Gynaecologie Poliklinische therapeutische hysteroscopie (Behandelingen in de baarmoeder) www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is een hysteroscopie? .................................................................. Voorbereiding en planning van de behandeling . ............................... Behandeling . ...................................................................................... Na de behandeling ............................................................................. Nacontrole . ........................................................................................ Complicaties ....................................................................................... Wanneer neemt u direct contact op? . ............................................... Tot slot ................................................................................................ Verhinderd . ........................................................................................ Meer informatie ................................................................................. Vragen ................................................................................................ Contactgegevens................................................................................. Patiëntenvoorlichting: [email protected] GYN099 / Poliklinische therapeutische hysteroscopie / 29-04-2014 2 3 5 6 11 13 13 15 15 16 16 16 16 Poliklinische therapeutische hysteroscopie (Behandelingen in de baarmoeder) In deze folder vindt u informatie over behandelingen in de baarmoeder via een kijkbuis (hysteroscoop) op de polikliniek Gynaecologie. U leest welke behandelingen mogelijk zijn en hoe deze in het algemeen verlopen. Deze informatie is een aanvulling op de uitleg van uw arts. Het is goed u te realiseren dat de situatie in uw geval anders kan zijn dan hier is beschreven. Uw arts bespreekt dit dan met u. Wat is een hysteroscopie? Hysteroscopie betekent: kijken in de baarmoeder. De binnenkant van de baarmoeder wordt bekeken met een kijkbuis (hysteroscoop). De hysteroscoop is een dunne holle buis waar een lichtbundel doorheen gaat. De hysteroscoop wordt aangesloten op een camera. Het beeld is dan op een beeldscherm te zien. Eventueel kunt u zelf meekijken. De hysteroscoop wordt via de schede (vagina) in de baarmoeder gebracht (zie afbeelding 1). Om de binnenkant van de baarmoeder goed zichtbaar te maken, brengt de gynaecoloog tijdens de hysteroscopie vloeistof naar binnen, waardoor het zicht helder blijft. Er zijn twee soorten hysteroscopieen: de diagnostische hysteroscopie en de therapeutische hysteroscopie. 3 Afbeelding 1. De hysteroscoop wordt via de schede in de baarmoederholte gebracht. 1. baarmoederwand 2. baarmoederholte 3. eierstok Wat is een diagnostische hysteroscopie? Een diagnostische hysteroscopie is een onderzoek waarbij de arts via de kijkbuis onderzoekt of er afwijkingen aan de binnenkant van de baarmoeder zijn. Meestal vindt dit onderzoek op de polikliniek plaats en is een pijnstiller of plaatselijke verdoving voldoende. Meer informatie over de diagnostische hysteroscopie vindt u in de folder ‘Kijken in de baarmoeder: de diagnostische hysteroscopie’. Wat is een therapeutische hysteroscopie? Bij een therapeutische hysteroscopie wordt niet alleen gekeken maar wordt ook een behandeling aan de binnenkant van de baarmoeder uitgevoerd. Via de hysteroscoop met een doorsnede van 5 t/m 8 mm brengt de arts vocht en kleine instrumenten in de baarmoederholte zoals tangetjes, schaartjes, een elektrisch verhit klein lisje of een "happertje". De hysteroscoop is aangesloten op een camera en beeldscherm. De therapeutische hysteroscopie vindt plaats op de polikliniek of op de operatiekamer. In deze folder leest u meer over hysteroscopische behandelingen op de polikliniek. Informatie over de hysteroscopische behandeling op de 4 operatiekamer vindt u in de folder 'Behandelingen in de baarmoeder: de klinische therapeutische hysteroscopie. Welke behandelingen worden op de polikliniek uitgevoerd? Op de polikliniek kan de arts via de kijjkbuis verschillende behandelingen in de baarmoeder uitvoeren. Bij sommige behandelingen is alleen een pijnstiller voldoende, bij andere ingrepen: plaatselijke verdoving en/of sedatie (roesje). 'Meer informatie over sedatie vindt u in de folder 'Sedatie tijdens een onderzoek of behandeling’. De volgende kijkbuisoperaties zijn poliklinisch mogelijk: • verwijderen van poliepen van beperkte omvang; • verwijderen van vleesbomen (myomen) van beperkte omvang; • vernietigen van het baarmoederslijmvlies; • opheffen van geringe verklevingen in de baarmoeder; • sterilisatie via de schede; • verwijderen van een spiraaltje (IUD). Voorbereiding en planning van de behandeling Planning De hysteroscopische behandeling vindt bij voorkeur plaats als u niet ongesteld bent. Als abnormaal bloedverlies de reden is voor de behandeling, is bloedverlies vaak niet te vermijden en meestal niet bezwaarlijk. Als u de pil gebruikt, is de ingreep mogelijk op alle dagen dat u een pil inneemt. Als u de pil niet gebruikt, kan de ingreep het beste gebeuren in de eerste helft van de cyclus, vóór de eisprong. Dit is zeker belangrijk als u zwanger wilt worden: dan kan er nog geen bevruchte eicel zijn die zich eventueel gaat innestelen. De bedoeling is dat u niet zwanger bent tijdens de behandeling. Voorbereiding thuis • De ingreep kan menstruatieachtige pijn veroorzaken. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen krijgt u een recept voor pijnstillers. 5 • Bij een hysteroscopische behandeling onder plaatselijke verdoving hoeft u meestal niet nuchter te zijn. Bij een hysteroscopische ingreep onder sedatie is dat wel noodzakelijk. Onderzoek voor de behandeling Voorafgaand aan een behandeling onder sedatie wordt u verwezen naar de polikliniek Preoperatieve screening en anesthesie. Daar vult u een vragenlijst met vragen over uw algemene gezondheid in. Indien u gezondheidsklachten heeft kan het noodzakelijk zijn dat u gezien wordt door een screeningsarts. Medicijnen Voorafgaand aan hysteroscopische operaties adviseert de gynaecoloog soms een voorbehandeling van het slijmvlies met anti-hormonen. Dit zijn medicijnen die de situatie in de post-menopauze (de periode na de laatste menstruatie) nabootsen. Doordat de eierstokken dan tijdelijk geen hormonen meer maken, wordt het baarmoederslijmvlies dunner. Een behandeling is dan gemakkelijker. Deze medicijnen hebben over het algemeen bijwerkingen. U kunt opvliegers en transpiratieklachten krijgen, vooral 's nachts. Ook kan de vagina droger aanvoelen. Na de operatie stopt u met deze medicijnen. De werking van de eierstokken keert dan terug en de bijwerkingen verdwijnen spoedig. Ook de maandelijkse bloedingen treden weer op. Als hevig bloedverlies de reden voor de operatie was, zullen de bloedingen naar verwachting minder hevig zijn dan voorheen. Na een behandeling van het baarmoederslijmvlies blijft de menstruatie soms helemaal weg. Behandeling Gang van zaken tijdens de behandeling Op de behandelkamer op de polikliniek neemt u plaats op een behandelstoel. Als u sedatie krijgt prikt de sedatie praktijk specialist een infuus en sluit de apparatuur aan waarmee uw hartactiviteit, bloeddruk en ademhaling continu wordt gemeten. Na aansluiting wordt u gevraagd de benen in de beensteunen te plaatsen. Via het infuus krijgt u de sedatiemiddelen (roesje) toegediend. De arts doet soms eerst 6 een inwendig onderzoek (door het inbrengen van twee vingers in de vagina) om de grootte en de stand van de baarmoeder te beoordelen. Daarna brengt hij de kijkbuis via de schede en baarmoederhals in de baarmoederholte. Door de kijkbuis stroomt vloeistof om de holte te kunnen bekijken. Door de kijkbuis brengt de arts de instrumenten voor de behandeling in. Het is ook mogelijk dat de arts een speculum (eendebek/spreider) in de schede brengt om de baarmoedermond zichtbaar te maken. Met een tangetje kan de baarmoedermond dan vastgepakt worden. Soms wordt met een dun naaldje op een paar plaatsen in de baarmoederhals plaatselijke verdoving gegeven. Zo nodig rekt de arts de baarmoederhals iets op. Vervolgens brengt de arts de kijkbuis in de baarmoederholte. Tijdens de behandeling kan er een gynaecoloog in opleiding aanwezig zijn. Ook zijn er één of twee polikliniekmedewerksters aanwezig om te assisteren. Verwijderen van een poliep Een poliep is een bijna altijd goedaardige uitstulping van het baarmoederslijmvlies (zie afbeelding 2). Een poliep kan abnormaal bloedverlies veroorzaken. De arts kan de poliep verwijderen met een schaartje en tangetje, een elektrisch verhit klein lisje of een "happertje" dat via de kijkbuis wordt ingebracht. Over het algemeen doet dit geen pijn omdat er geen pijnzenuwen in een poliep zitten. Voor grote poliepen kan een grotere operatie (klinische therapeutische hysteroscopie) in dagbehandeling nodig zijn. Afbeelding 2. Een poliep in de baarmoederholte kan door middel van hysteroscopie worden gezien en verwijderd. 7 Verwijderen van een vleesboom (myoom) Vleesbomen (myomen) zijn goedaardige uitstulpingen van de spierlaag van de baarmoeder (zie afbeelding 3). Zij kunnen op verschillende plaatsen aanwezig zijn: aan de buitenkant van de baarmoeder, in de spierwand of aan de binnenkant van de baarmoeder, uitpuilend in de baarmoederholte. Een vleesboom die uitpuilt in de baarmoederholte kan abnormaal bloedverlies veroorzaken. Meer informatie vindt u in de folder 'Myomen'. Kleine vleesbomen die voor een groot deel in de baarmoederholte liggen, zijn poliklinisch hysteroscopisch te verwijderen. De arts gebruikt hiervoor een schaartje, een elektrisch verhit klein lisje of een "happertje" dat via de kijkbuis wordt ingebracht. Over het algemeen doet dit geen pijn omdat er geen pijnzenuwen in een vleesboom zitten. Voor grote vleesbomen of vleesbomen die diep in de wand van de baarmoeder zitten is een grotere operatie (klinische therapeutische hysteroscopie) in dagbehandeling nodig. Afbeelding 3. Een myoom in de baarmoederholte kan door middel van een hysteroscopie worden gezien en verwijderd. Opheffen van verklevingen in de baarmoeder Dunne verklevingen tussen de voor- en de achterwand van de baarmoederholte zijn eenvoudig door te knippen met een schaartje welke via de kijkbuis wordt ingebracht (zie afbeelding 4). Voor dikkere en uitgebreide verklevingen (syndroom van Asherman) is een grotere 8 operatie (klinische therapeutische hysteroscopie) in dagbehandeling nodig. Afbeelding 4. Een verkleving in de eileiderhoek Sterilisatie via de schede Bij deze vorm van sterilisatie brengt de arts via de hysteroscoop veertjes (Essure) in de eileiders (zie afbeelding 5). Meer informatie over sterilisatie vindt u in de folder 'Sterilisatie van de vrouw'. Afbeelding 5. Het afsluiten van de eileiders van binnenuit door middel van een soort veertje Verwijderen van een spiraaltje (IUD) Soms is van een spiraaltje (IUD) het touwtje niet meer via het speculumonderzoek (eendebek) te vinden. Met de hysteroscoop kan de spiraal dan meestal gemakkelijk worden gevonden en met een 9 tangetje worden verwijderd (zie afbeelding 6). Een heel enkele keer zit het spiraaltje zeer vast in de wand van de baarmoeder en is een grotere operatie (klinische therapeutische hysteroscopie) nodig. Afbeelding 6. Het verwijderen van een spiraaltje Vernietigen van het baarmoederslijmvlies Als u hevige menstruatieklachten heeft, kan het slijmvlies aan de binnenkant van de baarmoeder vernietigd worden. Meestal wordt deze behandeling pas geadviseerd als andere behandelingen zoals het hormoonhoudend spiraal geen succes hebben gehad of niet mogelijk zijn. De folder 'Hevig bloedverlies bij de menstruatie' geeft verdere informatie. In het Catharina Ziekenhuis verwijderen wij het baarmoederslijmvlies door een ballon die warmte afgeeft (Thermablate) of door een driehoekig instrument van gaas dat elektrische energie afgeeft (Novasure). Ballon (Thermablate) Via de vagina en de baarmoedermond brengt de arts een siliconen ballonnetje in de baarmoederholte. Het ballonnetje wordt gevuld met 10 een verwarmde vloeistof. Door warmteoverdracht van de vloeistof in de ballon verschroeit het baarmoederslijmvlies. De warmteoverdracht duurt ongeveer 2 minuten. Hierna wordt de verwarmde vloeistof uit de ballon gezogen en wordt de ballon uit de baarmoederholte verwijderd. Voorafgaand aan de behandeling en na afloop bekijkt de arts via een kijkbuis de binnenkant van de baarmoeder. Wanneer dit nog niet eerder gedaan is, wordt door middel van een dun buisje (curette) slijmvlies van de baarmoederholte weggezogen en geschraapt (microcurettage) voor verder onderzoek. Driehoekig instrument (Novasure) Via de vagina en de baarmoedermond brengt de arts door middel van een buisje een driehoekig instrument van gaas in de baarmoederholte. Via dit instrument wordt gedurende anderhalve minuut elektrische energie aan de baarmoeder toegediend. Hierna worden het buisje en het gazen instrument uit de baarmoederholte verwijderd. Voorafgaand aan de behandeling en na afloop bekijkt de arts via een kijkbuis de binnenkant van de baarmoeder. Wanneer dit nog niet eerder gedaan is, wordt door middel van een dun buisje (curette) slijmvlies van de baarmoederholte weggezogen en geschraapt (microcurettage) voor verder onderzoek. Na het vernietigen van het baarmoederslijmvlies wordt een zwangerschap sterk afgeraden. Bij een zwangerschap is namelijk het baarmoederslijmvlies nodig voor het bevruchte eitje om zich in te nestelen. Als het slijmvlies bij een operatie is weggehaald kan het eitje zich direct in de spierwand van de baarmoeder innestelen wat gevaarlijk kan zijn. Dit betekent niet dat u onvruchtbaar bent na de behandeling. Betrouwbare anticonceptie blijft daarom noodzakelijk. U kunt met uw gynaecoloog bespreken welke vorm van anticonceptie voor u het meest geschikt is. Na de behandeling Als de ingreep klaar is wordt de kijkbuis uit de baarmoederholte en vagina verwijderd en de toediening van sedatiemiddelen gestaakt. Hierna wordt u geholpen om plaats te nemen op een bed waarna u naar 11 de uitslaapkamer gebracht wordt. Hier zult u enkele uren verblijven om bij te komen. Het merendeel van de vrouwen heeft na afloop weinig klachten maar enkelen hebben wel pijn of voelen zich niet zo lekker. Wij raden daarom aan dat iemand u thuisbrengt. U mag op de dag van de ingreep niet zelf rijden. Ook adviseren wij u om op de dag van de ingreep geen belangrijke of ingrijpende beslissingen te nemen. Pijn Bij kleinere ingrepen kunt u de eerste dagen een gevoelige onderbuik hebben, bij grotere ingrepen duurt dit soms wat langer. U kunt voor deze klachten een pijnstiller innemen. Bloedverlies Na de meeste hysteroscopische operaties is er enige tijd vaginaal bloedverlies. Hoe lang dat duurt is moeilijk te voorspellen: het kan variëren van enkele dagen bij de kleinere ingrepen tot enkele weken bij de grotere ingrepen. Afscheiding Na afloop van het bloedverlies hebt u vaak nog wat bruinige afscheiding. Vooral na het vernietigen van het baarmoederslijmvlies moet u rekening houden met de kans op vieze, soms wat riekende afscheiding gedurende een aantal weken. Kunstmatige cyclus In een aantal situaties schrijft de gynaecoloog na de hysteroscopische operatie gedurende een maand hormonen voor om het slijmvlies van de baarmoederholte te laten herstellen. Deze medicijnen zijn vergelijkbaar met een zwaardere pil. De menstruatie die hierop volgt, kan hevig zijn. Spiraaltje Soms plaatst de gynaecoloog aan het einde van de operatie een spiraaltje in de baarmoeder. Dit gebeurt vooral na operaties om verklevingen op te heffen. Het doel is nieuwe verklevingen in de 12 baarmoeder te voorkomen. Over het algemeen verwijdert de arts dit spiraaltje na 1 tot 2 menstruaties. Gemeenschap Als er geen bloedverlies of vieze afscheiding meer is, mag u weer geslachtsgemeenschap (samenleving) hebben. Zolang uw buik nog gevoelig is, kan dit wel pijnlijk zijn. Hechtingen Omdat de hysteroscopische operatie via de vagina wordt uitgevoerd, zijn er over het algemeen geen hechtingen. Werk Sommige vrouwen voelen zich na een kleine ingreep zoals een hysteroscopische sterilisatie, het verwijderen van een IUD of kleine poliep nog vervelend. Het is dan ook het beste op de dag van de ingreep geen belastende werkzaamheden te verrichten. De dag erna kunt u over het algemeen uw gewone bezigheden weer oppakken. Na grotere ingrepen zoals het verwijderen van een vleesboom of het vernietigen van het baarmoederslijmvlies of na toediening van sedatiemiddelen moet u over het algemeen een paar dagen uittrekken voor uw herstel. Extra hulp in de huishouding na thuiskomst uit het ziekenhuis is meestal niet noodzakelijk. Nacontrole Meestal heeft u na een aantal weken een telefonische afspraak of een afspraak op de polikliniek. De uitslagen van pathologisch onderzoek (indien uitgevoerd), het resultaat van de behandeling en mogelijke verdere stappen worden dan besproken. Complicaties Zoals bij iedere ingreep kunnen ook bij de therapeutische hysteroscopie op de polikliniek complicaties optreden. Gelukkig zijn deze zeldzaam. Abnormaal veel bloedverlies Hysteroscopische ingrepen kunnen een wondje aan de binnenkant van de baarmoeder veroorzaken. Er kunnen ook wondjes zijn in de 13 baarmoederhals door een tangetje dat daar werd geplaatst. Is het bloedverlies meer dan een flinke menstruatie, neem dan contact op met uw gynaecoloog. Beschadiging van de wand van de baarmoeder Soms ontstaat tijdens de behandeling een gaatje in de wand van de baarmoeder (perforatie). Meestal geneest dit vanzelf. Een groter gat moet soms op de operatiekamer operatief gesloten worden. In dat geval is alsnog narcose noodzakelijk. Soms is een laparoscopie (kijkoperatie) voldoende om de ernst van het gat te beoordelen. In andere gevallen kan een buikoperatie via een bikinisnee noodzakelijk zijn om bijvoorbeeld een bloeding te stelpen. Na een perforatie moet de gynaecoloog over het algemeen stoppen met de operatie, ook al is deze nog niet klaar. Dit betekent dat een tweede operatie noodzakelijk is. Een zeer zeldzaam gevolg van een perforatie is beschadiging van de darm of blaas. Een dergelijke complicatie vergt een operatie onder narcose, extra zorg en een langere ziekenhuisopname. Ontsteking of infectie Zoals bij veel andere operaties is een ontsteking of een infectie een mogelijke complicatie. Bij een hysteroscopische operatie komt deze complicatie zelden voor. Koorts en hevige buikpijn wijzen op een ontsteking. U moet bij deze verschijnselen direct contact met het ziekenhuis opnemen. Behandeling met antibiotica is dan noodzakelijk. Overgevoeligheid U kunt overgevoelig blijken te zijn voor jodium, latex, sedatiemiddel, contrastmiddel, middel waarmee plaatselijk wordt verdoofd of pijnstillers. Als u weet dat u ergens overgevoelig voor bent, vertel dit dan voor de ingreep en op de preoperatieve screening. De arts kan daar dan rekening mee houden. Een overgevoeligheidsreactie treedt zeer zelden op. Klachten zijn ongebruikelijke duizeligheid, hartkloppingen of een ziek gevoel. Soms treden de klachten pas later op als u weer thuis bent. Neem bij klachten contact op met het ziekenhuis. 14 Overvulling Een zeldzame complicatie van een hysteroscopische ingreep is overvulling van de bloedcirculatie. Er treedt dan een te grote vochtbelasting voor het lichaam op. Als er teveel vocht in de bloedbaan komt, moet de ingreep worden afgebroken. Meestal kan het lichaam dit vocht gemakkelijk kwijt. Een plaspil kan noodzakelijk zijn. Een enkele keer is extra intensieve zorg na de ingreep noodzakelijk. Syndroom van Asherman Bij elke operatie treedt littekenvorming op. Ook bij operaties in de baarmoeder kunnen littekens ontstaan in de vorm van verklevingen in de baarmoeder. Dit noemt men het syndroom van Asherman. Deze complicatie is zeer zeldzaam. Als hij al voorkomt is het meestal na een hysteroscopische verwijdering van een myoom of zwangerschapsrest. In ernstige gevallen kan het menstruatiebloed ten gevolge van de verklevingen niet naar buiten. Wanneer neemt u direct contact op? Neem in de volgende gevallen contact op met het ziekenhuis: • bij bloedverlies dat meer is dan een flinke menstruatie; • koorts; • hevige buikpijn; • ongebruikelijke duizeligheid, hartkloppingen of een ziek gevoel. Neem binnen kantooruren contact op met de polikliniek Gynaecologie. Buiten kantoortijden neemt u contact op met de verpleegafdeling Gynaecologie. Tot slot Ondanks de hier beschreven zeldzame complicaties is de hysteroscopische operatie een veilige behandeling. Bij een goede reden om de operatie te verrichten, voorkomt deze operatie vaak een grotere operatie met kans op grotere complicaties. 15 Verhinderd Kunt u niet naar uw afspraak komen? Meld dit dan zo snel mogelijk bij de polikliniek Gynaecologie. Er kan dan een andere patiënt in uw plaats komen. Meer informatie www.nvog.nl Vragen Heeft u naar aanleiding van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek Gynaecologie. Contactgegevens Polikliniek Gynaecologie, route 106 040 - 239 93 00, bereikbaar van 08.30 tot 16.30 uur Verpleegafdeling Gynaecologie, 11-oost 040 - 239 81 50 16 17 18 19 Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven
© Copyright 2024 ExpyDoc