Maart 2014 - NR. 1 1 Greenpeace-activiste Faiza Oulahsen: boycot is zinloos Overdracht zorgtaken naar gemeenten gaat te snel Toekomst voor God in Hilversum maart 2014 - nr. 1 {VAN DE REDACTIE 2 {EN VERDER 3 6 Verkiezingsprogramma’s en religie 8 Indiaanse spiritualiteit in Bolivia Theo Brand eindredacteur COLOFON Magazine De Linker Wang is een uitgave van stichting De Linker Wang. ‘Politiek met compassie’ is het motto van De Linker Wang, de religiewerkgroep van GroenLinks maart 2014 Maart 2014--nr. NR.11 Twee bijzondere mensen vertellen in dit nummer van De Linker Wang hun verhaal: Faiza Oulahsen (26) en Edy Korthals Altes (90). Op het eerste gezicht lijken ze weinig gemeenschappelijk te hebben. Het leeftijdverschil tussen beiden is groot en hun achtergrond zeer divers. Maar wat hen bindt is hun gedrevenheid en idealisme. Zo zegt Oulahsen: ‘Het is écht vijf voor twaalf. Wij kunnen de aarde doorgeven aan toekomstige generaties. Maar dan moeten we nu een pas op de plaats maken.’ En Korthals Altes – die rond het verschijnen van dit nummer zijn negentigste verjaardag viert – meent dat we in een geestelijke crisis verkeren: ‘We moeten ons weer fundamenteel met elkaar verbonden weten en eerbied voor de natuur hebben. Ik heb daarover zorgen maar ook hoop.’ Korthals Altes gaf in de jaren tachtig zijn loopbaan als succesvol ambassadeur op na een bijzondere droom. Daarna is hij zich gaan inzetten voor vrede en interreligieuze samenwerking. Ook vandaag roept hij mensen op tot bezinning: ‘We zitten allemaal in het zelfde bootje: gelovigen en niet-gelovigen. Daarom roep ik op tot een spirituele vernieuwing.’ Fatimazohra Hadjar uit Amsterdam-West lijkt in spiritueel opzicht op dezelfde golflengte te zitten. Zij verzorgt de rubriek ‘De Uitsmijter’ op de achterzijde van dit blad. ‘Ik haal mijn inspiratie uit geloof en uit mensen die gevochten hebben tegen onrecht’, schrijft ze. En ze doet dat laatste zelf ook door te werken voor mensen in de probleemwijken van onze hoofdstad. Nederland heeft eigenlijk overal van deze gemotiveerde mensen nodig, zeker omdat belangrijke zorgtaken volgend jaar worden overgeheveld van het Rijk naar de gemeenten. Redacteur Bas Joosse was aanwezig bij een conferentie over dit onderwerp en schreef er een verslag over. Conclusie: dat gemeenten taken overnemen is niet verkeerd, maar het gaat nu te snel en er wordt teveel bezuinigd om de transitie op een verantwoorde wijze vorm te geven. In elk geval zouden gemeenten een goed beleid voor mantelzorgers moeten opzetten, stelt redacteur Herman Radstake. ‘Nu gemeenten de ondersteuning van mantelzorgers opnieuw moeten inrichten, is er een kans om bestaande weeffouten recht te trekken.’ In zijn artikel doet Redactie: Theo Brand (eindredactie), Jan Spijk (eindredactie), Hans Feddema, Bas Joosse, Wilhelm Lagrouw, Cor Ofman, Herman Radstake, Bas Roufs en Iris Savelkouls. Aan dit nummer werkten mee: Irma Beusink, Ruard Ganzevoort, Fatimazohra Hadjar, Erica Meijers, Enis Odaci en Margrietha Reinders. Commentaartekening: Maarten Wolterink. Omslagfoto: Faiza Ouhlasen. Foto: Dmitri Sharomov/Greenpeace. Herman een aantal suggesties en hij schrijft: ‘Kiezers doen er goed aan om bij de komende gemeenteraadsverkiezingen lokale verkiezingsprogramma’s hierop na te lopen.’ Ja, want op 19 maart is het zover. We mogen dan naar de stembus voor een nieuwe gemeenteraad. En dat de campagne volop bezig is, zien we aan de hand van foto’s in het midden van dit blad, verzameld door redacteur Iris Savelkouls. Het gaat natuurlijk om stemmen winnen. Of misschien ook om meer? Het gaat er om mensen enthousiast te krijgen voor dat noodzakelijke en hoopvolle verhaal dat het met onze maatschappij radicaal anders moet en ook zoveel beter kan. Op dus naar 19 maart. Opmaak/vormgeving: Max Prins. Drukwerk: Twigt GrafiMedia, Waddinxveen. FSC-gedrukt op geheel gerecycled papier. Redactiesecretariaat: Theo Brand, Wagenschuurstraat 14, 8043 XW Zwolle. E: [email protected] Abonnee-administratie: De Linker Wang, Galvanistraat 14, 6533 DW Nijmegen. E: [email protected] Jaarabonnement: € 16,- (5 nummers). Betalingen en donaties: Triodosbank 39 02 64 393 t.n.v. De Linker Wang Faiza Oulahsen blijft strijdbaar 4 9 Column – Margrietha Reinders 12 Fotoverhaal: op weg naar 19 maart 14 Mantelzorgers als zorgpartners 18 Toekomst voor God in Hilversum De droom van Edy Korthals Altes Transitie zorg gaat te snel 10 16 19 Column – Enis Odaci 20 In herinnering aan Nelson Mandela 21 Andere wang – Ruard Ganzevoort 22 Commentaar – Hans Feddema Recensie ‘Sociaal doe-het-zelven’ 23 Onder Ogen/Agenda 24 De uitsmijter – Fatimazohra Hadjar o.v.v. ‘Abonnement De Linker Wang’ of ‘Donatie De Linker Wang’. Stichting De Linker Wang: De Linker Wang. Politiek met compassie. Religiewerkgroep van GroenLinks. Uitgever van het gelijknamige tijdschrift. Bestuur: Ruard Ganzevoort (voorzitter), Sijtse van Veen (secretaris) en Will Kranenburg (penningmeester), Mehmet Cerit, Suzan Doodeman, Tjeerd de Jong, Manuela Kalsky en Bas Roufs. E: [email protected] Website: www.linkerwang.nl. Twitter: @DeLinkerWang. maart 2014 - nr. 1 {INTERVIEW 4 5 Faiza Oulahsen blikt terug op Greenpeace-actie tegen olieboringen ‘Intens, maar ik had het voor geen goud willen missen’ Vermoeid, maar voldaan stond Greenpeace-activiste Faiza Oulahsen kort na haar terugkeer in Nederland De Linker Wang te woord. Ze maakt in dit interview de balans op van een intense periode van gevangenschap en angst. Bas Roufs Het was groot nieuws in september 2013. Met het schip Artic Sunrise voerde Faiza Oulahsen (campagneleider bij Greenpeace) samen met 29 anderen in die maand actie bij het boorplatform Prirazlomnaya in de Pechora Zee. De Russische kustwacht enterde het schip en de dertig activisten werden gearresteerd. ‘Piraterij’ is de aanklacht van de Russische autoriteiten. Er was massieve internationale druk nodig om de activisten vrij te krijgen. Uiteindelijk kwam Faiza vlak voor de jaarwisseling weer terug in Nederland. Maak eens de balans op. Wat zijn belangrijke leerpunten? ‘Op 6 september 2013 vertrok ik vanuit Nederland naar Kirkenes, de Noorse haven waar we zijn uitgevaren. Pas op 27 december 2013 vloog ik vanuit St. Petersburg terug naar Nederland. Wat er in die tussentijd gebeurde, was ongelooflijk intens: onze actie bij het boorplatform, de ongebruikelijk heftige Russische reactie daarop, de arrestatie, de aanklacht en alle diplomatieke incidenten en het vele werk dat verricht is. Het was een bijzondere levenservaring – met beproevingen, emoties, angsten en moeilijke momenten. Je leert jezelf kennen, fysiek en mentaal. Ik ben er goed uitgekomen – daar ben ik trots op. Al met al een heel positieve ervaring die ik voor geen goud willen missen. Rusland handelde volstrekt onrechtmatig door ons te enteren in internationale wateren maart 2014 - nr. 1 Ben je bang geweest? ‘Er zijn angstige momenten geweest tijdens de detentie. Je denkt dan na over wat je kwijt bent, wat er toe doet en wie er voor je zijn. Met 29 anderen deel ik dezelfde ervaring. Met hen heb ik een band voor de rest van mijn leven; ik heb er 29 familieleden bij gekregen. Die ervaring zie ik als een echte zegen. Tijdens de eerste week van het voorarrest was ik bang. Ik dacht toen: ‘dit is het land waar alles kan’. Het was me al bekend dat je er in de cel kan belanden bij een protest. Maar de beschuldiging van ‘piraterij’ was absurditeit ten top. Rusland handelde volstrekt onrechtmatig door ons te enteren in internationale wateren. Maar ja, bij dat land moet je op dit soort incidenten voorbereid zijn. Ik was bereid een prijs te betalen: even vastzitten. Maar ondanks de angst voor een paar jaar cel – vaak dacht ik aan Pussy Riot- peinsde ik er niet over te stoppen met mijn werk. Stoppen met leuzen roepen zoals Save the Arctic? Nee, totaal niet! Ik ben ervan overtuigd dat we niks verkeerds gedaan hebben; ook ik in de cel dacht ik er zo over. Geen enkele reden om ergens mijn excuses voor aan te bieden. Greenpeace doet voortdurend vreedzame acties, zoals die bij de Prirazlomnaya, het eerste offshore olieboorplatform dat in het Noordpoolgebied is gebouwd. De risico’s zijn zó groot! Het is een kwestie van tijd om te wachten op een ramp waarvan de omvang die van de Deep Horizon in de Golf van Mexico gaat overtreffen.’ het Noordpoolgebied. Olie en de Noordpool zitten in mijn portefeuille. Hoe ver kunnen we gaan zonder dat collega’s en vrijwilligers in Rusland gevaar lopen? Het kan voor hen enorme consequenties hebben. Van de dertig bemanningsleden zijn 26 niet-Russisch en nu veilig thuis; maar vier zitten daar nog. Ook die hebben amnestie gekregen. Krijgen die een strafblad of iets dergelijks – met wat voor gevolgen? Een Russisch strafblad maakt voor mij niet uit, maar wel voor mijn Russische collega’s. Voor laatstgenoemden voel ik me mede– verantwoordelijk. Ik wil een zo groot mogelijk verschil kunnen uitmaken, zonder collega’s en vrijwilligers in Rusland in gevaar te brengen. Wat zijn de gevolgen voor hen? Op deze lastige vraag heb ik nog geen antwoord.’ Tegen wat voor dilemma’s liep je aan? ‘Een belangrijk dilemma drong zich al in de cel op. Voor bezorgde familieleden in Nederland was het heel zwaar. Ik besefte dat ik niks zomaar alleen kan beslissen. Nu ik weer vrij ben, is mijn werk als campagneleider sterk verbonden met Rusland, vanwege Zeg iets over je motivatie; hangt die samen met je achtergrond? ‘Loesje zegt iets in de trant van hoe wij met het milieu omgaan komt neer op het gras maaien voordat het terug gegroeid is. Ik vind dit een mooie metafoor hoe wij met de aarde omgaan. Klimaatverandering, overbevissing, verzuring van de oceanen, ga zo maar verder. Het is écht vijf voor twaalf. Wij kunnen de aarde doorgeven aan toekomstige generaties. Maar dan moeten wij nu een pas op de plaats maken. Ik wil daar iets aan doen. In mijn eentje kan ik de wereld niet veranderen, maar vanuit Greenpeace draag ik mijn steentje bij. Een verband met mijn achtergrond zie ik niet direct. Natuurlijk, mijn motivatie voor het werk voor Greenpeace is onlosmakelijk verbonden met mijn waarden en normen. Geniet van het leven, maar neem verantwoordelijkheid voor medemens en toekomstige generaties. Houd rekening met de ander – in alles wat je doet. We gebruiken allemaal een stukje aarde. Wees er zuinig mee.’ Faiza Oulahsen voor de Artic Sunrise dat zo’n belangrijke rol speelde bij de actie tegen olieboringen in Rusland (foto Denis Sinyakov/Greenpeace) Hoe beoordeel je de politiek en de publieke opinie tijdens je detentie? ‘In de gevangenis heb ik soms brieven van mijn Russische advocaat en de Nederlandse consul ontvangen. Verder was ik vrijwel afgesneden van de buitenwereld; nieuws heeft mij slechts deels bereikt. Aangenaam verrast was ik door de inzet van de Nederlandse overheid. Voor mijn collega’s en mij heeft Nederland een rechte rug gehouden. Het heeft Rusland ter verantwoording geroepen voor de illegale entering van de Artic Sunrise. Toen dat land daaraan geen gevolg gaf, is Nederland naar het Zeerecht–tribunaal in Hamburg gestapt. Verder heeft premier Rutte zich al vroeg uitgesproken tegen detentie van ons. Intussen hing minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans regelmatig aan de telefoon met zijn Russische ambtsgenoot Sergei Lavrov. Dit alles waardeer ik.’ ‘We hebben geweldig veel wereldwijde steun ondervonden. Ook uit Rusland zelf waar veel mensen buiten grote steden in de natuur leven en zien hoe er om dat die gerespecteerd worden. We moeten pragmatisch naar dat doel toewerken. Van homo-organisaties in Rusland heb ik gehoord dat je met boycotten het probleem niet oplost. Weet je, de relaties moeten in tact blijven. Dat helpt beter dan een eventuele boycot. Rusland is totaal anders. Westerlingen hebben daar weinig begrip voor. Intussen heb ik dat land enigszins leren kennen. Ik ben er twee keer geweest, waaronder één keer als politieke gevangene. Ik ga niet mee met de kritiek op de Nederlandse delegatie. Het is logisch dat koning Willem-Alexander, koningin Maxima en minister Edith Schippers mee zijn gegaan. Premier Rutte is slechts twee dagen in Sotsji geweest. Korter dan de andere Nederlandse delegatieleden. Een belangrijk deel van die tijd heeft Het was een bijzondere levenservaring – met beproevingen, emoties en angsten met de natuur wordt omgegaan. Rusland is veel meer dan politieagenten en rechtszalen; juist vrijwilligers daar hebben ons het hardst ondersteund. Ook gevangenisbewaarders, rechters en openbare aanklagers steunden ons off the record. Tsja, het is wel naar hoe staatsmedia en de Russische regering ons van alles en nog wat beschuldigden. Dat spel hoort nu eenmaal bij het politieke proces. GroenLinks heeft ook actie voor mij ondernomen. Daar heb ik zó veel waardering voor! Zo zag ik onlangs een afbeelding van leden van de groene Eurofractie die voor mij opkwam. Het vergt echt moed voor politici om te ageren tegen zo’n grootmacht als Rusland. In de Tweede Kamer heeft GroenLinks constant ministers scherp gehouden en vragen gesteld. Vanuit Amsterdam en andere plaatselijke afdelingen heeft GroenLinks moties ingediend’. hij gebruikt voor gesprekken over de mensenrechtensituatie en de positie van homoseksuelen en transgenders in Rusland. Hij heeft gesproken met Poetin en Russische organisaties. Enerzijds begrijp ik de internationale boycot en de kritiek op Rutte, anderzijds denk ik: we doen zaken met Rusland, verdienen geld aan ze. Begin november ging het koningspaar en Timmermans op bezoek. Was er toen ook massaal protest tegen het bezoek? Probleem van symboolpolitiek is dat het vaak hypocriet is. Kortom, Nederland is in Sotsji geweest met een grote delegatie, soit, maar lijkt toch meer bereikt te hebben dan via een boycot mogelijk zou zijn geweest. Rusland is een land van eer en trots. Het is een uitdaging er heen te gaan en te kijken wat je er kan doen om toch wat te betekenen voor homo’s, lesbiennes en transgenders die het er moeilijk hebben.’ Hoe kijk je aan tegen de Winterspelen in Sotsji en de vrij grote Nederlandse delegatie in vergelijking met de kleinere delegaties uit andere landen? ‘De hot-topic nu is rechten van homoseksuelen. Uiteindelijk gaat het maart 2014 - nr. 1 6 7 GroenLinks lokaal: religie vraagt om luisteren en samenwerken Verdeeldheid over religie en koopzondagen Religie en verkiezingsprogramma’s. Soms staat er wel iets, dan weer niet. Met de gemeenteraadsverkiezingen voor de deur keek De Linker Wang hoe religie een rol speelt in de programma’s. En we namen ook de koopzondagen mee. Bas Joosse Als het woord ‘religie’ of ‘geloof’ opduikt, wordt er opvallend veel ‘geluisterd’ en ‘samengewerkt’ in het ideaalbeeld wat een verkiezingsprogramma vaak is. In Maastricht ‘luistert de gemeente naar religieuze en levensbeschouwelijke organisaties’, de Arnhemmers luisteren ook en zoeken eveneens naar samenwerkingsverbanden. gramma komt het woord niet voor. Ook over de koopzondagen schrijven de Eindhovenaren niets, maar dat zal ongetwijfeld zijn omdat die al bestaan in de lichtstad. Haarlem spreekt zich uit voor tolerantie en diversiteit. ‘We willen dat de gemeente de emancipatie van vrouwen en homo’s binnen culturele en religieuze groepen ondersteunt’, schrijft de lokale fractie. Over samenwerking of dialoog tussen religieuze groepen wordt niet geschreven. In Dordrecht houdt de fractie zich op de vlakte over de koopzondag. ‘We zijn er voorstander van om op zondagen ‘s ochtends de rust te handhaven’, schrijven ze in het programma. Maar de Dordtenaren vinden dat het de vrijheid van de winkelier is om op zondagmiddag open te gaan. Medewerkers De discussie over koopzondagen staat bol van de lokale sentimenten In Utrecht staat niets over luisteren, maar wordt gesproken over het ‘ondersteunen van van emancipatieinitiatieven, ook binnen culturele en religieuze groepen’. In het Rotterdamse programma komt luisteren naar of samenwerking tussen religieuze organisaties niet aan bod, maar is er ‘gewoon’ de ruimte om religie te praktiseren. Een verbod op de bouw of vestiging van gebedshuizen komt er, zo staat er expliciet, niet. In Veenendaal wordt niet gesproken over samenwerking tussen religieuze organisaties, maar wel heel duidelijk van een scheiding van kerk en staat. ‘Geen opzichtige religieuze of politieke symbolen achter gemeentelijke loketten’, staat er. Ook mogen er geen adresgegevens worden doorgegeven aan religieuze instanties. Diversiteit Onder het kopje ‘diversiteit en integratie’ wordt in Delft terloops de vrijheid van godsdienst nog even aangestipt, maar over het bevorderen van samenwerking tussen religies wordt niet gerept. In Eindhoven komen gelovigen er nog bekaaider vanaf, in het promaart 2014 - nr. 1 genieten ook een vrijheid. ‘Ze kunnen niet verplicht worden om op zondag te werken.’ In Middelburg neemt GroenLinks het duidelijkste stelling van alle eerdergenoemde afdelingen. Met religie moet niet krampachtig worden omgegaan, staat in het programma. Samenleven vraagt om tolerantie. ‘In een jaarlijks rondetafelgesprek met de religieuze en levensbeschouwelijke organisaties kan de gemeente schuurpunten bespreken, afspraken maken over publieke activiteiten waardoor men meer van elkaar te weten komt’, beschrijft de afdeling. Dit alles heeft tot doel eventuele vooroordelen op het gebied van levensbeschouwing weg te nemen. Ook de tolerantie jegens homoseksuelen en vrouwen binnen religieuze groepen is iets waar actief toe wordt opgeroepen. De gemeente moet dit actief ondersteunen, maar moet daarbij wel zoveel mogelijk aansluiten bij initiatieven vanuit de religieuze groepen zelf. Uit de verdomhoek? Onderscheid tussen moslims, boeddhisten, hindoes of christenen wordt trouwens ook nauwelijks gemaakt; waar religies staat, zijn dat religies in de breedste zin van het woord. Alleen in het Haarlemse programma komt hindoeïsme voor, in de context dat iedere Haarlemmer gelijk is: ‘ Of je nou liberaal, socialist, christen, moslim, hindoestaan, atheïst, hetero, homo bent, we zijn allemaal Haarlemmers.’ staat er. Vier jaar geleden maakte Herman Radstake een analyse in dit blad met eenzelfde insteek als dit artikel. Zijn conclusie destijds: religie zat in de verdomhoek. Waar het gaat om samenwerking tussen religies is vier jaar later nog best wat te winnen. Gezien de verkiezingsprogramma’s is die conclusie wel te rechtvaardigen. Een andere conclusie uit zijn stuk, dat religie aan de probleemkant stond met de islam en moslims bijna altijd in dezelfde zin, lijkt nu op basis van de programma’s minder houdbaar. Duidt dat er dan op dat alles pais en vree is? Misschien, als ‘geen nieuws’ goed nieuws is. Maar het vele ‘samenwerken’ en ‘luisteren’ wat in de programma’s opduikt, geeft wellicht aan dat er nog werk te verzetten is in de toenadering tussen religieuze groeperingen onderling en de gemeente. Koopzondagen Koopzondagen stonden bij de vorige verkiezingen nog niet zo hoog op de agenda als in deze tijd. Nadat ‘Politiek Den Haag’ vorig jaar de winkeltijdenwet wijzigde, kregen gemeenten zelf meer ruimte om de openingstijden van winkels en horeca aan te passen. Ook op zondag. Niet iedere lokale afdeling is daar blij mee, zo blijkt uit een inventarisatie van de programma’s op dit punt. Rotterdam heeft er niets over opgenomen, daar is het logischerwijs al lang toegestaan. In Groningen is men, net als in Zwolle, tegen een uitbreiding van het aantal koopzondagen. De Groningers hebben aandacht voor de positie van de kleine zelfstandige ondernemer en de werknemers. ‘Daarnaast is GroenLinks niet voor een 24/7 economie’, verklaart het programma het standpunt. De Zwollenaren laten het bij de ene zin ‘het aantal koopzondagen blijft gelijk’. In Arnhem werd in 2012 geregeld dat alle supermarkten op zondag open mogen zijn. GroenLinks was intern verdeeld over dit besluit, zo blijkt op de website. Een deel van de fractie vond dat ondernemers zelf moeten kunnen beslissen of ze op zondag open willen. Andere fractiegenoten vonden juist dat deze maatregel de consumptie teveel stimuleerde en dat de kleinere ondernemingen en wijkeconomieën uit het oog verloren werden. Twee raadsleden stemden voor het besluit, drie waren tegen. De Houtense raadsfractie stemde in 2012 al tegen een voorstel voor zondagsopening, ook omdat de winkeliers in de Utrechtse gemeente in meerderheid tegen waren. Imago Opvallend is een deel van de motivatie van de Veenendaalse afdeling om voor koopzondagen te pleiten: ‘Veenendaal moet eens af van dat Veluws imago’, stelt de afdeling in haar programma, verwijzend naar het strengchristelijke imago dat nog steeds aan de gemeente kleeft. Verderop staat uitgelegd dat ‘zelfs’ in kleinere buurgemeenten de winkels op zondag open mogen. ‘Dan kan Veenendaal niet achterblijven’, schrijft men. In eerste instantie lijkt een volledige vrijgave van de winkeltijden wat te ver: een maandelijkse koopzondag voor alle winkels, supermarkten uitgezonderd: zij mogen wel iedere zondag open. In het Friese Smallingerland, waar het dorp Drachten de grootste plaats is, lijkt ook de troefkaart imago gespeeld te worden. Er moeten juist meer koopzondagen komen vindt GroenLinks. ‘Smallingerland is een gemeente die zeven dagen per week bruist. Het uitgaansleven blijft niet beperkt tot de werkweek en de zaterdag’, stelt de Friese afdeling. De bibliotheek en het theater zijn al op zondag open, tot tevredenheid. De zondag biedt ook kansen voor de horeca en terrassen. ‘Mensen die over een tijdje op zondag met een bootje in het centrum van Drachten aanmeren, willen immers ook vermaakt worden!’, besluit het programma. De Sint Dominicuskerk in Alkmaar werd in 1974 gesloten voor de eredienst. Na een lange strijd voor behoud vindt in 1985 de sloop plaats. Het enige wat overeind bleef was één traptoren. Nu kunnen we winkelcentrum Domus op de plek van de kerk vinden. In het roltrappenhuis staat nog de oude kerkklok. Foto: Reinier Sierag. Bron: Flickr.com Creative Commons. ondernemer die niet gedwongen mag worden om op zondag open te gaan en kijkt GroenLinks om naar de werknemer: ook hij mag niet verplicht worden zondags te werken. In enkele gevallen is er ook oog voor de commercie, die je niet de wind uit de zeilen moet nemen door niet open te zijn. De discussie over koopzondagen staat bol van de lokale sentimenten. Zoals Linda Voortman bij een andere bijeenkomst van De Linker Wang in december in een andere context zei: daar valt de winst te halen, door het actief uitdragen van de GroenLinks standpunten. Verdeeldheid troef Over de koopzondagen en de rol van religie in de samenleving is verdeeldheid. Met name het omzien naar elkaar en tolerantie staan hier symbool voor. Bij religie wordt gekeken naar samenwerkingsverbanden, van elkaar kunnen leren. Bij de koopzondagen is er tolerantie tegenover de kleine maart 2014 - nr. 1 {COLUMN 8 9 Indiaanse spiritualiteit in Bolivia Geloof in de bezieling van de natuur IK SPOOR NIET! Margrietha Reinders In Bolivia wonen meer dan 36 indiaanse nationaliteiten die allemaal een eigen taal en cultuur kennen en zo ook op verschillende manieren hun spiritualiteit beleven. Met de verkiezing van de indiaanse president Evo Morales heeft deze spiritualiteit nu ook een politieke dimensie. Irma Beusink Vaak is er is sprake van een zekere mate van syncretisme (versmelting) waarbij christelijke godsdiensten zich op verschillende manieren hebben opgedrongen aan de verscheidenheid aan indiaanse religies. Toch hebben deze indiaanse religies deels een eigen dynamiek ontwikkeld waarbij er één overeenkomst lijkt te zijn en dat is het geloof in de bezieling van de Spirituele zuivering Vooral de Andesspiritualiteit wordt gekenmerkt door veel ceremonies, rituelen en devotie. Spirituele zuivering wordt verkregen door verschillende rituelen als inwijdingen en verbranding van natuurlijke wierook. Het eigen huis, dieren en aangekochte goederen worden tijdens speciale gelegenheden gezuiverd en ingewijd terwijl de pachamama bij iedere feestelijke gelegenheid wordt gezegend met een eerste teug van alcoholische drank, meestal maisbier. Mariadevotie vindt plaats in diverse bedevaartsplaatsen in het land waarbij Maria en Moeder Aarde een historisch gegroeid, uitwisselbare betekenis kennen. Devotie voor de ‘Maagd Maria’ vindt plaats in de vorm van langdurige dansprocessies. Net als met carnaval is er veel betekenis- Moeder aarde – pachamama – wordt bij iedere feestelijke gelegenheid gezegend natuur. Geesten en goden huizen in de bergen, de bomen, de rivieren, de moeder aarde, de zon, de maan en de sterren. Tegelijkertijd worden deze natuurfenomenen vaak gerepresenteerd als levende wezens waarvan, de pachamama, de moeder aarde, wel de bekendste is. Bolivia kent meer dan 36 indiaanse nationaliteiten (flickr creative commons) maart 2014 - nr. 1 volle expressie te zien in verschillende soorten meestal groepsdansen. Mensen dansen mee in de hoop dat een gedane wens in vervulling kan gaan tegenover het afleggen van een gelofte. Ook aan dolende zielen van overleden mensen en de plek waar zij zijn omgekomen worden sterkere genezende of wonderlijke krachten toegedicht. Een ogenschijnlijk meer aardse manier is het kopen van allerlei miniatuurobjecten als diploma’s, auto’s of huizen op de jaarlijkse markt van de alasita’s. Met deze aankoop hoopt men in het echt ook een auto of huis te krijgen. Allerheiligen Contact met overleden zielen wordt ook gemaakt tijdens Allerheiligen en Allerzielen dat begint met een nachtelijk bezoek aan het kerkhof en daarna thuis wordt gevierd met offers op een versierde tafel in de vorm van door de betreffende persoon geprefereerd eten, drinken en bloemen waarbij een speciale plaats op het altaar wordt ingenomen door verschillende vormen broodpoppen. Het nuttigen van cocabladeren, sigaretten en alcoholische dranken zijn dan de vluchtige ingrediënten waardoor energieën van geesten kunnen worden gekanaliseerd. Wederkerigheid en uitwisseling zijn Andesindiaanse principes die worden beleden op het gebied van liefde, eten en werk. Er wordt dan niet alleen energie en materie uitgewisseld binnen een echtpaar of de familie of gemeenschap, maar tegelijkertijd wordt dan een dienst bewezen aan de kosmos. Echtparen worden met elkaar verbonden via een pad van rituelen en sociale verbanden. Kruidengeneeskunde wordt op verschillende wijze beoefend waarbij het meestal de indiaanse vrouwen zijn die kruiden verzamelen, verbouwen en gebruiksklaar prepareren, maar ook mannen spelen hierin een rol. Veel indianen bezitten spirituele kennis en vaardigheden om zich te verbinden met natuurverschijnselen en om deze op te roepen. Op de hoogvlakte maar ook in het tropische laagland, vind je dan ook vaak op onverwachte momenten mooie regenbogen, verfrissende regenbuien, doorbrekende zonnestralen en verlichtende bliksemflitsen. De laaglandindianen als de chiquitanos schrijven deze natuurfenomenen toe aan de j’ichis, de geesten van natuur en bos die door collectieve energie kunnen worden opgeroepen.Er is een verschil in cosmovisie (levensbeschouwing) tussen hoogland- en laaglandindianen. Vooral de laaglandindianen hebben een meer holistische kijk op de relatie tussen natuur, mensen en spiritualiteit. Dit vertalen zij in het politiekjuridische concept van ‘territorium’ dat wordt opgevat als het geheel van land, natuur, geesten en mensen of ‘het grote huis van allen’. Politieke betekenis President Evo Morales is de eerste indiaanse president van Bolivia en hij werd twee keer met grote meerderheid van stemmen gekozen. Morales is van oorsprong een hooglandindiaan maar verhuisde naar het tropische laagland waar zijn leven als cocateler een politieke betekenis kreeg. Dit gebeurde mede door de repressie van de toenmalige door de VS gesteunde overheid. Cocabladeren hebben een spirituele functie in het leven van Boliviaanse indianen en het kauwen van bladeren geeft een licht stimulerend effect dat honger en vermoeidheid verdrijft. Evo Morales wordt tijdens verkiezingscampagnes maar ook als hij op bezoek gaat bij zijn achterban vaak aangekleed met mooie gekleurde geweven ponchos en omhangen met kransen van cocabladeren en bloemen. Met de toetreding van verschillende indiaanse vrouwen en mannen van diverse afkomst in de politieke arena, worden indiaanse gewoontes zoals de ritualisering van de openbare politiek, onderdeel van de politieke cultuur. President Evo Morales werd twee keer met indiaanse rituelen ingewijd als president op een belangrijke indiaanse plaats van de oude tempel van Tiwanaku. Nieuwe grondwet Doordat in de nieuwe grondwet de scheiding van kerk en staat is bekrachtigd, is het katholicisme nu niet meer de officiële staatsgodsdienst. Dit is mede het gevolg van de gezamenlijke lobby van de feministische en indiaanse beweging. De culturele pluriformiteit wordt in de nieuwe grondwet erkend. De whipala, de indiaanse vlag, symbool van diversiteit door de kleuren van de regenboog, is nu ook een officieel erkend staatssymbool. In de grondwet die als basis moest dienen voor het beleid en nieuwe wetgeving van de regering van Evo Morales, zijn collectieve indiaanse rechten en principes vastgelegd. In de huidige politieke verhoudingen betekent dat Andesindianen of de meer regeringsgetrouwe indiaanse boeren, dan wel eens de overhand kunnen hebben. Hierdoor kunnen in de praktijk verschillende indiaanse cosmovies over milieuzaken en natuurlijke hulpbronnen wel eens botsen. De president Evo Morales profileert zich in de internationale politieke arena als indiaanse klimaatlobbyist. Tegelijkertijd oogst hij kritiek van een deel van de indiaanse achterban voor wie het milieu en klimaat in eigen land niet ver genoeg gaat. Een groot deel van de populariteit van de Masregering berust immers op de herverdelingspolitiek van inkomsten uit gas- en mijnbouwactiviteiten. Zelfs onder de indianen is men het er niet helemaal over eens of dit nu een gift of een verkrachting is van de pachamama. Vooralsnog lijkt deze indiaanse beweging al dan niet afgedwongen, strategisch te kiezen voor eenheid in diversiteit en doet men hiermee de indiaanse vlag eer aan. Bovenstaande kreet staat op een van de lievelings- T-shirts van mijn jongste zoon. Hij profileert zichzelf graag als iemand die niet helemaal in de pas loopt. Daarmee past hij helemaal bij het genetisch materiaal van zijn moeder! Regelmatig word ik in huis nageroepen: ‘Mam, het is tijd voor je pilletje!’, wanneer ik weer eens te hard zing of hardop in mijzelf loop te praten. Tot nu toe is het me echter gelukt om helemaal zonder pillen overeind te blijven. Behalve die ene keer, toen ik een halve bètablokker nam, tegen de zenuwen. Ik herinner me nog dat mijn benen aanvoelden als de poten van een olifant, die zich log en met ijzige kalmte over de steppe bewoog. Mijn hersenen leken op een zachte wattenbol. De vraag: ‘Heb je je pillen wel ingenomen?’ is tegelijkertijd een heel vertrouwd onderdeel van mijn leven als pastor in Amsterdam geworden. Allerlei soorten medicatie komen op mijn pad in contacten met de bewoners van de diverse en levendige stadswijk waar ik werk. Er zijn veel mensen ‘waar wat mee is’: door veel hulpverleners voor het gemak aangeduid als ‘GGZ-cliënten’. Het gaat om mensen zoals ik zelf, die in aanraking kwamen met het apparaat van de geestelijke gezondheidszorg. Doordat ze totaal onverwacht in een psychose terechtkwamen. Of langzaam maar zeker steeds dieper in een depressie wegzakten. Of de diagnose Asperger kregen na jarenlang tobben op school of op het werk. Een grote groep komt een trauma nooit meer echt te boven en blijft lijden aan een opeenstapeling van uitputtende ervaringen. De grens tussen gezond en ziek is in de psychiatrie heel vloeiend. U en ik verschillen verbijsterend weinig van mensen die langdurig overgeleverd raken aan psychiatrische begeleiding of afhankelijk worden van een scala aan pillen. Mensen met een psychische belasting die ik ontmoet zijn vaak gevoelige en creatieve geesten met een groot talent voor vriendschap. Die zich met enorme moed door het leven bewegen ondanks de beschadigingen die hen beperken. De verzamelterm ‘GGZ-cliënt’ doet hen dan ook bij lange na geen recht! Het stigmatiseert hen als patiënt en hulpvrager: als iemand die niet normaal is, maar afwijkend en daarmee lastig of eng.‘Ik hou niet zo van dat soort mensen, die bij jou komen’, hoor ik vaker dan mij lief is. Dan heb ik de neiging mijn zoons T-shirt aan te trekken met IK SPOOR NIET! erop. Als een Geuzen-outfit, waar ik trots op ben. Margrietha Reinders, predikant in Amsterdam. maart Maart 2014 - nr. NR. 1 {INTERVIEW 10 11 Oud-ambassadeur Edy Korthals Altes ongebroken idealistisch ’Wanhoop niet; ga door met de goede strijd’ In die ene nacht in 1984 kreeg hij een droom waarin hij in de levende ogen kijkt van de gekruisigde Christus. Hij wist meteen het antwoord op de pertinente vraag: ’En jij, wat heb jij gedaan met jouw mogelijkheden op dit kritieke moment?’ Het maakte voor ambassadeur Edy Korthals Altes een eind aan een maandenlang gewetensconflict over de wapenwedloop. Jan Spijk De oud-ambassadeur - die deze maand zijn negentigste verjaardag viert - woont nog steeds met zijn echtgenote zelfstandig in een ruim appartement aan de rand van Den Haag. Je steekt de straat over en je loopt zo de groene oase van park Clingendaal binnen. Zijn studeerkamer staat vol met boeken over politiek, economie, Europa en religie. Precies de wereld waarin hij zich al vele decennia lang begeeft. Hoewel geestelijk enorm sterk, laat zijn gezichtsvermogen hem langzaam maar zeker in de steek. De tijdschriften blijven steeds vaker in de plastic verpakking, maar hij bedient nog steeds de computer. Om te beginnen: is het eigenlijk niet raar dat een afgestudeerd econoom kiest voor de diplomatieke dienst? ’Ik had een grote interesse voor maatschappelijke problemen en vragen. Internationale betrekkingen boeiden mij. En ik was goed in talen.’ De carrière verliep voorspoedig. Hij leerde Europa als zijn broekzak kennen. In Bonn zette hij het jongerenwerk op, om de verhoudingen tussen Nederlandse en de Duitse jeugd te verbeteren. ’Het was begin jaren ’60. De oorlogsherinneringen waren vers, maar het ging ons er om dat de jeugd elkaar beter ging begrijpen, zicht zou krijgen op een gemeenschappelijke toekomst.’ Vervolgens kreeg hij posten in onder andere Rome, Djakarta en Brussel (EEG). In 1977 werd hij benoemd als ambassadeur in Warschau. De Koude Oorlog was nog in beton gegoten. U kreeg toen kort voor uw afscheid van de vrouw van de communistische president een houten beeldje van Jezus. Vond u dat niet opmerkelijk? ’Mijn vrouw was bevriend met de echtgenote van de Poolse president Jablonski. Ze wist dat ik geboeid was door dit beeld dat je soms op pilaren langs de wegen in Polen kunt zien. Het geeft goed weer de solidariteit van Christus met de lijdende mens. Jezus zit in de trieste houding van de arme Poolse boer die in de loop der eeuwen veel te lijden had van plundering en verwoesting door vijanden. Ik ken geen maart 2014 - nr. 1 Europees land dat meer geleden heeft onder al die invallen en oorlogen.’ Het was ook in die tijd dat Altes begon te twijfelen aan de strategie van de NAVO: de wederzijdse verzekerde vernietiging. Tegenover zijn kinderen heeft hij nog lang iemand als Joseph Luns – destijds secretaris generaal van de NAVO – verdedigd. ’Dat waren heftige gesprekken aan tafel’, weet hij zich nog te herinneren. Maar in de jaren tachtig veranderde hij radicaal van mening. Het Star Wars-plan van president Reagan verafschuwde hij. Altes vond het onverantwoordelijk dat de wapenwedloop nu ook in de ruimte werd voortgezet. Madrid was echter een buitengewoon aantrekkelijke post die hij niet graag wilde opgeven. Nog vijf jaar en hij kon met pensioen. Maar zijn geweten knaagde. U droomde toen dat u in een kerk in de levende ogen keek van de gekruisigde Christus. Wat gebeurde er met u? ’Ik zag het als een teken van Boven. Ik had nooit zo stilgestaan bij het woord van Genesis: Adam, waar ben je? Nu werd het voor mij duidelijk. Ik kon hier niet mee doorgaan. Ik voelde me bevrijd. Het was een van de meest indrukwekkende momenten in mijn leven. Ik ben van de Engelse school die zegt: als je het niet eens ben met je minister moet je vertrekken. Ik heb toen een paginagroot artikel voor Trouw over de waanzin van de wapenwedloop geschreven. Ik heb het minister Van den Broek eerst laten lezen. Hij schrok. Hij sprak zijn twijfel uit of hij mij kon handhaven, maar ik vertelde hem dat ik zelf mijn ontslagaanvrage zou indienen. Ik wilde mijn handen vrij hebben voor inzet voor vrede en veiligheid. In 1986 werd mij eervol ontslag verleend.’ Verloor u toen vrienden door uw beslissing? ’Dat gebeurde inderdaad. Een van mijn vrienden was het totaal oneens met mijn standpunt en er ontstond een verwijdering. Bij een andere collega, met grote NATO-ervaring, werd ik gevraagd op zijn begrafenis te spreken en dat in aanwezigheid van diplomaten en defensiemedewerkers. Ik heb er ook ontzettend veel voor terug gekregen. Ik heb een hele mooie loopbaan gehad, maar de tijd daarna met inzet voor voor vrede en interreligieuze samenwerking vind ik het belangrijkst in mijn leven.’ Na zijn pensionering schreef hij verschillende boeken over onder andere Europa, maar ook over de zo noodzakelijke spirituele vernieuwing van de mensheid. Dit komt ook terug in het geestelijk testament aan zijn kleinkinderen. Een indrukwekkend document met veel aandacht voor de figuur van Jezus. ‘Hij wijst in de richting van een rechtvaardige en leefbare wereld.’ In dit document noemt hij de Bergrede van Jezus revolutionair. Waar komt die bewondering voor Jezus vandaan? ’Het gaat verder dan bewondering. Jezus raakt mensen aan. Ik heb dat zelf ervaren met die droom. Je denkt natuurlijk wel eens dat de wereld maar niet beter wordt. Die strijd is er een van de lange adem en dankzij het geloof houd ik het vol. De kerk loopt dan wel leeg, maar het aantal zinzoekers neemt toe. De kerk moet inspelen op die noodkreet die er is in de maatschappij. Ik ben daarom blij met paus Franciscus. In zijn belangrijke brief over de vreugde van het Evangelie zegt hij nee tegen uitsluiting van mensen en nee tegen geldverheerlijking.’ U bent ook een warm voorstander van Europa. Maar in partijen als CDA en VVD neemt het eurosceptisme toe. Hoe kan dat? ’Ik vind dat zo slap. Alsof Brussel alle bevoegdheden van de nationale overheden afpakt. Alle beslissingen zijn en worden genomen door de ministers van de individuele staten zelf. Natuurlijk hoeft niet alles door Brussel gedaan te worden, maar op het gebied van buitenlandse zaken, defensie en bankentoezicht moet de Europese integratie doorgaan. Het is ook essentieel voor ons. Een aantal partijen laat zich nu leiden door het ‘gesundes volksempfinden’. Ik vind dat we de plicht hebben duidelijk te maken waarom de Europese integratie moet doorgaan. Daarover gaan ook de komende verkiezingen.’ Heeft u wat dat betreft vertrouwen in de Nederlandse politiek? Voor het eerst valt er een stilte in de studeerkamer. Eigenlijk wil hij er niet te veel over kwijt. ’We hebben dringend behoefte aan politici die staan voor hun zaak. Die een positief verhaal over Europa brengen’. Bent u door uw keuzes van de afgelopen jaren ook van politieke kleur verschoten? ’Ik ben nog heel lang lid gebleven van het CDA, maar toen er werd samengewerkt met de PVV was het voor mij helemaal over. Ik had overigens al moeite met de standpunten van de partij over Israël en de hypotheekrenteaftrek. Bij de laatste verkiezingen heb ik een voorkeurstem uitgebracht op Frans Timmermans. Ja, je kunt wel zeggen dat ik nu aan de linkerkant zit.’ Edy Korthals Altes (5 maart 1924) studeerde economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool in Rotterdam en werkte van 1951 tot 1986 in de diplomatieke dienst van Nederland. Tweemaal bezette hij een ambassadeurspost, van 1977 tot 1980 in de Poolse hoofdstad Warschau en van 1983 tot 1986 in de Spaanse hoofdstad Madrid. Over vrede en veiligheid en de noodzaak van geestelijke vernieuwing in Europa, schreef hij diverse boeken. 1988: Mens of Marionet 1988: Een dure keizer zonder kleren 1999: Heart and Soul for Europe 2002: Europa Ontwaak! 2002: Spiritualiteit 2008: Spiritual Awakening. de aantasting van ons leefmilieu en de exorbitante militiare uitgaven.’ In zijn visie moet de samenleving daarom afstand doen van het “verstikkende ‘Ik maak mij grote zorgen over de enorme verschillen tussen arm en rijk’ In zijn boeken en publicaties spreekt hij van een geestelijke crisis, veroorzaakt doordat de mens alleen met het hier en nu bezig is. Verrijking van zichzelf (bankencrisis) en vernietiging van de natuur. Hij legt een rechtstreeks verband met het loslaten van het transcedente. De relatie met het hogere, noem het God, is bij velen verdampt. Wat moet er gebeuren in uw visie? ’De mens moet tot bezinning komen. We zitten met z’n allen in het hetzelfde bootje: gelovigen en niet-gelovigen. Daarom roep ik op tot een spirituele vernieuwing. Anders loopt het catastrofaal af. We moeten ons weer fundamenteel met elkaar verbonden weten en eerbied voor de natuur hebben. Ik heb daarover zorgen, maar ook hoop. We hebben een diep geestelijk fundament nodig. In mijn leven heb ik de wereldgodsdiensten goed leren kennen en leren respecteren. Daarom ben ik niet wanhopig. We moeten doorgaan met de goede strijd.’ Welke zorgen heeft u? ‘Ik spreek van drie tijdbommen. De enorme verschillen tussen arm en rijk, materialisme en consumentisme”. Solidariteit is volgens Altes geen kreet uit het verleden, maar meer dan actueel en noodzakelijk. Hij put kracht uit de bijbelse verhalen en hoopt dat anderen dit ook inspireert. Onmogelijk? Altes zegt het in zijn geestelijk testament als volgt. “Door de eeuwen heen heeft deze onzichtbare, zo ontzagwekkende kracht, mensen in beweging gebracht, aangespoord tot omkeer. Tot het inslaan van nieuwe wegen wanneer het leven dreigde vast te lopen. Die stem werd verstaan door Abraham toen hij wegging uit zijn vertrouwde omgeving. Ook door Franciscus, Bonhoeffer, Martin Luther King en tal van anderen die zich hebben ingezet voor een meer rechtvaardige en vreedzame wereld. Het zou de aanzet kunnen geven voor het nadenken over een meer volwassen benadering van de economie, een eind kunnen maken aan de gretigheidscultuur die nu onze natuurlijke leefomgeving onherstelbare schade toebrengt waardoor het leven van komende generaties bedreigd wordt.” maart 2014 - nr. 1 112 3 5 4 6 138 9 Op weg naar de raadsverkiezingen 7 Iris Savelkouls 2 Op 19 maart zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Actieve GroenLinksers zijn bezig om aan kiezers over te brengen waar de partij voor staat. In Utrecht was in januari de stedelijke campagnestart. Bram van Oijk kwam helpen. Ook was hij in Veenendaal waar partijleden soep uitdeelden. In Leiden openden GroenLinksers een campagnepand waar inwoners hun creatieve ideeën kwijt kunnen. In en om het pand zijn activiteiten zoals etentjes, een poëzieavond en de aanleg van een moestuin. In Den Haag zamelen vrijwilligers en raadsleden van GroenLinks regelmatig lege batterijen en oude mobiele telefoons in. De opbrengst gaat naar de Voedselbank. GroenLinks Den Haag zorgt hiermee voor goede recycling maar ook dat de partij zichtbaar is in de wijken. In Zwolle waarschuwde GroenLinks de inwoners voor het hardere beleid voor fout geparkeerde fietsen. Dat de partij in Zwolle het gebruik van milieuvriendelijkere vervoermiddelen stimuleert, blijkt ook uit de fietstaxi die tijdens de campagne door de stad rijdt. 1)Campagnevoerders van GroenLinks Veenendaal delen rode en groene soep uit. Daarna gaan ze flyeren in de wijken (foto: website GroenLinks Veenendaal, 25 januari 2014). 2) Bram van Oijk met de flyeraars in Utrecht (foto: Hacer Pektas, 18 januari 2014). 3) Opening campagnepand Leiden op 25 januari 2014. De gevel is ontworpen door kunstenaar Merijn Tinga die hem ook onthulde (foto: J.P. Kranenburg, website GroenLinks Leiden). 4) Actie tegen het kappen van bomen in Den Haag (foto: Roel Wijnants, Flickr Creative Commons, 18 juni 2013) 5) D e verkiezingskandidaten van GroenLinks Zwolle poseren tegen de ‘GroenLinks-fietstaxi’. Deze fietstaxi zal tijdens de campagnedagen door de stad rijden om het gebruik van milieuvriendelijkere vervoermiddelen te promoten. (foto: website GroenLinks Zwolle). maart 2014 - nr. 1 10 6) De campagnevoerders lopen naar de binnenstad van Utrecht om te flyeren (foto: Iris Savelkouls, 18 januari 2014). 7) Actievoerders van GroenLinks Zwolle waarschuwen fietsenbezitters voor het nieuwe harde beleid jegens het wildparkeren van fietsen (foto: september 2013, website GroenLinks Zwolle). 8) Bram van Ojik bracht op 27 augustus 2013 een bezoek aan de bouwplaats van Mens en Milieuvriendelijk Wonen Trapjeswijk en de Stadstuinders bij wijkboerderij de Klooienberg in Zwolle (foto: website GroenLinks Zwolle). 9) De campagnevoerders lopen gezamenlijk Utrecht Centraal uit, naar de binnenstad. (foto: Iris Savelkouls, 18 januari 2014). 10) Vrijwilligers en raadsleden van GroenLinks Den Haag zamelen lege batterijen en oude mobiele telefoons in, in de wijk Regentessekwartier. Rechts op de foto lijsttrekker Inge Vianen. (foto: Bastiaan Verberne, 21 december 2013). maart 2014 - nr. 1 14 15 Transitie van zorg naar gemeenten biedt ook kansen Mantelzorgers respecteren als zorgpartners Komend jaar stoot het Rijk zorgtaken af naar gemeenten. Deze ‘transitie’ gaat gepaard met bezuinigingen. Op mantelzorgers wordt een groter beroep gedaan. Velen van hen voelen zich nu al overvraagd, ongezien, en vaak onvoldoende serieus genomen door de professionele hulpverlening. Nu gemeenten de ondersteuning van mantelzorgers opnieuw moeten inrichten, is er een kans om bestaande weeffouten recht te trekken. Herman Radstake Maanden geleden vertelde een vriendin me over haar zoon, eind twintig en manisch-depressief. Hij woont op zichzelf, maar heeft perioden dat dat niet zo goed gaat. Dan spookt hij ‘s nachts door de stad of boekt hij een verre en (te) dure reis. Daarom beheert zijn moeder zijn geld. Bij haar moet hij aankloppen voor zakgeld. Dat helpt niet in hun onderlinge verhou- zorgaanbieder. Het verlies van inkomsten voor dit dossier zou kunnen meespelen. Had ze misschien de indruk gewekt dat ze het zonder professionele hulp wel aankon? En dat ze daarom de psychiater niet had kunnen overtuigen van haar beperkingen als mantelzorger en van de noodzaak van professionele zorg voor haar zoon? De kans op de toewijzing van hulp zou groter worden als ze zich wat minder capabel had opgesteld. Pas toen realiseerde zij zich dat ze mantelzorger was, en dat ze gebruik kon maken van ondersteuning voor mantelzorgers. Ze kon alleen geen tijd vrijmaken om dat uit te zoeken. Hoe vaak zou dit voorkomen? Nederland telt ruim 3,5 miljoen mantelzorgers. Volgens het SCP doen 2,6 Kunnen professionals openstaan voor zorgvragen buiten het bestaande aanbod en de vergoedingsvoorwaarden? ding. Ook niet dat ze hem moet blijven wijzen op regelmatig leven, gezond eten en dat ze zijn sociale contacten moet overhalen toch weer eens op bezoek te gaan. Soms groeit de zorg haar boven het hoofd. Dan zou ze een deel van de taken willen overdragen. De psychiater, die hiervoor een indicatie moet afgeven, spreekt dan met de zoon, die ook intelligent is en goed kan praten. ‘De cliënt kan voor zichzelf zorgen en vormt geen gevaar voor zichzelf of zijn omgeving’, zo luidt de conclusie. En dat is binnen de GGZ een criterium om geen professionele hulp in te zetten. De indicatie blijft uit. Kortom: moeder blijft zo goed en zo kwaad als het gaat voor haar zoon zorgen. Inmiddels is ze blij met de begeleiding van een homeopathisch arts (van buiten de GGZ). Loyaal ‘De GGZ-instellingen deden niet wat ze volgens mij wettelijk verplicht waren,’ vertelde de moeder. De instelling kon volgens haar niet bieden wat nodig was en wilde haar zoon ook niet overdragen aan een meer geschikte maart 2014 - nr. 1 miljoen van hen dit intensief en/of langere tijd. Mantelzorgers zijn loyaal en gaan vaak ver om een familielid te helpen. Ze vragen geen aandacht, want niet zij zijn hulpbehoevend. Professionele hulpverleners hebben hierdoor vaak de indruk dat mantelzorgers het best zelf kunnen. Verplichte mantelzorg De politieke dimensie is dat het goed is voor de staatskas: onbetaalde mantelzorg is goedkoper dan professionele zorg. Dat premier Rutte een participatiesamenleving voorstelt waarvoor hij uitgaat van - en oproept tot - een grotere inzet van mantelzorgers en vrijwilligers, doet vermoeden dat het een mooi woord is voor het beperken van overheidsvoorzieningen en zorgkosten. Sprekend over de ophanden zijnde overdracht van zorgtaken naar gemeenten hoorde ik rond de zomer op Radio 1 VNG-vertegenwoordigster Kriens zeggen dat gemeenten geen betaalde zorg gaan bieden ‘als is vastgesteld dat mantelzorg aanwezig is’. Haar (CDA-)gesprekspartner Keizer verzette zich tegen deze - dan feitelijk verplichte - mantelzorg. De Raad van Kerken organiseerde in juni 2013 een conferentie over mantelzorg. Inleidster Van Kooten, die optrad namens de minister van VWS, ontkende eveneens dat mantelzorg verplicht zou worden. Ze complimenteerde de aangesloten kerken en hun 6,5 miljoen leden met hun eeuwenlange maatschappelijke inzet en riep de kerken op om hun gemeenschappen en netwerken in te zetten voor de transitie naar lokale zorgverlening. De kerken lieten zich door deze erkenning graag strelen, al werd er wel op gewezen dat deze netwerken afbrokkelen. De kerkelijke sprekers en het mantelzorgrapport van de Raad legden het accent op de vanzelfsprekendheid van christelijke gelovigen om te zorgen voor behoeftigen, en op de zingeving die (mantel)zorgers hieraan kunnen ontlenen. De behoefte van ‘de kerken’ om zin te ontlenen aan het vullen van de gaten in het zorgbestel was voelbaar. En de hoop dat er in deze gebroken wereld altijd wel een taakje voor de kerken is. Kritische geluiden over het overheidsbeleid bleven uit. Zorgvacuüm Hoe de taak van mantelzorgers in de praktijk uitpakt, wordt afhankelijk van welke instantie op welke manier vaststelt welke zorg een cliënt vraagt, welke mantelzorg beschikbaar is, en of deze twee voldoende op elkaar aansluiten. Uiteraard zijn hiervoor methoden en protocollen opgesteld, maar uit recente onderzoeken bleek dat er nogal eens afstand is tussen de gevraagde en de professioneel geboden zorg. Het voorbeeld waarmee dit artikel begon, blijkt geen incident. Opvallend knelpunt blijkt communicatie. Vermoedelijk gaat dit over de effectiviteit van gesprekken of overleg. Misschien voelen mantelzorgers zich onvoldoende gehoord in hun hulpvraag. Mogelijk spreken ze onbewust deze vraag te onduidelijk uit. Aanwijzingen in die richting gaf ook de onlangs verschenen cliëntenmonitor van het programma ‘Aandacht voor Iedereen’ (AVI). Professionals en zorginstellingen kunnen uiteenlopende redenen hebben om ‘de vraag achter de vraag’ niet goed te willen horen. Omdat de regels en vergoedingsvoorschriften geen ruimte bieden voor de individuele situatie. Omdat de vraag de deskundigheid van een andere instelling vraagt, maar dat overdracht ongunstig is voor het eigen budget. De afgelopen jaren haalden enkele geruchtmakende zaken rond gezinnen, kinderen en jeugdzorg de media. Meer dan eens bleken gezinnen omringd door vele hulporganisaties en tientallen hulpverleners. Als oorzaak van de dramatische afloop werd ook onvoldoende communicatie tussen de hulpverleners genoemd. Daarnaast lijken er verschillen te bestaan tussen bevoegdheden en deskundigheden van instanties zodat er een ‘zorgvacuüm’ ontstaat. Je zou het niet verwachten in het Nederlandse zorgstelsel, maar blijkbaar zijn er zorgsituaties die buiten ieders bevoegdheden en competenties vallen. Mantelzorgers, het eigen netwerk van zorgbehoevenden, vullen dan het vacuüm op. De naaste omgeving kan menselijkerwijs niet anders. Hoe en op basis waarvan wordt de zorginhoud van instanties bepaald en vastgelegd? Medische en psychologische inzichten veranderen. Ook de aard van zorgvragen is aan verandering onderhevig. Zijn de takenpakketten van de zorginstellingen en de vergoedingsbepalingen van verzekeringen in staat deze veranderingen te volgen, zodat er geen zorgvacuüm kan ontstaan? En kunnen professionals openstaan voor zorgvragen die buiten het bestaande aanbod en de vergoedingsvoorwaarden vallen? Is het bestel flexibel genoeg om ook een nieuwe zorgvraag te beantwoorden? Nieuwe verhoudingen De transitie van verzorgingsstaat naar wat (voorlopig) participatiesamenleving heet, zie ik als voortvloeisel van -onder meer- ons hoger gemiddeld opleidingsniveau en een mondiger en individualistischer cultuur. Deze nieuwe fase vraagt – ook buiten de zorg - om nieuwe verhoudingen en omgangsvormen tussen burgers en instituten als overheden en zorginstel- lingen en hun medewerkers. Burgers kunnen en willen verantwoordelijkheid nemen, en verwachten hierbij een respectvolle en serieuze behandeling. Ze verwachten dat instanties en professionals hen niet meer met procedurele standaardreacties ‘gelijk behandelen’ maar willen maatwerk. In de praktijkverhalen en onderzoeken naar mantelzorg valt op dat in de driehoek patiënt – professional – mantelzorger de relatie tussen patiënten en zorgprofessionals en die tussen mantelzorgers en patiënten veel aandacht krijgt, met onder meer cursussen en begeleiding. Als basisfuncties voor professionele begeleiding van mantelzorgers vond ik de opsomming: ‘informatie, advies en begeleiding, emotionele steun, educatie, praktische hulp, respijtzorg, financiële tegemoet- verzorgenden meer bewust te maken dat ‘in gesprek gaan’ met mantelzorgers loont. Voor de cliënt, voor de mantelzorger én voor de professional. Vanaf 2015 ligt de meeste zorg, waaronder de begeleiding van mantelzorgers, bij de gemeenten. Volgens de minister ‘zal de gemeente ook de belastbaarheid, de behoeften en mogelijkheden van de mantelzorger en het sociale netwerk betrekken.’ Pas nadat is bepaald wat iemand nog zelf kan en wat aan familie en sociaal netwerk te mobiliseren valt, komt professionele hulp in beeld, ‘dichtbij’ en aanvullend op en in samenwerking met de informele (mantel)zorgers. Veelbelovende voorbeelden begeleiden deze omslag. Tijdens de werkconferentie van De Linker Wang in december maakte de aanpak van de gemeente Eredivisionist NEC zette mantelzorgers in het zonnetje door ze een gratis voetbalavondje aan te bieden (foto William Moore) Misschien voelen mantelzorgers zich onvoldoende gehoord in hun hulpvraag koming en tenslotte materiële hulp’. In het document ‘Werkzame elementen bij Mantelzorgondersteuning’ (Kennisinstituut Movisie, september 2013) ligt de focus op hulp eveneens bij de fysieke en emotionele kant van de mantelzorg. Ondanks dit aanbod voelt volgens onderzoeken grofweg een derde van de mantelzorgers zich overvraagd en ongezien; van de mantelzorgers bij psychische problematiek heeft zelfs tweederde dat gevoel. Empowerment en flexibiliteit De relatie tussen mantelzorger en professionele zorgverlener is opvallend onderbelicht. Misschien zit daar een sleuteltje? Wilco Kruijswijk van Movisie bevestigt dat de omgeving van de cliënt, waaronder de mantelzorger, pas kort in beeld is. ‘Mantelzorgers maken zich vaak onzichtbaar,’ zegt hij. ‘Hun houding is dat het immers niet om hen gaat, maar om de patiënt.’ Inderdaad groeit in de professionele zorg de aandacht voor de draagkracht en draaglast van de mantelzorger. Mezzo, de Nederlandse Vereniging van Mantelzorgers, startte in mei 2013 een campagne om verplegenden en Huizen indruk (zie artikel op pagina 16-17 -red.). Ook Kruijswijk kent voorbeelden dat zorgverlening ‘op maat’ en ruimte voor creativiteit, goedkoper kan uitpakken. Uit onderzoeken en gesprekken leidt ik af dat mantelzorgers baat hebben bij effectieve communicatie met professionele zorgverleners. Niet alleen over (het beter helpen van) de verzorgde, maar ook over hoe professionals en mantelzorgers kunnen samenwerken en elkaar aanvullen. Voor deze gelijkwaardigheid is bij de mantelzorger ‘empowerment’ nodig. Hiermee komt maatwerk daadwerkelijk dichterbij. Verkiezingsprogramma’s Als gemeenten ten slotte een zorgvacuüm willen voorkomen, is zowel open communicatie tussen instanties onderling als tussen professionals en mantelzorgers onmisbaar. Gemeenten doen er goed aan deze respectvolle dialoog en vraaggerichte flexibiliteit in de toewijzing van zorg tot stand te brengen. En kiezers doen er goed aan om bij de komende gemeenteraadsverkiezingen lokale verkiezingsprogramma’s hierop na te lopen. maart 2014 - nr. 1 16 17 Impressie bijeenkomst ‘Zorg? Daar ga je zelf over!’ Decentralisatie zorgtaken gaat in te hoog tempo Het tempo van de decentralisaties in het sociaal domein ligt te hoog. Dat er taken naar de gemeenten komen, staat niet ter discussie, gemeenten kunnen die in sommige gevallen ook beter zelf uitvoeren. Maar het tempo waarmee de transitie plaatsvindt én de bezuinigingen die ermee samenhangen, zorgen voor problemen. Bas Joosse Dat was een conclusie die getrokken kan worden uit de middagbijeenkomst ‘Zorg? Daar ga je zelf over!’ die in december georganiseerd werd door het Netwerk zorg, de GroenLinks afdelingen Huizen en Hilversum en De Linker Wang. Te gast was onder andere Tweede Kamerlid Linda Voortman. Tijdens de middag schetst lector ouderenzorg Caroline Smits hoe de zorg eruitzag en hoe die verandert. is meer keuze, daar vraagt de tijd ook om. De woonzorgconcepten veranderen mee. De zogeheten ‘levensloopbestendige woningen’, die worden aangepast naarmate de bewoner ouder wordt, zijn volgens Smits ‘niet te onderschatten’, omdat ze mensen de kans bieden om in hun eigen omgeving te blijven wonen. Virtueel verzorgingshuis Ook wordt er onderzoek gedaan naar een ‘virtueel verzorgingshuis.’ Smits legt uit dat dat eigenlijk niets meer is dan een communicatiesysteem. ‘Mantelzorgers, patiënten en artsen weten elkaar daar heel snel te vinden’, zegt ze. Op deze manier kunnen, in de ideale situatie, crisissituaties uitblijven doordat mensen grip houden op hun eigen leven. Linda Voortman: ‘De basis moet goed zijn en juist op die basis wordt nu bezuinigd’ Eerst was het een overzichtelijk beeld, de zorg was de zorg. Nu wordt het steeds meer een kwestie van kiezen. Er Will Kranenburg, raadslid in Leidschendam-Voorburg vertelt vanuit haar eigen ervaringen wat je als ouder zelf kunt regelen. Ze heeft een zoon met het syndroom van Down. Samen met andere ouders zette ze Het Droomhuis op, een kleinschalige woonvoorziening. De zorg kopen de ouders zelf in. ‘Zo kunnen we dat op maat regelen’, legt ze uit. Tussen half elf en vier uur zijn alle bewoners bezig met dagactiviteiten buitenshuis. In die periode is er dus ook geen professionele hulp aanwezig, omdat het niet nodig is. Wat Kranenburg betreft moet eigen initiatief gestimuleerd worden. ‘We moeten naar een houding dat mensen zelf met initiatieven kunnen komen, dat heeft hier echt geholpen’, zegt ze. Rondom Hilversum doen de gemeenten er al veel aan om de transitie straks zo soepel mogelijk te laten lopen voor de gebruikers. Aan de ‘achterkant’ verandert veel. ‘Er zijn nu nog veel schotten. We werken verticaal, er is geen verbinding tussen de verschillende diensten’, schetst Saloua Chaara, beleidsmedewerker bij de gemeente Huizen. De centrale vraag moet worden ‘wat wil de inwoner bereiken’, niet wat er vanuit de voorzieningen geboden kan worden, zoals het nu gaat. Hoewel er veel verandert, zal de gebruiker er weinig negatiefs van merken als het aan Chaara ligt. ‘Er komt één contactpersoon voor de gebruiker. Wie wat doet achter de schermen, hoeven zij niet te weten.’ Er gaat maatwerk geboden worden, waar dit nu nog vooral gelijkheid is; wat de een krijgt, krijgt de ander ook. ‘De klant komt centraal te staan’, benadrukt Chaara nogmaals. Deze ongelijkheid moet niet gezien worden als willekeur. Het is vooral een poging om minder regeltjes te maken. ‘We reguleren nu teveel’, meent Chaara. ‘Ik pleit niet voor het afschaffen van regels, maar we moeten alleen regelen wat nodig is, zodat we de ruimte die we hebben voor huisbezoeken, ook daarvoor kunnen gebruiken.’ Somberen is zinloos Tweede Kamerlid Linda Voortman vindt het principe van de decentralisaties, alle zorg aan één loket, niet verkeerd. Minister Schippers deed vorig jaar een oproep om mee te denken over de veranderingen. ‘Dat maart 2014 - nr. 1 deed ze slim, maar het maakte wel weer pijnlijk duidelijk dat veel mensen willen bezuinigen op de zorg die ze persoonlijk niet nodig hebben’, aldus Voortman. Dat is een slechte motivatie voor bezuinigingen. ‘Het fundament van de samenleving is dat we voor elkaar zorgen.’ De nieuwe participatiewet heeft iets vreemds in zich: het kabinet wil dat mensen meer naar elkaar omkijken, en schrapt daarom ondersteunende taken in de awbz die te maken hebben met participatie. ‘Die zin moest ik meerdere keren lezen. Ik kon niet geloven dat het er echt stond’, zegt Voortman. Dat er meer naar elkaar omgekeken moet worden, betwist ze niet. ‘Maar mensen die dat niet zelf kunnen, moeten ondersteund worden. De basis moet goed zijn en juist op die basis wordt nu bezuinigd’. Somberen over de plannen is zinloos. Beter kan er gekeken worden naar de ijkpunten waar de Tweede Kamerfractie zich sterk voor zal maken. ‘Mensen moeten zelf de regie hebben over hun zorg, die moet goed geregeld zijn.’ Daarom zet Voortman zich ook in voor een volwaardig PGB, waarbij het niet uitmaakt in welke wet de zorg ‘zit’. ‘Ik zou willen dat het niet uitmaakt of de zorg in de zorgverzekeringswet, ABWZ of WMO zit’, zegt ze. ‘Daar moeten we als politici en beleidsmakers mee aan de slag, de mensen die het nodig hebben, moeten zich er niet druk om hoeven maken.’ De kosten voor een behandeling moeten ook duidelijker. Dat kan de zorg beter en ook goedkoper maken. Over het droombeeld van het kabinet en het leveren van goede zorg is Voortman duidelijk. ‘Dat past niet op elkaar. Het kan wel, maar dat vereist hervormingen zonder dat daar meteen bezuinigingen aan vast zitten.’ Structuren verkruimelen In verschillende groepen worden de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en de taken van het rijk en de gemeenten vervolgens verder uitgediept. Bij de ouderenzorg wordt het jammer gevonden dat veel structuren nu verkruimelen door bezuinigingen. In het werkveld vallen ontslagen die effect hebben op de kennis en kunde die aanwezig is. Dat de transitie nodig is, wordt wel ingezien. Van mantelzorgers wordt nogal wat gevraagd de komende tijd. Het kabinet ziet hen als ideale oplossing. In het Gooi is het ‘sociale kapitaal’ om mensen te helpen na een ziekenhuisopname of revalidatie er, maar de vraag wordt neergelegd hoe dat in Rotterdam-Zuid is. Bij de gehandicaptenzorg is er veel discussie over wat er veranderd wordt aan de PGB’s en wat de gemeente nog kan regelen. De gemeente kijkt vooral naar wat er nog zelf gedaan kan worden als er een PGB wordt aangevraagd. ‘Dat is het principe: wat kun je nog zelf en waar is hulp bij nodig?’ legt Will Kranenburg uit. In het Droomhuis van haar zoon in Den Haag past zij samen met andere ouders dit principe al toe: voor het avondeten koken de één week naar school. Zo heb ik het vak ook geleerd.’ Kranenburg is het met hem eens dat vrijwilligers niet alles moeten doen. ‘Je kunt ze heel lang betrekken bij zorgtaken, maar je kunt van een vrijwilliger niet verwachten dat ze iemand in bad doen’, zegt ze. Bij de groep ‘Rijk en Gemeenten’ Linda Voortman ‘Ik pleit niet voor het afschaffen van regels. We moeten alleen regelen wat nodig is’ bewoners onder begeleiding, hier hoeft dus minder voor te worden ingekocht. Ook op tijden dat het niet nodig is, of er met vrijwilligers (vaak de ouders) gewerkt kan worden, wordt PGB-geld niet besteed. Twee voor twaalf Ook zijn er zorgen. Zorgen over het tempo, waarbij één van de raadsleden opmerkt dat het twee voor twaalf is. ‘We zijn er niet klaar voor, maar we moeten wel’, schetst hij. Volgens Kranenburg is het utopisch om te denken dat nu alles goed geregeld is. ‘Dat is echt niet zo. Daarom ben ik heel blij met de transitie, gemeenten kunnen het veel beter zelf regelen’, zegt ze. Een andere zorg is de deprofessionalisering in de zorg, zoals David, een aanwezige verpleegkundige dat noemt. Hij kent een hospice in Wilnis (Utrecht) waar veel zaken door vrijwilligers geregeld worden. Maar hij is bang dat er teveel overgelaten wordt aan die vrijwilligers. Gemeenten geven immers zowel geld aan professionals als vrijwilligers, waarbij vrijwilligers goedkoper zijn. ‘Dat is op te vangen met interservice-onderwijs’, schetst David. ‘Drie weken aan het werk en schuiven Voortman en Chaara aan. Een probleem dat daar aan de orde komt is dat de gemeenteraden sturen op financiële kaders, waarbij ze zoveel mogelijk rendement willen behalen, maar dat dit kan botsen met de aanpak waarbij de klant centraal staat. Het Centrum voor Jeugd en Gezin krijgt straks vermoedelijk een rol bij de indicatiestelling, maar daar is het centrum niet op ingericht: het is bedoeld voor advies, niet voor het geven van een indicatie. Voortman vraagt zich hardop af of er nog wel een toekomst is voor de CJG’s als de onderlinge schotten tussen de diverse onderdelen straks verdwenen zijn. De vraag blijft onbeantwoord liggen. Verschil maken De afsluiter is voor Voortman, nadat vanuit de verschillende deelsessies verteld is wat besproken werd. Het maakt uit in welke gemeente je woont, zo blijkt. ‘Op voorhand gemeenten korten is niet handig. Ze maken individueel andere keuzes. Daarin kun je als raadslid nog het verschil maken’, houdt ze haar gehoor voor. Het verschil maken door de uitgangspunten van Groenlinks uit te dragen. maart 2014 - nr. 1 {COLUMN 18 19 Biedt event-samenleving kansen voor religie in de media? Toekomst voor God in Hilversum ISLAM EN DEMOCRATIE Enis Odaci Is er toekomst voor religie in de media? Dat was onlangs de centrale vraag tijdens een debat op de Vrije Universiteit in Amsterdam. Aanleiding was het verdwijnen van subsidie voor de kleine godsdienstige en levensbeschouwelijke omroepen IKON, Human, RKK, de Joodse omroep, OHM (hindoes), BOS (Boeddhisten) en Zendtijd voor Kerken. Is religie straks nog present en op welke wijze? Job de Haan (voormalig hoofd radio van IKON), Bikram Lalbahadoersing (voormalig medewerker van OHM) en Hennie Burggraaff (presentator NCRV-radio) gingen in debat. Wilhelm Lagrouw De aftrap was voor Job de Haan. Hij schetste een somber beeld. Volgens hem is ‘levensbeschouwing in Hilversum verworden tot gevaarloos geïnteresseerd in kijkcijfers. Op zo’n manier is religie ‘een middel geworden voor een ander doel,’ aldus De Haan. Bikram Lalbahadoersing wierp hem tegen dat dit heel erg afhangt van de invulling van het begrip ‘religie’. Er is volgens hem helemaal niets mis mee om grote massa’s te bereiken en te raken, ook met religieuze en levensbeschouwelijke thema’s. De hindoeverhalen, maar ook de Bijbelverhalen, staan immers bol van emoties. Die raken het hart van mensen. Als voorbeeld noemde hij als ‘liberale hindoe’ de Bollywoodfilms. Zij blijken in staat massa’s aan te spreken met thema’s die niet zelden ook religieuze connotaties hebben. Zij geven mensen zin. En dan is het ‘niet erg als massamedia een folkloristisch beeld van religie geven.’ Een massa-event als The Passion: volgens de één obsceen, volgens de ander maatgevend achterban behagen of rituele folklore.’ Hij illustreerde dit met de programmering van de publieke televisiezenders rond de kerstdagen. Die moesten toch vooral warmte, optimisme, bevestiging uitstralen. De grootste bedreiging voor de levensbeschouwing op televisie is volgens hem daarom televisie zelf. Die is enkel gericht op emotie, ervaring en entertainment. Obsceen gebeuren Dit illustreerde hij met The Passion, de eigentijdse verbeelding van het paasverhaal. Deze voorstelling is opgevoerd in steden als Gouda, Rotterdam en Den Haag en wordt inmiddels al enkele jaren op tv uitgezonden. ‘Een obsceen gebeuren met God als folklore’, aldus De Haan. Wat cynisch verdacht hij de makers het succes van de inzamelingsactie Serious Request te willen nadoen. ‘Van glazen huis naar glazen kruis.’ Hij miste, net als rond die kerstdagen, bij deze acties kritische noties, zoals werkelijke betrokkenheid op de samenleving met haar minderbedeelden. De Bijbelse boodschap wordt gemist, ‘een profetisch geluid ontbreekt’. Het lijkt meer te gaan om behagen en de makers lijken vooral maart 2014 - nr. 1 De Haan vroeg zich af waarom dat dan via een massamedium zou moeten. Hij leek ze daar per definitie niet geschikt voor te vinden. Vlijmscherp reageerde Hennie Burggraaff daarop of hij zijn eigen positie dan niet als een spagaat heeft ervaren. Ook hij werkte toch jarenlang bij een massamedium, dat liefst zoveel mogelijk mensen wilde bereiken? De Haan: ‘Ja, ik zat in een spagaat.’ Sterker, hij vond dat de opheffing van de kleine levensbeschouwelijke omroepen aan hen zelf te wijten valt. ‘Het is een wonder dat ze nu pas opgeheven worden.’ De Haan en Lalbahadoersing waren het met elkaar eens dat de kleine op te heffen organisaties niet in goede handen zijn bij grote omroepen als de gefuseerde KRO/NCRV of de zelfstandige EO. Dit leek onderstreept te worden door een spreker uit de zaal, van de Boeddhistische Omroep Stichting. NCRV-directeur Abbenhuis zou hem ernstig ontraden hebben om toe te treden tot KRO/NCRV. Dan zou de BOS ‘verpulverd’ worden. Daarop stelde Lalbahadoersing dat het van groot belang is dat een religieuze groepering eigen boegbeelden heeft en herkent in zo’n organisatie. Anders voelt de achterban zich onvoldoende aangesproken. Als voorbeeld noemde hij het programma De Halve Maan van de NTR, met Naeeda Aurangzeb en Aad van den Heuvel. De laatste ‘is geen moslim en dan ander een sterk geseculariseerde en kritische moslim.’ Hennie Burggraaff van KRO/NCRV was het meest optimistisch over de rol van religie in de media. Ze poneerde zelfs de stelling dat God toekomst heeft in Hilversum. Hierbij refereerde ze aan een Bijbelvers: ‘Blijf niet staren op wat vroeger was. Sta niet stil in het verleden: Ik- zegt Hij - ga iets nieuws beginnen.’ Om die rol te kunnen blijven spelen dienen we ons volgens haar bewust te zijn van een ‘eventsamenleving.’ ‘Of je dat nu wil of niet’, met een toespeling naar De Haans aversie. Zo wordt ‘het heilige present, ook binnen nieuwe kaders.’ Bijeenkomsten als The Passion verbinden mensen. Juist een rol voor religie, aldus Burggraaff. ‘Maar wat blijft er na afloop van die verbinding over?’ vroeg De Haan. ‘Dat zou verder onderzocht moeten worden’. Verder dienen theologen zich volgens haar duidelijk in de publieke ruimte te manifesteren. Een pleidooi dat van Lalbahadoersing en vanuit de zaal van Ida Overdijk (IKON) bijval kreeg. Volgens Burggraaff zijn vooral rooms-katholieken (‘protestanten zijn weg als hun periode erop zit’) als Antoine Bodar en Paul van Geest tijdens talkshows goed in het decoderen van theologische kennis. Ze zijn concreet en veronderstellen weinig voorkennis. Opnieuw is ‘verbinden’ van belang, hier voornamelijk de wereld van de theologie en die van de media. Niet enkel bij expliciet religieuze media, maar vooral in een geseculariseerde mediaomgeving, waar expertise op religieus terrein vaak ontbreekt, aldus Burggraaff. Media geen doel op zich Naast de toch vooral heel Hilversumse omroepbespiegelingen, schetste de jonge theologe en onderneemster Inger van Nes een heel verfrissend ander perspectief in haar column. Zij vond dat expliciet christelijke media vooral bezig zijn met overleven. ‘Niet inspirerend’. Ze sprak over media en activiteiten in de Vluchtkerk te Amsterdam. Ook jongeren waren hierbij betrokken, omdat het een acuut probleem was, heel nabij, een bijdrage werkelijk iets kon veranderen en er een duidelijk begin en einde aan dit project verbonden was. Mensen met heel diverse achtergronden, ‘zoals GroenLinks en ook nog wat christenen’ werkten samen. Zonder subsidie of flyer. Allemaal via online media, iedereen voelde zich ‘onderdeel van een beweging’. En zo ontstond een levensbeschouwelijk gesprek vanzelf. Media, ‘de naam zegt het al’, vormen voor haar een manier om dit te bereiken en allerminst een doel op zichzelf. Nu maar hopen dat journalisten, theologen en bestuurders die boodschap verstaan hebben, dan gaat God in Hilversum wellicht nog een mooie toekomst tegemoet. Wat is de waarde van godsdiensten voor een samenleving? Wat is het verschil tussen een samenleving die exclusief gebaseerd is op God en een die exclusief georganiseerd is zonder God? Dat is een theoretische vraag. Je moet je eerst afvragen over welke God we het hebben. De christelijke of de islamitische? Welk godsbeeld is beter, die van de protestanten of die van de katholieken? De joodse dan toch maar? Of misschien is Hij eerder te vinden bij de soennieten of bij de sji’ieten? We hebben te maken met een bonte verzameling Transcendentie. Een samenleving die exclusief gebaseerd is op God leidt dus binnen de kortste keren tot felle discussie. En strijd. Laten we ons dan maar richten op de ongelovigen. Toch wel fijn om atheïst te zijn. Geen last van religieuze waarheidsclaims, heerlijk winkelen op zondag en de woorden koosjer of halal komen niet het woordenboek voor. Alle atheïsten zijn het dus roerend met elkaar eens, zou je denken. Maar is het kapitalisme niet ook een vorm van waarheidsdenken? Is het socialisme niet de betere waarheid? Sterkste schouders, zwaarste lasten, dat is toch echt superieur aan het marktdenken? Je hebt het communisme. De ongelovigen hebben ook allemaal hun eigen wereldbeeld die zij graag willen toepassen op de samenleving. Goed, de conclusie is dus om de samenleving te mixen. Alle ideeën, ideologieën, godsdiensten en levensovertuigingen moeten een plekje hebben. De democratie blijkt daarvoor het beste systeem. De scheiding van kerk en staat, waarbij de overheid neutraal is ten opzichte van alle levensbeschouwingen, is daarbij de beste staatsvorm. Hoe moeilijk, en waardevol, dit systeem is zien we dagelijks in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Moslims van allerlei snit staan er op gespannen voet met elkaar, met andersdenkenden en met andersgelovigen. Het ligt niet alleen maar aan de islam. Corruptie, gebrek aan werk en voorzieningen en gemankeerd onderwijs zijn misschien belangrijker factoren. Maar het staat buiten kijf dat de islam zich uiteindelijk ook zal moeten verhouden tot democratische beginselen. Er is geen andere weg. De islamitische theocratie is mislukt, het heilige islamitische kalifaat bleek een hersenschim, een fata morgana. Het woord van God zal zich moeten verhouden met het woord van mensen. Hedendaagse moslimgeleerden, die democratie en herinterpretatie van bronteksten omarmen, vormen een minderheid in het Midden-Oosten, waar rijke en radicale regimes zoals Katar en Saoedi-Arabië voorschrijven dat Westerse waarden geen islamitische waarden zijn. Daarom is het belangrijk dat juist in het Westen, in Nederland, de islamitische gemeenschap meegenomen en onderwezen wordt in het democratisch systeem waar goden en afgoden vrolijk naast elkaar leven. Hier moet het gebeuren, met alle bijbehorende groeipijnen. Volg Enis Odaci op Twitter @Humanislam maart Maart 2014 - nr. 1 {EEN ANDERE WANG 20 21 In herinnering aan Nelson Mandela ‘De macht aan het volk’ Wereldburgers Op 5 december vorig jaar overleed Nelson Mandela. Bij de wijze waarop de eerste president van het democratische Zuid-Afrika is herdacht, kunnen nog wel vragen worden gesteld. Ruard Ganzevoort Zwitserland is een mooi land en dat willen ze daar graag zo houden. Met een minarettenverbod en quota voor immigranten proberen ze vreemde invloeden buiten de deur te houden. Niet alleen Oost-Europeanen moeten worden geweerd; ook het aantal Nederlanders en Duitsers zijn maar beperkt welkom. Alleen zo kan men de eigen identiteit, cultuur en economie van het land beschermen. Zwitserland is een mooi land en een groot voorbeeld voor de PVV. Die zouden ook wel een boerka- en minarettenverbod willen, uit de Euro willen stappen, buitenlanders na een vergrijp(je) het land uitzetten, en Brussel en de rest van de wereld de rug toekeren. Alles om onze cultuur en samenleving te beschermen. Erica Meijers Iemand uit het publiek riep luidkeels ‘Amandla!’, en als vanzelf antwoordde ik: ‘Awethu!’ De macht aan ons, de macht aan het volk; die kreet heb ik in de jaren tachtig talloze keren mee gescandeerd tijdens demonstraties tegen apartheid. Op de dag dat Nelson Mandela begraven werd, klonk het sinds lange tijd weer, in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Ik was zeker niet de enige die op dat moment terugdacht aan de zomer van 1990, toen ik op het volgepakte Leidseplein vol verwachting omhoog keek naar het balkon van diezelfde Stadsschouwburg. Als een vleesgeworden droom verscheen daar de man die door zijn lange gevangenschap de grootste mythe van de strijd In deze cel op Robbeneiland zat Nelson Mandela 27 jaar gevangen (Flickr) leider uit Zuid-Afrika hetzelfde. Paul Kruger oogstte hier steun en bewondering als voorman in de Boerenoorlog. In deze koloniale strijd tussen Afrikaners en Engelsen diende de zwarte bevolking als ‘kanonnenvoer’. Men Wie alle nadruk legt op verschillen, loopt het risico mensenrechten te schenden. Dat is de les van apartheid. tegen apartheid was: Nelson Mandela. Hij bedankte Nederland voor de steun tegen apartheid. Boom is geveld Erica Meijers is hoofdredacteur van De Helling. In haar proefschrift Blanke broeders zwarte vreemden, Hilversum, Uitgeverij Verloren 2008, bespreekt zij het debat over racisme en apartheid in de protestantse kerken in Nederland. maart 2014 - nr. 1 En nu is de grote boom eindelijk geveld. In de hemel is ongetwijfeld de rode loper uitgelegd op de dag dat Mandela stierf. Het is voor een groot deel aan hem te danken dat de apartheid niet in een burgeroorlog eindigde. Van verguisde terrorist werd hij een bejubeld icoon. Op die zondagmiddag in Amsterdam werd hij herdacht door velen die zich jarenlang daadwerkelijk voor zijn vrijlating en voor het afschaffen van apartheid hadden ingezet. De geest van anti-apartheid en actie werd weer even wakker, misschien voor het laatst. De ontroering die dat in elk geval bij mij opriep, dwingt echter ook tot nadenken. Want er is sprake van een opmerkelijke slingerbeweging als het gaat om het debat over apartheid en racisme in Nederland. Een eeuw voordat Mandela Nederland bedankte, deed een andere zag hen als minderwaardig, dierlijk en heidens en noch in Zuid-Afrika, noch in Nederland dacht ook maar iemand eraan hen te laten mee beslissen over hun land. In een lange en moeizame ontwikkeling veranderden de Nederlanders deze visie en kozen ten slotte grotendeels partij voor de zwarte meerderheid. Humane wetten Maar of daarmee de geest van racisme voor altijd uit ons land is verdwenen, mag worden betwijfeld. Kort na het overlijden van Mandela schreef Erik van den Bergh, de voormalige secretaris van de christelijke werkgroep tegen apartheid, Kairos, terecht in Trouw dat de Nederlandse regering Mandela beter kan eren met humane wetten voor vreemdelingen dan met vrijblijvende loftuitingen. En even merkwaardig contrasteren die loftuitingen met de nationalistische verdediging van zwarte piet in de weken ervoor, onder andere door de premier zelf (‘zwarte piet is nou eenmaal zwart’). Zwarte leiders als Mandela en daarvoor al Martin Luther King zorgden er voor dat de oude beelden van zwarten als primitieve en kinderlijke creaturen werden vervangen door het beeld van zelfbewuste, moderne wereldburgers, die velen overtuigden van de gelijkheid en eenheid van alle mensen. Dat ideaal is juist in Nederland de laatste jaren weer onder vuur komen te liggen als een misplaatste vorm van ‘politieke correctheid’, die ‘het volk’ verhinderde te zeggen wat ‘we’ werkelijk dachten. Het is waar, het eenheidsideaal bergt het gevaar in zich dat aan reële en lastige verschillen te gemakkelijk voorbij wordt gegaan. Maar wie alle nadruk legt op de verschillen, loopt het risico mensenrechten te schenden. Als er iets is dat we van de apartheid hebben geleerd, dan dat wel. Herinterpretatie De slogan Amandla!, ‘de macht aan het volk’, is aan herinterpretatie toe. Want dat ‘het volk’ niet één is, is in Zuid-Afrika met zijn vele verschillende culturen maar al te duidelijk. En dat het nog altijd een strijd is wie er wel en niet tot ‘het volk’ behoort, maakt het populismedebat in Nederland zonneklaar. Maar toch gaat het nog altijd om de macht. Wie definieert de identiteit van de anderen en beslist over hun toekomst? Als kreet die opkomt voor iedereen die is buitengesloten van deelname aan de macht, is ze nog altijd geldig: Amandla! Het lijken me treffende voorbeelden bij wat Dominique Moïsi noemt de Geopolitiek van de emoties. Hij beschrijft hoe de Verenigde Staten en Europa gedomineerd worden door de emotie angst, de Arabische landen door vernedering en Azië door hoop. Natuurlijk is dat te generaliserend, maar een kern van waarheid heeft het wel. De angst voor de ander speelt in de oude Westerse landen op omdat hun economische en militaire overmacht tanende is en daarmee de zekerheden afbrokkelen. De financiële en economische crisis verergert dat alleen maar. Als de werkloosheid toeneemt, mensen hun huis niet meer kunnen betalen en de verzorgingsstaat afbrokkelt… De angst is reëel, maar niet behulpzaam. Als mensen zich bedreigd voelen, vertonen ze dezelfde natuurlijke reacties als dieren: vluchten, vechten, of bevriezen. We kunnen vluchten in de cocon van onze privésfeer, in een wellness-spiritualiteit, of in al het plezier dat de consumptiemaatschappij ons aanbiedt. We kunnen ook vechten: economisch, militair of politiek de strijd aangaan met al dan niet vermeende tegenstanders binnen of buiten ons land. Of we kunnen bevriezen, de muren hoog optrekken en doen alsof we met die boze buitenwereld niets te maken hebben. ‘En dat is allemaal angst, allemaal angst. De allergrootste schreeuwers, zijn dikwijls ’t bangst’, zo zong Robert Long. Die angst voor de ander begint met de gedachte dat er een verschil is tussen wij en zij. Wij zijn hier en zij zijn daar. Wij hebben het recht om hier te zijn en zij hebben dat recht niet, tenzij wij zo goed zijn om hen hier toe te laten. Wij hebben het recht dingen te doen zoals wij dat willen en zij hebben dat recht niet. Zij zijn anders en daarom moeten ze zich maar aan ons aanpassen. Als kind woonde ik een aantal jaren in Suriname en sindsdien begrijp ik weinig van dit scheidingsdenken. Buren en schoolvriendjes waren blank, zwart of bruin en moslim, hindoe of christen. Natuurlijk was iedereen anders. En, zo ontdekte ik in elk geval later, schuurde dat natuurlijk ook wel eens. In elke samenleving – of het nu een gezin is, een land of een wereld – botsen soms de idealen, belevingen en belangen. Maar hoe anders ook, we leven met elkaar op deze ene plek en zullen het met elkaar moeten rooien. Dat hele denken vanuit het verschil tussen groepen en vanuit de verschillende rechten die mensen hebben, miskent één fundamenteel gegeven: dat het volstrekt toevallig is op welke plek we ter wereld komen. Mijn wieg stond in Haarlem, maar het had ook Addis Abeba of Homs kunnen zijn. Mijn ouders gaven me de kans om veel te lezen, te studeren, te ontdekken, maar dat had ook anders kunnen zijn. Ik ben gezond en ongehandicapt, maar dat had ook anders kunnen zijn. Puur toeval is het dat ik in dit land allerlei voorrechten geniet die anderen moeten missen. Maar het had anders kunnen zijn. Wie dat tot zich door laat dringen, die beseft hoe onzinnig het is te spreken over rechten die we al dan niet toekennen aan de ander. Het maakt de toevalligheid van onze geboorte tot basis van onze macht over anderen en het maakt een toevallig voorrecht tot een recht dat we anderen kunnen ontzeggen. ‘Puur toeval is het dat ik in dit land allerlei voorrechten geniet die anderen moeten missen’ Wat zou er gebeuren als we gaan leven vanuit het besef dat we wereldburgers zijn? We zouden ophouden met kunstmatige grenzen en onderscheidingen. We zouden ruimte maken voor het feit dat we allemaal anders zijn, maar zonder daar direct waardeoordelen aan te verbinden. We zouden heel kritisch zijn op structuren die mensen bevoordelen of uitsluiten op basis van toevalligheid. We zouden ons ervoor inzetten dat anderen het net zo goed hebben als wijzelf. Hoe jij wilt dat mensen met jou zouden omgaan, doe zo ook met hen… We zouden asielbeleid ontwikkelen alsof wijzelf asielzoekers waren. We zouden bijstand en werkloosheidsregelingen bedenken alsof wij er zelf een beroep op moesten doen. We zouden ontwikkelingshulp geven alsof wij zelf in de Centraal-Afrikaanse Republiek woonden. En we zouden niet rusten voor iedereen dezelfde kansen en mogelijkheden heeft. Geen angst voor de wereld, geen rug naar de wereld. Een geopolitiek van geloof, hoop en liefde die de angst verjaagt. Prof. dr. Ruard Ganzevoort is voorzitter van De Linker Wang. maart Maart 2014 - nr. 1 {RECENSIE {COMMENTAAR 22 {ONDER OGEN {AGENDA 23 BACKLASH Hans Feddema Bij het begin van de Arabisch Lente sprak ik wel over een verlate Democratische Revolutie. Wat in meerdere Arabische landen plaatsvindt, gebeurde in Europa los van de Franse Revolutie van 1789 immers vanaf 1870 (of als bij ons vanaf 1848). De journaliste Rena Netjes zegt na haar vlucht uit Egypte wegens een dubieuze aanklacht bij Pauw en Witteman: ‘Onafhankelijke journalisten zijn eigenlijk vogelvrij in Egypte’. En: ’Overal kun je klappen krijgen en ook de mannetjes van de geheime dienst duiken steeds op en je weet nooit wie je verlinkt’. De burgeroorlog in Syrië met duizenden doden is natuurlijk veel erger, ook al hebben de ‘rebellen’ met hun keuze voor geweld dit over zich zelf afgeroepen. Oorlog trekt bovendien ‘terroristen’ aan, zoals ook tot op vandaag in Irak door de dwaze westerse militaire interventie van 2003. De geschiedenis herhaalt zich nu zeker bij de strijd voor het delen van de macht, een der idealen van de ‘progressieven’ in de jaren zeventig. Doordat de Franse Revolutie bloedig ontaardde, kwam de militair Napoleon aan de macht en was er daarna sprake van de ‘Reactie’. In Libië, waar milities momenteel de dienst uit maken, zie je nu een zelfde situatie. In Egypte opereerde het democratisch gekozen Morsi-bewind niet bloedig, maar haar tactische fouten leidden niettemin tot een militaire coup, die het Westen in verlegenheid brengt. Dat de VS dit alles door de vingers zien geeft te denken. Het Westen deed dat ook toen er in Turkije in de vorige eeuw regelmatig coups waren en doet dat helaas ook, nu premier Erdogan om maar aan de macht te blijven daar de rechtsstaat terugdraait. In het Midden-Oosten, - denk aan Atatürk, Nasser, Saddam Hoessein en Mubarak -, is al te vaak een seculiere militaire elite die neerkijkt op de ‘eenvoudige’ vrome meerderheid, ja deze zelfs vaak onderdrukt. Dat Egypte weer terug bij af is, valt te betreuren maar behoort als backlash blijkbaar tot het langzame proces van democratisering. Zeker als men te weinig de effectieve kracht van de strategie van Gandhi in de vingers heeft. Dat Saoedie-Arabië een autocratie blijft en daarin door het Westen inclusief de Europese wapenindustrie (die jaarlijks vier miljard euro aan wapens exporteert naar dat land) worden gestijfd, is ook een tegenslag. Blij word ik van Marokko dat recent een nieuwe grondwet invoerde en nu een ongekende vrijheid van meningsuiting ervaart. Dr Hans Feddema is antropoloog, publicist en redacteur De Linker Wang OKTOBER Maart 2014 2013 - nr. - NR. 1 5 VERTROUWEN IN GEMEENSCHAPPEN Carin Hereijgers Jos van der Lans en Pieter Hilhorst staan bekend als strijders op het terrein van overheid en burgerschap. Ze vonden elkaar in hun zorg om de overheid, die nogal onhandig met nieuw burgerschap omgaat. In Sociaal Doe het Zelven komt echter een nieuw aspect naar voren. Hoe kun je burgers gemeenschappen laten vormen waardoor ze zelf problemen op kunnen lossen, en de overheid dus veel minder nodig hebben dan voorheen. De verzorgingsstaat brokkelt af – en dat praten ze niet goed - maar er zijn zeker alternatieven. ‘Bij die herordening gaat het […] om nieuwe, moderne vormen van gedeelde verantwoordelijkheid (in plaats van eigen verantwoordelijkheid of zelfredzaamheid) . […] Het gaat om het effectief benutten van het altruïsmeoverschot, het overschot aan goede intenties van mensen die nu vaak onbenut blijven.’ Het concept van nieuwe gemeenschappen is spannend. Hoe ziet dat eruit? Werkt het in- of uitsluitend? Is het een doekje voor het bloeden tijdens de crisis, of is het werkelijk de opkomst van een nieuw elan? De schrijvers trekken een vergelijking tussen de opkomst van allerlei sociale bewegingen in het begin van de vorige eeuw. Toen uit noodzaak van armoede. Nu uit noodzaak van het ontkomen aan bureaucratische verstikking. Er wordt in het boekje niet verwezen naar kerken terwijl veel kerken wat betreft gemeenschapsvorming als voorbeeld kunnen dienen. Bijvoorbeeld als natuurlijke ontmoetingsplaats, als plek waar voedselbanken steun krijgen, als plek waar bewustzijn over een gezonde aarde gepredikt wordt of concrete hulp geboden wordt aan vluchtelingen. Hoe kun je nieuwe sociale netwerken laten ontstaan en… hoe zorg je ervoor dat juist de overheid dat soort ontwikkelingen niet van de weeromstuit belemmert? Ook al zijn de initiatieven nieuw en soms niet tot achter de komma in protocollen en regels te vatten, durft de overheid dan toch op haar eigen burgers te vertrouwen? Die vraag roepen ze in dit boek op en is nog niet heel eenvoudig te beantwoorden. Ondertussen beschrijven Hilhorst en Van der Lans wel een aantal initiatieven die functioneren en die zich als een olievlek mogen verspreiden als het aan hen ligt. Het gaat dan om broodfondsen, burgerenergiecoöperaties, crowdfunding door bibliotheken, Eigen Kracht conferenties in de jeugdzorg, ouderparticipatiecrèches, collectief opdrachtgeverschap in de woningbouw of de goede doelen 1% club. Het voornaamste gegeven van Sociaal Doe het Zelven is het organiseren van vertrouwen van burgers in elkaar. Specifieke kleinschaligheid kan sterk maken, maar het moet de bekrompen dorpssfeer wel ontstijgen inclusief het teveel aan sociale controle en gebrek aan kwaliteit. Die uitdaging pakken burgers tegenwoordig samen op en soms haakt de overheid daarbij goed aan. Qracht 500: armen centraal Het eenmalig magazine ‘Qracht 500’ komt in februari in de winkels. Het blad, met een knipoog naar Quote 500, wil armoede op een positieve manier onder de aandacht brengen. Journaliste Annemiek Onstenk interviewde ruim 150 mensen. De geportretteerden hebben zeer uiteenlopende achtergronden. Zij zijn werkloos, werkzoekend of werkend, chronisch ziek, failliet gegaan, verslaafd, depressief, gescheiden, gedetineerd geweest, illegaal, dakloos en hebben schulden. Of een combinatie daarvan. Meer informatie: http://www.qracht500.nl/ Bezorging door PostNL Van meerdere abonnees kreeg de redactie melding dat het vorige nummer van De Linker Wang niet werd thuisbezorgd. Het verscheen rond 6 december met Bas Eickhout op de voorplaat (zie foto). Mocht u als abonnee het blad ook niet hebben ontvangen, mail dan uw naam en volledige postadres naar [email protected] onder vermelding van ‘nazending decembernummer’. U krijgt het blad dan nagestuurd. De Linker Wang verschijnt 5 keer per jaar: altijd in de eerste helft van maart, mei, juli, oktober en december. Zodra een nieuw nummer verschijnt is de voorplaat en inhoudsopgave te zien op www.linkerwang.nl waar alvast enkele artikelen online worden gezet. Abonnees hebben uiteraard recht op een fysiek exemplaar in de brievenbus bezorgd door PostNL of desnoods nagezonden door onze eigen administratie. Mozeshuis gaat dicht Sociaal doe-het-zelven, De idealen en de politieke praktijk, Pieter Hilhorst, Jos van der Lans, Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 187 pagina’s, ISBN 978 90 450 2589 6. maatschappelijke- en interreligieuze activiteiten, een begrip geworden in en buiten Amsterdam. De Stichting Mozeshuis is een van de maatschappelijk–culturele instellingen in Amsterdam waarvan sinds 2010 de subsidiebijdrage van de gemeente stapsgewijs gehalveerd is. Het op eigen kracht opvangen van deze financiële tegenvaller bleek niet haalbaar. Op 2 maart 2014 sluit de Stichting Mozeshuis in Amsterdam definitief haar deuren. Hiermee komt een einde aan 45 jaar activiteiten voor de stad, waartoe ook de exploitatie en programmering van de Mozes & Aäronkerk behoorden. De kerk is in de loop der jaren, vanwege haar geëngageerde Iftarmaaltijd in Mozes- en Aäronkerk in 2010 na afsluiting van de ramadan (flickr creative commons/FNV Bondgenoten) Nieuwe gids ‘betaalbare vakanties In de gids bundelt de werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA elk jaar beschrijvingen, adressen en weblinks van organisaties die betaalbare vakanties aanbieden. De gids voor 2014 verschijnt om budgettaire redenen niet in druk. De nieuwe gids is wel gratis te downloaden. www.armekant-eva.nl/ projecten/vakantiegids.html IKV Pax Christi wordt PAX Het baarde toch wel opzien. Vredesorganisatie IKV Pax Christi schrapt de verwijzingen naar het christendom uit haar naam. De nieuwe naam is ‘PAX’. Dit nieuws via dagblad Trouw zorgde voor veel ophef. Volgens directeur Jan Gruiters riep ‘Christi’ verkeerde associaties op. “Sommigen denken dat we van de zending zijn.” Het blijft een christelijke organisatie benadrukt hij. “Pax is niet zomaar een studieclubje met morele waarden.” Kritische reacties waren er ook, zoals van Mient-Jan Faber, oud-secretaris van het IKV. In de recentelijke nieuwsbrief heeft PAX begrip voor deze zorg. “Maar wij zullen onze christelijke identiteit en onze verbondenheid met de kerken nooit opgeven.” 16 maart Duizend stemmen zingen Oosterhuis Initiatief van Leerhuis & Liturgie Brabant, Stichting Oecumenische Vieringen Eindhoven SOVE in samenwerking met De Brug Lier (B) en De Nieuwe Liefde Amsterdam. Een concert waaraan de koren van alle ekklesia en gemeenschappen in Zuid-Nederland en Vlaanderen kunnen meedoen. Huub Oosterhuis zal bij dit concert aanwezig zijn en het programma inleiden. Van 13.30 uur tot 19.00 uur, Muziekgebouw Eindhoven, Heuvel Galerie 140, vlakbij NS station. Kaarten bestellen via www.muziekgebouweindhoven.nl 24 maart Demonstratie tegen kernwapens Op 24 en 25 maart 2014 vindt in Den Haag de Nuclear Security Summit plaats. In veel landen, ook in Nederland, liggen nog steeds kernwapens opgeslagen. Het Haags Vredesplatform, Vrouwen voor Vrede en Catholic Worker organiseren daarom een actie om hun zorgen over kernwapens aan de wereldleiders over te brengen. Aanvang: 11.55 uur, Centraal Station Den Haag. Meer informatie www.noelhuis.nl. 26 maart Debat over economie, ethiek, religie en literatuur Tomáš Sedláček enJoseph Vogl gaan in gesprek over economie, ethiek, religie en literatuur. Beiden econoom, maar kijken toch verschillend aan tegen hun vakgebied. Tijd: van 20:00 tot 22:00 uur. Locatie: Collegezalencomplex Radboud Universiteit, Mercatorpad 1, Nijmegen Organisator: Soeterbeeck Programma. Deelname: € 9,50, medewerkers RU en Vrienden van de RU € 7,-, studenten, scholieren en Soeterbeeck-abonnees gratis. Inschrijven: http://www.ru.nl/soeterbeeckprogramma 25 april Bezoek Patriarch Constantinopel Bartholomeus, de patriarch van Constantinopel spreekt met leden van de Raad van Kerken en enkele genodigden. De organisatie ligt in handen van de Raad van Kerken en de Oud-Katholieke Kerk. Plaats: In De Driehoek, Willemsplatsoen 1c, Utrecht. Op donderdagavond 24 april is er een vesper en verzorgt de patriarch de Quasimodolezing. Die is voor iedereen toegankelijk. 1-12 mei Studie- en ontmoetingsreis naar Israël/Palestina Locatie: Galilea, Bethlehem en Oost-Jeruzalem Kerk in Actie organiseert een studie- en ontmoetingsreis naar Israël/Palestina, van donderdag 1 mei 2014 tot zondag 11 mei 2014. Tijdens deze studiereis vinden veel ontmoetingen plaats met joden, moslims en christenen, om zo meer inzicht te krijgen in de impact van het conflict op het dagelijks leven van mensen, maar ook op de inzet van Israëliërs en Palestijnen voor vrede en gerechtigheid. Lees meer op http://www.nieuwwij.nl/nieuws/studiereisisrael-palestina/ 13 mei Uitreiking Ab Harrewijnprijs Aanvang: 15.00 uur, Muiderkerk, Linnaeusstraat 37, Amsterdam (gewijzigde locatie). Uw bijeenkomst in de agenda? Mail naar: [email protected] Maart 2014 - NR. 1 {DE UITSMIJTER 24 De glimlach van een kind Fatimazohra Hadjar Mijn naam is Fatimazohra Hadjar, moeder van vier kinderen tussen de 32 en 17 jaar. Ik werd op 26 augustus 1962 geboren in Paramaribo, Suriname. Ik kom uit een gezin van negen kinderen, waarvan ik het jongste meisje ben. Op zesjarige leeftijd ben ik naar Nederland verhuisd vanwege mijn vader die hier een baan kreeg. Het gezin waarin ik opgroeide kenmerkte zich door warmte, liefde en onbaatzuchtigheid. Geen wonder dat alle vrouwelijke familieleden in de hulpverlening terecht zijn gekomen, met name in de medische sector. Woonachtig in Amsterdam kwam ik in aanraking met onder andere Marokkaanse moeders aan wie ik taallessen gaf. Zij confronteerden mij met de met hun persoonlijke trieste en wrede verhalen werd geconfronteerd. De mishandelingen vanuit huis, het onbegrip vanuit school, het buiten sluiten en seksueel misbruik. De behoefte aan liefde, warmte bij deze jongeren was heel groot en dat begon ik hen te geven. Ik was er voor hen, ik luisterde zonder te oordelen en ik ging overal met hen mee naartoe. Ik wilde aandacht voor de persoon achter de crimineel vragen, aandacht voor de achtergrond die de oorzaak waren van hun gedrag en activiteiten. Door het ondersteunen van deze jongeren, voornamelijk met een Marokkaanse achtergrond en die geregistreerd waren als lid van een bende, kreeg ik te maken met multiproblem gezinnen. Alleenstaande moeders met schulden, vrouwen die slachtoffer wa- Ik word blij wanneer ik jongeren weer hoop kan geven, wanneer ik een moeder weer terug zet in haar eigen kracht problemen die ze hadden met hun opgroeiende zonen. Ik kwam thuis bij deze moeders en maakte zo kennis met het gehele gezin. Vandaaruit ging ik taalprojecten voor Islamitische kinderen opzetten om zo hun onderwijskansen te vergroten. Ik werd binnen korte tijd dé bewoonster uit Slotervaart en Amsterdam NieuwWest waar je terecht kon voor vragen, ondersteuning en hulp bij het schrijven van brieven. Zo kwam ik in contact met een jongerencentrum. Daar werd me de vraag gesteld of ik jongeren die geen school hadden afgemaakt, kon ondersteunen in het zoeken naar een geschikte opleiding. Helaas bleef het daar niet bij. De jongeren hadden contacten met jeugdreclassering, ze hadden in jeugddetentie gezeten. Ook hadden ze veel hulpverlening gehad die niet aansloot bij hun behoeften. Ik leerde deze jongens van een andere kant kennen. Hoe meer ik in contact kwam met deze jongeren, hoe meer ik achter de diepgewortelde oorzaak van hun criminaliteit kwam. Daar wilde ik iets aan doen. Mijn motivatie om deze jongeren te ondersteunen lag in het feit dat ik maart 2014 Maart 2014--nr. NR.11 ren van huiselijk geweld, kinderen die getuige waren van huiselijk geweld en het gedrag van deze kinderen zorgde voor vele problemen op school. Ik werd met vroegtijdige schoolverlaters geconfronteerd. Toen besloot ik mij in te zetten voor, zoals dat genoemd wordt, de zwakkeren in de samenleving. Mijn motivatie hierbij is dat iedereen ertoe doet. We moeten niet uitsluiten maar insluiten. Omdat mijn moeder altijd zei ‘je kunt nooit de tuin van de buren schoonmaken als je eigen tuin nog vuil is’, zette ik mij alleen in voor mensen waarvan het land van herkomst van hun ouders niet Nederland was. Ik word blij wanneer ik jongeren weer hoop kan geven, wanneer ik een moeder weer terug zet in haar eigen kracht, wanneer kinderen er weer bij horen op school. De glimlach van een kind is onbetaalbaar, de warmte en oprechte dankbaarheid van jongeren is onbetaalbaar. Ik word boos en verdrietig als alleenstaande moeders door scholen en instellingen als Bureau jeugdzorg als slechte ouders worden neergezet. Als jongeren die meerdere keren met justitie in aanraking zijn gekomen doodgezwegen worden door de gemeenschap. Als jongeren buitengesloten worden, dan doet mij dat pijn en maakt mij dat boos. Ik word boos omdat ik van mening ben dat we allemaal mensen zijn, dat niemand perfect is en iedereen een nieuwe kans verdient. Alleenstaande moeders verdienen dat en ook criminelen. Mijn energie haal ik allereerst uit mijn onvoorwaardelijke liefde voor de Almachtige. Ik haal mijn inspiratie uit geloof en ook uit mensen die gevochten hebben tegen onrecht. Mensen als Gandhi, Nelson Mandela, Moeder Teresa, de Dalai Lama, Martin Luther King, Rosa Parks en mijn grote held Che Guevarra. Zijn kwamen in opstand tegen onrecht dat anderen werd aangedaan. Moeder Teresa zorgde voor de armen, zieken, ze sloot ze niet uit, maar zorgde ervoor dat ze erbij gingen horen. Nelson Mandela leerde mij te vergeven, te verbroederen en niet mijn identiteit te verliezen. Martin Luther King leerde mij er trots op te zijn dat ik een zwarte vrouw ben. Rosa Parks leerde mij nee te zeggen tegen onderdrukking van wie dan ook. We all are Human, and we all have the right to be. Fatimazohra Hadjar is jongerenwerker in Amsterdam, directeur van stichting Kinderen in Achterstandsposities (KAP) en voorzitter van Think-KABIR voor trainingen, coaching en ‘soul searching’ voor migranten.
© Copyright 2025 ExpyDoc