes-kalamdoeg, aangeduid als de 'Held van het Goede Land'. Zijn vrouw,
Nin-banda, was de dochter van A-bar-gi (Abaraz), heer van Ur,
wiens graf ook door .Sir Leonard Woolleywerd gevonden, en de
vrouw van heer A-bar-gi was koningin Sjoebad van Ur, een
matriarchale vorstin, met een Drakenafstamming van Lilitho
Sjoeb-ad (ook bekend als Nin Poe-abi) is ons beter bekend uit.
Genesis als Naämäh de Tovenares, de dochter van Lamech en
Zilläh. Men kan daarom zien dat de takken van de erfopvolging
van Kaïn hun verschillende koninkrijken in Ur regeerden, van Ur
in zuidelijk Mesopotamië tot Assoer in het noorden; ze waren de
aanzienlijkste soevereine dynastie van die periode, en bezaten het
oorspronkelijke erfgoed van het Malchoet. Toch, ondanks al hun
aanzienlijkheid, of juist daardoor, kozen de schrijvers van de bijbel
ervoor om deze machtige vorsten te negeren, om een parallelle
afstammingsreeks uit Adams zoon Seth. Er waren hiervoor een
aantal redenen, maar het hoofddoel was het ware erfgoed van een
hierna volgend lid van de Kaïnitische familie te verhullen - een
zoon van Tubal Kaïn die de essentiële Soemerische schakel naar de
vroege farao's van Egypte was. Deze Egyptische connectie was
niet welkom bij de Hebreeuwse schrijvers, omdat ze ernaar
streefden een pure, Adamitische erfopvolging, naar David en de
uiteindelijke koningen van Juda te schilderen - een
aartsvaderlijkelijn die niet de matriarchale erfenis van de
Heilige Boek der Gevallen Engelen
192
Drakenkoninginnen belichaamde. Als resultaat werd er gezegd dat
de desbetreffende zoon van Tubal-Kaïn (Mes-kalam-doeg) een
zoon van Noach was geweest, en hij werd voor het gemak in
diskrediet gebracht, zoals was gebeurd bij zijn voorouder Kaïn.
Deze zoon was de Bijbelse Cham. In het boek “Heilige boek der
Gevallen Engelen” wordt erin geschreven dat Noach werd
benaderd door EN.KI (aartsengel Lucifer) om de nazaten van zijn
schepping te redden met de bouw van een Ark. De zonvloed zou
worden bewerkstelligd door zijn broer EN.LIL (aartsengel
Michaël). Zou dan Noach toch afstammeling zijn van EN.KI
(Aartsengel Lucifer). Blijkbaar wel want het is hij (EN.KI) dat de
opdracht geeft voor de bouw van de Ark.
KAÏN HEERSERS VAN EN.KI BLOEDLIJN
Qayin (of Kaïn) is vaak de eerste 'mr. Smith genoemd' omdat de
term qayiri ook 'smid' betekent, zoals bij 'een smid van metalen', of
beter een smid van zwaarden, een vereiste vaardigheid (of
kenning'= kennis) van de vroege koningen. In dit opzicht is de
naam die hij kreeg in Genesis - zoals die van Hevel (Abel) en veel
andere in de bijbel- meer een beschrijvende aanduiding dan een
werkelijke persoonsnaam. In de alchemistische traditie was hij
werkelijk een qayin - een metaalbewerker van de hoogste orde,
zoals zijn nakomelingen, in het bijzonder Tubal-Kaïn (Genesis
4:22), die vereerd wordt in de wetenschappelijke vrijmetselarij.
Tubal-Kaïn was de grote Vulcanus van die periode, de bezitter van
de plutonische theorie (de kennis van de werkzaamheid van interne
hitte), en daardoor een prominente alchemist. Het erfgoed van
Qayin was dat van de Soemerische metaalbewerkers de
meesterambachtslieden die we tegenkwamen aan het hof van El
Elyon en de hoogste meester in de Kunst was Qayins vader EN.KI
(Aartsengel Lucifer), beschreven als 'de manifestatie van kennis,
en de ambachtsman bij uitstek, die de kwade demonen uitdrijft die
de mensheid aanvallen'. De alchemistische bezigheden van deze
familie waren van het hoogste belang voor hun geschiedenis, en de
deskundigheid van hun vakmanschap vormde de sleutel voor het
mysterieuze 'brood des levens' en het 'verborgen manna' van de
bijbel. Als Qayin dus niet de werkelijke naam van de man was, wie
Heilige Boek der Gevallen Engelen
193
was hij dan wel? In de Soemerische historie wordt naar hem
verwezen als Arwioem, koning van Kisj, de zoon van Mazda en de
opvolger van koning Atabba (de Addma). Onder zijn andere namen
Mazda en 'Mazdao was Enki (via zijn zoon Arwioem de Qayin) de
voorouder van de magische spirituele meester Zarathoestra
(Zoroaster). De naam Mazda (van Masenda) betekent 'iemand die
voorover gaat liggen (als een slang)', en de Soemerische naam
Arwioem is verbonden met het Hebreeuwse woord awwim; wat
'slangen' aanduidt. In de Perzische overlevering was Enki
(Aartsengel Lucifer) Ahoera Mazda, de god van leven en licht
(zoals de illuminati , de lichtmeesters), die ook Ohrmazd (of
Ormoezd) werd genoemd, wat 'Slang van de nacht' betekent,
terwijl in deze context Mazda ook equivalent is met 'Heer' (waarbij
Ahoera Mazda 'wijze heer' betekent). In de Arische overlevering
van Perzië was het Ohrmazd die het eerste de Rechtvaardige Mens
geschapen had, net zoals er van EN.KI in Soemerië wordt gezegd
dat hij die taak verricht had: Wat de identiteit van de vrouw van
Qayin aangaat (Genesis 4:17-24), zij werd Loeloewa genoemd
(parel, een met de maan verbonden sieraad).In sommige
christelijke werken wordt Loeloewa genoemd als de dochter van
Eva, hoewel ze niet bij name wordt genoemd in de bijbel, Loeloewa (beter: Loeloewa-Lilith) was de dochter van Lilith, en in de
talmoedische traditie was Lilith de eerste echtgenote van Adam
voor Eva. Zoals aangeduid in de Soemerische annalen was Lilith
de kleindochter van Enlil-El Elyon (Aartsengel Michaël), omdat ze
de dochter van zijn zoon Nergal (Meslamtaea) was, de koning van
de Onderwereld. Haar moeder was de nicht van Nergal, NinEresjkigal, en Lilith was dienares van haar tante van moederskant,
koningin Inanna (Isjtar). Lilith was van afkomst volbloed
AN.UNNA.KI (gevallen engelen), en hoewel ze was aangewezen
als partner voor Adam op de korte termijn, legde de joodse
Talmoed uit dat ze weigerde om zijn seksuele partner te zijn. Haar
fysieke partner in dit opzicht was niemand anders dan EN.KI
(Aartsengel Lucifer), de vader van Kaïns echtgenote Loeloewa.
Zoals vermeld werd Enlils (Michaël) broer Enki (Lucifer, in zijn
rol als de slang) Samael genoemd -' en in dit opzicht brengt de
literatuur van Ha Qabalah ons terug naar het uitgangspunt van deze
passage over 'Eden', want deze stelt onomwonden dat 'naar Samael
Heilige Boek der Gevallen Engelen
194
en Lilith als personen verwezen wordt als de boom der kennis van
goed en kwaad'. Zohar de Sjechina-Matronitwas die de engel
Metatron droeg, samen met zijn zuster Lilith. Maar in de
oorspronkelijke Soemerische traditie was Lilith de dochter van
Eresj-Kigal, Koningin van de Onderwereld, terwijl haar jongere
zuster Anath geen nageslacht had. De Metatron (van meta-tonthronon, wat 'het dichtst bij de goddelijke troon' betekent') was de
vader van Lilith, koning Nergal(Meslamtáea), die (als zoon van
Enlil-Eloh YHWH) de tegenhanger van de HebreeuwsKanaänitische Baäl was. Strikt genomen was Anath niet de traditionele geest van de Wijsheid (de Sophia), want deze status was het
prehebreeuwse voorrecht van Eresj-kigal, en het was de erfenis van
haar dochter Lilith, wier naam afkomstig was van lilitoe
(Akkadisch-Assyrisch: 'wind geest'). Niet alleen hadden de Zoharjoden bepaalde strategische wijzigingen aangebracht in de
familiestructuur van de Mesopotamische godenwereld (bijv. door
te stellen dat Anathjlnanna een dochter was van EnliljEloh YHWH
in plaats van haar correct te beschrijven als een kleindochter), maar
de joden in het algemeen hadden ook het Mesopotamische festival
Sjabattoe gewijzigd. Dit was het maandelijkse feest van de volle
maan geweest, maar ze hadden het veranderd in een wekelijkse
gebeurtenis, en het herdoopt in sabbat. De volledige Joodse geloof
is gebaseerd op de oude tradities van de AN.UNNA.KI & EN.KI.
Te midden van al deze structuurwijzigingen vormde Lilith een
belangrijk probleem voor de Schriftelijke Hebreeën. Ze kon in de
bijbel niet met Jehova of Adam geïdentificeerd worden, omdat haar
Anoennaki-echtgenoot bekendstond als Enki-Sainael, en hij was de
broer van Enlil-El Elyon die jehova geworden was. In de nieuwe
opzet van alles kon het duidelijk niet zo zijn dat men ging denken
dat jehova een broer had - zeker niet een broer, die zich zo krachtig
tegen hem verzette in sociale aangelegenheden. Maar historisch
was het Enld (niet Enlil) die Adam (Atabba) en Eva (Nin-chawa)
had geschapen het was Enki die hem de rechten op Kabbalistische
wijsheid had geschonken, en het was Enki die Atabba had
benoemd op zijn priester-Koninklijke positie. Deze dingen waren
bekend in Mesopotamië en Kanaän; ze werden opgeschreven en
waren gemakkelijk toegankelijk in tempelbibliotheken van
Babylon, en dus konden ze niet worden genegeerd maar ze konden
Heilige Boek der Gevallen Engelen
195
opnieuw worden geïnterpreteerd. Enki, de wijze held van Soemer,
kon (in overeenstemming met zijn embleem) worden afgeschilderd
als een voor problemen zorgende slang een beeld dat ook Lilith
kon omvatten, want zij was de houdster van de matrilineaire
erfenis van het koninkrijk: de Malchoet, de soevereiniteit van de
Draak.
HET STERREVUUR VAN EN.KI & EN.LIL
We zullen nu snel gaan kijken naar de stamboom van het
Koninklijke bloed, dat werd, doorgegeven vanaf Kaïn en zijn
zonen de erfopvolging die tactisch genegeerd werd door de
Hebreeën en de christelijke Kerk ten faveure van de parallelle,
jongere lijn vanaf Seth; de zoon van Adam. Voorafgaand moeten
we echter het speciale belang van de Kaïnitische dynastie gaan
begrijpen en vaststellen waarom zij werd gemeden door de
angstige 'discipelen van Enlil-jehovah. In Genesis (4:17-18,5:6-26)
worden de afstammingsreeksen vanuit Kaïn en zijn halfbroer Seth
gegeven maar het is interessant dat in de eerste generaties de
namen die in elke lijst genoemd zijn, vrijwel overeenstemmen,
hoewel ze in een verschillende volgorde gegeven worden. Met het
oog hierop heeft men vaak geopperd dat de stamreeks vanuit Seth
naar Noach door de schrijvers van de bijbel gefabriceerd werd om
zijn ware afstamming te verbergen.
(symbool van de nakomelingen van Adam & Eva tot Salomon)
Heilige Boek der Gevallen Engelen
196
Maar als dat het geval zou zijn, dan moet er iets tijdens het leven
van Noach aan het licht gekomen zijn dat er de oorzaak van was
dat het erfgoed van zijn zoon Sjem versluierd werd en het
antwoord wordt gevonden in Genesis (9:4). In dat stadium van de
familiegeschiedenis zou jehova naar verluidt tegen Noach gezegd
hebben: 'Vlees zult ge niet eten samen met liet leven daarvan, wat
het bloed daarvan is' een gebod dat apert belangrijk werd voor de
latere joodse levenswijze. Maar waarom zou jehova plotseling zo
geobsedeerd raken over de consumptie van bloed, terwijl Hij zijn
onderdanen toestond om vlees te eten? Onderzoekers en schrijvers,
zoals de moderne filosoof Neil Freer, hebben opgemerkt dat de
kennelijk lange levensduur van het nephilim-ras 'consistent en
expliciet verbonden was met een substantie die ze tot zich namen'.
Het is lang een gebruikelijke joodse praktijk geweest om vlees op
te hangen om het bloed eruit te laten lopen voorafgaand aan het
koken en de consumptie, maar in contrast daarmee heeft het
christelijke geloof speciaal betrekking op het figuurlijk
consumeren van bloed. In de christelijke traditie is het een gebruik
om het sacrament van decommunie (de eucharistie) te nemen,
waarbij wijn wordt gedronken uit de heilige kelk, wat symbolisch
het bloed van Christus representeert, het levensbloed van de
Messiaanse afstamming. Zou het daarom kunnen zijn dat het
moderne christelijke gebruik een on bewust teruggrijpen is naar
een oeroude ritus uit de tijd van vóór Noach, waarbij men
werkelijk bloed tot zich nam? Zo ja, aangezien we ook weten dat
de kelk een volledig vrouwelijk symbool is dat altijd het embleem
is geweest voor de “baarmoeder”, zou dit dan zelfs een extract
kunnen zijn van goddelijk menstrueel bloed dat werd vereerd als
het levenbrengende 'Sterrenvuur'. Het menstruele Sterrenvuur
(Elixir rubeus) van de godin, dat in wezen beschouwd werd als
vloeibare intelligentie, werd symbolisch aangeduid als het alziende
oog of als het vurige kruis (het rosi-crucis) , precies zoals dat
wordt afgebeeld bij het Teken van Kaïn. Deze symbolen werden
later gebruikt bij de mysteriescholen van het oude Egypte, vooral
die van de priesterprins Anchfn-chonsoe (circa 2170 v.Chr.), die
formeel werd gevestigd als het Drakenhof door koningin:
Sobeknefroe van de twaalfde dynastie.
Heilige Boek der Gevallen Engelen
197
Om predes te zijn was het oorspronkelijke Sterrenvuur de met de
maan verbonden essentie van de godin, maar zelfs in een wereldse
omgeving bevat menstruüm de meest waardevolle endocriene
afscheidingen, vooral die van de epifyse en de hypofyse.
Interessant genoeg (hetzij feitelijk, hetzij in fictie) wordt ervan
gestold menstrueel bloed letterlijk beschreven dat het verzameld
wordt door sommige medicijnvrouwen in de wildernis van
Australië, want men denkt dat het voortreffelijke genezende
eigenschappen heeft bij open wonden. In mystieke kringen is de
menstruele bloei ('dat wat bloeit of bloedt') lang aangeduid als de
'bloem', weergegeven door een lelie of lotus. De epifyse in de
hersenen werd in het bijzonder direct geassocieerd met de boom
des levens, want van deze kleine dier werd gezegd dat hij 'het
nectar van de hoogste uitmuntendheid' afscheidde het wezen van
het vermogen om lang te leven zelf, wat soma,12 of ambrosia
wordt genoemd door de oude Grieken. Het menstruüm het
'Voertuig van het Licht' genoemd, omdat het de belangrijkste bron
van verschijningen was,en in dit opzicht werd het regelrecht
gelijkgesteld met de mystieke wateren van de schepping de stroom
van eeuwige wijsheid. Het licht werd ook metaforisch aangeduid
door een slang die Koendalini heette. De Indiase mystici zeiden
ervan dat ze opgerold zat onder in de ruggengraat, om diep in slaap
te blijven in een persoon die spiritueel nog niet ontwaakt was.
Koendalini (de magische kracht van het menselijke organisme)
wordt slechts wakker gemaakt door de wil, en bloed is het voertuig
van de geest. De pijnappelklier is het kanaal van directe spirituele
energie en wordt gemotiveerd door voortdurend zelfondervraging.
Dit is een niet voor de hand liggend mentaal proces maar een waar
gedachteloos bewustzijn - een vormeloos vlak van puur zijn.
Heilige Boek der Gevallen Engelen
198
DE DOOD VAN KAIN DOOR GILAMESJ & ENKI.DOE
(de dood van Kaïn)
Kaïn komt aan zijn einde door toedoen van Lamech (Gilamesj, zie
Gilgamesj epos), zijn achterkleinzoon. Lamech (Gilamesj), is
blind en gaat vaak uit jagen met zijn zoon (ENKI.DOE), die hem
dan waarschuwt als er wild in de buurt komt. Een keer meent de
jongen een gedaante met horens in de verte te zien. Lamech schiet
zoals gebruikelijk op zijn aanwijzingen zijn pijl af. Maar als ze in
de buurt van de neergeschoten prooi komen, roept de jongen uit:
'Vader, U hebt iets gedood dat in alle opzichten op een mens lijkt,
behalve dat het horens op zijn hoofd draagt." Lamech weet meteen
dat hij zijn voorouder Kaïn heeft vermoord, die door God van
horens is voorzien. In zijn wanhoop klampt hij zijn handen samen,
waardoor hij per ongeluk zijn zoon wurgt.'De aarde opende haar
mond en verzwolg de vier generaties die uit Kaïn waren
voortgekomen Henoch, Irad, Mehujael en Methusael,' vervolgt het
verhaal: 'Lamech, blind als hij was, kon niet naar huis gaan. Hij
bleef achter bij de lichamen van Kaïn en zijn zoon, waar zijn
echtgenotes, die hem in de avond gingen zoeken, hem aantroffen.
Toen ze hoorden wat hij had gedaan, wilden ze hem verlaten,
Heilige Boek der Gevallen Engelen
199
omdat ze wisten dat alle nazaten van Kaïn ten dode waren
opgeschreven. Maar Lamech wilde daar niets van weten: 'Als
Kaïn,' die moordde met voorbedachte rade, werd gestraft tot in de
zevende generatie, misschien dan dat ik, die niet de bedoeling had
iemand te doden, voor 77 generaties gevrijwaard blijf van
vergelding.' Met zijn vrouwen wendt Lamech zich vervolgens tot
Adam. Die beslist, nadat hij beide partijen heeft aangehoord, in het
voordeel van Lamech.
HET GRAF VAN EVA
Niet ver buiten Jeddah, de tweede stad van Saoedi-Arabië, ligt het
graf van Eva.
(Jeddah, Saoedi-Arabië)
De Britse ontdekkingsreiziger Richard Burton beschrijft in zijn
memoires hoe hij in 1853, vermomd als Mghaanse pelgrim, een
bezoek brengt aan het heiligdom, dat op ongeveer een half uur
rijden per ezel van de Mekkaanse Poort in de havenstad ligt. De
Moeder van de Mensheid ligt volgens Burton, 'zoals het een
moslima betaamt' met het gezicht naar Mekka, de voeten
noordwaarts en haar hoofd naar het zuiden terwijl haar
rechterwang omhooggehouden wordt door haar rechterhand.
Heilige Boek der Gevallen Engelen
200
Bezoekers die later de exacte afmetingen opnemen, komen uit op
een lengte van 146 meter, een gemiddelde breedte van 4,50 meter
en een hoogte van een meter. In het midden van het graf, ter hoogte
van de navel, moet zich een soort koepel hebben bevonden, met
daaronder een bewerkte steen. Burton kan het niet laten een kus op
de navel te geven. Uit welke tijd het graf van Eva stamt, is
onduidelijk. Arabische geschriften maken er in de twaalfde eeuw
voor het eerst melding van, maar er zijn ook aanwijzingen dat de
verering al terug te voeren is tot ver voor het ontstaan van de islam.
Van het graf is niets meer over. Nadat koning Abd al-Aziz al
Saoed, de grondlegger van het huidige Saoedi-Arabië het land in
1925 veroverde, zijn alle praalgraven verwoest. Eeuwenlang zijn
vrouwen van ver naar het grafmonument gekomen om de navel van
Eva aan te raken, in de hoop dat zo hun vruchtbaarheid zal
toenemen. Maar het wahhabisme, de uiterst strenge
staatsgodsdienst die Al-Saoed invoerde, is wars van elke vorm van
bijgeloof. Volgens de islamitische overlevering draagt Eva, die in
de Koran alleen als Hawwa, of 'moeder van alle levenden', wordt
aangeduid, de verantwoordelijkheid voor de erfzonde. Zij heeft
Adam eerst dronken gevoerd, voordat hij van de verboden vrucht
at. Alle vrouwen moeten daar tot op de dag van vandaag nog voor
boeten. Zwangerschap, geboorteweeën en menstruatie moeten hen
aan deze misstap blijven herinneren. Nadat ze uit het Paradijs zijn
verjaagd, worden Adam en Hawwa volgens de islam gescheiden.
Adam belandt in India, Eva in Jeddah. Uiteindelijk worden ze door
Allah weer herenigd op de berg Arafat bij Mekka, waar Eva nog 39
kinderen krijgt. Ook het graf van Adam, dat volgens Burton in de
buurt van Masjid al-Khayflag, moet gigantisch zijn geweest.
Volgens de overlevering reikte Adam tot aan de onderste hemel.
Dat hij later verschrompelde tot de afmetingen van Eva was te
wijten aan de broedermoord van Kaïn op Abel.
HET GRAF VAN ADAM
In totaal leefde Adam 930 jaar. Daarna stierf hij. De kapellen op de
plek van de kruisiging hebben de rots van Golgotha niet helemaal
overwoekerd.
Heilige Boek der Gevallen Engelen
201
“Nadat Adam was gestorven, wasten de engelen zijn lichaam een
onven aantal keren met water, vervolgens begroeven zij hem in een
graf met een is (lahd) en zij zeiden “ Dit is de manier van de
kinderen van Adam”(Profeet Mohammed)
(Golgotha rots, graf van Adam)
Hier en daar is er nog iets van te zien, met onder andere de
uitholling waarin het kruis gestaan zou hebben. Knielende mensen
raken die plek met eerbied aan. Het heilige graf is een duizend jaar
geleden door een bezeten moslimse heerser gesloopt, maar de
plaats zelf heeft hij niet uit kunnen wissen. Er is thans een kamertje
overheen gebouwd, waar je met niet meer dan twee of drie tegelijk
naar binnen kunt. Je ziet er een vrouw uit komen met tranen in de
ogen -een hedendaagse herinnering aan haar zusters uit de
geschiedenis van Pasen. Wanneer je zelf binnen bent, lees je
ontroerd op een wandkleed boven de plaats wat er is gebeurd:
"Christus is opgestaan". De kapel van de kruisiging bevindt zich op
de heuvel Golgotha, wat hoger dan de rest van de kerk. Precies
onder deze kapel is er een andere, "de kapel van Adam", gebouwd
tegen een holte in de rots. Wat schuilt hierachter? Volgens de
legende zou Adam begraven zijn in deze holte op Golgotha. De
Heilige Boek der Gevallen Engelen
202
kruisiging vindt dus plaats boven het graf van Adam. Hiervoor is,
uiteraard, geen enkel steekhoudend bewijs aan te voeren. Dat Jezus
hier feitelijk gekruisigd is, staat wel vast, maar de kapel van Adam
berust op iets legendarisch. Wie heeft dan die legende bedacht? De
legende is niet zozeer bedacht als wel opgeroepen. De dood van
Christus roept als vanzelf de gedachte op aan de dood van de eerste
mens. Bijbels gesproken horen beide ook bij elkaar. Nog een stap
verder en men gaat het graf van Adam zoeken op de plaats waar
Christus is gestorven. Dit laatste is in de legende geschiedt en het
heeft concrete gestalte gekregen in die holte onder het kruis. Deze
holte vormt als het ware een op Golgotha zelf gelokaliseerde preek:
"Hier is de dood van Adam -en met Adam van ons allenoverwonnen! Hier is de beslissende slag gestreden, niet voor een
mens, niet voor een volk, maar voor de gehele mensheid!" Maar
waarom heeft dan niet een andere plaats de legende van het graf
van Adam opgeroepen, namelijk de plek waar Jezus is opgestaan?
Lag dat niet meer voor de hand? Op het eerste gezicht wel, bij enig
nadenken niet. Adam krijgt niet "maar zo" deel aan de opstanding.
Er moet eerst iets goed gemaakt worden. Ook dat wordt in deze
kerk op beeldende wijze tot uitdrukking gebracht. Op een muur
tegenover de kapel van Adam zien we een afbeelding van de
kruisiging, waarop aan de voet van het kruis een schedel ligt. Dit is
trouwens op de meeste Oosters Orthodoxe afbeeldingen van de
kruisiging het geval. We schenken daar meestal geen aandacht aan,
vermoedend dat het wel iets te maken zal hebben met de naam van
Golgotha, "schedelplaats". Dat is ook wel juist, maar in de Oosters
Orthodoxe kerken heeft men daarbij wel aan een heel bijzondere
schedel gedacht, namelijk aan die van Adam. Op sommige
afbeeldingen, wordt dan tevens duidelijk gemaakt waarom die
schedel van Adam juist hier moest liggen en niet ergens bij het lege
graf. Uit de doorboorde voeten van Jezus komt een straal bloed die
Adams schedel treft. De eerste druppels van Christus' bloed vallen
op de schedel van onze stamvader Adam, de eerste zondaar. Kan
het geheim van de verzoening aangrijpender worden afgebeeld?
Waar dit bloed vloeit wordt de schuld van de mens bedekt en dan
verliest de dood zijn aanspraak. Eerst de schedelplaats, dan het lege
graf. Hierbij moet ik denken aan een paar regels uit een dooplied
Heilige Boek der Gevallen Engelen
203
van Luther, dat zo fraai vertaald is door J.W. Schulte Nordholt
(Gez. 165 : 5, Liedboek):
Door U voorgoed vergeven,
staat Adam stralend op en loopt
terug in 't eeuwig leven,
het paradijs hervonden.
Het "hervonden paradijs" heeft te maken met het lege graf, maar de
sleutel ertoe vind je bij het kruis. Die sleutel is ook ons aangereikt.
In de doop is ons hoofd met hetzelfde bloed besprenkeld als in de
legende de schedel van Adam. Mag ik met het oog op Adams
schedel aan de voet van het kruis, daarvan nog een paar regels
aanhalen?
"Ik ben een harde schedel, toch ben ik geheel week geworden en
versmolten in zijn liefde; ik lig hier buiten op de godsakker, toch
ben ik binnen in het paradijs! Alle lijden is vergeten! Dat heeft ons
zijn grote liefde gedaan, toen Hij voor ons zijn kruis droeg en
uitging naar Golgotha."
Heilige Boek der Gevallen Engelen
204
Heilige Boek der Gevallen Engelen
205
HOOFDSTUK 6
Enoch en de
Heilige Bloedlijn
Heilige Boek der Gevallen Engelen
206