Slimme route naar werk in Noorden

07 april 2014 , pag. 8
Slimme route naar weerk in Noorden
Banenverlies was er volop de laatste jaren. Recent nog, de grote klap bij Aldel.
Daarom is er nu een deltaplan voor de
noordelijke maakindustrie: Region of
Smart Factories.
BOUKE NIELSEN
Region of
Smart
Factories
H
¬ Rob Karsmakers.
Foto Jeroen Horsthuis
¬ Siem Jansen, directeur
NOM. Foto Jan Buwalda
et regende de afgelopen
jaren ontslagen. Massaontslagen als bij Aldel
versterken het gevoel dat
werkgelegenheid verdwijnt. ,,Maar
het ware verhaal is dat de werkgelegenheid blijft en dat er zelfs werk bij
komt’’, zeggen NOM-directeur Siem
Jansen en sitemanager Rob Karsmakers van Philips Consumer Lifestyle
in Drachten haast in koor.
Ze zijn met allerlei betrokkenen
op zoek gegaan naar de beste garantie voor behoud van werkgelegenheid. Maakindustrie is daarbij de basis van de oplossing, want die zorgt
voor spinoff en dus voor banen. Verdwijnt zoiets, dan verdwijnt ook al
het afgeleide werk. Met andere
woorden: verdwijnt Aldel, dan verdwijnt het aluminiumtransport, de
beveiliging enzovoort, en er komt
niks voor terug. Gaat de beveiliger
failliet dan komt er gewoon een andere beveiliger voor terug, want het
werk blijft doorgaans bestaan.
Jansen en Karsmakers zetten in op
de Smart Factory. En daarbij gaat het
gek genoeg niet alleen over techniek, maar ook over de ‘zachte kant’
van een technische revolutie. Want
in de optiek van beide mannen vormen sentimenten in Noord-Nederland een wezenlijke belemmering.
,,Toen ik hier 4,5 jaar geleden begon’’, weet Karsmakers nog maar al
te goed, ,,proefde ik een wat gelaten
houding. Permanent kwam de vraag
of de locatie bleef voortbestaan. En
ook hoe lang ik nog zou blijven.’’
Karsmakers had zich bij zijn entree voorgenomen Drachten stevig
op de wereldkaart te zetten. Hij wilde
een deel de productie van scheerapparaten uit China terughalen, maar
zoiets moet je verdienen, weet hij.
Dat gaat niet vanzelf. De Philips-topman had voorheen gewerkt in Azië
en had daar gezien dat ambitie en
wilskracht nodig zijn om op wereldschaal te winnen.
K
arsmakers: ,,Wat me in Azië
opviel, is dat hoe laat je daar
ook naar buiten gaat, het er
bruist. Er is een en al levendigheid.
Die dynamiek is een aantrekkelijke
voedingsbodem voor innovatie.
Zo’n ecosysteem is noodzakelijk en
dat willen we hier ook. Innovatie
moet hier meer in de lucht komen
hangen. Het moet als noodzaak worden gezien om onze welvaart te behouden.’’
Met vooral een diensteneconomie gaan we het niet redden, is de
overtuiging van Karsmakers. De
maakindustrie is nog steeds het fundament van ons nationale verdien-
¬ De productie bij Philips in Drachten. Ook maakindustrie.
model, stelt hij. ,,Maar kies je voor
maakindustrie dan kies je er ook
voor om op wereldschaal te concurreren.’’
Region of Smart Factories moet er
daarom komen. HTSM (High Tech
Systems and Materials) en samenwerken zijn daarbij de sleutelwoorden. Karsmakers: ,,We moeten ons
zo verkopen en ontwikkelen dat de
rest van de wereld constateert: dit is
de regio waar high tech leeft.’’
Als innovatie en interessante projecten dicht bij huis te te vinden zijn,
hoeven talentvolle jongeren niet
meer naar de Randstad of naar het
buitenland. Onderwijs en overheid
spelen daarbij een rol. In de gesprek-
Een groep van multinationals
(Philips, Fokker, Ten Cate) en
een reeks noordelijke mkbbedrijven en kennisinstellingen ontwikkelen de komende
jaren nieuwe technieken waarmee de productiviteit van de
maakindustrie kan worden
verbeterd. Daarmee kunnen
banen worden behouden of de
werkgelegenheid worden uitgebreid.
Deze week presenteren ze zich
op de grootste industriebeurs
van de wereld, de Hannover
Messe. Ze afficheren zich als
‘Noord-Nederland, Region of
Smart Factories’. Dus als regio
van de slimme fabrieken. Het
gaat in feite om HTSM, ofwel
High Tech Systems and Materials, een zogenoemde topsector
van Economische Zaken.
Om de maakindustrie, banenmotor van Noord-Nederland,
een impuls te geven, zal de
productiviteit moeten verdubbelen. Dat is althans de insteek. In Duitsland wordt gesproken over de vierde industriële revolutie (na de stoommachine, de lopende band en
de robots), waarbij fabrieken
zo opereren dat ze zelf ‘nadenken’, zichzelf corrigeren en
zich continu verbeteren. Doel
is ‘zero defect’ (nul fouten) en
‘first time right’ (in een keer
goed). De intelligente fabriek
vraagt om onder meer hoogwaardige kennis van ict, big
data en sensoren.
Foto Jeroen Horsthuis
Banen van Aldel
poets je niet in één
keer weg, maar dit
is wel een richting
ken met overheden constateert
Karsmakers dat de noordelijke overheden de ‘HTSM-paraplu’ nog onvoldoende vasthouden. Karsmakers:
,,In de regio leeft het idee van: als we
voor HTSM kiezen, kiezen we ook
voor iets níét. Het Aldel-verhaal
speelt dan een rol.’’
Met andere woorden: er zou dan
geen oog zijn voor laaggeschoolde
arbeid. Karsmakers vervolgt: ,,HTSM
lijkt misschien wel voor de happy
few van de industrie. Maar het is veel
meer dan innovatie en technologie.
Het gaat ook over dingen maken. En
daarin passen ook fabrieken als Aldel.’’
Alle denkbare creativiteit moet
worden aangesproken om NoordNederland kostenconcurrerend te
maken ten opzichte van de rest van
de wereld. Dat vereist denken in
nieuwe concepten, het vereist ambi-
tieuze investeringen in machines,
mensen en opleiding.
En het vereist betrokken mensen
met een blik naar buiten. Karsmakers: ,,Mensen zijn niet wereldvreemd en weten dat je uit de comfortzone moet als je globaal wilt excelleren. Of men dat hier beseft? We
innoveren hier al 63 jaar. Dat zegt genoeg. Men is hier positief kritisch en
dus vergt een verandering wel wat
meer tijd. Maar daarna verdampt het
niet snel.’’
Vertrouwen is niet altijd vanzelfsprekend, zegt hij. ,,Ik krijg in het begin vaak de vraag: hoe lang blijf je
zelf? Men heeft hier managers zien
komen en gaan en dus is het een be-
grijpelijke vraag. Maar langzamerhand is er ook geloof in mijn steeds
terugkerende verhaal over de toekomst.’’
Er is vanuit de initiatiefgroep
Smart Factories overleg met ondernemers, onderwijs en overheid.
Karsmakers zegt het samenstellen
van een regio-overschrijdende agenda met de overheid moeizaam verloopt. ,,Het gaat dan om regioperikelen’’, zoals hij het provinciale denken noemt. ,,Maar we moeten concurreren met andere regio’s in de
wereld, niet met onze buren. Bewijs
eens dat je durft samen te werken.
Dat geeft de regio wereldwijd juist
smoel.’’
Noorden heeft een
cluster bijna net zo
groot als Brainport
Eindhoven
Jansen vult aan dat er soms geld
naar een andere provincie moet om
iets geregeld te krijgen waarvan een
van de noordelijke provincies dan
profiteert. Dat ligt gevoelig, weet hij.
Jansen: ,,Maar in de hitte van de dag
kunnen we niet zeggen: stil maar,
wacht maar, alles komt goed.’’
K
arsmakers plaatst een waarschuwing: ,,De luxe is voor
jongeren straks niet meer
vanzelfsprekend. Wij hebben in elk
geval de ambitie om niet de gemakkelijkste weg te kiezen. Jongeren
zouden best eens een heel moeilijke
tijd tegemoet kunnen gaan. De
maakindustrie biedt een oplossing.’’
Siem Jansen benadrukt dat Region of Smart Factories niet alleen het
verhaal van Philips is. Ook andere
grote namen zijn betrokken. ,,Het
gaat enorm veel verder want ook be-
drijven als Pezy in Groningen en Resato in Roden leveren hier. En Resato
maakt zelf ook weer gebruik van 32
toeleveranciers uit de regio. Kijk, die
600 arbeidsplaatsen van Aldel poets
je niet in één keer weg, maar dit is
wel een richting.’’
Karsmakers stelt dat ten onrechte
de overheid is verweten dat men te
weinig voor Aldel heeft gedaan. Hij
benadrukt dat ook zo’n aluminiumsmelter zich op wereldschaal
moet meten.
,,Je moet enorm concurrerend
zijn’’, weet hij. ,,Bij Blokker liggen
ook spullen die goedkoper zijn dan
die van Philips. En die worden gekocht. Dus moet je zelf iets doen om
te blijven wedijveren. Het is simpel:
wat vandaag bovengemiddeld is, is
morgen alledaags.’’
Het is opmerkelijk dat beide mannen een obstakel zien in wat je de
zachte kant van Region of Smart Factories zou kunnen noemen. De techniek en de bedrijven zijn het probleem niet, de noordelijke ambitie
zo te horen wel. Karsmakers: ,,Drachten is niet een enfant terrible binnen
Philips, maar ook niet braaf en volgzaam. Wat meer vertrouwen in de eigen innovatiekracht zou wel helpen.’’
Siem Jansen denkt dat het genuanceerder ligt. ,,Innovatie is in feite
elkaars programma organiseren
want je doet het samen’’, zegt hij, ,,en
dat is voor een overheid nu eenmaal
lastig. Daar denkt men in wet- en regelgeving, in strakke spelregels. Innovatie wordt nu eenmaal los van
spelregels georganiseerd. Vanuit
chaos ontstaat namelijk steeds iets
nieuws, maar het gaat tegelijk ook
vaak fout.’’
Als je weet wat je wilt, maak je keuzes, zegt Karsmakers, en dat is soms
risicovol. ,,Als je je nek hebt uitgestoken, kun je niet meer terug. Bij mijn
binnenkomst in Drachten heb ik tegen de ondernemingsraad gezegd
dat ik een deel van de productie uit
China wilde terughalen. Dat was riskant. Want als dat niet was gelukt,
had ik misschien na een jaar al het
vertrouwen verloren en waren de
vooroordelen van het personeel bevestigd.’’
Daarom willen ze Smart Factories
voor Noord-Nederland stevig neerzetten. Jansen: ,,Ik was voorzitter
van de club die Culturele Hoofdstad
Leeuwarden 2018 moest binnenhalen. Zoiets kan fout gaan, maar daar
moet je je niet door laten leiden. Je
moet overtuigd zijn te winnen. Weet
je, iedereen heeft het over Brainport
Eindhoven. Maar in Noord-Nederland hebben we een innovatiecluster dat bijna net zo groot is en het is
zelfs groter dan in Twente.’’