Aan «VOORNAAM» «TUSSENVOEG» «NAAM»

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Mevrouw drs. J. Klijnsma
Staatssecretaris
Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Amsterdam,
betreft: ILO
18 september 2014
ons kenmerk:
uw kenmerk:
i.a.a.:
U14-042-RBR
Zeer geachte mevrouw Klijnsma,
Werknemers met hiv worden in Nederland nog steeds gestigmatiseerd en gediscrimineerd
vanwege hun hiv-status. De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) heeft met de Aanbeveling
nr. 200 inzake HIV/AIDS and the world of work (Geneva, 2010) de positie van de werknemer
met hiv op papier zeker versterkt. Hiv Vereniging Nederland (HVN) moet echter anno 2014
constateren dat zelfs in Nederland werknemers met hiv binnen hun werkomgeving problemen
blijven ondervinden vanwege hun hiv-status.
HVN verzoekt de Staatssecretaris van SZW daarom dan ook om de toezeggingen, zoals
gedaan in 2011 bij het informeren aan de Eerste Kamer over de IAO Aanbeveling nr. 200, op
korte termijn na te komen om hiermee de nog steeds kwetsbare positie van werknemers met
hiv in Nederland te versterken.
Achtergrond
Op 1 september 2011 heeft de toenmalige Staatssecretaris P. de Krom de Eerste Kamer
geïnformeerd over de tekst van de IAO Aanbeveling nr. 200 betreffende HIV/aids and the
world of work. Ook heeft hij een toelichting meegezonden met daarin het standpunt van de
Nederlandse regering dat Nederland aan de aanbeveling voldoet. HVN wees in deze toelichting
van Staatssecretaris De Krom nog op een punt van verbetering, namelijk het opstellen van
een plan van aanpak voor implementatie van de ILO aanbeveling. De regering zag daartoe
geen noodzaak omdat Nederland aan de Aanbeveling nr. 200 voldoet. Tijdens de consultatie
met de sociale partners heeft het VNO-NCW aangegeven dat zij goede voorlichting over hiv en
werk van groot belang acht.
HVN was vertegenwoordigd in de persoon van mr. Ronald A.M. Brands als expert om de
overheidsdelegatie o.l.v. SZW te adviseren over deze nieuwe Aanbeveling nr. 200 in de
aanloop naar en tijdens de Internationale Labour Conferenties in 2009 en 2010 in Geneve.
Deze expertise werd door alle betrokken partijen erg gewaardeerd.
1
Toezeggingen SZW
De IAO Aanbeveling nr. 200 vereist een reguliere consultatie met direct betrokken partijen,
zoals de sociale partners, maar ook met mensen met hiv zelf.
De regering heeft daarom in september 2011 aangegeven dat:
1.
2.
Jaarlijks moet een overleg gaan plaatsvinden met SZW, sociale partners en HVN over
werken en hiv. Ook vertegenwoordigers van antidiscriminatiebureaus worden bij dit
overleg betrokken.
De heer mr. Brands moet gaan deelnemen aan het netwerk gelijke behandeling dat
twee maal per jaar bijeenkomt onder leiding van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties.
Leidinggevenden discrimineren werknemers met hiv (TNS NIPO, 2011)
In juni 2011 had Staatsecretaris De Krom al antwoord gegeven op Kamervragen naar
aanleiding van de schokkende resultaten van het TNS NIPO onderzoek “Hiv op de werkvloer”
(mei 2011). Onderzocht werd hoe in Nederland binnen bedrijven wordt omgegaan met
werknemers met hiv. Niet alleen het merendeel van de leidinggevenden denkt negatief over
werknemers met hiv, zij blijken ook nog eens gemakkelijk over de rechten van hun
werknemers heen te stappen.
De Krom gaf aan dat het uitsluiten van werknemers met hiv onwenselijk en onaanvaardbaar
is. Verder gaf hij aan te onderzoeken of het mogelijk is om binnen bestaande kaders,
regelingen en instanties meer aandacht te geven aan discriminatie op grond van hiv. Ook
heeft hij regulier overleg tussen SZW en HVN toegezegd om hieraan een bijdrage te leveren.
HVN moet helaas constateren dat SZW anno 2014 nog op geen enkele wijze haar
toezeggingen heeft nagekomen.
Discriminatie werknemers met hiv in werkomgeving (2014)
Werkgevers handelen tegen de wet als ze een werknemer met hiv dwingen openheid te geven
over zijn of haar hiv-status of hen juist daarom ontslaan. Bedrijfsartsen, verzuimorganisaties
en arbodiensten nemen het vaak niet zo nauw met hun beroepsgeheim en informeren
anderen over de hiv-status van hun cliënten. Job coaches denken nog veel te vaak dat
werkzoekenden met hiv niet alle functies kunnen uitvoeren en zetten hen onterecht op een
zijspoor.
Het is noodzakelijk dat alle professionals en organisaties wettelijke regels uitvoeren en dat zij
zich goed informeren over wat leven en werken met hiv anno 2014 daadwerkelijk betekent. Zij
mogen mensen met hiv niet ten onrechte afwijzen vanwege hun hiv-status. Zij kunnen
namelijk prima functioneren op de arbeidsmarkt en in een werkomgeving, met uitzondering
van mensen die arbeidsongeschikt zijn door langdurig medicijngebruik (zij die vroeg na de
opkomst van hiv en aids met medicatie zijn begonnen).
HVN ontvangt helaas regelmatig berichten van en over werknemers met hiv die worden
ontslagen omdat de hiv-status bekend is bij de werkgever. HVN ondersteunt hen bij juridische
stappen tegen de werkgever.
2
Twee voorbeelden uit de praktijk waarbij werknemers zijn gediscrimineerd door werkgevers
geven aan hoe de stand van zaken anno 2014 is:
1.
Het College voor de Rechten van de Mens heeft in december 2013 geoordeeld dat een
machinefabriek jegens een uitzendkracht met hiv verboden onderscheid heeft
gemaakt op grond van handicap of chronische ziekte bij de beëindiging van de
arbeidsverhouding. De desbetreffende uitzendkracht werkte er als slijper/polijster.
Zodra het bedrijf hoorde van zijn seropositiviteit heeft het de uitzendopdracht
beëindigd.
2.
Het Gerechtshof in Amsterdam heeft begin januari 2014 bevolen een zorginstelling
strafrechtelijk te vervolgen. Deze zorginstelling maakt volgens het Hof verboden
onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte door een man vanwege zijn
seropositiviteit af te wijzen voor een vrijwilligersfunctie. De officier van Justitie te
Alkmaar gaat de stichting daarom strafrechtelijk vervolgen. In 2012 heeft de
toenmalige Commissie Gelijke Behandeling datzelfde oordeel geveld.
Plan van aanpak inzake werken en hiv noodzakelijk
Uit de praktijk blijkt dat werkgevers in Nederland werknemers met hiv discrimineren. Dit is
mede in het licht van de IAO Aanbeveling nr. 200 ontoelaatbaar en vraagt om actie van SZW.
HVN verzoekt daarom op korte termijn een overleg met SWZ om te komen tot een plan van
aanpak waarin in ieder geval de toezeggingen van SZW uit 2011 worden opgenomen en
uitgevoerd, namelijk:
1.
Een jaarlijks overleg over werken en hiv met SZW, sociale partners en HVN. Ook
worden vertegenwoordigers van antidiscriminatiebureaus bij dit overleg betrokken.
2.
De heer mr. R. Brands gaat namens HVN deelnemen aan het Netwerk Gelijke
Behandeling dat regulier bijeenkomt onder leiding van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties.
HVN wil tijdens het overleg ook de gevolgen van reisbeperkingen in tal van landen voor
werknemers met hiv bespreken. Hiv kan een uitsluitingsgrond zijn voor het verkrijgen van een
werkvergunning in het buitenland, dan wel kan hiv een reden zijn om een werkvergunning te
beëindigen. Deze handelswijze druist in tegen internationale afspraken en past niet meer bij
de huidige medische ontwikkelingen op het gebied van hiv. HVN verzoekt SZW deze vorm van
discriminatie van werknemers in haar internationale contacten binnen de ILO, maar ook
daarbuiten, aan de orde te stellen.
Wij nemen het voortouw en bellen u in oktober voor het maken van een afspraak.
Hoogachtend,
Hiv Vereniging Nederland
P. Brokx
directeur
mr. Ronald A.M. Brands
stafmedewerker Maatschappelijke en Juridische
Belangenbehartiging
3
c.c.
De
De
De
De
De
De
De
De
Minister van BZK, de heer dr. R.H.A. Plasterk
voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, mevrouw mr. A. Broekers-Knol
voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, mevrouw A. van Miltenburg
voorzitter van VNO-CNV, de heer drs. J. de Boer
voorzitter van FNV, de heer T. Heerts
voorzitter van CNV, de heer mr. M. Limmen
voorzitter van VCP, de heer drs. R. Visser en de heer G. van de Kamp
aidsambassadeur, de heer L. Grijns
4