April 2014 Minder schade bij monumentale branden

Minder schade bij monumentale branden
Brandweer en erfgoedsector bundelen kennis
Verslag van het symposium
‘Monumentale branden. Brandbestrijding en brandonderzoek in monumenten’
27 maart 2014 | Sint-Joriskerk| Amersfoort
‘Monumenten fikken goed’, met gevoel voor drama opent Erik Kleijn, hoofd Gebouwd Erfgoed van
de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het drukbezochte symposium dat de Rijksdienst voor het
Cultureel Erfgoed op 27 maart voor het zesde achtereenvolgende jaar organiseert in samenwerking
met Brandweer Nederland, het Instituut Fysieke Veiligheid, de Koninklijke Bibliotheek en de
Erfgoedinspectie.
Jaarlijks branden er circa veertig rijksmonumenten af. In het vuur gaat niet alleen een waardevol
gebouw verloren maar ook unieke wetenschappelijke kennis. Een monument is onvervangbaar,
zegt Kleijn, reconstructies zijn weliswaar aardig, maar het originele materiaal is verdwenen.
Honderd procent veiligheid bestaat niet en de vraag is dan ook, vat dagvoorzitter Herman
Meuleman van de Veiligheidsregio Twente, het dagprogramma samen: ‘Doen we voldoende om
monumenten te beschermen tegen brand?’
De wijsheid vooraf regelen, dat is de opdracht voor de aanwezige deskundigen brandweermensen, de erfgoedsector, gemeenteambtenaren, aannemers en architecten, en
adviseurs. Dat is ook wat Brandweer Nederland doet met het gloednieuwe Project BraIN, een stap
vooruit in het brandonderzoek. In samenwerking met TNO ontwerpt de brandweer een
zelfdenkende database, vertelt Johan van Zuijlen, coördinator Brandonderzoek van Brandweer
Midden- en West-Brabant. Op basis van ingevoerde informatie ontdekt het systeem nieuwe trends.
Pagina 1 van 5
April 2014
Het systeem, mede gefinancierd door de veiligheidsregio’s Twente en Gelderland, is in aanbouw,
later dit jaar start een pilot. Om nog meer profijt te hebben van de verzamelde kennis, voeren de
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Brandweer Nederland overleg over het koppelen van dit
systeem aan DICE, de Database Incidenten Cultureel Erfgoed. Deze database gebruikt de
Rijksdienst voor het registreren van incidenten, meldt Renate van Leijen, specialist Veilig Erfgoed
bij de Rijksdienst later op de dag. In DICE turft de Rijksdienst sinds vijf jaar de incidenten die
monumenten en ander erfgoed treffen. De stand tot nu toe: 365, waarvan 199 branden. Brand
heeft met 54,9 procent het grootste aandeel in het onheil.
Vodje
Wijsheid moet ook komen uit het onderzoek naar oorzaak en verloop van een brand in een
rijksmonument. Dit verschilt niet van vergelijkbaar onderzoek in een willekeurig oud gebouw. In
beide gevallen kampt de brandweer met verouderde informatie. Er zijn geen actuele tekeningen.
‘Ik teken het wel even voor je uit’, hoort Johan van Zuijlen regelmatig, waarna hij een onduidelijk
vodje van de eigenaar in de handen gedrukt krijgt. Incomplete informatie over compartimentering,
loze ruimtes, veranderde indelingen kunnen de brand negatief beïnvloeden en gevaarlijk zijn voor
de blussers (‘de brand kan onzichtbaar naast je lopen’).
Zorg dus voor actuele tekeningen, zegt Van Zuijlen. Maar bij rijksmonumenten speelt er meer. Als
de brandweer tevoren weet waarin de monumentale waarden van een gebouw liggen, kan zij
tijdens de brandbestrijding en ook tijdens het
latere onderzoek betere beslissingen nemen.
‘Snijd ik een stuk tapijt uit de wand om te
onderzoeken, of maak ik dan meer kapot dan
nodig? Of: Is juist de gevel van monumentale
waarde, dan kunnen we proberen deze te sparen
tijdens het (na)blussen.’
Expertsessies
Systematisch feiten verzamelen doet ook René
Hagen, lector Brandpreventie aan de
Brandweeracademie. Hij onderzocht de brand in
Hotel De Draak in Bergen op Zoom vorig jaar. De
Draak stamt (deels) uit 1397 en is de oudste
herberg van Nederland. Zijn bevindingen komen
overeen met die van Van Zuijlen.
Compartimentering is essentieel, zegt Hagen. De
sauna, waar de brand in De Draak ontstond, hield
zowel het vuur als het bluswater redelijk in de
ruimte. Maar, vervolgt hij, je kunt je afvragen of
je risicovolle activiteiten als een sauna of een
open keuken wel moet willen in waardevolle
monumenten. Buiten kijf staat, concludeert
Hagen, dat de informatievoorziening op orde moet
zijn: actuele tekeningen en kennis bij de
brandweer over de monumentale status van een
gebouw.
Hagen werkt aan een advies om monumenten preventief veiliger te maken. Hij maakt van de
gelegenheid gebruik om de deskundigen in de zaal uit te nodigen voor deelname aan expertsessies,
die uit moeten monden in betere les- en leerstof voor de brandweeropleiding. Adviezen die ook
gegeven kunnen worden aan eigenaren, want daar valt nog veel winst te behalen.
Aantasting
Heel veel winst, beaamt Ira Helsloot, Nijmeegs hoogleraar Besturen van Veiligheid. Zijn boodschap
is helder: de brandweer draagt geen wettelijke verantwoordelijkheid voor behoud van een
monument, preventief noch repressief. Met andere woorden: de brandweer hoeft het gebouw niet
te redden, alleen de mensen die er in zitten. Het is de eigenaar die voor het gebouw in actie moet
komen, hij moet investeren in brandveiligheid. Dus maak die gaten maar voor de
sprinklerinstallatie, vloekt Helsloot in de kerk: ‘Als we hechten aan het bezit en het gebruik van
rijksmonumenten dan is een expliciete wijziging van de Monumentenwet hard nodig. Het is
onvermijdelijk dat je monumenten aantast bij het aanbrengen van preventieve voorzieningen.’
Pagina 2 van 5
April 2014
Innovatie
Zo heet hoeft de soep niet altijd gegeten te worden, want nieuwe technieken kunnen soelaas
bieden, zowel bij preventie als bestrijding van brand. Hagen refereerde in zijn bijdrage al aan de
Cobracutter. Met dit apparaat kan de brandweer het vuur van buiten naar binnen bestrijden zonder
grof breekwerk in een waardevolle gevel. De Cobracutter boort een klein gaatje in de muur
waardoor het bluswater onder hoge druk naar binnen kan worden gespoten. Ook te gebruiken
uiteraard voor branden in vloeren, wanden en plafonds.
Innovatie in de brandpreventie kan ook veel schade aan monumenten voorkomen, blijkt uit de
bijdrage van Leo de Niet, adviseur Brandveiligheid van het Rijksvastgoedbedrijf. Subtiele rood
opgloeiende led-pijlen in de traplopers in plaats van de pijnlijk groene nooduitgangbordjes die zo
detoneren; transparante blanke lak over teakhouten deuren, onzichtbaar maar wel 20 minuten
brandwerend; geen rookmelders in het zicht maar een in het tegelplafond weggewerkt
aspiratiesysteem. Deze voorbeelden komen uit het Jachtslot Sint-Hubertus op de Veluwe, dat
onlangs voor 12 miljoen euro is gerestaureerd. Een tweede interessante casus die De Niet
presenteert is de brandbeveiliging van de kappen van de Burgerzaal en de Krijgszaal in het Paleis
op de Dam. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft hier na een prijs-kwaliteitvergelijking met
sprinklerinstallatie en verneveling, gekozen voor het aanbrengen van een aerosol blussysteem. Bij
activering is de ruimte binnen 15 seconden gevuld met hele fijne poederdeeltjes die een verbinding
aangaan met vrije radicalen en zo het verbrandingsproces stopzetten. Montage veroorzaakt veel
minder schade en na de brand is het residu met plumeau en stofzuiger makkelijk te verwijderen.
Als een monument ondanks alle (innovatieve) preventie toch vlam vat, kan de schade alsnog
beperkt worden, blijkt uit de bijdrage uit Strijen. In deze gemeente zijn na twee monumentale
branden in boerderijen nu afspraken gemaakt over snelle alarmering van de
monumentenambtenaar en de regioconsulent van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bij
brand, zodat ter plekke en tijdens de bestrijding informatie beschikbaar is, bijvoorbeeld over welke
delen van het monument liefst gespaard moeten blijven. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
heeft een protocol opgesteld:
‘Protocol rijksmonumenten: Interne handleiding voor de omgang met incidenten’ (zie www.veiligerfgoed.nl). Tevens wordt ook nagedacht over een aanspreekpunt voor gemeenten bij incidenten.
Lont ruiken
Uit DICE blijkt dat het
aantal schoorsteenbranden
toeneemt. Voornamelijk
door ondeskundig gebruik
en ongeschikte
rookkanalen, vermoedt de
Rijksdienst. Gelukkig leven
we niet meer in de 14e
eeuw, toen één
schoorsteenbrand een hele
stad kon laten afbranden,
constateert Wim
Noorlander van de
Algemene
Schoorsteenvegers
Patroons Bond droog.
Niettemin gaat het nog
vaak (onnodig) mis bij het
stoken. Zeven keer ruikt hij
lont, met als oorzaken: roet
in de schoorsteen,
verstoppingen, lekkages,
een verkeerde constructie, slecht functionerende ventilatie en/of trek. En falend menselijk gedrag,
hetzij van de stoker, hetzij van de ‘vakman’. Nadrukkelijk tussen aanhalingstekens, want
beunhazen veroorzaken ook veel schade.
Pagina 3 van 5
April 2014
Cowboys
Ook hoog in de brandstatistieken scoren de rieten daken. Jan de Bie, rietdekker en 25 jaar
vrijwillige brandweer, is al vijftig keer ingezet bij brand in rieten daken. Toepasselijk is hij
gestationeerd in de enige brandweerkazerne met een rieten dak, gelegen in Wijk bij Duurstede.
Om deze branden adequaat te bestrijden is de veiligheidsregio Utrecht opgedeeld in West en Oost.
In totaal vier teams zijn opgeleid in de bestrijding van rietbranden, zodat er altijd twee ploegen
beschikbaar zijn. De teams, ‘de cowboys van de provincie worden we genoemd’, zegt De Bie, zijn
zeven man sterk, want op een brandende kap zitten is gevaarlijk en er moet een bevelvoerder op
straatniveau staan om het overzicht te houden. Bij de keuze tussen een traditioneel rieten dak en
een gesloten systeem (waarbij het riet op houten platen is vastgeschroefd) laat hij zich leiden door
zijn beide liefdes: Een traditioneel systeem heeft een langere levensduur en ‘je krijgt er ook
mooiere branden van’.
Aardige mensen, zei Ira Helsloot eerder al, die vrijwillige brandweer. Als het enigszins mogelijk is
zal de brandweer de spreekwoordelijke kat uit de boom komen halen. Maar al doet de brandweer
meer dan wettelijk verplicht, de brandweer kan niet alles, sluit Meuleman het symposium af. De
verantwoordelijkheid voor het gebouw ligt toch echt bij de eigenaar. Die zal maatregelen moeten
nemen, zeker nu de overheid op alle fronten terugtrekkende bewegingen maakt.
Verslag: Marijke Bovens | Journalistieke en culturele producties
Foto’s: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, met dank aan de studenten van de Reinwardt Academie
Pagina 4 van 5
April 2014
‘Monumentale branden. Brandbestrijding en brandonderzoek in monumenten’
Sfeerimpressie symposium
De presentaties van de sprekers zijn te downloaden op de website van Veilig Erfgoed. Daar staan
ook de presentaties en verslagen van de eerdere symposia.
Pagina 5 van 5
April 2014