Mobiliteit De werkgroep Mobiliteit bestaande uit 3 directeuren, 2 PGMR leden, en de P&O medewerkster van stichting Wolderwijs heeft ook voor komend schooljaar onderzocht welke acties nodig zijn om voor alle schoolteams in het schooljaar 2014-2015 de benodigde kwaliteit binnen de beschikbare formatie te realiseren. Hiervoor is onder andere mobiliteit door middel van overplaatsingen van medewerkers naar een andere school noodzakelijk. Daarom is er door de werkgroep ook gekeken hoe er invulling kan worden gegeven aan de doelstellingen uit het mobiliteitsbeleid (hoofdstuk 9.1 IPB) waarin staat beschreven dat we willen dat leraren flexibel en breed inzetbaar zijn en leraren zich blijven ontwikkelen ook door mobiliteit naar een andere school. Voor de overplaatsingen is daarom een zorgvuldige procedure gevolgd waarbij zowel het schoolbelang als het persoonlijk belang in acht is genomen. Hiervoor zijn onderstaande criteria afgesproken waar rekening mee gehouden moest worden. a. Onderwijskwaliteit Uitgangspunt: onderwijskwaliteit op alle scholen handhaven (het stichtingsbelang) Op basis van de uitkomsten van: - Interne audit onderwijskwaliteit - Inspectie rapportage - Audit cultuur en professioneel leerkrachtgedrag - Persoonlijke competentieprofielen team/leerkrachten - Onderzoek teamsamenstelling - Andere mogelijke indicatoren: bv verzuim/Arbo meester - Gewenste functies (vooral: LB) kan een behoefte worden bepaald. Het criterium onderwijskwaliteit handhaven op alle scholen is bovengeschikt aan de onderstaande criteria. b. Formatie/budget - de beschikbare formatie/budget op één school - het overschot/tekort aan medewerkers gerelateerd aan de benodigde formatie op een andere school. c. Persoonsgebonden - aantal dienstjaren op één school. Een personeelslid dat langer dan 7 jaar op één school werkt, komt volgens het mobiliteitsbeleid van Wolderwijs in aanmerking voor overplaatsing. - Personeelsleden die binnen vijf jaar de school verlaten door een naderend pensioen hoeven niet in aanmerking te komen. De wettelijke pensioenleeftijd is hierbij het uitgangspunt. - kansen voor persoonlijke ontwikkeling elders (vraag van de ontvangende school) De werkgroep wil zoveel mogelijk een ‘match’ tussen de vraag van de school en de mogelijkheden van de medewerker d. CAO richtlijnen voor overplaatsing Overplaatsing zal altijd getoetst worden aan de CAO richtlijnen en het mobiliteitsbeleid van Wolderwijs. e. Vrijwillige mobiliteit versus gedwongen overplaatsing Verzoeken tot vrijwillige mobiliteit zullen altijd serieus behandeld worden. Toch is het niet uit te sluiten dat een verzoek tot vrijwillige mobiliteit niet gehonoreerd wordt op een school en er overgegaan wordt tot gedwongen overplaatsing van een ander personeelslid. Het eerste criterium: ‘onderwijskwaliteit’ op alle scholen van Wolderwijs is in dit verband bepalend. De bovenstaande criteria zijn allen van belang bij het maken van afwegingen rondom overplaatsing. Rekening houdend met de beschikbare formatie op de scholen is het eerste criterium ‘onderwijskwaliteit’ bovengeschikt aan de andere criteria. Naast mobiliteit naar een andere school is er ook aandacht voor mobiliteit binnen de eigen school. Een feit is dat bijna alle leerkrachten bevoegd zijn om les te geven in alle groepen van de basisschool. Natuurlijk mogen de leerkracht een eigen voorkeur uitspreken voor het lesgeven in bepaalde groepen. Het uitgangspunt is echter dat elk personeelslid in tenminste vier verschillende groepen les moet kunnen geven. Omdat de leerlingendaling binnen de scholen van De Wolden het meest merkbaar is in de kleutergroepen is het gevolg dat voornamelijk de leerkrachten die al jaren voor groep 1 en 2 staan zich breder moeten gaan oriënteren en de mogelijkheid moeten krijgen om in verschillende groepen ervaring op te doen. In het taakbeleid van Wolderwijs ( IPB 2.1 art. 7) is afgesproken dat personeelsleden gemiddeld na drie jaar wisselen van groepen en schooltaken, behalve de specifieke taken als IBer, LBer, BHVer e.d. en mits de schoolorganisatie dit toelaat.
© Copyright 2024 ExpyDoc
