ANTU - HET INGRIJPEN VAN DE HEMELSE MOEDER ANU zijn echtgenote ANTU of ANTOE had medelijden met haar zoon EN.KI (Aartsengel Lucifer) die moest achter blijven op aarde met zijn volgelingen Aardse AN.UNNA.KI’s. (Moeder van alle Goden ANTU of ANTOE) ANTU had de raad bijeengeroepen om zich te beraden over het noodlot van de LU.LU eerste perfecte mens “Adam”. De raad had besloten om EN.LIL (aartsengel Michael) aan het hoofd te laten van de aarde "Heer van het Bevel" en nam de plaats in van zijn broer EN.KI (Aartsengel Lucifer de verlichtende). EN.LIL zou naast zijn broer EN.KI met zijn Aartsengelen op aarde blijven. Doordat de raad van ANU verantwoordelijk was voor de daden van EN.KI op aarde moest ANU onze vader een oplossing bedenken voor de probleem van de jonge aarde en de bezielde zielen (reïncarnatie proces) van de LU.LU. Voor deze redden had onze vader besloten voor de eerste mens onbewust te houden van goed of kwaad en die te afzonderen in het “Hof Van Eden”. De eerste karentaine voor de mens op aarde. Heilige Boek der Gevallen Engelen 147 DE PLAATS VOOR DE HOF We zullen beginnen met de plaats waar Eden lag, en met de betekenis ervan. Genesis bericht dat Eden werd "bevochtigd" door vier rivieren. Twee van deze rivieren zijn de Tigris en de Eufraat, wat de meeste geleerden ertoe brengt het verhaal van Eden in Mesopotamië te situeren. Maar de andere twee rivieren die worden genoemd, de Pison en de Gihon, lijken met Afrika verbonden te zijn. (Tuin van Eden met Pison en Gihon van de Perzische Zee) Heilige Boek der Gevallen Engelen 148 (Perzische Zee en haar oude rivieren voor de zondvloed) Dit heeft Bijbelgeleerden lange tijd in grote verwarring gebracht. De Sumerische naam voor hun goden IDIN.GI, letterlijk betekende de "Rechtvaardigen van de Raketten". E.DIN zou daarom in het Sumerisch letterlijk "Huis der Rechtvaardigen'" betekenen. Het lijdt weinig twijfel dat E.DIN en Eden een en dezelfde plaats zijn. Voor de komst van Adam op aarde met de gevallen engelen bestond het Hof of Eden al, die was jaren vooraf ontworpen door de raad van ANU in samenspraak met EN.LIL (Aartsengel Michaël) toen die het bevel van de aarde overnam. De commissie van EN.LIL voor de locatie te vinden bleef bijna drie jaar weg. Zij bracht een gunstig rapport uit over drie mogelijke locaties: -de eerste was een eiland in de Perzische Golf -de tweede was de aan een rivier gelegen plaats waar de tweede hof werd aangelegd -de derde, een lang smal schiereiland bijna een eiland dat aan uit de oostkust van de Middellandse Zee in westelijke richting uitstak in zee. De commissie gaf met bijna algemene stemmen de voorkeur aan de tweede locatie in Sumeria. De grote rivier die de Hof bevloeide, Heilige Boek der Gevallen Engelen 149 kwam van de hoger gelegen gebieden. Deze rivier werd ook gevoed door vier zijrivieren die ontsprongen in de heuvels aan de kust van het schiereiland van Eden, en dit zijn de ‘vier hoofden’ van de rivier ‘voortgaande uit Eden’, die later werden verward met de riviertakken die de tweede hof omgaven. De bergen rond de Hof waren rijk aan edelgesteenten en metalen, hoewel hieraan zeer weinig aandacht werd geschonken. De over Heersende gedachte zou zijn de verheerlijking van de tuinbouw en de verheffing van de landbouw. De voor de Hof gekozen plaats was waarschijnlijk de schoonste plek in zijn soort op de gehele wereld, en het klimaat was er in die tijd ideaal. Nergens elders was er een locatie die zich er zo bij uitstek toe leende zulk een paradijs van botanische expressie te worden. In deze ontmoetingsplaats kwam de keur van de civilisatie op Aarde bijeen. Daarbuiten en nog verder verkeerde de wereld in duisternis, onwetendheid en primitiviteit. Eden was de enige lichte plek op Aarde; het was van nature een droom van schoonheid en spoedig werd het een gedicht van verfijnde, vervolmaakte landschappelijke pracht. Je moet weten ten tijde van de val en het Hof van Eden was deze Hof een paradijs zoals ze noemen. Aan de buitengevels van het hof was de natuur nog in zijn ruwe primitieve oorsprong. Het Hof van Eden was een tuin of afgesloten gebied, waar experimenten werden gedaan met de fona en flora van onze aarde. SCHEPPING VAN EVA De ANU raad besloot Adam (de eerste perfecte mens) in ‘Hof van Eden’ te plaatsen. EN.LIL (Aartsengel Michaël) de Heer, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de eerste mens Adam die zijn broer EN.KI (Aartsengel Lucifer) had gemaakt. Er ontspringt in Eden een rivier die de tuin bevloeit. Verderop vertakt ze zich in vier grote stromen. Een daarvan is de Pison; die stroomt om heel Chawila heen, het land waar goud gevonden wordt. (Het goud van dat land is uitstekend, en er is daar ook balsemhars en onyx.) De tweede rivier heet Gichon; die stroomt om heel Nubië heen. De derde rivier heet Tigris; die loopt ten oosten van Assyrië. De vierde ten slotte is de Eufraat. Dit gebied zou veilig zijn voor aardse Adam. De raad besloot de drie Heilige Boek der Gevallen Engelen 150 niveaus van de ziel die zijn broer EN.KI (Aartsengel Lucifer) bij de mens had aangebracht , te beperken , dus Adam werd terug onbewust gemaakt door zijn geest te isoleren. De moeder ANTU fluisterde in de oren van EN.LIL (Aartsengel Michaël) dat hij een tegengewicht moest creëren die het herstel van de aarde moest garanderen. EN.LIL zag dat Adam alleen was in het Hof van Eden en besloot uit Adams ‘rib’ Eva te scheppen. Hij wist dat zijn broer EN.KI (Aartsengel Lucifer), het schepsel Adam had gemaakt (mannelijk) en uit KINGU’s bloed. EN.LIL (Aartsengel Michaël) moest een tegenpool creëren die terug het evenwicht zou herstellen van de aarde. De Ying & Yang werd hersteld door EVA te scheppen. En nu deze keer zou zijn broer EN.LIL (Aartsengel Michaël) een wezen scheppen met het DNA van de moeder ANTU. (Adam & Eva, Ying & Yang, de bloedlijn van EN.KI & EN.LIL) Heilige Boek der Gevallen Engelen 151 ANTU bracht verslag uit bij ANU van de mogelijkegevolgen van de Aarde en de schepping van de eerste mens Adam uit Kingu, bloed en ENKI , DNA. Tevens konden ze Adam niet vernietigen want was een zoon en schepping van hun eigen zoon, ANTU verluisterde in de oor van ANU. Daarna zei de Heer ANU tegen zichzelf: “Ik moet deze man een metgezellin geven, zodat hij met iemand kan spreken en zich niet verveelt.” “Hij riep de aartsengel Michaël (EN.LIL) en sprak tot hem: 'Luister wat ik je ga zeggen, mijn engel. Jij zult je van hier naar de boomgaard van Adam begeven, en je zult hem daar slapend vinden. Neem dan heel voorzichtig een ribbe uit zijn linker zij en breng die mij; maar let goed op dat je hem niet wakker maakt.” De Zohar stelt dat Lilith vluchtte toen God EN.LIL Eva als vrouw aan Adam gaf: Toen deed de Heer God (EN.LIL) een diepe slaap op de mens vallen; en terwijl deze sliep, nam Hij een van lijn ribben en sloot haar plaats toe met vlees. En de Heer God EN.LIL (Aartsengel Michaël) bouwde de rib, die Hij uit de mens genomen had, tot een vrouw. Maar was het echt een "rib"? In de Sumerische taal stond het woord TI zowel voor "leven" als voor "rib". Het lijkt er dus op dat het Adams levensstof was die verwijderd werd om de eerste vrouw te scheppen. Tegenwoordig zouden we die levensstof het DNA in de menselijke cel noemen. In sommige joodse versies van het scheppingsverhaal wordt Eva niet uit Adams rib geschapen, maar uit een staart die deel uitmaakt van zijn lichaam. 'God EN.LIL (Aartsengel Michaël) sneed deze eraf en de stomp - nu een nutteloos stuitbeentje - wordt nog steeds gedragen door zijn nakomelingen'. In andere verhalen is het Gods oorspronkelijke plan om twee menselijke wezens te scheppen, een mannelijk en een vrouwelijk, maar in plaats daarvan besluit Hij er slechts een te Heilige Boek der Gevallen Engelen 152 maken, met een mannelijk gezicht aan de voorkant en een vrouwelijk gezicht aan de achterkant. Daarna verandert God opnieuw van gedachten. Hij verwijdert Adams gezicht aan de achterkant en schept in plaats daarvan een vrouwenlichaam. Bouwde God (EN.LIL), de Heer, een vrouw en hij bracht haar bij de mens. Toen riep de mens uit:‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees,een die zal heten: vrouw, een uit een man gebouwd.’ (Genesis 23) (Adam wordt wakker naast Eva) Heilige Boek der Gevallen Engelen 153 De eerste vrouw naast Adam werd geschapen uit het DNA van ANTU. Eva, in het Hebreeuws was de naam Eva Hawah, maar de werkwoordstam waaruit de naam voortkwam, was hayah ('te leven'). Op grond hiervan is Eva verwant met de Soemerische Ninti, wat 'Vrouwe van het Leven' betekent en dit, zoals we hebben gezien, was weer een andere titel van Nin-choersag. Het Soemerische woord ti betekent 'leven maken', maar een ander Soemerisch woord, ti (spreek uit 'tie'), betekent 'rib' Toen de titel van Nin-choer sag, Nin-ti, werd toegepast op haar surrogaatdochter en veranderde in de naam Eva. Het eerste levende wezen dat EN.LIL (Aartsengel Michaël) op aarde creëerde was de vrouw, voor tegenpool van Adam, de aardse weegschaal kwam in evenwicht de Ying & Yang werd hersteld. Het eeuwige gevecht over de heilige bloedlijn ging van start. EN.KI (Aartsengel Lucifer) stuurde de wijze slang naar het Hof van Eden. BOMEN UIT HOF VAN EDEN De boom des levens en de boom der kennis van goed en kwaad . Er wordt verteld dat God (EN.LIL) aan Adam opdracht had gegeven om niet te eten van de boom der kennis, 'want op de dag dat gij daarvan eet, zal ge zeker sterven' (Genesis 2:17). In dat stadium scheen het dat de andere boom, de boom des levens, een direct probleem vormde maar er is geen aanwijzing hoe Adam de ene boom van de andere kon onderscheiden. Aangezien we weten dat EI Elyon-Jehovah synoniem was aan EN.LIL (Aartsengel Michaël), is het verhaal van de hof van Eden een directe weergave is van de strijd tussen de AN.UNNA.KIbroers. EN.LIL (Aartsengel Michael) stond erop dat de menselijke soort onwetend gehouden (onbewust), en alleen gehandhaafd zou worden om te zwoegen en om het juk van de AN.UNNA.KI te dragen. Maar EN.KI (Aartsengel Lucifer) had andere ideeën: hij stond erop dat de zwarthoofdige mensen onderwijs zouden krijgen en hun doel was om de grond te bebouwen, gebouwen op te richten en de AN.UNNA.KI voor eeuwig te dienen, in overeenstemming Heilige Boek der Gevallen Engelen 154 met de eisen van EN.LIL (Aartsengel Michael). In eerste instantie probeerde EN.LIL te voorkomen dat Adam en Eva enige wijsheid verwierven buiten die hoorden bij een 'dienaar'-status, en hij gaf hun waarschuwingen om bij de boom der kennis van goed en kwaad vandaan te blijven, en beweerde dat ze zouden sterven als ze iets van het fruit ervan zouden nemen. EN.KI (Aartsengel Lucifer) en zijn dienaar Satan (de wijze slang) beweerde dat het niet waar was en dat ze deel zouden moeten hebben aan de kennis: 'Ge zult zeker niet sterven - want God [EN.LIL] weet dat op de dag dat ge daarvan eet, uw ogen zullen worden geopend, en ge zult zijn als goden, die goed en kwaad kennen' (Genesis 3:3-4) “De satan (wijze slan) fluisterde bij hen in om voor het datgene zichtbaar te maken wat voor hen verborgen was van hun schammte. En hij zei: Jullie Heer heeft jullie deze boom slechts verboden opdat jullie geen Eneglen zouden zijn of niet zouden behoren tot hen die eeuwig leven. Aldus verlaagde hij hen bedrog. (Koran, Soerat al-A’raat 7:20-22) Met andere woorden je zult zijn als de gevallen engelen. EN.KI dienaar Satan (de wijze slang) zou Adam & Eva verleiden om te eten van de boom en zo hun de beperking van hun geest die EN.LIL (Aartsengel Michaël) had opgelegd te verhevene. EN.KI (Aartsengel Lucifer) , ook de ‘SlangeGod’ in Egypte genoemd, besloot om een Satan (de wijze slang) te nemen en deze het Hof Van Eden te laten betreden. EN.KI (Aartsengel Lucifer) had de volledige controle over de slang en de slang sprak in zijn naam. Eva werd vervolgens ten tonele gevoerd en, na aanraden van de slang, at ze het fruit van de boom der kennis, nadat haar was verteld dat: Heilige Boek der Gevallen Engelen 155 'Gij zult zeker niet sterven ... In de dag dat ge ervan zult eten, dan zullen uw ogen worden geopend, en ge zult zijn als goden, die het goed van het kwaad zullen onderscheiden' (Genesis 3:4-6). Het bleek dat Eva niet stierf, en toen Adam ook gegeten had van de boom: 'werden de ogen van hen beiden geopend (ze werden terug bewust), en ze wisten dat ze naakt waren, en ze naaiden vijgenbladeren aaneen en maakten zich zelf schorten' (Genesis 3:7). Heilige Boek der Gevallen Engelen 156 “De Satan (wijze slang) fluisterde bij hem en zei: “O Adam, zal ik jou wijzen op de boom der eeuwigheid en een koninkrijk dat niet vergaat? Daarp aten ze beiden (Adam en Eva) ervan, waarna hun schaamte zichtbaar voor hen werd en zij begonnen zich te bedekken met bladeren van het Paradijs. En zo was Adam zijn heer ongehoorzaam en dwalde hij . Daarna verkoos zijn Heer hem en Hij aanvaarde zijn berouw en leidde hem” (Soerat Ta Ha 20:120122) (Adam & Eva na het eten van de appel) “En de Satan (wijze slang) deed hen in zonde vallen en verwijderde hen uit datgene waarin zij verkeerden” (Soerat alBaqarah 2:36) Heilige Boek der Gevallen Engelen 157 Adam & Eva gingen een tijdperk binnen waar ze bewust werden, ooit werd Adam bewust geboren, onbewust gemaakt en EN.KI (Aartsengel Lucifer) bracht hun het bewustzijn terug. EN.LIL (Aartsengel Michaël) de dan toe alles ziende God, was Adam kwijt en riep 'Waar zijd gij?', waarop Adam antwoordde dat hij zich verborg. God EN.LIL, kennelijk volstrekt onbewust van de voorafgaande gebeurtenissen, vroeg toen: 'Hebt gij van de boom gegeten?', waarop Adam de schuld gaf aan Eva en Eva de schuld gaf aan de slang Satan dienaar van EN.KI (Aartsengel Lucifer) (3:8-13). EN.LIL, zei tegen de slang:‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang. Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare,zij verbrijzelen je kop, Om de wraakzuchtige bestraffing compleet te maken zei God (EN.LIL) tegen Eva: Tegen de vrouw zei hij‘Je zwangerschap maak ik tot een zware last,zwoegen zul je als je baart. Je zult je man begeren,en hij zal over je heersen.’ Tegen de mens zei hij:‘Je hebt geluisterd naar je vrouw,gegeten van de boom die ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan,zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang. Dorens en distels zullen er groeien, toch moet je van zijn gewassen leven. Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug.’ EN.LIL was zo kwaad geworden op zijn eigen schepping EVA dat hij haar strafte voor haar daden. Heilige Boek der Gevallen Engelen 158 (EN.LIL – Aartsengel Michaël die de vloek over Eva spreekt) Nu was EN.KI (Aartsengel Lucifer) niet meer alleen verantwoordelijk voor de gehele schepping maar waren de twee broers EN.KI (Aartsengel Lucifer) & EN.LIL (Aartsengel Michaël) de grondleggers van de menselijke schepping. EN.LIL wist heel goed wat hij had gedaan en wat er was uit voortgekomen. Later Heilige Boek der Gevallen Engelen 159 zou EN.LIL de zonde dragen van hun schepping in zijn kruisiging als Christus. In die fase werd er van EN.LIL (Aartsengel Michaël) gezegd dat Hij 'liep in de tuin'. In de nasleep van deze episode sprak EN.LIL de Elohim aan (de raad) en zei: 'Zie de man is als een van ons geworden, en weet van goed en kwaad.' Het ziel niveau van Adam de ‘Roeach’, het element dat de morele deugden, de kennis en het onderscheid tussen goed en kwaad draagt. Werd definitief opgeheven, er was geen terugweg meer. De boom des levens vormde toen een ondergeschikt probleem God EN.LIL verbande Adam uit de hof, 'om te voorkomen dat hij zijn hand zou uitsteken en ook van de boom des levens zou nemen, en eten, en voor eeuwig leven. 'Omdat Hij hier niet tevreden mee was, werd er ook nog een flikkerend zwaard van vuur opgesteld om de toegang tot de boom des levens onmogelijk te maken (3:22-24). DE EERSTE ZIEL OP AARDE De eerste ziel is de ziel van Adam waren alle mensen die nog geboren zouden worden van nature met het Goddelijke verenigd daar zij gevormd zouden worden naar het beeld van Adam, de eerste mens. Ten tijde van de schepping van de eerste ziel de Ziel die Adam gegeven werdzijn derhalve ook andere zielen geschapen. Deze andere zielen de zielen die nog geboren zullen worden verblijven in Adam, aldus Mathers in het boek 'Kabbalah Unveiled' met betrekking tot de 'Grote heilige bijeenkomst'. Voor dit alles geldt enig voorbehoud. Alleen de Nesjemoth zielen vertoeven in Adam. Hieruit is de gevolgtrekking te maken dat de zielen die door EN.KI geschapen zijn, slechts uit Roeach en Nefesjelementen zijn opgebouwd en het Nesjamah-element naar verdienste wordt geschonken. Hij zei ook tegen Adam, nu deze eenmaal van de boom had gegeten: Heilige Boek der Gevallen Engelen 160 'In zorg zul je ervan eten alle dagen van je leven.' Bovendien, hoewel Adam de boom des levens niet had aangeraakt, werd hem hoe dan ook onsterfelijkheid ontzegd (3:16-22). Daarna werden Adam en Eva wijs met de kennis van goed en kwaad, en vanwege een of andere niet verklaarde reden, nam God – EN.LIL de rol van kleermaker op zich: 'En de Heer God maakt mantels van huiden, en kleedde hen' (3:21) De oorspronkelijke toestand van naaktheid van Adam en Eva, die kennelijk belangrijk is voor het Genesisverhaal, weerspiegelde hun ondergeschikte status in de toenmalige omgeving en het feit dat ze zich bedekten, had hoe dan ook niets te maken met seksuele zaken. Het had te maken met het feit dat dienaren en arbeiders van de AN.UNNA.KI naakt waren in die dagen, zoals afgebeeld in de reliëfs uit die tijd. Toen de ogen van Adam en Eva werden geopend (bewust werden), verwierven ze kennis over hun ware positie in de rangorde - een positie die leek op die van huisdieren. De boom des levens (de Kiskanoeboom) wordt algemeen beschouwd als een bron van persoonlijke onsterfelijkheid, maar hij had meer specifiek te maken met de onsterfelijkheid van het koningschap. In feite was de boom des levens (soms de 'plant des levens' of de 'plant der geboorte' genoemd) direct geassocieerd met het Koninklijke ambt, waarbij de takken de herdersstaven van de dynastieke investituur waren. De symboliek die verband houdt met het feit dat aan Adam de onsterfelijkheid ontzegd werd (d.w.z., het feit dat hem een blijvend koningschap in zijn eigen stamboom werd ontzegd), bleek uit het feit dat het ambt niet werd geërfd door Adams oudste nog levende zoon Seth, maar door Eva's oudste zoon Cain. Heilige Boek der Gevallen Engelen 161 KABBALA - HET BOEK VOOR ADAM De naam Kabbala is ontleed aan het hebreeuwse woord Kibel dat ontvangen betekent. De volledige naam ha-kabbala, de keten van overlevering, deze keten van overlevering is aan de ene kant verbonden met het goddelijke en het andere met de aardse wereld. Men zegt dat Adam de eerste mens, de geheime mondelinge leer doorgaf aan Seth; Kabbala het oudste boek en leer van EN.KI (Aartsengel Lucifer) voor de mensheid. In de Zohar staat: Toen Adam in de hof van eden was, zond God (EN.KI Aartsengel Lucifer) hem een boek via Raziël, de engel die belast is met de heilige mysteriën. Adam hield het boek bij tot hij de hof verliet. Toen hij daar nog was bestudeerde hij het vlijtig en maakte gebruik van dit geschenk van zijn meester; Adam ontdekte verheven mysteriën die zelf niet bekend waren aan de hemelse dienaren. Maar hij zondigde tegen het gebod van zijn Meester en het boek vloog van hem weg. Adam sloeg op zijn borst en huilde en liep de rivier Gihon in tot aan zijn nek zodat zijn lichaam gerimpeld werd en afgetobd, God gaf daarop teken aan Raphaël het boek terug te geven dat Adam toen voor de rest van zijn leven bestudeerde. Adam liet het na aan zijn zoon Seth die het op zijn beurt aan het nageslacht doorgaf, totdat het kwam bij Abraham die hier uit leerde hoe de glorie van zijn meester te onderscheiden, ook Enoch bezat een boek waaruit hij die kon onderscheiden. Abraham Heilige Boek der Gevallen Engelen 162 zou dan de kennis gebracht hebben naar Egypte, waarna Mozes die in dit land werd geboren, van Egyptische magiërs onderricht kreeg. Een ander verhaal is dat Mozes tijdens de openbaringen op Sinai de geheime leer meegedeeld kreeg waarna in de eerste vier boeken van de Pentateuch de beginselen vastgelegd werden, Mozes zou ook de zeventig ouderlingen ingewijd hebben in de leer die mondeling werd overgeleverd. Salomon en David waren op de hoogte van de geheimen; vooral het Hooglied wordt beschouwd als een zeer geheime tekst waarin elk woord een toespeling is op een dieper onderliggende waarheid. De geschiedenis van de schepping: is een belangrijk gegeven in de Kabbala. Daarin staat: Toen de meest geheimvolle zichzelf wenste te openbaren bracht hij eerst een enkele punt voort die getransmuteerd werd in een gedachte, hierin maakte hij talrijke ontwerpen en sneed hij talrijke beelden. Verder maakte hij in de heilige en mystieke lamp een verborgen en zeer heilig onderwerp dat een wonderbaarlijk gebouw was en dat de uitging van het midden van de gedachte. De Zohar zegt: Toen de meest verborgene van het verborgene zichzelf wilde openbaren, schiep Hij eerst een punt, de eerste goddelijke licht uitstraalt dat geen beeld noch vorm heeft. De naam van het beginpunt is Ebyeh: Ik ben. Voor sommige kabbalisten: Ik zal zijn. Het punt is ook de letter Jod, die de geest voortbracht, het is het punt waaruit de werelden geschapen worden, het is een centrum van energieën die zich uitspreiden in alle richtingen, het is de vlam van de stralende lamp. Toen Abraham de Mesopotamische traditie van Enlil propageerde in Kanaän, had hij naar verluidt toegang tot een uniek beschreven tablet met ideogrammen (symbolen die verwijzen naar een begrip en zonder een nominale waarde, zoals bij sommige Chinese karakters). Dit werd vereerd als 'Het testament van een verloren beschaving -een testament van alles wat de mensheid ooit geweten had, en van alles wat ooit geweten zou worden' . Het was het laatste geschrift van NI.BURU en de gevallen engelen die hier werd achter gelaten. Heilige Boek der Gevallen Engelen 163 Voor de Soemeriërs stond dit werk bekend als de 'Tafel van het noodlot', en hun geschiedenis vermeldt dat KINGU (Kingoe,een zoon van Tiamat) en de Tiamats achterkleinzonen Enlil (Aartsengel Michaël) en Enki (Aartsengel Lucifer) wachters van de tafel waren geweest. Tevens één van de reden voor hun heilige oorlog tussen elkaar. In de esoterische joodse traditie werd de tafel ook het 'Boek van Raziël' genoemd - een verzameling van geheimen die in saffier waren gegrift en die uiteindelijk werden geërfd door koning Salomo. De filosofische code van de tafel werd bekend als Ha Qabala (de QBL-traditie van licht en kennis) en er werd gezegd dat hij die Qabala bezat, ook Ram bezat, de hoogste expressie van kosmische kennis. De naam Ab-ram (of Avram) zelf betekent '[Hij] die Ram bezit', en de uitdrukking werd gebruikt in India, Tibet, Egypte en in de Keltische wereld van de druïden om een hoger niveau van universele begaafdheid aan te duiden. De bezitters van Ram vertegenwoordigden als meesters het universele begrip en de identificatie sprak duidelijk uit namen als Rania, Ramthaen Aram. In de context van het verhaal van het Oude Testament zien we dat Ha Qabala wordt geven van Abraham aan zijn zoon Isaac, dan naar Jacob enzovoort Van een heel andere wortel het Arabische KBL (wat 'draaien' betekent) kwam het woord Kabel en het Engelse woord cable, in de betekenis van in elkaar gedraaide, touwstrengen. Hier verwijst het eruit voortkomende' woord Kabbala naar een 'verwarring', en niet, zoals dat vaak gedaan wordt, naar 'de verlichting' van de"QBL ,(Qabala. Wanneer de verwarring werkelijk groot wordt, in die mate dat er van verwilderingen sprake is, dan wordt de benadrukte medeklinkerstam KBBL, waarvandaan Kabbalah komt, wat verband houdt met het Duitse woord Kabal en het Engelse cabal, 'kabaal'. Er waren twee te onderscheiden bewegingen in het vroege mystieke judaïsme. De kabbalistische beweging (de KBBL) bereikte haar Europese hoogtepunt in de Middeleeuwen in NoordSpanje en Zuid-Frankrijk (door één van de verloren stammen van Israël), toen de echte deugden van het Qabalistische concept (de QBL) grotendeels vergeten waren in het Westen. Waar de kennis van komt weten we zeker van EN.KI (Aartsengel Lucifer) die het boek of kennis meegaf aan Adam bij het verlaten van het Hof Van Eden. Heilige Boek der Gevallen Engelen 164 Heilige Boek der Gevallen Engelen 165 HOOFDSTUK 5 Nakomelingen van de Gevallen Engelen Heilige Boek der Gevallen Engelen 166 DE KINDEREN VAN ADAM & EVA (Adam & Eva en de verleiding in de Tuin van Eden) De mens, Adam, had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Qayin ter wereld - beter bekend met de fonetische vertaling Kaïn. ‘Met de hulp van de Heer,’ zei ze, ‘heb ik het leven geschonken. Later bracht ze zijn broer ter wereld, Hevel of zoals we hem kennen, Abel. De joodse Midrasj (wat 'Onderzoek' betekent), een traditioneel commentaar op de bijbel, benadrukt het punt dat de eerste zoon van Adam de zoon van de Heer (EN.KI Lucifer) was, terwijl de tweede zoon de zoon van Adam was. Maar om in dit geval 'de Heer' aan te duiden, gebruikt de Midrasj de persoonsnaam Samael, en duidt daarmee EN.KI (Aartsengel Lucifer) de slang aan. Het blijkt dat de welbekende Kaïn en Abel, hoewel ze de zonen van Hawah (Eva) waren, in feite verschillende vaders hadden. Terwijl Abel gewoon het product was van een homo sapiens verbintenis met Adam, was zijn oudere halfbroer Kaïn een verdere ontwikkeling van eerdere kloonexperimenten, waarbij de eicel' van Hawah verder verrijkt was met het Anoennaki-bloed van EN.KI (Aartsengel Lucifer). Dit betekent dat Qayin (Kaïn) als het verst ontwikkelde product van het “Koninklijke Zaad” kan worden genoemd. Het zaad van de slang, EN.KI (Sang Grael – Heiligebloedlijn). Heilige Boek der Gevallen Engelen 167 KAÏN ZOON VAN LUCIFER – ABEL ZOON VAN ADAM Abel (zoon van Adam) werd herder, Kaïn (zoon van Lucifer) werd landbouwer. (Kaïn & Abel) De Heer EN.LIL (aartsengel Michaël of Jahwe) merkte Abel en zijn offer op, maar voor Kaïn en zijn offer had hij geen oog. Dat maakte Kaïn woedend, zijn blik werd donker. De Heer EN.LIL vroeg hem: ‘Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker? Handel je goed, dan kun je toch iedereen recht in de ogen kijken? Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen; maar jij moet sterker zijn dan zij.’ Kaïn zei tegen zijn broer Abel: Heilige Boek der Gevallen Engelen 168 ‘Laten we het veld in gaan.’ Toen ze daar waren, viel hij zijn broer aan en sloeg hem dood. Toen vroeg de Heer EN.LIL: ‘Waar is Abel, je broer?’ ‘Dat weet ik niet,’ antwoordde Kaïn. ‘Moet ik soms waken over mijn broer?’ ‘Wat heb je gedaan?’ zei de Heer EN.LIL. ‘Hoor toch hoe het bloed van je broer uit de aarde naar mij schreeuwt. Daarom: vervloekt ben jij! Ga weg van deze plek, waar de aarde haar mond heeft opengesperd om het bloed van je broer te ontvangen, het bloed dat jij vergoten hebt. Ook al bewerk je het land, het zal je niets meer opbrengen. Dolend en dwalend zul je over de aarde gaan.’ Kaïn zei tegen de Heer: ‘Die straf is te zwaar. U verjaagt mij nu van deze plek en ik mag u niet meer onder ogen komen, en als ik dan dolend en dwalend over de aarde moet gaan, kan iedereen die mij tegenkomt mij doden.’ Maar de Heer EN.LIL beloofde hem: ‘Als iemand jou doodt, zal dat zevenmaal aan hem worden gewroken.’ En hij merkte Kaïn met een teken, opdat niemand die hem tegenkwam hem zou doodslaan.” Het teken op Kaïn zijn voorhoofd was de vorm van een rode slang. Het symbool van Lucifer orde. (ouroboros, symbool van Kaïn) Heilige Boek der Gevallen Engelen 169 In zijn vrouwelijke vorm wordt het Kaïnsteken het vertrouwde symbool van Venus met het kruis buiten de cirkel verschoven zodat de vrouw (het kruis) wordt overstegen door de Ouroboros van het drakenkoningschap, dat ook het latere tempelierskruis werd. Venus is vooral gekend bij de gevallen engelen als tijdlijn of tijdsaanduiding van hun bestaan. Het teken van Kaïn wordt ook geassocieerd met het symbolische oog van de 'alziende' – dat van EN.KI (Aartsengel Lucifer) die de Heer van het Heilige Oog werd genoemd. We gaan vervolgens terug naar de scene waarin Kaïn Abel zou hebben neergeslagen in het veld (Genesis 4:8-10), maar het woord dat indirect vertaald werd als 'doden' was yaqam, en de tekst zou moeten luiden dat Kaïn (Qayin) werd 'verheven' (opgeheven, geadeld) boven Abel. (Zoon van EN.KI, Kaïn dood Abel zoon van Adam) De uitdrukking dat Kaïn 'opstond' tegen Abel wordt in de Engelse vertaling gebruikt. Maar in een tamelijk verkeerde context. Abel Heilige Boek der Gevallen Engelen 170 was een man die geconditioneerd was overeenkomstig zijn sociale positie, tijd en plaats. Zijn bloed werd daarom figuurlijk opgeslokt door de grond (Genesis 4:10) - wat wil zeggen dat 'hij zo laag-bijde-gronds werd dat hij niet meer te onderscheiden was van zijn werk. Het historische gebrek aan betekenis van Abel (of beter, Hevel) wordt aangegeven door de naam waarmee hij werd aangeduid, want een hevel was een wolkje damp. Terwijl het korte verhaal voortgaat (Genesis 4:11-16), wordt er verteld dat de Heer Kaïn in ballingschap zond als een vluchteling. KAÏN ZOON VAN EVA & EN.KI IN BALLINGSCHAP Toen ging Kaïn bij de Heer (EN.LIL – Aartsengel Michaël) vandaan en hij vestigde zich in Nod, Nod – Nod kan worden vertaald als ‘dwaling’. een land ten oosten van Eden. Kaïn had gemeenschap met zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Henoch ter wereld. Kaïn was toen een stad aan het bouwen en hij noemde die Henoch, naar zijn zoon. Henoch kreeg een zoon, Irad. Irad was de vader van Mechujaël, Mechujaël was de vader van Metusaël en Metusaël was de vader van Lamech (vader van Noach). Lamech nam twee vrouwen; de ene heette Ada, de andere Silla. Ada bracht Jabal ter wereld; hij werd de stamvader van hen die in tenten leven en vee houden. Zijn broer heette Jubal; hij werd de stamvader van allen die op de lier of de fluit spelen. Ook Silla bracht een zoon ter wereld, Tubal-Kaïn; hij was smid en werd de stamvader van allen die brons en ijzer bewerken. TubalKaïn zal later één van de belangrijkste figuren worden in de Vrijmetselarij. De zuster van Tubal-Kaïn heette Naäma. Lamech zei tegen zijn vrouwen: ‘Ada en Silla, hoor wat ik zeg! Vrouwen van Lamech, luister naar mij! Wie mij verwondt, die sla ik dood, zelfs wie mij maar een striem toebrengt. Kaïn wordt zevenmaal gewroken, Lamech zevenenzeventigmaal.’ Heilige Boek der Gevallen Engelen 171 SETH NIEUWE ZOON VOOR ADAM & EVA Na een scheiding van 130 jaar keert Adam terug naar Eva, en de liefde voor haar wordt nog sterker dan voorheen. Uit hun hereniging werd Seth geboren, die voorbestemd is de voorvader' van de Messias te worden. Opnieuw had Adam gemeenschap met zijn vrouw Eva, en zij bracht een zoon ter wereld. Ze noemde hem Set, ‘want,’ zei ze, ‘God (EN.LIL) heeft mij in de plaats van Abel, die door Kaïn is gedood, een ander kind gegeven.’Ook Seth wordt volgens de overlevering volmaakt geboren, het ritueel van de besnijdenis is niet nodig. In tegenstelling tot Kaïn heeft hij de gelijkenis en gelaatstrekken van Adam. Set kreeg een zoon, die hij Enos noemde. In die tijd begon men de naam van de Heer EN.LIL (Aartsengel Michaël) aan te roepen. Voor EN.LIL was de bloedlijn belangrijk van Adam & Eva, want die zou een zuivere lijn geven van de mens. De bloedlijn van KAÏN gaf andere mogelijkheden voor EN.KI (Aartsengel Lucifer). De geboorte van de NEPHILIMS. Zo werd Seth waarlijk de vader van de mensheid (door dat hij de tweede menselijke broer van Abel), vooral van de godvruchtige, terwijl de goddelozen en verdorvenen afstamden van Kaïn (afstammeling van Lucifer, twee bloedlijnig van menselijk en goddelijk). Waarom ze de stammen van Kain goddeloze noemden is terug te vinden tijdens de schepping van Adam & Eva. Uiteindelijk die wat half mens, half goddelijk (Lucifiriaans) waren noemden ze juist de goddeloze. Een schepping van wezens die er niet mochten zijn , de NEPHILIMS. Seth (menselijk wezen) krijgt een zoon, Enos, waarmee volgens de joodse overlevering nieuwe rampspoed over de mensheid wordt afgeroepen. Als Enos gevraagd wordt hoe de mens is geschapen, pakt hij zes kluiten aarde, kneedt het tot een vorm van stof en klei, en doet voor hoe' God het leven in de neusvleugels van Adam heeft geblazen. Daarop vaart Satan (de wijze slang) in het kleimengsel. Als Satan wegwandelt gaan de mensen achter hem aan met de woorden: 'Wat is het verschil tussen buigen voor dit beeld en eer bewijzen aan een mens?' Heilige Boek der Gevallen Engelen 172 Zo wordt de generatie van Enos de eerste die een afgod aanbidt. De mensen beginnen goud, zilver, juwelen en edelstenen uit alle delen van de wereld te verzamelen voor hun afgoden. In sommige overleveringen is niet Eva de eerste vrouw, maar Lilith. Haar verhaal wordt onder meer beschreven in 'From Hebrew Myths: The Book of Genesis', van Robert Graves en Raphale Patai. AN.UNNA.KI’S – NEPHILIMS EN DE DOCHTERS VAN DE AARDE Nu moest nog EN.KI (Aartsengel Lucifer) het probleem oplossen van de 200 hoofd AN.UNNA.KI’s en hun eigen incarnatieproces. Uiteindelijk waren de AN.UNNA.KI’s (gevallen engelen) opgesloten op aarde en hadden ze na hun dood geen lichamelijke omhulsel om verder te reïncarneren. De hoeders van het Nibiruaanse incarnatieproces op Aarde zijn Jeroboam en Jezreël, de twee gevallen engelen die het voorbestaan van de gevallen engelen wisten op te lossen. (Jeroboam de gevallen engel , met de vrouw der aarde) Heilige Boek der Gevallen Engelen 173 Zij ondernamen de eerste bevruchtingen van de aardse vrouwen. Zij verschijnen in de gedaante van klassieke Soemerische vogelgoden die op wacht staan bij de ingang van de Hebreeuwse tempel van Salomo - een holografische insertie van een Nibiruaanse tempel op Aarde. De gevallen engelen: de ketterij van de 'wachteren der hemelen'; er is sprake van twee honderd mannen, die duizend kinderen verwekten. Ieder van hen koos er zich één uit... en ze begonnen aan hen te verontreinigen... Zij werden zwanger en baarden driehonderd el lange reuzen. Ezechiël sprak ook over de wachters der hemelen: God (EN.LIL – aartsengel Michaël) bracht de zondvloed over de aarde en verdelgde alle vlees en ook 4.090.000 reuzen. Het water stond ongeveer vijftien el hoger dan de hoogste bergen. In het verslag van Enoch kan niemand het sarcasme ontgaan van de commandant, die zegt dat hij van zijn wachters voorspraak voor de aardekinderen verwachtte, in plaats van mensen die voor zijn ondergeschikten pleiten. Zeer verbolgen is de hoge Heer over het copuleren van de manschappen met mensendochters, die sterfelijk en vergankelijk zijn. Hij en zijn legioenen zijn blijkbaar onsterfelijk. Dit aureool zou dus door de schandelijke liefdesnachten en de gevolgen daarvan verdwenen zijn. Als de bemanning op aarde kinderen gaat verwekken, zullen de bewoners van deze armzalige planeet het bedrog doorzien en tot de ontdekking komen dat de bezoekers die zij voor goden aanzagen, helemaal niet onsterfelijk waren! Nu hadden vurige lusten de kosmische plannenmaker een lelijke streep door de rekening bezorgd; volgens de komendant een kwalijke zaak. DE GEBOORTE VAN DE EERSTE NEPHILIMS - TITANEN EN.KI en zijn gevallen engelen AN.UNNA.KI’s besloten dan maar voor het risico te nemen en paarden met de aardse vrouwen de eerste NEPHILIMS (REUZEN) werden geboren. De Nephilims zijn de eerste nakomelingen van de gevallen engelen (AN.UNNA.KI’s). Heilige Boek der Gevallen Engelen 174 (AN.UNNA.KI’s en de vrouwen der Aarde) Zij zijn de eerste reuzen op aarde. De eerste zoon van EN.KI (Aartsengel Lucifer) met een aardse vrouw EVA , was KAÏN. De andere AN.UNNA.KI’s (gevallen engelen) deden hetzelfde met de dochters van de aarde. God' wier zonen (bij aardse vrouwen) daden deden van fysieke kracht die herinnerden aan de Titanen: 'degenen die de Grieken reuzen noemen'. Deze eerste reuzen of NEPHILMS die werden geboren zijn de twaalf gekende Titanen of NEPHILMS van de Griekse mythologie: Heilige Boek der Gevallen Engelen 175 De eerste 6 mannelijke NEPHILMS Oceanos Crius Coeus Iapetus Hyperion Kronos (De kinderen van de gevaellen engelen; Poseidon, Oceanos en Tethys) De eerste 6 vrouwelijke NEPHILMS Tethys Mnemosyne Rhea Phoebe Themis Theia Deze eerste 12 NEPHILIMS werden door Jeroboam en Jezreël bedacht. Deze twaalf NEPHILMS zouden ervoor zorgen dat weldra de 647.156 AN.UNNA.KI’s weldra een lichaam zullen hebben om te reïncarneren, “zij zullen kinderen baren”. Men kan zeggen dat vanaf die periode het Phaëton van EN.KI (Aartsengel Lucifer) werd gevestigd op aarde. Heilige Boek der Gevallen Engelen 176 (Gevallen engel Zeus, de belichaming van EN.KI- Lucifer) De eerste Goden doen hun intreden. Het grote Phaëton van de Goden wordt overal ter wereld opgericht, zoals we die kennen bij het Griekse Phaëton. De tekst van Genesis vertelt dat deze nakomelingen 'machtige mannen' waren en 'mannen van naam' maar zulke beschrijvingen (ongeacht welk fysiek postuur men voor ogen had) verwezen naar een buitengewone vaardigheid, zoals Nimrod zelf “een machthebber op aarde” werd genoemd (Genesis 10:8).'De kennelijke vertaling van nephilim in 'reuzen' is volstrekt onnauwkeurig. Maar wat betekent het woord nephilim in werkelijkheid? Eigenlijk betekent het 'zij die omlaag kwamen', 'zij Heilige Boek der Gevallen Engelen 177 die afdaalden' of 'zij die omlaag werden geworpen' Het woord 'gevallen' zag men als passend bij het woord nephilim (zij die zijn neergedaald) zoals de gevallen engelen. En aangezien de zonen van God als engelen (aggelos) waren geïdentificeerd in de Septuagint, verscheen er een volledig nieuw ras van wezens in de schriftliteratuur. Zij waren de 'gevallen engelen'. De Asura’s of Nephilims die incarneerden volgden hierin een wet die even onverbiddelijk is als elke andere. Zij hadden zich voor de pitri’s gemanifesteerd, en omdat de tijd (in de Ruimte) in cyclussen verloopt, was hun beurt gekomen vandaar de talrijke allegorieën De Hebreeuwse Elohim, die in de vertalingen ‘Goden’ worden genoemd, die ‘licht’ scheppen, komen overeen met de Arische Asura’s of gevallen engelen. (Elochim of gevallen engelen, die over de wereld regeren) Zij staan ook bekend als de ‘zonen van de duisternis’, als een filosofische en logische tegenstelling tot het onveranderlijke en eeuwige licht. De eerste Zoroastriërs geloofden niet dat het kwaad of de duisternis eeuwig gelijktijdig bestond met het goede of het licht, en zij geven dezelfde interpretatie. Ahriman is de gemanifesteerde schaduw van ahura-mazda (Asura-mazda), die zelf voortkwam uit Zeruana Akerne, ‘grenzeloze (cirkel van de) tijd’ of de onbekende Oorzaak. De magiërs verklaarden de oorsprong van het kwaad in hun exoterische leringen op de Heilige Boek der Gevallen Engelen 178 volgende manier. ‘Licht kan niets anders dan licht voortbrengen, en kan nooit de oorsprong van het kwade zijn’; hoe werd het kwade dan voortgebracht, wanneer er bij zijn voortbrenging niets was dat gelijk was aan het licht of ermee overeenkwam’? Het licht, zeggen zij, bracht verschillende wezens voort, die alle geestelijk, lichtgevend en machtig waren. Maar een groot wezen (de ‘grote Asura’, Ahriman, Lucifer, enz.) had een kwade gedachte, die tegengesteld was aan het licht. Hij twijfelde, en door die twijfel werd hij verduisterd. Waar is de mens goed voor?’, redeneerden zij. Toch schiepen de Elohim de mens, en toen de mens zondigde, kwamen de menigten van Uzza en Azaël en verweten God: ‘Hier is de zoon van de mens die gij hebt gemaakt’, zeiden ze. ‘Zie, hij heeft gezondigd!’ Toen antwoordde de heilige: ‘Als u onder hen (de mensen) was geweest, zou u slechter zijn geweest dan zij.’ En hij wierp hen van hun verheven plaats in de hemel op aarde neer; en ‘zij werden veranderd (in mensen) en zondigden met de vrouwen van de aarde’ (Zohar, 9, b). Dit is heel duidelijk. In Genesis vindt men niet dat deze ‘zonen van God’ (hfst. vi) ervoor werden gestraft. De enige verwijzing ernaar in de bijbel staat in Judas (6). ‘En de engelen die hun oorspronkelijke staat niet hebben bewaard, maar hun woonplaats verlieten, heeft hij tot het oordeel van de grote dag in eeuwige ketenen in duisternis bewaard.’ En dit betekent eenvoudig, dat de tot incarnatie gedoemde‘engelen’ in de ketenen van vlees en stof zijn, in de duisternis van de onwetendheid, tot de ‘grote dag’, die zoals altijd zal komen na de zevende ronde, na het verstrijken van de ‘week’, op de zevende sabbat, of in het nirwana na het manvantara. Enoch Hoofdstuk 6: 1 En het gebeurde dat toen de mens kinderen talrijk geworden waren, dat er aan hen in die dagen mooie en bevallige dochters geboren werden. En de engelen, de kinderen Heilige Boek der Gevallen Engelen 179 van de hemel, zagen hen, verlangden naar hen, en zeiden tegen elkaar: 'Kom, laat ons vrouwen kiezen vanuit de mensen hun kinderen en nageslacht bij hen verwekken'. En Semjeza, die hun leider was, zei tegen hen: 'Ik ben bang dat gij niet werkelijk met deze daad zult instemmen, en ik alleen de straf voor een grote zonde zal moeten dragen'. En zij allen antwoordden hem en zeiden: 'Laat ons allen met een eed zweren, en ons onder wederzijds toezicht allen aan elkaar binden om dit plan niet te verlaten, maar het uit te voeren'. Toen zwoeren zij gezamenlijk en verbonden zich eraan door er wederzijds op toe te zien. En het waren er allen tezamen een tweehonderd die in de dagen van Jered neerdaalden op de top van de berg Hermon, en zij noemden het de berg Hermon omdat zij gezworen hadden en zich eraan verbonden hadden door er wederzijds op toe te zien. En dit zijn de namen van hun leiders: Semjeza, hun leider, Areklba, Rameël, Kokablel, Tamlel, Ramlel, Danel, Ezekweël, Barekwijal, Azazel, Armaros, Baterel, Ananel, Zakwiël, Samzepeël, Saterel, Turel, Jomjael, Sariël. Dit zijn hun oversten van tien. Uit dit kleine begin groeit een talrijke gemeenschap, te talrijk voor Enlil (Aartsengel Michaël): Zeshonderd jaar, minder dan zeshonderd, gingen voorbij, En het land werd te groot, het volk te talrijk. De aarde maakte lawaai als een brlillende stier. De God kon geen rust vinden in de drukte, Enlil* moest hun kabaal wel horen. Hij sprak de grote goden aan,'De herrie van de mensheid wordt me te veel, Ik kan van het kabaal met slapen.' Enoch Hoofdstuk 7: 1 En alle anderen met hen namen zichzelf vrouwen, en ieder koos er een voor zich, en zij begonnen in hen te gaan en zich met hen te verontreinigen, en zij leerden hen tovernarij en banspreuken, en het insnijden van wortels, en maakten hen vertrouwd met kruiden. En zij werden zwanger, en zij baarden grote reuzen, wier grootte drieduizend(?) el was; Dezen verorberden alles wat de mensen voortbrachten. En toen de mensen ze niet langer konden onderhouden, keerden de reuzen zich tegen hen en aten mensen op. En zij begonnen te zondigen tegen vogels, en dieren, en reptielen, en vissen, en eenieder de ander zijn vlees te eten, en het bloed te drinken. Daarna klaagde de aarde de Heilige Boek der Gevallen Engelen 180 wetteloze aan... ENLIL stuurt de pest, hij stuurt een droogte, hij probeert het met een hongersnood, na zes jaar zijn de mensen zo vervallen dat ze hun eigen dochters opeten en zo verzwakt dat ze het zware werk, waarvoor ze geschapen waren, met meer kunnen doen. EN.KI (Aartsengel Lucifer) en EN.LIL (Aartsengel Michaël) maken ruzie over de te volgen koers van hun schepping. EN.LIL besluit tot een 'slechte daad' (de Vloed), en EN.KI waarschuwt Atrachasis (NOACH) (komen we later op terug). Dus kregen de AN.UNNA.KI’s duizendejaren geleden het idee om te incarneren, zodat ze konden leren de vrouwen op Aarde lief te hebben, om zo Gaia-Teshub (innerlijke kracht van moder aarde) te leren voelen. De tijd dat ze gaan voelen is gekomen en de huidige tijd is uniek omdat de mannelijke trilling -waarop de AN.UNNA.KI’s een stevig stempel hebben gedrukt - beseft dat disharmonieuze penetratie van Gaia-Teshub altijd vernietiging tot gevolg heeft. Aangezien dat God (EN.LIL) voorzien had als vloek dat Eva andere kinderen zou baren , profiteerde EN.KI en de AN.UNNA.KI’s van de situatie. De vrouwelijke verkrachting werd toegepast die eeuwen zal naslepen. EN.KI (Aartsengel Lucifer) en zijn gezellen AN.UNNA.KI’s zaten op aarde, aangezien dat ze allemaal van het mannelijk geslacht waren en niet op hun thuis planeet (Rahab) waren konden ze niet reïncarneren in andere lichamen na hun dood. Ze waren opgesloten op aarde . In de Stanza staat: EN ZIJ DIE GEEN VONK HADDEN (de ‘enghoofdigen’8) NAMEN REUSACHTIGE VROUWELIJKE DIEREN TOT ZICH (a). ZIJ BRACHTEN DAARMEE STOMME RASSEN VOORT. STOM WAREN ZIJ (de ‘eenhoofdige’) ZELF. MAAR HUN TONGEN MAAKTEN ZICH LOS. DE TONGEN VAN HUN NAGESLACHT BLEVEN STIL. MONSTERS BRACHTEN ZIJ VOORT. EEN RAS VAN KROMME ROODHARIGE MONSTERS, DIE LIEPEN OP VIER VOETEN9. EEN STOM RAS OM DE SCHANDE ONUITGESPROKEN TE LATEN. Dit was de eerste ‘val in de stof’ van enkele van de toen bestaande en lagere rassen. Men moet Stanza in gedachten houden. De ‘zonen van wijsheid’ hadden het vroege, d.w.z. het niet-ontwikkelde derde Ras versmaad, en er wordt gezegd dat zij incarneerden in het latere derde Ras en dit daardoor verstand schonken. Zo viel de zonde van Heilige Boek der Gevallen Engelen 181 de breinloze of ‘verstandeloze’ Rassen, die geen ‘vonk’ hadden en niet verantwoordelijk waren, terug op degenen die hadden verzuimd hun karmische plicht tegenover hen te vervullen. reïncarneren in een lichaam van een LU.LU (aardse mens) ging ook niet. Voor deze redden besloten ze te paren met de dochters van de aarde, (vrouwelijke LU.LU of dochters van Eva ) die op haar beurt de Nephilms voortbracht (terug een humanoide, tweede geslacht) , de eerste menselijke reuzen. Zo kregen de AN.UNNA.KI’s en EN.KI de mogelijkheid om te reïncarneren in hun lichaam. Hun voorbestaan was gegarandeerd van de gevallen engelen, AN.UNNA.KI’s werden vanaf toen de NEPHILMS genoemd. Ik zal uw ogen ontbloten ... zodat u niet aangetrokken wordt door gedachten met een schuldige neiging en door wellustige ogen. Want velen raakten hierdoor op het verkeerde pad ... De wachters van de hemel kwamen ten val hierdoor ... En hun zonen, zo lang als cederbomen, waarvan de lichamen waren als bergen. In die tijd zagen de zonen van de goden de dochters van de mensen, dat ze goed waren; en ze namen hen als echtgenotes, welke ze ook maar kozen. De nephilim waren op de aarde in die dagen, en daarna ook, toen de zonen van de goden samenwoonden met de dochters van de mensen, en verwekten kinderen bij hen. Zij waren de machtigen van de eeuwigheid het volk van de sjem. (Genesis 6:1-4). We ontdekken nu waarom er wordt gezegd dat de nephilim/ wachters in ongenade gevallen zijn na hun nakomelingen te hebben verwekt bij de dochters van de mensen. Enoch vertelt dat een aantal van hen die hoger in rang waren (de zeven aartsengelen, de zeven zonen van ANU) zich ergerden dat de hoofden van de tientallen (AN.UNNA.KI meesters) begonnen om hun nageslacht (de mens) te snel te veel te leren door sommige van de KABBALA geheimen van de tekens al eerder mee te delen. Er werd gemeld dat ze hen onderricht hadden over de metalen van de aarde, en hoe ze gebruikt moesten worden; ze leerden hun over de wortels van de aarde en hun medicijnen; ze leerden hun over de zon, de maan, de sterrenbeelden. Kabbala, een lichtcode transmissievorm uit de Heilige Boek der Gevallen Engelen 182 vierde dimensie, in het leven geroepen door de goden om te onderrichten over de wetten van het heelal. VANAF TOEN NOEMEN WE ZE GODEN ! KENNIS VAN DE GEVALLEN ENGELEN VOOR DE MENS Na de val van Adam met de gevallen engelen op aarde en na dat ze zijn dochters als vrouwen gebruikten, gaven ze hun kennis door aan de nakomelingen van Adam. (Gevallen engel Azazel gaf de mens de kennis van wapens) Enoch Hoofdstuk 8: 1 En Azazel (gevallen engel) leerde de mensen zwaarden te maken, en messen, en schilden, en borstplaten, en deed hen de metalen van de aarde kennen en de kunst om hen te bewerken, en armbanden en ornamenten, en het gebruik van antimoon, en het verdraaien van de oogleden, en allerlei soorten kostbare gesteenten, en elke 2 kleurvloeistof. En er Heilige Boek der Gevallen Engelen 183 kwam veel goddeloosheid op, en zij gaven zich over aan verkrachtingen, en zij 3 werden tot dwaling geleid, en werden verdorven in al hun wegen. Semjeza onderwees banspreuken en wortelinsnijdingen, Armaros het opheffen van banspreuken, Barakwijal (onderwees) astrologie, Kokabel de constellaties, Ezekweël de kennis van de wolken, Arakwiël de tekenen van de aarde, Samsiël de tekenen van de zon, en Sariël de baan van de maan. En naarmate de mensen wegkwijnden, schreeuwden zij het uit, en hun roep steeg op ten hemel... Enoch Hoofdstuk 9: 1 En in die tijd keken Michaël, Uriël, Rafael, en Gabriël vanuit de hemel neer en zagen het vele bloed dat 2 op de aarde vergoten werd. En zij zeiden tegen elkaar: 'De aarde die zonder bewoner gemaakt is schreeuwt het uit met de stem van hun hulpgeroep tot aan de hemelpoorten. 3 En nu tot ulieden, gij heiligen van de hemel, de zielen van de mens doen hun beklag, zeggende: "Breng onze zaak 4 voor de Allerhoogste"'. En zij zeiden tot de Heer der tijden: 'Heer der heren, God der goden, Koning der koningen, en God der tijden, de troon van Uw Heerlijkheid (staat) tot in alle generaties der 5 tijden, en Uw naam heilig en verheerlijkt en gezegend tot in alle tijden! U heeft alle dingen gemaakt, en macht over alle dingen heeft U; en alle dingen zijn naakt en open voor uw aangezicht, en U ziet 6 alle dingen, en niets kan zich voor U verbergen. U ziet wat Azazel gedaan heeft, die elke onrechtvaardigheid op aarde onderwezen heeft en de eeuwige geheimen die (bewaard) werden in de hemel, die 7 mensen nastreefden om te leren, en Semjeza, die U autoriteit gegeven hebt om het gezag te dragen over zijn metgezellen. 8 En zij zijn naar de dochters van de mens op aarde gegaan, en hebben geslapen met 9 de vrouwen, en hebben zich verontreinigd, en hen allerlei soorten zonden geopenbaard. En de vrouwen hebben 10 reuzen gebaard, en de gehele aarde is daarop vervuld geraakt van bloed en onrechtvaardigheid. En zie, de zielen van degenen die gestorven zijn roepen en vragen om gehoor tot aan de hemelpoorten, en hun weeklachten zijn opgestegen, en kunnen niet ophouden vanwege de wetteloze daden die 11 op aarde gedaan worden. En U weet alle dingen voordat ze gaan gebeuren, en U ziet deze dingen en U Heilige Boek der Gevallen Engelen 184 ondergaat het, en U zegt ons niet wat wij ten aanzien ervan moeten doen'. De eerste gevallen engelen worden ervan beschuldigd dat zij vrouwen van een lager ras tot zich (goddelijke incarnaties) namen, namelijk van het ras van tot dan toe verstandeloze mensen. Alle oude heilige geschriften bevatten dezelfde, min of meer verminkte legende. Oorspronkelijk betekent de val van de engelen die de ‘eerstgeborenen’ van God veranderde in Asura’s of in de Ahriman en Typhon van de ‘heidenen’ (d.i. indien de verhalen in het Boek van Henoch en in Hermes, in de Purana’s en in de Bijbel letterlijk worden genomen) esoterisch gelezen eenvoudig het volgende: Zinnen zoals: ‘In zijn (EN.KI Aartsengel Lucifer) eerzucht heeft hij zijn hand op tegen het heiligdom van de God van de hemel’, enz., zouden als volgt moeten luiden: ‘Gedreven door de wet van eeuwige evolutie en karma incarneerde de engel op aarde in de mens; en omdat zijn wijsheid en kennis nog goddelijk zijn, hoewel zijn lichaam aards is, wordt hij er (allegorisch) van beschuldigd de mysteriën van de hemel te onthullen.’ Hij combineert en gebruikt beide voor doeleinden van menselijke, in plaats van bovenmenselijke voortplanting. Voortaan ‘zal de mens verwekken en niet scheppen’. Maar omdat hij door dat te doen zijn zwakke lichaam moet gebruiken als middel tot voortplanting, zal dat lichaam moeten boeten voor deze wijsheid, die van de hemel naar de aarde werd gebracht; daarom zal het misbruik van de lichamelijke reinheid een tijdelijke vloek worden. De middeleeuwse kabbalisten wisten dit goed; een van hen vreesde namelijk niet om te schrijven: ‘De Kabbala werd eerst door God zelf aan een selecte groep engelen onderwezen, die een theosofische school in het paradijs vormden. Na de VAL deelden de engelen deze hemelse leer goedgunstig mee aan het ongehoorzame kind van de aarde, om de eerste mensen het middel te verschaffen om tot hun voormalige Heilige Boek der Gevallen Engelen 185 adel en gelukzaligheid terug te keren.’ (Aangehaald door Christian Ginsburg uit de Kabbala.) Dit toont aan hoe de gebeurtenis dat de zonen van God met de dochters van de mensen huwden en hun de goddelijke geheimen van de hemel meedeelden die allegorisch werd verteld door Henoch en in het zesde hoofdstuk van Genesis, door de christelijke kabbalisten werd geïnterpreteerd. Deze hele periode kan worden opgevat als het voormenselijke tijdperk, dat van de goddelijke mens of, zoals de plooibare protestantse theologie nu zegt de vóóradamitische periode. Maar zelfs Genesis begint zijn werkelijke geschiedenis (hfst. vi) met de reuzen van ‘die dagen’ en de ‘zonen van God’ die hun vrouwen de dochters van de mensen huwden en onderwezen. Dit is de periode die in de Purana’s wordt beschreven; en omdat deze betrekking heeft op tijden die zijn verloren in de archaïsche eeuwen en dus voorhistorisch zijn, kan geen antropoloog er zeker van zijn of de mensheid van die periode wel of niet was zoals nu. Alle personen uit de Brahmana’s en Purana’s de rishi’s, prajapati’s, manu’s, hun vrouwen en nakomelingen behoren tot die voor menselijke periode. Zij vormen allen om zo te zeggen het zaad van de mensheid. Rond deze ‘zonen van god’, de ‘uit het verstand geboren’ astrale kinderen van Brahma, zijn onze stoffelijke lichamen gegroeid en ontwikkeld tot wat ze nu zijn. Want de puranische geschiedenissen van al deze mensen zijn die van onze monaden in hun verschillende en talloze incarnaties op deze en andere gebieden, gebeurtenissen waargenomen door het ‘oog van Siva’ van de oude zieners (het ‘derde oog’ van onze stanza’s) en allegorisch beschreven. ‘Die kinderen (van de gevallen engelen) van hemel en aarde ontvingen van de soevereine machten, de veroorzakers van hun bestaan, bij hun geboorte buitengewone morele en lichamelijke vermogens. Zij Heersten over de elementen, kenden de geheimen van de hemel en de aarde, van de zee en de hele wereld, en lazen de toekomst in de sterren. . . . Het schijnt inderdaad dat men, als men over hen leest, niet met mensen zoals wij te maken heeft, maar met geesten van de Heilige Boek der Gevallen Engelen 186 elementen, die zijn voortgekomen uit de schoot van de Natuur en volledige macht over haar hebben . . . Al deze wezens dragen het kenmerk van MAGIE en TOVENARIJ . . .’Toch droegen de ‘Lemuriërs’ en de Atlantiërs, ‘die kinderen van hemel en aarde’, inderdaad het kenmerk van TOVENARIJ; want de esoterische leer beschuldigt hen precies daarvan wat, als het werd geloofd, een einde zou maken aan de moeilijkheden van de wetenschap met betrekking tot de oorsprong van de mens, of eerder nog tot zijn anatomische overeenkomsten met de mensaap. Zij beschuldigt hen van de (voor ons) afschuwelijke misdaad van geslachtelijke gemeenschap met zogenaamde ‘dieren’, waardoor ze een werkelijk aapachtige soort, die nu is uitgestorven, hebben voortgebracht. Bij het nauwkeurig bestuderen van de Toelichtingen kan de gedachte opkomen dat het ‘wezen’ waar de pas ‘geïncarneerde’ gemeenschap mee had, een ‘dier’ werd genoemd, niet omdat het geen mens was, maar eerder omdat het fysiek en mentaal zoveel afweek van de meer volmaakte rassen, die zich in een vroegere periode fysiologisch hadden ontwikkeld. Denk aan Stanza VII en aan wat in het eerste vers ervan (vers 24) wordt gezegd: dat toen de ‘zonen van wijsheid’ de eerste keer verschenen om te incarneren, enkelen van hen volledig incarneerden, anderen alleen een vonk in de vormen projecteerden, terwijl het vullen en vervolmaken van sommige schaduwen werd uitgesteld tot het vierde Ras. De rassen die ‘van kennis bleven verstoken’ of die ‘verstandeloos’ waren gelaten, bleven zoals zij waren, zelfs na de natuurlijke scheiding van de geslachten. Zij bezondigden zich aan de eerste kruisingen, om zo te zeggen, en brachten monsters voort; en uit hun afstammelingen kozen de Atlantiërs hun vrouwen. LIJST VAN ADAMS NAKOMELINGEN VIA SET Toen Adam 130 jaar was, verwekte hij een zoon die op hem leek, die zijn evenbeeld was. Hij noemde hem Set. Na de geboorte van Set duurde Adams leven nog 800 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 930 jaar. Daarna stierf hij. Toen Set 105 jaar was, verwekte hij Enos. Na de geboorte van Enos leefde Set nog 807 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 912 jaar. Daarna stierf hij. Toen Enos 90 jaar was, verwekte hij Heilige Boek der Gevallen Engelen 187 Kenan. Na de geboorte van Kenan leefde Enos nog 815 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 905 jaar. Daarna stierf hij. Toen Kenan 70 jaar was, verwekte hij Mahalalel. Na de geboorte van Mahalalel leefde Kenan nog 840 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 910 jaar. Daarna stierf hij. Toen Mahalalel 65 jaar was, verwekte hij Jered. Na de geboorte van Jered leefde Mahalalel nog 830 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 895 jaar. Daarna stierf hij. Toen Jered 162 jaar was, verwekte hij Henoch. Na de geboorte van Henoch leefde Jered nog 800 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 962 jaar. Daarna stierf hij. Toen Henoch 65 jaar was, verwekte hij Metuselach. Na de geboorte van Metuselach leefde Henoch nog 300 jaar, in nauwe verbondenheid met God. Hij verwekte zonen en dochters.In totaal leefde hij 365 jaar. Henoch leefde in nauwe verbondenheid met God; aan zijn leven kwam een einde doordat God hem wegnam. Toen Metuselach 187 jaar was, verwekte hij Lamech. Na de geboorte van Lamech leefde Metuselach nog 782 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 969 jaar. Daarna stierf hij. Toen Lamech 182 jaar was, verwekte hij een zoon die hij Noach noemde. ‘Deze zoon,’ zei hij, ‘zal ons troost geven (5:29) Noach [...] troost geven – In het Hebreeuws is er een woordspel tussen de naam Noach en het werkwoord nicham, ‘troost geven’.voor het werken en zwoegen dat ons deel is omdat de Heer het akkerland heeft vervloekt.’ Na de geboorte van Noach leefde Lamech nog 595 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 777 jaar. Daarna stierf hij. Toen Noach 500 jaar oud was, verwekte hij Sem, Cham en Jafet. DE BLOEDLIJNEN UIT KAÏN & SETH Sommige Kaïnieten zijn reuzen (NEPHILIMS afstammelingen van de AN.NU.NA.KI – gevallen engelen), anderen dwergen. Zo hebben sommigen twee hoofden, zodat ze nooit een gezamenlijke beslissing kunnen nemen en het nooit eens zijn met zichzelf. Het ene moment zijn ze eerbiedig, even later boosaardig. Kaïn weet dat hij voor de moord op zijn broer tot in de zevende generatie moet boeten. Pas na de geboorte van zijn zoon Henoch krijgt hij weer enigszins vrede met zichzelf. Hij bouwt verschillende steden, die Heilige Boek der Gevallen Engelen 188 met muren zijn omheind, zodat al zijn nazaten gedwongen worden bij hem te blijven. Toch blijft Kaïn zondigen, net als zijn afstammelingen. Daarom besluit God hen te vernietigen. Wanneer hij de afstammingsreeks van Eva's zoon Kaïn weergeeft, is de bijbel zeer karig (Genesis4:17-18) en noemt slechts één van zijn zonen, Enoch, gevolgd door de opvolgers van Enoch, Irad, Mehujael, Methusael en Lamech. Parallel met deze reeks wordt de afstamming uit Eva's zoon Seth (Genesis 4:26, 5:1-25) gegeven, en met toevoeging van twee extra generaties, bereikt deze reeks eveneens een Lamech: Bloedlijn via Kaïn Enoch Kaïnan Irad Mehujahel Methusael Lamech Seth Enos Mahalaleël Jared Enoch Methuselah . Lamech Vanaf het begin der tijden is er een twist tussen de twee bloedlijnen. De reeks van Seth bevat een zekere Kaïnan (wiens naam een variant op Kaïn is), die samen met Enos, geen directe tegenhanger lijkt te hebben, maar afgezien van deze afwijkingen, omvatten de lijsten haast een herhaling van namen (zie boven tabel). Dit heeft geleid tot suggesties dat misschien een van de reeksen verzonnen was door de samenstellers van het Oude Testament, en aangezien de Kaïnitische erfopvolging historisch belangrijker was (afstammelingen van LUCIFER) naar Koninklijke maatstaven, zou de reeks waarvan het voor de hand lag dat hij verzonnen was, de reeks van Seth zijn. Het feit blijft echter bestaan dat, hoewel de reeks van Kaïn die van het koningschap was, de reeks van Seth een dynastie van het priesterschap was, waarbij de zoon van Lamech in die reeks Noach was, de 'Rechtvaardige' (de Tzaddik), zoals hij wordt genoemd in de Zohar. Een tzaddik was in essentie het joodse equivalent van een heilige. Er lijkt weinig twijfel over te bestaan dat de reeks naar Noach, en van hem naar Heilige Boek der Gevallen Engelen 189 Abraham, afstamde van Seth, zoals uitgelegd in Genesis, maar het is volledig mogelijk dat de namen die gegeven zijn van Seth tot Lamech, in een of andere mate ontstonden waren aan de Kaïnitische lijst, teneinde de vroege aartsvaderlijke erfopvolging wat meer gewicht te verlenen. Uit het woord tzaddik is de dynastieke priestertitel 'Zadok' voortgekomen, schijnbaar vanaf de tijd van koning David (2 Samuel 8:17); in bestaande manu schriften van het vroege Nieuwe Testament wordt zowel Jezus als zijn broer jakobus aangeduid als tzaddik. De leerstellingen van de oeroude overlevering van de Draak bevestigen dat de erfopvolging van Kaïn werd voortgezet zonder enige huwelijksband met de reeks van Seth . Op deze manier werd het 'Anoennaki-bloed’ (Lucifer of Nephilim bloed) ervan zo zuiver mogelijk gehouden, en het was deze Kaïnitische Koninklijke reeks, de reeks van het Rosicrucis (teken van Kaïn) die werd gevoed met het Sterrenvuuraftreksel van de godin. De reeks van Seth had daarentegen een aards erfgoed, en daarom probeerden de schrijvers na Genesis het beeld van deze reeks na de tijd van Noach te verfraaien door een verhaal te bedenken dat suggereerde dat Noach niet de natuurlijke zoon van Lamech was. Het verhaal vertelt dat Noach zo plank en mooi was toen hij geboren was, dat Lamech twijfelde of hij de echte vader was, en verklaarde: Zie, ik dacht in mijn hart dat de bevruchting van de wachters (één van de gevallen engelen) afkomstig was, en dat de […] afkomstig was van de heiligen. En mijn hart werd in me veranderd vanwege dit kind. Toen/haastte ik, Lamech, me en ging naar Bath-Enosj [mijn] vrouw, en ik zei tot haar, Bij de Hoogste, bij de Heer der grootheid; bij de Koning [...], vertel me in waarheid zonder leugens [...] Speciaal in deze tekst reageert de vrouw van Lamech ontkennend op de beschuldiging, hoewel de engelachtige status van Noach wordt gesuggereerd: Heilige Boek der Gevallen Engelen 190 Toen Bath-Enosj mijn vrouw zag dat mijn gezicht op mij veranderd was [...], bedwong ze haar emotie en sprak tegen mij, en zei [...] 'Ik zweer u bij de grote Heilige, bij de Koning van de Hemel, dat dit zaad werkelijk van u is, en dat deze bevruchting werkelijk van u is [...], en van geen ander; noch van een van de wachters, noch van enige van de zonen van de hemel'. In de praktijk lijkt het dat de handeling haar doel voorbij schiet doordat dit verteld wordt, maar de suggestie van de nephilimafkomst (gevallen engel) van Noach was een tactische zet en de waarheid van de zaak stond of viel al naargelang het antwoord van Lamechs vrouw te vertrouwen was. De twijfel was afdoende gezaaid om een ander boek over de zaak uit te lokken, het Boek van Noach. Dit boek, waarvan fragmenten in het Latijn en Ethiopische bewaard gebleven zijn, maakt meer werk van het dilemma van Lamech door uit te leggen dat de baby 'blanker' was 'dan sneeuw, en roder dan de bloem van de roos: het haar op zijn hoofd was witter dan wol, en zijn ogen waren als de stralen van de zon'. Toch, ondanks dit alles, wordt er uiteindelijk gezegd dat Noach 'waarlijk de zoon van Lamech' was en eerste meer laat men Noach stevig in de stamreeks van Seth (de zoon van Adam en Eva) vastzitten. Dat deze reeks werelds ras, wordt aangeduid van het allereerste begin, wanneer wordt gezegd dat Seth Enos verwekte (Genesis 4:26), want enos was het gewone Hebreeuwse zelfstandig naamwoord voor 'man'.Wat de andere Lamech aangaat (de afstammeling van Eva en EN.KI-Samael) legt Genesis uit dat hij twee vrouwen had, van wie er een (Adäh) hem twee zoons baarde, en"de andere (Zilläh) hem een zoon en een dochter baarde (Genesis 4:20-22). De eerste zoon van Adäh was jabal, van wie gezegd werd dat hij de 'vader was van degenen die in tenten wonen'; De broer van jabal was jubal, naar verluidt 'de voorouder van allen die de lier of de fluit hanteren', terwijl zijn halfbroer Tubal-Kaïn (zoon van Zilläh) wordt beschreven als 'een leraar van iedere bewerker van koper en ijzer'. Zoals de Hebreeuwse Anchor Bible aangeeft, is het gebruik van het woord 'ijzer' natuurlijk een anachronisme (aangezien dit zich enige tijd voor de ijzertijd afspeelde) en moet het, correcter, 'metaal' luiden. Inderdaad was Tubal Kaïn de grootste metaalbewerker van zijn tijd en is hij lang Heilige Boek der Gevallen Engelen 191 vereerd,als de grote aartsvader van de Meester-Ambachtslieden. De Hebreeuwse naam Methusael (vader van Lamech) heeft een Alkadische wortel in Mûtoe-sä-îli (Man van de God), en Lamech is een variant (bijna een anagram) van de Soemerische naam Akalem, die als echt anagram Amalek heeft, een latere zoon van Esau (Genesis 36:12). Dus was er een prominente Soemerische koning van de Kaïnitische erfopvolging, met de naam Akalem, die enige tijd na 3500 v.Chr. regeerde? Die was er zeker: zijn graf werd ontdekt door Sir Leonard Woolley tussen de zestien Koninklijke graven van de predynastieke koningen (loegals) van Ur. Deze opmerkelijke koning was Akalam-doeg, en de prachtige helm van zijn zoon Mes-kalam-doeg is een voortreffelijk voorbeeld van de goudsmeedkunst. De grote Vulcanus en Meester-Ambachtsman van die tijd was Tubal Kaïn, de zoon van Lamech (Akalam-doeg), en Tubal Kaïn kan worden gelijkgesteld met koning Mes-kalamdoeg, aangeduid als de 'Held van het Goede Land'. Zijn vrouw, Nin-banda, was de dochter van A-bar-gi (Abaraz), heer van Ur, wiens graf ook door .Sir Leonard Woolleywerd gevonden, en de vrouw van heer A-bar-gi was koningin Sjoebad van Ur, een matriarchale vorstin, met een Drakenafstamming van Lilitho Sjoeb-ad (ook bekend als Nin Poe-abi) is ons beter bekend uit. Genesis als Naämäh de Tovenares, de dochter van Lamech en Zilläh. Men kan daarom zien dat de takken van de erfopvolging van Kaïn hun verschillende koninkrijken in Ur regeerden, van Ur in zuidelijk Mesopotamië tot Assoer in het noorden; ze waren de aanzienlijkste soevereine dynastie van die periode, en bezaten het oorspronkelijke erfgoed van het Malchoet. Toch, ondanks al hun aanzienlijkheid, of juist daardoor, kozen de schrijvers van de bijbel ervoor om deze machtige vorsten te negeren, om een parallelle afstammingsreeks uit Adams zoon Seth. Er waren hiervoor een aantal redenen, maar het hoofddoel was het ware erfgoed van een hierna volgend lid van de Kaïnitische familie te verhullen - een zoon van Tubal Kaïn die de essentiële Soemerische schakel naar de vroege farao's van Egypte was. Deze Egyptische connectie was niet welkom bij de Hebreeuwse schrijvers, omdat ze ernaar streefden een pure, Adamitische erfopvolging, naar David en de uiteindelijke koningen van Juda te schilderen - een aartsvaderlijkelijn die niet de matriarchale erfenis van de Heilige Boek der Gevallen Engelen 192 Drakenkoninginnen belichaamde. Als resultaat werd er gezegd dat de desbetreffende zoon van Tubal-Kaïn (Mes-kalam-doeg) een zoon van Noach was geweest, en hij werd voor het gemak in diskrediet gebracht, zoals was gebeurd bij zijn voorouder Kaïn. Deze zoon was de Bijbelse Cham. In het boek “Heilige boek der Gevallen Engelen” wordt erin geschreven dat Noach werd benaderd door EN.KI (aartsengel Lucifer) om de nazaten van zijn schepping te redden met de bouw van een Ark. De zonvloed zou worden bewerkstelligd door zijn broer EN.LIL (aartsengel Michaël). Zou dan Noach toch afstammeling zijn van EN.KI (Aartsengel Lucifer). Blijkbaar wel want het is hij (EN.KI) dat de opdracht geeft voor de bouw van de Ark. KAÏN HEERSERS VAN EN.KI BLOEDLIJN Qayin (of Kaïn) is vaak de eerste 'mr. Smith genoemd' omdat de term qayiri ook 'smid' betekent, zoals bij 'een smid van metalen', of beter een smid van zwaarden, een vereiste vaardigheid (of kenning'= kennis) van de vroege koningen. In dit opzicht is de naam die hij kreeg in Genesis - zoals die van Hevel (Abel) en veel andere in de bijbel- meer een beschrijvende aanduiding dan een werkelijke persoonsnaam. In de alchemistische traditie was hij werkelijk een qayin - een metaalbewerker van de hoogste orde, zoals zijn nakomelingen, in het bijzonder Tubal-Kaïn (Genesis 4:22), die vereerd wordt in de wetenschappelijke vrijmetselarij. Tubal-Kaïn was de grote Vulcanus van die periode, de bezitter van de plutonische theorie (de kennis van de werkzaamheid van interne hitte), en daardoor een prominente alchemist. Het erfgoed van Qayin was dat van de Soemerische metaalbewerkers de meesterambachtslieden die we tegenkwamen aan het hof van El Elyon en de hoogste meester in de Kunst was Qayins vader EN.KI (Aartsengel Lucifer), beschreven als 'de manifestatie van kennis, en de ambachtsman bij uitstek, die de kwade demonen uitdrijft die de mensheid aanvallen'. De alchemistische bezigheden van deze familie waren van het hoogste belang voor hun geschiedenis, en de deskundigheid van hun vakmanschap vormde de sleutel voor het mysterieuze 'brood des levens' en het 'verborgen manna' van de bijbel. Als Qayin dus niet de werkelijke naam van de man was, wie Heilige Boek der Gevallen Engelen 193 was hij dan wel? In de Soemerische historie wordt naar hem verwezen als Arwioem, koning van Kisj, de zoon van Mazda en de opvolger van koning Atabba (de Addma). Onder zijn andere namen Mazda en 'Mazdao was Enki (via zijn zoon Arwioem de Qayin) de voorouder van de magische spirituele meester Zarathoestra (Zoroaster). De naam Mazda (van Masenda) betekent 'iemand die voorover gaat liggen (als een slang)', en de Soemerische naam Arwioem is verbonden met het Hebreeuwse woord awwim; wat 'slangen' aanduidt. In de Perzische overlevering was Enki (Aartsengel Lucifer) Ahoera Mazda, de god van leven en licht (zoals de illuminati , de lichtmeesters), die ook Ohrmazd (of Ormoezd) werd genoemd, wat 'Slang van de nacht' betekent, terwijl in deze context Mazda ook equivalent is met 'Heer' (waarbij Ahoera Mazda 'wijze heer' betekent). In de Arische overlevering van Perzië was het Ohrmazd die het eerste de Rechtvaardige Mens geschapen had, net zoals er van EN.KI in Soemerië wordt gezegd dat hij die taak verricht had: Wat de identiteit van de vrouw van Qayin aangaat (Genesis 4:17-24), zij werd Loeloewa genoemd (parel, een met de maan verbonden sieraad).In sommige christelijke werken wordt Loeloewa genoemd als de dochter van Eva, hoewel ze niet bij name wordt genoemd in de bijbel, Loeloewa (beter: Loeloewa-Lilith) was de dochter van Lilith, en in de talmoedische traditie was Lilith de eerste echtgenote van Adam voor Eva. Zoals aangeduid in de Soemerische annalen was Lilith de kleindochter van Enlil-El Elyon (Aartsengel Michaël), omdat ze de dochter van zijn zoon Nergal (Meslamtaea) was, de koning van de Onderwereld. Haar moeder was de nicht van Nergal, NinEresjkigal, en Lilith was dienares van haar tante van moederskant, koningin Inanna (Isjtar). Lilith was van afkomst volbloed AN.UNNA.KI (gevallen engelen), en hoewel ze was aangewezen als partner voor Adam op de korte termijn, legde de joodse Talmoed uit dat ze weigerde om zijn seksuele partner te zijn. Haar fysieke partner in dit opzicht was niemand anders dan EN.KI (Aartsengel Lucifer), de vader van Kaïns echtgenote Loeloewa. Zoals vermeld werd Enlils (Michaël) broer Enki (Lucifer, in zijn rol als de slang) Samael genoemd -' en in dit opzicht brengt de literatuur van Ha Qabalah ons terug naar het uitgangspunt van deze passage over 'Eden', want deze stelt onomwonden dat 'naar Samael Heilige Boek der Gevallen Engelen 194 en Lilith als personen verwezen wordt als de boom der kennis van goed en kwaad'. Zohar de Sjechina-Matronitwas die de engel Metatron droeg, samen met zijn zuster Lilith. Maar in de oorspronkelijke Soemerische traditie was Lilith de dochter van Eresj-Kigal, Koningin van de Onderwereld, terwijl haar jongere zuster Anath geen nageslacht had. De Metatron (van meta-tonthronon, wat 'het dichtst bij de goddelijke troon' betekent') was de vader van Lilith, koning Nergal(Meslamtáea), die (als zoon van Enlil-Eloh YHWH) de tegenhanger van de HebreeuwsKanaänitische Baäl was. Strikt genomen was Anath niet de traditionele geest van de Wijsheid (de Sophia), want deze status was het prehebreeuwse voorrecht van Eresj-kigal, en het was de erfenis van haar dochter Lilith, wier naam afkomstig was van lilitoe (Akkadisch-Assyrisch: 'wind geest'). Niet alleen hadden de Zoharjoden bepaalde strategische wijzigingen aangebracht in de familiestructuur van de Mesopotamische godenwereld (bijv. door te stellen dat Anathjlnanna een dochter was van EnliljEloh YHWH in plaats van haar correct te beschrijven als een kleindochter), maar de joden in het algemeen hadden ook het Mesopotamische festival Sjabattoe gewijzigd. Dit was het maandelijkse feest van de volle maan geweest, maar ze hadden het veranderd in een wekelijkse gebeurtenis, en het herdoopt in sabbat. De volledige Joodse geloof is gebaseerd op de oude tradities van de AN.UNNA.KI & EN.KI. Te midden van al deze structuurwijzigingen vormde Lilith een belangrijk probleem voor de Schriftelijke Hebreeën. Ze kon in de bijbel niet met Jehova of Adam geïdentificeerd worden, omdat haar Anoennaki-echtgenoot bekendstond als Enki-Sainael, en hij was de broer van Enlil-El Elyon die jehova geworden was. In de nieuwe opzet van alles kon het duidelijk niet zo zijn dat men ging denken dat jehova een broer had - zeker niet een broer, die zich zo krachtig tegen hem verzette in sociale aangelegenheden. Maar historisch was het Enld (niet Enlil) die Adam (Atabba) en Eva (Nin-chawa) had geschapen het was Enki die hem de rechten op Kabbalistische wijsheid had geschonken, en het was Enki die Atabba had benoemd op zijn priester-Koninklijke positie. Deze dingen waren bekend in Mesopotamië en Kanaän; ze werden opgeschreven en waren gemakkelijk toegankelijk in tempelbibliotheken van Babylon, en dus konden ze niet worden genegeerd maar ze konden Heilige Boek der Gevallen Engelen 195 opnieuw worden geïnterpreteerd. Enki, de wijze held van Soemer, kon (in overeenstemming met zijn embleem) worden afgeschilderd als een voor problemen zorgende slang een beeld dat ook Lilith kon omvatten, want zij was de houdster van de matrilineaire erfenis van het koninkrijk: de Malchoet, de soevereiniteit van de Draak. HET STERREVUUR VAN EN.KI & EN.LIL We zullen nu snel gaan kijken naar de stamboom van het Koninklijke bloed, dat werd, doorgegeven vanaf Kaïn en zijn zonen de erfopvolging die tactisch genegeerd werd door de Hebreeën en de christelijke Kerk ten faveure van de parallelle, jongere lijn vanaf Seth; de zoon van Adam. Voorafgaand moeten we echter het speciale belang van de Kaïnitische dynastie gaan begrijpen en vaststellen waarom zij werd gemeden door de angstige 'discipelen van Enlil-jehovah. In Genesis (4:17-18,5:6-26) worden de afstammingsreeksen vanuit Kaïn en zijn halfbroer Seth gegeven maar het is interessant dat in de eerste generaties de namen die in elke lijst genoemd zijn, vrijwel overeenstemmen, hoewel ze in een verschillende volgorde gegeven worden. Met het oog hierop heeft men vaak geopperd dat de stamreeks vanuit Seth naar Noach door de schrijvers van de bijbel gefabriceerd werd om zijn ware afstamming te verbergen. (symbool van de nakomelingen van Adam & Eva tot Salomon) Heilige Boek der Gevallen Engelen 196 Maar als dat het geval zou zijn, dan moet er iets tijdens het leven van Noach aan het licht gekomen zijn dat er de oorzaak van was dat het erfgoed van zijn zoon Sjem versluierd werd en het antwoord wordt gevonden in Genesis (9:4). In dat stadium van de familiegeschiedenis zou jehova naar verluidt tegen Noach gezegd hebben: 'Vlees zult ge niet eten samen met liet leven daarvan, wat het bloed daarvan is' een gebod dat apert belangrijk werd voor de latere joodse levenswijze. Maar waarom zou jehova plotseling zo geobsedeerd raken over de consumptie van bloed, terwijl Hij zijn onderdanen toestond om vlees te eten? Onderzoekers en schrijvers, zoals de moderne filosoof Neil Freer, hebben opgemerkt dat de kennelijk lange levensduur van het nephilim-ras 'consistent en expliciet verbonden was met een substantie die ze tot zich namen'. Het is lang een gebruikelijke joodse praktijk geweest om vlees op te hangen om het bloed eruit te laten lopen voorafgaand aan het koken en de consumptie, maar in contrast daarmee heeft het christelijke geloof speciaal betrekking op het figuurlijk consumeren van bloed. In de christelijke traditie is het een gebruik om het sacrament van decommunie (de eucharistie) te nemen, waarbij wijn wordt gedronken uit de heilige kelk, wat symbolisch het bloed van Christus representeert, het levensbloed van de Messiaanse afstamming. Zou het daarom kunnen zijn dat het moderne christelijke gebruik een on bewust teruggrijpen is naar een oeroude ritus uit de tijd van vóór Noach, waarbij men werkelijk bloed tot zich nam? Zo ja, aangezien we ook weten dat de kelk een volledig vrouwelijk symbool is dat altijd het embleem is geweest voor de “baarmoeder”, zou dit dan zelfs een extract kunnen zijn van goddelijk menstrueel bloed dat werd vereerd als het levenbrengende 'Sterrenvuur'. Het menstruele Sterrenvuur (Elixir rubeus) van de godin, dat in wezen beschouwd werd als vloeibare intelligentie, werd symbolisch aangeduid als het alziende oog of als het vurige kruis (het rosi-crucis) , precies zoals dat wordt afgebeeld bij het Teken van Kaïn. Deze symbolen werden later gebruikt bij de mysteriescholen van het oude Egypte, vooral die van de priesterprins Anchfn-chonsoe (circa 2170 v.Chr.), die formeel werd gevestigd als het Drakenhof door koningin: Sobeknefroe van de twaalfde dynastie. Heilige Boek der Gevallen Engelen 197 Om predes te zijn was het oorspronkelijke Sterrenvuur de met de maan verbonden essentie van de godin, maar zelfs in een wereldse omgeving bevat menstruüm de meest waardevolle endocriene afscheidingen, vooral die van de epifyse en de hypofyse. Interessant genoeg (hetzij feitelijk, hetzij in fictie) wordt ervan gestold menstrueel bloed letterlijk beschreven dat het verzameld wordt door sommige medicijnvrouwen in de wildernis van Australië, want men denkt dat het voortreffelijke genezende eigenschappen heeft bij open wonden. In mystieke kringen is de menstruele bloei ('dat wat bloeit of bloedt') lang aangeduid als de 'bloem', weergegeven door een lelie of lotus. De epifyse in de hersenen werd in het bijzonder direct geassocieerd met de boom des levens, want van deze kleine dier werd gezegd dat hij 'het nectar van de hoogste uitmuntendheid' afscheidde het wezen van het vermogen om lang te leven zelf, wat soma,12 of ambrosia wordt genoemd door de oude Grieken. Het menstruüm het 'Voertuig van het Licht' genoemd, omdat het de belangrijkste bron van verschijningen was,en in dit opzicht werd het regelrecht gelijkgesteld met de mystieke wateren van de schepping de stroom van eeuwige wijsheid. Het licht werd ook metaforisch aangeduid door een slang die Koendalini heette. De Indiase mystici zeiden ervan dat ze opgerold zat onder in de ruggengraat, om diep in slaap te blijven in een persoon die spiritueel nog niet ontwaakt was. Koendalini (de magische kracht van het menselijke organisme) wordt slechts wakker gemaakt door de wil, en bloed is het voertuig van de geest. De pijnappelklier is het kanaal van directe spirituele energie en wordt gemotiveerd door voortdurend zelfondervraging. Dit is een niet voor de hand liggend mentaal proces maar een waar gedachteloos bewustzijn - een vormeloos vlak van puur zijn. Heilige Boek der Gevallen Engelen 198 DE DOOD VAN KAIN DOOR GILAMESJ & ENKI.DOE (de dood van Kaïn) Kaïn komt aan zijn einde door toedoen van Lamech (Gilamesj, zie Gilgamesj epos), zijn achterkleinzoon. Lamech (Gilamesj), is blind en gaat vaak uit jagen met zijn zoon (ENKI.DOE), die hem dan waarschuwt als er wild in de buurt komt. Een keer meent de jongen een gedaante met horens in de verte te zien. Lamech schiet zoals gebruikelijk op zijn aanwijzingen zijn pijl af. Maar als ze in de buurt van de neergeschoten prooi komen, roept de jongen uit: 'Vader, U hebt iets gedood dat in alle opzichten op een mens lijkt, behalve dat het horens op zijn hoofd draagt." Lamech weet meteen dat hij zijn voorouder Kaïn heeft vermoord, die door God van horens is voorzien. In zijn wanhoop klampt hij zijn handen samen, waardoor hij per ongeluk zijn zoon wurgt.'De aarde opende haar mond en verzwolg de vier generaties die uit Kaïn waren voortgekomen Henoch, Irad, Mehujael en Methusael,' vervolgt het verhaal: 'Lamech, blind als hij was, kon niet naar huis gaan. Hij bleef achter bij de lichamen van Kaïn en zijn zoon, waar zijn echtgenotes, die hem in de avond gingen zoeken, hem aantroffen. Toen ze hoorden wat hij had gedaan, wilden ze hem verlaten, Heilige Boek der Gevallen Engelen 199 omdat ze wisten dat alle nazaten van Kaïn ten dode waren opgeschreven. Maar Lamech wilde daar niets van weten: 'Als Kaïn,' die moordde met voorbedachte rade, werd gestraft tot in de zevende generatie, misschien dan dat ik, die niet de bedoeling had iemand te doden, voor 77 generaties gevrijwaard blijf van vergelding.' Met zijn vrouwen wendt Lamech zich vervolgens tot Adam. Die beslist, nadat hij beide partijen heeft aangehoord, in het voordeel van Lamech. HET GRAF VAN EVA Niet ver buiten Jeddah, de tweede stad van Saoedi-Arabië, ligt het graf van Eva. (Jeddah, Saoedi-Arabië) De Britse ontdekkingsreiziger Richard Burton beschrijft in zijn memoires hoe hij in 1853, vermomd als Mghaanse pelgrim, een bezoek brengt aan het heiligdom, dat op ongeveer een half uur rijden per ezel van de Mekkaanse Poort in de havenstad ligt. De Moeder van de Mensheid ligt volgens Burton, 'zoals het een moslima betaamt' met het gezicht naar Mekka, de voeten noordwaarts en haar hoofd naar het zuiden terwijl haar rechterwang omhooggehouden wordt door haar rechterhand. Heilige Boek der Gevallen Engelen 200 Bezoekers die later de exacte afmetingen opnemen, komen uit op een lengte van 146 meter, een gemiddelde breedte van 4,50 meter en een hoogte van een meter. In het midden van het graf, ter hoogte van de navel, moet zich een soort koepel hebben bevonden, met daaronder een bewerkte steen. Burton kan het niet laten een kus op de navel te geven. Uit welke tijd het graf van Eva stamt, is onduidelijk. Arabische geschriften maken er in de twaalfde eeuw voor het eerst melding van, maar er zijn ook aanwijzingen dat de verering al terug te voeren is tot ver voor het ontstaan van de islam. Van het graf is niets meer over. Nadat koning Abd al-Aziz al Saoed, de grondlegger van het huidige Saoedi-Arabië het land in 1925 veroverde, zijn alle praalgraven verwoest. Eeuwenlang zijn vrouwen van ver naar het grafmonument gekomen om de navel van Eva aan te raken, in de hoop dat zo hun vruchtbaarheid zal toenemen. Maar het wahhabisme, de uiterst strenge staatsgodsdienst die Al-Saoed invoerde, is wars van elke vorm van bijgeloof. Volgens de islamitische overlevering draagt Eva, die in de Koran alleen als Hawwa, of 'moeder van alle levenden', wordt aangeduid, de verantwoordelijkheid voor de erfzonde. Zij heeft Adam eerst dronken gevoerd, voordat hij van de verboden vrucht at. Alle vrouwen moeten daar tot op de dag van vandaag nog voor boeten. Zwangerschap, geboorteweeën en menstruatie moeten hen aan deze misstap blijven herinneren. Nadat ze uit het Paradijs zijn verjaagd, worden Adam en Hawwa volgens de islam gescheiden. Adam belandt in India, Eva in Jeddah. Uiteindelijk worden ze door Allah weer herenigd op de berg Arafat bij Mekka, waar Eva nog 39 kinderen krijgt. Ook het graf van Adam, dat volgens Burton in de buurt van Masjid al-Khayflag, moet gigantisch zijn geweest. Volgens de overlevering reikte Adam tot aan de onderste hemel. Dat hij later verschrompelde tot de afmetingen van Eva was te wijten aan de broedermoord van Kaïn op Abel. HET GRAF VAN ADAM In totaal leefde Adam 930 jaar. Daarna stierf hij. De kapellen op de plek van de kruisiging hebben de rots van Golgotha niet helemaal overwoekerd. Heilige Boek der Gevallen Engelen 201 “Nadat Adam was gestorven, wasten de engelen zijn lichaam een onven aantal keren met water, vervolgens begroeven zij hem in een graf met een is (lahd) en zij zeiden “ Dit is de manier van de kinderen van Adam”(Profeet Mohammed) (Golgotha rots, graf van Adam) Hier en daar is er nog iets van te zien, met onder andere de uitholling waarin het kruis gestaan zou hebben. Knielende mensen raken die plek met eerbied aan. Het heilige graf is een duizend jaar geleden door een bezeten moslimse heerser gesloopt, maar de plaats zelf heeft hij niet uit kunnen wissen. Er is thans een kamertje overheen gebouwd, waar je met niet meer dan twee of drie tegelijk naar binnen kunt. Je ziet er een vrouw uit komen met tranen in de ogen -een hedendaagse herinnering aan haar zusters uit de geschiedenis van Pasen. Wanneer je zelf binnen bent, lees je ontroerd op een wandkleed boven de plaats wat er is gebeurd: "Christus is opgestaan". De kapel van de kruisiging bevindt zich op de heuvel Golgotha, wat hoger dan de rest van de kerk. Precies onder deze kapel is er een andere, "de kapel van Adam", gebouwd tegen een holte in de rots. Wat schuilt hierachter? Volgens de legende zou Adam begraven zijn in deze holte op Golgotha. De Heilige Boek der Gevallen Engelen 202 kruisiging vindt dus plaats boven het graf van Adam. Hiervoor is, uiteraard, geen enkel steekhoudend bewijs aan te voeren. Dat Jezus hier feitelijk gekruisigd is, staat wel vast, maar de kapel van Adam berust op iets legendarisch. Wie heeft dan die legende bedacht? De legende is niet zozeer bedacht als wel opgeroepen. De dood van Christus roept als vanzelf de gedachte op aan de dood van de eerste mens. Bijbels gesproken horen beide ook bij elkaar. Nog een stap verder en men gaat het graf van Adam zoeken op de plaats waar Christus is gestorven. Dit laatste is in de legende geschiedt en het heeft concrete gestalte gekregen in die holte onder het kruis. Deze holte vormt als het ware een op Golgotha zelf gelokaliseerde preek: "Hier is de dood van Adam -en met Adam van ons allenoverwonnen! Hier is de beslissende slag gestreden, niet voor een mens, niet voor een volk, maar voor de gehele mensheid!" Maar waarom heeft dan niet een andere plaats de legende van het graf van Adam opgeroepen, namelijk de plek waar Jezus is opgestaan? Lag dat niet meer voor de hand? Op het eerste gezicht wel, bij enig nadenken niet. Adam krijgt niet "maar zo" deel aan de opstanding. Er moet eerst iets goed gemaakt worden. Ook dat wordt in deze kerk op beeldende wijze tot uitdrukking gebracht. Op een muur tegenover de kapel van Adam zien we een afbeelding van de kruisiging, waarop aan de voet van het kruis een schedel ligt. Dit is trouwens op de meeste Oosters Orthodoxe afbeeldingen van de kruisiging het geval. We schenken daar meestal geen aandacht aan, vermoedend dat het wel iets te maken zal hebben met de naam van Golgotha, "schedelplaats". Dat is ook wel juist, maar in de Oosters Orthodoxe kerken heeft men daarbij wel aan een heel bijzondere schedel gedacht, namelijk aan die van Adam. Op sommige afbeeldingen, wordt dan tevens duidelijk gemaakt waarom die schedel van Adam juist hier moest liggen en niet ergens bij het lege graf. Uit de doorboorde voeten van Jezus komt een straal bloed die Adams schedel treft. De eerste druppels van Christus' bloed vallen op de schedel van onze stamvader Adam, de eerste zondaar. Kan het geheim van de verzoening aangrijpender worden afgebeeld? Waar dit bloed vloeit wordt de schuld van de mens bedekt en dan verliest de dood zijn aanspraak. Eerst de schedelplaats, dan het lege graf. Hierbij moet ik denken aan een paar regels uit een dooplied Heilige Boek der Gevallen Engelen 203 van Luther, dat zo fraai vertaald is door J.W. Schulte Nordholt (Gez. 165 : 5, Liedboek): Door U voorgoed vergeven, staat Adam stralend op en loopt terug in 't eeuwig leven, het paradijs hervonden. Het "hervonden paradijs" heeft te maken met het lege graf, maar de sleutel ertoe vind je bij het kruis. Die sleutel is ook ons aangereikt. In de doop is ons hoofd met hetzelfde bloed besprenkeld als in de legende de schedel van Adam. Mag ik met het oog op Adams schedel aan de voet van het kruis, daarvan nog een paar regels aanhalen? "Ik ben een harde schedel, toch ben ik geheel week geworden en versmolten in zijn liefde; ik lig hier buiten op de godsakker, toch ben ik binnen in het paradijs! Alle lijden is vergeten! Dat heeft ons zijn grote liefde gedaan, toen Hij voor ons zijn kruis droeg en uitging naar Golgotha." Heilige Boek der Gevallen Engelen 204 Heilige Boek der Gevallen Engelen 205 HOOFDSTUK 6 Enoch en de Heilige Bloedlijn Heilige Boek der Gevallen Engelen 206
© Copyright 2024 ExpyDoc