Ik ben ook tegen drugs

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant/Brussel, WestVlaanderen
Ik ben ook tegen drugs
18-03-2014
Pag. 36
De reactie die N-VA-senator Louis Ide liet optekenen ('Voor een cleane samenleving', DS 17 maart ) is gebaseerd op
een karikatuur van wat mijn en andere voorstellen van legalisering inhouden. Ide licht het woord 'legaliseren' uit de
voorstellen om dan te besluiten dat al wie het woord uitspreekt een voorstander is van het gebruik van drugs.
Laat één ding duidelijk zijn. Ik ben, zoals Ide, een groot tegenstander van druggebruik. Zoals hij, denk ik dat drugs
schadelijk zijn voor de gezondheid, en dat we alles moeten doen om het gebruik ervan te ontmoedigen. Ide heeft dus
geen ethisch monopolie in dit debat. De vraag die we ons moeten stellen is hoe dat doel van een 'cleane
samenleving' gerealiseerd moet worden. Over de doelstelling is er geen onenigheid.
Het beleid van de laatste decennia is in België en in vele andere landen gebaseerd op het idee van dewar on drugs.
We verklaren de productie, verdeling en (in minder mate) de consumptie illegaal en voeren een oorlog tegen al wie
betrokken is in activiteiten rond drugs. Welnu, deze aanpak werkt niet. Daar is een goede reden voor. Door het feit
dat drugs illegaal zijn, wordt de productie en de verdeling ervan ook buitengewoon winstgevend. Dat oefent een
ongehoorde aantrekkingskracht uit op miljoenen mensen die risico's willen nemen en niet terugdeinzen voor geweld.
Het gevolg is driedubbel.
Ten eerste wordt de hele keten van productie en verdeling gedomineerd door criminaliteit en geweld. Dat was ook
het geval tijdens de Amerikaanse droogleggingswet tijdens de jaren dertig. Ide maakt er zich gemakkelijk van af door
te stellen dat er in de sigarettensector ook illegale circuits zijn. De intensiteit van het geweld en de criminaliteit in de
drugssector zijn evenwel van een andere orde. Ze nopen de overheid om de repressie op te drijven, wat het geweld
nog kracht bijzet. Een straatje zonder einde.
Ten tweede verliest de overheid die oorlog. De feiten zijn er. Het gebruik van drugs en in het bijzonder cannabis
neemt toe, ondanks de repressie. Jonge mensen hebben heel gemakkelijke toegang tot drugs ondanks dewar on
drugs. Repressie werkt niet, maar vraagt wel heel veel middelen (politie, justitie).
Ten derde, door het feit dat de productie en de verdeling illegaal zijn, kan geen controle worden uitgeoefend op de
kwaliteit van de drugs. De cannabis die nu aan onze jongeren wordt aangeboden, wordt almaar sterker en
gevaarlijker, en is vermengd met een resem schadelijke stoffen. Ook dat is het resultaat van dewar on drugs.
Het voorstel om drugs te legaliseren is een voorstel om de productie en de verdeling van drugs te reguleren. Door
drugs uit de criminele sfeer te lichten kunnen we de productie en de verdeling ervan beter controleren, en belasten.
Dat is ook wat we doen met alcohol en sigaretten. Het voorstel laat ook toe om de enorme middelen die de repressie
nu vergen te gebruiken in een beleid dat gericht is op preventie, ontrading en hulpverlening. Zo'n beleid dat het
gebruik ontmoedigt heeft middelen nodig. Die zullen er alleen maar komen als we bereid zijn het repressieve
apparaat, oorzaak van veel ellende, af te bouwen.
Paul De Grauwe
© 2014 Corelio