Bijlage 1 evaluatie JGT mei 2014

Tussenevaluatie proeftuinen Jeugd- en Gezinsteams
Bijlage 1: de variatie, ervaringen uit de teams
Mei 2014
 Team Leiderdorp-Zoeterwoude
 Team Leiden Noord
 Team Alphen
 Team Lisse
 Team Nieuwkoop
 Team Katwijk
1
Inleiding
Wij, de zes teams in de proeftuinen, hebben allen een eigen evaluatie gehouden. Op de
evaluatiedag in mei hebben we ten overstaan van de lokale projectleiders, CJG-coördinatoren
en de andere teams onze bevindingen gepresenteerd. Dat deden wij aan de hand van de
thema’s die we op de startdag in januari hebben meegekregen als leidraad voor het
pionieren. Daarbij kregen we als vragen mee: Wat is bereikt? Wat ging goed? Wat ging
minder goed? Wat is nodig om verder te verbeteren?
Wij hebben de evaluaties ook op schrift gesteld. Die evaluaties hebben wij naar thema
gebundeld en in dit tweede deel opgenomen. Elk team heeft een eigen kleur gekregen.
We realiseren ons dat we de (vaak hectische) werkelijkheid van de afgelopen maanden nooit
uitputtend en afdoende kunnen beschrijven. Daarvoor ontbreekt ons ook de tijd. In onze
zoektocht te doen wat nodig is, en niet meer dan dat, hebben we geprobeerd de
belangrijkste zaken die we als team zijn tegengekomen, toe te lichten.
Schroom niet om ons te benaderen voor vragen, mochten die er na lezen van dit stuk nog
zijn. Als het goed is weet u ons, laagdrempelig als we opereren, eenvoudig te vinden!
2
Bereikbaarheid en instroom in de teams
-
Hoe hebben we het nu georganiseerd.
Hoeveel aanmeldingen hebben we gehad en wat voor soort vragen waren dat (globale
typering).
Wat gaan we uitproberen / verbeteren in de volgende fase?
Leuke vondsten en tips voor andere teams.
Bloopers?!
Leiderdorp- Zoeterwoude
Er zijn inmiddels 82 trajecten geteld in Plusplan. Daarvan zijn er 24 uit Zoeterwoude en 58
uit Leiderdorp (waarvan twee in Leiden wonen, maar in Leiderdorp op school zitten). De
verhouding jongens/meisjes is ongeveer gelijk, er zijn relatief meer kinderen uit de
basisschoolleeftijd, dan pubers aangemeld (14/10 Zoeterwoude, 41/17 Leiderdorp). Het
jongste kind is een premature baby van twee maanden en het oudste klantje en adolescent
van 22 jaar. De meeste klanten stromen binnen via het schoolmaatschappelijk werk; andere
komen via de diverse kanalen binnen: GGD, CJG, eigen aanmeldingen etc.
Er is door ons team gekozen om enigszins bescheiden ‘reclame’ te maken in de
aanloopperiode. Wel hebben binnen de CJG, op scholen en bij enkele andere organisaties
ons verhaal gedaan en zijn er voor de diverse ketenpartner en (maatschappelijke)
instellingen contactpersonen binnen ons team aangesteld.
De teamtelefoon wordt dagelijks naar een van ons doorgeschakeld. Hier hebben voor
gekozen omdat we elkaar niet dagelijks treffen en we (nog) geen vaste plek hebben waar we
de telefoon kunnen bedienen. Een van ons heeft de taak het doorschakelen te regelen.
Leiden
Bereikbaarheid
De Bureaudienst van het Jeugd- en Gezinsteam is bereikbaar tijdens kantooruren (van 9:00
uur tot 17:00 uur). Iedere JGT-er heeft een dagdeel per week ‘bureaudienst.’ Deze proberen
we zoveel mogelijk in Het Gebouw te draaien zodat we ook fysiek bereikbaar zijn. In
sommige gevallen hebben collega’s afspraken buiten de deur, in welke gevallen we de
telefoon doorschakelen naar de telefoon van de medewerker. Het team loopt er soms
tegenaan dat het beltegoed van de teamtelefoon op is waardoor deze niet doorgeschakeld
kan worden of er geen voicemail ingesproken kan worden. Dit komt de bereikbaarheid van
het team niet ten goede.
Wanneer door een derde (school, instantie, betrokken familielid/vriend) een zorg wordt geuit
of een hulpvraag wordt geformuleerd, wordt door het JGT geadviseerd deze zorg met de
ouder(s) te bespreken en gezamenlijk aan te melden. Het wordt van groot belang gevonden
dat ouders gemotiveerd zijn voor aanmelding. Los hiervan kan het JGT ook outreachend te
werk gaan en bijvoorbeeld 'ter consult' aanschuiven bij een gesprek met ouders.
Wanneer een aanmelding is gedaan en deze in PlusPlan is aangemeld maakt een medewerker
zich eigenaar van de casus. Dit gaat tot op heden automatisch, medewerkers loggen
zelfstandig in op PlusPlan en pakken een casus op die lijkt aan te sluiten bij hun expertise.
In de wekelijkse teamvergadering worden eventuele 'openstaande' casussen besproken en
verdeeld.
In geval van crisis
Wanneer in een lopende casus een 'crisis' uitbreekt zullen ouders of de jeugdige contact
opnemen met hun contactpersoon (de medewerker verbonden aan de casus). Deze zal de
crisis met het gezin oppakken of hen begeleiden naar een vorm van crisishulpverlening.
Om een crisisaanmelding te kunnen oppakken moet een team ook buiten kantoortijden
bereikbaar zijn. En crisis vraagt om direct en intensief contact en een snelle inschatting van
de veiligheid. Wij zijn van mening dat dergelijke crisiszaken een specialisme zouden moeten
blijven. Op het moment dat de crisis bezworen is (de piek is voorbij) kan het Jeugd- en
Gezinsteam instappen. Wanneer met de crisis wordt aangemeld kan het Jeugd- en
Gezinsteam niet bieden wat nodig is.
Organisaties rondom het CJG zoals huisartsen en jeugdartsen weten ons inmiddels goed te
vinden. Onze moederorganisaties doen ook hun best alle vragen die in ons postcodegebied
horen door te zetten. Er wordt nog wel deels via 'bestaande' wegen doorgewerkt. We
3
horen toch ook nog wel eens de vraag: het 'wat-voor' team? Het Jeugd- en Gezinsteam heeft
voor zoveel mogelijk zorgpartners een contactpersoon benoemd. Hier zijn de afgelopen
perioden actief contacten mee gelegd. Het valt op dat op die manier veel zorgen en scepsis
over het team kunnen worden weggenomen.
We zijn nog niet bij alle zorgpartners langs geweest en vermoedelijk zijn ook nog niet alle
zorgpartners bij ons bekend. Hoe langer we in de wijk werken, hoe meer organisaties en
initiatieven er op ons netvlies komen. We maken steeds in de teamvergadering de afweging
in hoeverre we deze moeten benaderen.
Instroom
Sinds 1 maart zijn er 83 aanmeldingen gedaan via PlusPlan. Deze zijn bijna allemaal verdeeld
onder de medewerkers. Het betreft veelal nieuwe trajecten, een aantal trajecten is door de
JGT-ers vanuit de moederorganisatie meegenomen en daarmee is een doorstart gemaakt.
Een aantal medewerkers heeft aangegeven nog ruimte te hebben voor nieuwe casussen.
Hierop is aan BJZ gevraagd om voor nu vijf casussen over te dragen. Deze zullen door BJZ via
het online aanmeldformulier worden aangemeld.
Cliënten weten ons over het algemeen nog niet zelfstandig te vinden. Alle aanmeldingen
hebben tot op heden plaatsgevonden op advies ván of samen mét een zorgpartner. Scholen
zijn niet geneigd aan te melden via de bureaudienst of de website. Die maken gebruik van
hun ondersteuningsteams en daarin vaste contactpersonen. Ook goed natuurlijk!
Opvallend is dat nog niet alle zorgpartners op de hoogte zijn dat er in Leiden Noord een
specifiek aantal postcodes is geselecteerd is voor de proeftuin. Hierdoor moeten we toch
soms mensen terugverwijzen naar de ‘reguliere/oude’ route. De selectie van postcodes staat
in sommige gevallen wel haaks op ‘doen wat nodig is.’
JPT/politie/AMK
Het contact met het Jeugd Preventie Team (JPT) is een speerpunt voor Leiden Noord. Op dit
moment gaan zorgmeldingen van politie (in het politiesysteem geregistreerde incidenten
waar kinderen bij betrokken zijn) naar het JPT. Het JPT werkt op dit moment op de 'oude'
manier en werkt outreachend naar aanleiding van dergelijke zorgmeldingen. Wanneer er
'meer nodig is en preventief onvoldoende is bereikt', schakelen zij het JGT in, zo is met hen
afgesproken.
In het geval van incidenten waarbij sprake is geweest van huiselijk geweld waar kinderen bij
betrokken zijn, gaat er een zorgmelding naar het AMK waarna deze in het kindspooroverleg
besproken wordt. Of kindspoorzaken in het JGT thuishoren blijft een vraag die discussie
oplevert in het team. Het JGT is in principe in staat de benodigde hulp te leveren. Er kan
echter sprake zijn van 'drangzaken' waarbij het JGT inschat dat hulp wenselijk is, maar
ouders hier niet voor open staan. In het geval van kindspoormeldingen verzoekt het AMK dit
aan hen terug te melden. Inhoudelijk is het JGT hiertoe in staat, het verzoek is om hier
regiobreed een visie op te formuleren, zodat alle JGT's zijn eenduidige aanpak hanteren.
Wat gaan we uitproberen / verbeteren in de volgende fase?
Wanneer het oppakken van een crisis als specialisme wordt benoemd, is het wel belangrijk
dat de definitie van een crisis helder is. Wanneer vindt de cliënt iets een crisis en wanneer
vinden wij dat? Het is van belang dat het team dit helder krijgt met elkaar de komende tijd.
We streven ernaar om vaker het eerste contact met een gezin/cliënt met twee medewerkers
te laten plaatsvinden.
Alphen
Hoe hebben we het nu georganiseerd? Plan JGT Alphen voor Instroom/ bereikbaarheid
1. Telefonisch contact
In eerste contact is het noodzakelijk dat we de algemene gegevens van een gezin hebben:
 Naam gezin
 Adres
 Goede telefoonnummers, waar ouders op te bereiken zijn.
 Mailadres en betrokken hulpverleners/ netwerk (belangrijkste personen).
Verder is het van belang dat je kort de hulpvraag aanhoort en dat je met degene die belt
afspreekt wanneer je terugbelt.
4
Dinsdag heeft team vergadering dus na deze vergadering (als de casus is besproken) wordt
gezin teruggebeld. Liefst zo snel mogelijk (zelfde dag of anders dag erna).
2. Website contact
Als de aanmelding via de website binnenkomt: gegevens van gezin in orde krijgen (naam,
adres en telefoonnummers)
Wie beheert/beheren de aanmeldingen die via de website binnenkomen?
Degene die de telefoondienst/bereikbaarheidsdienst heeft is ook verantwoordelijk voor de
website die dag.
We gaan ervan uit dat de telefoondienst/websitedienst per dag rouleert. Elke dag is hier een
ander teamlid verantwoordelijk voor. Rooster gemaakt maandag t/m vrijdag van 9-17 uur.
Voorwaarde is dat er een goede en simpele manier van overdracht is ( registratiesysteem /
contactjournaal) waar ieder teamlid in kan loggen.
Hoe aanmeldingen verwerken die rechtstreeks bij je binnenkomen?
Met de desbetreffende aanmelder afspreken dat je de casus zal bespreken in je team en
terug zal koppelen. Registratie hiervan moet in PlusPlan .
Hoe verdelen we de aanmeldingen?
Dinsdagochtend in het team bespreken van casuïstiek , in eerste instantie nog twee mensen
per casus met als doel; met elkaar aan de slag, elkaar leren kennen, teamvorming.
Daarna moeten we een manier vinden om zaken goed te verdelen;
- Hoeveel zaken max per persoon?
- Naar rato van aantal dagen dat mensen werken?
Hoeveel aanmeldingen hebben we gehad en wat voor soort vragen waren dat (globale
typering)
Vandaag op 24 mei 2014 hebben we 52 trajecten/ aanmelding binnen gekregen.
Grote gros is hulpvraag van instanties zoals BJZ, JPT, JGZ, GGZ,MEE, Kwadraad om ouders
verder te helpen.
Meer pubers dan jonge kinderen aangemeld.
Vaak pubers met GGZ problematiek, schoolverzuim, drugsgebruik
Ook aantal consultatievragen, bijvoorbeeld over opvang kinderen bij plotseling ziekte van
moeder, een vraag over hoe een AMK-melding werkt, vraag over scheiding en hoe je hier het
beste mee om kan gaan als er kinderen zijn betrokken.
Wat gaan we uitproberen / verbeteren in de volgende fase?
 Misschien een andere manier van roosteren van de bereikbaarheidsdienst. Dit moeten
we nog evalueren in team Alphen.
 Het werken met plan en PlusPlan met ouders samen moet nog meer vorm krijgen.
 Hoe gaan we om crisis in zaken waar we als team al betrokken zijn, dit is nog
onduidelijk. Dit onderwerp moet wat ons betreft een aparte pijler worden en worden
uitgewerkt door de teams.
 Ouders meer zelf aanmelden ipv de instanties. Dus kortgezegd ouders weten ons
beter te vinden en vullen zelf het aanmeldformulier in online of bellen naar ons.
 Hetzelfde roosterprogramma voor teams, om de diensten in te roosteren. Uitzoeken
of dit bestaat?
Leuke vondsten en tips voor andere teams
Succes is samen op intake gaan. Daarna zaak verdeling op basis van matching. Ook is een
succes dat de hulp daadwerkelijk snel start, alle zaken kunnen in een week worden
opgestart ( dat wil zeggen dat er binnen een week een afspraak staat met het
desbetreffende gezin).
Lisse
Aanmeldingen
Vanaf de start tot nu (vandaag 28 mei 2014) hebben wij 38 lopende begeleidingstrajecten.
De aanmeldingen komen vanuit diverse hoeken.
5
Huisartsen sturen ouders met een hulpvraag voor hun kind/gezin gericht door, maar ouders
melden zich ook rechtstreeks aan via de site (www.jeugdengezinsteams.nl), lopen binnen
(met dank aan de werkplek-kamer één in CJG!) of worden actief door de school gewezen op
het Jeugd- en Gezinsteam.
De verdeling tussen 0-12/12-23 is ongeveer 65%-35%.
Veel ouders die hun kind onder de 12 jaar aanmelden hebben vragen over de ontwikkeling
van hun kind. Is er aanvullende onderzoek nodig? Heeft mijn kind ADHD? Is mijn kind
misschien autistisch?
Boven de 12 jaar betreft het met regelmaat pubers die op school stagneren (vaak door
gedragsproblemen), gepest worden, sociaal angstig of niet-weerbaar zijn.
Zowel ouders, scholen en professionals lijken ons dus goed te kunnen vinden!
Wekelijks (tijdens de vergadering) worden de nieuwe aanmeldingen besproken en gekoppeld
aan een gezinsbegeleider. Deze neemt dan zo snel mogelijk contact op om een afspraak te
maken voor een kennismaking en/of intake.
Bereikbaarheid
Dagelijks is de teamtelefoon bereikbaar via het algemene nummer. Het telefoonnummer is
zowel op de site www.jeugdengezinsteams.nl als op site van CJG Lisse goed te
vinden.(http://www.cjglisse.nl/pagina/jeugd--en-gezinsteams/663759)
Verwarring ontstaat soms door de emailadressen (afkomstig vanuit eigen organisaties) of het
feit dat we geen algemeen mailadres hebben waar CJG collega’s of andere professionals
bijvoorbeeld een consultatie-vraag kunnen stellen.
Verbeterpunten
Wat te doen in geval van een crisis? Dat is een vraag die ons (en ook andere teams hoorden
wij 15 mei) bezig houdt… Zijn wij ook ’s avonds bereikbaar voor gezinnen? Waarom
wel/niet? Spreken wij op onze voicemail in welke crisisdienst gebeld kan worden? Bespreken
we met het gezin wat te doen (en wie te bellen) in geval van crisis? Gaan we ook hier uit van
de eigen kracht? (in geval van crisis een familielid of iemand anders uit je netwerk bellen) Wij
raken er in ieder geval steeds meer van overtuigd dat het zaak is: Doen wat nodig is!
Verbinden, versterken.
Intake
Nu doet iedereen wat hij/zij gewend is m.b.t. intake. We willen met elkaar een meer
uniforme manier (misschien dan toch een formulier?) vinden om de intake vorm te geven.
Belangrijke vragen die we standaard willen stellen:
- Is er eerder hulpverlening betrokken geweest?
- Mogen wij informatie uitwisselen met JGZ, school e.a.?
- Wat is er volgens u nu nodig?
(V-)echtscheidingen
Hoe gaan wij om met ouders die absoluut niet met elkaar willen/kunnen communiceren?
Aparte gesprekken? Wij zijn nog op zoek naar een eenduidige aanpak en uitgangspunten
voor betreffende dit onderwerp.
Tips van ons, voor collega’s in andere teams
- Inloop uurtje! Fysieke aanwezigheid in CJG
- In duo’s werken; een buddy! (dus ook waar mogelijk samen op intake)
- Meelopen met CJG collega’s om goed beeld te krijgen van elkaars expertise
- Thema lunches (JGT) één keer per maand; allemaal iets lekkers maken/meenemen en een
specifiek onderwerp uitgebreid belichten.
Bloopers
- Ome Cor! Onze telefoon bleek doorgeschakeld naar de voicemail van … Ome Cor!
- Twee zorglijnen uitgezet door JGZ; één naar JGT, één rechtstreeks naar GGZ, die op hun
beurt de spoed erg letterlijk namen en al (bijna) een ambulance erop af hadden gestuurd.
6
Nieuwkoop
Hoe hebben we het nu georganiseerd?
Aanmeldingen komen binnen via teamtelefoon, PlusPlan, via mail, door onze
moederorganisaties en doordat men het CJG binnen komt lopen, met een vraag.
De teamtelefoon rouleerde per dag. Dit was een hoop gedoe, veel vragen als: wie heeft de
telefoon, moet je hem doorschakelen of kan je hem meenemen, of moet je hem weer terug
brengen na een huisbezoek? Daarom hebben we dit veranderd. De telefoondienst bestaat uit
twee weken door twee personen die onderling de dienst verdelen. Mijn ervaring hierin is
positief, het werkt een stuk prettiger.
Bij aanmeldingen van scholen koppelen we terug, dat de aanmelding wel akkoord met
ouders moet zijn, anders kunnen we de vraag vanuit school niet in behandeling nemen.
Verder hebben alle scholen, huisartsen en andere organisaties vaste contactpersonen binnen
het team. Hierdoor komen vragen makkelijk binnen.
Er is een Excel bestand met drie tabbladen, waarin we bij houden wat de nieuwe
aanmeldingen zijn. In tabblad 2 de aanmeldingen die niet in PlusPlan staan, en tabblad drie
de aanmeldingen in PlusPlan. Elke maandag wordt dit bijgewerkt door een vast persoon en
inventariseert nieuwe aanmeldingen. Telefonische aanmelding worden via mail naar die
persoon gestuurd en in het bestand en in de agenda verwerkt. Op de agenda worden ook de
nieuwe aanmeldingen geplaatst en besproken. Dit overleg vindt wekelijks op dinsdag plaats,
na de verdeling worden cliënten zo snel als mogelijk gebeld.
Aanmeldingen worden door twee personen opgepakt, die samen op huisbezoek gaan.
Daarna wordt bekeken wat er nodig is en wie wat gaat doen. Zo leren we elkaar werkwijze
kennen, en kunnen we van elkaar leren.
Hoeveel aanmeldingen hebben we gehad en wat voor soort vragen waren dat (globale
typering)
Vanaf maart staan er nu 90 in PlusPlan, en staan er 23 niet in PlusPlan, ze zijn wel gekoppeld
aan zorgverlener. Er worden vandaag vier nieuwe aanmeldingen besproken (117).
Alle soorten vragen komen voorbij. Van pasgeboren baby’s tot personen van 22 a 23 jaar.
Wat wel opvalt is het hoge aantal multiprobleem kinderen/ gezinnen.
Verder kan ik uit PlusPlan geen gegevens generen met betrekking tot de hulpvragen. Hierin
is het systeem niet toereikend.
Wat gaan we uitproberen / verbeteren in de volgende fase?
1) Gemeente Nieuwkoop is een groot werkgebied (92 km2). We zijn veel reistijd kwijt
omdat we cliënten hebben die in alle verschillende dorpen wonen.
2) Daarnaast zijn we het kleinste team, met een enorme vraag voor het Jeugd- en
Gezinteam.
7
3) PlusPlan werkt onhandig. Wij hebben al een cursus nodig om iets met PlusPlan te
kunnen. Tegelijkertijd verwachten we van ouders dat zij het zelf maar moeten
ontdekken. Er kan maar een persoon gekoppeld worden aan een cliënt, waardoor je
minder goed kan samen werken, het maatje kan niet even het logboek lezen om naar
de laatste stand van zaken te kijken.
Dus wat gaan we verbeteren?
1) We hebben het team verdeeld in drie regio’s. De aanmeldingen gaan we gerichter
verdelen op de personen in de regio, zodat huisbezoeken en afspraken aan elkaar
gekoppeld kunnen worden, met het minste tijdverlies.
2) De hoge werkdruk a.g.v. het uitgebreide (landelijke) werkgebied is in teamoverleg
besproken. Vraag is neergelegd voor een persoon erbij.
3) Evaluatie PlusPlan vindt plaats op 27 juni, hier zijn we vanuit Nieuwkoop bij
aanwezig.
Leuke



vondsten en tips voor andere teams
Start bij een groot werkgebied, gelijk met verdelen van cliënten in regio’s.
Vaste contactpersonen voor scholen, huisartsen en andere.
Gezamenlijke lunches met CJG, zo leer je elkaar beter kennen, en kunnen casussen
makkelijker onderling besproken en verdeeld worden.
Katwijk
DO
Vaste contactpersonen per netwerkpartner
DON’T
Aanmelding aannemen zonder dat ouders ervan weten.
DO
Laagdrempelig zijn door verschillende aanmeldplaatsen
DON’T
Alles doen wat vanuit de omgeving wordt gevraagd
DO
Fysieke aanwezigheid op bv scholen, spreekuren
DO
Eigen grenzen en die van team in de gaten houden
DO
Doen wat nodig is
Stand





van zaken
Aanmeldtelefoon en rooster
Aanmeldingen zijn divers
Lopen voornamelijk via moederorganisaties/JGZ en scholen
Telefoon en website wordt gebruikt en soms al door ouders gevonden
Soms onduidelijkheid over verantwoordelijkheid en taken van verschillende
organisaties en netwerkpartners.
 Ook binnen team valt veel te leren van verschillende visies hierop
8
Integraal werken in de teams
-
Hoe werken we nu als team? Wat gaat goed en wat heeft het opgeleverd? Wat gaan we
verbeteren?
Wat vinden ouders en jongeren van onze werkwijze? En wat vinden zij van het werken
met het online Plan en dossier?
Tips voor de andere teams
Leiderdorp-Zoeterwoude
Vol enthousiasme en voortvarendheid zijn we als nieuw, samengesteld team aan de slag
gegaan. Het was leuk te merken dat we goed bij elkaar ‘pasten’ en dat we nieuwsgierig
waren naar elkaar. Er was en is een zeer goede sfeer in het team. De eerste kaders en ideeën
waren er vrij snel, de verdere invulling en de uitbreiding hiervan bleek lastiger. Doordat we al
vanaf maart allemaal aan de slag gingen met de nieuwe aanmeldingen, vielen we terug op
onze oude, vertrouwde werkwijzen. Omdat het werk voor velen van ons toch significant
verschilt van het ‘oude’ werk, kwamen we hobbels en valkuilen tegen, die genomen en
doorstaan moesten worden voordat we weer verder konden. De ondersteuning van
teamleden onderling viel daarbij wat in het water. Hoewel wij allen welwillend waren, was er
onvoldoende tijd tijdens onze gezamenlijke momenten om echt de diepte in te gaan met
elkaar. Hierdoor ontstond het gegeven dat ook voor ondersteuning voornamelijk
teruggevallen werd op de moederorganisaties. We hebben met elkaar de wens uitgesproken
om de komende tijd meer aandacht te besteden aan casuïstiekbespreking en intervisie.
Tot nu toe hebben we het gevoel onvoldoende beeld van elkaar te hebben wat betreft
elkaars werkwijze. Iedereen geeft een andere invulling aan haar rol als Jeugd- en
Gezinswerker. Enerzijds is dit leuk om te zien en te merken en kunnen wij elkaar aanvullen.
Dit geeft ons de mogelijkheid om te delen wat werkt en wat niet werkt. Anderzijds bestaat er
een groeiende vraag aan een bepaald gezamenlijk kader, een basis van kennis en
vaardigheden en werkwijze die wij allen aanhangen en van waaruit we verder eventueel
specialistische hulp kunnen inzetten. De scholingsdagen in mei en juni leveren hieraan een
belangrijke bijdrage. Ook hebben wij als team afgesproken een korte presentatie te geven
van elkaars moederorganisatie.
Het komt wel voor dat we met elkaar ‘meelopen’ maar onze wens voor de komende tijd is
om dit veel vaker te doen. Nu we wat meer ruimte in onze agenda’s krijgen (doordat de
aanmeldingen nog niet binnenstromen) is dit ook makkelijker te realiseren. We zitten nog
sterk in onze eigen denkkaders en onze eigen opvattingen over hulpverlening en dat moeten
we zien te doorbreken. Het helpt niet mee dat instanties ons ook op de oude manier
benaderen.
De fysieke werkplek is een groot struikelblok gebleken. Om in korte tijd één team te worden,
waarbij de teamleden weten wat ze aan elkaar hebben, bij wie ze terecht kunnen met welke
vraag en om te ontdekken hoe collega’s te werk gaan, was het niet genoeg dat we elkaar
feitelijk een keer per week zagen, tijdens de vergadering. Verwachting was dat wij veel ‘op
locatie’ zouden gaan werken (bij scholen, huisartsen etc.) maar de basis van ons team moest
daarvoor eerst gelegd zijn. Bovendien bleken er op andere plekken veelal geen geschikte
bureaus en stoelen te zijn, waardoor lang werken op die plek onverantwoord is en er dan zo
nu en dan al klachten te horen waren van pijnlijke armen en schouders. De coaches hebben
zich de afgelopen tijd ingezet voor het team om dit probleem aan te pakken maar het is nog
niet opgelost. Dit betreurt het team.
Het onderdeel ‘plan’ van ons nieuwe systeem is nog onvoldoende onderdeel van onze
werkwijze en registratiewijze. Dit heeft te maken met het systeem wat vaak ‘kuren’ vertoont
(dit schaadt het vertrouwen in het systeem) en ook met de grote omslag die wij als werkers
hierin moeten maken. Enkele teamleden daargelaten, vertellen wij nog niet aan ouders dat
‘plan’ bestaat en dat zij zelf in kunnen loggen en een bijdrage kunnen leveren aan het plan.
Dit heeft ermee te maken dat wij onszelf nog niet vertrouwd voelen met het systeem en ons
niet in de positie voelen om het uit te leggen aan cliënten.
9
Tips voor andere teams
- Zorg voor één werkruimte, waar alle teamleden kunnen werken. Dit bevordert de
teambuilding en zo krijg je feeling met elkaars werk en werkwijze. Ook is het nodig
om goed ‘los’ te komen van je moederorganisatie
- Zorg voor een gedegen casuïstiek- en intervisiestructuur
- Weet wat je (goed) kan, maar weet ook vooral wat je niet kunt
- Ga in duo’s naar cliënten. Zo leer je van elkaar en zo ben je eerder geneigd onbekend
terrein’ te gaan ontdekken.
Leiden
Aan het begin van de pilot hebben we ieder onze kennis-, interesse- en ervaringsgebieden op
papier gezet en met elkaar gedeeld.
Teamleden proberen in principe alle aanmeldingen op te pakken, ook al ligt het buiten hun
specifieke kennis- of ervaringsgebied. We proberen om de aanmeldingen zoveel mogelijk te
bespreken in de teamvergadering. Zeker in deze fase is het leerzaam om dit op deze manier
te doen. Als we wat verder zijn, is het de verwachting dat dit niet meer nodig zal zijn. Indien
een medewerker een casus lastig lijkt of het idee heeft er onvoldoende ervaring mee te
hebben, gaat deze medewerker met een collega die op dat vlak meer ervaring heeft samen
het gezin in, of consulteert hij een medewerker voor advies. We proberen te leren van elkaar.
Het gaat erom dat het team als geheel deskundig genoeg is om alle aanmeldingen op te
pakken. Hoe je dat binnen het team verdeelt, is aan het team zelf. We proberen zoveel
mogelijk te kijken naar welke persoon bij een casus past in plaats van welke
moederorganisatie.
Het is wel belangrijk dat we onze eigen deskundigheid blijven voeden. In deze zin is er een
zeker spanningsveld tussen je eigen expertise op peil houden en generalistisch te werk gaan
door alle soorten aanmeldingen op te pakken.
We zijn nog bezig met het vormgeven van de intervisie. Op de planning staat het invullen
van een vragenlijst die onze persoonlijkheid/rol die we aannemen in ons team weergeeft.
Op basis hiervan willen we twee gemêleerde intervisie groepen vormen. Deze intervisie
groepen gaan ieder voor zich hun intervisie vorm geven.
We hebben nu al casuïstiek bespreking. Dit heeft als doel dat je leert van elkaar, enerzijds
krijgt degene die de casus inbrengt advies van de teamleden. Anderzijds leren de teamleden
weer wat over de werkwijze van degene die de casus inbrengt. Het is tweerichtingsverkeer.
Het heeft ons als team zowel persoonlijk als inhoudelijk geholpen dat we een gezamenlijk
“honk” hebben. Een eigen ruimte in het gebouw van het CJG. Vanaf die tijd is er een nog
sterker teamgevoel gekomen. Daarnaast komen er af en toe collega’s van het CJG binnen
lopen. Er is tijd voor een praatje met elkaar, even kort inhoudelijk sparren, net even die ene
tip voordat je een gesprek ingaat of gewoon even diep zuchten met elkaar als iets even niet
zo lekker loopt. Belangrijke componenten om als (nieuw!) team met elkaar te kunnen
functioneren. Dit is niet te realiseren als je elkaar alleen in een vergadering ziet of elkaar
alleen maar kunt zien door een afspraak te plannen.
Ook activiteiten zoals het team-uitje helpen bij de teambuilding. We zijn een keer met z’n
allen gaan eten; het is goed om elkaar ook buiten het werk om te zien en te leren kennen.
Zeker voor herhaling vatbaar!
We zijn het er allemaal wel over eens dat het een grote meerwaarde heeft om als personen
uit verschillende organisaties bij elkaar te zitten. Iedereen heeft toch zijn eigen hoek van
waar hij kijkt en daarnaast de bijbehorende sociale kaart. Het scheelt veel tijd en moeite qua
uitzoekwerk en contacten leggen als je bijvoorbeeld op zoek bent naar een goede plek voor
een jongere. En bovendien heb je meer kans dat je bij een passende plek uitkomt!
Langzamerhand heeft iedereen een aardige caseload. Het is fijn dat mensen ons weten te
vinden. Aan de andere kant moeten we ook zorgen dat we genoeg ruimte kunnen en blijven
nemen voor een “pas op de plaats”. Even weer in de helikopterview. We wilden korte lijnen,
samenwerken, ouders zelf aan het werk zetten. Doen we dit ook daadwerkelijk (anders)? En
wat vinden wij en andere betrokkenen hiervan?
10
Als iedereen een erg volle caseload heeft, is er het gevaar dat we deels toch weer “op de
automatische piloot” gaan werken en terugvallen in onze eigen vertrouwde manier van
werken.
Het is een punt om op de agenda te zetten voor een van de komende teamoverleggen.
Ontwikkelen van een basismethodiek
Houding, vaardigheden, intervisie, instrumentarium van waaruit we allemaal werken. Met
triage en cliëntenfeedback als onderdeel van het methodisch handelen. Er zijn globale
ideeën over een basismethodiek . Iedereen is het er over eens dat we allemaal kennis moeten
hebben van bijvoorbeeld het werken met 1Gezin1Plan, Signs of Safety, oplossingsgericht
werken etc.
Iedereen is echter tot nu toe vrij geweest om op basis van zijn eigen behoefte en ervaring
zijn eigen scholing in te plannen. Het moet blijken of dit voldoende is of dat er ook
gezamenlijke trainingsdagen moeten komen in de toekomst.
Een aantal teamleden is actief bezig samen met de coaches om na te denken over wat er
nodig aan standaard aanmeld- en intake informatie. Daarnaast leveren andere teamleden
natuurlijk ook hun ideeën hierover aan.
Cliëntenfeedback hebben wij nog niet veel mee gedaan. Wel is er een student die onderzoek
doet naar de ervaringen van cliënten met plusplan.
Verder zijn ouders en jongeren over het algemeen blij dat ze zo snel bij ons terecht kunnen.
Vaak lukt het als om binnen een à twee weken een afspraak te maken na het eerste contact.
Flexibel scholingsplan
Modules voor je hele team en modules waar mensen uit alle proeftuinen op kunnen
inschrijven. Door de coaches zijn drie scholingsdagen samengesteld op basis van behoeften
van teamleden. Teamleden kunnen zich inschrijven op de cursussen waaraan zij zelf
behoefte hebben.
Modules voor het hele team is nog geen sprake van geweest.
Wel hebben we met het team Leiden Noord op meerdere teamoverleggen door het team
gekozen organisaties uitgenodigd om te vertellen over hun werkzaamheden. Daarnaast
kunnen zij aan ons informatie vragen en kunnen we brainstormen over hoe we het beste
samen zouden kunnen werken.
Zo zijn onder andere gesprekken ingepland (geweest) met CIT, GGD Meldpunt Zorg en
overlast, JPT, Cardea gezinscoaches, etc.
Ook hebben alle teamleden een korte presentatie gehouden over hun moederorganisatie en
de mogelijke manieren waarop wij daarmee samen zouden kunnen gaan werken of naar door
zouden kunnen verwijzen.
Alphen
In Alphen wordt tijdens de aanmeldvergadering een eerste inschatting gemaakt van welke
hulp er in het gezin nodig is. Puur om te kunnen bekijken welke collega’s deze casus
oppakken. Een uitgangspunt hierbij kan zijn dat er iemand in stapt die ervaring heeft met de
hulp die nodig is en dat er een collega mee gaat die denkt hier van te kunnen leren. Een
ander uitgangspunt kan zijn dat direct wordt ingeschat dat er zowel hulp voor de ouder
(opvoeding/schuld/werk/woning, etc.) als het kind (vermoeden van kindfactoren) nodig is.
Dan gaan er twee collega’s heen die gezamenlijk/parallel aan elkaar, vanuit hun eigen
expertise, hulp kunnen inzetten.
Door op deze wijze een aanmelding op te pakken, kan op een hele snel wijze, direct worden
aangesloten bij de hulpvraag. Hulp kan ook snel gestart worden. Afstemming van de hulp
kan middels hele korte lijnen, wat alles bij elkaar de kwaliteit van de hulpverlening
bevorderd. Tussenkomst van benodigde indicaties/verwijzingen naar (specialistische)
ketenpartners is niet nodig. Voor ouders en kinderen een prettige manier. Ze hebben slechts
met een of twee hulpverleners te maken, in ieder geval in eerste instantie. Mochten er
meerdere partijen bij betrokken raken, dan is er altijd één vaste coördinator. Dit laatste is
een gevolg van het feit dat we integraal kunnen samenwerken.
11
Om zoveel mogelijk gebruik te kunnen maken van een ieders expertise, of daar in ieder
geval meer zicht op te krijgen. Worden wekelijks casuïstiek besprekingen georganiseerd. We
hebben ons team verdeeld in twee groepen, waarbinnen alle disciplines/moederorganisaties
vertegenwoordigd zijn. Binnen deze besprekingen worden nieuwe casussen besproken ofwel
casussen die naar de mening van de collega extra aandacht vragen. De samenstelling van de
groep is zo gekozen dat alles moederorganisaties/disciplines vertegenwoordigd zijn. Op
deze manier kan een casus vanuit verschillende invalshoeken bekeken worden. Het idee is
dat je elkaar kan aanvullen en met elkaar kan voorkomen dat belangrijke zaken onderbelicht
blijven of zelfs niet gezien worden.
Intervisie
Inmiddels is ook de intervisie opgestart. Binnen de intervisie wordt met name aandacht
besteed aan inzicht krijgen in het persoonlijk handelen en de persoonlijke leerprocessen van
een collega. Dat wil zeggen dat hij/zij een situatie inbrengt waar hij/zij moeite mee
heeft/vragen over heeft. Dit zal ervoor zorgen dat de betreffende collega zich (als het goed
is) gesteund voelt en voldoende vaardig is om de casus verder op te pakken of het
genoemde probleem aan te pakken. In het kader van het integratief werken is het ook een
manier om elkaar beter te leren kennen, vanuit een ieders invalshoek mee te kunnen
denken. Dat wat voor de ene een blinde vlek is, kan voor een ander heel duidelijk zijn. Door
met elkaar hierover te praten, kan je functioneren als teamlid/hulpverlener
verbeterd/geoptimaliseerd worden. De inbrenger en voorzitter rouleren. De inbrenger
bepaald vooralsnog de methode die tijd de bespreking wordt ingezet. Op deze manier wordt
gewerkt met verschillende methodieken, om zo te kunnen bekijken welke methodiek het
beste werkt.
Wat we wel constateren is dat bovenstaande weliswaar ingezet wordt en zeker ook zijn
vruchten af werpt, maar dat er toch ook nog kanttekeningen zijn. Iedereen is nog verbonden
aan zijn moederorganisatie en verplicht om bijvoorbeeld te registreren naar huidige
afspraken. Dat maakt dat de gewenste nieuwe manier van werken vaak nog hierdoor
belemmerd wordt. Voor de ene collega is het makkelijker om de moederorganisatie en
bijbehorende regels los te laten dan voor een ander. Doordat we allen op wisselende dagen
werken, veel outreachend bezig zijn en geen goede werkplekken hebben, gaan veel
collega’s, begrijpelijk, nog hun eigen (oude) weg. Hierdoor missen we soms contact en voelt
de ene collega zich meer zichtbaar dan de ander. Het idee is dat er nog veel meer gebruik
gemaakt kan/moet worden van elkaars kennis. En dat begint met het zicht krijgen op een
ieders mogelijkheden en kwaliteiten. Hier wordt steeds meer aandacht aan besteed. Tijdens
een beleidsvergadering wordt tijd ingelast om op een leuke manier te bekijken wat een ieder
in huis heeft. Ook zal meer aan de teambuilding gewerkt worden. Hoe meer een team, hoe
meer veiligheid en meer vertouwen er in elkaar zal ontstaan. We hebben als team al zeker
hele grote stappen gemaakt, in een sneltrein vaart, maar er zijn dus mogelijkheden om het
te verbeteren dan wel te optimaliseren.
Lisse
We merken dat het werken met verschillende disciplines en achtergronden/
moederorganisaties bepaalde verschillen aan het licht brengt, maar dat er ook juist wel veel
overeenkomsten zijn in werkwijze. Dat we veel van elkaar leren, door elkaar vaker te zien en
af en toe gezamenlijk op te trekken in zakenleer je meer over elkaars expertise. Het is van
essentieel belang om in ieder geval wekelijks te vergaderen en kritisch te blijven binnen het
team, d.w.z. tijd te maken om het inhoudelijk over zaken te hebben. We merken dit omdat er
soms verschillen zijn in opvattingen over zaken waar bepaalde medewerkers meer of minder
ervaring in hebben. Het gaat dan met name om zaken waarin zorgcoördinatie van belang is
of waarin meerdere/heftige problematiek speelt.
Wat we gaan verbeteren
Nog meer werken aan een eenduidige visie. Dit bereik je door veel te overleggen, soms is het
nodig je eigen (oude) werkwijze wat los te laten, wat natuurlijk lastig is omdat je ook nog
met je moederorganisatie te maken hebt. We hebben gemerkt dat het soms goed is om
eigen werkwijze/ manier van registreren los te laten, maar om de veiligheid goed in te
schatten is het toch van belang goed te registreren en overleggen.
12
Wat vinden ouders en jongeren van onze werkwijze?
En wat vinden zij van het werken met het online Plan en dossier? Ouders ervaren het als
prettig dat er minder wachttijden zijn en dat ze snel een contactpersoon hebben. Het plan
werkt nog niet altijd even goed en heeft soms zo zijn beperkingen. Er zijn echter ouders die
zich al enthousiast hebben geuit.
Tips voor de andere teams
Houd de humor erin! Belangrijk om te kunnen relativeren. Blijf naar elkaar luisteren en
blijf voldoende tijd inplannen om inhoudelijk te overleggen en elkaar fris en kritisch te
houden.
Nieuwkoop
Hoe werken we nu als team?
We voeren voor zover mogelijk met zijn tweeën een intakegesprek om zo kennis te
nemen van elkaars werkwijze en met elkaar in gesprek te kunnen gaan over hoe we
gesprekken en begeleiding willen vormgeven.
We hebben sinds enkele weken een wekelijkse casuïstiek bespreking, om onze werkwijze
door te spreken en steeds meer op één lijn te komen.
Het team is dynamisch en lijkt elkaar goed aan te vullen als er vragen zijn.
De leden van het team voelen zich veilig genoeg om (persoonlijke) zorgen of problemen
met elkaar te delen.
Houding: Respectvol, Positief, Activerend, Aansluiten, Open, Transparant, Meerzijdig
partijdig, Vasthoudend
We zijn bezig met elkaar in kaart te brengen wat ieders expertise is. We denken dat het
goed is om op in de basis generalistisch te zijn, maar willen juist ook elkaars expertise
benutten wanneer dit nodig en mogelijk is. Een zorg hierbij is hoe we ieders expertise,
die we na jaren werken in onze moederorganisatie hebben opgebouwd, kunnen
behouden
Wat gaat goed en wat heeft het opgeleverd?
We weten elkaar steeds beter te vinden en vragen elkaar vaker om met elkaar mee te
denken/kijken.
Waar de cliënt voorheen van het kastje naar de muur werd gestuurd, kunnen we nu op
korte termijn, grote stappen maken. De drempels en negatieve punten die zowel
hulpverleners als cliënten ervoeren als zij (werden) doorverwezen naar andere instanties
worden weggenomen. Een aantal ‘succesverhalen’:
 Intelligentieonderzoek bij jongen met gedragsproblemen, waarvoor al
gezinsbegeleiding was opgestart. Door onderzoek nieuwe inzichten gekregen,
waar vervolgens weer mee verder kan worden gegaan. Normaliter was er hier veel
tijd over heen gegaan, en had er na het onderzoek minder snel doorgepakt
kunnen worden.
 Er zijn cliënten geweest die bij drie moederorganisaties waren aangemeld. Nu
zagen we ze allemaal in onze eigen wachtlijst komen en konden we er twee
werkers op zetten, in plaats dat een gezin bij diverse organisaties een intake
heeft voor je erachter komt dat er nog andere hulp opgestart wordt.
Alle leden werken goed samen, een ieder pakt de taken op.
Door met collega’s, die uit diverse organisaties komen, te werken zien we dat er
meerdere manieren zijn om naar de problematiek en hulpvraag te kijken. Dit levert
interessante inzichten op:
 Mogelijkheden tot IQ-bepaling, inschatting van of er mogelijk sprake is van
psychiatrie, expertise op het gebied van echtscheiding of vechtscheiding zijn een
meerwaarde.
 Het praten met de kinderen zelf (of anderen spreken die de kinderen ook goed
kennen) kan waardevolle informatie opleveren.
 Bij bijvoorbeeld LVB-cliënten gaan sommige organisaties te snel, of verwachten te
veel van cliënten. Nu kunnen we in het casuïstiek overleg met elkaar bespreken
hoe hier rekening mee kan worden gehouden en welke hulpmiddelen bij deze
cliënten passen.
13

Er wordt met elkaar meegedacht over hoe je het systeem waarin de cliënt leeft,
kunt betrekken (indien nodig) bij een hulpvraag en welke reeds aanwezige
organisaties in de gemeenschap van toegevoegde waarde kunnen zijn voor de
vraag van de cliënt.
Wat gaan we verbeteren?
Op dit moment vallen de Jeugd- en Gezinswerkers snel in de werkwijze van de
moederorganisaties. We merken dat het (logischerwijs) een lang proces is om tot een
meer gezamenlijke basis-werkwijze te komen, waar we in alle hectiek nog weinig tijd en
ruimte voor hebben gehad. Dit wordt mede veroorzaakt door een hoge werkdruk en
problemen met het vinden van gezamenlijke momenten in de agenda’s, waarin we
genoodzaakt zijn om vaak toch alleen op intakegesprek te gaan i.p.v. als duo. We maken
op dit moment een voorzichtige start in het komen tot een gezamenlijke werkstijl. We
willen graag meer tijd hiervoor nemen. De casuïstiek overleggen zijn hier een eerste stap
in.
We willen ons meer gaan verdiepen in hoe wij onze hulpverlening willen gaan
vormgeven, hierbij rekening houdend met de veranderingen van 2015. Hoe is het JGT
een aanvulling op het huidige hulpverleningsaanbod?
Wel willen komend jaar zicht krijgen op welke vragen er binnen komen bij het JGT, zodat
we de kaders van het JGT ontdekken en weten wanneer we andere hulpverlening we in
kunnen zetten.
We willen graag meer visie creëren over onze handelswijze: wat doen we zelf binnen ons
team en wanneer schalen we op naar een andere vorm van hulpverlening? Hierin liggen
wij als team nog niet op één lijn.
Ook willen we zicht krijgen binnen welke juridische kaders we mogen/moeten/kunnen
werken zonder onszelf te kort te doen of de cliënt te schaden.
We willen meer aandacht besteden aan het leren kennen van elkaar en teambuilding.
Wat vinden ouders en jongeren van onze werkwijze?
Ouders wisten met behulp van al bestaande netwerkpartners snel de weg naar ons te
vinden en veel hebben zichzelf ook aangemeld via www.jeugdengezinsteams.nl .
Een aantal ouders heeft al langer ervaring met andere instanties en hopen dat wij een
nieuwe blik kunnen hebben, ook door de brede kennis die in huis is.
Ouders zijn enthousiast over onze relatief snelle handelswijze:
 Directrice: “Een veelbelovende start van de proeftuin hoor. Korte lijnen en directe
acties !
 Moeder: “Ik ben anders gewend, maar voel me nu heel erg gehoord door de
hulpverlening”.
En wat vinden zij van het werken met het online Plan en dossier?
Het contact zoeken via het online systeem werkt goed, bijvoorbeeld het sturen van een
afspraakbevestiging of het opsturen van informatie door ouders voorafgaand aan de
intake.
Ouders gebruiken het online dossier wel, maar sommigen zijn angstig over de veiligheid
van de online gegevens.
Supporters (laten) uitnodigen hebben we nog niet geprobeerd.
Tips voor de andere teams
Zet onderwerpen op de agenda ter discussie om zo verdieping te vinden in het vormen
van dit team, zodat we niet blijven hangen in de basisvoorwaarden (kantoorruimte e.d.).
Voer samen een intakegesprek en bespreek dit gesprek met elkaar na om zo elkaars
werkwijze en gedachtegangen te leren kennen. Wees hierin nieuwsgierig naar elkaar!
Niet teveel toezeggingen doen aan netwerkpartners, eerst even kijken hoe de werkwijze
wordt en dan nadenken welke toezeggingen passen bij het JGT (overleggen,
werklocaties, e.d.).
Laat je zien in de gemeenschap! Maak kennis met lokale initiatieven, zodat je weet wat er
speelt in jouw gebied en je ook jezelf kunt laten zien.
Breng met elkaar in kaart gebracht wat ieders kennisgebieden/expertises zijn.
14
Katwijk
DO
Korte lijnen
DON’T
Anoniem cliënt bespreken
DO
Delen van kennis
DON’T
Druk van de financierders
DO
Vertrouwen
DON’T
Dubbel registeren+ AJOV
DO-
Snelle lijnen achterban
DON’T
Druk van wachtlijst moederorganisaties in proeftuin
DO
Steun
DO
Buddy’s
DO
Duo’s in gezinnen en vindplaatsen
DO
Minimaal vergaderen
Verbeterpunten algemeen
 Duidelijkheid over volgende stap
 Meer aandacht voor randvoorwaarden
 Minder druk op individuele werker door moederorganisatie
15
Integratie CJG door de teams
-
Hoe werken we samen met de JGZ?
Wat gaat daarin goed en heeft meerwaarde?
Wat heeft de komende tijd hierin onze aandacht?
Leiderdorp-Zoeterwoude
Wij hebben vormgegeven aan de samenwerking met de JGZ op een aantal manieren. We zijn
gestart met een werklunch om elkaar beter te leren kennen en meer inzicht te krijgen in
elkaars visie en werkwijze. We zijn aangesloten bij de structurele CJG overleggen om ook op
die manier casuïstiek te kunnen bespreken.
Wij ontdekken steeds meer over elkaars mogelijkheden in elkaars werk.
Een punt van aandacht is dat er van beide kanten nog meer geïnvesteerd kan worden in het
team gevoel. De JGZ-ers hebben aangegeven dat ze moeten wennen aan het JGT, iedereen
moet opnieuw zijn terrein ontdekken en er aan werken om elkaar niet als concurrenten,
maar als teamgenoten te zien.
De verbinding die al gelegd is, tussen het JGT en de preventieve activiteiten van het CJG is
dat het JGT daar waar mogelijk open staat voor en aansluit bij deze preventieve activiteiten.
Er heeft een gezamenlijke teambuildingsmiddag plaats gevonden en er staat er verder op in
het jaar nog een gepland.
Wij verwachten van beide kanten de samenwerking te kunnen optimaliseren door met elkaar
in een gebouw te werken. Deze mogelijkheid wordt nu verder onderzocht.
Leiden
N.a.v. groot overleg met alle medewerkers van het CJG en daarop volgende kleinere
overleggen, hebben we onderstaande afspraken met elkaar gemaakt:
Uitgangspunten
Wat belangrijk is, is dat wij als CJG gezinnen willen ondersteunen bij opvoed- en
ontwikkelingsproblemen. We zeggen geen ‘nee’ maar kijken wat we kunnen doen.
Soms speelt er meer in gezinnen en ook daarbij willen we hen zo goed mogelijk
ondersteunen. Als CJG-medewerkers werken we samen en verstreken we elkaar in de
hulpverlening aan gezinnen.
Aanmelden
De route is dat ouders hun kind aan kunnen melden via het formulier op de website of
kunnen bellen met de bureaudienst van het Jeugd- en Gezinsteam. Wanneer ze aangemeld
zijn, maakt een Jeugd- en Gezinswerker zich eigenaar en neemt op zeer korte termijn
contact op met het gezin en de hulp start direct.
Als andere hulpverleners of docenten op school zich zorgen maken over de ontwikkeling van
een kind, is het van belang dat deze zorg eerst wordt gedeeld met de ouders.
Als ouders in contact willen komen met verdere hulp (kan ook op consult) dan een Jeugd- en
Gezinswerker worden ingevlogen. Wat is de vraag achter de vraag?)
Ouders die moeite hebben met verdere hulpverlening of ontkennen dat er problemen zijn,
kunnen worden ondersteund in een motivatietraject. Overleg tussen de bijv. de jeugdarts en
een J&G medewerker is dan gewenst om te kijken wie wat kan doen voor dit gezin. (Of moet
bijv. het AMK worden benaderd voor advies of melding?)
Wanneer JGZ en wanneer CJG?
Wanneer ouders kortdurende opvoedvragen hebben kunnen ze terecht bij het JGZ.
Wanneer de hulpvraag groter is, complexer is en meer dan vijf gesprekken zal omvatten, zal
het Jeugd- en Gezinsteam worden ingezet.
Tijdens de hulpverlening aan de gezinnen zal ingeschat worden of de geboden hulp
voldoende is. Als het lichter blijkt te zijn, kan worden besloten het over te dragen aan de
JGZ. Als er meer hulp geboden moet worden, kunnen er Jeugd- en Gezinswerkers worden
ingevlogen met een bepaald expertise of kan het overgedragen worden aan een Jeugd- en
Gezinswerker.
16
Naast het vertrouwde CJG overleg, zal regelmatig een JGZ/JGT overleg plaatsvinden om de
samenwerking, de route en de knelpunten te bespreken.
Terugkoppeling
Ouders hebben de regie over hun eigen traject. Het is aan de ouders om de ‘verwijzer’ op de
hoogte te stellen van de hulp die zij aangenomen hebben.
De Jeugd- en Gezinswerker kan met ouders bespreken of zij de verwijzer zelf willen
informeren, of dat de Jeugd- en Gezinswerker dat voor hen doet. De verwijzers vinden het
erg prettig om op de hoogte gehouden te worden of de hulp op gang is gebracht.
Wanneer een verwijzer zich ernstig zorgen maakt over een kind of een gezin kunnen zij het
Jeugd- en Gezinsteam vragen of er al hulp gestart is. (omdat anders mogelijk het AMK moet
worden ingeschakeld.)
Folders
De folders van het CJG worden verspreid, zodat het voor ouders, medewerkers en andere
hulpverleners duidelijk is wat de route is en wie wat doet.
Evaluatie na enkele maanden
JGZ geeft aan soms niet te weten of een kind en ouders ook werkelijk binnen bij het JGT zijn.
Ze missen de terugkoppeling en geven aan dat zij heel veel relevante informatie hebben over
gezinnen maar dat niemand van het JGT (met toestemming van ouders) hier naar vraagt.
Aandachtspunt is dat de Jeugd- en Gezinsmedewerkers ‘verwijzers’ op de hoogte houden als
een medewerker met het gezin aan de slag gaat en als er afgesloten wordt.
Doel is van het JGT is o.a. korte lijnen en een goede samenwerking met verschillende
partijen. Dit is een onderdeel hiervan.
Voorstel is om bij iedere aanmelding die bij het JGT binnen komt aan ouders en jongeren
aan te geven dat wij zowel de huisarts en de JGZ op de hoogte brengen dat een kind/gezin
bij ons aangemeld is en als we afsluiten.
Ouders/jongeren kunnen altijd aangeven als zij dit niet willen! Wij geven geen extra
informatie aan de huisarts en JGZ. Mochten zij informatie met ons willen delen of van ons
willen krijgen moeten zij aan ouders toestemming en/of deze informatie vragen.
Reden om dit te doen is dat zowel de huisarts als de JGZ als taak heeft de zorg van gezinnen
te monitoren. JGT is tijdelijk betrokken bij een gezin.
Een keer per maand schuiven verschillende JGT medewerkers aan bij het CJG overleg.
Alphen, locatie gemeentehuis
Afstemming JGZ-JGT en preventieve jeugdhulp.
Het CJG is sinds 1 maart uitgebreid met het Jeugd- en Gezinsteam( JGT). In het team werken
meerdere deskundigen om snel en persoonlijk hulp te bieden bij opgroeien en opvoeden.
De Jeugd Gezondheid Zorg (JGZ) en het JGT hebben op een informele wijze met elkaar kennis
gemaakt d.m.v. een lunch in het Stadkantoor.
Er is een aantal overleggen geweest om elkaar informatie/voorlichting te geven over wat de
JGZ doet en wat het JGT doet en op welke manier we gebruik kunnen maken van elkaars
expertise. Er is een aantal casussen geweest waarin de teams elkaar geconsulteerd en
geadviseerd hebben. We hebben ook al samengewerkt in een gezin.





De lunch is georganiseerd met JGZ-medewerkers, Homestart, Maatjesproject, diëtist
en JGT-medewerkers
Er is een uitwisseling van informatie geweest wat de JGZ doet en wat de pilot JGT
inhoudt.
Informatie uitwisseling heeft ook plaats gehad bij het CJG-team Meteoorlaan.
Jeugdarts 0-4 jaar van de JGZ heeft voorlichting gegeven aan het team van het JGT om
het team inzicht te geven wat de JGZ doet. Ze heeft ook verteld over de ontwikkeling
binnen de JGZ.
JGT is op de hoogte van de drie maandelijkse bijeenkomsten van de JGZ. Zij kunnen
hierbij aansluiten. Er wordt een thema behandeld bijv. informatie Home start,
informatie MEE.
17



Het smoelenboek waarin alle medewerkers van de JGZ staan wordt aangevuld met de
medewerkers van het JGT.
De website van het CJG is aangepast met informatie over het JGT, in welke postcode
het team werkt, telefoonnummer en de route van aanmelding Zie
www.cjgalphenaandenrijn.nl
Vanuit het JGT zijn er vaste contactpersonen die contact hebben met de medewerkers
van de JGZ. JGZ medewerkers weten wie hun contactpersonen zijn vanuit het JGT en
vice versa (verdeeld over leeftijdsgroepen, scholen, integrale vroeghulp).
Randvoorwaarden die geregeld zijn
 Iedereen is op de hoogte welke beschikbare werkruimtes er zijn in het CJG.
 De beschikbare spreekkamers kunnen gereserveerd worden in het zwarte boek bij de
balie.
 De vergaderzaal wordt gereserveerd via [email protected]
 Als de spreekkamer niet geschikt is voor het gesprek (i.v.m ruimtegebrek, veiligheid,
gehorigheid) dan kan gebruik gemaakt worden van een spreekkamer op het
Serviceplein. Dit moet nu gereserveerd worden via [email protected].
Later zal dit overgenomen worden door het officemanagement. Er kan ook gebruik
gemaakt worden van de diverse spreekkamers binnen het CJG zelf. Afspraak is wel,
dat dit alleen kan wanneer er geen spreekuren van de GGD zijn.
Aanvulling van praktische punten waarvan iedereen op de hoogte is in het
gemeentehuis
 CJG-portofoon en sleutels ophalen en wegbrengen bij portier van het stadskantoor
 Alarmnummer stadhuis :06-294 653 73
 Laatste JGT-medewerker sluit kamer 15 af (met masterkey (geel label) bij portofoon)
 Telnummer balie CJG 088-308 31 65 of 3164
 Aanvraag van Tag is geregeld. Deze Tag geeft toegang tot werkcafé en fietsenstalling
 Namen van de JGT-medewerkers staan op het aan- en afwezigheidsbord bij de balie
Wat vinden de JGZ-ers van deze nieuwe vorm van samenwerking?
 Van 0-4 jaar loopt. Medewerkers van de JGZ vinden de samenwerking zinvol. Ze
leggen zaken en situaties voor (ook buiten het postcode gebied) al anticiperend op
de toekomst met de vraag: zou dit een gezin of een situatie zijn voor het JGT? Er is
ook contact geweest met de contactpersoon van de integrale vroeghulp die in het JGT
zit. Aandachtspunt blijft: inschaling vraag zo laag mogelijk binnen de zorgstructuur.
Dit vraagt om actieve samenwerking binnen het CJG.
 Van 4-12 jaar lagen al lijnen met sociaalverpleegkundigen, deze zijn nu verder
uitgebreid met andere contactpersonen vanuit het JGT voor scholen.
 12 + contact is geweest en afspraken zijn gemaakt.
 Diverse keren zijn er vragen geweest vanuit de JGZ naar het JGT en vice versa. Dit
gebeurt anoniem. Wanneer het advies is dat het JGT wordt ingeschakeld wordt dit
besproken met ouders. Dit heeft geleid tot verschillende aanmeldingen bij het JGT.
De JGZ en het JGT zijn ook samen op intake geweest bij een gezin.
 Advies gevraagd door de JGT bij de gezinsverpleegkundige.
 Ter voorbereiding van flex MPO’s is op school informatie-uitwisseling met JGZverpleegkundige
Zijn er ook al gezamenlijke activiteiten bedacht of georganiseerd?
 Gezamenlijke themabijeenkomsten staan gepland
Welke ontwikkelingsstappen gaan we het komend half jaar inzetten?
 Er is vanuit de JGZ een pilot gestart voor een gezinsverpleegkundige, dit wordt door
JGZ verder uitgewerkt. Voorlopig voorstel is: jeugdarts en verpleegkundige
overleggen met gezinsverpleegkundige of het noodzakelijk is dat het JGT
geconsulteerd wordt.
 Samenwerking met het CJG Opvoedbureau.
18





Het komende halfjaar willen we samenwerken aan het realiseren van gezamenlijke
activiteiten, bijvoorbeeld week van de opvoeding?
Als er een vraag komt vanuit een instelling om voorlichting te geven wil het JGT dit
afstemmen met de JGZ wie deze voorlichting geeft en mogelijk ervoor kiezen om dit
samen te doen.
Onderzoeken of de lunch/themabijeenkomsten één keer per maand georganiseerd
kunnen worden. Voorbereidingsgroep samenstellen. Vanaf september?
Bespreken of we twee nummers moeten hanteren voor het CJG (één JGZ één JGT),
geeft één telefoonnummer niet meer duidelijkheid?
Terugkoppeling naar de JGZ, voorheen zaten er drie disciplines van het JGT in het
casuïstiek overleg van het CJG. Hoe kunnen we zorgen dat de terugkoppeling plaats
vindt.
Aandachtspunten
 Bij de start van het nieuwe JGT in 2015: JGT-medewerker samen met de JGZmedewerker contact leggen met school?
 Bij scholen die een regio functie hebben één contactpersoon vanuit het JGT Alphen
aan de Rijn?
 Er zijn GGZ-medewerkers die werken met het begeleidingsprogramma ‘Mijn baby en
ik’. Preventie-aanbod via de GGZ, voor nieuwe teams?
Randvoorwaarden:
 Gezamenlijk digitaal netwerk voor het JGT
 Gebruik kunnen maken van printers e.d.
 Goede werkplek met voldoende bureaustoelen voor alle CJG medewerkers
 Alle medewerkers moeten overal kunnen werken binnen het CJG en kunnen inloggen.
Lisse
Eén van de actiepunten van het Jeugd- en Gezinsteam was, en is een goede integratie binnen
het CJG. Binnen het JGT zijn we hier dan ook actief mee bezig geweest. Uiteraard is een
goede integratie niet iets dat we als JGT alleen kunnen doen; hiervoor hebben we alle
werkers binnen het CJG nodig. De coördinator van het CJG Lisse heeft een actieve rol
gespeeld in dit proces.
Binnen het CJG Lisse waren reeds vaste ketenpartners; de jeugdgezondheidszorg (GGD),
Bureau Jeugdzorg (vanuit de Toegang) en Kwadraad. Met de komst van het Jeugd- en
Gezinsteam is er een forse uitbreiding van het aantal mensen dat met elkaar werkzaam is
binnen het CJG.
Al voor de komst van het JGT waren er (in eerste instantie twee wekelijks en sinds kort één
keer per vier weken) de casus-overleggen. Tijdens deze overlegmomenten werd stil gestaan
bij mensen die spontaan waren binnengelopen; zijn deze mensen goed geholpen en bij de
juiste persoon terecht gekomen met hun vraag? En bij vragen onderling over de juiste route
van zorg voor een kind/gezin. Het casusoverleg heeft ertoe bijgedragen dat de mensen die
deel namen aan het overleg elkaar beter leerde kennen (wat doet een ieder van ons precies
binnen het CJG) en sneller wisten te vinden.
Ook na de komst van het JGT zijn er nog altijd de casus overleggen, twee medewerkers uit
het JGT (één iemand vanuit BJZ die de collega die voorheen aan het CJG Lisse was gekoppeld
vervangt en één iemand vanuit Kwadraad die eerder vanuit het JMW deelnam aan het
casusoverleg) sluiten hierbij aan (en daar waar nodig/mogelijk andere leden van het Jeugden Gezinsteam). Doel is wederom meer en meer te leren van de mogelijkheden van
respectievelijk de JGZ, het JGT (in Lisse bestaande uit medewerkers vanuit de volgende
organisaties: Cardea, Curium, GGZ Rivierduinen, MEE, Bureau Jeugdzorg, ISD en Kwadraad),
AMW, OAP. Het overleg wordt voorgezeten door de coördinator van het CJG.
Behalve de casusoverleggen zijn ook andere acties ondernomen om tot een betere integratie
te komen. Zo is begonnen met een informele lunch waarbij de CJG-werkers met elkaar kennis
konden maken. Na deze kennismaking onder het genot van een lunch hebben tot op heden
19
drie werklunches plaatsgevonden. Hierbij kwamen vragen die onder de medewerkers leefden
aan de orde en vond uitwisseling plaats van de tot dan toe opgedane ervaringen. Ook heeft
de JGZ, het AMW en het OAP een korte presentatie gehouden over de werkzaamheden. Een
volgende lunch staat gepland voor 12 juni en ook voor daarna staan verschillende
werklunches ingepland. Het idee is om een volgende keer door middel van casuïstiek van
elkaar te leren (welke vragen komen op welke plek terecht en wat zijn de mogelijkheden van
de verschillende werksoorten vervolgens).
Binnen het CJG Lisse is een werkkamer voor het JGT gecreëerd, met daarin een aantal
flexplekken. Daarnaast is er de mogelijkheid om in te schrijven op spreekkamers om aldaar
gesprekken met cliënten te voeren.
Deze werkplekken en de over het algemeen prettige onderlinge werksfeer heeft ervoor
gezorgd dat de werkers uit het JGT zich welkom hebben gevoeld in het CJG Lisse.
Wel blijven er ook een aantal punten van wrevel, dan wel aandachtspunten. Een van deze
punten, die nog verder uitgekristalliseerd dient te worden, is de terugkoppeling naar met
name de JGZ.
De nadrukkelijke wens vanuit de JGZ is dat het JGT hen informeert bij betrokkenheid bij een
kind/gezin en naderhand ook laat weten dat de hulpverlening wordt beëindigd. Enerzijds is
dit een punt dat verdere aandacht behoeft van de JGT-werkers; er simpelweg aan denken dat
de JGZ mogelijk relevante informatie heeft en het prettig vindt om op de hoogte te worden
gebracht. Anderzijds bestaat een visieverschil. In hoeverre strookt het standaard op de
hoogte brengen van de JGZ met het zoveel als mogelijk werken vanuit de eigen kracht van
ouders/gezin, de regie bij ouders/gezin en vraaggericht werken?
Vanuit het JGT brengen we nu de JGZ (en mogelijk ook andere betrokkenen) op de hoogte
daar waar we de inschatting maken dat dit een meerwaarde heeft (en ouders/jongere hiertoe
toestemming geeft).
Nu lijkt er soms sprake te zijn van frustratie bij de JGZ wanneer zij niet zoals gewenst op de
hoogte zijn gebracht. Wat hier mogelijk een rol bij speelt is ‘angst’ voor de veranderingen en
het ‘buitenspel gezet voelen’ omdat de JGZ geen onderdeel is van het JGT.
We hopen dat door met elkaar in gesprek te blijven, heldere werkafspraken en het opdoen
van positieve ervaringen over en weer de samenwerking verbetert. We kunnen spreken van
een succesvolle integratie wanneer we goed van elkaar weten wat een ieder vanuit zijn/haar
functie doet, er vertrouwen is over en weer, er voldoende gebruik gemaakt wordt van de
voorliggende voorzieningen, er wanneer nodig met elkaar wordt geschakeld (in het CJG Lisse
is de werkafspraak dat we niet naar elkaar verwijzen, maar schakelen; dit om zo
klantvriendelijk als mogelijk te werken) en bovenal de cliënt zich goed gehoord en geholpen
voelt binnen het CJG Lisse.
Nieuwkoop
Hoe werken we samen met de JGZ?
In Nieuwkoop zitten we met de proeftuin binnen het gebouw waar het CJG gevestigd is. We
komen de mensen van het consultatiebureau tegen en de CJG-coördinator, aangesteld door
de gemeente. Daarnaast hebben we elkaar getroffen in een bijeenkomst van de CJG waarin
het JGT gepresenteerd werd. Lekker samen borrelen en gelijk netwerken werkt altijd!
Nu zijn er maandelijks lunchbijeenkomsten
We gebruiken hiervoor per keer een thema. De eerste keer ging dat over de kerntaken van
het consultatiebureau.
Aangezien het JGT ook contacten heeft in de basisvoorziening (contacten met scholen en
artsen, peuterspeelzalen e.d) en de CJG-medewerkers ook, is het van belang goede
afspraken te maken over de samenwerking. Maar ook duidelijkheid naar partners, en geen
extra lijn creëren: Of de vraag nu binnenkomt bij CJG of JGT dat moet voor de cliënten niet
uitmaken, want degene die de telefoon aanneemt gaat op de vraag in en zoekt de passende
hulp. De komende tijd gaan we verder met uitgezette lijn. We zoeken elkaar al meer op voor
casusbespreking. We zullen meer thema’s om de grotere groep aan de orde stellen.
Wat gaat daarin goed en heeft meerwaarde?
Wat goed gaat is dat we elkaar meer en beter weten te vinden. Er zijn over en weer lijstjes
uitgewisseld met functie, telnummers en aandachtsgebied. De eerste gezamenlijke
20
afspraken m.b.t bepaalde casussen en benaderingswijze voor de contacten zijn al gemaakt
tussen JGT en JGZ.
De meerwaarde zit ‘m in de kennis de al reeds ligt bij de medewerkers van het CJG waar het
JGT gebruik van kan maken indien ouders toestemmen. Daardoor wordt een duidelijker
beeld gevormd van de cliënt en zijn vraag zodat de hulp beter passend is. In casussen van
het JGT waarbij twijfel is over de medische ontwikkeling van een kind kan ook snel advies en
kennis ingewonnen worden bij de JGZ.
Wat heeft de komende tijd hierin onze aandacht?
De komende tijd gaan we verder met uitgezette lijn. We zullen meer thema’s op de agenda
zetten. Duidelijkheid creëren voor beide waar de kaders van onze werkgebieden liggen.
Ervaringen in de samenwerkingscasussen die er lopen bespreken/evalueren.
Vraag die tijdens het gezamenlijk overleg naar boven kwam bij alle aandachtfunctionarissen
is: “waarom profileert JGT zich als JGT en niet als gezinswerker van het CJG”. M.a.w. bij
aanvang is gekozen voor scheiding tussen beide, maar nu moet de verbinding weer worden
gezocht? Kunnen we één centraal nummer gaan gebruiken in de toekomst? Een ervaren
CJG/JGT receptioniste telefoniste kan bepalen waar de vraag naartoe kan.
Katwijk
DO
DON’T
DO
DON’T
Zorg voor een voortvarende, gedreven CJG coördinator met visie!
Vergeten de rem aan te trekken
Presenteer je als één centrum, voor de cliënt mag het niet uitmaken door wie
de hulp wordt gegeven.
Te weinig tijd besteden aan de juiste positionering van Jeugd- en Gezinsteam
binnen CJG.
DO
Communiceer veel
DON,T
Communiceer veel
DO
Zoek elkaar op casusniveau
DON’T
Praat met iedereen over cliënten
DO
Organiseer bijeenkomsten om elkaar te leren kennen en expertise te delen
DON’T
Bang zijn voor concurrentie
Stand van zaken
Bij de vorige bijeenkomst (startdag) op 30 januari 2014 zijn vijf thema’s geïntroduceerd en
werd per thema doelen geformuleerd.
Voor het thema Integratie CJG zijn de volgende doelen geformuleerd:
 kennis van elkaars expertise.
 Verduidelijking verbinding; hoe verbindt het JGT zich met CJG.
Alle teamleden waren zich er onvoldoende van bewust dat het JGT onderdeel zou zijn van
het CJG. Ook de rol van de coördinator CJG was/is niet helemaal duidelijk. De komst van het
JGT was voor het CJG wel duidelijk.
De coördinator heeft twee bijeenkomsten georganiseerd waarbij het CJG en JGT kennis met
elkaar konden maken en info konden uitwisselen.
Bij het beantwoorden van vragen van cliënten zijn vanuit het JGT al verschillende contacten
met medewerkers van het JGZ. De contacten op casusniveau verlopen plezierig en worden
als een waardevolle aanvulling ervaren.
De komende tijd blijft het een aandachtspunt om regelmatig contact te hebben met elkaar.
Vanuit het JGT is er altijd de vraag of een meerwaarde heeft om contact op te nemen met
JGZ.
21
Gebiedsgericht werken door de teams




Hoe hebben jullie de verbinding met PO, VO en huisartsen tot nu toe vormgegeven?
Leuke en positieve ervaringen ter inspiratie.
Lastige punten en vragen waarop jullie nog antwoord zoeken.
Wat vinden deze ketenpartners tot nu toe van deze samenwerking?
Leiderdorp-Zoeterwoude
Ons team heeft vaste contactpersonen voor de huisartsen en de scholen in het PO en VO.
Bij de huisartsen onderhoudt de contactpersoon contact met de praktijken en kan de
contactpersoon worden gebeld als er vragen zijn.
Bij de scholen is er vanuit het Jeugd- en Gezinsteam één contactpersoon, die regelmatig op
school aanwezig is bij besprekingen. De contactpersoon brengt hulpvragen in het team in
zodat een teamlid ermee aan de slag kan. Regelmatig nemen contactpersonen ook zelf de
hulpvragen op zich. De school maatschappelijk werkers uit ons team hebben op verzoek van
de scholen deze taak op zich genomen.
Bij de middelbare school in onze regio zijn twee teamleden regelmatig aanwezig bij
besprekingen en houden spreekuur.
Vanuit het Jeugd- en Gezinteam zijn aan alle (ons bekende) ketenpartners contactpersonen
toegevoegd. Omdat we in maart van start zijn gegaan is dit nog in de opbouwfase. Met de
meeste organisaties is door middel van een gesprek het contact gelegd.
Ook tijdens de netwerktafel in Zoeterwoude op 8 april zijn contacten gelegd. We hebben
ons als team kunnen presenteren.
Een paar maal zijn collega’s al aanwezig geweest bij een bijeenkomst van het Jongeren
Advies Tea. Het leuke daaraan is dat je hoort wat er bij de jongeren speelt. Met
vrijwilligersorganisaties is nog weinig contact geweest.
We moeten soms nog afstemmen als bij een ketenpartner, bijvoorbeeld een peuterspeelzaal,
ook een contactpersoon van de JGZ actief is. We willen proberen elkaar aan te vullen.
Leiden
Hoe hebben jullie de verbinding met PO, VO en huisartsen tot nu toe vormgegeven?
Er is een overzicht gemaakt van ketenpartners waarmee verbinding gezocht dient te worden.
Ieder teamlid heeft zich verbonden aan een of meerdere ketenpartners en fungeert als
contactpersoon.
Zo zijn er contactpersonen aangesteld voor de basisscholen, middelbare scholen en de
huisartsen, en hiernaast nog meer. Het PO, VO en de huisartsen vervullen een belangrijke rol
in de keten. Het is dan ook erg belangrijk te investeren in dit contact.
De huisartsen in het postcodegebied zijn benaderd door de contactpersonen. In de
gesprekken met de huisartsen is verteld over de nieuwe werkwijze. Ze zijn op de hoogte hoe
ze ons als JGT-team kunnen bereiken.
Ook is met de huisartsen afgestemd dat zij contact kunnen opnemen als er vragen zijn over
een casus, of anderszins, met de contactpersonen.
Het is belangrijk dit contact gedurende dit jaar te behouden, zodat er korte lijnen ontstaan,
en de samenwerking in de keten, net als de JGZ, vanzelfsprekend wordt.
Scholen
In het postcodegebied zijn enkele basisscholen gevestigd en in de proeftuin doen ook enkele
middelbare scholen mee. Deze scholen hadden voorheen een vast aanspreekpunt, namelijk
de schoolmaatschappelijk werker.
De schoolmaatschappelijk werkers zijn opgenomen in het JGT-team, en maken onderdeel uit
van dit team. Het is belangrijk dat wordt gezocht naar een nieuwe modus. Hoe kan het JGT
verbinden met de scholen? Deze vraag wordt hieronder uitgewerkt.
Scholen PO
Er is gekozen om de voorheen schoolmaatschappelijk werker van de basisscholen
contactpersoon te laten zijn. Dit is dus niet gewijzigd in Leiden Noord. Er is ook voor
22
gekozen dat een tweede teamlid van het JGT hierbij aanhaakt, zo is een tweetal ontstaan dat
fungeert als directe contactpersonen voor de school (IB-ers etc.). Dit tweetal is de schakel
tussen het JGT en de scholen.
Het is zoeken hoe dit wellicht ook anders vormgegeven kan gaan worden, want welke
meerwaarde heeft het dat o.a. de ‘oude’ contactpersoon dit ook is gebleven? Dit is een
aandachtspunt voor september bij de start van het nieuwe schooljaar.
Zeer belangrijk is een passende oplossing te zoeken die zowel aansluit bij de wensen van de
school, als bij de visie van het JGT en nieuwe werkwijze en bovenal bij de wensen van de
ouder en het kind.
Scholen VO
Bij de VO scholen is ook gekozen om de voorheen schoolmaatschappelijk werker van de
middelbare scholen contactpersoon te laten zijn, samen met een tweede teamlid van het JGT.
Ook hier wordt gewerkt als duo. De basisscholen staan in het postcodegebied, echter niet
beide middelbare scholen.
Dit maakt het lastig, omdat de leerlingen, door school aangemeld bij het JGT, niet altijd in
het postcodegebied wonen. Deze kans is vele malen groter bij het PO.
De meerwaarde van deze constructie bij het VO is dat de werkwijze van de
‘schoolmaatschappelijk werker’ enigszins gelijk blijft. De zorgstructuur binnen de school ligt
vast, en dit is lastig om in een lopend schooljaar te veranderen. De druk is hoog en met
name ook de vele veranderingen maken dat het voor scholen snel onoverzichtelijk wordt en
er weerstand ontstaan.
Positief is het dat er vanuit verschillende hoeken wordt meegedacht, Loket Passend
Onderwijs, JGT-ers en zorg coördinatoren zoeken naar een nieuwe werkwijze die past bij
deze doelgroep.
Enkele teamleden hebben zich eraan verbonden hierover concreet na te denken, zodat bij de
start van het nieuwe schooljaar een duidelijk plan klaarligt.
Sociaal Wijk Team (SWT)
In Leiden zijn ook enkele sociale wijkteams gestart. Zo ook in een gedeelte van het
postcodegebied van het JGT. Het is van groot belang dat wordt afgestemd met dit team.
Sinds de start van het JGT zijn er al verschillende casussen binnengekomen die vallen in een
zogenaamd ‘grijs gebied’ waardoor het belang wordt onderstreept om de samenwerking met
het SWT vorm te gaan geven. Het is niet bij iedere aanmelding even duidelijk waar iemand
aan het juiste adres is: SWT of JGT. Dit is een uitdaging voor de komende periode waar we
mee aan de slag gaan en die de JGT visie zal aanscherpen (en de visie van het SWT).
Leuke en positieve ervaringen ter inspiratie
- Aanmeldingen van huisartsen druppelen binnen.
- In totaal zijn tot 6 juni 2014 in Leiden Noord 100 aanmeldingen binnengekomen.
Men meldt zelf aan, of wordt verwezen (school, huisarts, JGZ etc.).
- De scholen melden (nog steeds) veelvuldig aan. Het werkt dus dat we betrokken
blijven, men weet ons op deze vindplekken van jongeren te vinden.
- Ook de praktijkondersteuners van de huisartsen (POH GGZ functie) weten ons te
vinden.
- Er is een ‘rots en water groepje’ gestart op een basisschool van de proeftuin.
Lastige punten en vragen waarop jullie nog antwoord zoeken
- Hoe verhouden we als JGT ons tot het PO en in het bijzonder ook het VO?
- Hoe verhouden we als JGT ons tot het SWT?
- Wat doen we wel en wat ook niet. Wanneer verwijzen we, en dan ook: waar naartoe?
Wat vinden deze ketenpartners tot nu toe van deze samenwerking?
- Het hulpaanbod is overzichtelijker geworden met de komst van het JGT. Vragen over
een kind of een jongere of een gezin: aanmelding of consultatie vragen bij het JGT.
Dus: door de bomen het bos weer gaan zien.
- Scholen VO maken zich zorgen dat ze hun vaste aanspreekpunt kwijtraken. Hier
wordt op ingezoomd in verschillende overlegvormen.
- Huisartsen maken zich zorgen om ‘de pot met geld’: wat als deze leeg is?
23
-
Ook de privacy waarborg wordt vaak genoemd: hoe kun je garanderen dat het online
dossier veilig is?
Alphen
Gemeente (postcode)
Aantal inwoners
Aantal primair onderwijs
Alphen aan den Rijn, 2405 en 2408
23000
10
Aantal voortgezet
onderwijs
Aantal speciaal onderwijs
2
Aantal huisartsen
6 praktijken en 5 eenpitters
0
Hoe is er contact gelegd met bovenstaande ketenpartners?
Binnen het team zijn contactpersonen aangewezen. Deze hebben in de maand maart/april
kennisgemaakt met de ketenpartners. Hierin is uitgelegd wat het Jeugd- en gezinsteam kan
betekenen voor de ketenpartner en zijn er eerste afspraken gemaakt over de manier
waarop we elkaar kunnen vinden.
Is er een plattegrond van
de gemeente
Ja
Is er een overleg met alle
(semi) professionals die
werken in de wijk?
Zo ja, wie zitten bij dit
overleg?
Ja er is een professionalsoverleg, hierbij zijn aanwezig:
politie, woningbouwvereniging, Activite, Participe,
ordehandhaving, Kwadraad en de gebiedsadviseurs van de
gemeente.
Er zijn werkplaatsoverleggen georganiseerd met het sociale
wijkteam, integrale toegang, gebiedsadviseurs en JGT om te
komen tot concrete samenwerkingsafspraken.
Beschrijf een leuke ervaring.
Op uitnodiging van de gebiedsadviseurs hebben wij aangesloten bij een informele lunch
om kennis te maken, lijnen te leggen en ons te introduceren. De huidige vorm van het
professionalsoverleg was onderwerp van gesprek. Er zijn plannen om met de betrokken
professionals te gaan kijken hoe wij dit overleg effectiever te laten zijn met het oog op de
zorgen rondom een gezin in de wijk.
Beschrijf een lastig punt of vraag.
 Het werkgebied van de proeftuin komt niet overeen met de wijkindeling van de
gemeente waardoor je in meerdere (professionals) overleggen moet aansluiten.
 Hoe ga je om met de privacy van cliënten in bovenstaand overleg?
 Hoe gaan wij om met vragen van ouders, scholen etc. waarbij de school in de
postcodes valt van de proeftuin, maar de verblijfplaats van de cliënt niet? En vica
versa? Vooral met het oog op scholen die een regionale functie hebben.
24
Wat zijn de reacties van ketenpartners op het JGT-team?
Positief, zien de meerwaarde van de doelstelling, maar hebben wel vragen of de
doelstelling in de praktijk haalbaar is. Daarnaast maken ketenpartners zich zorgen over
hun eigen positie. En is het met zowel basisscholen als met middelbare scholen zoeken
naar een goede vorm van samenwerken die aansluit bij hun zorgstructuur i.v.m. de
invoering van het passend onderwijs.
Lisse
Elke basisschool en middelbare school in Lisse heeft nu een contactpersoon. Scholen waren
al geïnformeerd door de gemeente en de CJG-coördinator dat een vaste medewerker
gekoppeld zou worden. De kennismakingen verliepen prima. Een ieder is goed ontvangen.
Per school is aangegeven waar de behoefte ligt. JGT is als contactpersoon te benaderen bij
vragen tot het houden van een (wekelijks)spreekuur.
De eerste spreekuren zijn geweest en ieder is enthousiast over de contacten op de scholen.
Er is ook al inloop. Er wordt opgemerkt dat scholen soms al iets doen om ouders naar een
contactpersoon sturen tijdens een spreekuur. Een Jeugd en gezinsteam medewerker is
toegevoegd aan de commissie van begeleiding op een SBO-school.
JGT-team heeft samen met JGZ deelgenomen aan een zorgmarkt op een school.
Samenwerking op de middelbare school liep al via Jeugdpreventieproject, maar is nu
uitgebreid door een tweede persoon. Deze is goed ontvangen, zeker door de combi van een
man en een vrouw.
Er is contact gelegd met het jongerencentrum in Lisse. Ook daar is enthousiast gereageerd
en wordt meegedacht om de jongeren beter te bereiken.
Met de campus Cardea in Lisse is contact gelegd en informatie gegeven over hoe tot nu toe
het verlopen is binnen starten met het JGT.
De huisartsen hebben een brief ontvangen met daarin hun contactpersonen van het JGT.
Medewerkers zitten nog niet in de praktijk. Er is wel al een huisarts die ons goed op zijn
netvlies heeft en al een enkele cliënt heeft doorgestuurd.
Er is nog geen contact met de voorschoolse voorzieningen. Dit verloopt nu nog via de JGZ.
Wel gaan we, samen met de JGZ, deelnemen aan een BSO-instuif en ons kenbaar maken als
JGT.
Verder zijn contacten gezocht met de diverse netwerkpartners (bijv. Kristal, de Brijder,
psychologie praktijken) en zijn contactpersonen aangewezen die we consulteren.
Binnen het CJG is er een contactpersoon met het Opvoedadviespunt. Dat loopt redelijk.
Binnen het CJG zijn we goed ontvangen. Er is een ruimte voor ons vrijgemaakt en een
overzicht gegeven wanneer we waar een ruimte kunnen gebruiken.
De coördinator van het CJG is heel betrokken, denkt mee en is vooral gericht op dit moment
om de samenwerking zo goed mogelijk te krijgen.
Ons team merkt dat we welkom zijn, maar dat in de daadwerkelijke samenwerking nog niet
bij iedereen evenveel vertrouwen is. Er zijn nog veel vragen, vooral vanuit de JGZ, over wat
zij kunnen verwachten van het JGT. Daar zullen nog veel lunches aan gewijd worden. Dat is
onze manier om met elkaar tot een betere samenwerking te komen. Daar gaan we ook met
thema’s aan de slag.
Aandachtspunten
Kerken, voor-en naschoolse voorzieningen, vrijwilligersorganisaties en overige
welzijnsorganisaties.
Nieuwkoop
Hoe hebben jullie de verbinding met PO, VO en huisartsen tot nu toe vormgegeven?
Omdat Nieuwkoop een groot gebied is hebben wij ervoor gekozen om het gebied te verdelen
over de teamleden. In een bepaalde gebied van de gemeente is vervolgens een teamlid
contactpersoon voor de huisartsen en PO. Er is maar 1 VO school in het gebied. Hoe dit
contact vormgegeven wordt, stemmen we zoveel mogelijk af op de wensen van huisartsen
en PO (binnen onze mogelijkheden). Dit kan een structureel overleg zijn, een spreekuur op
locatie of contact wanneer nodig.
25
Leuke en positieve ervaringen ter inspiratie
We worden heel goed gevonden door de scholen. Het aantal verwijzingen is bijzonder hoog.
Aanmeldingen kunnen snel opgepakt worden en daar wordt positief op gereageerd. Een
nogal moeilijk bereikbare huisarts binnen het gebied kwam op de algemene voorstelavond
van het JGT, maar ging helaas vroegtijdig weg omdat hij een meer persoonlijke benadering
had verwacht. Vervolgens is de contactpersoon van deze huisarts bij hem op bezoek
geweest, ze hebben een goed gesprek gehad en er is een vervolgafspraak gemaakt.
Lastige punten en vragen waarop jullie nog antwoord zoeken
Het grote gebied vraagt soms veel. We zijn momenteel nog druk zoekende op welke locaties
we moeten zitten om de verbinding met de dorpskernen te maken en daarnaast de
verbinding met het team te houden. Daarnaast zijn nog niet alle contacten gelegd.
Wat vinden deze ketenpartners tot nu toe van deze samenwerking?
De eerste geluiden zijn positief. Ketenpartners hoeven niet meer zo lang te zoeken naar de
juiste hulpverlening en vinden het erg prettig dat alles onder één dak zit.
Katwijk
Do
Contactpersonen/vaste aanspreekpunten binnen het JGT voor de
contactpersonen.
Don’t
Contactpersonen pakken de cliënten zelf op.
Do
Netwerkpartners kunnen de contactpersonen nu al goed vinden.
Don’t
Beloftes doen die niet waar te maken zijn. Het JGT is nog in ontwikkeling.
Do
Open staan voor andere netwerkpartners, zoals particuliere
hulp/dienstverleners.
Don’t
Ingaan op alle aanvragen.
DO
Gebiedsgebonden werken is ook aanwezig zijn op de locaties (denk aan po/vo
scholen en jongerenwerk).
DON’T
Te weinig mensen op de locaties.
DO
Bij overleggen aanwezig zijn, zoals signaleringsoverleg, MPG-overleg.
DON’T
Vergaderen om het vergaderen.
DO
Kennis van de sociale kaart.
DON’T
Weinig kennis wat netwerkpartners precies doen.
Stand van zaken
Hoe hebben jullie de verbinding met PO, VO en huisartsen tot nu toe vormgegeven?
We hebben vaste contactpersonen voor de huisartsen en de scholen in het PO en VO. Bij de
huisartsen onderhoudt de contactpersoon contact met de praktijk en kan de contactpersoon
worden gebeld als er vragen zijn. Bij de scholen zijn er vanuit het J en G-team één of twee
contactpersonen, die ook regelmatig op school aanwezig zijn en een inloopspreekuur
hebben voor kinderen en/of ouders en docenten.
Onderwijs vo
Opvallend was dat het bij elke proeftuin anders georganiseerd was. In Katwijk zijn er veel
aanmeldingen en zijn er ook extra mensen van de proeftuin op de scholen gezet. De
aanmeldingen worden niet meer in het registratiesysteem van bijv. Kwadraad gezet. Bij
sommige andere proeftuinen is dit nog wel het geval.
Het succes van de afgelopen maanden in Katwijk
Veel aanmeldingen, meedenken over zorgstructuur op school en korte lijnen. De expertise
van (vooral) GGZ wordt als meerwaarde gezien. Scholen zijn zeer tevreden.
Discussiepunt
26
Hoe gaan we met leerlingen uit andere postcodegebieden om. In Katwijk hebben we hier een
duidelijke visie over. Hoe doen we dit in 2015?
Leuke en positieve ervaringen ter inspiratie
We hebben vanuit het Jeugd- en Gezinsteam voor alle ketenpartners contactpersonen. Omdat
we in maart van start zijn gegaan is dit nog in de opbouwfase. We kunnen zeggen dat de
contacten die gelegd zijn goed verlopen. Dat merken we bijvoorbeeld doordat we gebeld
worden door de scholen als ze daar vragen hebben.
Lastige punten en vragen waarop jullie nog antwoord zoeken
We moeten soms nog afstemmen als bij een ketenpartner, bijvoorbeeld een school, ook een
contactpersoon van de JGZ actief is. Dan is goed om voor de school duidelijk in beeld te
brengen wie wat doet.
Wat vinden deze ketenpartners tot nu toe van deze samenwerking?
Tot nu toe krijgen we tevreden reacties vanuit de keten partners
27
Tot slot, de eerste cijfers uit plusplan
Als laatste onderdeel bieden wij nog wat cijfers.
We hebben geleerd dat cijfers weinig zeggen zonder het verhaal erbij.
Dat verhaal heeft u gelezen. De cijfers illustreren dit. Misschien is het daarom inmiddels
overbodig op te merken dat de getallen enkel en alleen vertellen wat er in Plusplan (PlusPlan)
is ingevoerd. Dat geeft een indicatie van wat de teams aan hulpverleningstrajecten hebben
opgepakt, maar niet meer dan dat.
Vanaf 1 maart is PlusPlan in gebruik. Medewerkers in de teams hadden toen al
hulpverleningstrajecten lopen (vanuit de moederorganisatie). Die trajecten zijn door
sommigen wel en door anderen (nog) niet ingevoerd in het systeem. Dus feitelijk zijn er
meer cliënten in de teams bekend. Dat is één kanttekening.
Verder heeft u kunnen lezen hoe we al pionierend ook in het registratiesysteem problemen
tegenkwamen. Als gevolg daarvan zijn ook nog ‘nieuwe’ cliënten in oude systemen
ingevoerd. En niet iedereen was even alert op de vervolgstap ‘matchen’ na het aanmelden,
waardoor soms niet in het systeem duidelijk werd dat de hulpverlening wel degelijk op gang
was gekomen. Dat is een tweede kanttekening.
En als laatste willen we niet onvermeld laten dat we eenmalige contacten en consulten
(telefonisch, op scholen, in het CJG en de wijken) niet als aanmelding hebben vastgelegd. Die
zijn dus ook niet meegeteld.
Voor Leiderdorp- Zoeterwoude zullen de cijfers nog gesplitst worden naar gemeente.
28
Proeftuin Alphen
29
Proeftuin Leiden Noord
30
Proeftuin Katwijk
31
Proeftuin Leiderdorp Zoeterwoude
32
Proeftuin Lisse
Het werkelijk aantal ligt iets hoger, een aantal aanmeldingen was op 31 mei nog niet ingevoerd. Een
natelling op 13 juni leverde 60 aanmeldingen op.
33
Proeftuin Nieuwkoop
34