brussels hoofdstedelijk parlement parlement de la région de

A-70/1 – 2014/2015
A-70/1 – 2014/2015
BRUSSELS
HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT
PARLEMENT DE LA RÉGION
DE BRUXELLES-CAPITALE
_____
_____
GEWONE ZITTING 2014-2015
SESSION ORDINAIRE 2014-2015
11 DECEMBER 2014
11 DÉCEMBRE 2014
_____
_____
VOORSTEL VAN RESOLUTIE
PROPOSITION DE RÉSOLUTION
betreffende de erkenning van de Palestijnse
Staat door België
visant à la reconnaissance
de l’État palestinien par la Belgique
(ingediend door de heer Vincent DE WOLF (F),
mevrouw Viviane TEITELBAUM (F), de heren
Abdallah KANFAOUI (F) en Jacques BROTCHI (F))
(déposée par M. Vincent DE WOLF (F),
Mme Viviane TEITELBAUM (F), MM. Abdallah
KANFAOUI (F) et Jacques BROTCHI (F))
_____
_____
Toelichting
Développements
Terwijl de spanningen tussen Israël en Palestina
toenemen en voor onrust zorgen, worden verschillende
initiatieven overwogen om het politiek proces nieuw leven
in te blazen. In die context, komt de erkenning van
Palestina weer centraal te staan in het debat.
Alors que la montée des tensions entre Israël et la Palestine
est source d’inquiétude, des initiatives diverses sont
envisagées pour relancer le processus politique. Dans ce
contexte, la question de la reconnaissance de la Palestine
revient au cœur du débat.
Vandaag hebben in totaal 135 van de 193 bij de VN
aangesloten landen Palestina als Staat erkend. Een groot
deel van die landen, met inbegrip van bepaalde lidstaten
van de Europese Unie die destijds nog geen lid waren,
hebben de « Palestijnse Staat » erkend ter gelegenheid van
de eenzijdige uitroeping van de Palestijnse Staat in 1988.
Sinds 30 oktober 2014, is Zweden de eerste EU-lidstaat die,
na zijn toetreding, Palestina heeft erkend.
Aujourd’hui, au total, 135 pays sur les 193 membres de
l’ONU ont reconnu la Palestine en tant qu’État. Une grande
partie de ces États, y compris certains États de l’Union
européenne qui n’en faisaient pas encore partie à l’époque,
ont reconnu l’« État de Palestine » lors de la proclamation
unilatérale de la Palestine en 1988. Depuis le 30 octobre
2014, la Suède est le premier pays de l’UE à avoir procédé à
cette reconnaissance après être entré dans l’Union
européenne.
Het debat over de erkenning is in verschillende nationale
parlementen aan de gang. De Kamer van het Verenigd
Koninkrijk en Ierland hebben met een ruime meerderheid
een niet dwingende resolutie tot erkenning van de
Palestijnse Staat aangenomen. Het Spaans parlement heeft
een motie aangenomen die de Spaanse regering ertoe
oproept de Palestijnse Staat te erkennen. In Frankrijk heeft
de « Assemblée nationale » onlangs een debat over de
kwestie gehouden.
Le débat sur la question de la reconnaissance est engagé
dans différents parlements nationaux. La Chambre du
Royaume-Uni et d’Irlande a adopté à une large majorité une
résolution non contraignante visant à la reconnaissance de
l’État de Palestine ; une motion appelant le gouvernement
espagnol à reconnaître l’État palestinien a été adoptée en
Espagne et la France a récemment tenu un débat à
l’Assemblée nationale sur ce sujet.
Op 29 november 2012, heeft de Algemene Vergadering
van de Verenigde Naties een resolutie aangenomen waarin
het statuut van Palestina wordt verhoogd van waarnemende
« entiteit » tot « waarnemende niet-lidstaat ». België heeft
voor die resolutie gestemd, maar er evenwel op gewezen
dat het de Palestijnse Staat niet erkent, want die erkenning
moet het resultaat van onderhandelingen tussen de partijen
zijn.
Le 29 novembre 2012, l'Assemblée générale des Nations
Unies a adopté une résolution par laquelle la Palestine est
passée du statut d'« entité » observatrice aux Nations Unies à
celui d'« État observateur non-membre ». La Belgique a voté
en faveur de cette résolution, en précisant cependant ne pas
reconnaître l’État de Palestine, celui-ci devant être issu d’une
négociation entre les parties.
A-70/1 – 2014-2015
2
A-70/1 – 2014/2015
Voorts is Palestina op 31 oktober 2011 volwaardig lid
geworden van de Unesco. België heeft voor de toetreding
gestemd. Op 7 november 2014, heeft Palestina het statuut
van
lid
sui
generis
van
de
Internationale
Telecommunicatie-unie (ITU) verkregen.
La Palestine est par ailleurs devenue membre à part
entière de l’UNESCO le 31 octobre 2011. La Belgique a
voté en faveur de cette adhésion. La Palestine a obtenu le
7 novembre 2014 un statut de membre sui generis à l’Union
Internationale des Télécommunications (UIT).
Vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken, Didier
Reynders heeft het officiële standpunt van België op
19 november 2014 in herinnering gebracht in de
commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen van de
Kamer
van
Volksvertegenwoordigers
en
op
20 november 2014 tijdens de plenaire vergadering :
La position officielle de la Belgique a été rappelée à la
Chambre des Représentants le 19 novembre 2014 en
Commission des Relations extérieures et le 20 novembre
2014 en séance plénière par le Vice-Premier Ministre et
Ministre des Affaires étrangères, Didier Reynders :
« Ons standpunt spoort met de verklaring van de Hoge
Vertegenwoordiger van de EU. België is altijd voorstander
geweest van de tweestatenoplossing en van de oprichting
van een soevereine Palestijnse Staat, die in vrede en
veiligheid leeft met en naast Israël. Dit principiële
standpunt betekent in fine de erkenning van een
Palestijnse Staat. De vraag is wanneer dit moet gebeuren.
De erkenning van Palestina moet bekeken worden in het
kader van een onderhandelingsproces, nadat beide
partijen overeenstemming hebben bereikt over de
belangrijkste punten van deze onderhandelingen,
waaronder de afbakening van de grens en de status van de
stad Jeruzalem.
« Notre position est conforme à la déclaration de la Haute
Représentante de l’UE. La Belgique a toujours été favorable
à une solution consistant à faire coexister deux États et à
créer un État palestinien souverain vivant en paix et en
sécurité avec et aux côtés d’Israël. Cette position de
principe signifie au final la reconnaissance d’un État
palestinien. La question qui se pose désormais est : quand
cette reconnaissance doit elle se produire? Il importe de
considérer la reconnaissance de la Palestine dans le cadre
d’un processus de négociation après que les deux parties
seront tombées d’accord sur les principaux points de ces
négociations, dont la délimitation de la frontière et le statut
de la ville de Jérusalem.
Wij moeten zeker zijn dat de toekomstige Palestijnse
Staat een grondgebied zal hebben – ik heb de
nederzettingen herhaaldelijk veroordeeld –, dat de
veiligheid van de Staat kan verzekerd worden, dat er een
regering zal zijn die haar gezag over het grondgebied kan
uitoefenen, inclusief de Gazastrook, en dat de Staat een
economische toekomst kan hebben. Palestina ‘zomaar’
erkennen zal aan geen van deze minimumvoorschriften van
een Staat beantwoorden. ».
Nous devons être sûrs que le futur État palestinien sera
doté d’un territoire – j’ai déjà condamné plusieurs fois les
implantations –, que la sécurité de cet État pourra être
garantie, qu’il y aura un gouvernement capable d’exercer
son autorité sur le territoire, en ce compris la bande de
Gaza, et que cet État pourra avoir un avenir économique.
Reconnaître la Palestine de façon « gratuite » ne répondra
à aucune de ces conditions minimales posées à l’avènement
d’un nouvel État. ».
Tijdens de plenaire vergadering van de Kamer van
20 november 2014, heeft de minister van Buitenlandse
Zaken dat standpunt herhaald :
Lors de la séance de la Chambre le 20 novembre 2014, le
Ministre des Affaires étrangères a rappelé ses propos :
« België is voorstander van een tweestatenoplossing in
de regio. De erkenning is echter geen principiële vraag.
Wij zullen naar een erkenning gaan. Het probleem is
echter het moment waarop. We zijn in dat verband bezig
met onderhandelingen binnen de EU. De beste oplossing
is Europese consensus. ».
« La Belgique souscrit à une solution à deux États dans la
région. La reconnaissance de l’État palestinien n’est pas
une question de principe. Cette reconnaissance interviendra
tôt ou tard, mais il s’agit toutefois de déterminer le moment
opportun. Des négociations sont actuellement menées à ce
sujet au sein de l’Union européenne et l’idéal serait
d’arriver à un consensus européen. ».
We zijn van oordeel dat elke diplomatieke stap moet
worden ingebed in de ruimere politieke context en moet
bijdragen tot het onderhandelingsproces en de goede
afloop ervan. Duurzame vrede is niet mogelijk zonder
onderhandelingen waarbij de belangen van de twee
partijen worden verzoend, onder meer het recht van de
Palestijnse Staat op economische voorspoed en
soevereiniteit en het recht van Israël op veiligheid. Als het
principe van de erkenning verworven is, moet de
daadwerkelijke
toepassing
een
positieve
en
doorslaggevende rol in het vredesproces spelen.
Nous pensons que toute démarche diplomatique doit
s’inscrire dans le contexte politique plus large et être un
élément contribuant au processus politique de négociation et
favorisant sa conclusion. Aucune paix durable ne pourra être
obtenue, sans un processus négocié, réconciliant les intérêts
des deux parties, notamment le droit à la prospérité
économique et à la souveraineté de la Palestine et le droit à
la sécurité d’Israël. Le principe de la reconnaissance étant
acquis, il importe que sa mise en œuvre effective joue un
rôle positif et déterminant dans le processus de paix.
A-70/1 – 2014-2015
In dat proces, is er een rol weggelegd voor de Arabische
landen in de regio, op basis van het vredesplan van maart
2002.
3
A-70/1 – 2014/2015
Les États arabes de la région ont un rôle à jouer dans le
processus sur la base du plan de paix de mars 2002.
Vincent DE WOLF (F)
Viviane TEITELBAUM (F)
Abdallah KANFAOUI (F)
Jacques BROTCHI (F)
A-70/1 – 2014-2015
4
A-70/1 – 2014/2015
VOORSTEL VAN RESOLUTIE
PROPOSITION DE RÉSOLUTION
betreffende de erkenning van de Palestijnse
Staat door België
visant à la reconnaissance
de l’État palestinien par la Belgique
Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement,
Le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale,
Gelet op het onvervreemdbare zelfbeschikkingsrecht
vervat in artikel 1 van het Handvest van de Verenigde
Naties, in het Internationaal Verdrag inzake economische,
sociale en culturele rechten en in het Internationaal
Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ;
Considérant le droit inaliénable à l’autodétermination
inscrit dans l’article 1er de la Charte des Nations Unies,
dans le Pacte international relatif aux droits économiques,
sociaux et culturels et le Pacte international relatif aux
droits civils et politiques ;
Overwegende resolutie 181 van 29 november 1947 van
de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties tot
goedkeuring van het plan tot opdeling van Palestina in
twee onafhankelijke Staten, waarbij de stad Jeruzalem
onder het bestuur van de Verenigde Naties werd geplaatst
en bepaald werd dat « twee onafhankelijke Staten, een
Arabische en een Joodse (...), uiterlijk 1 oktober 1948
beginnen te bestaan (...) » ;
Considérant la résolution 181 de l’Assemblée générale
des Nations Unies du 29 novembre 1947 qui adopte le plan
de partage de la Palestine en deux États indépendants, la
ville de Jérusalem étant placée sous administration des
Nations Unies, et stipulant que « Les États indépendants
arabe et juif (…) commenceront d’exister (…) le
1er octobre 1948 au plus tard » ;
Overwegende de relevante resoluties van de Veiligheidsraad, onder meer resolutie 242 van 22 november 1967, die
« de verovering van grondgebied door oorlog »
veroordeelt en de « terugtrekking van de Israëlische
strijdkrachten uit de bezette gebieden » vraagt en de
« territoriale
onschendbaarheid
en
politieke
onafhankelijkheid » van elke Staat van de regio bevestigt;
resolutie 1515 van 19 november 2003 waarin de
Veiligheidsraad verklaart « gehecht te zijn aan de visie
waarin twee Staten, Israël en Palestina, naast elkaar
leven, binnen veilige en erkende grenzen » ;
Considérant les résolutions pertinentes du Conseil de
sécurité, dont la résolution 242 du 22 novembre 1967 qui
condamne l'« acquisition de territoires par la guerre » et
demande le « retrait des forces armées israéliennes des
territoires occupés » et affirme « l'inviolabilité territoriale
et l'indépendance politique » de chaque État de la région ;
dont la résolution 1515 du 19 novembre 2003 par laquelle
le Conseil de sécurité se déclare « attaché à la vision d'une
région dans laquelle deux États, Israël et la Palestine,
vivent côte à côte, à l'intérieur de frontières sûres et
reconnues » ;
Overwegende resolutie 43/177 van 15 december 1988
van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties,
waarin zij kennis neemt van het uitroepen van de
Palestijnse Staat door de Palestijnse Nationale Raad op 15
november 1988 ;
Considérant la résolution 43/177 du 15 décembre 1988
de l'Assemblée générale des Nations Unies, qui a pris acte
de la proclamation de l'État palestinien par le Conseil
national palestinien, le 15 novembre 1988 ;
Overwegende dat, op 10 september 1993, Israël en de
Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) brieven van
wederzijdse erkenning hebben uitgewisseld waarin Yasser
Arafat « het recht van Israël om in vrede en veiligheid te
leven » erkende en waarin hij stelde dat « de punten van
het Palestijns Handvest waarin Israël zijn bestaansrecht
wordt ontzegd, niet werkbaar en ongeldig zijn » ;
Considérant les lettres de reconnaissance mutuelle du
10 septembre 1993 échangées par Israël et l'Organisation
de libération de la Palestine (OLP) où M. Yasser Arafat a
reconnu « le droit de l'État d'Israël à vivre en paix et dans
la sécurité » et où il a déclaré comme « inopérants et non
valides les points de la Charte palestinienne niant le droit
d'Israël à exister » ;
Gelet op de erkenning van de Palestijnse door de
Algemene Vergadering van de Verenigde Naties
(A/67/L.28*), als waarnemende niet-lidstaat van de
Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, op
21 november 2012 ;
Considérant la reconnaissance que lui a accordée
l’Assemblée générale des Nations Unies (A/67/L.28*)
comme État observateur, non-membre de l'Assemblée
générale des Nations Unies le 21 novembre 2012 ;
Overwegende de toetreding van Palestina als 195ste lid
van de Unesco op 31 oktober 2011 ;
Considérant l'admission de la Palestine en tant que 195ème
membre à l'Unesco le 31 octobre 2011,
Gelet op het associatieakkoord tussen de Europese Unie
en Israël en het interim-associatieakkoord tussen de
Europese Unie en de Palestijnse Autoriteit ;
Vu l'accord d'association intérimaire de l'Union
européenne avec l'Autorité palestinienne et l'accord
d'association de l'Union européenne avec Israël ;
A-70/1 – 2014-2015
5
A-70/1 – 2014/2015
Herinnerend aan de besluiten van de Raad voor de
Buitenlandse Zaken, inzonderheid de besluiten van
november 2014 waarin wordt opgeroepen tot een
« allesomvattende vrede die een einde maakt aan alle
eisen en beantwoordt aan de gewettigde verzuchtingen van
beide partijen, inzonderheid die van de Israëliërs inzake
veiligheid en die van de Palestijnen ten gunste van de
oprichting van een Palestijnse Staat » ; het besluit van
15 augustus 2014 waarin onderstreept wordt dat « de
Europese Unie bereid is bij te dragen tot een
allesomvattende en duurzame oplossing die de veiligheid,
het welzijn en de welvaart van de Palestijnen en de
Israëliërs bevordert ; het besluit van december 2010
waarin gesteld wordt dat de Europese Unie « een
Israëlische en een Palestijnse Staat wil zien, soeverein,
onafhankelijk,
democratisch,
aaneengesloten,
levensvatbaar en naast elkaar bestaand in vrede en
veiligheid; dat de legitimiteit van de Staat Israël en het
recht van de Palestijnen op een Staat niet in vraag gesteld
zou kunnen worden » en dat « de EU geen enkele wijziging
zal erkennen van de loop van de grenzen van vóór 1967,
ook wat Jeruzalem betreft, zonder een akkoord tussen de
partijen, waarbij een dergelijk akkoord zou kunnen
voorzien in door de partijen bekrachtigde uitwisseling van
gebieden. Er moet een oplossing worden gevonden, op
grond van onderhandelingen, voor de kwestie van
Jeruzalem als toekomstige hoofdstad van beide Staten. De
EU wil een onderhandelde, rechtvaardige, billijke en
realistische oplossing voor het probleem van de
vluchtelingen. Een onderhandelde regeling moet de beide
Staten de mogelijkheid bieden om in vrede en veiligheid
samen te leven. » ;
Rappelant les conclusions du Conseil Affaires
étrangères, notamment les conclusions de novembre 2014
appelant à une « paix globale qui mette un terme à toutes
les revendications et réponde aux aspirations légitimes des
deux parties, notamment celles des Israéliens en matière
de sécurité et celles des Palestiniens en faveur de la
constitution d'un État palestinien », celle du 15 août 2014
qui souligne que « l'UE rappelle qu'elle est prête à
contribuer à une solution globale et durable renforçant la
sécurité, le bien-être et la prospérité des Palestiniens et
des Israéliens » et celle de décembre 2010 qui souligne que
l’UE souhaite « voir l'État d'Israël et un État de Palestine
souverain, indépendant, démocratique, d'un seul tenant et
viable coexistant dans la paix et la sécurité. La légitimité
de l'État d'Israël et le droit des Palestiniens à un État ne
sauraient être remis en cause » et que « L'UE ne
reconnaîtra aucune modification du tracé des frontières
d'avant 1967, y compris en ce qui concerne Jérusalem, qui
n'aurait pas fait l'objet d'un accord entre les parties. Un tel
accord pourrait prévoir des échanges de territoires
entérinés par les parties. Il faut trouver un moyen de
résoudre, par la voie des négociations, le statut de
Jérusalem en tant que future capitale de deux États. L'UE
appelle de ses vœux une solution concertée, juste,
équitable et réaliste à la question des réfugiés. Un
règlement négocié doit permettre aux deux États de
coexister dans la paix et la sécurité. » ;
Overwegende het recht van alle Staten van de regio om
in vrede te leven binnen veilige en internationaal erkende
grenzen ;
Considérant le droit de tous les États de la région de
vivre en paix à l’intérieur de frontières sûres et reconnues
au niveau international ;
Overwegende de beslissing van de Belgische regering
van 9 november 2013 om het diplomatieke statuut van de
Palestijnse Autoriteit in Brussel te versterken ;
Considérant la décision du gouvernement belge de
rehausser le statut diplomatique de l’Autorité palestinienne
à Bruxelles le 9 novembre 2013 ;
Verzoekt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering om de
kwestie aanhangig te maken bij de federale regering
teneinde :
Demande au Gouvernement bruxellois de saisir le
Gouvernement fédéral afin :
de Palestijnse Staat te juister tijde te erkennen als Staat
en als onderworpen aan het internationale recht,
afhankelijk van inzonderheid de volgende elementen:
de reconnaître l’État palestinien comme État et sujet de
droit international au moment qui sera jugé le plus
opportun, en fonction notamment des éléments suivants :

de positieve impact van die erkenning teneinde een
politiek proces, inclusief onderhandelingen tussen
Israël en Palestina, opnieuw op gang te brengen of te
steunen ;

l’impact positif de cette reconnaissance afin de
relancer ou d’appuyer un processus politique inclusif
de négociations entre Israël et la Palestine ;

de evolutie van het overleg tussen de lidstaten van de
Europese Unie en de inspanningen van de EU om het
vredesproces te steunen met het oog op een
definitieve en allesomvattende oplossing met respect
voor de gewettigde verzuchtingen inzake vrede,
veiligheid en welzijn van het Palestijnse en het
Israëlische volk ;

l’évolution de la concertation entre les États membres
de l’Union européenne et des efforts de l’UE pour
soutenir le processus de paix en vue d’une solution
définitive et globale respectant les aspirations
légitimes de paix, sécurité et prospérité des peuples
palestinien et israélien ;
A-70/1 – 2014-2015

het bestaan van een volwaardige Palestijnse regering
die gezag uitoefent op het gehele Palestijnse
grondgebied.
Voorts zullen de erkende grenzen van het grondgebied
van de Palestijnse Staat de grenzen zijn van 1967, alleen
gewijzigd op grond van een akkoord tussen beide partijen.
6
A-70/1 – 2014/2015

l’existence d’un gouvernement palestinien de plein
exercice ayant autorité sur l’ensemble du territoire
palestinien.
En outre, les limites reconnues du territoire de l’État de
Palestine seront les frontières de 1967, uniquement
modifiées moyennant l’accord des deux parties.
Vincent DE WOLF (F)
Viviane TEITELBAUM (F)
Abdallah KANFAOUI (F)
Jacques BROTCHI (F)

Download Report