1e openbaar verslag ex art. 73a Faillissementswet in het faillissement van Stichting Solace Zorg, gevestigd te 8141 SH Heino, aan de Statenweg 3 Faillissementsnummer: Uitspraak faillissement: Rechter-commissaris: Curator: Datum verslag: I. 1.0 C/08/14/151 F 11 februari 2014 mr J.M. Marsman mr S.J. de Vries te Zwolle 12 maart 2014 Inventarisatie algemeen Bij vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, d.d. 11 februari 2014 is op eigen aangifte het faillissement uitgesproken van Stichting Solace Zorg te Heino. De stichting is gevestigd en houdt kantoor te Heino aan de Statenweg 3. De stichting houdt zich blijkens de inschrijving bij de Kamer van Koophandel bezig met “het bieden van zorg en/of (tijdelijke) huisvesting overeenkomstig de daartoe geldende regelgeving aan personen die deze zorg en/of (tijdelijke) huisvesting behoeven”. Concreet werd tot de dag van faillissement huisvesting en AWBZ geïndiceerde zorg geboden aan 33 cliënten met somatische zorg of psychogeriatrische zorg. De stichting beschikt over een BOPZaanmerking voor 16 cliënten met psychogeriatrische zorgvragen. De zorg werd verleend via een drietal zorgteams op de verpleegafdeling en een zorgteam voor de cliënten op de somatiek afdeling. De zorgzwaarte (ZZP) van de cliënten varieert van ZZP 4 tot ZZP 8. De curator heeft, samen met kantoorgenote mr J.C.E. Siebenga-Moggré, op de dag dat het faillissement is uitgesproken op de locatie van Solace Zorg gesproken met de heer I. Knuivers, bestuurder, en met mevrouw T.W. Zwienenberg-Weernink, voorzitter van de Raad van Toezicht. Hierbij bleek dat de stichting voorafgaand aan het faillissement de inkoop-afspraak bij het Zorgkantoor had teruggegeven aan het Zorgkantoor, waarna het Zorgkantoor uit hoofde van haar zorgplicht ex artikel 5 en 6 AWBZ de organisatie Carinova Woonzorg bereid had gevonden om vanaf datum faillissement als interim aanbieder voor de tot dan toe door de stichting verleende zorg op te treden voor een periode van maximaal drie maanden. De dag na het uitspreken van het faillissement heeft de curator vervolgens hierover gesproken met de heer J. Smid van het Zorgkantoor en met de heer J.G.M. Griepink van Carinova Woonzorg. e blad 2 – 1 verslag inzake Stichting Solace Zorg 1.1 Directie en organisatie In het bestuur van de stichting hebben vanaf 2010, het jaar van oprichting, de nodige wisselingen plaatsgevonden. De volgende personen zijn bestuurder (geweest): van 26-05-2010 tot 27-06-2013 : dhr. R. van Laar (per laatstgenoemde datum geschorst) van 01-04-2011 tot 01-06-2013 : dhr. H.T.M. Brevink van 27-06-2013 tot 03-12-2013: dhr. R.J.A. van Doorn (per laatstgenoemde datum geschorst) van 03-12-2013 tot heden: I.M. Knuivers als waarnemer uit de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht bestaat uit : Mevr. T.W. Zwienenberg-Weernink, voorzitter Dhr. W.J. Kranendink, penningmeester Dhr. I.M. Knuivers (vanaf 03-12-2013 fungerend als waarnemend bestuurder) Mevr. J.G.M. Stassen Dhr. H. Dijk 1.2 Omzet, winst/verlies Uit de ontvangen jaarrekeningen 2011 en 2012 en de interne stukken over 2013 blijkt het volgende over de omzet en het resultaat: omzet 2011 2012 2013 € € € winst/verlies 889.996 1.522.204 2.491.895 € € € 15.029 - 53.569 - 104.266 1.3 Balanstotaal Uit de jaarrekeningen 2011 en 2012 en de interne stukken over 2013 blijken de volgende balanstotalen: 2011 2012 2013 € € € 545.972 323.567 687.410 1.4 Lopende procedures Er is sprake van twee tegen de vennootschap aanhangig gemaakte procedures. De eerste procedure is aanhangig gemaakt bij dagvaarding d.d. 31 december 2013 door de besloten vennootschappen Residentiële en Ambulante Service en Zorg BV en European Care Residences Hotels and Resorts BV. Gefailleerde is gedagvaard tegen een rolzitting bij de rechtbank Overijssel, sector kanton, locatie Deventer, van 25 februari 2014. Deze procedure is niet bij de rechtbank aangebracht. Nu de vordering betrekking heeft op voldoening van een verbintenis uit de boedel (betaling van huur dan wel gebruiksvergoeding), dient de procedure eventueel te worden geschorst en dient de vordering ter verificatie te worden aangemeld. e blad 3 – 1 verslag inzake Stichting Solace Zorg De tweede procedure betreft een door ECH Beheer BV tegen gefailleerde bij de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, aanhangig gemaakte procedure tot terugbetaling van een geldlening, die aan de zijde van gefailleerde op de rol stond van 19 februari 2014. Inmiddels is deze procedure geschorst wegens het faillissement. Ook hier geldt dat de vordering ter verificatie dient te worden aangemeld. 1.5 Verzekeringen Er werden de gebruikelijke bedrijfsverzekeringen aangehouden. De verzekeringen dienen te worden beëindigd. 1.6 Huur Tot juli 2013 waren in het pand aan de Statenweg 3 te Heino zowel de nu gefailleerde stichting als ECH BV gevestigd. Laatstgenoemde vennootschap was hoofdhuurder en Solace Zorg was onderhuurder. ECH BV is op 24 juli 2013 in staat van faillissement verklaard en de huurovereenkomst van ECH BV is per 22 augustus 2013 beëindigd. Vervolgens is door verhuurder een huurovereenkomst gesloten voor het gehele pand met Residentiële en Ambulante Service en Zorg BV (RAZ). Tussen RAZ en Solace Zorg is in ieder geval geen schriftelijk huurovereenkomst tot stand gekomen. Wel is er door Solace Zorg na beslaglegging een betaling aan RAZ gedaan om tot opheffing van het beslag te komen. De titel die aan het gebruik van een deel van het pand door Solace Zorg ten grondslag ligt is de curator (nog) niet duidelijk. De curator heeft de huur/het gebruik van het pand opgezegd met inachtneming van het bepaalde in art. 39 Faillissementswet en heeft aangegeven dat een eventuele huurovereenkomst hierdoor in ieder geval zal eindigen per eind mei 2014. 1.7 Oorzaak faillissement Bij de aangifte van faillietverklaring is door Solace Zorg als oorzaak voor het faillissement – kort samengevat – het volgende genoemd als achtergrond/oorzaak voor het faillissement. Oorspronkelijk was de stichting gekoppeld aan een BV (ECH BV). De stichting verleende AWB-zorg en de BV particuliere zorg. Het bestuur van beide instellingen lagen echter aanvankelijk in één hand en de kosten van de huisvesting en zorg zouden voor een onevenredig deel aan de stichting zijn toegedeeld. Toen dit in het voorjaar van 2013 werd geconstateerd door de RvT van de stichting, zijn de bestuurders van de stichting en de voorzitter van de RvT ontslagen en is een bestuurder benoemd die nog uitsluitend met het bestuur van de stichting belast was. Daarna zou echter toch nog circa € 400.000, - aan liquiditeiten van de stichting zijn overgeboekt aan de BV en gelieerde vennootschappen, waardoor liquiditeitsproblemen bij de stichting ontstonden. In juli 2013 is vervolgens de BV gefailleerd, waarna de nieuwe huurder van het gehele pand volgens de stichting niet bereid bleek op voor de stichting acceptabele voorwaarden het door de stichting gebruikte deel onder te verhuren aan de stichting. De gevraagde huurprijs zou hoger zijn dan het aandeel dat de stichting gebruikte, terwijl de huurprijs ook hoger was dan de wooncomponent in het AWBZ-budget. Nadat vervolgens door de huurder van het pand ten laste van de stichting beslag was gelegd, verergerden de financiële problemen. Toen bleek dat het niet lukte kandidaten te vinden die bereid waren de stichting inclusief lusten en lasten over te nemen, is besloten aangifte van faillissement te doen. e blad 4 – 1 verslag inzake Stichting Solace Zorg II. Personeel 2.1 aantal werknemers ten tijde van faillissement Ten tijde van het faillissement waren er 62 werknemers in dienst. 2.2 aantal werknemers in jaar voorafgaand aan faillissement Niet bekend. 2.3 datum ontslagaanzegging De werknemers zijn na verkregen toestemming van de rechter-commissaris ontslag aangezegd bij brieven d.d. 14 februari 2014. Voordien zijn de relevante vakbonden door de curator uitgenodigd voor overleg ex artikel 3 Wet Melding Collectief Ontslag. Op 20 februari 2014 heeft er vervolgens een bijeenkomst plaatsgevonden, waarbij de curator het personeel heeft geïnformeerd over de situatie en waarbij het UWV aansluitend de vorderingen van de werknemers terzake achterstallig salaris c.a. heeft opgenomen en uitleg heeft gegeven over de positie van de werknemers. III. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 Activa onroerende zaken taxaties verkoopopbrengst hoogte hypotheek boedelbijdrage n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 3.6 bedrijfsmiddelen De stichting gebruikt allerhande zaken voor de uitoefening van haar werkzaamheden. Concreet gaat het dan om kantoorinrichting, inrichting van de huiskamers, (gedeeltelijke) keukeninventaris, standaardinrichtingen van de kamers van de bewoners. Over de eigendom van de door de stichting gebruikte zaken is inmiddels – zowel voor als na datum faillissement - de nodigde discussie gevoerd. Na het faillissement van ECH BV in juli 2013 heeft de curator van ECH BV, mr Meulenberg te Zwolle, alle aangetroffen zaken in het pand in Heino aan de Statenweg 3 – dat zowel door ECH BV als door stichting Solace Zorg werd gebruikt – verkocht aan RAZ BV. In de overeenkomst van curator Meulenberg met RAZ is wel een clausule opgenomen, inhoudende dat eigendomsrechten van de stichting dienen te worden gerespecteerd en dat zaken waarop de stichting terecht aanspraak maakt, aan de stichting dienen te worden teruggegeven. In dat geval zal vermindering van de door RAZ betaalde koopsom plaatsvinden naar rato van de getaxeerde waarde van de betreffende activa. De curator (van de stichting) heeft na datum faillissement het nodige onderzoek gedaan in de administratie, waaruit blijkt dat een groot deel van de door de stichting gebruikte zaken ook door de stichting is gekocht en betaald. De bewijsstukken hiervan zijn door de curator ook aan (de advocaat van) RAZ BV toegestuurd. Op basis van dit onderzoek heeft de curator jegens RAZ het standpunt ingenomen dat de stichting eigenaar is van de door de stichting gebruikte zaken. e blad 5 – 1 verslag inzake Stichting Solace Zorg Belangrijkste argument daarvoor is dat de stichting deze zaken zowel voor als na de verkoop door de curator altijd heeft gebruikt en dat deze zaken door curator Meulenberg (van ECH) daarmee nooit aan RAZ zijn geleverd en RAZ daarmee ook nooit eigenaar is geworden. De stichting is bezitter en dat veronderstelt eigendom. Door facturen en betaalbewijzen kan van een groot deel van de zaken de eigendom ook worden bewezen. Voor zover mocht blijken dat RAZ wel eigenaar is van een deel van de door de stichting gebruikte zaken, dienen deze rechten te worden gerespecteerd. Met RAZ wordt overgelegd gevoerd over een praktische oplossing die recht doet aan alle belangen. 3.7 Taxaties De bedrijfsmiddelen zijn op 25 februari 2014 getaxeerd door Cees Lubbers Taxaties. Er is een uitvoerig taxatierapport opgesteld, waarin ook tal van foto’s van de aangetroffen zaken zijn opgenomen zodat discussie over de waarde van zaken eventueel ook later kan worden gevoerd. 3.8 Verkoopopbrengst De zaken zijn tot dusver nog niet verkocht. Op het moment van dit verslag vindt nog overleg plaats over mogelijke verkoop van de activa als geheel. 3.9 Boedelbijdrage Er is geen sprake van zekerheidsrechten van derden, zodat een boedelbijdrage niet aan de orde is. 3.10 bodemrecht fiscus Niet relevant, nu geen sprake is van pandrechten. 3.11 andere activa Het kasgeld van de stichting ad € 147,30 is op de faillissementsrekening gestort. Verder zijn een bij de ING Bank aangehouden banksaldo ad € 1.364,41, een bij Van Lanschot aangehouden banksaldo ad € 24.000,- en een bij de Rabobank aangehouden banksaldo ad € 166,67 op de faillissementsrekening overgeboekt. Er is verder sprake van een saldo van € 65.000,- bij de ING Bank op een geblokkeerde rekening, waartegenover een aan ECH Beheer BV afgegeven bankgarantie staat voor eenzelfde bedrag in verband met de door ECH Beheer BV vóór faillissement al tegen gefailleerde aanhangig gemaakte vordering (zie par. 1.4). Het op grond van deze garantie uit te betalen bedrag is afhankelijk van de uiteindelijk in rechte vast te stellen betalingsverplichting. De curator dient nog na te gaan in hoeverre hieruit baten voor de boedel zijn te realiseren. Op basis van een nacalculatie over 2013 is op basis van een voorlopige inschatting van de productie over 2013 van het Zorgkantoor Midden IJssel nog een nabetaling te verwachten van € 24.438,04. De curator heeft een verzoek tot uitbetaling hiervan ingediend bij het Zorgkantoor. De stichting heeft verder geen vergoeding ontvangen voor de in de periode van 1 t/m 10 februari 2014 (tot datum faillissement) verleende zorg. Volgens een eerste berekening van de curator bestaat aanspraak op een vergoeding van € 66.240,05 en de curator heeft een verzoek tot uitbetaling van dit bedrag gericht aan Carinova Woonzorg, nu dit bedrag betaald dient te worden uit het door het Zorgkantoor aan Carinova voor de gehele maand februari 2014 toe te kennen budgetbedrag. e blad 6 – 1 verslag inzake Stichting Solace Zorg Door de curator zijn verder met Carinova Woonzorg de hierna nog nader te noemen afspraken over het beschikbaar stellen van personeel vanaf datum faillissement tijdens de opzegtermijn gemaakt, zulks tegen vergoeding van de daaraan verbonden kosten. Hieruit zijn nog baten te verwachten, waarvan de omvang nog nader moet worden bepaald. Tot slot dient de curator nog onderzoek te doen naar rekening-courantverhoudingen en de onder de oorzaak van het faillissement (zie par. 1.7) overboekingen van circa € 400.000,- en naar de vraag in hoeverre daaruit mogelijk nog baten kunnen volgen. IV. Eigendomsvoorbehoud Er is door crediteuren tot dusver geen beroep op een eigendomsvoorbehoud gedaan. V. Debiteuren 5.1 omvang debiteuren Door cliënten van Solace Zorg dienden maandelijks (beperkte) vergoedingen te worden betaald voor extra diensten als waskosten en telefoonabonnementen. De curator dient nog uit te zoeken in hoeverre uit dien hoofde nog sprake is van te vorderen bedragen. De omvang zal echter sowieso beperkt zijn, omdat deze vergoedingen tot datum faillissement automatisch werden geïncasseerd. 5.2 inschatting incasso Nog niet aan te geven. 5.3 opbrengst Nog niet aan te geven. 5.4 boedelbijdrage Niet van toepassing. VI. Bank/financiers 6.1 Vordering van de bank Er werden bankrekeningen aangehouden bij Van Lanschot, Rabobank Vaart en Vechtstreek en ING Bank. Bij geen van de rekeningen is sprake van een vordering van de banken. 6.2 Lease Er is in ieder geval sprake van twee leasecontracten, te weten een financiële leaseovereenkomst voor een steamer (keuken) en een operationele leaseovereenkomst voor een copier. De copier dient door de leverancier retour te worden genomen. Voor de steamer geldt dat de curator de mogelijkheden onderzoekt om deze overeenkomst over te laten nemen onder vergoeding van de ‘overwaarde’ in het contract dan wel om deze overeenkomst in te lossen. 6.3 Beschrijving zekerheden Niet van toepassing. 6.4 Afwikkeling separatistenpositie Niet van toepassing. e blad 7 – 1 verslag inzake Stichting Solace Zorg 6.5 Bedongen boedelbijdragen Niet van toepassing. VII. Doorstart/voortzetten De curator is op de datum van faillissement geconfronteerd met het feit dat Carinova Woonzorg door het Zorgkantoor uit hoofde van zorgplicht ex artikel 5 en 6 AWBZ bereid was gevonden om voor de voorheen door de stichting verleende zorg op te treden als zorgaanbieder voor een interim-periode van maximaal drie maanden. Door de RvT van de gefailleerde stichting was hiermee voor faillissement ingestemd. Binnen de kaders van wet en regelgeving is Carinova Woonzorg vanaf datum faillissement daarmee ook verantwoordelijk op medisch en paramedisch terrein. De curator heeft met Carinova Woonzorg afspraken gemaakt die er op neer komen dat Carinova vanaf datum faillissement garant staat voor de verplichtingen van de voorheen door de stichting geleverde zorg en dat Carinova zelf afspraken maakt met leveranciers over de voorwaarden waaronder diensten in dit kader aan Carinova worden geleverd. Door de curator is verder afgesproken dat de werknemers van Solace Zorg voor ten hoogste de periode totdat hun dienstverband eindigt door het door de curator gegeven ontslag, kunnen worden ingezet voor de zorgverlening door Carinova, zulks tegen vergoeding van de personeelskosten. In de interim-periode wordt gezocht naar een definitieve oplossing voor de continuering van de zorg en overleg hierover is gaande. VIII. Administratie 8.1 toestand administratie De administratie werd geautomatiseerd bijgehouden via Exact online. De administratie lijkt op het eerste gezicht goed bijgehouden. 8.2 goedkeurende verklaring accountant De curator heeft bij de controlerend accountant de correspondentie rond de jaarrekeningen 2011 en 2012 opgevraagd. IX. Pauliana/verrekening 9.1 verdachte transacties De curator dient onderzoek te doen naar de betalingen die medio 2013 zouden zijn gedaan aan ECH BV en gelieerde ondernemingen. 9.2 Maatregelen (Nog) niet aan de orde. e blad 8 – 1 verslag inzake Stichting Solace Zorg X. Bestuurdersaansprakelijkheid 10.1 Boekhoudplicht Op het eerste gezicht lijkt sprake te zijn van een adequaat gevoerde boekhouding. 10.2 depot jaarrekeningen De jaarrekeningen zijn tijdig opgemaakt. 10.3 stortingsverplichting aandelen Niet van toepassing. 10.4 onbehoorlijk bestuur Op basis van hetgeen namens de stichting bij de aangifte van faillietverklaring als oorzaak van het faillissement is aangegeven, is er aanleiding voor onderzoek naar de wijze waarop de stichting is bestuurd en de wijze waarop daarop toezicht is gehouden. 10.5 Maatregelen: Niet aan de orde. XI. Boedelschulden/fiscus/bedrijfsvereniging 11.0 boedelschulden De boedelschulden bestaan uit de reeds betaalde taxatiekosten ad € 1.058,75 inclusief BTW. De boedelschulden zullen verder in ieder geval bestaan uit de door het UWV overgenomen loonverplichtingen vanaf faillissementsdatum en uit salaris/verschotten curator. 11.1 vordering van de fiscus Door de Belastingdienst is tot dusver een vordering aangemeld van € 62.591,-. 11.2 vordering van de UWV Door het UWV is nog geen vordering aangemeld. 11.3 overige preferente vorderingen Er zijn nog geen overige preferente vorderingen aangemeld. XII. Crediteuren 12.1 aantal concurrente crediteuren De uit de administratie van de vennootschap blijkende crediteuren zijn door de curator via een mailing aangeschreven met het verzoek hun vordering ter verificatie aan te melden. Inmiddels is van 35 crediteuren de vordering voorlopig door de curator erkend. 12.2 bedrag concurrente crediteuren Het door de zich inmiddels gemeld hebbende crediteuren ter verificatie aangemelde en door de curator voorlopig erkende totale vorderingsbedrag bedraagt € 389.771,74. 12.3 wordt het eigenlijke opheffer De curator kan nog niet aangeven op welke manier het faillissement dient te worden afgewikkeld. e blad 9 – 1 verslag inzake Stichting Solace Zorg 12.4 een vereenvoudigde afwikkeling Zie 12.3 12.5 wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld? Zie 12.3 XIII. 13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 13.6 13.7 13.8 13.9 Rechtbank toestemming afkoelingsperiode toestemming voortzetting bedrijf toestemming ontslag toestemming opzegging/beëindiging huur toestemming activatransacties toestemming procederen anderszins termijn afwikkeling faillissement plan van aanpak 13.10 indiening volgend verslag n.v.t. n.v.t. 12 februari 2014 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 14 februari 2014 (afspraken Carinova) n.n.b. voorlopige verificatie, onderzoek activa en verkoop activa, onderzoek onregelmatigheden. 12 juni 2014 XIV. Overig Als bijlage is aan dit verslag een staat van baten en lasten en een print van de mutaties op de faillissementsrekening gehecht – productie 1. Het saldo op de faillissementsrekening bedraagt per de datum van dit verslag € 24.620,51. Aan dit verslag is verder een specificatie van de tot en met 11 maart 2014 verrichte werkzaamheden gehecht - productie 2. Door de curator en kantoorgenoten is over deze periode aan de afwikkeling 71,1 uur besteed. Zwolle, 20 februari 2014 mr S.J. de Vries, curator Dit faillissement is in behandeling bij: mr S.J. de Vries Postbus 289 8000 AG ZWOLLE telefoon: 038 – 4238348 telefax: 038 – 4238349 email: [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc