Toeristisch belang verschilt sterk per regio

Kwartaalbericht Regio's
ING Economisch Bureau
Toeristisch belang
verschilt sterk per
regio
Nu de vakantietijd aanbreekt kan het bedrijfsleven
profiteren van de bestedingen van gasten uit binnenen buitenland. Per regio verschilt het belang van het
toerisme sterk. Zo is dit in Zeeland, Limburg en Drenthe zeer groot, terwijl het in Utrecht en Flevoland relatief gering is.
Als gevolg van de huidige economische situatie staat
de toeristische sector onder druk. Bestedingen van
Duitse gasten kunnen zorgen voor enige verlichting.
Figuur 1 Toerisme index (2011)
Belang toerisme in Nederland
De vakantietijd en de komst van vele binnen- en buitenlandse
gasten heeft een positief effect op de Nederlandse economie.
Zo bedragen de totale toeristische bestedingen in Nederland
– door Nederlanders en buitenlandse toeristen – meer dan 35
miljard euro en creëert het werk voor meer dan 350.000
mensen.1
Box 1 Toerisme index: overnachtingen en horecaonderneming
Met behulp van cijfers van het CBS en het Bedrijfschap Horeca en Catering is de toerisme index tot stand gekomen. Deze
index is berekend op basis van het aantal overnachtingen in
logiesaccommodaties en het aantal horecaondernemingen
per hoofd van de bevolking. Per provincie is hiermee het
belang van het toerisme in kaart gebracht.
Grote regionale verschillen
De betekenis van het toerisme verschilt sterk per regio (figuur 1). De plaats binnen de toerisme index wordt vooral
bepaald door de aanwezigheid van toeristische trekpleisters,
zoals: aantrekkelijke steden, pretparken en natuurgebieden.
Daarnaast speelt de ligging en de bereikbaarheid via lucht-,
trein- en wegverkeer mee. Aangezien ruim tweederde van
de overnachtingen in logiesaccommodaties door Nederlandse bezoekers wordt gerealiseerd, speelt de aantrekkingskracht van de regio op binnenlandse gasten een grote rol.
1
Bron: CBS, Satellietrekening Toerisme (SRT).
Bron: ING Economisch Bureau
Duitse gast kan magere vooruitzichten verzachten
Als gevolg van de huidige economische situatie staat de toeristische sector onder druk. Het vertrouwen van de Nederlandse consument is op een laag niveau en zal mede als gevolg van de oplopende werkloosheid en bezuinigingen voorlopig geen verbetering laten zien. Het aantal overnachtingen
van Nederlandse gasten nam in 2011 af en ligt inmiddels ruim
4,5% lager dan in 2007. Hoewel buitenlandse toeristen de
afname van het binnenlands toerisme de afgelopen jaren
deels wisten te compenseren, is er in 2012 weinig groei vanuit het buitenland te verwachten. De werkloosheid binnen de
eurozone ligt met een percentage van ruim 11% op het
hoogste niveau sinds 1997 en drukt de bestedingen van bui-
tenlandse toeristen in Nederland. Door de relatief geringe
omvang van toerisme uit Azië en andere opkomende gebieden zal eventuele groei uit deze gebieden dit niet kunnen
compenseren. Duitse gasten, die van groot belang zijn voor
de Nederlandse toerismemarkt (figuur 2) kunnen waarschijnlijk wel een positieve bijdrage leveren. Onze oosterburen
zien de werkloosheid de komende tijd waarschijnlijk teruglopen en de consumptie naar verwachting toenemen.
2020: bezoekers uit BIC-landen upcoming - leeuwendeel uit omringende landen
Buitenlandse toeristen zullen waarschijnlijk in toenemende
mate uit opkomende landen als China, Brazilië en India komen. In 2020 reizen er naar verwachting jaarlijks circa 100
miljoen Chinese toeristen buiten de eigen landsgrenzen. Ook
Nederland kan hiervan een graantje meepikken. Bezoekers
uit Europa en dan vooral uit de omringende landen: Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en België, zullen echter veruit
het belangrijkst blijven.
Figuur 2 Buitenlandse logiesovernachtingen als %
van totaal (2011)
Australië en
Oceanië; 1%
Azië; 5%
Afrika; 1%
Amerika's; 8%
Duitsland; 39%
Europa Overig;
12%
Spanje; 3%
Italië; 3%
Frankrijk; 5%
Groot-Brittannië;
10%
België; 12%
Bron: ING Economisch Bureau
Toeristisch groeiperspectief Groningen gering
Groningen scoort op de toerismeranglijst ondermaats en is
bovendien in 2011 ten opzichte van tien jaar geleden nog een
plaats gezakt, naar de 10e positie. In studentenstad Groningen zijn in absolute zin veruit de meeste horecagelegenheden van de provincie te vinden.
Bij de uitgaven voor verblijf zijn hotels en pensions met een
aandeel van 38% oververtegenwoordigd. Campings en vakantiehuisjes zijn een stuk minder populair. De ijzersterke
slogan “Er gaat niets boven Groningen” geldt zeker niet voor
het aantal buitenlandse overnachtingen per inwoner (0,46),
want daarmee staat de provincie onderaan de ranglijst.
De provincie afficheert zich vooral met de stad Groningen en
daarnaast met cultureel en natuurlijk erfgoed, maar echte
trekkers ontbreken. Best bezochte dagattracties zijn na enkele zwembaden het Groninger Museum, dat onlangs dankzij
Kwartaalbericht Regio's mei 2012 2
een financiële injectie van de gemeente een faillissement wist
te voorkomen, en zeehondencrèche Pieterburen.
Tekenend voor de economisch slechte situatie waarin ook
Noord-Nederland zich bevindt is dat DelfSail na het succes in
2009 (900.000 bezoekers) mede vanwege de recessie is uitgesteld van 2014 naar 2016. Of de uiteindelijk goedgekeurde
baanverlenging op Groningen Airport Eelde, waarvan de
werkzaamheden naar verwachting in de tweede helft van dit
jaar zullen starten, veel voor het inkomend toerisme zal betekenen is twijfelachtig. Vooral noorderlingen die naar zonbestemmingen vliegen maken gebruik van Eelde. Het aantal
passagiersbewegingen piekte in 2008 op 191.000, maar zakte sindsdien. De dit jaar gestarte vier nieuwe lijndiensten naar
Zuid-Europa zullen naar verwachting deze negatieve trend
ombuigen.
Friesland haalt winst uit water en Wadden
Friesland is met een vijfde plaats op de lijst van toerisme indices een subtopper. De waterrijke provincie scoort zowel
met de bijna 29 horecaondernemingen per 10.000 inwoners
als de ruim 7 overnachtingen per inwoner ruim boven de
Nederlandse gemiddeldes van respectievelijk 26 en 5. De
Waddeneilanden, Nederlands enige UNESCO natuurerfgoed,
is een grote toeristische trekker. Dit blijkt alleen al uit het feit
dat Vlieland, Schiermonnikoog, Terschelling en Ameland de
vier gemeenten zijn met de hoogste horecadichtheid van ons
land. Uiteraard is het aantal recreatiewoningen en kampeerterreinen hoog, maar vooral het aantal inwoners is laag:
Schiermonnikoog is met nog geen 1.000 inwoners de kleinste
gemeente van Nederland qua inwoneraantal.
Er wordt ongeveer € 1 mrd per jaar besteed aan recreatie,
de helft door dagjesmensen en de andere helft door verblijfsrecreanten. Bijna 7% van de Friese werkgelegenheid is verbonden aan recreatie en toerisme.
In de zomermaanden komen er gemiddeld bijna 200.000
gasten per maand naar Friesland voor een verblijf. Daarnaast
bevindt ongeveer een vijfde van de jachthavencapaciteit zich
in deze provincie en is Friesland ook de meest aangedane
provincie tijdens bootvakanties. Het aantal overnachtingen op
de 217 jachthavens schommelt jaarlijks rond de 1,2 miljoen.
Friesland is (water)sportprovincie bij uitstek. De meest bezochte dagattracties zijn zwembaden (De Welle en De Blauwe Golf) en ijsstadion Thialf. Ook de populairste evenementen zijn met het water verbonden: de Harlinger Visserijdagen
(160.000 bezoekers), Sneekweek (140.000), Skûtsjesilen
(130.000) en - als “it oan giet” - de Elfstedentocht.
Drenthe doet het goed bij de Nederlandse vakantieganger
Drenthe neemt de derde plaats in op de toerisme ranglijst.
Met 10,6 toeristische overnachtingen per inwoner moet alleen Zeeland voorrang worden gegeven. In fietsprovincie
Drenthe zijn de bungalowparken (ruim 30) oververtegenwoordigd. Ruim 40% van de bestedingen voor overnachtingen komt in deze categorie terecht, campings (inclusief vaste
plekken) en hotels scoren aandelen van respectievelijk 31%
en 14%. Er is echter nog veel te winnen, want het aandeel
buitenlandse gasten in logiesaccommodaties is slechts 10%:
het laagste percentage van alle provincies. Het betreft hier
uiteraard veel Duitsers, maar ook een verhoudingsgewijs erg
hoog aandeel Belgen.
Ook het aantal dagtochten en de uitgaven daaraan blijven in
vergelijking met de meeste andere provincies achter. Best
bezochte attractie is Dierenpark Emmen, dat echter met teruglopende bezoekersaantallen te kampen heeft (minder dan
700.000 in 2011). In 2015 moet de geplande verhuizing van
het park voltooid zijn en zorgen voor impulsen voor het
Drentse toerisme. Sterk in opkomst is Plopsa Indoor met
270.000 bezoekers vorig jaar.
Op cultureel gebied onderscheidt het Drents Museum in Assen zich met populaire tentoonstellingen. Het moderne museum is zowel innovatief als consumentgericht: het richt zich
in het bijzonder op gezinnen en op 50+-ers, vooral ook uit de
Randstad
De feestweek rond de Zuidlaarder markt (160.000 bezoekers) en de Dutch TT in Assen zijn al jaren de drukst bezochte evenementen in Drenthe. In 2009 kwam daar de start van
de Vuelta (wielerronde van Spanje) bij, die trok 150.000 toeschouwers. De economische impact voor de provincie is berekend op ruim € 5 mln, ruim hoger dan de investeringen van
provincie en lokale gemeenten. Ook in 2015 zal de Vuelta in
Drenthe starten, waarbij ook Friesland waarschijnlijk een dag
zal worden aangedaan.
Henk van den Brink (020 5639506)
Utrecht moet het voornamelijk van dagjesmensen
hebben
De provincie Utrecht eindigt op de laatste plaats in de rangschikking van de toerisme index. Met slechts 20 horecabedrijven per 10.000 inwoners (Nederland gemiddeld 26) is dat
niet verwonderlijk. Daarnaast vindt nog geen 3% van alle
overnachtingen in logiesaccommodaties in Utrecht plaats. De
stad Utrecht blijft in hotelovernachtingen bijvoorbeeld flink
achter bij Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Maastricht.
Vanwege de geringe afstand tussen de steden overnachten
buitenlandse bezoekers veelal in Amsterdam. Desondanks
komt van alle overnachtingen in de provincie 28% op het
conto van buitenlanders. Vooral Britten weten Utrecht bovengemiddeld te vinden.
De provincie moet het vooral hebben van dagjesmensen.
Jaarlijks is Utrecht de bestemming van circa 70 mln. dagtochten, waarbij sporten, winkelen en uitgaan het populairst zijn.2
Hiermee trekt de provincie een aanzienlijk groter deel van
de dagjesmensen dan de overnachters. De stad Utrecht, met
haar Dom, Hoog Catherijne, de grachten, musea en evenementen, is de echte trekpleister met zo’n 40% van de dagtochten. Ook de Utrechtse Heuvelrug en omgeving trekken
veel dagtoerisme, met name buitenrecreatie. Dit gebied
vormt een uitzondering binnen de provincie, omdat er vaker
vakanties gehouden worden. Dit gebeurt vooral in huisjes en
op de camping. Daarnaast is hier relatief veel seizoensrecreatie in stacaravans. In Amersfoort en omgeving vormen sporten en uitgaan de belangrijkste activiteiten van dagjesmensen. Utrecht kan dus baat hebben bij een toename van het
aantal dagtrips als vervanging van een (korte) vakantie.
Gelderland in trek bij binnenlandse toerist
Gelderland scoort met de toerisme index minder dan verwacht mag worden (nummer zes) van de populairste bestemming voor binnenlandse vakanties. De aantrekkingskracht van Gelderland op natuurliefhebbers is groot. De Veluwe is het grootste aaneengesloten bosrijke natuurgebied
van Nederland en ook de Achterhoek en Rivierenland staan
bekend om de natuur. Het aantal overnachtingen in logiesaccommodaties is met 9,5 mln. hoog, maar per inwoner blijft de
provincie met 4,7 onder het Nederlandse gemiddelde van
5,1. Daarnaast blijft het aantal horecabedrijven met ruim 23
per 10.000 inwoners achter bij het landelijk gemiddelde.
Gelderland heeft de meeste campings (417) en parken met
vakantiehuisjes (136) van alle provincies. De meeste zijn te
vinden op de Veluwe. Er zijn bovendien zo’n 600 officiële
bed & breakfast locaties, maar Gelderland kent relatief weinig hotels. Gelderland moet het vooral van binnenlandse toeristen hebben. Nederlanders zijn goed voor ongeveer 90%
van alle overnachtingen. De meeste vakantiegangers komen
uit Zuid-Holland (28%).
Naast verblijf met overnachting kent de provincie veel dagrecreatie. Bezoekers komen naast de natuur (wandelen, fietsen) voor uitgaan, winkelen en attracties. Met Burgers Zoo en
het Dolfinarium heeft de provincie twee dierenattracties in
huis, die samen goed zijn voor 2,3 mln. bezoekers. Gelderland kan dus profiteren van verschillende soorten dagjesmensen.
Overijssels toerisme profiteert van Nederlandse vakantieganger en Duitse dagtoerist
Overijssel staat in de toeristische middenmoot op basis van
de regionale toerisme index. Het aantal horecabedrijven per
10.000 inwoners blijft achter bij het landelijke gemiddelde en
ook het aantal overnachtingen per inwoner ligt met 4,8 onder
het gemiddelde. Toch heeft Overijssel op toeristisch vlak
voor Nederland veel te bieden, getuige het relatief grote aantal binnenlandse vakantiegangers dat de provincie aandoet
en goed is voor 4,8 mln. overnachtingen. De provincie heeft
een groot aanbod aan logiesaccommodatie, met circa 270
kampeerterreinen doet ze nauwelijks onder voor toeristisch
paradijs Zeeland. Ook zijn er 300 officiële bed & breakfast
locaties te vinden. Naast Noord- en Zuid-Hollanders trekt de
provincie relatief veel Drenten en Groningers. Twente is de
bekendste (toeristische) regio binnen Overijssel, maar in het
Vechtdal en in Salland zijn de meeste toeristen per km2 te
vinden. Twente trekt wel de meeste vakantiegangers. De
meeste bezoeken aan tweede huisjes en stacaravans vinden
plaats in het Vechtdal. Behalve vakantiegangers kent Overijssel ook flink wat dagrecreatie. Er vinden ruim 90 mln dagtrips
plaats, waarbij winkelen, wandelen en fietsen de populairste
activiteiten zijn. Daarnaast herbergt de provincie in Attractiepark Slagharen qua bezoekers een van de grootste dagattracties van Nederland (1.469.800 bezoekers in 2010). De
nabijheid van Duitsland zorgt bovendien ook voor relatief
veel Duitse dagbezoekers. Overijssel kan zo dus profiteren
van de voorlopige robuustheid van de Duitse economie.
Ferdinand Nijboer (020 6523450)
2
Bron: Monitor toerisme en recreatie 2010, Ecorys
Kwartaalbericht Regio's mei 2012 3
Amsterdam in toeristisch ‘brugjaar’ naar 2013, perspectief Noordzeekust blijft goed
Noord-Holland scoort landelijk een vierde plaats in de toerisme index. Dat de provincie niet hoger staat komt vooral
door het zware gewicht dat door andere sectoren in de
schaal wordt gelegd, regionaal is de toeristische sector immers groot. Ook is het Noord-Hollandse aandeel in het Nederlandse toerisme de afgelopen jaren opgelopen van 21%
naar 25%. Met de Noordzeekust en oude Hollandse steden
als Hoorn, Enkhuizen, Volendam en Alkmaar kent NoordHolland karakteristieke plekken en fungeert Amsterdam gesteund door het uitgebreide netwerk van Schiphol - als
internationale toeristische trekpleister. Zo vindt maar liefst de
helft van de Nederlandse hotelovernachtingen door buitenlandse toeristen plaats in Amsterdam. Bovendien bezoekt
circa 15% hiervan ook (culturele) plaatsen in Noord- en ZuidHolland, wat gunstig is voor de regio.
De huidige recessie vormt vooral een bedreiging voor de
Europese bezoekers aan de provincie, die nog altijd de
meerderheid van de buitenlandse bezoekers vormen. Opvallend is dat het Amsterdamse toerisme het afgelopen jaar tegen de marktdruk in nog is gegroeid, wat de aantrekkingskracht benadrukt. Voor de hoofdstad biedt het groeiende
aantal Aziatische toeristen deels compensatie voor de wegblijvende Europese bezoekers. Per saldo tekent zich naar
verwachting een iets minder goed jaar af. Hierbij speelt mee
dat 2013 met de heropening van de belangrijke attracties als
het Stedelijk museum, Het Van Goghmuseum en het Rijksmuseum als beoogd jubeljaar mogelijk tot uitstel van bezoek
leidt.
Voor toeristische kustplaatsen als Zandvoort, Bergen en het
eiland Texel wordt het nadelig effect van moeilijke economische omstandigheden deels gecompenseerd. Niet alleen
omdat dagrecreatie in trek is, maar ook omdat er naar verwachting meer Duitsers en ook Belgen naar de NoordHollandse kust kunnen worden getrokken.
Zuid-Holland moet het hebben van de internationale
toerist
In combinatie met Noord-Holland is Zuid-Holland de bakermat van het Nederlandse culturele toerisme. Kenmerkende
steden als Delft en Gouda dragen hieraan bij, maar ook de
Keukenhof in Lisse en de molens van Kinderdijk zetten de
provincie toeristisch op de kaart. Ook los van het dagbezoek
vanuit Amsterdam is de bezoeker vaker internationaal. Zo
vinden 43% van de overnachtingen door buitenlandse bezoekers plaats (tegenover 32% gemiddeld in Nederland). Dit
wordt overigens deels verklaard door de aanwezige grote
steden Rotterdam en Den Haag die ook zakelijke internationale bezoekers trekken.
Hoewel een Zuid-Hollandse plaats als Scheveningen veel
dagjesmensen trekt, is de provincie door de beperkte aanwezigheid van recreatiegelegenheden nationaal minder in
trek. Per saldo heeft het toerisme in vergelijking met andere
provincies een geringe impact (positie 9 in de provinciale
toerisme index). Naar verwachting zal het Zuid-Hollandse
toerisme een pas op de plaats maken, de provincie profiteert
immers minder dan elders van Nederlanders die in eigen
land blijven. Wel werkt de provincie aan de ontwikkeling van
Kwartaalbericht Regio's mei 2012 4
recreatie. Zo steunt de provincie projecten in Katwijk en rond
de Drechtsteden om de waterrecreatie te stimuleren. Dit kan
in de toekomst voor een groter aandeel Nederlandse dagrecreanten zorgen.
Toerisme staat in Flevoland nog in de kinderschoenen
Op toeristisch vlak speelt Flevoland een bescheiden rol. In de
regionale toerisme index bevindt de provincie zich dan ook
in de achterhoede. Dit komt vooral doordat de jonge provincie minder cultureel erfgoed heeft. Toch is er wel ontwikkeling te zien. Flevoland kent het laagste aantal horecabedrijven
per 10.000 inwoners, maar dit is in de afgelopen jaren licht
gestegen. Daarnaast is het aantal overnachtingen in dezelfde
periode verdubbeld, al blijft het aandeel met 2% van het landelijke totaal gering. Dit heeft er echter wel toe geleid dat de
provincie Utrecht ten opzichte van 10 jaar geleden in de ranking is gepasseerd.
Kenmerkend voor Flevoland is dat het toerisme overwegend
nationaal is georiënteerd. Met recreatieparken als de Eemhof
gaat het hierbij in 75% van de gevallen om Nederlandse bezoekers, wat veel hoger ligt dan gemiddeld in Nederland. Als
de uitspraak ‘lekker weg in eigen land’ dit jaar vaker ter harte
wordt genomen, zal dit voor de provincie niet ongunstig uitpakken.
In het algemeen moet Flevoland het vooral hebben van het
dagtoerisme. Met de ligging aan het Veluwemeer en attracties als Walibi Flevo en een steevast uitverkocht Lowlands
festival is hier in de loop der jaren wel vooruitgang geboekt.
Het regionale bedrijfsleven profiteert hiervan mee.
Rico Luman (020 5639893)
Tabel 1 Regionale economische groei 2010-2012
Provincie
Groei 2011 Groei 2012* Groei 2013*
Groningen
-3,0%
-1,2%
-0,2%
Friesland
0,8%
-1,1%
-0,3%
Drenthe
1,3%
-1,1%
-0,3%
Overijssel
1,9%
-1,4%
-0,1%
Flevoland
2,0%
-0,5%
0,6%
Gelderland
1,5%
-1,0%
-0,2%
Utrecht
2,0%
-0,6%
0,2%
Noord-Holland
1,0%
-0,5%
0,3%
Zuid-Holland
1,5%
-0,9%
0,1%
Zeeland
-0,1%
-1,0%
-0,5%
Noord-Brabant
2,1%
-1,5%
-0,2%
Limburg
1,0%
-1,4%
-0,6%
Nederland
1,2%
-1,0%
0,0%
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Zeeland profiteert meest van toerisme
Op de toerisme index steekt Zeeland met kop en schouders
boven de rest van Nederland uit. Per hoofd van de bevolking
kent de provincie zowel het hoogste aantal toeristische overnachtingen als horecaondernemingen. De Zeeuwse kust heeft
een grote aantrekkingskracht op gasten uit binnen- en buitenland. De regio Zeeuws-Vlaanderen kent het hoogste aandeel
horecagelegenheden per 10.000 inwoners maar liefst 45.
Ondernemers in de regio hebben kunnen profiteren van de
toename van het aantal vakanties van Nederlandse gasten. Dit
nam tussen 2008 en 2010 met meer dan 50% toe.
Dat de Zeeuwse vakantiegangers voor een belangrijk deel
bestaan uit campinggasten heeft een gering effect op de gemiddelde bestedingen. Deze liggen per persoon rond het
Nederlandse gemiddelde.3 Vooral bij onze Oosterburen is
Zeeland populair. Meer dan driekwart van alle buitenlandse
overnachtingen wordt in Zeeland door Duitse gasten gerealiseerd. De verwachte toename van het aantal Duitse toeristen
in Nederland kan hier dus positief uitpakken.
Naast de kust trekken de Zeeuwse musea veel bezoekers
naar de regio. Volgens de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland waren dit er in 2010 circa 475.000. Vooral het waternoodmuseum in Ouwekerk is een publiekstrekker. Ook de
organisatie van evenementen, zoals Visserijdagen in Bruinisse en Breskens en attractieparken, als deltapark Neeltje Jans
stimuleren het toerisme.
Limburg dankt toppositie aan binnenlands toerisme
Het toerisme speelt een belangrijke rol binnen de Limburgse
economie. Tussen mei 2010 en mei 2011 besteedden toeristen circa €3,4 miljard in de provincie (circa 10% van bruto
regionaal product). Limburg bemachtigt dan ook de tweede
plaats op de toerisme ranglijst. In 2011 compenseerde de
groei van het aantal vakanties de teruglopende bestedingen
van vakantiegangers in Limburg. In 2012 zal dit waarschijnlijk
niet lukken en maakt ook in Limburg de toeristische sector
een pas op de plaats.
De provincie trekt relatief veel vakantiegangers uit Nederland. Maar liefst 80% van alle overnachtingen in logiesaccommodaties werd in 2011 gerealiseerd door Nederlandse
gasten, tegenover ruim 65% in de rest van Nederland. Dagtochten worden wel door veel buitenlandse en dan met name
Duitse gasten gemaakt. Zo werd vorig jaar ruim 29% van alle
dagtochten van Duitsers in Nederland in Limburg ondernomen. Winkelen in bijvoorbeeld het Retailpark in Roermond of
de Woonboulevard in Heerlen is erg trek. Zo is dit aandeel
Duitse bezoekers bij het Retailpark en de Designer Outlet
respectievelijk 15% en 46%.
De Floriade in Venlo, die naar verwachting circa twee miljoen
bezoekers uit binnen- en buitenland aantrekt, zal het positieve effect van het toerisme vergroten. Ter vergelijking: in de
periode mei 2010 – mei 2011 bezochten er ruim 7 miljoen
Nederlanders een evenement in Limburg.4
Trein- en vliegverbinding kunnen Brabants toerisme
impuls geven
De provincie Brabant vormt een middenmotor op de regionale toerisme index. Het aantal overnachtingen dat door buitenlandse gasten wordt gerealiseerd is met 20%, tegenover
ruim 35% landelijk, aan de lage kant. Brabant is wel in trek bij
bezoekers uit België: circa 1 op de 5 Belgische overnachtingen vindt plaats in de provincie. Door de verdere ontwikkeling van de Luchthaven Eindhoven en HSL station Breda kan
het buitenlandse toerisme een impuls krijgen in de toekomst.
3
4
Bron: Toeristische Trendrapportage: Zeeland in cijfers 2010-2011
Bron: Toeristische trendrapportage Limburg 2011 – 2012.
Kwartaalbericht Regio's mei 2012 5
Een belangrijk en sterk toenemend deel van de Nederlandse
bezoekers (ruim 15% in 2011) brengt tijdens een vakantie
een bezoek aan attractiepark in de provincie. Safaripark de
Beekse Bergen en de Efteling zijn grote publiekstrekkers.
Doordat de Brabantse vakantiegangers relatief veel uit gezinnen bestaan, liggen de gemiddelde bestedingen lager dan in
Nederland als geheel. Deze kunnen worden verhoogd wanneer meer cultuurtoeristen – die over het algemeen meer
besteden – een bezoek brengen aan de Van Gogh Brabant,
Liberation Route of één van de vele Brabantse musea. In dit
verband kan de regio profiteren van het evenement Jheronimus Bosch 500 (2016) en de mogelijke verkiezing van Den
Bosch tot culturele hoofdstad van Europa (2018).
Stef Bais (020 5647247)
Meer weten?
Kijk op ING.nl/zakelijk
Of bel met
Stef Bais,
econoom
020 564 72 47
Ferdinand Nijboer
econoom
020 652 34 50
Wilt u nieuwe publicaties per e-mail ontvangen?
Ga naar ING.nl/economischepublicaties
Disclaimer
De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de
analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit
rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie
is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING
Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen
dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is.
ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport
kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de
inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van
gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits
de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank
en de Autoriteit Financiële Markten.
De tekst is afgesloten op 23 mei 2012.