Magazine De Linker Wang, maart 2014

Maart 2014 - NR. 1
1
Greenpeace-activiste Faiza Oulahsen:
boycot is zinloos
Overdracht zorgtaken naar gemeenten
gaat te snel
Toekomst voor God in Hilversum
maart 2014 - nr. 1
{VAN DE REDACTIE
2
{EN VERDER
3
6 Verkiezingsprogramma’s en religie
8 Indiaanse spiritualiteit in Bolivia
Theo Brand
eindredacteur
COLOFON
Magazine De Linker
Wang is een uitgave
van stichting De Linker
Wang. ‘Politiek met
compassie’ is het
motto van De Linker
Wang, de religiewerkgroep van GroenLinks
maart 2014
Maart
2014--nr.
NR.11
Twee bijzondere mensen vertellen in dit nummer van De
Linker Wang hun verhaal: Faiza Oulahsen (26) en Edy
Korthals Altes (90). Op het eerste gezicht lijken ze weinig
gemeenschappelijk te hebben. Het leeftijdverschil tussen
beiden is groot en hun achtergrond zeer divers. Maar wat
hen bindt is hun gedrevenheid en idealisme. Zo zegt Oulahsen: ‘Het is écht vijf voor twaalf. Wij kunnen de aarde
doorgeven aan toekomstige generaties. Maar dan moeten
we nu een pas op de plaats maken.’ En Korthals Altes –
die rond het verschijnen van dit nummer zijn negentigste
verjaardag viert – meent dat we in een geestelijke crisis
verkeren: ‘We moeten ons weer fundamenteel met elkaar
verbonden weten en eerbied voor de natuur hebben. Ik
heb daarover zorgen maar ook hoop.’
Korthals Altes gaf in de jaren tachtig zijn loopbaan als succesvol ambassadeur op na een bijzondere droom. Daarna
is hij zich gaan inzetten voor vrede en interreligieuze
samenwerking. Ook vandaag roept hij mensen op tot bezinning: ‘We zitten allemaal in het zelfde bootje: gelovigen
en niet-gelovigen. Daarom roep ik op tot een spirituele
vernieuwing.’
Fatimazohra Hadjar uit Amsterdam-West lijkt in spiritueel
opzicht op dezelfde golflengte te zitten. Zij verzorgt de rubriek ‘De Uitsmijter’ op de achterzijde van dit blad. ‘Ik haal
mijn inspiratie uit geloof en uit mensen die gevochten
hebben tegen onrecht’, schrijft ze. En ze doet dat laatste
zelf ook door te werken voor mensen in de probleemwijken van onze hoofdstad.
Nederland heeft eigenlijk overal van deze gemotiveerde
mensen nodig, zeker omdat belangrijke zorgtaken volgend
jaar worden overgeheveld van het Rijk naar de gemeenten.
Redacteur Bas Joosse was aanwezig bij een conferentie
over dit onderwerp en schreef er een verslag over. Conclusie: dat gemeenten taken overnemen is niet verkeerd,
maar het gaat nu te snel en er wordt teveel bezuinigd om
de transitie op een verantwoorde wijze vorm te geven.
In elk geval zouden gemeenten een goed beleid voor
mantelzorgers moeten opzetten, stelt redacteur Herman
Radstake. ‘Nu gemeenten de ondersteuning van mantelzorgers opnieuw moeten inrichten, is er een kans om
bestaande weeffouten recht te trekken.’ In zijn artikel doet
Redactie: Theo Brand (eindredactie),
Jan Spijk (eindredactie), Hans Feddema, Bas Joosse, Wilhelm Lagrouw, Cor
Ofman, Herman Radstake, Bas Roufs
en Iris Savelkouls.
Aan dit nummer werkten mee:
Irma Beusink, Ruard Ganzevoort,
Fatimazohra Hadjar, Erica Meijers, Enis
Odaci en Margrietha Reinders.
Commentaartekening:
Maarten Wolterink.
Omslagfoto: Faiza Ouhlasen.
Foto: Dmitri Sharomov/Greenpeace.
Herman een aantal suggesties en hij schrijft: ‘Kiezers doen
er goed aan om bij de komende gemeenteraadsverkiezingen lokale verkiezingsprogramma’s hierop na te lopen.’
Ja, want op 19 maart is het zover. We mogen dan naar
de stembus voor een nieuwe gemeenteraad. En dat de
campagne volop bezig is, zien we aan de hand van foto’s
in het midden van dit blad, verzameld door redacteur Iris
Savelkouls. Het gaat natuurlijk om stemmen winnen. Of
misschien ook om meer? Het gaat er om mensen enthousiast te krijgen voor dat noodzakelijke en hoopvolle verhaal dat het met onze maatschappij radicaal anders moet
en ook zoveel beter kan. Op dus naar 19 maart.
Opmaak/vormgeving: Max Prins.
Drukwerk: Twigt GrafiMedia, Waddinxveen. FSC-gedrukt op geheel gerecycled
papier.
Redactiesecretariaat: Theo Brand,
Wagenschuurstraat 14, 8043 XW
Zwolle. E: [email protected]
Abonnee-administratie: De Linker
Wang, Galvanistraat 14, 6533 DW
Nijmegen.
E: [email protected]
Jaarabonnement: € 16,- (5 nummers).
Betalingen en donaties: Triodosbank
39 02 64 393 t.n.v. De Linker Wang
Faiza Oulahsen
blijft strijdbaar
4
9 Column – Margrietha Reinders
12 Fotoverhaal: op weg naar 19 maart
14 Mantelzorgers als zorgpartners
18 Toekomst voor God in Hilversum
De droom van
Edy Korthals
Altes
Transitie zorg
gaat te snel
10
16
19 Column – Enis Odaci
20 In herinnering aan Nelson Mandela
21 Andere wang – Ruard Ganzevoort
22 Commentaar – Hans Feddema
Recensie ‘Sociaal doe-het-zelven’
23 Onder Ogen/Agenda
24 De uitsmijter – Fatimazohra Hadjar
o.v.v. ‘Abonnement De Linker Wang’ of
‘Donatie De Linker Wang’.
Stichting De Linker Wang: De Linker
Wang. Politiek met compassie. Religiewerkgroep van GroenLinks. Uitgever
van het gelijknamige tijdschrift.
Bestuur: Ruard Ganzevoort (voorzitter), Sijtse van Veen (secretaris) en Will
Kranenburg (penningmeester), Mehmet Cerit, Suzan Doodeman, Tjeerd de
Jong, Manuela Kalsky en Bas Roufs.
E: [email protected]
Website: www.linkerwang.nl.
Twitter: @DeLinkerWang.
maart 2014 - nr. 1
{INTERVIEW
4
5
Faiza Oulahsen blikt terug op Greenpeace-actie tegen olieboringen
‘Intens, maar ik had het voor geen goud willen missen’
Vermoeid, maar voldaan stond Greenpeace-activiste Faiza
Oulahsen kort na haar terugkeer in Nederland De Linker
Wang te woord. Ze maakt in dit interview de balans op van
een intense periode van gevangenschap en angst.
Bas Roufs
Het was groot nieuws in september
2013. Met het schip Artic Sunrise voerde Faiza Oulahsen (campagneleider bij
Greenpeace) samen met 29 anderen
in die maand actie bij het boorplatform Prirazlomnaya in de Pechora Zee.
De Russische kustwacht enterde het
schip en de dertig activisten werden
gearresteerd. ‘Piraterij’ is de aanklacht
van de Russische autoriteiten. Er was
massieve internationale druk nodig
om de activisten vrij te krijgen. Uiteindelijk kwam Faiza vlak voor de jaarwisseling weer terug in Nederland.
Maak eens de balans op. Wat zijn belangrijke leerpunten?
‘Op 6 september 2013 vertrok ik vanuit
Nederland naar Kirkenes, de Noorse
haven waar we zijn uitgevaren. Pas
op 27 december 2013 vloog ik vanuit
St. Petersburg terug naar Nederland.
Wat er in die tussentijd gebeurde, was
ongelooflijk intens: onze actie bij het
boorplatform, de ongebruikelijk heftige
Russische reactie daarop, de arrestatie, de aanklacht en alle diplomatieke
incidenten en het vele werk dat verricht
is. Het was een bijzondere levenservaring – met beproevingen, emoties,
angsten en moeilijke momenten. Je
leert jezelf kennen, fysiek en mentaal.
Ik ben er goed uitgekomen – daar ben
ik trots op. Al met al een heel positieve
ervaring die ik voor geen goud willen
missen.
Rusland handelde volstrekt onrechtmatig door ons te enteren
in internationale wateren
maart 2014 - nr. 1
Ben je bang geweest?
‘Er zijn angstige momenten geweest
tijdens de detentie. Je denkt dan na
over wat je kwijt bent, wat er toe doet
en wie er voor je zijn. Met 29 anderen
deel ik dezelfde ervaring. Met hen heb
ik een band voor de rest van mijn leven; ik heb er 29 familieleden bij gekregen. Die ervaring zie ik als een echte
zegen. Tijdens de eerste week van het
voorarrest was ik bang. Ik dacht toen:
‘dit is het land waar alles kan’. Het
was me al bekend dat je er in de cel
kan belanden bij een protest. Maar
de beschuldiging van ‘piraterij’ was
absurditeit ten top. Rusland handelde
volstrekt onrechtmatig door ons te enteren in internationale wateren. Maar
ja, bij dat land moet je op dit soort
incidenten voorbereid zijn. Ik was bereid een prijs te betalen: even vastzitten. Maar ondanks de angst voor een
paar jaar cel – vaak dacht ik aan Pussy
Riot- peinsde ik er niet over te stoppen
met mijn werk. Stoppen met leuzen
roepen zoals Save the Arctic? Nee,
totaal niet! Ik ben ervan overtuigd dat
we niks verkeerds gedaan hebben; ook
ik in de cel dacht ik er zo over. Geen
enkele reden om ergens mijn excuses
voor aan te bieden. Greenpeace doet
voortdurend vreedzame acties, zoals
die bij de Prirazlomnaya, het eerste
offshore olieboorplatform dat in het
Noordpoolgebied is gebouwd. De risico’s zijn zó groot! Het is een kwestie
van tijd om te wachten op een ramp
waarvan de omvang die van de Deep
Horizon in de Golf van Mexico gaat
overtreffen.’
het Noordpoolgebied. Olie en de
Noordpool zitten in mijn portefeuille.
Hoe ver kunnen we gaan zonder dat
collega’s en vrijwilligers in Rusland
gevaar lopen? Het kan voor hen
enorme consequenties hebben. Van
de dertig bemanningsleden zijn 26
niet-Russisch en nu veilig thuis; maar
vier zitten daar nog. Ook die hebben
amnestie gekregen. Krijgen die een
strafblad of iets dergelijks – met wat
voor gevolgen? Een Russisch strafblad
maakt voor mij niet uit, maar wel
voor mijn Russische collega’s. Voor
laatstgenoemden voel ik me mede–
verantwoordelijk. Ik wil een zo groot
mogelijk verschil kunnen uitmaken,
zonder collega’s en vrijwilligers in
Rusland in gevaar te brengen. Wat zijn
de gevolgen voor hen? Op deze lastige
vraag heb ik nog geen antwoord.’
Tegen wat voor dilemma’s liep je aan?
‘Een belangrijk dilemma drong zich al
in de cel op. Voor bezorgde familieleden in Nederland was het heel zwaar.
Ik besefte dat ik niks zomaar alleen
kan beslissen. Nu ik weer vrij ben, is
mijn werk als campagneleider sterk
verbonden met Rusland, vanwege
Zeg iets over je motivatie; hangt die
samen met je achtergrond?
‘Loesje zegt iets in de trant van hoe
wij met het milieu omgaan komt neer
op het gras maaien voordat het terug
gegroeid is. Ik vind dit een mooie metafoor hoe wij met de aarde omgaan.
Klimaatverandering, overbevissing,
verzuring van de oceanen, ga zo maar
verder. Het is écht vijf voor twaalf.
Wij kunnen de aarde doorgeven aan
toekomstige generaties. Maar dan
moeten wij nu een pas op de plaats
maken. Ik wil daar iets aan doen.
In mijn eentje kan ik de wereld niet
veranderen, maar vanuit Greenpeace
draag ik mijn steentje bij. Een verband
met mijn achtergrond zie ik niet direct.
Natuurlijk, mijn motivatie voor het
werk voor Greenpeace is onlosmakelijk
verbonden met mijn waarden en normen. Geniet van het leven, maar neem
verantwoordelijkheid voor medemens
en toekomstige generaties. Houd
rekening met de ander – in alles wat je
doet. We gebruiken allemaal een stukje
aarde. Wees er zuinig mee.’
Faiza Oulahsen voor de Artic Sunrise dat
zo’n belangrijke rol speelde bij de actie
tegen olieboringen in Rusland (foto Denis
Sinyakov/Greenpeace)
Hoe beoordeel je de politiek en de publieke opinie tijdens je detentie?
‘In de gevangenis heb ik soms brieven
van mijn Russische advocaat en de
Nederlandse consul ontvangen. Verder
was ik vrijwel afgesneden van de
buitenwereld; nieuws heeft mij slechts
deels bereikt. Aangenaam verrast
was ik door de inzet van de Nederlandse overheid. Voor mijn collega’s
en mij heeft Nederland een rechte
rug gehouden. Het heeft Rusland ter
verantwoording geroepen voor de
illegale entering van de Artic Sunrise.
Toen dat land daaraan geen gevolg gaf,
is Nederland naar het Zeerecht–tribunaal in Hamburg gestapt. Verder heeft
premier Rutte zich al vroeg uitgesproken tegen detentie van ons. Intussen
hing minister van Buitenlandse Zaken
Frans Timmermans regelmatig aan de
telefoon met zijn Russische ambtsgenoot Sergei Lavrov. Dit alles waardeer
ik.’
‘We hebben geweldig veel wereldwijde
steun ondervonden. Ook uit Rusland
zelf waar veel mensen buiten grote
steden in de natuur leven en zien hoe
er om dat die gerespecteerd worden.
We moeten pragmatisch naar dat doel
toewerken. Van homo-organisaties
in Rusland heb ik gehoord dat je
met boycotten het probleem niet
oplost. Weet je, de relaties moeten in
tact blijven. Dat helpt beter dan een
eventuele boycot. Rusland is totaal
anders. Westerlingen hebben daar
weinig begrip voor. Intussen heb ik dat
land enigszins leren kennen. Ik ben
er twee keer geweest, waaronder één
keer als politieke gevangene. Ik ga niet
mee met de kritiek op de Nederlandse
delegatie. Het is logisch dat koning
Willem-Alexander, koningin Maxima
en minister Edith Schippers mee zijn
gegaan. Premier Rutte is slechts twee
dagen in Sotsji geweest. Korter dan de
andere Nederlandse delegatieleden.
Een belangrijk deel van die tijd heeft
Het was een bijzondere levenservaring – met beproevingen,
emoties en angsten
met de natuur wordt omgegaan. Rusland is veel meer dan politieagenten
en rechtszalen; juist vrijwilligers daar
hebben ons het hardst ondersteund.
Ook gevangenisbewaarders, rechters
en openbare aanklagers steunden ons
off the record. Tsja, het is wel naar hoe
staatsmedia en de Russische regering
ons van alles en nog wat beschuldigden. Dat spel hoort nu eenmaal bij
het politieke proces. GroenLinks heeft
ook actie voor mij ondernomen. Daar
heb ik zó veel waardering voor! Zo zag
ik onlangs een afbeelding van leden
van de groene Eurofractie die voor
mij opkwam. Het vergt echt moed
voor politici om te ageren tegen zo’n
grootmacht als Rusland. In de Tweede
Kamer heeft GroenLinks constant
ministers scherp gehouden en vragen
gesteld. Vanuit Amsterdam en andere
plaatselijke afdelingen heeft GroenLinks moties ingediend’.
hij gebruikt voor gesprekken over de
mensenrechtensituatie en de positie
van homoseksuelen en transgenders
in Rusland. Hij heeft gesproken met
Poetin en Russische organisaties.
Enerzijds begrijp ik de internationale
boycot en de kritiek op Rutte, anderzijds denk ik: we doen zaken met
Rusland, verdienen geld aan ze. Begin
november ging het koningspaar en
Timmermans op bezoek. Was er toen
ook massaal protest tegen het bezoek?
Probleem van symboolpolitiek is dat
het vaak hypocriet is. Kortom, Nederland is in Sotsji geweest met een grote
delegatie, soit, maar lijkt toch meer
bereikt te hebben dan via een boycot
mogelijk zou zijn geweest. Rusland is
een land van eer en trots. Het is een
uitdaging er heen te gaan en te kijken
wat je er kan doen om toch wat te
betekenen voor homo’s, lesbiennes
en transgenders die het er moeilijk
hebben.’
Hoe kijk je aan tegen de Winterspelen
in Sotsji en de vrij grote Nederlandse
delegatie in vergelijking met de kleinere
delegaties uit andere landen?
‘De hot-topic nu is rechten van
homoseksuelen. Uiteindelijk gaat het
maart 2014 - nr. 1
6
7
GroenLinks lokaal: religie vraagt om luisteren en samenwerken
Verdeeldheid over religie en koopzondagen
Religie en verkiezingsprogramma’s. Soms staat er wel iets,
dan weer niet. Met de gemeenteraadsverkiezingen voor de
deur keek De Linker Wang hoe religie een rol speelt in de
programma’s. En we namen ook de koopzondagen mee.
Bas Joosse
Als het woord ‘religie’ of ‘geloof’
opduikt, wordt er opvallend veel
‘geluisterd’ en ‘samengewerkt’ in het
ideaalbeeld wat een verkiezingsprogramma vaak is. In Maastricht ‘luistert
de gemeente naar religieuze en
levensbeschouwelijke organisaties’, de
Arnhemmers luisteren ook en zoeken
eveneens naar samenwerkingsverbanden.
gramma komt het woord niet voor.
Ook over de koopzondagen schrijven
de Eindhovenaren niets, maar dat zal
ongetwijfeld zijn omdat die al bestaan
in de lichtstad.
Haarlem spreekt zich uit voor tolerantie en diversiteit. ‘We willen dat
de gemeente de emancipatie van
vrouwen en homo’s binnen culturele
en religieuze groepen ondersteunt’,
schrijft de lokale fractie. Over samenwerking of dialoog tussen religieuze
groepen wordt niet geschreven.
In Dordrecht houdt de fractie zich op
de vlakte over de koopzondag. ‘We zijn
er voorstander van om op zondagen ‘s
ochtends de rust te handhaven’, schrijven ze in het programma. Maar de
Dordtenaren vinden dat het de vrijheid
van de winkelier is om op zondagmiddag open te gaan. Medewerkers
De discussie over koopzondagen staat bol van de
lokale sentimenten
In Utrecht staat niets over luisteren, maar wordt gesproken over het
‘ondersteunen van van emancipatieinitiatieven, ook binnen culturele en
religieuze groepen’. In het Rotterdamse programma komt luisteren naar
of samenwerking tussen religieuze
organisaties niet aan bod, maar is
er ‘gewoon’ de ruimte om religie te
praktiseren. Een verbod op de bouw of
vestiging van gebedshuizen komt er,
zo staat er expliciet, niet.
In Veenendaal wordt niet gesproken
over samenwerking tussen religieuze
organisaties, maar wel heel duidelijk
van een scheiding van kerk en staat.
‘Geen opzichtige religieuze of politieke
symbolen achter gemeentelijke loketten’, staat er. Ook mogen er geen
adresgegevens worden doorgegeven
aan religieuze instanties.
Diversiteit
Onder het kopje ‘diversiteit en integratie’ wordt in Delft terloops de vrijheid
van godsdienst nog even aangestipt,
maar over het bevorderen van samenwerking tussen religies wordt niet
gerept. In Eindhoven komen gelovigen
er nog bekaaider vanaf, in het promaart 2014 - nr. 1
genieten ook een vrijheid. ‘Ze kunnen
niet verplicht worden om op zondag te
werken.’
In Middelburg neemt GroenLinks het
duidelijkste stelling van alle eerdergenoemde afdelingen. Met religie moet
niet krampachtig worden omgegaan,
staat in het programma. Samenleven
vraagt om tolerantie. ‘In een jaarlijks
rondetafelgesprek met de religieuze en
levensbeschouwelijke organisaties kan
de gemeente schuurpunten bespreken, afspraken maken over publieke
activiteiten waardoor men meer van
elkaar te weten komt’, beschrijft de
afdeling. Dit alles heeft tot doel eventuele vooroordelen op het gebied van
levensbeschouwing weg te nemen.
Ook de tolerantie jegens homoseksuelen en vrouwen binnen religieuze
groepen is iets waar actief toe wordt
opgeroepen. De gemeente moet
dit actief ondersteunen, maar moet
daarbij wel zoveel mogelijk aansluiten
bij initiatieven vanuit de religieuze
groepen zelf.
Uit de verdomhoek?
Onderscheid tussen moslims, boeddhisten, hindoes of christenen wordt
trouwens ook nauwelijks gemaakt;
waar religies staat, zijn dat religies in
de breedste zin van het woord. Alleen
in het Haarlemse programma komt
hindoeïsme voor, in de context dat
iedere Haarlemmer gelijk is: ‘ Of je
nou liberaal, socialist, christen, moslim,
hindoestaan, atheïst, hetero, homo bent,
we zijn allemaal Haarlemmers.’ staat er.
Vier jaar geleden maakte Herman
Radstake een analyse in dit blad met
eenzelfde insteek als dit artikel. Zijn
conclusie destijds: religie zat in de
verdomhoek. Waar het gaat om samenwerking tussen religies is vier jaar
later nog best wat te winnen. Gezien de
verkiezingsprogramma’s is die conclusie wel te rechtvaardigen. Een andere
conclusie uit zijn stuk, dat religie aan
de probleemkant stond met de islam
en moslims bijna altijd in dezelfde zin,
lijkt nu op basis van de programma’s
minder houdbaar. Duidt dat er dan op
dat alles pais en vree is? Misschien, als
‘geen nieuws’ goed nieuws is. Maar het
vele ‘samenwerken’ en ‘luisteren’ wat in
de programma’s opduikt, geeft wellicht
aan dat er nog werk te verzetten is in de
toenadering tussen religieuze groeperingen onderling en de gemeente.
Koopzondagen
Koopzondagen stonden bij de vorige
verkiezingen nog niet zo hoog op de
agenda als in deze tijd. Nadat ‘Politiek
Den Haag’ vorig jaar de winkeltijdenwet wijzigde, kregen gemeenten zelf
meer ruimte om de openingstijden
van winkels en horeca aan te passen.
Ook op zondag. Niet iedere lokale
afdeling is daar blij mee, zo blijkt uit
een inventarisatie van de programma’s
op dit punt.
Rotterdam heeft er niets over opgenomen, daar is het logischerwijs al lang
toegestaan. In Groningen is men, net
als in Zwolle, tegen een uitbreiding van
het aantal koopzondagen. De Groningers hebben aandacht voor de positie
van de kleine zelfstandige ondernemer en de werknemers. ‘Daarnaast
is GroenLinks niet voor een 24/7
economie’, verklaart het programma
het standpunt. De Zwollenaren laten
het bij de ene zin ‘het aantal koopzondagen blijft gelijk’.
In Arnhem werd in 2012 geregeld dat
alle supermarkten op zondag open
mogen zijn. GroenLinks was intern
verdeeld over dit besluit, zo blijkt op
de website. Een deel van de fractie
vond dat ondernemers zelf moeten
kunnen beslissen of ze op zondag
open willen. Andere fractiegenoten
vonden juist dat deze maatregel de
consumptie teveel stimuleerde en
dat de kleinere ondernemingen en
wijkeconomieën uit het oog verloren
werden. Twee raadsleden stemden
voor het besluit, drie waren tegen. De
Houtense raadsfractie stemde in 2012
al tegen een voorstel voor zondagsopening, ook omdat de winkeliers in
de Utrechtse gemeente in meerderheid tegen waren.
Imago
Opvallend is een deel van de motivatie
van de Veenendaalse afdeling om voor
koopzondagen te pleiten: ‘Veenendaal
moet eens af van dat Veluws imago’,
stelt de afdeling in haar programma,
verwijzend naar het strengchristelijke
imago dat nog steeds aan de gemeente kleeft. Verderop staat uitgelegd dat
‘zelfs’ in kleinere buurgemeenten de
winkels op zondag open mogen. ‘Dan
kan Veenendaal niet achterblijven’,
schrijft men. In eerste instantie lijkt
een volledige vrijgave van de winkeltijden wat te ver: een maandelijkse
koopzondag voor alle winkels, supermarkten uitgezonderd: zij mogen wel
iedere zondag open.
In het Friese Smallingerland, waar het
dorp Drachten de grootste plaats is,
lijkt ook de troefkaart imago gespeeld
te worden. Er moeten juist meer koopzondagen komen vindt GroenLinks.
‘Smallingerland is een gemeente die
zeven dagen per week bruist. Het
uitgaansleven blijft niet beperkt tot
de werkweek en de zaterdag’, stelt de
Friese afdeling. De bibliotheek en het
theater zijn al op zondag open, tot
tevredenheid. De zondag biedt ook
kansen voor de horeca en terrassen.
‘Mensen die over een tijdje op zondag
met een bootje in het centrum van
Drachten aanmeren, willen immers
ook vermaakt worden!’, besluit het
programma.
De Sint Dominicuskerk in Alkmaar werd in 1974 gesloten voor
de eredienst. Na een lange strijd voor behoud vindt in 1985 de
sloop plaats. Het enige wat overeind bleef was één traptoren.
Nu kunnen we winkelcentrum Domus op de plek van de kerk
vinden. In het roltrappenhuis staat nog de oude kerkklok. Foto:
Reinier Sierag. Bron: Flickr.com Creative Commons.
ondernemer die niet gedwongen
mag worden om op zondag open te
gaan en kijkt GroenLinks om naar de
werknemer: ook hij mag niet verplicht
worden zondags te werken. In enkele
gevallen is er ook oog voor de commercie, die je niet de wind uit de zeilen
moet nemen door niet open te zijn.
De discussie over koopzondagen
staat bol van de lokale sentimenten.
Zoals Linda Voortman bij een andere
bijeenkomst van De Linker Wang in
december in een andere context zei:
daar valt de winst te halen, door het
actief uitdragen van de GroenLinks
standpunten.
Verdeeldheid troef
Over de koopzondagen en de rol van
religie in de samenleving is verdeeldheid. Met name het omzien naar
elkaar en tolerantie staan hier symbool
voor. Bij religie wordt gekeken naar
samenwerkingsverbanden, van elkaar
kunnen leren. Bij de koopzondagen
is er tolerantie tegenover de kleine
maart 2014 - nr. 1
{COLUMN
8
9
Indiaanse spiritualiteit in Bolivia
Geloof in de bezieling van de natuur
IK SPOOR NIET!
Margrietha Reinders
In Bolivia wonen meer dan 36 indiaanse nationaliteiten
die allemaal een eigen taal en cultuur kennen en zo ook op
verschillende manieren hun spiritualiteit beleven. Met de
verkiezing van de indiaanse president Evo Morales heeft deze
spiritualiteit nu ook een politieke dimensie.
Irma Beusink
Vaak is er is sprake van een zekere
mate van syncretisme (versmelting)
waarbij christelijke godsdiensten zich
op verschillende manieren hebben
opgedrongen aan de verscheidenheid
aan indiaanse religies. Toch hebben
deze indiaanse religies deels een
eigen dynamiek ontwikkeld waarbij er
één overeenkomst lijkt te zijn en dat
is het geloof in de bezieling van de
Spirituele zuivering
Vooral de Andesspiritualiteit wordt
gekenmerkt door veel ceremonies,
rituelen en devotie. Spirituele zuivering
wordt verkregen door verschillende
rituelen als inwijdingen en verbranding
van natuurlijke wierook. Het eigen
huis, dieren en aangekochte goederen
worden tijdens speciale gelegenheden
gezuiverd en ingewijd terwijl de pachamama bij iedere feestelijke gelegenheid wordt gezegend met een eerste
teug van alcoholische drank, meestal
maisbier. Mariadevotie vindt plaats
in diverse bedevaartsplaatsen in het
land waarbij Maria en Moeder Aarde
een historisch gegroeid, uitwisselbare
betekenis kennen. Devotie voor de
‘Maagd Maria’ vindt plaats in de vorm
van langdurige dansprocessies. Net
als met carnaval is er veel betekenis-
Moeder aarde – pachamama – wordt bij iedere feestelijke
gelegenheid gezegend
natuur. Geesten en goden huizen in
de bergen, de bomen, de rivieren, de
moeder aarde, de zon, de maan en
de sterren. Tegelijkertijd worden deze
natuurfenomenen vaak gerepresenteerd als levende wezens waarvan, de
pachamama, de moeder aarde, wel de
bekendste is.
Bolivia kent meer
dan 36 indiaanse
nationaliteiten
(flickr creative
commons)
maart 2014 - nr. 1
volle expressie te zien in verschillende
soorten meestal groepsdansen. Mensen dansen mee in de hoop dat een
gedane wens in vervulling kan gaan
tegenover het afleggen van een gelofte.
Ook aan dolende zielen van overleden
mensen en de plek waar zij zijn omgekomen worden sterkere genezende of
wonderlijke krachten toegedicht. Een
ogenschijnlijk meer aardse manier is
het kopen van allerlei miniatuurobjecten als diploma’s, auto’s of huizen op
de jaarlijkse markt van de alasita’s. Met
deze aankoop hoopt men in het echt
ook een auto of huis te krijgen.
Allerheiligen
Contact met overleden zielen wordt
ook gemaakt tijdens Allerheiligen en
Allerzielen dat begint met een nachtelijk bezoek aan het kerkhof en daarna
thuis wordt gevierd met offers op een
versierde tafel in de vorm van door de
betreffende persoon geprefereerd eten,
drinken en bloemen waarbij een speciale plaats op het altaar wordt ingenomen
door verschillende vormen broodpoppen. Het nuttigen van cocabladeren,
sigaretten en alcoholische dranken zijn
dan de vluchtige ingrediënten waardoor
energieën van geesten kunnen worden
gekanaliseerd.
Wederkerigheid en uitwisseling zijn
Andesindiaanse principes die worden
beleden op het gebied van liefde, eten
en werk. Er wordt dan niet alleen energie en materie uitgewisseld binnen een
echtpaar of de familie of gemeenschap,
maar tegelijkertijd wordt dan een dienst
bewezen aan de kosmos. Echtparen
worden met elkaar verbonden via een
pad van rituelen en sociale verbanden.
Kruidengeneeskunde wordt op verschillende wijze beoefend waarbij het
meestal de indiaanse vrouwen zijn die
kruiden verzamelen, verbouwen en
gebruiksklaar prepareren, maar ook
mannen spelen hierin een rol. Veel
indianen bezitten spirituele kennis en
vaardigheden om zich te verbinden
met natuurverschijnselen en om deze
op te roepen. Op de hoogvlakte maar
ook in het tropische laagland, vind je
dan ook vaak op onverwachte momenten mooie regenbogen, verfrissende
regenbuien, doorbrekende zonnestralen en verlichtende bliksemflitsen. De
laaglandindianen als de chiquitanos
schrijven deze natuurfenomenen toe
aan de j’ichis, de geesten van natuur
en bos die door collectieve energie
kunnen worden opgeroepen.Er is een
verschil in cosmovisie (levensbeschouwing) tussen hoogland- en laaglandindianen. Vooral de laaglandindianen
hebben een meer holistische kijk op de
relatie tussen natuur, mensen en spiritualiteit. Dit vertalen zij in het politiekjuridische concept van ‘territorium’ dat
wordt opgevat als het geheel van land,
natuur, geesten en mensen of ‘het
grote huis van allen’.
Politieke betekenis
President Evo Morales is de eerste
indiaanse president van Bolivia en hij
werd twee keer met grote meerderheid
van stemmen gekozen. Morales is
van oorsprong een hooglandindiaan
maar verhuisde naar het tropische
laagland waar zijn leven als cocateler
een politieke betekenis kreeg. Dit
gebeurde mede door de repressie van
de toenmalige door de VS gesteunde
overheid. Cocabladeren hebben een
spirituele functie in het leven van Boliviaanse indianen en het kauwen van
bladeren geeft een licht stimulerend
effect dat honger en vermoeidheid
verdrijft. Evo Morales wordt tijdens
verkiezingscampagnes maar ook als
hij op bezoek gaat bij zijn achterban
vaak aangekleed met mooie gekleurde
geweven ponchos en omhangen met
kransen van cocabladeren en bloemen.
Met de toetreding van verschillende
indiaanse vrouwen en mannen van
diverse afkomst in de politieke arena,
worden indiaanse gewoontes zoals de
ritualisering van de openbare politiek,
onderdeel van de politieke cultuur.
President Evo Morales werd twee keer
met indiaanse rituelen ingewijd als
president op een belangrijke indiaanse plaats van de oude tempel van
Tiwanaku.
Nieuwe grondwet
Doordat in de nieuwe grondwet de
scheiding van kerk en staat is bekrachtigd, is het katholicisme nu niet meer
de officiële staatsgodsdienst. Dit is
mede het gevolg van de gezamenlijke
lobby van de feministische en indiaanse beweging. De culturele pluriformiteit wordt in de nieuwe grondwet
erkend. De whipala, de indiaanse vlag,
symbool van diversiteit door de kleuren van de regenboog, is nu ook een
officieel erkend staatssymbool. In de
grondwet die als basis moest dienen
voor het beleid en nieuwe wetgeving
van de regering van Evo Morales, zijn
collectieve indiaanse rechten en principes vastgelegd. In de huidige politieke
verhoudingen betekent dat Andesindianen of de meer regeringsgetrouwe
indiaanse boeren, dan wel eens de
overhand kunnen hebben. Hierdoor
kunnen in de praktijk verschillende
indiaanse cosmovies over milieuzaken
en natuurlijke hulpbronnen wel eens
botsen.
De president Evo Morales profileert
zich in de internationale politieke
arena als indiaanse klimaatlobbyist.
Tegelijkertijd oogst hij kritiek van een
deel van de indiaanse achterban voor
wie het milieu en klimaat in eigen land
niet ver genoeg gaat. Een groot deel
van de populariteit van de Masregering berust immers op de herverdelingspolitiek van inkomsten uit gas- en
mijnbouwactiviteiten. Zelfs onder de
indianen is men het er niet helemaal
over eens of dit nu een gift of een verkrachting is van de pachamama. Vooralsnog lijkt deze indiaanse beweging
al dan niet afgedwongen, strategisch
te kiezen voor eenheid in diversiteit en
doet men hiermee de indiaanse vlag
eer aan.
Bovenstaande kreet staat op een van de lievelings- T-shirts
van mijn jongste zoon. Hij profileert zichzelf graag als iemand die niet helemaal in de pas loopt. Daarmee past hij
helemaal bij het genetisch materiaal van zijn moeder!
Regelmatig word ik in huis nageroepen: ‘Mam, het is tijd
voor je pilletje!’, wanneer ik weer eens te hard zing of
hardop in mijzelf loop te praten. Tot nu toe is het me echter gelukt om helemaal zonder pillen overeind te blijven.
Behalve die ene keer, toen ik een halve bètablokker nam,
tegen de zenuwen. Ik herinner me nog dat mijn benen
aanvoelden als de poten van een olifant, die zich log en
met ijzige kalmte over de steppe bewoog. Mijn hersenen
leken op een zachte wattenbol.
De vraag: ‘Heb je je pillen wel ingenomen?’ is tegelijkertijd
een heel vertrouwd onderdeel van mijn leven als pastor in
Amsterdam geworden. Allerlei soorten medicatie komen
op mijn pad in contacten met de bewoners van de diverse
en levendige stadswijk waar ik werk. Er zijn veel mensen
‘waar wat mee is’: door veel hulpverleners voor het gemak aangeduid als ‘GGZ-cliënten’. Het gaat om mensen
zoals ik zelf, die in aanraking kwamen met het apparaat
van de geestelijke gezondheidszorg. Doordat ze totaal onverwacht in een psychose terechtkwamen. Of langzaam
maar zeker steeds dieper in een depressie wegzakten.
Of de diagnose Asperger kregen na jarenlang tobben op
school of op het werk. Een grote groep komt een trauma
nooit meer echt te boven en blijft lijden aan een opeenstapeling van uitputtende ervaringen.
De grens tussen gezond en ziek is in de psychiatrie heel
vloeiend. U en ik verschillen verbijsterend weinig van mensen die langdurig overgeleverd raken aan psychiatrische
begeleiding of afhankelijk worden van een scala aan pillen.
Mensen met een psychische belasting die ik ontmoet zijn
vaak gevoelige en creatieve geesten met een groot talent
voor vriendschap. Die zich met enorme moed door het
leven bewegen ondanks de beschadigingen die hen beperken.
De verzamelterm ‘GGZ-cliënt’ doet hen dan ook bij lange
na geen recht! Het stigmatiseert hen als patiënt en hulpvrager: als iemand die niet normaal is, maar afwijkend en
daarmee lastig of eng.‘Ik hou niet zo van dat soort mensen, die bij jou komen’, hoor ik vaker dan mij lief is. Dan
heb ik de neiging mijn zoons T-shirt aan te trekken met IK
SPOOR NIET! erop. Als een Geuzen-outfit, waar ik trots
op ben.
Margrietha Reinders, predikant in Amsterdam.
maart
Maart 2014 - nr.
NR. 1
{INTERVIEW
10
11
Oud-ambassadeur Edy Korthals Altes ongebroken idealistisch
’Wanhoop niet; ga door met de goede strijd’
In die ene nacht in 1984 kreeg hij een droom waarin hij in de
levende ogen kijkt van de gekruisigde Christus. Hij wist meteen het antwoord op de pertinente vraag: ’En jij, wat heb jij
gedaan met jouw mogelijkheden op dit kritieke moment?’ Het
maakte voor ambassadeur Edy Korthals Altes een eind aan
een maandenlang gewetensconflict over de wapenwedloop.
Jan Spijk
De oud-ambassadeur - die deze
maand zijn negentigste verjaardag
viert - woont nog steeds met zijn
echtgenote zelfstandig in een ruim appartement aan de rand van Den Haag.
Je steekt de straat over en je loopt zo
de groene oase van park Clingendaal
binnen. Zijn studeerkamer staat vol
met boeken over politiek, economie,
Europa en religie. Precies de wereld
waarin hij zich al vele decennia lang
begeeft. Hoewel geestelijk enorm
sterk, laat zijn gezichtsvermogen hem
langzaam maar zeker in de steek. De
tijdschriften blijven steeds vaker in de
plastic verpakking, maar hij bedient
nog steeds de computer.
Om te beginnen: is het eigenlijk niet raar
dat een afgestudeerd econoom kiest voor
de diplomatieke dienst?
’Ik had een grote interesse voor maatschappelijke problemen en vragen.
Internationale betrekkingen boeiden
mij. En ik was goed in talen.’
De carrière verliep voorspoedig. Hij
leerde Europa als zijn broekzak kennen. In Bonn zette hij het jongerenwerk op, om de verhoudingen tussen
Nederlandse en de Duitse jeugd te
verbeteren. ’Het was begin jaren ’60.
De oorlogsherinneringen waren vers,
maar het ging ons er om dat de jeugd
elkaar beter ging begrijpen, zicht zou
krijgen op een gemeenschappelijke
toekomst.’
Vervolgens kreeg hij posten in onder
andere Rome, Djakarta en Brussel
(EEG). In 1977 werd hij benoemd als
ambassadeur in Warschau. De Koude
Oorlog was nog in beton gegoten.
U kreeg toen kort voor uw afscheid van
de vrouw van de communistische president een houten beeldje van Jezus. Vond
u dat niet opmerkelijk?
’Mijn vrouw was bevriend met de
echtgenote van de Poolse president
Jablonski. Ze wist dat ik geboeid was
door dit beeld dat je soms op pilaren
langs de wegen in Polen kunt zien.
Het geeft goed weer de solidariteit van
Christus met de lijdende mens. Jezus
zit in de trieste houding van de arme
Poolse boer die in de loop der eeuwen
veel te lijden had van plundering en
verwoesting door vijanden. Ik ken geen
maart 2014 - nr. 1
Europees land dat meer geleden heeft
onder al die invallen en oorlogen.’
Het was ook in die tijd dat Altes begon
te twijfelen aan de strategie van de
NAVO: de wederzijdse verzekerde
vernietiging. Tegenover zijn kinderen
heeft hij nog lang iemand als Joseph
Luns – destijds secretaris generaal
van de NAVO – verdedigd. ’Dat waren
heftige gesprekken aan tafel’, weet hij
zich nog te herinneren. Maar in de
jaren tachtig veranderde hij radicaal
van mening. Het Star Wars-plan van
president Reagan verafschuwde hij.
Altes vond het onverantwoordelijk dat
de wapenwedloop nu ook in de ruimte
werd voortgezet. Madrid was echter
een buitengewoon aantrekkelijke post
die hij niet graag wilde opgeven. Nog
vijf jaar en hij kon met pensioen. Maar
zijn geweten knaagde.
U droomde toen dat u in een kerk in de
levende ogen keek van de gekruisigde
Christus. Wat gebeurde er met u?
’Ik zag het als een teken van Boven. Ik
had nooit zo stilgestaan bij het woord
van Genesis: Adam, waar ben je? Nu
werd het voor mij duidelijk. Ik kon
hier niet mee doorgaan. Ik voelde me
bevrijd. Het was een van de meest
indrukwekkende momenten in mijn
leven. Ik ben van de Engelse school die
zegt: als je het niet eens ben met je minister moet je vertrekken. Ik heb toen
een paginagroot artikel voor Trouw
over de waanzin van de wapenwedloop geschreven. Ik heb het minister
Van den Broek eerst laten lezen. Hij
schrok. Hij sprak zijn twijfel uit of hij
mij kon handhaven, maar ik vertelde
hem dat ik zelf mijn ontslagaanvrage
zou indienen. Ik wilde mijn handen vrij
hebben voor inzet voor vrede en veiligheid. In 1986 werd mij eervol ontslag
verleend.’
Verloor u toen vrienden door uw beslissing?
’Dat gebeurde inderdaad. Een van
mijn vrienden was het totaal oneens
met mijn standpunt en er ontstond
een verwijdering. Bij een andere
collega, met grote NATO-ervaring,
werd ik gevraagd op zijn begrafenis te
spreken en dat in aanwezigheid van diplomaten en defensiemedewerkers. Ik
heb er ook ontzettend veel voor terug
gekregen. Ik heb een hele mooie loopbaan gehad, maar de tijd daarna met
inzet voor voor vrede en interreligieuze
samenwerking vind ik het belangrijkst
in mijn leven.’
Na zijn pensionering schreef hij verschillende boeken over onder andere
Europa, maar ook over de zo noodzakelijke spirituele vernieuwing van de
mensheid. Dit komt ook terug in het
geestelijk testament aan zijn kleinkinderen. Een indrukwekkend document
met veel aandacht voor de figuur van
Jezus. ‘Hij wijst in de richting van een
rechtvaardige en leefbare wereld.’ In
dit document noemt hij de Bergrede
van Jezus revolutionair.
Waar komt die bewondering voor Jezus
vandaan?
’Het gaat verder dan bewondering.
Jezus raakt mensen aan. Ik heb dat
zelf ervaren met die droom. Je denkt
natuurlijk wel eens dat de wereld maar
niet beter wordt. Die strijd is er een
van de lange adem en dankzij het geloof houd ik het vol. De kerk loopt dan
wel leeg, maar het aantal zinzoekers
neemt toe. De kerk moet inspelen op
die noodkreet die er is in de maatschappij. Ik ben daarom blij met paus
Franciscus. In zijn belangrijke brief
over de vreugde van het Evangelie zegt
hij nee tegen uitsluiting van mensen
en nee tegen geldverheerlijking.’
U bent ook een warm voorstander van
Europa. Maar in partijen als CDA en
VVD neemt het eurosceptisme toe. Hoe
kan dat?
’Ik vind dat zo slap. Alsof Brussel
alle bevoegdheden van de nationale
overheden afpakt. Alle beslissingen
zijn en worden genomen door de
ministers van de individuele staten
zelf. Natuurlijk hoeft niet alles door
Brussel gedaan te worden, maar op
het gebied van buitenlandse zaken,
defensie en bankentoezicht moet de
Europese integratie doorgaan. Het is
ook essentieel voor ons. Een aantal
partijen laat zich nu leiden door het
‘gesundes volksempfinden’. Ik vind
dat we de plicht hebben duidelijk te
maken waarom de Europese integratie
moet doorgaan. Daarover gaan ook de
komende verkiezingen.’
Heeft u wat dat betreft vertrouwen in de
Nederlandse politiek?
Voor het eerst valt er een stilte in de
studeerkamer. Eigenlijk wil hij er niet te
veel over kwijt. ’We hebben dringend
behoefte aan politici die staan voor
hun zaak. Die een positief verhaal over
Europa brengen’.
Bent u door uw keuzes van de afgelopen
jaren ook van politieke kleur verschoten?
’Ik ben nog heel lang lid gebleven van
het CDA, maar toen er werd samengewerkt met de PVV was het voor mij helemaal over. Ik had overigens al moeite
met de standpunten van de partij over
Israël en de hypotheekrenteaftrek.
Bij de laatste verkiezingen heb ik een
voorkeurstem uitgebracht op Frans
Timmermans. Ja, je kunt wel zeggen
dat ik nu aan de linkerkant zit.’
Edy Korthals Altes (5 maart 1924) studeerde economie aan de
Nederlandse Economische Hogeschool in Rotterdam en werkte
van 1951 tot 1986 in de diplomatieke dienst van Nederland.
Tweemaal bezette hij een ambassadeurspost, van 1977 tot 1980
in de Poolse hoofdstad Warschau en van 1983 tot 1986 in de
Spaanse hoofdstad Madrid.
Over vrede en veiligheid en de noodzaak van geestelijke vernieuwing in Europa, schreef hij diverse boeken.
1988: Mens of Marionet
1988: Een dure keizer zonder kleren
1999: Heart and Soul for Europe
2002: Europa Ontwaak!
2002: Spiritualiteit
2008: Spiritual Awakening.
de aantasting van ons leefmilieu en de
exorbitante militiare uitgaven.’
In zijn visie moet de samenleving daarom afstand doen van het “verstikkende
‘Ik maak mij grote zorgen over de enorme verschillen
tussen arm en rijk’
In zijn boeken en publicaties spreekt
hij van een geestelijke crisis, veroorzaakt doordat de mens alleen met
het hier en nu bezig is. Verrijking van
zichzelf (bankencrisis) en vernietiging
van de natuur. Hij legt een rechtstreeks
verband met het loslaten van het transcedente. De relatie met het hogere,
noem het God, is bij velen verdampt.
Wat moet er gebeuren in uw visie?
’De mens moet tot bezinning komen.
We zitten met z’n allen in het hetzelfde
bootje: gelovigen en niet-gelovigen.
Daarom roep ik op tot een spirituele vernieuwing. Anders loopt het
catastrofaal af. We moeten ons weer
fundamenteel met elkaar verbonden
weten en eerbied voor de natuur hebben. Ik heb daarover zorgen, maar ook
hoop. We hebben een diep geestelijk
fundament nodig. In mijn leven heb ik
de wereldgodsdiensten goed leren kennen en leren respecteren. Daarom ben
ik niet wanhopig. We moeten doorgaan met de goede strijd.’
Welke zorgen heeft u?
‘Ik spreek van drie tijdbommen. De
enorme verschillen tussen arm en rijk,
materialisme en consumentisme”. Solidariteit is volgens Altes geen kreet uit
het verleden, maar meer dan actueel
en noodzakelijk. Hij put kracht uit de
bijbelse verhalen en hoopt dat anderen
dit ook inspireert. Onmogelijk? Altes
zegt het in zijn geestelijk testament als
volgt.
“Door de eeuwen heen heeft deze
onzichtbare, zo ontzagwekkende
kracht, mensen in beweging gebracht,
aangespoord tot omkeer. Tot het
inslaan van nieuwe wegen wanneer het
leven dreigde vast te lopen. Die stem
werd verstaan door Abraham toen hij
wegging uit zijn vertrouwde omgeving.
Ook door Franciscus, Bonhoeffer,
Martin Luther King en tal van anderen
die zich hebben ingezet voor een meer
rechtvaardige en vreedzame wereld.
Het zou de aanzet kunnen geven voor
het nadenken over een meer volwassen benadering van de economie, een
eind kunnen maken aan de gretigheidscultuur die nu onze natuurlijke
leefomgeving onherstelbare schade
toebrengt waardoor het leven van komende generaties bedreigd wordt.”
maart 2014 - nr. 1
112
3
5
4
6
138
9
Op weg naar de
raadsverkiezingen
7
Iris Savelkouls
2
Op 19 maart zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Actieve
GroenLinksers zijn bezig om aan kiezers over te brengen
waar de partij voor staat. In Utrecht was in januari de stedelijke campagnestart. Bram van Oijk kwam helpen. Ook
was hij in Veenendaal waar partijleden soep uitdeelden. In
Leiden openden GroenLinksers een campagnepand waar
inwoners hun creatieve ideeën kwijt kunnen. In en om het
pand zijn activiteiten zoals etentjes, een poëzieavond en
de aanleg van een moestuin. In Den Haag zamelen vrijwilligers en raadsleden van GroenLinks regelmatig lege batterijen en oude mobiele telefoons in. De opbrengst gaat
naar de Voedselbank. GroenLinks Den Haag zorgt hiermee voor goede recycling maar ook dat de partij zichtbaar
is in de wijken. In Zwolle waarschuwde GroenLinks de
inwoners voor het hardere beleid voor fout geparkeerde
fietsen. Dat de partij in Zwolle het gebruik van milieuvriendelijkere vervoermiddelen stimuleert, blijkt ook uit de
fietstaxi die tijdens de campagne door de stad rijdt.
1)Campagnevoerders van GroenLinks Veenendaal delen rode en groene
soep uit. Daarna gaan ze flyeren in de wijken (foto: website GroenLinks Veenendaal, 25 januari 2014).
2) Bram van Oijk met de flyeraars in Utrecht (foto: Hacer Pektas, 18
januari 2014).
3) Opening campagnepand Leiden op 25 januari 2014. De gevel is ontworpen door kunstenaar Merijn Tinga die hem ook onthulde (foto: J.P.
Kranenburg, website GroenLinks Leiden).
4) Actie tegen het kappen van bomen in Den Haag (foto: Roel Wijnants,
Flickr Creative Commons, 18 juni 2013)
5) D
e verkiezingskandidaten van GroenLinks Zwolle poseren tegen de
‘GroenLinks-fietstaxi’. Deze fietstaxi zal tijdens de campagnedagen
door de stad rijden om het gebruik van milieuvriendelijkere vervoermiddelen te promoten. (foto: website GroenLinks Zwolle).
maart 2014 - nr. 1
10
6) De campagnevoerders lopen naar de binnenstad van Utrecht om te
flyeren (foto: Iris Savelkouls, 18 januari 2014).
7) Actievoerders van GroenLinks Zwolle waarschuwen fietsenbezitters
voor het nieuwe harde beleid jegens het wildparkeren van fietsen (foto:
september 2013, website GroenLinks Zwolle).
8) Bram van Ojik bracht op 27 augustus 2013 een bezoek aan de
bouwplaats van Mens en Milieuvriendelijk Wonen Trapjeswijk en de
Stadstuinders bij wijkboerderij de Klooienberg in Zwolle (foto: website
GroenLinks Zwolle).
9) De campagnevoerders lopen gezamenlijk Utrecht Centraal uit, naar
de binnenstad. (foto: Iris Savelkouls, 18 januari 2014).
10) Vrijwilligers en raadsleden van GroenLinks Den Haag zamelen
lege batterijen en oude mobiele telefoons in, in de wijk Regentessekwartier. Rechts op de foto lijsttrekker Inge Vianen. (foto: Bastiaan
Verberne, 21 december 2013).
maart 2014 - nr. 1
14
15
Transitie van zorg naar gemeenten biedt ook kansen
Mantelzorgers respecteren als zorgpartners
Komend jaar stoot het Rijk zorgtaken af naar gemeenten.
Deze ‘transitie’ gaat gepaard met bezuinigingen. Op mantelzorgers wordt een groter beroep gedaan. Velen van hen
voelen zich nu al overvraagd, ongezien, en vaak onvoldoende
serieus genomen door de professionele hulpverlening. Nu
gemeenten de ondersteuning van mantelzorgers opnieuw
moeten inrichten, is er een kans om bestaande weeffouten
recht te trekken.
Herman Radstake
Maanden geleden vertelde een vriendin me over haar zoon, eind twintig
en manisch-depressief. Hij woont
op zichzelf, maar heeft perioden dat
dat niet zo goed gaat. Dan spookt hij
‘s nachts door de stad of boekt hij
een verre en (te) dure reis. Daarom
beheert zijn moeder zijn geld. Bij haar
moet hij aankloppen voor zakgeld. Dat
helpt niet in hun onderlinge verhou-
zorgaanbieder. Het verlies van inkomsten voor dit dossier zou kunnen
meespelen.
Had ze misschien de indruk gewekt
dat ze het zonder professionele hulp
wel aankon? En dat ze daarom de
psychiater niet had kunnen overtuigen
van haar beperkingen als mantelzorger
en van de noodzaak van professionele
zorg voor haar zoon? De kans op de
toewijzing van hulp zou groter worden
als ze zich wat minder capabel had
opgesteld. Pas toen realiseerde zij
zich dat ze mantelzorger was, en dat
ze gebruik kon maken van ondersteuning voor mantelzorgers. Ze kon
alleen geen tijd vrijmaken om dat uit
te zoeken.
Hoe vaak zou dit voorkomen? Nederland telt ruim 3,5 miljoen mantelzorgers. Volgens het SCP doen 2,6
Kunnen professionals openstaan voor zorgvragen buiten het
bestaande aanbod en de vergoedingsvoorwaarden?
ding. Ook niet dat ze hem moet blijven
wijzen op regelmatig leven, gezond
eten en dat ze zijn sociale contacten
moet overhalen toch weer eens op
bezoek te gaan.
Soms groeit de zorg haar boven het
hoofd. Dan zou ze een deel van de
taken willen overdragen. De psychiater, die hiervoor een indicatie moet
afgeven, spreekt dan met de zoon, die
ook intelligent is en goed kan praten.
‘De cliënt kan voor zichzelf zorgen en
vormt geen gevaar voor zichzelf of zijn
omgeving’, zo luidt de conclusie. En
dat is binnen de GGZ een criterium
om geen professionele hulp in te
zetten. De indicatie blijft uit. Kortom:
moeder blijft zo goed en zo kwaad
als het gaat voor haar zoon zorgen.
Inmiddels is ze blij met de begeleiding
van een homeopathisch arts (van
buiten de GGZ).
Loyaal
‘De GGZ-instellingen deden niet
wat ze volgens mij wettelijk verplicht
waren,’ vertelde de moeder. De instelling kon volgens haar niet bieden wat
nodig was en wilde haar zoon ook niet
overdragen aan een meer geschikte
maart 2014 - nr. 1
miljoen van hen dit intensief en/of
langere tijd. Mantelzorgers zijn loyaal
en gaan vaak ver om een familielid
te helpen. Ze vragen geen aandacht,
want niet zij zijn hulpbehoevend.
Professionele hulpverleners hebben
hierdoor vaak de indruk dat mantelzorgers het best zelf kunnen.
Verplichte mantelzorg
De politieke dimensie is dat het goed
is voor de staatskas: onbetaalde
mantelzorg is goedkoper dan professionele zorg. Dat premier Rutte een
participatiesamenleving voorstelt
waarvoor hij uitgaat van - en oproept
tot - een grotere inzet van mantelzorgers en vrijwilligers, doet vermoeden
dat het een mooi woord is voor het
beperken van overheidsvoorzieningen
en zorgkosten.
Sprekend over de ophanden zijnde
overdracht van zorgtaken naar
gemeenten hoorde ik rond de zomer
op Radio 1 VNG-vertegenwoordigster
Kriens zeggen dat gemeenten geen
betaalde zorg gaan bieden ‘als is vastgesteld dat mantelzorg aanwezig is’.
Haar (CDA-)gesprekspartner Keizer
verzette zich tegen deze - dan feitelijk
verplichte - mantelzorg.
De Raad van Kerken organiseerde
in juni 2013 een conferentie over
mantelzorg. Inleidster Van Kooten, die
optrad namens de minister van VWS,
ontkende eveneens dat mantelzorg
verplicht zou worden. Ze complimenteerde de aangesloten kerken en hun
6,5 miljoen leden met hun eeuwenlange maatschappelijke inzet en riep
de kerken op om hun gemeenschappen en netwerken in te zetten voor de
transitie naar lokale zorgverlening. De
kerken lieten zich door deze erkenning graag strelen, al werd er wel op
gewezen dat deze netwerken afbrokkelen. De kerkelijke sprekers en het
mantelzorgrapport van de Raad legden
het accent op de vanzelfsprekendheid
van christelijke gelovigen om te zorgen
voor behoeftigen, en op de zingeving
die (mantel)zorgers hieraan kunnen
ontlenen. De behoefte van ‘de kerken’
om zin te ontlenen aan het vullen
van de gaten in het zorgbestel was
voelbaar. En de hoop dat er in deze
gebroken wereld altijd wel een taakje
voor de kerken is. Kritische geluiden
over het overheidsbeleid bleven uit.
Zorgvacuüm
Hoe de taak van mantelzorgers in
de praktijk uitpakt, wordt afhankelijk
van welke instantie op welke manier
vaststelt welke zorg een cliënt vraagt,
welke mantelzorg beschikbaar is, en
of deze twee voldoende op elkaar
aansluiten. Uiteraard zijn hiervoor
methoden en protocollen opgesteld,
maar uit recente onderzoeken bleek
dat er nogal eens afstand is tussen de
gevraagde en de professioneel geboden zorg. Het voorbeeld waarmee dit
artikel begon, blijkt geen incident.
Opvallend knelpunt blijkt communicatie. Vermoedelijk gaat dit over de
effectiviteit van gesprekken of overleg.
Misschien voelen mantelzorgers zich
onvoldoende gehoord in hun hulpvraag. Mogelijk spreken ze onbewust
deze vraag te onduidelijk uit. Aanwijzingen in die richting gaf ook de
onlangs verschenen cliëntenmonitor
van het programma ‘Aandacht voor
Iedereen’ (AVI).
Professionals en zorginstellingen kunnen uiteenlopende redenen hebben
om ‘de vraag achter de vraag’ niet
goed te willen horen. Omdat de regels
en vergoedingsvoorschriften geen
ruimte bieden voor de individuele situatie. Omdat de vraag de deskundigheid van een andere instelling vraagt,
maar dat overdracht ongunstig is voor
het eigen budget.
De afgelopen jaren haalden enkele
geruchtmakende zaken rond gezinnen, kinderen en jeugdzorg de media.
Meer dan eens bleken gezinnen
omringd door vele hulporganisaties en
tientallen hulpverleners. Als oorzaak
van de dramatische afloop werd ook
onvoldoende communicatie tussen de
hulpverleners genoemd.
Daarnaast lijken er verschillen te
bestaan tussen bevoegdheden en
deskundigheden van instanties zodat
er een ‘zorgvacuüm’ ontstaat. Je zou
het niet verwachten in het Nederlandse zorgstelsel, maar blijkbaar
zijn er zorgsituaties die buiten ieders
bevoegdheden en competenties vallen. Mantelzorgers, het eigen netwerk
van zorgbehoevenden, vullen dan het
vacuüm op. De naaste omgeving kan
menselijkerwijs niet anders.
Hoe en op basis waarvan wordt de
zorginhoud van instanties bepaald en
vastgelegd? Medische en psychologische inzichten veranderen. Ook de
aard van zorgvragen is aan verandering onderhevig. Zijn de takenpakketten van de zorginstellingen en de
vergoedingsbepalingen van verzekeringen in staat deze veranderingen te
volgen, zodat er geen zorgvacuüm kan
ontstaan? En kunnen professionals
openstaan voor zorgvragen die buiten
het bestaande aanbod en de vergoedingsvoorwaarden vallen? Is het bestel
flexibel genoeg om ook een nieuwe
zorgvraag te beantwoorden?
Nieuwe verhoudingen
De transitie van verzorgingsstaat naar
wat (voorlopig) participatiesamenleving heet, zie ik als voortvloeisel van
-onder meer- ons hoger gemiddeld
opleidingsniveau en een mondiger
en individualistischer cultuur. Deze
nieuwe fase vraagt – ook buiten de
zorg - om nieuwe verhoudingen en
omgangsvormen tussen burgers en
instituten als overheden en zorginstel-
lingen en hun medewerkers. Burgers
kunnen en willen verantwoordelijkheid
nemen, en verwachten hierbij een respectvolle en serieuze behandeling. Ze
verwachten dat instanties en professionals hen niet meer met procedurele
standaardreacties ‘gelijk behandelen’
maar willen maatwerk.
In de praktijkverhalen en onderzoeken
naar mantelzorg valt op dat in de driehoek patiënt – professional – mantelzorger de relatie tussen patiënten
en zorgprofessionals en die tussen
mantelzorgers en patiënten veel aandacht krijgt, met onder meer cursussen en begeleiding. Als basisfuncties
voor professionele begeleiding van
mantelzorgers vond ik de opsomming:
‘informatie, advies en begeleiding,
emotionele steun, educatie, praktische
hulp, respijtzorg, financiële tegemoet-
verzorgenden meer bewust te maken
dat ‘in gesprek gaan’ met mantelzorgers loont. Voor de cliënt, voor de
mantelzorger én voor de professional.
Vanaf 2015 ligt de meeste zorg, waaronder de begeleiding van mantelzorgers, bij de gemeenten. Volgens
de minister ‘zal de gemeente ook de
belastbaarheid, de behoeften en mogelijkheden van de mantelzorger en het
sociale netwerk betrekken.’ Pas nadat
is bepaald wat iemand nog zelf kan en
wat aan familie en sociaal netwerk te
mobiliseren valt, komt professionele
hulp in beeld, ‘dichtbij’ en aanvullend
op en in samenwerking met de informele (mantel)zorgers.
Veelbelovende voorbeelden begeleiden
deze omslag. Tijdens de werkconferentie van De Linker Wang in december
maakte de aanpak van de gemeente
Eredivisionist NEC
zette mantelzorgers
in het zonnetje
door ze een gratis
voetbalavondje aan
te bieden (foto William Moore)
Misschien voelen mantelzorgers zich onvoldoende
gehoord in hun hulpvraag
koming en tenslotte materiële hulp’.
In het document ‘Werkzame elementen bij Mantelzorgondersteuning’
(Kennisinstituut Movisie, september
2013) ligt de focus op hulp eveneens
bij de fysieke en emotionele kant van
de mantelzorg. Ondanks dit aanbod
voelt volgens onderzoeken grofweg
een derde van de mantelzorgers zich
overvraagd en ongezien; van de mantelzorgers bij psychische problematiek
heeft zelfs tweederde dat gevoel.
Empowerment en flexibiliteit
De relatie tussen mantelzorger en professionele zorgverlener is opvallend
onderbelicht. Misschien zit daar een
sleuteltje? Wilco Kruijswijk van Movisie bevestigt dat de omgeving van de
cliënt, waaronder de mantelzorger, pas
kort in beeld is. ‘Mantelzorgers maken
zich vaak onzichtbaar,’ zegt hij. ‘Hun
houding is dat het immers niet om
hen gaat, maar om de patiënt.’
Inderdaad groeit in de professionele
zorg de aandacht voor de draagkracht
en draaglast van de mantelzorger.
Mezzo, de Nederlandse Vereniging
van Mantelzorgers, startte in mei 2013
een campagne om verplegenden en
Huizen indruk (zie artikel op pagina
16-17 -red.). Ook Kruijswijk kent voorbeelden dat zorgverlening ‘op maat’
en ruimte voor creativiteit, goedkoper
kan uitpakken.
Uit onderzoeken en gesprekken leidt ik
af dat mantelzorgers baat hebben bij
effectieve communicatie met professionele zorgverleners. Niet alleen over
(het beter helpen van) de verzorgde,
maar ook over hoe professionals en
mantelzorgers kunnen samenwerken
en elkaar aanvullen. Voor deze gelijkwaardigheid is bij de mantelzorger
‘empowerment’ nodig. Hiermee komt
maatwerk daadwerkelijk dichterbij.
Verkiezingsprogramma’s
Als gemeenten ten slotte een zorgvacuüm willen voorkomen, is zowel
open communicatie tussen instanties
onderling als tussen professionals en
mantelzorgers onmisbaar. Gemeenten
doen er goed aan deze respectvolle
dialoog en vraaggerichte flexibiliteit
in de toewijzing van zorg tot stand te
brengen. En kiezers doen er goed aan
om bij de komende gemeenteraadsverkiezingen lokale verkiezingsprogramma’s hierop na te lopen.
maart 2014 - nr. 1
16
17
Impressie bijeenkomst ‘Zorg? Daar ga je zelf over!’
Decentralisatie zorgtaken gaat in te hoog tempo
Het tempo van de decentralisaties in het sociaal domein ligt
te hoog. Dat er taken naar de gemeenten komen, staat niet
ter discussie, gemeenten kunnen die in sommige gevallen
ook beter zelf uitvoeren. Maar het tempo waarmee de transitie plaatsvindt én de bezuinigingen die ermee samenhangen, zorgen voor problemen.
Bas Joosse
Dat was een conclusie die getrokken
kan worden uit de middagbijeenkomst
‘Zorg? Daar ga je zelf over!’ die in
december georganiseerd werd door
het Netwerk zorg, de GroenLinks afdelingen Huizen en Hilversum en De
Linker Wang. Te gast was onder andere
Tweede Kamerlid Linda Voortman.
Tijdens de middag schetst lector
ouderenzorg Caroline Smits hoe de
zorg eruitzag en hoe die verandert.
is meer keuze, daar vraagt de tijd ook
om. De woonzorgconcepten veranderen mee. De zogeheten ‘levensloopbestendige woningen’, die worden
aangepast naarmate de bewoner
ouder wordt, zijn volgens Smits ‘niet
te onderschatten’, omdat ze mensen
de kans bieden om in hun eigen omgeving te blijven wonen.
Virtueel verzorgingshuis
Ook wordt er onderzoek gedaan naar
een ‘virtueel verzorgingshuis.’ Smits
legt uit dat dat eigenlijk niets meer
is dan een communicatiesysteem.
‘Mantelzorgers, patiënten en artsen
weten elkaar daar heel snel te vinden’,
zegt ze. Op deze manier kunnen, in de
ideale situatie, crisissituaties uitblijven
doordat mensen grip houden op hun
eigen leven.
Linda Voortman: ‘De basis moet goed zijn en juist op die
basis wordt nu bezuinigd’
Eerst was het een overzichtelijk beeld,
de zorg was de zorg. Nu wordt het
steeds meer een kwestie van kiezen. Er
Will Kranenburg, raadslid in Leidschendam-Voorburg vertelt vanuit haar
eigen ervaringen wat je als ouder zelf
kunt regelen. Ze heeft een zoon met
het syndroom van Down. Samen met
andere ouders zette ze Het Droomhuis op, een kleinschalige woonvoorziening. De zorg kopen de ouders
zelf in. ‘Zo kunnen we dat op maat
regelen’, legt ze uit. Tussen half elf en
vier uur zijn alle bewoners bezig met
dagactiviteiten buitenshuis. In die periode is er dus ook geen professionele
hulp aanwezig, omdat het niet nodig
is. Wat Kranenburg betreft moet eigen
initiatief gestimuleerd worden. ‘We
moeten naar een houding dat mensen
zelf met initiatieven kunnen komen,
dat heeft hier echt geholpen’, zegt ze.
Rondom Hilversum doen de gemeenten er al veel aan om de transitie
straks zo soepel mogelijk te laten
lopen voor de gebruikers. Aan de
‘achterkant’ verandert veel. ‘Er zijn nu
nog veel schotten. We werken verticaal, er is geen verbinding tussen de
verschillende diensten’, schetst Saloua
Chaara, beleidsmedewerker bij de
gemeente Huizen. De centrale vraag
moet worden ‘wat wil de inwoner
bereiken’, niet wat er vanuit de voorzieningen geboden kan worden, zoals
het nu gaat. Hoewel er veel verandert,
zal de gebruiker er weinig negatiefs
van merken als het aan Chaara ligt.
‘Er komt één contactpersoon voor
de gebruiker. Wie wat doet achter de
schermen, hoeven zij niet te weten.’
Er gaat maatwerk geboden worden,
waar dit nu nog vooral gelijkheid is;
wat de een krijgt, krijgt de ander ook.
‘De klant komt centraal te staan’,
benadrukt Chaara nogmaals. Deze
ongelijkheid moet niet gezien worden
als willekeur. Het is vooral een poging
om minder regeltjes te maken. ‘We
reguleren nu teveel’, meent Chaara.
‘Ik pleit niet voor het afschaffen van
regels, maar we moeten alleen regelen
wat nodig is, zodat we de ruimte die
we hebben voor huisbezoeken, ook
daarvoor kunnen gebruiken.’
Somberen is zinloos
Tweede Kamerlid Linda Voortman
vindt het principe van de decentralisaties, alle zorg aan één loket, niet
verkeerd. Minister Schippers deed
vorig jaar een oproep om mee te
denken over de veranderingen. ‘Dat
maart 2014 - nr. 1
deed ze slim, maar het maakte wel
weer pijnlijk duidelijk dat veel mensen
willen bezuinigen op de zorg die ze
persoonlijk niet nodig hebben’, aldus
Voortman. Dat is een slechte motivatie
voor bezuinigingen. ‘Het fundament
van de samenleving is dat we voor
elkaar zorgen.’ De nieuwe participatiewet heeft iets vreemds in zich: het
kabinet wil dat mensen meer naar
elkaar omkijken, en schrapt daarom
ondersteunende taken in de awbz die
te maken hebben met participatie. ‘Die
zin moest ik meerdere keren lezen.
Ik kon niet geloven dat het er echt
stond’, zegt Voortman. Dat er meer
naar elkaar omgekeken moet worden,
betwist ze niet. ‘Maar mensen die dat
niet zelf kunnen, moeten ondersteund
worden. De basis moet goed zijn en
juist op die basis wordt nu bezuinigd’.
Somberen over de plannen is zinloos.
Beter kan er gekeken worden naar de
ijkpunten waar de Tweede Kamerfractie zich sterk voor zal maken. ‘Mensen
moeten zelf de regie hebben over hun
zorg, die moet goed geregeld zijn.’
Daarom zet Voortman zich ook in voor
een volwaardig PGB, waarbij het niet
uitmaakt in welke wet de zorg ‘zit’. ‘Ik
zou willen dat het niet uitmaakt of de
zorg in de zorgverzekeringswet, ABWZ
of WMO zit’, zegt ze. ‘Daar moeten
we als politici en beleidsmakers mee
aan de slag, de mensen die het nodig
hebben, moeten zich er niet druk om
hoeven maken.’ De kosten voor een
behandeling moeten ook duidelijker.
Dat kan de zorg beter en ook goedkoper maken. Over het droombeeld van
het kabinet en het leveren van goede
zorg is Voortman duidelijk. ‘Dat past
niet op elkaar. Het kan wel, maar dat
vereist hervormingen zonder dat daar
meteen bezuinigingen aan vast zitten.’
Structuren verkruimelen
In verschillende groepen worden de
ouderenzorg, gehandicaptenzorg en
de taken van het rijk en de gemeenten
vervolgens verder uitgediept.
Bij de ouderenzorg wordt het jammer gevonden dat veel structuren nu
verkruimelen door bezuinigingen.
In het werkveld vallen ontslagen die
effect hebben op de kennis en kunde
die aanwezig is. Dat de transitie nodig
is, wordt wel ingezien. Van mantelzorgers wordt nogal wat gevraagd de
komende tijd. Het kabinet ziet hen
als ideale oplossing. In het Gooi is
het ‘sociale kapitaal’ om mensen te
helpen na een ziekenhuisopname of
revalidatie er, maar de vraag wordt
neergelegd hoe dat in Rotterdam-Zuid
is.
Bij de gehandicaptenzorg is er veel
discussie over wat er veranderd wordt
aan de PGB’s en wat de gemeente
nog kan regelen. De gemeente kijkt
vooral naar wat er nog zelf gedaan kan
worden als er een PGB wordt aangevraagd. ‘Dat is het principe: wat kun je
nog zelf en waar is hulp bij nodig?’ legt
Will Kranenburg uit. In het Droomhuis
van haar zoon in Den Haag past zij
samen met andere ouders dit principe
al toe: voor het avondeten koken de
één week naar school. Zo heb ik het
vak ook geleerd.’ Kranenburg is het
met hem eens dat vrijwilligers niet alles moeten doen. ‘Je kunt ze heel lang
betrekken bij zorgtaken, maar je kunt
van een vrijwilliger niet verwachten dat
ze iemand in bad doen’, zegt ze.
Bij de groep ‘Rijk en Gemeenten’
Linda Voortman
‘Ik pleit niet voor het afschaffen van regels.
We moeten alleen regelen wat nodig is’
bewoners onder begeleiding, hier
hoeft dus minder voor te worden
ingekocht. Ook op tijden dat het niet
nodig is, of er met vrijwilligers (vaak
de ouders) gewerkt kan worden, wordt
PGB-geld niet besteed.
Twee voor twaalf
Ook zijn er zorgen. Zorgen over het
tempo, waarbij één van de raadsleden
opmerkt dat het twee voor twaalf is.
‘We zijn er niet klaar voor, maar we
moeten wel’, schetst hij. Volgens Kranenburg is het utopisch om te denken
dat nu alles goed geregeld is. ‘Dat is
echt niet zo. Daarom ben ik heel blij
met de transitie, gemeenten kunnen
het veel beter zelf regelen’, zegt ze.
Een andere zorg is de deprofessionalisering in de zorg, zoals David,
een aanwezige verpleegkundige dat
noemt. Hij kent een hospice in Wilnis
(Utrecht) waar veel zaken door vrijwilligers geregeld worden. Maar hij is
bang dat er teveel overgelaten wordt
aan die vrijwilligers. Gemeenten geven
immers zowel geld aan professionals
als vrijwilligers, waarbij vrijwilligers
goedkoper zijn. ‘Dat is op te vangen
met interservice-onderwijs’, schetst
David. ‘Drie weken aan het werk en
schuiven Voortman en Chaara aan.
Een probleem dat daar aan de orde
komt is dat de gemeenteraden sturen
op financiële kaders, waarbij ze zoveel
mogelijk rendement willen behalen,
maar dat dit kan botsen met de aanpak waarbij de klant centraal staat. Het
Centrum voor Jeugd en Gezin krijgt
straks vermoedelijk een rol bij de indicatiestelling, maar daar is het centrum
niet op ingericht: het is bedoeld voor
advies, niet voor het geven van een
indicatie. Voortman vraagt zich hardop
af of er nog wel een toekomst is voor
de CJG’s als de onderlinge schotten
tussen de diverse onderdelen straks
verdwenen zijn. De vraag blijft onbeantwoord liggen.
Verschil maken
De afsluiter is voor Voortman, nadat
vanuit de verschillende deelsessies
verteld is wat besproken werd. Het
maakt uit in welke gemeente je woont,
zo blijkt. ‘Op voorhand gemeenten
korten is niet handig. Ze maken individueel andere keuzes. Daarin kun je
als raadslid nog het verschil maken’,
houdt ze haar gehoor voor. Het verschil maken door de uitgangspunten
van Groenlinks uit te dragen.
maart 2014 - nr. 1
{COLUMN
18
19
Biedt event-samenleving kansen voor religie in de media?
Toekomst voor God in Hilversum
ISLAM EN
DEMOCRATIE
Enis Odaci
Is er toekomst voor religie in de media? Dat was onlangs de
centrale vraag tijdens een debat op de Vrije Universiteit in
Amsterdam. Aanleiding was het verdwijnen van subsidie voor
de kleine godsdienstige en levensbeschouwelijke omroepen
IKON, Human, RKK, de Joodse omroep, OHM (hindoes),
BOS (Boeddhisten) en Zendtijd voor Kerken. Is religie straks
nog present en op welke wijze? Job de Haan (voormalig
hoofd radio van IKON), Bikram Lalbahadoersing (voormalig
medewerker van OHM) en Hennie Burggraaff (presentator
NCRV-radio) gingen in debat.
Wilhelm Lagrouw
De aftrap was voor Job de Haan. Hij
schetste een somber beeld. Volgens hem is ‘levensbeschouwing in
Hilversum verworden tot gevaarloos
geïnteresseerd in kijkcijfers. Op zo’n
manier is religie ‘een middel geworden
voor een ander doel,’ aldus De Haan.
Bikram Lalbahadoersing wierp hem
tegen dat dit heel erg afhangt van de
invulling van het begrip ‘religie’. Er is
volgens hem helemaal niets mis mee
om grote massa’s te bereiken en te
raken, ook met religieuze en levensbeschouwelijke thema’s. De hindoeverhalen, maar ook de Bijbelverhalen,
staan immers bol van emoties. Die
raken het hart van mensen. Als voorbeeld noemde hij als ‘liberale hindoe’
de Bollywoodfilms. Zij blijken in staat
massa’s aan te spreken met thema’s
die niet zelden ook religieuze connotaties hebben. Zij geven mensen zin.
En dan is het ‘niet erg als massamedia
een folkloristisch beeld van religie
geven.’
Een massa-event als The Passion: volgens de één obsceen,
volgens de ander maatgevend
achterban behagen of rituele folklore.’
Hij illustreerde dit met de programmering van de publieke televisiezenders
rond de kerstdagen. Die moesten toch
vooral warmte, optimisme, bevestiging
uitstralen. De grootste bedreiging voor
de levensbeschouwing op televisie is
volgens hem daarom televisie zelf. Die
is enkel gericht op emotie, ervaring en
entertainment.
Obsceen gebeuren
Dit illustreerde hij met The Passion,
de eigentijdse verbeelding van het
paasverhaal. Deze voorstelling is opgevoerd in steden als Gouda, Rotterdam
en Den Haag en wordt inmiddels
al enkele jaren op tv uitgezonden.
‘Een obsceen gebeuren met God als
folklore’, aldus De Haan. Wat cynisch
verdacht hij de makers het succes van
de inzamelingsactie Serious Request te
willen nadoen. ‘Van glazen huis naar
glazen kruis.’ Hij miste, net als rond
die kerstdagen, bij deze acties kritische
noties, zoals werkelijke betrokkenheid
op de samenleving met haar minderbedeelden. De Bijbelse boodschap
wordt gemist, ‘een profetisch geluid
ontbreekt’. Het lijkt meer te gaan om
behagen en de makers lijken vooral
maart 2014 - nr. 1
De Haan vroeg zich af waarom dat
dan via een massamedium zou moeten. Hij leek ze daar per definitie niet
geschikt voor te vinden. Vlijmscherp
reageerde Hennie Burggraaff daarop
of hij zijn eigen positie dan niet als een
spagaat heeft ervaren. Ook hij werkte
toch jarenlang bij een massamedium,
dat liefst zoveel mogelijk mensen
wilde bereiken? De Haan: ‘Ja, ik zat
in een spagaat.’ Sterker, hij vond dat
de opheffing van de kleine levensbeschouwelijke omroepen aan hen zelf te
wijten valt. ‘Het is een wonder dat ze
nu pas opgeheven worden.’
De Haan en Lalbahadoersing waren
het met elkaar eens dat de kleine op
te heffen organisaties niet in goede
handen zijn bij grote omroepen als
de gefuseerde KRO/NCRV of de
zelfstandige EO. Dit leek onderstreept
te worden door een spreker uit de
zaal, van de Boeddhistische Omroep
Stichting. NCRV-directeur Abbenhuis
zou hem ernstig ontraden hebben om
toe te treden tot KRO/NCRV. Dan zou
de BOS ‘verpulverd’ worden. Daarop
stelde Lalbahadoersing dat het van
groot belang is dat een religieuze
groepering eigen boegbeelden heeft
en herkent in zo’n organisatie. Anders
voelt de achterban zich onvoldoende
aangesproken. Als voorbeeld noemde
hij het programma De Halve Maan
van de NTR, met Naeeda Aurangzeb
en Aad van den Heuvel. De laatste ‘is
geen moslim en dan ander een sterk
geseculariseerde en kritische moslim.’
Hennie Burggraaff van KRO/NCRV
was het meest optimistisch over de rol
van religie in de media. Ze poneerde
zelfs de stelling dat God toekomst
heeft in Hilversum. Hierbij refereerde
ze aan een Bijbelvers: ‘Blijf niet staren
op wat vroeger was. Sta niet stil in het
verleden: Ik- zegt Hij - ga iets nieuws
beginnen.’ Om die rol te kunnen
blijven spelen dienen we ons volgens
haar bewust te zijn van een ‘eventsamenleving.’ ‘Of je dat nu wil of niet’,
met een toespeling naar De Haans
aversie. Zo wordt ‘het heilige present,
ook binnen nieuwe kaders.’ Bijeenkomsten als The Passion verbinden
mensen. Juist een rol voor religie,
aldus Burggraaff.
‘Maar wat blijft er na afloop van die
verbinding over?’ vroeg De Haan.
‘Dat zou verder onderzocht moeten
worden’. Verder dienen theologen zich
volgens haar duidelijk in de publieke
ruimte te manifesteren. Een pleidooi
dat van Lalbahadoersing en vanuit de
zaal van Ida Overdijk (IKON) bijval
kreeg. Volgens Burggraaff zijn vooral
rooms-katholieken (‘protestanten zijn
weg als hun periode erop zit’) als Antoine Bodar en Paul van Geest tijdens
talkshows goed in het decoderen van
theologische kennis. Ze zijn concreet
en veronderstellen weinig voorkennis.
Opnieuw is ‘verbinden’ van belang,
hier voornamelijk de wereld van de
theologie en die van de media. Niet
enkel bij expliciet religieuze media,
maar vooral in een geseculariseerde
mediaomgeving, waar expertise op
religieus terrein vaak ontbreekt, aldus
Burggraaff.
Media geen doel op zich
Naast de toch vooral heel Hilversumse
omroepbespiegelingen, schetste de
jonge theologe en onderneemster Inger van Nes een heel verfrissend ander
perspectief in haar column. Zij vond
dat expliciet christelijke media vooral
bezig zijn met overleven. ‘Niet inspirerend’. Ze sprak over media en activiteiten in de Vluchtkerk te Amsterdam.
Ook jongeren waren hierbij betrokken,
omdat het een acuut probleem was,
heel nabij, een bijdrage werkelijk iets
kon veranderen en er een duidelijk
begin en einde aan dit project verbonden was. Mensen met heel diverse
achtergronden, ‘zoals GroenLinks en
ook nog wat christenen’ werkten samen. Zonder subsidie of flyer. Allemaal
via online media, iedereen voelde zich
‘onderdeel van een beweging’. En zo
ontstond een levensbeschouwelijk
gesprek vanzelf. Media, ‘de naam zegt
het al’, vormen voor haar een manier
om dit te bereiken en allerminst een
doel op zichzelf.
Nu maar hopen dat journalisten,
theologen en bestuurders die boodschap verstaan hebben, dan gaat God
in Hilversum wellicht nog een mooie
toekomst tegemoet.
Wat is de waarde van godsdiensten voor een samenleving? Wat is het verschil tussen een samenleving die exclusief gebaseerd is op God en een die exclusief georganiseerd is zonder God? Dat is een theoretische vraag. Je
moet je eerst afvragen over welke God we het hebben. De
christelijke of de islamitische? Welk godsbeeld is beter, die
van de protestanten of die van de katholieken? De joodse
dan toch maar? Of misschien is Hij eerder te vinden bij de
soennieten of bij de sji’ieten? We hebben te maken met
een bonte verzameling Transcendentie. Een samenleving
die exclusief gebaseerd is op God leidt dus binnen de kortste keren tot felle discussie. En strijd.
Laten we ons dan maar richten op de ongelovigen. Toch
wel fijn om atheïst te zijn. Geen last van religieuze waarheidsclaims, heerlijk winkelen op zondag en de woorden
koosjer of halal komen niet het woordenboek voor. Alle
atheïsten zijn het dus roerend met elkaar eens, zou je denken. Maar is het kapitalisme niet ook een vorm van waarheidsdenken? Is het socialisme niet de betere waarheid?
Sterkste schouders, zwaarste lasten, dat is toch echt superieur aan het marktdenken? Je hebt het communisme. De
ongelovigen hebben ook allemaal hun eigen wereldbeeld
die zij graag willen toepassen op de samenleving.
Goed, de conclusie is dus om de samenleving te mixen.
Alle ideeën, ideologieën, godsdiensten en levensovertuigingen moeten een plekje hebben. De democratie blijkt
daarvoor het beste systeem. De scheiding van kerk en
staat, waarbij de overheid neutraal is ten opzichte van
alle levensbeschouwingen, is daarbij de beste staatsvorm.
Hoe moeilijk, en waardevol, dit systeem is zien we dagelijks in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Moslims van allerlei snit staan er op gespannen voet met
elkaar, met andersdenkenden en met andersgelovigen.
Het ligt niet alleen maar aan de islam. Corruptie, gebrek
aan werk en voorzieningen en gemankeerd onderwijs zijn
misschien belangrijker factoren. Maar het staat buiten kijf
dat de islam zich uiteindelijk ook zal moeten verhouden
tot democratische beginselen. Er is geen andere weg. De
islamitische theocratie is mislukt, het heilige islamitische
kalifaat bleek een hersenschim, een fata morgana. Het
woord van God zal zich moeten verhouden met het woord
van mensen.
Hedendaagse moslimgeleerden, die democratie en herinterpretatie van bronteksten omarmen, vormen een
minderheid in het Midden-Oosten, waar rijke en radicale
regimes zoals Katar en Saoedi-Arabië voorschrijven dat
Westerse waarden geen islamitische waarden zijn. Daarom is het belangrijk dat juist in het Westen, in Nederland,
de islamitische gemeenschap meegenomen en onderwezen wordt in het democratisch systeem waar goden en afgoden vrolijk naast elkaar leven. Hier moet het gebeuren,
met alle bijbehorende groeipijnen.
Volg Enis Odaci op Twitter @Humanislam
maart
Maart 2014 - nr. 1
{EEN ANDERE WANG
20
21
In herinnering aan Nelson Mandela
‘De macht aan het volk’
Wereldburgers
Op 5 december vorig jaar overleed Nelson Mandela. Bij de
wijze waarop de eerste president van het democratische
Zuid-Afrika is herdacht, kunnen nog wel vragen worden
gesteld.
Ruard Ganzevoort
Zwitserland is een mooi land en dat willen ze daar graag
zo houden. Met een minarettenverbod en quota voor immigranten proberen ze vreemde invloeden buiten de deur
te houden. Niet alleen Oost-Europeanen moeten worden
geweerd; ook het aantal Nederlanders en Duitsers zijn
maar beperkt welkom. Alleen zo kan men de eigen identiteit, cultuur en economie van het land beschermen. Zwitserland is een mooi land en een groot voorbeeld voor de
PVV. Die zouden ook wel een boerka- en minarettenverbod willen, uit de Euro willen stappen, buitenlanders na
een vergrijp(je) het land uitzetten, en Brussel en de rest
van de wereld de rug toekeren. Alles om onze cultuur en
samenleving te beschermen.
Erica Meijers
Iemand uit het publiek riep luidkeels
‘Amandla!’, en als vanzelf antwoordde
ik: ‘Awethu!’ De macht aan ons, de
macht aan het volk; die kreet heb ik in
de jaren tachtig talloze keren mee gescandeerd tijdens demonstraties tegen
apartheid. Op de dag dat Nelson Mandela begraven werd, klonk het sinds
lange tijd weer, in de Amsterdamse
Stadsschouwburg. Ik was zeker niet de
enige die op dat moment terugdacht
aan de zomer van 1990, toen ik op het
volgepakte Leidseplein vol verwachting
omhoog keek naar het balkon van
diezelfde Stadsschouwburg. Als een
vleesgeworden droom verscheen daar
de man die door zijn lange gevangenschap de grootste mythe van de strijd
In deze cel op Robbeneiland zat Nelson Mandela 27 jaar gevangen (Flickr)
leider uit Zuid-Afrika hetzelfde. Paul
Kruger oogstte hier steun en bewondering als voorman in de Boerenoorlog.
In deze koloniale strijd tussen Afrikaners en Engelsen diende de zwarte
bevolking als ‘kanonnenvoer’. Men
Wie alle nadruk legt op verschillen, loopt het risico mensenrechten te schenden. Dat is de les van apartheid.
tegen apartheid was: Nelson Mandela.
Hij bedankte Nederland voor de steun
tegen apartheid.
Boom is geveld
Erica Meijers is
hoofdredacteur van
De Helling. In haar
proefschrift Blanke
broeders zwarte
vreemden, Hilversum,
Uitgeverij Verloren
2008, bespreekt zij het
debat over racisme
en apartheid in de
protestantse kerken in
Nederland.
maart 2014 - nr. 1
En nu is de grote boom eindelijk
geveld. In de hemel is ongetwijfeld
de rode loper uitgelegd op de dag dat
Mandela stierf. Het is voor een groot
deel aan hem te danken dat de apartheid niet in een burgeroorlog eindigde.
Van verguisde terrorist werd hij een
bejubeld icoon. Op die zondagmiddag
in Amsterdam werd hij herdacht door
velen die zich jarenlang daadwerkelijk
voor zijn vrijlating en voor het afschaffen van apartheid hadden ingezet. De
geest van anti-apartheid en actie werd
weer even wakker, misschien voor het
laatst. De ontroering die dat in elk
geval bij mij opriep, dwingt echter ook
tot nadenken.
Want er is sprake van een opmerkelijke
slingerbeweging als het gaat om het
debat over apartheid en racisme in
Nederland. Een eeuw voordat Mandela
Nederland bedankte, deed een andere
zag hen als minderwaardig, dierlijk en
heidens en noch in Zuid-Afrika, noch
in Nederland dacht ook maar iemand
eraan hen te laten mee beslissen over
hun land. In een lange en moeizame
ontwikkeling veranderden de Nederlanders deze visie en kozen ten slotte
grotendeels partij voor de zwarte
meerderheid.
Humane wetten
Maar of daarmee de geest van racisme
voor altijd uit ons land is verdwenen,
mag worden betwijfeld. Kort na het
overlijden van Mandela schreef Erik
van den Bergh, de voormalige secretaris van de christelijke werkgroep tegen
apartheid, Kairos, terecht in Trouw
dat de Nederlandse regering Mandela
beter kan eren met humane wetten
voor vreemdelingen dan met vrijblijvende loftuitingen. En even merkwaardig contrasteren die loftuitingen met
de nationalistische verdediging van
zwarte piet in de weken ervoor, onder
andere door de premier zelf (‘zwarte
piet is nou eenmaal zwart’).
Zwarte leiders als Mandela en daarvoor al Martin Luther King zorgden er
voor dat de oude beelden van zwarten
als primitieve en kinderlijke creaturen
werden vervangen door het beeld van
zelfbewuste, moderne wereldburgers,
die velen overtuigden van de gelijkheid en eenheid van alle mensen. Dat
ideaal is juist in Nederland de laatste
jaren weer onder vuur komen te liggen
als een misplaatste vorm van ‘politieke
correctheid’, die ‘het volk’ verhinderde
te zeggen wat ‘we’ werkelijk dachten.
Het is waar, het eenheidsideaal bergt
het gevaar in zich dat aan reële en lastige verschillen te gemakkelijk voorbij
wordt gegaan. Maar wie alle nadruk
legt op de verschillen, loopt het risico
mensenrechten te schenden. Als er
iets is dat we van de apartheid hebben
geleerd, dan dat wel.
Herinterpretatie
De slogan Amandla!, ‘de macht aan
het volk’, is aan herinterpretatie toe.
Want dat ‘het volk’ niet één is, is in
Zuid-Afrika met zijn vele verschillende
culturen maar al te duidelijk. En dat
het nog altijd een strijd is wie er wel en
niet tot ‘het volk’ behoort, maakt het
populismedebat in Nederland zonneklaar. Maar toch gaat het nog altijd om
de macht. Wie definieert de identiteit
van de anderen en beslist over hun
toekomst? Als kreet die opkomt voor
iedereen die is buitengesloten van
deelname aan de macht, is ze nog
altijd geldig: Amandla!
Het lijken me treffende voorbeelden bij wat Dominique
Moïsi noemt de Geopolitiek van de emoties. Hij beschrijft hoe de Verenigde Staten en Europa gedomineerd
worden door de emotie angst, de Arabische landen door
vernedering en Azië door hoop. Natuurlijk is dat te generaliserend, maar een kern van waarheid heeft het wel. De
angst voor de ander speelt in de oude Westerse landen
op omdat hun economische en militaire overmacht tanende is en daarmee de zekerheden afbrokkelen. De financiële en economische crisis verergert dat alleen maar.
Als de werkloosheid toeneemt, mensen hun huis niet
meer kunnen betalen en de verzorgingsstaat afbrokkelt…
De angst is reëel, maar niet behulpzaam. Als mensen
zich bedreigd voelen, vertonen ze dezelfde natuurlijke
reacties als dieren: vluchten, vechten, of bevriezen. We
kunnen vluchten in de cocon van onze privésfeer, in een
wellness-spiritualiteit, of in al het plezier dat de consumptiemaatschappij ons aanbiedt. We kunnen ook vechten:
economisch, militair of politiek de strijd aangaan met al
dan niet vermeende tegenstanders binnen of buiten ons
land. Of we kunnen bevriezen, de muren hoog optrekken en doen alsof we met die boze buitenwereld niets te
maken hebben. ‘En dat is allemaal angst, allemaal angst.
De allergrootste schreeuwers, zijn dikwijls ’t bangst’, zo
zong Robert Long.
Die angst voor de ander begint met de gedachte dat er
een verschil is tussen wij en zij. Wij zijn hier en zij zijn
daar. Wij hebben het recht om hier te zijn en zij hebben
dat recht niet, tenzij wij zo goed zijn om hen hier toe
te laten. Wij hebben het recht dingen te doen zoals wij
dat willen en zij hebben dat recht niet. Zij zijn anders en
daarom moeten ze zich maar aan ons aanpassen.
Als kind woonde ik een aantal jaren in Suriname en
sindsdien begrijp ik weinig van dit scheidingsdenken.
Buren en schoolvriendjes waren blank, zwart of bruin en
moslim, hindoe of christen. Natuurlijk was iedereen anders. En, zo ontdekte ik in elk geval later, schuurde dat
natuurlijk ook wel eens. In elke samenleving – of het nu
een gezin is, een land of een wereld – botsen soms de
idealen, belevingen en belangen. Maar hoe anders ook,
we leven met elkaar op deze ene plek en zullen het met
elkaar moeten rooien.
Dat hele denken vanuit het verschil tussen groepen en
vanuit de verschillende rechten die mensen hebben, miskent één fundamenteel gegeven: dat het volstrekt toevallig is op welke plek we ter wereld komen. Mijn wieg stond
in Haarlem, maar het had ook Addis Abeba of Homs kunnen zijn. Mijn ouders gaven me de kans om veel te lezen,
te studeren, te ontdekken, maar dat had ook anders kunnen zijn. Ik ben gezond en ongehandicapt, maar dat had
ook anders kunnen zijn. Puur toeval is het dat ik in dit
land allerlei voorrechten geniet die anderen moeten missen. Maar het had anders kunnen zijn.
Wie dat tot zich door laat dringen, die beseft hoe onzinnig het is te spreken over rechten die we al dan niet
toekennen aan de ander. Het maakt de toevalligheid van
onze geboorte tot basis van onze macht over anderen en
het maakt een toevallig voorrecht tot een recht dat we
anderen kunnen ontzeggen.
‘Puur toeval is het dat ik in dit land allerlei
voorrechten geniet die anderen moeten missen’
Wat zou er gebeuren als we gaan leven vanuit het besef
dat we wereldburgers zijn? We zouden ophouden met
kunstmatige grenzen en onderscheidingen. We zouden
ruimte maken voor het feit dat we allemaal anders zijn,
maar zonder daar direct waardeoordelen aan te verbinden. We zouden heel kritisch zijn op structuren die mensen bevoordelen of uitsluiten op basis van toevalligheid.
We zouden ons ervoor inzetten dat anderen het net zo
goed hebben als wijzelf. Hoe jij wilt dat mensen met jou
zouden omgaan, doe zo ook met hen…
We zouden asielbeleid ontwikkelen alsof wijzelf asielzoekers waren. We zouden bijstand en werkloosheidsregelingen bedenken alsof wij er zelf een beroep op moesten
doen. We zouden ontwikkelingshulp geven alsof wij zelf
in de Centraal-Afrikaanse Republiek woonden. En we zouden niet rusten voor iedereen dezelfde kansen en mogelijkheden heeft. Geen angst voor de wereld, geen rug naar
de wereld. Een geopolitiek van geloof, hoop en liefde die
de angst verjaagt.
Prof. dr. Ruard
Ganzevoort is
voorzitter van De
Linker Wang.
maart
Maart 2014 - nr. 1
{RECENSIE
{COMMENTAAR
22
{ONDER OGEN
{AGENDA
23
BACKLASH
Hans Feddema
Bij het begin van de Arabisch Lente sprak ik wel over een
verlate Democratische Revolutie. Wat in meerdere Arabische landen plaatsvindt, gebeurde in Europa los van de
Franse Revolutie van 1789 immers vanaf 1870 (of als bij
ons vanaf 1848). De journaliste Rena Netjes zegt na haar
vlucht uit Egypte wegens een dubieuze aanklacht bij Pauw
en Witteman: ‘Onafhankelijke journalisten zijn eigenlijk
vogelvrij in Egypte’. En: ’Overal kun je klappen krijgen en
ook de mannetjes van de geheime dienst duiken steeds
op en je weet nooit wie je verlinkt’.
De burgeroorlog in Syrië met duizenden doden is natuurlijk veel erger, ook al hebben de ‘rebellen’ met hun keuze
voor geweld dit over zich zelf afgeroepen. Oorlog trekt bovendien ‘terroristen’ aan, zoals ook tot op vandaag in Irak
door de dwaze westerse militaire interventie van 2003. De
geschiedenis herhaalt zich nu zeker bij de strijd voor het
delen van de macht, een der idealen van de ‘progressieven’
in de jaren zeventig.
Doordat de Franse Revolutie bloedig ontaardde, kwam de
militair Napoleon aan de macht en was er daarna sprake
van de ‘Reactie’. In Libië, waar milities momenteel de
dienst uit maken, zie je nu een zelfde situatie. In Egypte
opereerde het democratisch gekozen Morsi-bewind niet
bloedig, maar haar tactische fouten leidden niettemin tot
een militaire coup, die het Westen in verlegenheid brengt.
Dat de VS dit alles door de vingers zien geeft te denken.
Het Westen deed dat ook toen er in Turkije in de vorige
eeuw regelmatig coups waren en doet dat helaas ook, nu
premier Erdogan om maar aan de macht te blijven daar
de rechtsstaat terugdraait.
In het Midden-Oosten, - denk aan Atatürk, Nasser, Saddam Hoessein en Mubarak -, is al te vaak een seculiere militaire elite die neerkijkt op de ‘eenvoudige’ vrome meerderheid, ja deze zelfs vaak onderdrukt. Dat Egypte weer
terug bij af is, valt te betreuren maar behoort als backlash
blijkbaar tot het langzame proces van democratisering.
Zeker als men te weinig de effectieve kracht van de strategie van Gandhi in de vingers heeft. Dat Saoedie-Arabië
een autocratie blijft en daarin door het Westen inclusief de
Europese wapenindustrie (die jaarlijks vier miljard euro
aan wapens exporteert naar dat land) worden gestijfd, is
ook een tegenslag. Blij word ik van Marokko dat recent
een nieuwe grondwet invoerde en nu een ongekende vrijheid van meningsuiting ervaart.
Dr Hans Feddema is antropoloog, publicist en redacteur De
Linker Wang
OKTOBER
Maart
2014
2013
- nr.
- NR.
1 5
VERTROUWEN IN GEMEENSCHAPPEN
Carin Hereijgers
Jos van der Lans en Pieter Hilhorst
staan bekend als strijders op het terrein van overheid en burgerschap. Ze
vonden elkaar in hun zorg om de overheid, die nogal onhandig met nieuw
burgerschap omgaat.
In Sociaal Doe het Zelven komt echter
een nieuw aspect naar voren. Hoe
kun je burgers gemeenschappen laten
vormen waardoor ze zelf problemen
op kunnen lossen, en de overheid dus
veel minder nodig hebben dan voorheen. De verzorgingsstaat brokkelt
af – en dat praten ze niet goed - maar
er zijn zeker alternatieven. ‘Bij die
herordening gaat het […] om nieuwe,
moderne vormen van gedeelde verantwoordelijkheid (in plaats van eigen
verantwoordelijkheid of zelfredzaamheid) . […] Het gaat om het effectief
benutten van het altruïsmeoverschot,
het overschot aan goede intenties van
mensen die nu vaak onbenut blijven.’
Het concept van nieuwe gemeenschappen is spannend. Hoe ziet dat
eruit? Werkt het in- of uitsluitend?
Is het een doekje voor het bloeden
tijdens de crisis, of is het werkelijk
de opkomst van een nieuw elan? De
schrijvers trekken een vergelijking
tussen de opkomst van allerlei sociale
bewegingen in het begin van de vorige
eeuw. Toen uit noodzaak van armoede.
Nu uit noodzaak van het ontkomen
aan bureaucratische verstikking.
Er wordt in het boekje niet verwezen
naar kerken terwijl veel kerken wat betreft gemeenschapsvorming als voorbeeld kunnen dienen. Bijvoorbeeld als
natuurlijke ontmoetingsplaats, als plek
waar voedselbanken steun krijgen, als
plek waar bewustzijn over een gezonde
aarde gepredikt wordt of concrete hulp
geboden wordt aan vluchtelingen.
Hoe kun je nieuwe sociale netwerken
laten ontstaan en… hoe zorg je ervoor
dat juist de overheid dat soort ontwikkelingen niet van de weeromstuit
belemmert? Ook al zijn de initiatieven
nieuw en soms niet tot achter de
komma in protocollen en regels te
vatten, durft de overheid dan toch op
haar eigen burgers te vertrouwen? Die
vraag roepen ze in dit boek op en is
nog niet heel eenvoudig te beantwoorden.
Ondertussen beschrijven Hilhorst en
Van der Lans wel een aantal initiatieven die functioneren en die zich als
een olievlek mogen verspreiden als het
aan hen ligt. Het gaat dan om broodfondsen, burgerenergiecoöperaties,
crowdfunding door bibliotheken, Eigen
Kracht conferenties in de jeugdzorg,
ouderparticipatiecrèches, collectief opdrachtgeverschap in de woningbouw
of de goede doelen 1% club.
Het voornaamste gegeven van Sociaal
Doe het Zelven is het organiseren van
vertrouwen van burgers in elkaar.
Specifieke kleinschaligheid kan sterk
maken, maar het moet de bekrompen
dorpssfeer wel ontstijgen inclusief het
teveel aan sociale controle en gebrek
aan kwaliteit. Die uitdaging pakken
burgers tegenwoordig samen op en
soms haakt de overheid daarbij goed
aan.
Qracht 500: armen centraal
Het eenmalig magazine ‘Qracht 500’
komt in februari in de winkels. Het
blad, met een knipoog naar Quote 500,
wil armoede op een positieve manier
onder de aandacht brengen. Journaliste Annemiek Onstenk interviewde
ruim 150 mensen. De geportretteerden
hebben zeer uiteenlopende achtergronden. Zij zijn werkloos, werkzoekend of
werkend, chronisch ziek, failliet gegaan,
verslaafd, depressief, gescheiden, gedetineerd geweest, illegaal, dakloos en
hebben schulden. Of een combinatie
daarvan. Meer informatie:
http://www.qracht500.nl/
Bezorging door PostNL
Van meerdere abonnees kreeg de redactie melding dat het vorige nummer
van De Linker Wang niet werd thuisbezorgd. Het verscheen rond 6 december
met Bas Eickhout op de voorplaat (zie
foto). Mocht u als abonnee het blad
ook niet hebben ontvangen, mail dan
uw naam en volledige postadres naar
[email protected] onder
vermelding van ‘nazending decembernummer’. U krijgt het blad dan nagestuurd. De Linker Wang verschijnt 5
keer per jaar: altijd in de eerste helft van
maart, mei, juli, oktober en december.
Zodra een nieuw nummer verschijnt
is de voorplaat en inhoudsopgave te
zien op www.linkerwang.nl waar alvast
enkele artikelen online worden gezet.
Abonnees hebben
uiteraard recht op
een fysiek exemplaar
in de brievenbus
bezorgd door
PostNL of desnoods
nagezonden door
onze eigen administratie.
Mozeshuis gaat dicht
Sociaal doe-het-zelven, De idealen en
de politieke praktijk, Pieter Hilhorst, Jos
van der Lans, Uitgeverij Atlas Contact,
Amsterdam/Antwerpen, 187 pagina’s,
ISBN 978 90 450 2589 6.
maatschappelijke- en interreligieuze
activiteiten, een begrip geworden in
en buiten Amsterdam. De Stichting
Mozeshuis is een van de maatschappelijk–culturele instellingen in Amsterdam
waarvan sinds 2010 de subsidiebijdrage
van de gemeente stapsgewijs gehalveerd is. Het op eigen kracht opvangen
van deze financiële tegenvaller bleek
niet haalbaar.
Op 2 maart 2014 sluit de Stichting
Mozeshuis in Amsterdam definitief
haar deuren. Hiermee komt een einde
aan 45 jaar activiteiten voor de stad,
waartoe ook de exploitatie en programmering van de Mozes & Aäronkerk
behoorden. De kerk is in de loop der
jaren, vanwege haar geëngageerde
Iftarmaaltijd in Mozes- en Aäronkerk in
2010 na afsluiting van de ramadan (flickr
creative commons/FNV Bondgenoten)
Nieuwe gids ‘betaalbare vakanties
In de gids bundelt de werkgroep Arme
Kant van Nederland/EVA elk jaar beschrijvingen, adressen en weblinks van
organisaties die betaalbare vakanties
aanbieden. De gids voor 2014 verschijnt om budgettaire redenen niet
in druk. De nieuwe gids is wel gratis
te downloaden. www.armekant-eva.nl/
projecten/vakantiegids.html
IKV Pax Christi wordt PAX
Het baarde toch wel opzien. Vredesorganisatie IKV Pax Christi schrapt de
verwijzingen naar het christendom uit
haar naam. De nieuwe naam is ‘PAX’.
Dit nieuws via dagblad Trouw zorgde
voor veel ophef. Volgens directeur Jan
Gruiters riep ‘Christi’ verkeerde associaties op. “Sommigen denken dat
we van de zending zijn.” Het blijft een
christelijke organisatie benadrukt hij.
“Pax is niet zomaar een studieclubje
met morele waarden.” Kritische reacties
waren er ook, zoals van Mient-Jan
Faber, oud-secretaris van het IKV. In
de recentelijke nieuwsbrief heeft PAX
begrip voor deze zorg.
“Maar wij zullen onze christelijke identiteit en onze verbondenheid met de
kerken nooit opgeven.”
16 maart Duizend stemmen zingen Oosterhuis
Initiatief van Leerhuis & Liturgie Brabant, Stichting Oecumenische Vieringen Eindhoven SOVE in samenwerking
met De Brug Lier (B) en De Nieuwe Liefde Amsterdam.
Een concert waaraan de koren van alle ekklesia en gemeenschappen in Zuid-Nederland en Vlaanderen kunnen
meedoen. Huub Oosterhuis zal bij dit concert aanwezig
zijn en het programma inleiden.
Van 13.30 uur tot 19.00 uur, Muziekgebouw Eindhoven,
Heuvel Galerie 140, vlakbij NS station.
Kaarten bestellen via www.muziekgebouweindhoven.nl
24 maart Demonstratie tegen kernwapens
Op 24 en 25 maart 2014 vindt in Den Haag de Nuclear
Security Summit plaats. In veel landen, ook in Nederland,
liggen nog steeds kernwapens opgeslagen. Het Haags
Vredesplatform, Vrouwen voor Vrede en Catholic Worker
organiseren daarom een actie om hun zorgen over kernwapens aan de wereldleiders over te brengen.
Aanvang: 11.55 uur, Centraal Station Den Haag.
Meer informatie www.noelhuis.nl.
26 maart Debat over economie, ethiek, religie en
literatuur
Tomáš Sedláček enJoseph Vogl gaan in gesprek over
economie, ethiek, religie en literatuur. Beiden econoom,
maar kijken toch verschillend aan tegen hun vakgebied.
Tijd: van 20:00 tot 22:00 uur. Locatie: Collegezalencomplex Radboud Universiteit, Mercatorpad 1, Nijmegen
Organisator: Soeterbeeck Programma. Deelname: € 9,50,
medewerkers RU en Vrienden van de RU € 7,-, studenten,
scholieren en Soeterbeeck-abonnees gratis.
Inschrijven: http://www.ru.nl/soeterbeeckprogramma
25 april Bezoek Patriarch Constantinopel
Bartholomeus, de patriarch van Constantinopel spreekt
met leden van de Raad van Kerken en enkele genodigden.
De organisatie ligt in handen van de Raad van Kerken en
de Oud-Katholieke Kerk. Plaats: In De Driehoek, Willemsplatsoen 1c, Utrecht. Op donderdagavond 24 april is er
een vesper en verzorgt de patriarch de Quasimodolezing.
Die is voor iedereen toegankelijk.
1-12 mei Studie- en ontmoetingsreis naar Israël/Palestina
Locatie: Galilea, Bethlehem en Oost-Jeruzalem
Kerk in Actie organiseert een studie- en ontmoetingsreis
naar Israël/Palestina, van donderdag 1 mei 2014 tot
zondag 11 mei 2014. Tijdens deze studiereis vinden veel
ontmoetingen plaats met joden, moslims en christenen,
om zo meer inzicht te krijgen in de impact van het conflict op het dagelijks leven van mensen, maar ook op de
inzet van Israëliërs en Palestijnen voor vrede en
gerechtigheid.
Lees meer op http://www.nieuwwij.nl/nieuws/studiereisisrael-palestina/
13 mei Uitreiking Ab Harrewijnprijs
Aanvang: 15.00 uur, Muiderkerk, Linnaeusstraat 37, Amsterdam (gewijzigde locatie).
Uw bijeenkomst in de agenda?
Mail naar: [email protected]
Maart 2014 - NR. 1
{DE UITSMIJTER
24
De glimlach van een kind
Fatimazohra Hadjar
Mijn naam is Fatimazohra Hadjar,
moeder van vier kinderen tussen de 32
en 17 jaar.
Ik werd op 26 augustus 1962 geboren
in Paramaribo, Suriname. Ik kom uit
een gezin van negen kinderen, waarvan
ik het jongste meisje ben. Op zesjarige
leeftijd ben ik naar Nederland verhuisd
vanwege mijn vader die hier een baan
kreeg. Het gezin waarin ik opgroeide
kenmerkte zich door warmte, liefde
en onbaatzuchtigheid. Geen wonder
dat alle vrouwelijke familieleden in de
hulpverlening terecht zijn gekomen,
met name in de medische sector.
Woonachtig in Amsterdam kwam ik in
aanraking met onder andere Marokkaanse moeders aan wie ik taallessen
gaf. Zij confronteerden mij met de
met hun persoonlijke trieste en wrede
verhalen werd geconfronteerd. De mishandelingen vanuit huis, het onbegrip
vanuit school, het buiten sluiten en
seksueel misbruik. De behoefte aan
liefde, warmte bij deze jongeren
was heel groot en dat begon ik
hen te geven. Ik was er voor hen, ik
luisterde zonder te oordelen en ik ging
overal met hen mee naartoe. Ik wilde
aandacht voor de persoon achter de
crimineel vragen, aandacht voor de
achtergrond die de oorzaak waren van
hun gedrag en activiteiten.
Door het ondersteunen van deze
jongeren, voornamelijk met een
Marokkaanse achtergrond en die geregistreerd waren als lid van een bende,
kreeg ik te maken met multiproblem
gezinnen. Alleenstaande moeders met
schulden, vrouwen die slachtoffer wa-
Ik word blij wanneer ik jongeren weer hoop kan geven,
wanneer ik een moeder weer terug zet in haar eigen kracht
problemen die ze hadden met hun
opgroeiende zonen. Ik kwam thuis bij
deze moeders en maakte zo kennis
met het gehele gezin. Vandaaruit ging
ik taalprojecten voor Islamitische
kinderen opzetten om zo hun onderwijskansen te vergroten. Ik werd
binnen korte tijd dé bewoonster uit
Slotervaart en Amsterdam NieuwWest waar je terecht kon voor vragen,
ondersteuning en hulp bij het schrijven
van brieven. Zo kwam ik in contact
met een jongerencentrum. Daar werd
me de vraag gesteld of ik jongeren
die geen school hadden afgemaakt,
kon ondersteunen in het zoeken naar
een geschikte opleiding. Helaas bleef
het daar niet bij. De jongeren hadden
contacten met jeugdreclassering, ze
hadden in jeugddetentie gezeten. Ook
hadden ze veel hulpverlening gehad
die niet aansloot bij hun behoeften. Ik
leerde deze jongens van een andere
kant kennen. Hoe meer ik in contact
kwam met deze jongeren, hoe meer ik
achter de diepgewortelde oorzaak van
hun criminaliteit kwam. Daar wilde ik
iets aan doen.
Mijn motivatie om deze jongeren te
ondersteunen lag in het feit dat ik
maart 2014
Maart
2014--nr.
NR.11
ren van huiselijk geweld, kinderen die
getuige waren van huiselijk geweld en
het gedrag van deze kinderen zorgde
voor vele problemen op school. Ik werd
met vroegtijdige schoolverlaters geconfronteerd. Toen besloot ik mij in te
zetten voor, zoals dat genoemd wordt,
de zwakkeren in de samenleving.
Mijn motivatie hierbij is dat iedereen
ertoe doet. We moeten niet uitsluiten
maar insluiten. Omdat mijn moeder
altijd zei ‘je kunt nooit de tuin van de
buren schoonmaken als je eigen tuin
nog vuil is’, zette ik mij alleen in voor
mensen waarvan het land van herkomst van hun ouders niet Nederland
was.
Ik word blij wanneer ik jongeren weer
hoop kan geven, wanneer ik een
moeder weer terug zet in haar eigen
kracht, wanneer kinderen er weer bij
horen op school. De glimlach van een
kind is onbetaalbaar, de warmte en
oprechte dankbaarheid van jongeren is
onbetaalbaar.
Ik word boos en verdrietig als alleenstaande moeders door scholen
en instellingen als Bureau jeugdzorg
als slechte ouders worden neergezet.
Als jongeren die meerdere keren met
justitie in aanraking zijn gekomen
doodgezwegen worden door de
gemeenschap. Als jongeren buitengesloten worden, dan doet mij dat pijn en
maakt mij dat boos.
Ik word boos omdat ik van mening
ben dat we allemaal mensen zijn, dat
niemand perfect is en iedereen een
nieuwe kans verdient. Alleenstaande
moeders verdienen dat en ook criminelen.
Mijn energie haal ik allereerst uit
mijn onvoorwaardelijke liefde voor de
Almachtige. Ik haal mijn inspiratie uit
geloof en ook uit mensen die gevochten hebben tegen onrecht. Mensen
als Gandhi, Nelson Mandela, Moeder
Teresa, de Dalai Lama, Martin Luther
King, Rosa Parks en mijn grote held
Che Guevarra. Zijn kwamen in opstand
tegen onrecht dat anderen werd aangedaan. Moeder Teresa zorgde voor
de armen, zieken, ze sloot ze niet uit,
maar zorgde ervoor dat ze erbij gingen
horen. Nelson Mandela leerde mij te
vergeven, te verbroederen en niet mijn
identiteit te verliezen. Martin Luther
King leerde mij er trots op te zijn dat
ik een zwarte vrouw ben. Rosa Parks
leerde mij nee te zeggen tegen onderdrukking van wie dan ook.
We all are Human, and we all have the
right to be.
Fatimazohra Hadjar is jongerenwerker in
Amsterdam, directeur van stichting Kinderen
in Achterstandsposities (KAP) en voorzitter van
Think-KABIR voor trainingen, coaching en ‘soul
searching’ voor migranten.