De plaatsings procedure gaat beginnen

reg
ids io
1ja0ar
N-HN
ilig
Ve he
Noorderrood
De plaatsings­
procedure
gaat beginnen
Achterover leunen
is geen optie
Onderhandelaars­
akkoord vormt de
leidraad bij plaatsing
Informatie­bijeen­
komsten over
plaatsingsproces
En nog véél meer
Jaargang 5 / Nummer 3 / juni 2014
Spannende tijden
De regionalisering van de brandweer komt steeds
dichterbij. Op 1 januari 2015 zijn alle korpsen uit de
nu nog negentien gemeenten, ondergebracht in één
organisatie. Alle medewerkers die bij de brandweer
in dienst zijn krijgen te maken met de zogeheten
belangstellingsregistratie of plaatsingsprocedure.
Dat geldt ook voor sommige afdelingen binnen de bestaande
organisatie, zoals collega’s van Bedrijfsvoering en het Veiligheids­
bureau. Deze afdelingen worden na de regionalisering anders
ingericht. Daardoor veranderen veelal ook de functies. Voor veel
mensen is er dus een spannende tijd op komst. Met uitzondering
van de vrijwillige ploegchefs krijgen vrijwillige brandweermensen
Het gaat
beginnen
Op 20 juni start de belangstellingsregistratie voor
het plaatsingsproces van mede­werkers in de nieuwe
organisatie. Voor het zover is krijgen de medewerkers
een statusbrief toegestuurd. In de statusbrief staat
alle informatie die op de individuele medewerkers
van toepassing is.
Medewerkers die vallen onder de uitgangspunten van het
sociaal statuut wordt gevraagd deze informatie te controleren.
Op het belangstellingsformulier kan men kenbaar maken voor
welke functie men in aanmerking wil komen. Daarbij geldt wel
dat de formele plaatsingsregels uit het sociaal statuut worden
nageleefd.
De maanden juli tot en met oktober worden gebruikt om de
‘plaatsingspuzzel’ zo zorgvuldig mogelijk te realiseren, waarbij
de plaatsingscommissie eventueel nog mondelinge toelichting
vraagt aan de individuele medewerkers. Uiteraard wordt
rekening gehouden met de vakantieperiode. Het is de bedoe­
ling dat in het najaar de benoemingsbrieven de deur uit gaan.
De laatste maanden van het jaar zijn beschikbaar om eventuele
bezwaren van medewerkers af te handelen en alle informatie
te verwerken in de personeelsadministratie.
niet met de plaatsings­
procedure te maken.
Zij gaan ‘automatisch’
over naar de veiligheids­regio.
Deze speciale editie van
Noorderrood is gemaakt voor brand­weermensen en medewerkers
van de veiligheidsregio die te maken krijgen met het plaatsings­
proces. Niet alle documenten die zijn opgesteld kunnen we kwijt
in dit blad. Daarom wordt regelmatig verwezen naar de volledige
documenten die zijn geplaatst op intranet van de veiligheidsregio
en op de website www.samen1nhn.nl.
Stapje voor stapje
De regionalisering van de brand­
weer komt steeds dichterbij. Stapje
voor stapje nadert de datum van
1 januari 2015. Dan zijn de korpsen
uit de nu nog negentien gemeenten
van Noord-Holland Noord én de
mede­werkers van de regio­nale
brandweer van de veiligheidsregio
samengevoegd. Vanaf die tijd
spreken we van één brandweer
in onze regio. De samenvoeging
van alle lokale brand­weerkorpsen
betekent nogal wat.
Onze organisatie wordt qua medewerkers
ruim zeven keer zo groot. Wij hebben ervoor
gekozen onze organisatie zo in te richten
dat we binnen zo’n grote club efficiënt en
effectief kunnen werken. Dat betekent dat
we behalve het inrichten van een nieuwe
brandweerorganisatie, ook zijn gaan kijken
naar de huidige afdelingen binnen de
veiligheidsregio. Al snel kwamen we tot de
conclusie dat ook daar forse aanpassingen
moesten komen om straks als één geoliede
organisatie te kunnen werken. Concreet
betekent dit dat de afdelingen die vallen
onder het onderdeel Bedrijfsvoering en
het Veiligheidsbureau, moeten worden
gereor­ganiseerd. In de vorige Noorderrood
is daar veel over geschreven. Ook bij diverse
werkoverleggen en informatiebijeenkomsten
staat de aanstaande wijziging nadrukkelijk
op de agenda.
Inmiddels zijn we in een fase beland waarbij
de zaken op het personele vlak steeds con­
creter worden en daarmee ook de vragen
van de medewerkers. Zoals: ‘wat gebeurt er
met mijn functie?’, ‘hoe ziet mijn huidige
functie er in de nieuwe organisatie uit’ of
‘wat betekent het voor mij persoonlijk’.
De komende maanden wordt dat allemaal
duidelijk. Volgende week begint het plaat­
singsproces voor alle medewerkers die
onder de regionalisering en reorganisatie
vallen. Het betreft de doelgroep die is
benoemd in het sociaal statuut. In deze
Noorderrood lees je alles over hoe deze
plaatsingsprocedure gaat. Toch moeten
we ook nu een voorbehoud maken. De defi­
nitieve formatie van de nieuwe organisatie
is afhankelijk van het vaststellen van de
begroting. Het algemeen bestuur van de
veiligheidsregio heeft onlangs de opdracht
gegeven fors te bezuinigen op de conceptbegroting. De kans is daarom groot dat op
het gebied van de formatie nog ver­ande­
ringen kun­nen optreden. Details hierover
zijn op dit moment helaas nog niet bekend.
Tot nu toe hebben we, in het proces dat
moet leiden tot de nieuwe (brandweer)
organisatie, altijd gesproken over Samen1.
Vanaf het nieuwe jaar gaan we voort op de
slogan die we als veiligheids­regio al tien jaar
gebruiken: Samen Hulp­vaardig. Ik wil ieder­
een heel veel succes wensen de komende
tijd. Helaas kunnen we het nooit iedereen
naar de zin maken, maar ik hoop oprecht
dat onze medewerkers ook na 1 januari 2015
een functie hebben waar ze met dezelfde
bevlogenheid als nu aan de slag zijn.
Pak je kansen!
Wanneer je na het lezen van dit blad nog
vragen hebt, aarzel dan niet om naar je
leidinggevende te gaan.
Jos Stierhout
Projectleider
regionalisering
Brandweer
VRAAG/Antwoord
Hoe wordt de privacy in de
plaatsingsprocedure gewaarborgd?
Alle informatie over de plaatsingsprocedure wordt
vertrouwelijk behandeld. Iedereen die bij de procedure
betrokken is en die toegang heeft tot bepaalde infor­
matie moet hierover geheimhouding in acht nemen.
Kordaat loopt hij door het Regiohuis. Cees Ritzema (60)
heeft een afspraak ter voorbereiding op de plaatsings­
procedure. De komende maanden zal hij, voor zover dat nu
nog niet het geval is, de veiligheidsregio van binnen en van
buiten kennen. En dan met name de mensen van de toe­
komstige organisatie. Ritzema is gepokt en gemazeld in het
werkveld (her)plaatsingen. De innemende persoonlijkheid
met karakteristieke ringbaard doet dat op een volstrekt
onafhankelijke wijze. Als voorzitter van de plaatsings­
commissie heeft hij ook bij de veiligheidsregio maar één
doel: ‘Mensen in hun kracht zetten’.
Plaatsingsproces volgens
de menselijk maat
“Laat duidelijk zijn dat ik het niet alleen doe”,
haast Ritzema te zeggen. “Wij werken in dit
project aan twee plaatsingsprocessen. Eentje
voor de selectie van de managementfuncties
en eentje voor de overige functies. In beide
commissies zit een vertegenwoordiger van
de werkgever en een afgevaardigde van de
vakbond”. Ritzema is er van overtuigd dat
de commissieleden stuk voor stuk hun vak
verstaan. “Laat ik het zo zeggen: er zit een
hele hoop ervaring in de commissies. Dat is
natuurlijk heel prettig. Daarbij mogen wij ons
in de persoon van Simone Muskee verheugen
op een ambtelijk secretaris die ook het
klappen van de zweep kent.”
CV
Wanneer het cv van Cees Ritzema wordt
opengeslagen, wordt al heel snel duidelijk dat
het leven van de geboren en getogen Hagenaar
in het teken staat van bemiddelen, adviseren,
begeleiden en onderhandelen. In 1978 startte
hij zijn carrière bij de Raad van State als
sectiechef bijzondere procedures. In 1986
stapte hij over naar CNV Publieke Zaak en ging
aan de slag als districtsbestuurder en landelijk
bestuurder. Vanaf 1998 is hij partner/
directeur van de MRS Group, een bureau voor
advies en (interim) management.
Volstrekt onafhankelijk
“De rode draad in mijn leven is dat ik voor
mensen in de weer ben. In welke functie dan
ook. Ik vind dat mooi. Helemaal wanneer je
iets voor hen kunt betekenen. Ondanks het feit
dat plaatsingsprocedures voor medewerkers
altijd spannend zijn, probeer ik altijd het
vertrouwen te winnen. Dat lukt meestal goed.
Helemaal wanneer de mensen in de gaten
hebben dat volstrekt onafhankelijk wordt
gewerkt. Ik hou van een plaatsingsproces
volgens de menselijke maat. Dat doe ik vanuit
de visie dat werk een heel belangrijk onder­
deel van het leven van de mens is. Wanneer
iemand op zijn of haar werk niet lekker in het
vel zit, heeft dat effect in hun hele leven. Ik weet
dat je het nooit iedereen naar de zin kunt
maken, maar je moet er wel voor zorgen dat
iedereen op een voor hem of haar acceptabele
plek komt. Dat is voor mij heel belangrijk”.
Bijzonder
Volgens de voorzitter van de plaatsings­
commissie is de opdracht die hij heeft
gekregen van de veiligheidsregio best wel
bijzonder. “Wij doen voor de regio ook de
selectieprocedure voor de management­
functies. Dat zie je niet vaak in het land,
meestal is het management al geplaatst.
Bovendien selecteren wij de ploegchefs.
Zowel de beroeps als vrijwilligers. Voor al deze
functies kijken wij naar de
leiderschapskwaliteiten”.
De meest geschikte plek
Voor alle medewerkers die vallen onder de
uitgangspunten van het sociaal statuut, gaat de
plaatsingscommissie aan de slag. Zoals gezegd
probeert de commissie de medewerkers te
plaatsen op de meest geschikte plek.
“Wij kijken ondermeer naar opleiding en
talent”, zegt Ritzema. Wanneer het hele traject
is doorlopen (belangstellingregistratie en
eventueel mondelinge gesprekken), komt
de plaatsingscommissie met een plaatsings­
voorstel aan algemeen directeur Jos Stierhout.
Ritzema weet uit ervaring dat over het
algemeen het advies van de plaatsings­
commissie wordt gevolgd. “Ik heb nog nooit
meegemaakt dat een directeur de adviezen
van de plaatsingscommissie niet overnam.
Ik beschouw maar dat dit iets zegt over
onze kwaliteit.”
Taken van de plaatsingscommissie
•Peilen van belangstelling
•Voeren van plaatsingsgesprekken
•Peilen van geschiktheid van kandidaten
•Adviseren aan algemeen directeur Jos Stierhout
over plaatsing
•Horen van bedenkingen
Vervolg: Plaatsingsproces volgens de menselijk maat
Onze plaatsingscommissie
Afgelopen voorjaar is voor onze organisatie een plaatsings­commissie aangesteld die, volgens de
afspraken die in het sociaal statuut zijn benoemd, de algemeen directeur van Veiligheidsregio
Noord-Holland Noord adviseert over het plaatsen van beroeps­medewerkers brandweer en
medewerkers veiligheidsregio. Eigenlijk zijn er twee plaatsingscommissies. Eentje voor de
aanstelling van de sleutelfuncties (lees: leidinggevenden) en eentje voor de overige plaatsingen.
De samenstelling van de commissies is als volgt:
Commissie voor sleutelfuncties:
- Cees Ritzema, voorzitter;
- Fred van der Kwast, aangewezen door het BGO;
- Steven van de Looij (sleutelfuncties brandweer) of
Jos Stierhout (overige sleutelfuncties), namens werkgever;
- Simone Muskee-Brinksma, ambtelijk secretaris.
Commissie voor overige plaatsingen:
- Cees Ritzema, voorzitter;
- Albert Laarhoven, aangewezen door BGO;
- Jacqueline van Popering, namens werkgever;
- Simone Muskee-Brinksma, ambtelijk secretaris.
Zoals gezegd adviseert de plaatsingscommissie de algemeen directeur over de plaatsing.
Na dit advies krijgen de medewerkers de gelegenheid er ‘nog iets over te zeggen’. Na een
dergelijke reactie kan, wanneer de plaatsingscommissie het er mee eens is, het advies worden
aangepast. De algemeen directeur kan in afwijking van het advies besluiten. De definitieve
aanstelling geschiedt na dit moment. Tegen de definitieve plaatsing kan bezwaar en beroep
worden aangetekend. Dit gaat via de procedure uit de Algemene Wet Bestuursrecht.
V.l.n.r. Cees Ritzema,
Simone Muskee-Brinksma,
Jos Stierhout, Jacqueline van
Popering, Steven van de Looij,
Fred van der Kwast.
Niet op de foto: Albert Laarhoven
7
Fred van der Kwast
Fred van der Kwast vertegenwoordigd de
vakbonden in de plaatsingscommissie die zich
bezighoudt met de selectie van sleutelfuncties.
Hij is door het BGO aangewezen. Van der
Kwast heeft een langdurige loopbaan bij de
overheid achter de rug. Van der Kwast is sinds
1982 actief bij de CNV. De laatste acht jaar is
hij adviseur voor de bond op het vakgebied
HRM. In die functie is hij de af­gelopen jaren lid
geweest van diverse com­missies. Vaak was hij
voorzitter, maar net zo vaak ook lid namens
werkgever of werk­nemersvertegenwoordiger.
Zo was hij betrok­ken bij het fusie- en
reorganisatie traject van drie GGD’s in NoordHolland, GGD Eemland en Midden Nederland,
Gemeente Stichtse Vecht, Hoogheemraadschap
Stichtse Rijnlanden, Gemeente Hollands Kroon,
Gemeenten Amstelveen-Aalsmeer, De Pauw Bedrijven, fusietraject gemeenten
Harenkarspel-Schagen-Zijpe en reorganisaties
van ondermeer gemeenten Diemen, Langedijk
en Edam-Volendam. Vanaf 2013 betrokken bij,
samenwerkingstrajecten gemeenten
Stedebroec, Enkhuizen en Drechterland
(SED gemeenten), functiewaarderingsproject
bij Bestuur Regio Utrecht, Gemeenschappelijke
regeling Werk en Inkomen Lekstroom (plaat­
sings­commissie fusie sociale diensten van vijf
gemeenten). Ook is hij betrokken bij de samen­
werking tussen de DUO-plus gemeenten
(Diemen, Uithoorn, Ouderkerk en De Ronde
Venen) en de ambtelijke fusie van Woerden en
Oudewater.
Jacqueline van Popering
Jacqueline van Popering-van der Stokker
vertegenwoordigd de werkgever bij het
plaatsingsproces voor de medewerkers.
Ze is opgeleid als maatschappelijk werker,
loopbaanadviseur en mediator. Zij heeft
gewerkt bij verschillende gemeenten op het
taakveld werkgelegenheid. Daarna is zij vijf
jaar werkzaam geweest bij AbvaKabo FNV,
vooral binnen de gemeentelijke overheid.
Ook was ze vier jaar wethouder.
Daarna ging ze als ambte­lijk secretaris van
de Ondernemingsraad aan de slag bij een
groot psychiatrisch ziekenhuis.
Bij het plannen en invullen van de trainingen
voor die bewuste OR is haar interesse gewekt
om zelf als trainer/adviseur haar carrière te
vervolgen. Naast deze werkzaamheden is ze
veel actief als voorzitter of lid van plaatsings-,
functiewaarderings- of bezwarencommissies.
Ondermeer is ze lid en plaatsvervangend
voorzitter van de personele kamer van de
Provincie Zuid-Holland, voorzitter van de
personele kamer gemeente Medemblik en
voorzitter van de Evaluatiecommissie van de
gemeente Haarlem. Van mei 2013 tot mei 2014
was ze voorzitter van de Plaatsingsadvies­
commissie Kamer van Koophandel: de fusie
van de veertien zelfstandige Kamers van
Koophandel en Syntens waarbij ingekrompen
moest worden van 2500 medewerkers naar
circa 1500 medewerkers. Ook was ze bij de
gemeente Alkmaar actief als voorzitter van
de plaatsingsadviescommissie bij een
interne reorganisatie.
Albert Laarhoven
Albert Laarhoven vertegenwoordigd de vak­
bonden in de plaatsingscommissie die zich
bezighoudt met de benoeming van de mede­
werkers. Hij heeft een bouwkundige achter­
grond, maar ook veel ervaring in de wereld
van plaatsingsprocessen. Hij is onbezoldigd
bestuurder bij Abvakabo FNV. Vanaf 2005 had
hij zitting in diverse plaatsingscommissies.
Zo was hij actief voor de gemeente Medemblik,
IMD Kop van Noord Holland, gemeente
Diemen, gemeente Heemstede, gemeente
Bloemendaal-Bennebroek, Brandweer
Alkmaar, gemeente Kaag–Braasem, gemeente
Schagen en gemeente Hollands Kroon.
Bovendien was hij lid van functie­waarderings­
commissies Texel, Harenkarspel, GGD NoordHolland Noord en Uithoorn. Albert Laarhoven
was ook regelmatig te vinden in bezwaren­
commissies. Onder andere voor de gemeente
Haarlemmermeer, gemeente Bloemendaal,
GGD Kop van Noord-Holland, gemeente Ouder
Amstel, gemeente Hillegom, en de commissie
van beroep van de KNVB.
Simone Muskee-Brinksma
Simone Muskee-Brinksma fungeert in de beide
plaatsingscommissies als ambtelijk secretaris.
Zij fungeert als verbindende schakel tussen de
mensen die zitting hebben in de commissies.
Dat vraagt om meer dan alleen in het bezit
zijn van de juiste kennis. Medewerkers die
in aanraking komen met het plaatsingsproces
moeten kunnen vertrouwen op een zorgvuldig
uitgebalanceerd en geformuleerd advies,
heldere verslaglegging en een gestructureerde,
nauwkeurige manier van werken. En dat is
wat Simone Muskee kan bieden. Ze heeft een
digitale werkmethodiek ontwikkeld die in
het land zijn waarde heeft aangetoond.
Plaatsingsprocessen staan vaak onder grote
tijdsdruk. Juist onder die omstandigheden
moet je kunnen fungeren als een spin in het
web. Integriteit en betrokkenheid staan bij
Simone hoog in het vaandel, evenals het soepel
laten verlopen van de organisatorische
werkzaamheden. Jos Stierhout en Steven van de Looij
Het zijn bekende gezichten voor de lezers van
dit blad: Jos Stierhout en Steven van de Looij.
Een nadere introductie is niet nodig.
De algemeen directeur en de regionaal
commandant zijn tijdens het aanstaande
plaatsingsproces alleen betrokken bij de
selectie van de zogenoemde sleutelfuncties.
Steven zit in de commissie wanneer een
managementfunctie voor de brandweer aan
de orde is. Jos doet dat wanneer een kandidaat
manager voor de overige afdelingen moet
worden uitgekozen.
VRAAG/Antwoord
Ik heb best wel wat vragen.
Bij wie kan ik terecht?
Dat kan op diverse manieren. In juni organiseren we
diverse voorlichtingsbijeenkomsten. Kijk voor de data
elders in dit blad. Ook kun je met je vragen per mail
terecht bij de afdeling P&O:
[email protected]
of bij je eigen leidinggevende.
Achterover
leunen is
geen optie
Op 20 juni start de belangstellingsregistratie voor
de nieuwe geregionaliseerde organisatie. En dat
betekent nogal wat. Sommige functies verdwijnen,
vele worden opnieuw ingericht of aangepast en
sommige functies zijn helemaal nieuw.
Dat geldt niet alleen voor medewerkers van de brandweer,
ook binnen de afdeling Bedrijfsvoering en het Veiligheids­
bureau is van alles aan de hand. Sommige mensen gaan
daar gelaten of passief mee mee om: ‘ik zie wel waar ik
terecht kom’. Dat is een houding die niet verstandig is.
Er is nagenoeg geen functie die ongewijzigd blijft.
Achterover leunen in dit proces is geen optie. Het is een
verkeerde gedachte dat de plaatsingscommissie iedereen
vanaf 1 januari 2015 zo maar weer neerzet op de functie
die op dit moment wordt bekleed.
Trouwens op ‘achterover leuners’ zit de nieuwe organisatie
ook helemaal niet te wachten. Iedereen moet zich realiseren
dat niet in alle gevallen de garantie kan worden geboden
voor het behoud van de huidige functie. Dus, een wel­
gemeend advies: verdiep je in het inrichtingsplan en de
functieboeken, ga er actief mee aan de slag en laat je
voorkeuren blijken in het belangstellings­registratie­formulier.
Met andere woorden: pak je kansen. Anders doet een ander
dat. Of je nu bij de brandweer werkt of bij één van de
onderdelen van de veiligheidsregio.
Sleutelfuncties
lopen voorop
Met de werving van de zogenoemde sleutel­
functies is al op 19 mei een start gemaakt.
De vervulling van de sleutelfuncties gaat
bewust vooraf aan de plaatsingsprocedure
van de overige functies. Het is belangrijk
dat de leidinggevenden als eerste worden
benoemd, zodat ze als toekomstig leiding­
gevende betrokken kunnen zijn bij de
benoeming van de collega’s die in de
verschillende teams zitting nemen.
De sleutelfuncties die nu zijn opgesteld zijn: de teammanagers en
hun plaatsvervangers voor de toekomstige brandweerorganisatie.
Ook de managementfuncties voor de nieuwe afdeling Risico &
Crisisbeheersing en Bedrijfsvoering horen daarbij, evenals de
functie van concerncontroller. Inmiddels kan er niet meer worden
gesolliciteerd op deze functies. De sluitingstermijn was op 2 juni
jl. Volgens de huidige planning zijn de namen van de mensen die
worden aangenomen op de sleutelfuncties na de vergadering van
het algemeen bestuur van 4 juli bekend. De ploegchefs (zowel
vrijwillig als beroeps) zijn ook sleutelfuncties. De sollicitatie­
procedure voor hen start op 20 juni.
9
Bijna alle functies
opnieuw beschreven
Het was een heel karwei, maar wel noodzakelijk. Bijna alle functies
die vanaf 1 januari 2015 binnen de veiligheidsregio beschikbaar zijn,
zijn opnieuw beschreven. De regionalisering van de brandweer en
de daarbij behorende reorganisatie van sommige afdelingen van de
veiligheidsregio, maakten het noodzakelijk om eens even goed naar
alle functies te kijken. Inmiddels zijn de nieuwe functieboeken klaar
en voor iedereen beschikbaar. De Bijzondere Ondernemingsraad heeft
adviesrecht op de functieboeken. Dit advies is bij het ter perse gaan
van dit blad nog niet uitgebracht.
Veiligheidsregio Noord-Holland Noord hanteert voor de beschrijvingen
van de functies een uniforme methodiek. Daardoor worden alle functie­
beschrijvingen op dezelfde manier opgesteld en bevatten dezelfde
onderdelen. De functies bestaan uit een zogenoemd generiek deel en
een specifiek deel. Onder het generieke deel worden de onderdelen
benoemd van taken die qua aard, niveau en karakter gelijkwaardig zijn
aan soortgelijke andere functies. Het generieke deel is organisatiebreed.
Er wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen organisatieonderdelen,
eenheden en vakgebieden. Zo is bijvoorbeeld het generieke deel van de
functie HR-expert gelijk aan een ICT-expert. Bij het specifieke deel
worden (het woord zegt het al) de taken specifiek beschreven. Dat zijn
unieke en essentiële taken die niet geschaard kunnen worden onder
generieke taken. Bij de specifieke taken wordt ook onderscheid gemaakt
tussen vakgebieden en beleidsterreinen. Hier wordt het verschil tussen
de functie van HR-expert en ICT-expert zichtbaar. Door alle functies,
van hoog tot laag, op dezelfde wijze te beschrijven, ontstaat een
helder en uniform beeld over ondermeer taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden. Door de functies op deze manier te beschrijven,
wordt ook duidelijk op welk niveau ze moeten worden ingeschaald.
Daarmee wordt voorkomen dat salaristechnisch verschillen ontstaan
tussen functies met dezelfde verantwoordelijkheid en zwaarte.
Met name de functies binnen de onderdelen Bedrijfsvoering,
Brandweerzorg, Risico- & Crisisbeheersing, Operationele Organisatie en
het Veiligheidshuis zijn aangepast. Voor de functies binnen de GHOR,
Gemeenschappelijke Meldkamer en Ambulancezorg zijn er (op een
enkele uitzondering na) geen wijzigingen. Voor het plaatsingsproces
gelden alleen de functieboeken Bedrijfsvoering, Risico & Crisisbeheersing
en Brandweerzorg.
De nieuw beschreven functies zijn te lezen op de site www.samen1nhn.nl
(regionalisering -> documenten -> functieboeken) of op intranet van de
veiligheidsregio (afdelingen -> PCO -> documenten -> functieboeken).
“Hee, waar is
de functie van
manschap?”
De functie van manschap kom je op het eerste oog
niet tegen. Maar is er wel zeker. Je kunt hem vinden in
het functieboek Operationele Organisatie. Daar staan
alle ‘warme’ functies in omschreven. Dus ook die
van bevelvoerder.
10
Brandweer niet
op de slachtbank
Bij de behandeling van de concept-begroting voor de
nieuwe brandweerorganisatie werd, op vrijdag 9 mei
tijdens de vergadering van het algemeen bestuur, door
een aantal burgemeesters sterk gepleit om niet al zwaar
te gaan bezuinigen op brandweerzorg. “Ik wil niet dat de
brandweer op de slachtbank komt. Niemand gaat ons
helpen wanneer wij over een paar jaar tot de ontdekking
komen dat veel te veel is wegbezuinigd”, zo stelde
burgemeester Onno van Veldhuizen van Hoorn.
Daarin werd hij ondermeer gesteund door
Koen Schuiling, eerste burger van Den Helder.
“Ik heb de sterke indruk dat de veiligheidsregio
een efficiënte organisatie is, waar geen geld
over de balk wordt gegooid”.
Toch zal de nieuwe brandweerorganisatie bij
de start al rekening moeten houden met een
fikse bezuiniging op de als reëel beschouwde
concept-begroting. Deze begroting is enkele
weken geleden voor de nieuwe organisatie
opgeleverd. Veiligheidsregio Noord-Holland
Noord heeft geraamd dat in 2015 64,6 miljoen
euro nodig is om alle diensten en werkzaam­
heden uit te voeren. De 64,6 miljoen euro is
inclusief bijdragen van het Rijk en de zorg­ver­
zekeraars van de ambulancezorg. Dit bedrag
is tot stand gekomen door zero-based te be­
groten. In wezen staat dat voor met een schone
lei berekenen wat de veiligheidsregio in 2015
moet kosten, zonder rekening te houden met
de kosten die gemeenten nu uitgeven aan de
brand­weer. De concept-begroting is niet zo­
maar uit de lucht komen vallen.
Diverse gemeen­te­lijke controllers hebben
meegerekend bij de totstandkoming van de
begroting en hebben geconstateerd dat deze
reëel en redelijk is. Toch hebben het dagelijksen algemeen bestuur besloten dat het mini­
maal 3,3 miljoen euro goedkoper moet.
Binnen het dagelijks bestuur is ook afge­spro­
ken dat voorstellen moeten worden ontwikkeld
die ‘dieper in het vlees snijden’. Bij de bestuur­
ders bestaat het beeld dat de organisatie de
“Ik heb de sterke indruk
dat de veiligheidsregio
een efficiënte organisatie
is, waar geen geld over
de balk wordt gegooid”
komende vier jaar steeds goedkoper en
efficiënter kan worden. Dat kan ook betekenen
dat er gesneden moet worden in de ambitie.
De komende maanden onderzoekt de project­
organisatie waar de bezuinigingen gerealiseerd
kunnen worden.
De opdracht van het dagelijks bestuur bleek
tijdens de behandeling in het algemeen bestuur
bij sommige burgemeesters goed in de oren te
klinken. Misschien moet je ambities bijstellen
door niet te behoren tot de vijf beste veilig­
heidsregio’s, maar te behoren tot de vijf
efficiëntste regio’s, was één van de reacties.
De bestuurders zijn het er over eens dat er
steeds opnieuw bekeken moet worden hoe de
organisatie goedkoper kan worden ingericht,
zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit
van brandweerzorg. Met die boodschap en
taakstelling wordt de concept-begroting
binnen­kort aangeboden aan de gemeenteraden
in de regio. “Maar op dit moment moeten we
even stoppen met nog meer bezuinigen”,
stelde Gert-Jan Nijpels (Opmeer). “Je moet er
toch niet aan denken dat straks alle vrijwilligers
er uit stappen. Het brandweerhart moet bij elke
burgemeester kloppen. Wat er nu is bezuinigd,
is meer dan genoeg.” Ondanks zijn oproep is
het aan de gemeenteraden om te besluiten
over de hoogte van de begroting. De definitieve
begroting wordt op 3 oktober aanstaande
vastgesteld door het algemeen bestuur.
Dat er flink moet worden gesneden staat vast.
Eerste bezuinigingen
al doorgevoerd
Het algemeen bestuur van de veiligheidsregio
was op vrijdag 9 mei duidelijk toen de conceptbegroting voor de nieuwe regionale brandweer­
organisatie werd besproken. “Te hoog”, sprak
een merendeel van de aanwezige lokale burge­
meesters. Op de begroting die nu is opgesteld
moet minimaal 3,3 miljoen euro worden be­
zuinigd, maar de kans is aanwezig dat de
bestuurders nog een stap verder willen gaan.
De projectgroep regionalisering is aan de slag gegaan om
de eerste bezuinigingsvoorstellen in de formatie te maken.
De projectleiding heeft inmiddels besloten negen
formatieplaatsen voorlopig niet open te stellen.
Dagelijks- en algemeen bestuur krijgt hierover een voorstel.
Meer mensen
in operationele
functie
Werken bij de veiligheidsregio, is werken voor
een organisatie die in actie komt bij inciden­
ten of calamiteiten. Dat is onze core business.
De veiligheidsregio wil daarom in de toekomst
meer kantoormedewerkers (de zogenoemde
koude organisatie) een rol geven bij opera­
tionele functies.
VRAAG/Antwoord
Wanneer ik tijdens de belang­
stellingsregistratie aangeef dat
ik in aanmerking wil komen voor
de functie allround medewerker
brandweer­zorg, kom ik dan
automatisch in mijn oude functie?
Nee, dat gaat niet automatisch. De plaatsingscommissie
kijkt naar de plek die ze, op basis van de afspraken in
het sociaal statuut, het meest geschikt voor je vinden.
Dat wordt beoordeeld op basis van een aantal criteria.
Stel dat die plek nòg passender is voor een ander, dan
word je geplaatst in een andere functie. Wanneer die
er niet is, word je boventallig geplaatst.
Binnen de brandweer is dit in veel gevallen al lang het geval,
maar de veiligheidsregio wil de komende jaren een stapje verder
gaan door ook ‘kantoormedewerkers’ op te leiden binnen een
functie die past bij de basistaak van de veiligheidsregio. Dat wil
niet zeggen dat een medewerkster van P&O straks verplicht
wordt om uit te rukken met een brandweervoertuig of dat een
ICT-er ineens metingen moet doen na het vrijkomen van gevaar­
lijke stoffen. Maar ook voor deze medewerkers zijn er best
functies in de crisisorganisatie denkbaar die aansluiten bij de
functie die zij dagelijks uitvoeren of die goed aansluiten bij
activiteiten die medewerkers in hun vrije tijd doen.
Bovendien is het goed voor het algehele gevoel. Meewerken
aan een zo veilig mogelijke regio. Bij het komende plaatsings­
proces heeft de intentie van de veiligheidsregio geen
consequenties, maar de kans is groot dat bij toekomstige
vaca­tures de bereidheid om mee te werken in de crisisor­ganisatie een rol gaat spelen.
VRAAG/Antwoord
Jullie hebben allemaal ‘mooie’
regelingen bedacht. Ik ben vrij­
williger bij de brandweer.
Is er ook aan ons gedacht?
Jazeker, in het onderhandelingsakkoord dat met de
vakbonden is afgesproken, is er veel gesproken over de
rol van de vrijwilligers. Dat heeft ondermeer geleid tot
het opstellen van een sociaal plan voor vrijwilligers.
Je kunt die bekijken op www.samen1nhn.nl.
Verlofdagen voor
iedereen gelijk
De zogenoemde ‘ouwe lullendagen (m/v)’ zijn bij de veiligheids­
regio vanaf volgend jaar afgeschaft. Vanaf volgend jaar hebben
alle medewerkers recht op hetzelfde aantal verlofuren. Bij een
volledig dienstverband is dat 158 uur. Daar bovenop komen
28 zogenoemde compensatie-uren. Dat zijn uren die sommige
gemeenten gaven voor bijvoorbeeld Alkmaars Ontzet, Paasvee
in Schagen enzovoort. De verlofkaart telt dus voor iedereen
186 uur, wanneer je een full-time dienstverband hebt. Dit betekent
dat oudere medewerkers verlof inleveren en jongere er op
vooruitgaan. In de ambtelijke cao is tientallen jaren geleden het
fenomeen ‘seniorendagen’ geïntroduceerd. Het doel was om
door het invoeren van deze extra verlofdagen de belastbaarheid
van oudere medewerkers te vergroten, waardoor ze langer aan
het werk konden blijven. Tegelijkertijd creëerde dit ruimte voor
extra werkgelegenheid, waar destijds veel behoefte aan was.
Gemeenten en aan gemeenten gelieerde organisaties mochten
zelf invullen op welke wijze ze aan de seniorendagen uitvoering
gaven. Inmiddels mag de regeling als ‘uit de tijd’ worden
beschouwd en zelfs verboden (leeftijdsdiscriminatie).
Nieuwe voorzitter
voor BOR
Door het aanvaarden van een andere baan bij de gemeente
Bergen, heeft Daphne van Gelderen moeten besluiten haar
functie als voorzitter van de Bijzondere Ondernemingsraad
ter beschikking te stellen. Half mei heeft het dagelijks
bestuur Leo Bakker (Brandweer Heerhugowaard, Langedijk
Schermer) benoemd tot voorzitter van de BOR. Door deze
verschuiving ontstond een vacature in het dagelijks bestuur.
Die vacature wordt opgevuld door de benoeming van Jaap
Buisman (gemeente Hollands Kroon) tot dagelijks bestuurslid.
Nu het plaatsingsproces van start is gegaan zou een leek
misschien denken dat de werkdruk voor de BOR wat minder
wordt. Immers, er is zou je denken al een heleboel geregeld.
“Dat is een misvatting”, zegt de nieuwe voorzitter Leo
Bakker. “Weliswaar hebben we al veel gedaan, maar volgens
mij wacht ons nog een intensieve periode. Er komen nog veel
dingen op ons af. Een hoop zaken worden nu echt duidelijk.
Het is aan ons om te kijken of de samenhang nog klopt en
of de zaken die zijn afgesproken ook worden waargemaakt.
Natuurlijk hangt ook de begroting als een zwaard van
Damocles boven ons hoofd. Stel dat het algemeen
bestuur die niet goedkeurt, dan kunnen we zo ongeveer
opnieuw beginnen.”
Veiligheidsbureau en bedrijfsvoeringsafdelingen ook aan de bak:
Zeker niet alleen brandweer…
Het lijkt er misschien op dat deze
Noorderrood alleen maar gaat over
het plaatsingsproces van de brandweer.
Niets is minder waar. Het vormt ook
het startsein voor de toekomstige
afdelingen Bedrijfsvoering en Risico
& Crisisbeheersing. Hieronder valt
het huidige veiligheidsbureau en de
afdelingen die nu onder de vlag van
Bedrijfsvoering opereren: Techniek &
Facilitair, Personeel & Organisatie,
Planning & Control (inclusief Juridische
Zaken), Communicatie, Inkoop, Kwaliteit
en het Directiesecretariaat. De mede­
werkers van deze afdelingen die vallen
onder de doelgroep van het sociaal
statuut krijgen te maken met het
plaatsingsproces.
De reden waarom genoemde afdelingen
onderdeel uitmaken van de reorganisatie is
tweeledig. Voor de teams die onder de vlag
van bedrijfsvoering varen, is de belangrijkste
reden dat een organisatie waar bijna 1800
mensen werken een totaal andere manier
van werken vraagt dan nu het geval is.
Op dit moment voeren deze afdelingen
hun werk grotendeels in eigen beheer uit.
Dat gaat veranderen. In de nieuwe organi­
satie kan de huidige werkwijze niet worden
voortgezet. De nieuwe organisatie zou dan
verstikken in zijn eigen werkprocessen.
Sommige werkzaamheden van Bedrijfs­
voering zijn best wel kwetsbaar.
Denk bijvoorbeeld aan de ICT-voorzieningen.
Wanneer die niet goed werken heeft de hele
(operationele) organisatie daar last van.
Dat geldt ook voor het op tijd uitbetalen
van salarissen en vergoedingen of complexe
aanbestedingsvraagstukken. Om verzekerd
te zijn van een stabiel kwaliteitsniveau,
worden in de toekomstige organisatie van
Bedrijfsvoering regelmatig taken uitbesteed.
Daarmee wordt de afdeling relatief slank
qua bezetting en is het gemakkelijker om
echte specialisten bepaalde werkzaamheden
uit te laten voeren. De nieuwe afdeling
Bedrijfsvoering wordt een regie-organisatie.
Coördinatie, beleid en advies staan daarbij
centraal. Op die manier kan gericht worden
gestuurd op kwaliteit en informatie.
Ook het veiligheidsbureau houdt in zijn
huidige opzet op met bestaan. Deze afdeling
krijgt een bredere scope: Risico & Crisis­
beheersing. Hiervoor is gekozen omdat de
veiligheidsregio meer de nadruk wil leggen
op het voorkomen van incidenten.
Daarbij wordt zwaar ingezet op bewust­
wording van inwoners en bedrijven. De regio
kiest voor een multidisciplinaire aanpak.
Om te voorkomen dat we alleen maar voor­
lichtingsacties bedenken, zonder dat we
weten wat de effecten daarvan zijn, moet
ook meer aandacht worden besteed aan
onderzoek. Dit doen we om te kijken of de
initiatieven die we hebben ontplooid om de
bewustwording van inwoners en bedrijven
te bevorderen, ook inderdaad werken en
resultaat opleveren.
Bijna alle medewerkers van de huidige
onderdelen van Bedrijfsvoering en het
Veiligheidsbureau maken dus onderdeel
uit van het plaatsings­proces. Ook voor hen
geldt dat zij binnen­kort een statusbrief in
de brievenbus krijgen. Daarna volgt ook
voor hen dat een belangstellingsregistratie
moet worden ingevuld. In vele gevallen zijn
de functies anders ingevuld dan nu. Alle
functies voor de nieuwe afdelingen staan
omschreven in de functie­boeken.
Ons advies: kijk daar goed naar de
functieboeken en reageer op een
functie die jou aanspreekt.
2014
april
mei
juni
juli
stemmen door
achterban
BGO
ledenraadpleging
onderhandelaarsakkoord
ondertekenen
onderhandelaarsakkoord
adviesrecht over
functieboeken
BOR
adviesrecht over
inrichtingsplannen
openstelling vacatures ploegchef (beroeps en vrijwilligers)
selectiegesprekken
en evt. assessments
Sleutelfuncties
19
2
11
20
openstelling vacatures sluiting
(plv) teammanagement sollicitatietermijn
en concerncontrollor (plv) teammanagement
en concerncontrollor
start belangstellingsregistratie
Medewerkers VR
20
instemmingsverzoeken
personele regelingen
sluiting
sollicitatietermijn
ploegchefs beroeps
en vrijwilligers
4
11
benoeming
(plv) teammanagers
en presentatie in
algemeen bestuur
sluiting belangstellingsregistratie
11
verzenden statusbrief
start belangstellingsregistratie
Brandweer beroeps
20
sluiting belangstellingsregistratie
11
verzenden statusbrief
Brandweer vrijwilligers
Overige
medewerkers VR
(die onder CAR/UWO vallen)
Dit overzicht is indicatief. Er kunnen in deze planning nog wijzigingen optreden.
augustus
september
oktober
november
december
selectie en
benoeming
ploegchefs beroeps
en vrijwilligers
bekendmaking
voorgenomen
plaatsing
eventueel gesprek
met plaatsingscommissie/assessment
vacant stellen
eventuele overgebleven functies
bekendmaking
voorgenomen
plaatsing
eventueel gesprek
met plaatsingscommissie
vacant stellen
eventuele overgebleven functies
afwikkelen eventueel
bezwaar/beroep
zienswijzeprocedure
ontslagbrief
oude werkgever
zienswijzeprocedure
verzenden statusbrief
definitieve
benoemingsbrief
afwikkelen eventueel
bezwaar/beroep
definitieve
benoemingsbrief
ontslagbrief gemeente
/aanstellingsbrief
veiligheidsregio
informatie over aangepaste
arbeidsvoorwaarden en eventuele
overgangsregeling
2015
Bereid je goed voor. Lees de functieboeken!!!
Help! Ik ben beroeps, wat nu?
In het inrichtingplan Brandweer is aangegeven hoe de nieuwe
organisatie er straks uit gaat zien. In de nieuwe brandweer­
organisatie is plaats voor verschillende beroepsbrandweerfuncties. Het gaat om drie categorieën: management, experts
en medewerkers met verschillende soorten uitvoerende taken
(de zogenoemde allrounders). Binnen deze groepen zitten
weer verschillende groepen.
Hoewel de medewerkers allemaal op een
‘koude’ functie worden aangenomen, is het
uitgangspunt wel dat in de nieuwe organisatie
elke medewerker ook een ‘warme’ functie
bekleedt. Voor iedereen geldt dat minimaal
vijftien procent van de effectieve werktijd
wordt besteed aan taken die vallen binnen het
operationele basispakket, zoals brandveilig
leven, vakbekwaamheid of risicobeheersing
& incidentbestrijding.
als senior specialist binnen de geografische
brandweerteams niet tot de categorie expert.
Om expert te zijn en blijven, is het nood­
zakelijk om voor het overgrote deel van de
tijd met deze materie bezig te zijn en hier­
voor specifiek te zijn opgeleid. Deze functies
wijzigen over het algemeen niet veel.
Experts en allrounders
Zoals gezegd wordt er bij de brandweer
straks ondermeer gewerkt met experts en
allrounders. Functies die nu als projectleider
en senior beleidsmedewerker preventie zijn
ingevuld, behoren tot de categorie expert.
In tegenstelling tot de teams Specialismen &
Beleid en Bedrijfsvoering behoort een functie
Meerdere taakaccenten
Het woord allrounder (hieronder vallen ook
algemeen medewerker of ondersteunend
medewerker brandweerzorg) zegt het
eigenlijk al. Dat zijn mensen die meer taak­
accenten kunnen uitvoeren. Afhankelijk
van opleiding en ervaring kunnen zij op
verschillende niveaus opereren. Behalve
Combinatiefuncties
Tijdens het plaatsingsproces voor de nieuwe
organisatie wordt iedereen aangesteld in een
‘koude’ functie. Dat is bij de meeste beroeps­
korpsen nu ook al het geval. Wat wel gaat
veranderen is dat het niet vanzelfsprekend
meer is dat een koude functie nog maar uit één
taakaccent bestaat. De tijd dat een beroeps­
brandweermens zich, behalve met zijn of haar
operationele taak, voortaan alléén maar bezig
houdt met bijvoorbeeld het onderhoud van
ademluchtapparatuur is voorbij. Vaak worden
dit combinatiefuncties. Dat doen we om de
medewerkers allrounder te maken en de
kwetsbaarheid van de organisatie te beperken.
Ook wil het niet automatisch zeggen dat
iedereen dezelfde taakaccenten houdt.
Geografische teams
Bij de geografische teams is dat allemaal wat
ingewikkelder. Veel namen zijn gewijzigd ten
opzichte van de huidige functies. Dat komt
omdat gemeenten soms andere namen voor
dezelfde functies hanteren, maar ook omdat
bij de inrichting van de nieuwe organisatie
andere keuzes zijn gemaakt. Bijvoorbeeld door
de komst van allrounders. Voor sommige
mede­werkers is het dus lastig om in het
functieboek hun oude functie terug te vinden.
Dat wil niet zeggen dat deze mensen niet
worden geplaatst. In het sociaal statuut is
namelijk de intentie uitgesproken dat voor
alle medewerkers zoveel mogelijk geldt dat
er een passende of geschikte functie beschik­
baar is. Het werk blijft gewoon bestaan.
Of het nu gaat om het organiseren van
oefeningen of onder­houdswerkzaamheden
die moeten worden gedaan.
Collega Simone werkt in Hollands Kroon. Al jarenlang is zij een graag geziene collega die het
oefenprogramma in haar gemeente in goede banen leidt. Wanneer er brand uitbreekt in haar
gemeente, stapt ze vliegensvlug in de tankautospuit. Doen waar zij alle collega’s in de loop der
jaren vakbekwaam mee heeft gemaakt. Gemiddeld is zij zo’n vijftien procent van haar werktijd
in uitrukpak aan het werk. Omdat de nieuwe brandweerorganisatie de medewerkers allround
wil laten zijn, kan Simone in de nieuwe organisatie waarschijnlijk niet uitsluitend specialist
vak­bekwaamheid worden. Zij besluit het over een andere boeg te gooien. Het lijkt Simone leuk
haar kennis en expertise voortaan op een andere manier in te zetten. Zij kruist daarom op
haar belangstellingsformulier aan dat zij binnen de afdeling Specialismen & Beleid aan de slag
wil als senior allrounder. Zij gaat dan uit het geografisch team, maar kan eventueel nog wel
worden ingezet op operationele taken. Zij kan in deze functie ook docent zijn en vakbe­kwaam­
heidstaken voor de hele regio voorbereiden. Dat lijkt haar leuk. En nu maar afwachten wat de
plaatsingscommissie er van vindt.
Brandweerman Piet werkt op de kazerne
in Hoorn. Hij is overdag beschikbaar voor
de uitruk. De werktijd dat hij niet met de
brandweerauto onderweg is, maakt hij
vol met het onderhouden van ademlucht­
appara­tuur. Vanaf 1 januari 2015 wordt dat
anders. Piet ontvangt een belang­stellings­
registratie. Daarin wordt hem ondermeer
gevraagd welke functies hij voor de nieuwe
organisatie wil ver­vullen. Piet leest in de
functie alge­meen medewerker brandweer­
zorg dat hieronder ook de taken voor
adem­­lucht vallen. Hij kruist dus deze
functie aan. Hij ziet dat hij in deze functie
ook gevraagd kan worden voorlichting te
geven en toezicht te houden op het na­
leven van gebruiksvoorschriften. Dat lijkt
hem een uitdaging, want dat heeft hij nog
nooit gedaan. Natuurlijk helpt de organi­
satie hem te brengen op het juiste kennis­
niveau om deze taken uit te voeren.
Vervolg: Help! Ik ben beroeps, wat nu?
een deel operationeel zijn dat ook specifieke
taken. De veiligheidsregio kiest er bewust voor
mensen meerdere taakaccenten te geven.
Niet alleen is de onderlinge uitwisselbaarheid
van medewerkers dan groter, ook levert het
een gevarieerd werkpakket voor de mede­
werker op. Tijdens de belangstellings­
registratie kun je aangeven wat je huidige
functie is, wat je opleiding is en of je in
roosterdienst werkt. Het is niet zeker of je
in de toekomst je huidige taakaccent houdt.
Dat zal ook niet duidelijk zijn na het advies van
de plaatsingscommissie. De commissie bepaalt
namelijk alleen in welke functie je komt.
Zij bemoeien zich niet met de taakaccenten.
Dat doet de nieuwe team­manager. De team­
manager houdt daarbij rekening met de meest
optimale verdeling van taken binnen het
nieuwe team. De door de teammanager
gekozen verdeling van taken hoeft niet
permanent te zijn. Het is de bedoeling dat
de teams de werkzaamheden met z’n allen
uitvoeren. Wanneer er op enig moment meer
behoefte is aan bijvoorbeeld een gebouw­
controle, dan kan een oefening (als voorbeeld)
tijdelijk achterwege blijven. Die flexibiliteit is
prettig voor de organisatie, maar waar­schijn­
lijk ook voor de medewerker. Als het goed is
krijgt iedereen afwisselender werk. Daarom is
het heel belangrijk dat je je goed voorbereid
op het invullen van je belangstellingsformulier.
Op de website Samen1 staan de functieboeken.
In deze functieboeken staan alle beschikbare
functies. Kijk daar goed naar, laat op je formu­
lier weten waar je voorkeur naar uitgaat en
probeer dat zo goed mogelijk te motiveren.
Boeiende puzzel
Voor de plaatsingscommissie wordt dit een
boeiende puzzel. Maar het computer­pro­
gramma dat is ontwikkeld moet dat proces
in goede banen leiden. Het programma is
een beproefd programma dat al binnen
veel organisaties in het land is toegepast.
In Den Helder werkt brandweerman Jan. Een bevelvoerder pur sang. Jan werkt naar volle
tevredenheid in de 24-uurs dienst. Tussen de inzetten door is Jan bezig in de werkplaats.
Op zijn arbeidscontract met de gemeente Den Helder staat vermeld ‘Bevelvoerder’.
Jan is trots op die titel. Onlangs bladerde hij door het functieboek van de nieuwe organisatie.
Tot zijn verbazing kwam hij deze functie niet meer tegen. Dat is schrikken. Hij spreekt zijn
leidinggevende aan met de woorden ‘hoe kan dat nou?’ De aap komt al snel uit de mouw.
Natuurlijk blijven er ook na 1 januari 2015 bevelvoerders. Alleen wordt bij het werven van
de functie uitgegaan van een koude functie. Voor Jan geldt dat hij met zijn MBO-opleiding
ondersteunend medewerker brandweerzorg of allrounder brandweerzorg kan aankruisen.
Omdat hij ook instructeur is voor bevelvoerders past hem de allrounderfunctie.
Freelance-instructeur
geen bijbaan meer
Vanaf 1 januari 2015 zitten de instructeurstaken volledig in de functiebeschrijvingen
van brandweermensen in dienst van de veiligheidsregio. In een beperkt aantal situaties
worden nog externe instructeurs ingehuurd. Dat is een belangrijke wijziging ten
opzichte van de situatie van nu. Tot aan de dag van vandaag kunnen instructeurs
bij de brandweer als neventaak een aardig centje bijverdienen door ’s avonds en in het
weekend tegen een uurtarief brandweermensen op te leiden. Toch heeft de veiligheids­
regio er bewust voor gekozen deze taken te integreren in de nieuwe formatie.
Op die manier kan de veiligheidsregio meer mensen aan het werk houden en vallen
de te werken uren binnen de arbeidstijdenwet en het arbeidstijdenbesluit. Met de
nieuwe insteek van de veiligheidsregio wordt ook gewaarborgd dat de meest actuele
kennis in de opleiding wordt verwerkt. Dat bereiken we door instructeurs in te zetten op
hun eigen vakgebied.
In principe
een papier­loos
plaatsingstraject
Er hoeft nagenoeg geen velletje papier te
worden gebruikt tijdens het plaatsingsproces
of de belangstellingsregistratie. Behalve de
statusbrief en de formele aanstelling kan
alles ‘online’ worden geregeld. Een kind kan
de was doen. Ambtelijk secretaris Simone
Muskee-Brinksma heeft een ingenieus
systeem ontwikkeld waarbij iedereen zijn
belangstelling op een handige manier
kenbaar kan maken.
Het systeem heeft al bij veel reorganisaties van
gemeenten en andere (overheids)organisaties zijn
diensten bewezen. Het ‘in de Cloud’ systeem dat
door de plaatsingscommissie wordt gebruikt kent
de hoogste beveiligingsnormen. Alle informatie die
ingevuld wordt in het belangstellingsformulier wordt
automatisch opgeslagen en verwerkt in een matrix.
Deze matrix vormt het moederbestand tijdens het
plaatsingsproces. Vanuit dit bestand worden de
verslagen, adviezen en overzichten verstrekt aan
de plaatsingscommissie.
Niet op een andere wijze indienen
Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat mede­
werkers het formulier op een andere wijze indienen
dan het door de plaatsingscommissie wordt aange­
boden. De kans dat er fouten in het systeem raken,
bijvoorbeeld door het verkeerd overtypen van de
geschreven informatie, is niet ondenkbaar.
Bovendien is het uiterst bewerkelijk.
Mail met een handleiding
In de tweede helft van juni start de belangstellings­
registratie voor alle medewerkers die binnen de
doelgroep van het sociaal statuut vallen. Alle mede­
werkers die onder het plaatsingsproces vallen krijgen
te zijner tijd een mail met een handleiding over de
werkwijze. Medewerkers die moeite hebben met het
invullen van het formulier of geen mailadres hebben,
kunnen bij P&O ondersteuning vragen.
Van ‘was’ naar ‘wordt’
Wie werken er bij de verschillende organisaties en
wat doen ze? En dan hebben we het met name
over brandweermedewerkers die bij de individuele
gemeenten op de loonlijst staan en de medewerkers
van de veiligheidsregio. Het is belangrijk om al die
medewerkers goed in kaart te brengen.
Zodoende wordt voorkomen dat er ineens een medewerker
overblijft en niet geplaatst wordt binnen de nieuwe organisatie.
In 2013 hebben de individuele gemeenten een overzicht verstrekt
van mensen die, volgens de uitgangspunten van het sociaal
statuut, in aanmerking komen voor plaatsing bij de veiligheids­
regio. Dat noemen we de ‘was’ lijst. Niet alleen staan daar de
namen van de medewerkers op, ook bijvoorbeeld de functie­naam, het aantal fte’s en de salarisschaal komen op de lijst voor.
Omdat een dergelijke inventarisatie zorgvuldig moet gebeuren
zijn de lijsten in maart van dit jaar doorgenomen met de lokale
comman­danten en P&O medewerkers van de betreffende
gemeente. Bovendien is gekeken of de lijsten nog juist en
actueel zijn. Inmiddels heeft ook nog een verdiepingsslag
plaatsgevonden.
De plaatsingscommissie matcht de ‘was’ lijst met de functies die
na 1 januari 2015 beschikbaar zijn bij de veiligheidsregio. Bij dit
plaatsingsproces wordt het principe ‘mens-volgt-werk’ aange­
houden. Daarnaast kunnen alle medewerkers hun belangstelling
voor minimaal twee passende of nieuwe functies kenbaar maken.
De uiteindelijke ‘wordt’ lijst geeft de plaatsing aan van de
medewerkers in de nieuwe organisatie.
VRAAG/Antwoord
Word je plaatsingsvoorstel altijd
aangepast na het indienen van
bedenkingen?
Nee, de plaatsingscommissie kan het plaatsingsvoorstel
eventueel aanpassen, maar dat is niet standaard.
Het is de algemeen directeur die op basis van het advies
van de plaatsingscommissie en de bedenkingen besluit
over de plaatsing.
‘De dames’ achter de plaatsing
Ze vormen de spin in het web achter het plaat­s­
ingsproces: Willemijn Veenendaal en Mieke
Engel. Enkele maanden geleden zijn de dames
ingevlogen om het team P&O te ondersteunen
bij de speci­fieke taak rond de plaatsing en alles
wat daar bij komt kijken. En ze hebben het er
druk mee: regelen, organi­seren en coördineren.
Natuurlijk doen ze dat in nauwe samen­werking
met de ambtelijk secretaris van de plaatsings­
commissie. Het enige verschil is dat Willemijn
en Mieke het vraagstuk vanuit de interne
organisatie benaderen en de plaatsings­
commissie onafhankelijk en van buiten
de organisatie opereert. Maar het zal wel
moeten matchen.
Vragen over het
plaatsingsproces
Het team P&O heeft speciaal voor vragen
en opmerkingen over het plaatsingsproces
een email-adres:
[email protected]
Heb je vragen? Aarzel niet ze te stellen.
Maar het is verstandig om eerst bij je
leidinggevende te raad te gaan.
21
Onderhandelingsakkoord met vakbonden getekend
‘Geen winnaars en geen verliezers’
Het is 11 september 2013. Het Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO)
komt voor de eerste keer bijeen om te praten over de uitgangspunten voor
een arbeidsvoorwaardenpakket voor de geregionaliseerde veiligheidsregio.
Aan tafel Fred van der Kwast (CNV), Wim Jaapies (Abvakabo) en Ruud van Vliet
(CMHF). Stuk voor stuk gepokte en gemazelde vakbondsmensen. Samen met
Onno van Veldhuizen, namens het dagelijks bestuur en project­leider
Jos Stierhout van de veiligheidsregio, gaan ze aan de slag. Daarbij ondersteunt
door leden vanuit diverse GO’s uit gemeenteland en enkele medewerkers.
Het proces gaat zo voortvarend dat er eind
november een concept-onderhandelaars­
akkoord op tafel ligt.
Maar dan ontstaat er een kink in de kabel.
“Kennelijk was onze communicatie met de
lokale Georganiseerd Overleggen niet optimaal
geweest, want toen wij onze stukken voor­
legden werden er mensen wakker”, zegt Fred
van der Kwast. “Er kwamen veel opmerkingen
waar wij mee aan de slag moesten. Vooral de
bijzondere voorzieningen die per gemeente
afzonderlijk waren geregeld met de lokale
brandweerorganisatie leverde veel stof tot
praten op.” Volgens Van der Kwast werd het
lastig om de verschillen in rechtpositie van
negentien verschillende gemeenten te ver­
pakken in een arbeidsvoorwaardenpakket waar
iedereen zich in kon vinden. In het plan dat er
nu ligt gaan sommige mensen er wat op
achteruit en sommige er wat op vooruit.
“In mijn ogen ligt er een gedegen pakket
dat geen winnaars en geen verliezers heeft
opgeleverd. We hebben gekozen voor de
gulden middenweg.”
Ook Ruud van Vliet en Wim Jaapies zijn van
mening dat het bloed, het zweet en de tranen
van de laatste maanden een goed eindresultaat
hebben opgeleverd. “Het was een mooi en
open proces, waar we elkaar goed de waarheid
hebben kunnen zeggen”, zegt Wim Jaapies.
“Het onderlinge vertrouwen is nooit ge­
schonden van weerskanten.”Toch hebben
we wel eens de voet dwars moeten zetten.
Dat gebeurde op momenten dat er zaken op
tafel kwamen waarmee ik écht niet naar de
achterban wilde gaan”, aldus de Abvakabobestuurder.
Bij alle euforie over het bereikte akkoord wil
Ruud van Vliet toch een kanttekening plaatsen.
“Binnen onze bond was er maar een hele
krappe meerderheid (57 procent) voor instem­
ming met dit onderhandelingsakkoord. Ik maak
me best wel zorgen over de 43 procent van
onze leden die hebben tegengestemd. Gaan die
straks stoppen? Ik denk dat de veiligheidsregio
dat signaal van de vrijwilligers ernstig moet
nemen. Er zit duidelijk wantrouwen richting
de veiligheidsregio. Dat is natuurlijk niet goed.
Of dit nu komt door de effecten van het
Dekkingsplan of dat het gaat om de emotie
rond de regionalisering, ik weet het niet.”
De drie ondertekenaars van het onder­
handelaarsakkoord tellen vooral de zege­
ningen. Wim Jaapies somt er zo een paar op:
een vergoeding voor verhuiskosten voor
vrijwilligers wanneer verhuizen door de regio­
nalisering noodzakelijk is of een vergoeding
voor vrijwillige leden van de (nieuwe) Onder­
nemingsraad. Ruud van Vliet: “Een heel
zwaarwegend punt voor met name
zelfstandigen die bij de brandweer werken is
‘binnengehaald’. Wanneer er tijdens diensttijd
een bedrijfsongeval gebeurt kan de
veiligheidsregio ‘in redelijkheid en billijkheid’
een uitkering voorschieten. Hierdoor hoeft
men niet lang te wachten op de uitkering door
de verzekering”.
Wat is het Bijzonder Georganiseerd Overleg
Bij reorganisaties, zoals de regionalisering van de brandweer in Noord-Holland Noord,
wordt overleg gevoerd over arbeidsvoorwaarden en rechtspositie. Dit overleg wordt
gevoerd in het Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO). Het BGO bestaat uit een werk­
nemersdelegatie en een werkgeversdelegatie. De werknemersdelegatie bestaat uit
vakbondsbestuurders en leden van de vakbond. De werkgeversdelegatie is gemachtigd
om onderhandelingen te voeren namens het algemeen bestuur van de veiligheidsregio.
In het BGO worden afspraken gemaakt over de inhoud van het sociaal statuut, het pakket
van arbeidsvoorwaarden en het sociaal plan.
Nog een paar open eindjes
Het onderhandelaarsakkoord kent nog een aantal open eindjes. Dat heeft
verschillende oorzaken. Voor een deel heeft dat te maken met nieuwe fiscale
regelingen waarvan de inhoud op dit moment nog niet duidelijk is. Ook zijn
er onderdelen die de instemming van de Bijzondere Ondernemingsraad of de
nieuwe Ondernemingsraad nodig hebben.
Over de regelingen die nog niet in het
onderhandelaarsakkoord verwerkt konden
worden, is gesproken met het Bijzonder
Georganiseerd Overleg. Zij kunnen zich
vinden in de wijze waarop de veiligheids­
regio insteekt. Het heeft dus niet de
ondertekening van het onderhandelings­
akkoord belemmerd. In een zogenoemde
oplegnotitie zijn deze punten verwoord.
De oplegnotitie is te vinden op het intranet
van de veiligheidsregio (PCO -> documenten
-> regelingen onderhandelaarsakkoord) en
de website Samen1 (regionalisering ->
documenten -> regelingen
onderhandelaarsakkoord).
Volgens de overheidsplannen moeten
organisaties uiterlijk 1 januari 2015 de
werkkostenregeling (WKR) hebben inge­
voerd. De WKR vervangt een heleboel
afzonderlijke fiscale regelingen. Op landelijk
niveau zijn op dit moment besprekingen
gaande, vooral met organisaties waar veel
vrijwilligers werken. Zodra de WKR definitief
is ingevoerd, wordt gekeken naar de invloed
op het totale pakket van arbeidsvoor­
waarden. Wanneer de fiscale consequenties
van de invoering van de WKR negatieve
effecten hebben, gaan werkgever en
vakbonden opnieuw met elkaar in overleg.
Het budget voor flexibele beloning wordt
jaarlijks besteed aan ‘sfeerverhogende
(team) activiteiten’. Dit is vanaf de start
van de veiligheidsregio (al weer heel wat
jaren geleden) afgesproken met de Onder­
nemings­raad. Het voorstel van de veilig­
heids­regio is om dit zo te houden en de
budgetten rechtstreeks toe te wijzen aan de
afdelingen. In de nieuwe organisatie is voor
zowel beroeps als vrijwillige medewerkers
een budget beschikbaar van € 65,- per
medewerker. Het bedrag wordt als groep
beschikbaar gesteld.
In de bezoldigings- en werktijdenregeling
staan de uitgangspunten voor roosters en
roosterregels beschreven. Dit wordt nog
nader uitgewerkt. De Bijzondere Onder­
nemingsraad moet met die uitwerking nog
instemmen. Ook is nog niet duidelijk hoe te
zijner tijd wordt omgegaan met vergoe­
dingen voor hybride kazerneringsdiensten.
Op dit moment onderzoekt de veilig­
heidsregio de mogelijkheid om de bezetting
van de kazer­nes voor een deel met
gekazerneerde medewerkers (zowel beroeps
als vrij­willigers) te realiseren. De plannen
worden in de loop van dit jaar uitgewerkt.
De BOR moet het komende najaar ook een
besluit nemen over de wijze waarop de
budgetten voor de lokale activiteiten worden
verdeeld. Als basis hiervoor geldt een
‘verdien­model’. Brandweerposten kunnen
budget verdienen door werk te verrichten bij
lokale activiteiten, zoals het meedoen aan
markten en braderieën om de brandweer en
brandveiligheid te promoten. Dat geldt ook
voor het onderspuiten van de ijsbaan, de
bad­eendjesrace, de Sinterklaasintocht,
enzovoort. De uurvergoeding wordt uitge­
keerd aan de ploeg. Met dat budget kan
bijvoorbeeld de oldtimer worden onderhouden
of kan een barbecue worden georganiseerd.
Het te verdienen budget kent wel een jaarlijks
maximum. Het is gekoppeld aan de grootte
van de post. Naar verwachting krijgt de
BOR in het najaar een regeling voorgelegd.
23
Onderhandelaars­
akkoord vormt de
leidraad bij plaatsing
Na een lang onderhandelingsproces hebben de vak­
bonden (vertegenwoordigd in het Bijzonder Georgani­
seerd Overleg) en de werkgever op 28 mei het
onderhandelaarsakkoord ondertekend.
Het onderhandelaarsakkoord is vanuit werknemerszijde tot
stand gekomen in overleg met de vakbondsvertegenwoordigers
van Abvakabo, CNV en CMHF. Het onderhandelaarsakkoord
betreft een groot aantal documenten (zie rechts: Onze
regelingen). In het sociaal statuut wordt beschreven hoe de
personele gevolgen van de organisatieveranderingen worden
geregeld. Door te werken met een sociaal statuut wordt ervoor
gezorgd dat het proces voor alle medewerkers die betrokken zijn
bij de regionalisering en de reorganisatie eenduidig is. Het accent
ligt daarbij op hoe het proces van de bestaande organisatie naar
de nieuwe organisatie verloopt. Dus op welke manier de mede­
werkers uit de bestaande organisaties worden geplaatst in de
nieuwe organisatie en welke spelregels daarop van toepassing
zijn. Het arbeidsvoor­waarden­pakket waarover instemming is
bereikt, geldt voor zowel beroepspersoneel als vrijwilligers.
Het Sociaal Statuut dat onderdeel uitmaakt van het onder­
handelings­akkoord heeft een looptijd van vier jaar. In het statuut
zijn de procedures vastgesteld die worden gebruikt voor de
personele gevolgen van het regionaliseringsproces. Zo wordt
aandacht besteed aan de uitgangspunten voor de plaatsing, het
werk-naar-werk traject en boventalligheid. In het statuut wordt
ook gesproken over de sleutelfunctionarissen. Dat zijn functies
die van cruciaal belang zijn voor de organisatie. Hierop moet
worden gesolliciteerd. Veiligheidsregio Noord-Holland Noord
heeft de functie van ploegchefs ook als sleutelfuncties benoemd.
De vakbonden zijn hiermee akkoord gegaan, maar hebben wel
een kanttekening geplaatst. In hun ogen moeten ploegchefs uit
de ploeg afkomstig zijn, draagvlak hebben binnen de ploeg en
een relatie hebben met de stad of het dorp waar het korps is
gevestigd. De veiligheidsregio kent deze bezwaren, maar blijft
ook van mening dat het bij het invullen van de functie ploegchef
gaat om ‘kwaliteit’.
Voor de toekomstige organisatie van de veiligheidsregio is de
intentie uitgesproken dat voor alle medewerkers zoveel mogelijk
geldt dat er een ongewijzigde, passende of geschikte functie
beschikbaar is. In het sociaal statuut wordt geregeld op welke
manier de plaatsingsprocedure wordt uitgevoerd en hoe de
samenstelling van de plaatsingscommissie er uitziet. Ook wordt
beschreven wat de taken en bevoegdheden zijn van de plaatsings­
commissie. In het sociaal statuut is tevens geregeld welke criteria
bij de plaatsing worden gehanteerd, zoals de vraag wanneer een
functie passend is voor een medewerker.
Onze regelingen
Het onderhandelaarsakkoord dat de werkgeversdelegatie
met de mede­werkersdelegatie heeft afgesproken in het
Bijzonder Georganiseerd Overleg betreft de volgende
documenten:
-Oplegnotitie arbeidsvoorwaarden
Dit document beschrijft de onderwerpen die nog niet concreet in de diverse
regelingen zijn verwerkt. Met de vakbondsbestuurders is over de uitvoering
hiervan gesproken. Voor meer informatie hierover zie het artikel ‘nog niet
alles in beton gegoten’.
-Sociaal statuut
Hierin is beschreven hoe het veranderingsproces van de bestaande
organisatie naar de nieuwe organisatie verloopt. In het sociaal statuut
is ondermeer geregeld hoe de plaatsingsprocedure wordt uitgevoerd.
De intentie is dat voor alle medewerkers in principe geldt dat er een
ongewijzigde, passende of geschikte functie beschikbaar is.
-Bezoldigings- en werktijdenregeling
Hierin staan regels vermeld voor het toekennen van bezoldigingen en
vergoedingen, verlof en over werktijden. Ook zijn specifieke regels
opgenomen over het werken in dienstrooster.
-Regeling reiskosten CAR-UWO
Deze regeling beschrijft welke vergoeding voor woon-werkverkeer, binnen­
landse- en buitenlandse dienstreizen en verblijfkosten wordt verstrekt aan
medewerkers die vallen onder de rechtspositieregeling CAR-UWO.
De regeling is gedeeltelijk van toepassing op vrijwilligers van de brandweer.
-Regeling fietsvergoeding
De veiligheidsregio wil een voorbeeldfunctie vervullen en het fietsgebruik
voor woon-werkverkeer stimuleren. Fietsen is niet alleen gezond, het is ook
milieuvriendelijk en het levert bovendien een bijdrage aan het verminderen
van parkeer- en fileproblemen. Er is een regeling opgesteld voor het fiscaal
aantrekkelijk aanschaffen van een fiets voor woon-werkverkeer.
-Sociaal plan medewerkers
In een sociaal plan wordt geregeld op welke wijze wordt omgegaan met de
rechtspositionele consequenties van de regionalisering voor medewerkers.
-Rechtspositieregeling vrijwilligers
In deze regeling staan alle arbeidsvoorwaarden en regelingen die op een
vrijwilliger van toepassing zijn. Voor ondersteunende (niet repressieve)
vrijwilligers is alleen hoofdstuk zeven aan de orde.
-Sociaal plan vrijwilligers
Het Sociaal plan vrijwilligers regelt de rechtspositionele consequenties voor
de repressieve en niet-repressieve medewerkers van de vrijwillige brandweer.
Alle documenten zijn te vinden op het intranet van de veiligheidsregio en de
website Samen1.
Een paar termen uit
het sociaal statuut
Ongewijzigde functie
Dat is een functie bij Veiligheidsregio NoordHolland Noord na regionalisering van de brand­
weer, waarbij de werkzaamheden voor tenminste
75 procent gelijk zijn aan een functie die de
mede­werker vóór de regionalisering vervulde
en die niet als sleutelfunctie is aangemerkt.
Nieuwe functie
Dat is een functie bij Veiligheidsregio NoordHolland Noord, die niet eerder voorkwam in het
functieboek van één van de betrokken organi­
saties vóór de regionalisering. Denk daarbij aan
een ICT-adviseur of een expert safety engineering.
Vervallen functie
Dat is een bestaande functie bij één van de
betrokken organisaties (vóór de regionalisering),
die niet meer voorkomt in het functieboek na de
regionalisering. Denk daarbij bijvoorbeeld aan
de functie van de lokale brandweercommandant.
Passende functie
Een functie van gelijkwaardig werk- en denk­
niveau, die de medewerker redelijkerwijs in ver­
band met zijn kennis en ervaring, persoonlijkheid,
omstandig­heden en de voor hem bestaande
vooruitzichten kan worden opgedragen.
Een passende functie is doorgaans van hetzelfde
salarisniveau als de oude functie, maar kan
ook één of twee niveaus hoger of lager zijn.
Geschikte functie
Een functie na de regionalisering, die niet valt
onder het begrip passende functie, maar die de
medewerker bereid is te vervullen en de werk­
gever bereid is aan te bieden (al dan niet in
afwachting van plaatsing in een passende functie).
Sleutelfunctie
Een voorafgaand aan de uitvoering van het
plaat­singsproces aangewezen functie, die voor
de nieuwe organisatie van cruciaal belang wordt
beschouwd en daarom op basis van geschiktheids­
eisen wordt ingevuld. Sleutelfuncties in de nieuwe
organisatie worden beschouwd als nieuwe
functies.
Uitgangspunten bij plaatsing
In het sociaal statuut is een paragraaf gewijd aan de
uitgangspunten bij plaatsing. Woordelijk luidt de
tekst als volgt:
Voor de overgang van de medewerkers gelden de volgende
uitgangspunten:
•De medewerkers wordt, in verband met deze regionalisering op
de overgangsdatum van 1 januari 2015, eervol reorganisatieontslag
(art. 8:3 van de CAR-UWO) verleend. Zij worden gelijktijdig aan­
gesteld bij Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. Er wordt daarbij
geen opzegtermijn in acht genomen.
•Bij de plaatsing wordt het principe ‘mens volgt werk’ aangehouden.
•Er is geen voorafgaande medische keuring van toepassing, tenzij de
medewerker vanuit een niet-repressieve functie op een repressieve
functie wordt geplaatst.
•Onverlet de vaste aanstelling, kan de plaatsing na selectie in een
nieuwe functie wel tijdelijk zijn. In die tijd wordt de geschiktheid
voor de functie beoordeeld en wordt een besluit genomen over de
definitieve plaatsing.
•Medewerkers behouden de vorm van hun aanstelling (vast of
tijdelijk), zoals die geldt op 31 december 2014. Tevens behouden
ze recht op hetzelfde aantal uren.
•Het is de intentie dat voor alle medewerkers in principe geldt dat
er een ongewijzigde, passende of geschikte functie beschikbaar is.
Indien onverhoopt blijkt dat dit niet zo is, spannen alle partijen
zich in om in het kader van de van-werk-naar-werk-gedachte,
zoals opgenomen in CAR-UWO hoofdstuk 10d, vanuit een gedeelde
verantwoordelijkheid van alle deelnemende partijen, ervoor te
zorgen dat de werkgelegenheid van alle betrokken medewerkers
zoveel mogelijk behouden blijft. Onder ‘alle partijen’ wordt in dit
verband verstaan: Veiligheidsregio Noord-Holland Noord, de
negentien deelnemende gemeenten én de betrokken medewerkers.
•Er vindt een aanstelling in algemene dienst plaats. Veiligheidsregio
Noord-Holland Noord werkt voor het hele verzorgingsgebied.
Van alle medewerkers wordt de flexibiliteit verwacht dat ze in
het gehele verzorgingsgebied ingezet kunnen worden. Het is een
gemeen­schappe­lijk belang van de werkgever en de medewerker
dat de mede­werker zoveel mogelijk werkt in de buurt van zijn
woonplaats. De plaatsings­commissie houdt waar mogelijk rekening
met de per­soonlijke omstandigheden van de medewerker, zoals
woonplaats en bezoldiging.
Arbeidsvoorwaardelijke gevolgen in sociaal plan
Voor sommige mensen kan de regionalisering van de brand­
weer arbeids­voorwaardelijke gevolgen hebben. Oorzaak
hiervan is dat er bij de oude werkgever een ander pakket van
arbeidsvoorwaarden gold dan straks bij de veiligheidsregio.
Dit ondanks het feit dat alle gemeentelijke organisaties in
onze regio dezelfde CAO hebben, namelijk de CAR-UWO.
Het kan ook gebeuren dat een medewerker op een andere
functie terechtkomt. Speciaal voor de medewerkers voor
wie de arbeidsvoorwaarden veranderen, is een sociaal plan
opgesteld. In een sociaal plan wordt geregeld op welke wijze
wordt omgegaan met de rechtspositionele consequenties van
de regio­na­lisering voor medewerkers. Daarbij wordt bijvoor­
beeld ingegaan op hoe de afbouw van bepaalde toeslagen is
geregeld als medewerkers deze toeslagen in hun nieuwe
functie niet meer krijgen.
Het sociaal plan is net als het sociaal statuut opgesteld voor
een periode van vier jaar. Er is één voor beroepsmedewerkers
en één voor vrijwilligers. Belangrijke afspraken uit het sociaal
plan zijn:
• Salarisgarantie voor de looptijd van het plan
• Behoud van uitloopschaal voor de degene die dat vooruitzicht
nu hebben
• Een afbouwreling van vier jaar (80, 60, 40, 20 procent) als
door het afschaffen van de Toelage onregelmatige dienst
(TOD), piket of inconvenienten de maandelijkse bezoldiging
minimaal 3 procent wordt verlaagd
• Afkoop van het verschil (vermindering) van verlof voor 1 jaar
• Lopende persoonlijke toelagen, garantietoelagen en
afbouwtoelagen worden voortgezet mits dit bij de oude
werkgever schriftelijk is vastgesteld
Ook sociaal plan
voor vrijwilligers
Voor de vrijwilligers die werken voor de brandweer
in Noord-Holland Noord is eveneens een sociaal
plan opgesteld. De letterlijke tekst van dit plan is
te lezen op www.samen1nhn.nl (regionalisering ->
documenten -> regelingen
onderhandelaarsakkoord).
Eén van de belangrijkste punten is het stoppen met de piketof consignatie­vergoeding. Vanaf 1 januari 2015 wordt ge­werkt
met ‘vrije instroom’. De piket- of consignatie­vergoe­ding
wordt afgebouwd. In 2015 ontvangen de brand­weer­vrij­
willigers die hiervoor in aanmerking kwamen, eenmalig
25 procent van het bedrag dat ze in 2013 hebben ontvangen.
Over andere compenserende maatregelen, zoals een fitnessvergoeding, zijn afspraken gemaakt. Voor posten, waar
volgens het inrichtingsplan te veel vrijwilligers zijn, is een
bedankregeling ontworpen. Er is een verhuiskostenregeling
afgesproken voor vrijwilligers die bereid zijn te verhuizen
naar een post waar te weinig vrijwilligers zijn. Wanneer er
tijdens diensttijd een bedrijfsongeval gebeurt kan de
veiligheidsregio ‘in redelijkheid en billijkheid’ een bedrag
voorschieten. Hierdoor hoeft men niet lang te wachten op
de uitkering door de verzekering. Voor deelname aan de
ondernemingsraad ontvangt de vrijwilliger een vergoeding
van 1500 euro per jaar.
Informatiebijeenkomsten
plaatsingsproces
Op 20 juni worden de sleutelfuncties voor ploegchef
(zowel beroeps als vrijwilligers) opengesteld. Het gaat
om alle medewerkers die vallen onder de doelgroep van
het sociaal statuut. Op dezelfde datum begint ook het
plaatsingsproces voor beroepspersoneel en medewerkers
van de veiligheidsregio.
Door een zogenoemde belangstellingsregistratie kan de belangstelling kenbaar worden
gemaakt. Om iedereen zo goed mogelijk te informeren over de procedure en de manier waarop
de plaatsing tot stand komt, worden vier informatiebijeenkomsten georganiseerd. Eén daarvan
is speciaal bestemd voor gegadigden voor de functie ploegchef vrijwilligers. Tijdens de bijeen­
komsten is een delegatie van de plaatsingscommissie aanwezig. Zij vertellen hoe de commissie
de komende tijd te werk gaat. Aanwezigheid bij de informatiebijeenkomsten is geen ‘must’
want alle medewerkers die onder het plaatsingsproces vallen krijgen te zijner tijd een mail met
een handleiding over de werkwijze. De bijeenkomsten zijn natuurlijk wel handig, vooral als je
met vragen worstelt.
Woensdag 18 juni
Donderdag 19 juni
Vrijdag 27 juni
Dinsdag 24 juni
13.30 – 15.00 uur
Brandweerkazerne Schagen
10.30 – 12.00 uur
Kantine Regiohuis
9.00 – 10.30 uur
Nollenoor (zaal 2 en 3)
19.00 – 21.00 uur Brandweerkazerne Schagen
(speciaal voor de mensen die zijn
geïnteresseerd in vrijwillig ploegchef)
De definitieve formatie van de
nieuwe organisatie is afhankelijk
van het vaststellen van de
begroting. Het algemeen bestuur
van de veiligheidsregio heeft de
projectleiding opdracht gegeven
fors te bezuinigen op de conceptbegroting. De kans is daarom
groot dat op het gebied van de
formatie nog veranderingen
kunnen optreden.
Informatie
over werkwijze
De voorlichtingsbijeenkomsten die rond
het plaatsingsproces worden geor­ga­
niseerd gaan over de werkwijze. Hoe vul
je een formulier enzovoort. Om geen
verkeerde verwachtingen te wekken:
tijdens de bijeenkomsten kunnen we niet
vertellen voor welke functie je in
aanmerking komt. Daarover gaat de
plaatsingscommissie. Zij kunnen pas
tot plaatsing over gaan na de belang­
stellingsregistratie. Pas in het najaar
wordt duidelijk welke functie je krijgt
toebedeeld.
27
Wat gebeurt er met mij?
Ik ben vrijwilliger,
maar ik ruk niet uit
Als je niet uitrukt naar en oefent voor brandbestrijding, dan val
je onder de categorie niet repressieve vrijwilliger. In de regio
zijn vele soorten niet repressieve vrijwilligers.
Van brandweerfotograaf tot voorbereider van oefeningen. In het
sociaal statuut is in hoofdstuk 6 opgenomen, dat op basis van het
inrichtingsplan wordt bepaald welke niet repressieve vrijwilligers
overgaan naar de veiligheidsregio. Voor taken die horen bij de
basisbrandweerzorg, zoals het voorbereiden van oefeningen, geldt
dat deze zijn opgenomen in de beroepsformatie. Dat wordt niet
meer door een niet repressieve vrijwilliger gedaan. Voor andere
taken geldt dit niet, zoals de brandweerfotograaf.
De volgende taken kunnen als niet repressieve vrijwilliger
worden verricht:
- brandweerfotograaf
- barmedewerker tijdens oefenavonden
- voorzien van catering tijdens een uitruk
- geven van voorlichting
- onderhoud van materieel
- gastvrouw/gastheer
- rondleidingen
- logistieke activiteiten
- enzovoort
Verricht jij andere taken en weet je niet zeker of je die taken kunt
blijven verrichten? Meld je niet repressieve werkzaamheden dan
aan [email protected] en je krijgt er
duidelijkheid over.
Alle onderwerpen die in deze Noorderrood
worden behandeld zijn afkomstig uit de
inrichtingsplannen en de documenten die
hebben geleid tot het onderhandelaars­
akkoord met de vakbonden. Mocht een
tekst onduidelijkheid creëren, dan geldt de
verwoording in deze plannen en regelingen.
VRAAG/Antwoord
Heb ik het goed begrepen dat wij
als nieuwe organisatie al voor we
zijn begonnen zwaar moeten
bezuinigen?
Dat is helaas het geval ja. De burgemeesters uit de regio,
vertegenwoordigd in het algemeen bestuur, hebben
tijdens de behandeling van de concept-begroting gezegd
dat de nieuwe organisatie goedkoper moet. Op dit
moment hebben we de opdracht om 3,3 miljoen euro te
besparen op de concept-begroting. Welke consequenties
dat heeft, is nog niet uitgewerkt.
Colofon
Dit is een uitgave van Veiligheidsregio Noord‑Holland Noord.
Verschijning: eens per twee maanden
Oplage: 2000
Teksten en productiebegeleiding: Harry Katstra
Redactionele ondersteuning: Karin Ton
Eindredactie en productiebegeleiding: Dagmar Vermelis
Vormgeving: Recreatieparc, Lutjebroek
Druk: Boomverweij Grafiservices, Mijdrecht
Fotografie: Maurice Amoureus, JJFoto, Daniel Muskee,
communicatie veiligheidheidsregio
Redactieadres:
Veiligheidsregio Noord-Holland Noord
Team Communicatie
Postbus 416
1800 AK Alkmaar
Redactie en tips:
[email protected]
Alle onderwerpen die in deze Noorderrood worden behandeld
zijn afkomstig uit de inrichtingsplannen en de documenten die
hebben geleid tot het onderhandelaarsakkoord met de vak­
bonden. Mocht een tekst onduidelijkheid creëren dan geldt
de verwoording in deze plannen en regelingen.