2014 deCODAkrant nr 4 Kersteditie eindversie.pub

België - Belgique
De Coda
P.B.
2990
WUUSTWEZEL 1
Krant
8/3875
CODA NIEUWSBRIEF | 19de jaargang nr. 4 | 1 december 2014 | afgiftekantoor ANTWERPEN X
driemaandelijkse uitgave OKT-NOV-DEC | erkenningsnummer P409568
verantwoordelijke uitgever - afzendadres : Paul Theeuws - CODA vzw. - Bredabaan 743 te 2990 Wuustwezel
tel. 03-633.20.10 | fax. 03-633.20.05 | [email protected] | www.coda-palliatievezorg.be
Logo & grafisch concept : www.perfectpixel.be
02 - 03
04
KERSTVERHAAL :
HET GEHOOR BLIJFT
HET LANGST BEWAARD
PALLIATIEVE ZORG
IS NIET ALLEEN
MAAR TRIEST
05
06
07
08
KERSTSFEER
IN CODA
PILOOTPROJECT
CODA in de SINGEL
Antwerpen
DE INVLOED VAN
MIGRATIE OP HET
LEVENSEINDE
HOE CODA
STEUNEN ?
DANK !
01
ten geleide ...
Beste vrienden van Coda,
2014 is nog niet helemaal
voorbij.
Er staan voor
Coda nog een aantal belangrijke afspraken op de
agenda. Maar nu al is
duidelijk dat het een scharnierjaar is.
Van de ene kant kijken we met veel trots
terug op 20 jaar Coda. We hebben de
schoolhoeve van het voormalige Franciskanessenklooster in Wuustwezel omgebouwd tot een palliatief centrum dat
uniek is in Vlaanderen. Vele mensen hebben er - ondanks alles - onverhoopt
mooie momenten meegemaakt. We zouden daar een boek kunnen over schrijven.
Martine Wolfaert heeft dat trouwens gedaan ("Sterven is klote maar jullie koffie
is lekker" zie blz.4).
Van de andere kant hebben we dit jaar
met het Pilootproject Zorg een definitieve
stap in de toekomst gezet. We hebben
het strategisch zorgplan afgewerkt en
ingediend. En ook het technisch financieel
plan is goedgekeurd. De aanvraag voor
een afwijking op het ruimtelijk uitvoerings
plan (RUP) werd ingediend, maar dat zal
de concrete uitvoering van de werken niet
in de weg staan.
Soms bekruipt me de twijfel en vraag ik
me af of we de financiële gevolgen van
dit project wel kunnen dragen. Wij zullen zélf nog veel middelen voor de nieuwbouw bij mekaar moeten zoeken.
Daarnaast houdt het pilootproject een uitbreiding in van
ons zorgaanbod. En dat zullen we sowieso zelf moeten
financieren. Hoe gaan we dat allemaal doen?
Alle vraagtekens vervagen als ik de honderden vrijwilligers
voor mij zie die de werking van Coda tot nu toe hebben
gesteund. Ik denk aan de tuinmannen, chauffeurs, poetsvrouwen, de mensen die stervenden hebben bijgestaan aan
hun sterfbed, de zij die zieken of ouderen thuis zijn gaan
bezoeken. Ik zie voor mij de grote menigte die ieder jaar in
de zomer naar ons barbecuefeest komt. Ik bekijk de giften
die we via allerlei kanalen ontvangen. En dan besef ik weer
tot wat mensen in staat zijn als ze écht in iets geloven.
Coda staat voor palliatieve zorg in de
breedste zin van het
woord. Wij bieden
een "zorgcontinuüm"
aan. Onze taak
begint vanaf het moment dat iemand een
slechtnieuwsboodschap ontvangt.
En het eindigt met
rouwzorg voor de
nabestaanden.
Die aanpak is uniek
in Vlaanderen.
Het pilootproject
biedt ons de mogelijkheid om samen
met de overheid een
aangepaste regelgeving uit te werken die toelaat dat ons
model gekopieerd kan worden in heel Vlaanderen.
Zalig Kerstfeest en vreugdevol Nieuwjaar,
Christine Gonnissen, voorzitter CODA vzw.
02
kerstverhaal :
’ HET GEHOOR BLIJFT HET
LANGST BEWAARD ‘
door : Martine Wolfaert.
Kerstavond. De kou schaaft, zoekt kieren tussen
mijn jas. Ik loop te voet naar het hospice.
Er is weinig volk op straat, iedereen zit warm
binnen aan feestelijk gedekte tafels.
'Weet je zeker dat jij vanavond bij moeder wil
waken,' vroeg mijn broer. Ik wist het zeker.
Laat de anderen maar feesten, ik heb niets te
vieren. Als ik kon, sloeg ik kerstavond gewoon
over. Ik heb een hekel aan deze dag want hij
brengt me regelrecht naar drie jaar geleden.
Iedereen meent te weten wat er toen gebeurde,
maar er is niemand die het werkelijk weet.
En zo zal het ook blijven: dit geheim neem ik
mee in mijn graf.
Drie jaar geleden dus. Erna en Werner nodigden
me uit om bij hen kerstavond te vieren.
Hun kinderen waren opgetogen: ‘Met Betty is
het altijd feest!’ juichten ze. En feest werd het.
‘Een echte Perrier jouët brut, zei Werner plechtig. ‘Speciaal in onze wijnkelder bewaard voor
vanavond!’ Glimlachend hield ik mijn glas onder
de fles, niemand zag mijn handen trillen,
niemand hoorde mijn hart bonzen. Dat ik mezelf
plechtig beloofd had te stoppen duwde ik hardnekkig weg. Het was kerstavond, feest van
vreugde en vrede, niet van schaamte en spijt.
De wijn maakte me met één slok warm en blij,
ik verdiende het, afkicken kon later.
Bert en Joren, een tweeling van negen, speelden
kerstliederen op een dwarsfluit en de vijfjarige
Helena begeleidde hen met een kwart viooltje.
Het was zo mooi dat iedereen er tranen van in
de ogen kreeg. Mijn dessert was nog niet op of
de kinderen trokken me al van mijn stoel.
Ze hadden zelf een kerstspel bedacht, iedereen
moest zich daarbij verkleden als engel. De tweeling ging zelf aan de slag en ik hielp Helena:
ik knipte zilveren engelenvleugels en sloeg een
wit lakentje rond haar middel. Met haar blonde
krullen, blauwe ogen en lichtroze sproeten was
ze eigenlijk altijd een engel.
‘Braaf zijn en goed luisteren naar Betty,’ riepen
Werner en Erna toen ze vertrokken. De engelen,
verdiept in hun spel, keken amper op. Ik knipoogde naar mijn vrienden: ‘geniet maar, geen
zorgen!’ Ze kusten me dankbaar ‘tot straks.'
(‘Heerlijk zoals Betty met de kinderen omgaat,
jammer dat ze zelf nooit…' Iets dergelijks
zouden ze steevast tegen elkaar zeggen in de
auto.) Het was de vijfde Kerst dat ze me vroegen om op de kinderen te letten, ik vond het
niet erg, alles was beter dan in mijn eentje
voor de tv zitten.
‘Jij moet je ook verkleden, Betty!’
‘Natuurlijk!’ Ik zette een gouden kroontje op
mijn hoofd, vouwde mijn handen en trok een
vroom gezicht, de kinderen joelden van pret.
Af en toe keek ik naar de lege fles op tafel,
mijn mond en keel waren droog, ik snakte
naar nog een glas wijn. Werner en Erna zouden het vast niet erg vinden als ik een nieuwe
fles voor mezelf opentrok.
‘Waar is de kelder?’ vroeg ik aan Bert. ‘O, je
haalt chips voor ons?' antwoordde hij. ‘Yes,
chips!’ riep het engelenkoor. 'Even wachten,
ik ben zo terug,' glimlachte ik.
Met Betty is het altijd feest.
In de kelder vond ik wijn en een halfvolle fles
wodka, ik schroefde de dop eraf en zette de
fles aan mijn mond.
‘Betty?' Ik draaide me om, Helena stond in
het deurgat boven de keldertrap. Haar goudblonde krullen schitterden in het ganglicht.
'Kom je terug, Betty?' Het kind klom naar
beneden. Toen gebeurde het. Ze struikelde
over het laken. Een luide schreeuw, een bons.
Helena 's hoofd smakte tegen de betonnen
keldervloer. Doodstil bleef ze liggen, haar
benen in een vreemde hoek. Een straaltje
bloed sijpelde uit haar open mond, haar roze
sproeten staken fel af tegen haar witte gezicht. In de woonkamer boven ons lachte de
tweeling. In de kelder was het bladstil. Seconden leken eeuwig te duren. Alsjeblieft,
God, bad ik, als het goed komt met haar, zal
ik nooit nog een druppel drinken.
vervolg van blz. 2
‘ HET GEHOOR BLIJFT HET
LANGST BEWAARD ‘
Wekenlang lag Helena in het ziekenhuis.
'Ze heeft geluk,' zegden de dokters, 'het had nog
erger gekund.'
Mijn gebed is niet verhoord maar mijn belofte
heb ik gehouden: geen druppel alcohol heb ik
nog aangeraakt. Liters water drink ik nu, maar de
smaak van schaamte en spijt krijg ik niet weggespoeld.
Helena verblijft in een tehuis voor gehandicapte
kinderen, alleen in de weekends is ze bij haar
ouders en broers. Elke zondag, weer of geen
weer, wandel ik met haar, een porseleinen
pop in een rolstoel. Haar gezicht is nog mooier
geworden, maar haar blauwe ogen, koud als
water, kennen niets of niemand meer.
Betty en Werner nodigen me vaak uit maar ik ga
nooit meer bij hen naar binnen.
'Jou treft geen enkele schuld, het had net zo
goed bij de ouders kunnen gebeuren,' zeggen de
mensen me vaak.
Alleen mijn moeder zegt dat niet. Sinds de fatale
avond kijkt ze me vaak vragend aan, alsof ze in
mijn hoofd naar binnen wil. Vermoedt ze iets?
‘Moeders begrijpen en zien altijd alles,' zei ze
toen ik klein was. Op mijn achtste roetsjte ik
langs de stam van een eik naar beneden.
Maandenlang staarden mensen op straat naar de
gekartelde streep in mijn gezicht. Kinderen wezen
naar me: 'Net een rits!' Ik verstopte me achter
een sjaal. Mijn moeder was de enige die verder
dan het litteken keek. 'Mag ik eraan komen?’
vroeg ze op een dag. Voorzichtig trok ze de sjaal
weg. Haar vingertoppen waren zacht en warm.
'Er is iets wat je nooit mag vergeten,’ zei ze toen.
'Mama's houden van hun kinderen, hoe die er
ook uitzien en wat ze ook doen. Beloof dat je het
altijd zult onthouden!'
Ik vergat het al vlug. Maar mijn moeder niet.
'Weet je het nog van je litteken?' vroeg ze me
tien jaar geleden. Het was in de periode dat ik
twijfelde aan mezelf nadat mijn man me had
bedrogen. 'Weet je het nog, Betty?' herhaalde ze
een tijd geleden. Ze keek naar me met haar donkere, bijna zwarte ogen. Ik wist dat ze zag wat
iedereen zag: dat ik in drie jaar tijd twintig jaar
ouder was geworden. Niet huilen, dacht ik. Als ik
huil ben ik verloren. Ik draaide me om en slikte
de tranen weg.
Ach, mijn moeder, zacht en smeuïg als boter.
De schuld die ik draag is zo groot dat geen
enkele moeder ze ooit kan vergeven.
Ik kom aan bij het hospice. Ik moet me vermannen, aan iets anders denken. Ik plak een
glimlach op en loop door de gang voorbij een
kerstboom met prachtige, gehaakte engelen.
Moeder ligt in bed, de lamp tekent een zacht
licht om de trekken van haar gezicht. Haar
ogen staren in de verte. Haar borst gaat heel
licht op en neer. Ik ga zitten op een stoel dicht
bij haar en steun mijn gezicht in mijn handen.
Ik hoor de stilte suizen.
Een warme hand op mijn schouder: een verpleegster met een brede lach en een kop koffie. ‘Het is niet gemakkelijk hé, mevrouw, en
dat op kerstavond.'
‘Zou mijn moeder me nog horen?’
‘Wie weet... Het gehoor blijft naar het schijnt
het langst bewaard.'
Ze buigt zich naar mijn moeder toe. 'Uw dochter is hier, mevrouw. Als u me hoort, knijpt u
dan eens in mijn hand?'
'Geen reactie,' zucht de verpleegster. 'Ik laat
u, maar ik kom regelmatig eens kijken en u
mag me altijd bellen hoor.'
Ik knik, mijn keel zit dicht.
Ik kijk door het raam: zie een zwart gat met
mijn moeder in bed en mezelf op de rand
ervan.
'Mama,' fluister ik. ‘Mama.’
Niet huilen. Als ik huil ben ik verloren.
En dan gebeurt het. Ik huil zoals ik nog nooit
gehuild heb, mijn gezicht verstopt in moeders
laken, mijn hand in die van haar. In één gulp
komt mijn hele geheim eruit. ‘Mijn schuld,
mama,' snik ik, 'mijn schuld.’
Een zacht kneepje in mijn hand. Moeders
vingers zoeken mijn gezicht, betasten bevend
het litteken op mijn voorhoofd.
Haar vingertoppen zijn zacht en warm.
(*) de namen zijn fictief, de foto is een sfeerbeeld.
Lees verder blz. 4 :
‘Sterven is klote, maar jullie koffie is lekker’
04
“ PALLIATIEVE ZORG
IS NIET ALLEEN MAAR TRIEST “
Martine Wolfaert (51)
uit Brasschaat bracht onlangs het
boek uit ‘Sterven is klote maar jullie
koffie is lekker’.
Daarmee beschrijft ze haar ervaringen in CODA en wil ze het taboe
rond sterven doorbreken.
Een goede kop koffie zorgt bij iedereen wel eens voor een
opkikker, maar voor degenen die aan de laatste dagen
van hun leven toe zijn, zorgen deze kleine geneugtes voor
een extra tevredenheid. Verpleegkundige Martine
Wolfaert vertrekt bij dit kopje koffie om de realiteit en
haar ervaringen vanuit het palliatieve huis CODA in
Wuustwezel te beschrijven. Al vanaf het begin, achttien
jaar geleden, begeleidt ze er personen tijdens hun laatste
levensdagen. En dat maakt van haar helemaal geen
heilige.
“De meeste mensen vinden het ofwel een heel triestige
job ofwel ben je een heel speciaal iemand. Ik wil met mijn
boek aantonen dat dat helemaal niet zo is. De drempel
rond palliatieve zorg en het taboe rond sterven is nog
altijd veel te groot. In onze maatschappij wordt sterven
nog te vaak gezien als ‘hand in hand zitten tot het voorbij
is’, maar het is veel meer dan dat”, zegt Martine.
“Ik heb geprobeerd om niet alleen het droevige rond sterven aan te kaarten maar ook het mooie, grappige en positieve. Want dat is er ook! Door goede palliatieve zorg
kunnen stervenden nog veel kansen opnemen die anders
misschien voorbij gaan, bijvoorbeeld veel bewuster
afscheid nemen.”
Het boek geeft ons letterlijk een inkijk in hoe het dagelijkse leven in CODA eraan toegaat. "De lezer krijgt een
objectief beeld van wat wij juist doen en hoe het is voor
de gast, zijn familie en vrienden. Mensen moeten ook
beseffen dat die laatste zorg voor iedereen is. Sommigen
denken dat het alleen weggelegd is voor mensen met veel
geld, maar dat is absoluut niet zo," vervolgt Martine.
Mensen die op de een of andere manier te maken hebben
met iemand die palliatief ziek is, kunnen er dus wat van
opsteken. Voor hulpverleners kan het dan weer inzicht
geven in hoe palliatieve zorg mensen nog kan laten genieten van hun laatste dagen, en dus geen synoniem van
‘opgeven’ is. Maar het boek is allesbehalve een therapeutisch hulpmiddel. “Ik wilde geen handleiding schrijven
over hoe je moet omgaan met iemand die sterft. Want die
bestaat niet. Elke gast die CODA binnenkomt is uniek en
als 'begeleider' moet je de weg van die persoon volgen.
Wij kunnen hun rugzak niet overnemen, maar wel ons
hand eronder zetten zodat hij minder zwaar weegt. In elke
rugzak zit telkens weer iets anders in”, besluit Martine.
‘Sterven is klote
maar jullie koffie is lekker’
is te koop bij de reguliere boekhandel
of kan besteld worden
bij uitgeverij Vrijdag.
Ook verkrijgbaar in e-book.
www.uitgeverijvrijdag.be
BEKROOND KUNSTWERK
GESCHONKEN AAN CODA
De Cultuurdienst van de
gemeente
Wuustwezel
selecteerde in 2013 de
inzending van Gilles
Hooghiemstra als winnend foto-kunstwerk.
Gilles gebruikte voor de
realisatie van het bekroonde werk een bijzondere techniek : hij maakte
een collage van foto’s die
hij had gemaakt, nadat de
zusters Franciscanessen eerder hun klooster in
Gooreind hadden verlaten. Het werd dan ook een
speciale hommage aan de zusters, zonder wiens
medewerking 20 jaar geleden CODA nooit zou
kunnen begonnen zijn met haar palliatieve zorg in
de regio.
Gilles en zijn familie
dragen CODA een
warm hart toe. Daarom schonk hij tijdens
de 20ste jubileum
BBQ van CODA, op
zondag 6 juli ll., zijn
bekroonde kunstwerk
aan CODA.
We zijn Gilles, en zijn
echtgenote Els, heel
dankbaar voor zijn
geste en zullen zijn
fotocollage, na de
realisatie van het
Pilootproject Zorg (zie blz. 6) een ereplaats geven
in de nieuwe gebouwen van CODA.
Frans Mathijssen, vrijwilliger
op zaterdag
10 januari 2015
van 13 tot 17 uur
organiseert
WTC De Maatjes uit
Nieuwmoer
Cycle4life 2015
Locae : Parochiezaal Nieuwmoer
Prelaat Deckersstraat 8
2920 Nieuwmoer-Kalmthout
Een indoor spinningmarathon, met drank,
eten, DJ, en allerhande amusement,
waar enkele honderden deelnemers
worden verwacht.
Zoals 2 jaar geleden, gaat de opbrengst van
dit sponsor-event integraal naar CODA vzw.
INFO : Andreas Gonk, tel: 03 667 46 13
e-mail: [email protected] of
[email protected]
website :
www.cycle4life.be
05
KERSTSFEER IN CODA
Tijdens de kerstperiode wordt naar jaarlijkse traditie in
één van de eikenhouten tuinhuisjes in de kloostertuin
van CODA, een sfeervolle kerststal ingericht.
van zaterdag 20 december t/m zondag 8 januari
BEZICHTIGING KERSTSTAL
eigenjds en feeëriek, met levensgrote beelden en levende dieren, iedereen is van harte welkom !
UITNODIGING MEDEWERKERS :
vrijdag 16 januari 2015 vanaf 20 u.
KERST- & NIEUWJAARSHAPPENING
Als dank voor hun enthousiaste
engagement voor het CODA-project
wil CODA vzw. al haar medewerkers
uitnodigen op de jaarlijkse Kerst- &
Nieuwjaarshappening, die dit jaar
wordt georganiseerd op vrijdagavond 16 januari 2015.
We vertrekken om 20 u. met een
‘fakkelwandeling’ doorheen het voormalige kloosterdomein naar de prachtige ‘Engelse Hof’ waar de volksdansgroep ‘t Smoutpeerke een sfeervol optreden zal geven.
Aansluitend wordt gezellige receptie
met drankjes en hapjes aangeboden.
Bij slecht weer wijken we uit naar de
voormalige kloosterkapel in het WZC
Amandina.
Uiteraard zijn partners en
kinderen ook welkom.
met VOLKSDANSGROEP ‘t SMOUTPEERKE
die werd opgericht in 1975 als onderafdeling van
de plaatselijke Turnkring in Gooreind.
Een smoutpeerke is een olielamp, en zoals
vroeger zo’n lamp licht bracht, zo willen zij
de Vlaamse volksdanscultuur onder de
mensen brengen. De Smoutpeerkes willen
dit jaar meehelpen om ook het Licht te
brengen tijdens de Kerst- & Nieuwjaarshappening van CODA [palliatieve zorg].
Buiten optredens in eigen
land hebben zij ook tal van
optredens
gebracht
in
Luxemburg, Duitsland, Zweden, Italië, Groot-Brittannië,
Polen, Hongarije, Frankrijk,
Nederland en Syrië.
Op het repertorium staan
zowel oude traditionele als
nieuwe danscreaties, die
telkens met aangepaste
kledij en de nodige attributen, zoals stelten, zwaarden, klompen, jukken met emmers
enz... gebracht worden, begeleid door eigen muzikanten.
“ RUDOLPH’S GLASKABINET ”
Tijdens het laatste weekend van november en het eerste weekend
van december kan u in Hoogstraten terecht voor “Rudolph’s Glaskabinet”.
Luc Bastiaens - Kristin De Smet - An Moors
Bavo Tiebos - Carola Van den Wijngaert
Herman Van Hunsel - Anne Marie Van Wesemael
nodigen u uit op een originele en unieke tentoonstelling, waar u
zonder twijfel met de eindejaarsdagen in het vooruitzicht een
bijzonder geschenk kan vinden!
... maar er is meer, voor elk verkocht stuk gaat een deel van de
opbrengst naar CODA [palliatieve zorg]. Verder zijn ook de veelgevraagde sneeuwkristallen in pâte-de-verre techniek terug!
( verkooppijs : €15,00 met opbrengst voor CODA )
Knip mij uit en prik mij op uw kalender!
Alle informatie, een kennismaking met de kunstenaars en het
verloop van de voorbereidingen kan u vinden op:
www.facebook.com/Rudolphs-Glaskabinet
06
pilootproject zorg
CODA IN DE SINGEL
door: Christine Van Ussel-Gonnissen,
voorzitter CODA vzw.
Als je de tentoonstellingsruimte in Antwerpen
binnenkomt, kan je er moeilijk naast kijken.
De papieren dakstructuur van onze nieuwbouw
hangt met touwtjes aan het plafond. Een fel licht
projecteert de daken op een witte muur boven een
schets van de binnenruimte. Daarnaast staat een
tekst. Hij doet je nadenken. Je zet een stap
achteruit en je ziet wat je leest:
“ kijk naar de hemel
Wat hangt er boven je hoofd? Een zwaard of een
zon? Zorg voor een dak dat kan vliegen als een
vlieger. Wie in bed ligt, en opwaarts kijkt, ziet
graag sterren.”
foto : Sjn
Bollaert
Je kan de opstelling zelf gaan bekijken in de
Singel, in Antwerpen. Tot 5 januari. Want dan
eindigt de tentoonstelling 'Ontmoetingen' van
noAarchitecten (noA). Hun visie werd samen met
de Vlaamse bouwmeester voor ons pilootproject
geselecteerd.
Op de tentoonstelling kan je ook de schetsontwerpen inkijken. Ze laten zien hoe de charmes van de
oude hoeve en de kloostertuin bewaard blijven.
Onder meer door de dakstructuur, maar ook door
de inplanting, de eenvoud en ingetogenheid van
het gebouw. De plannen beantwoorden 100%
aan onze missie: een bijna-thuis-huis waar ongeneeslijk zieke mensen en hun familieleden tot rust
komen en elkaar ontmoeten.
noA is niet het eerste het beste architectenbureau.
Het won al verschillende wedstrijden. In hun voorstel trekken ze de kwaliteit die we nastreven in de
zorg door in het ontwerp van het gebouw.
De nieuwbouw bewaart het informele karakter
van het oude hoevecomplex. De kamers, de ge-
meenschappelijke ruimtes, gangen en patio’s gaan
subtiel om met de wisselende noden van privacy
en contact. Het ontwerp stimuleert contact, maar
biedt tegelijkertijd de mogelijkheid om alleen te
zijn. Het zal personeel en vrijwilligers inspireren
om zorgvuldig om te gaan met de gevoeligheden
van het sterven.
Elke gastenkamer bestaat uit een inkomhal, woonkamer en slaapkamer. Het terras versterkt het
thuisgevoel. De woonkamer kan afgesloten worden van de slaapkamer en gebruikt worden als
logeerkamer. Vanuit zijn bed kijkt de bewoner uit
op het weidse landschap. Hij voelt zich deel van de
natuur.
Dat is maar een van de manieren waarop de architecten de natuur vervlechten met het leven in het
centrum. Er komen ook twee kleine binnentuintjes.
De oude meditatieve breviertuin, met zijn kronkelende, oneindige paden, krijgt een nieuwe invulling. De hagenrijen en heesters zorgen voor privacy
en beschutting. Het samenspel van kleur, geur,
fauna en flora garandeert een intense beleving van
de natuur. Dieren zorgen voor afleiding. Wonen en
verblijven in Coda wordt op die manier een feest
voor de zintuigen.
Dankzij de doordachte inplanting profiteren de
verschillende functies – hospice, dagcentrum,
NPZN, MBE, low care en expertisecentrum –
optimaal van de bijzondere plek in de natuur.
Elke functie maakt maximaal gebruik van de nabijheid van de andere functies. Ruimtes worden zoveel mogelijk gedeeld. Dat bevordert het sociale
contact tussen de gasten en schept nieuwe mogelijkheden voor de werking van het palliatief centrum. Het samenwerken wordt gestimuleerd.
Dat lijkt voor de hand te liggen, maar dat is het
niet. In Coda werkt personeel dat gefinancierd
wordt vanuit verschillende bronnen, met een verschillend statuut en verschillende subsidiërende
overheden. Gaandeweg zullen ze denken en handelen vanuit de samenhang tussen de verschillende functies van het centrum. Dat is misschien een
van de meest innovatieve aspecten van ons pilootproject. Het pilootproject is veel meer dan een
bouwproject. Het is de concrete vertaling van het
zorgmodel dat 20 jaar geleden al aan de basis lag
van Coda. Dat model krijgt nu het keurmerk
"Flanders Care", een pluim voor alle medewerkers, vrijwilligers en donateurs. Tegelijk is het een
unieke kans om aan Vlaanderen te tonen dat Coda
navolging verdient.
07
DE INVLOED VAN MIGRATIE
OP HET LEVENSEINDE
door : RIGO VERHAERT, algemeen coördinator van het Netwerk Palliatieve Zorg Noorderkempen, Coda Dagcentrum en Coda Thuiszorg.
Op
17 oktober werd door het Forum Palliatieve
Zorg een debat georganiseerd over de invloed van
migratie op het levenseinde.
De deelnemers waren:
- Dr. Louis Ferrant, huisarts van een wijkgezondheidscentrum
- Mohammed M’nari, sociaal verpleegkundige en
intercultureel bemiddelaar, en
- Prof. Dr. Reginald Deschepper, antropoloog
Vóór het debat werden drie fragmenten getoond uit
een NOS-reportage over het naderende levenseinde
van een geïmmigreerde Marokkaan met longkanker.
We zagen de reacties van zijn echtgenote en zijn twee
uithuizige volwassen kinderen op zijn evolutie van een
nog actieve kortademige man tot een hulpbehoevende
zieke. Daardoor ging het in het debat vooral over de
islam. In elke religie en in elke levensovertuiging is er
echter een spectrum van orthodoxie, van gematigden
tot extremen.
Het moment van overlijden is in de islam onbespreekbaar. Het is alleen Allah die daarover beslist. Dat
is het belangrijkste verschil met onze denkwijze. Voor
het overige hebben moslims dezelfde problemen of
vragen als de modale Vlaming. Maar, wat is dé modale
Vlaming? Zoals deze term erg moeilijk te definiëren is,
bestaat er ook niet zoiets als dé moslim.
Het komt er in de palliatieve zorg op aan bij elke
zorgvraag het individuele van de zorgvrager en zijn
context te zien. Dat individuele is wel geworteld in een
bepaalde levensvisie, maar het is een eigen verhaal
geworden door de ervaringen, de geschiedenis en de
’persoonlijkheid’ van de zorgvrager en diens omgeving.
Op die manier is het verschil in nadenken over individueel gestuurde zorgdoelen in verschillende levensovertuigingen en tradities niet zo groot als men denkt.
Eén aspect is zeker belangrijk: het kan erg geruststellend zijn voor een terminaal zieke moslim om informatie te krijgen van iemand die geworteld is in dezelfde traditie van omgaan met ziekte en ongeneeslijk ziek
zijn. Zo iemand zal sneller het vertrouwen van de zieke
krijgen en zal met een ander soort autoriteit kunnen
adviseren. Stel je zelf maar voor dat je angstig bent,
onzeker over de toekomst. Dan zal je liever advies krijgen van iemand waarvan je weet dat die uit jouw sociale klasse komt en ongeveer dezelfde waarden hanteert. Daarom is voor mensen uit een andere cultuur de
inbreng van een intercultureel bemiddelaar erg belangrijk. Begeleid en verzorgd worden door
‘gelijkgestemden’ is vaak een voorwaarde om met het
ongeneeslijk ziek zijn te kunnen omgaan.
IEDERE RELIGIE HEEFT
ZIJN SPECIFIEKE
AANDACHTSPUNTEN
Het recht op informatie versus het niet vertellen van de diagnose van een ongeneeslijke aandoening: de patiënt heeft het recht om te weten
wat er aan de hand is en welke gevolgen en mogelijkheden de diagnose inhoudt. Dan pas kan hij
‘geïnformeerd’ beslissen over het vervolg van zijn
leven. In België is dat één van de fundamenten
van de Wet op de Patiëntenrechten (2002).
Anderzijds kan men soms overtuigd zijn van het
goede van het niet vertellen van een diagnose en
van de verdere waarschijnlijke loop van het
leven. Aan beide zijden van het spectrum zijn er
steeds argumenten die uitgaan van de beste
intenties voor de patiënt.
Het terugvallen van de zieke op het kerngezin
als belangrijke waarde en als voornaamste hulpbron van zorg en omkadering: vooral de vrouwelijke gezinsleden fungeren meestal als belangrijkste zorgpartners. Vrouwen voelen de zorg aan als
een vanzelfsprekend gegeven vanuit hun persoon
en vanuit hun geloof. Voor de mannelijke gezinsleden is de zorg door de vrouwen meestal eveneens vanzelfsprekend. Zij nemen zelf ook wel
taken op die voornamelijk te maken hebben met
aanwezigheid, met hulp bij verplaatsingen, e.d.
De trots van de zieke die moeilijk kan toelaten
dat er professionele hulp in huis komt: er is een
zekere beschaamdheid en gène omdat de elementaire hygiënische zorg wordt overgenomen
door vreemden. En trots die er dikwijls toe leidt
dat de zieke niet graag buiten komt of bijvoorbeeld niet wil gezien worden in een rolstoel.
De ongemakkelijkheid, zelfs de weerstand van
een gezin als samenlevingsentiteit om hulp toe te
laten, uit angst dat het dagelijkse leven zal omgegooid worden door externen.
Het niet kunnen bespreken van het moment
van overlijden: in de Islam is er maar één instantie die kan beslissen wanneer iemand sterft en
dat is Allah.
Er wordt niet gesproken over
sterven, wel wat er vooraf gaat. Er is ruimte om
palliatieve zorg te bespreken als comfortzorg,
met alle mogelijke handelingen en medicatie.
Zo kan er bijvoorbeeld elk soort pijnstilling
besproken en gebruikt worden. Het is belangrijk
dat de hulpverleners de zieke informeren over het
niet-verkorten van het leven door bijvoorbeeld
opiaten. Praten over de levensverwachting
(termijn) is echter niet aangeraden. Men kan
wel spreken over de ernst van de situatie.
de CODAkrant wordt milieuvriendelijk gedrukt op gerecycleerd papier
08
BOUWEN KOST GELD : DANK VOOR UW STEUN !
De plannen voor onze nieuwbouw beginnen vaste vormen aan te nemen. Het Zorgstrategisch Plan dat we
een aantal maanden geleden hebben ingediend, werd goedgekeurd. Zo ontvingen we de nodige vergunningen. En als deze CODAkrant bij u in de brievenbus valt, hebben we het Technisch Financieel Plan bij het
VIPA (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden) ingediend.
Zij hebben tot het einde van het jaar de tijd om het ontvankelijk te verklaren zodat ons project aan alle eisen
voldoet voor subsidiëring.
Het werk aan het Technisch Financieel Plan was niet eenvoudig. Coda is voor de wetgeving in ons land nu
eenmaal een buitenbeentje. Wij vallen onder twee verschillende beleidsdomeinen: ziekenhuiszorg en thuiszorg (ouderenzorg). En het toeval wilde dat er in 2014 nog bevoegdheden van het federale naar het Vlaamse
niveau werden overgeheveld.
Het Technisch Financieel Plan is een belangrijk document. Het bevat een detaillering van het ontwerp en de
erbij horende kosten. Het stelt de minister in staat om een budget voor ons project te voorzien.
De subsidieregeling waaronder het pilootproject van Coda valt, is de zogenaamde alternatieve financiering.
Die voorziet in een gebruikstoelage voor een periode van 20 jaar. Die gebruikstoelage zal slechts een gedeelte van het totale budget bedragen. Coda zal voor een zéér belangrijk deel van de financiële middelen zelf
moeten zorgen.
Hartelijk dank voor uw financiële bijdrage in 2014, en al de voorbije jaren.
Wij hopen ook in 2015 op uw gewaardeerde steun te mogen blijven rekenen.
INFO
Voor alle informatie over giften, sponsoring, legaten, fiscale attesten,
organisatie sponsorevents, raadpleging jaarrekeningen, e.d. …
contacteer a.u.b. Paul Theeuws, penningmeester van CODA vzw.
gsm. 0475.425.425 of e-mail : [email protected]
Bericht van doorlopende opdracht om in te vullen en naar uw bank te sturen
Ik ondergetekende, naam: ....................................................................................... voornaam: ...............................................
straat: ............................................................................................................... nr. .................. bus ............
postcode: ............................... woonplaats: ................................................................................................
geef hierbij aan mijn bank de opdracht tot overschrijving van mijn rekening
uw rekeningnumer: BE . .
. . . .
. . . .
. . . .
Schrappen wat niet past: maandelijks - 6-maandelijks - jaarlijks
het bedrag van:
€
uw handtekening
als giB op rekening BE40 7331 2621 0063 - BIC KREDBEBB van CODA vzw, Bredabaan 743 te 2990 Wuustwezel.
datum eerste periodieke betaling ....... / ...... / 2015.