PLANTENWERKGROEP Plant van de maand november 2014: Moerasspirea Tekst : Gerard te Dorsthorst Afbeeldingen: GtD. Algemeen Wetenschappelijke naam Filipendula ulmaria L. Familie Rosaceae/Rozenfamilie Geslacht Filipendula/Spirea Soort Moerasspirea Bloemen Tweeslachtig Bloemkleur Roomwit Geur Amandel Kelkbladen 5 Kroonbladen 5 Meeldraden Veel Stamper Enkele Bloeiwijze Tuil Bloeiperiode Juni-augustus, herfst Hoogte 60 cm – 120 cm Stengel Rechtopstaand, rood Bladvorm Oneven geveerd Blaadjes Eirond, langwerpig Bladrand Dubbel getand Bladstand Verspreid Bladkleur Groen Vrucht Eénzadige dopvrucht Wortels Wortelstok Groeiplaats Nat - voedselrijk Leefvorm Overblijvend Moerasspirea 19 okt. 2014. Schijndel Inleiding Als je het hele jaar door zes maal per week dezelfde weg fietst, dan zie je veel of weinig. - Weinig als je traint voor de Tour de France. - Veel als je met belangstelling voor de natuur naar de Kweekschool rijdt. Bij die laatste groep hoor ik en ik zie ongeveer het hele jaar door diezelfde plant in de passerende spoorwegsloot. Opkomend van fris groen, rode stengels, roomwitte bloemen, spiraalsgewijs gewonden vruchtjes en tot slot de overwinterende regen en sneeuw trotserende- droge stengels. Frustrerend is het na te gaan hoe vaak ik tevergeefs heb aangezet om deze plant te determine-ren. Onduidelijk is het wanneer deze ”Queen of the meadow” voor mij de naam Moerasspirea heeft ge-kregen. Fotos: Boven - bloemknoppen van de Moerasspirea Onder - bloemen – blad – bladgallen – vruchten – deel van de plant (alle okt. 2014) Naamgeving Filum is in het Latijn draad en pendula betekent hangen. De bloemen hangen aan draadjes. (Bij de Knolspirea hangen de knolletjes in de grond aan de dunne worteltjes). Ulmaria is afgeleid van Ulmus; een blaadje lijkt op dat van de Iep. Nemen we het voorgaande samen, dan komen we gemakkelijk tot Filipendula ulmaria. Bij Moerasspirea ligt de verklaring van de naam wat ingewikkelder. Pas rond 1800 krijgt de plant de naam Spirea. In de klassieke wereld had Plinius de naam Spirea voor een ons onbekende struik gereserveerd. Het woord spirea komt uit het Grieks. Speiraó (winden) kan verwijzen naar een plant die bij vlechtwerk gebruikt wordt. De stengel van de plant lijkt daar niet vreemd aan. Dodoneus(1583) schenkt ook aandacht aan de plant. Hij vermeldt als standplaatsen: greppels, sloten en weiden, samengevat: de plant heeft een voorkeur voor ’vochti-ge’ plaatsen. Zo komen we tot namen als: Koningin in de wei (Engeland: Queen of the meadow en Meadowsweet. Frankrijk: Reine des prés). In België is de volksnaam Reijnette bekend. In ou-de kruidboeken kun je de plant vinden onder de naam Regina prati=Koningin des velds. De vochtige standplaats vinden we natuurlijk terug in het deel moeras van de naam Moerasspirea. Plaatsing Heukels plaatst de plant in de Rozenfamilie, verder in het geslacht Spirea en de soort Moe-rasspirea. In het geslacht Spirea komt ook nog de Knolspirea voor. De laatste staat als ernstig bedreigd op de rode lijst. Als tuinplant komen we de Knolspirea wel tegen. Enkele kenmerkende verschillen: Moerasspirea(Filipendula ulmaria) Knolspirea(Filipendula vulgaris) wortels niet verdikt knollen max. 5 paar grote blaadjes blaadjes blaadjes 2-8 cm topblaadjes groter groter bloemen kleiner kroonblaadjes wit-roomwit vruchtjes kaal vruchtjes gewonden wortels met eivormige min. 8 paar grote blaadjes 1/2-2 cm topblaadjes amper bloemen groter kroonblaadjes wit-roodachtig vruchtjes behaard vruchtjes niet gewonden Beschrijving De overblijvende(Hemikryptofyt) plant heeft haar winterknop-pen op of net onder de grond. De kruipende wortelstok is sterk vertakt en gaat wel tot een meter diep. De stevige roodbruine stengels vertakken zich alleen bovenaan. Aan die stengels zien we de verspreid staande oneven geveerde bladeren waarbij er 2 tot 5 paar blaadjes zijn met een groot, 3- tot 5-delig top-blaadje. Bovendien zijn er schutblaadjes. De kleur is van boven frisgroen en van onder vaak witviltig(zie foto-inzet). Het blad vormt zo een bijzonder decoratief geheel. De zoet geurende vaalwitte bloemen zijn tweeslachtig. Ze zijn in een asymmetrische tuil gevangen. Er zijn vijf kleine kelkbladen en vijf wijd uitstaande kroonbladen. De vele meeldraden zijn lang en steken buiten de kroonbladen uit. Er zijn meer stampers. De vruchten winden zich prachtig om elkaar en zijn onbehaard. Ze blijven minder dan een jaar kiemkrachtig. De plant wordt tussen de zestig en tweemaal zestig centimeter hoog en is ongeveer het hele jaar door in de diverse stadia te bewonderen. Groeiplaats Tussen: zonnig en licht beschaduwd; vochtig en nat; voedsel-rijk en matig voedselrijk; zwak zure- en kalkhoudende grond kunnen we onze Moerasspirea tegenkomen als het substraat maar humeus is. Aan waterkanten, in moerassen, in hooiwei-landen, langs spoorwegsloten en in uiterwaarden kijken we dus het hele jaar uit naar deze plant van de maand. Organismen op de plant De Moerasspirea behoort tot de Bloemklasse Po. Tot deze klasse horen de stuifmeel-/pollenbloemen. Ze scheiden geen nectar af, maar produceren overvloedig stuifmeel. Naast bijen en hommels komen daar veel vliegen op af. Op de plant -hier het blad- zien we gallen groeien. Gebruik Geur. Door de verfrissende geur gebruikte men de plant om slechtere geuren te overstemmen in huizen, gebouwen en kerken. Ook dranken worden er geuriger van. Medicijn. Ouder nog is het gebruik van de Spirea door de Druïden; naast Watermunt en IJzerhard is Spirea het derde van de voor hen drie heilige kruiden. Ze verwerkten die dan weer vooral in medicimale dranken. De ’medici’ gebruikten de plant als medicijn tegen pijn, koorts en ontstekingen; malaria en buikloop waren daar niet blij mee. Ook nu nog wordt bloementhee van de Moerasspirea gebruikt tegen griep en verkoudheid. In Moerasspirea komt het acetylsalicylzuur voor. Het bekende aspirine bevat dit zuur en zo zien we de plantennaam terug-keren in de merknaam Aspirine’. Eten. Moerasspirea is eetbaar. In stoofgerechten en salades hebben de jonge blaadjes een komkommerachtige smaak. De bloe-men smaken bitter. Ze kunnen als ingrediënt voor jam, compote, siroop en kruidenazijn gebruikt worden. Folklore. Een pasgetrouwd stelletje krijgt de bloemen van de Moersspi-rea toegeworpen of een slinger van deze bloemplanten omge-hangen. Het brengt hen geluk. Passende namen voor de Moerasspirea in dit verband zijn: Trouwkruid en Bridewort. Tot slot Het is november 2014. We beleefden een prachtig warme septembermaand en dito eerste helft van oktober. Het ’in herfst zijn’ van de natuur zien we zeker aan de vallende blade-ren, maar minder in de veelheid van nog bloeiende planten. Moerasspirea is zo’n plant die rustig aan een mooie herfstbloei begint. Laten we in november ook nog opletten of we de Moerasspirea in bloei tegenkomen, of anders de vruchttuilen. Ook deze hele maand hoort immers nog tot de herfst. En het determineren? Dat wordt een stuk gemakkelijker nu ik weet dat de rozenfamilie een prima startpunt vormt.
© Copyright 2024 ExpyDoc