8 belangrijke tips.

Steeds slimmere software vraagt veel
kennis van prepress afdelingen om
bestanden optimaal de digitale pers in te
sturen. Vormgevers kunnen daarbij helpen
en tegelijkertijd ook op digitaal papier het
maximale uit hun creaties halen.
8 belangrijke tips.
1 B
ij trapping primaire
kleuren laten delen
Door wisselende registratietoleranties van afdrukapparatuur kan een lege ruimte ontstaan tussen aangrenzende grafische afbeeldingen. Het herstellen
ervan noemen we ‘trapping’, een techniek waarmee
de grenzen van objecten worden uitgebreid of
ingekrompen, zodat ze elkaar enigszins overlappen.
Het is te voorkomen door aangrenzende kleurenelementen primaire kleuren te laten delen, waarbij
doorgaans lichte over donkere kleuren heen gaan.
3 Raster volvlakken
Indien mogelijk: vermijd grote
volvlakken. De nieuwe generaties
digitale systemen zullen er waarschijnlijk mee afrekenen, maar
momenteel zijn kleurverschillen in
volvlakken nog wel eens waarneembaar. Het ontstaat doordat
de omstandigheden waaronder de
elektrische lading de kleurstof naar
het afdrukmateriaal geleid, gevoelig
is en kan wisselen. Door ‘ruis’ in te
brengen met verschillende rasters of
subtiele profielen beperkt u zichtbare
kleurverschillen tot een minimum.
Ontwerpen voor
digitaal papier?
Met het vormgevers- en prepress-gereedschap dat hard- en
softwarefirma’s tijdens de digitale revolutie op de markt hebben
gebracht, dwarrelde ook een nieuw jargon over de werktafels
van vormgevers. Termen als ‘Encapsulated PostScript’,
‘Raster Image Processing’, ‘Digital Front End’, en ‘Vectoriële
printerfonts’ worden inmiddels wel begrepen, maar lijken af
te leiden van waarvoor die hypergevoelige software is bedoeld:
het optimaliseren van het eindresultaat. En dat onder elke
omstandigheid.
Het heeft als onvermijdelijk gevolg dat de afdeling prepress
en de vormgevers dezelfde taal moeten spreken, temeer omdat
de software kan anticiperen op de techniek die zal worden
gebruikt (laser jet? Ink jet? Eco-solvent?), en digitale systemen
inmiddels een rijk arsenaal aan digitale drukdragers kunnen
verwerken, van papier en kunststof tot film en textiel. Allemaal
met hun eigen kenmerken.
Om een optimaal eindproduct te kunnen produceren is het
voor vormgevers van belang te weten welke valkuilen de digitale
wereld kent en hoe ze hun documenten optimaal kunnen
aanbieden aan de afdeling prepress, die op zijn beurt de verdere
verwerking juist moet overnemen. Om die communicatie te
helpen stelden John Clem, analist op de afdeling die de Xerox
iGen4 110 Digitale productiepers lanceerde, en Wade Link,
Smartpress-productieconsultant van Xerox, een lijvig handwerk
samen: Prepress voor digitaal drukwerk. Deze tips zijn ontleend
aan hun werk.
22
De P a p i e r k o e r i e r - edi ti e 1 0 8
4 Schakeringen?
Gebruik
lagere lpi-waarden
2 B
ij kleuren-crossover
geen kleuren convergeren
Als tekst of beeld over twee pagina’s loopt, is
de vraag hoe het document wordt ingebonden (garenloos, geniet?) en waar u dus welke
rugmarges moet aanhouden en waar u de
paginakaders moet aanpassen. Een klassieke
kwestie. Belangrijk is ook dat als op twee
soorten papier wordt gedrukt, digitale systemen het colourmanagement afstemmen op
die soorten. U hoeft de kleuren daarvoor niet
van CMYK over te zetten.
Opvulkeuren voor de overgang van de ene naar de
andere tint of dichtheid kunnen strepen vertonen,
een ongewenst patroon dat door het bestandstype
(bitmap of vector) wordt veroorzaakt. Omdat digitale
apparatuur doorgaans met een andere resolutie
werkt dan offset apparatuur is de kans op strepen
in digitaal werk groter. U kunt het op verschillende
manieren voorkomen.
A) Weet welke resolutie de afdrukapparatuur voor
deze productie heeft,
B) Gebruik een lagere lpi-instelling voor de afdrukken,
C) Verhoog het bereik van de kleur.waarden die in
de schakering worden gebruikt naar 85% of 90%, D)
beperk de lengte van de schakering
8 tips voor vormgevers
De Pa p ie r k o e r ie r - v o o r ja a r 2 0 1 2
23