op de locatie

Pedagogische werkwijze
op de locatie
Locatie: BSO NoordRijk
opgemaakt d.d.: 28-10-2014
door: Danielle Alsemgeest, locatiemanager.
Omvang van de BSO en de samenstelling van de groepen
Er kunnen maximaal 59 kinderen per dag worden opgevangen op BSO NoordRijk
De samenstelling van de groepen:
Naam van de
basisgroep
De Jupiter
De Saturnus
De Komeet
Maximaal aantal
kinderen op de
groep
19
20
20
Horizontale/
verticale/ flexibele
groep
BSO
BSO
BSO
Leeftijdsindeling op
de groep
4-13
4-13
4-13
Aantal vaste
medewerkers op de
groep per dag
2
2
2
samenvoegen met andere groepen/locaties
De kinderen van de BSO worden op vaste basisgroepen opgevangen. Hier hebben ze hun eet- en
drinkmomenten. Tijdens het spelen zijn de kinderen vrij om ook op de andere groepen met hun vriendjes en
vriendinnetjes te spelen. Er wordt dus gewerkt met een open deuren beleid. Op het verzoek van een ouder
kan een kind tijdelijk (periode is vooraf bekend) in twee basisgroepen worden geplaatst.
De BSO groepen bevinden zich boven. De kinderen op de Komeet kunnen daar vijf dagen per week
opgevangen worden. Op Jupiter komen de kinderen op dinsdag en donderdag. Saturnus is op maandag,
dinsdag en donderdag geopend. Voorafgaand aan de dienst komen de pedagogisch medewerkers bijeen om
het activiteitenaanbod te af te stemmen. Vervolgens starten de kinderen op hun eigen basisgroep. De
kinderen kunnen op het activiteitenbord aangeven welke activiteit ze gaan doen. Door middel van een pasfoto
van ieder kind wordt dit ook inzichtelijk.
Tijdens de vakanties worden de kinderen van BSO De Banne, BSO De Draaimolen en BSO Nogal Wiedes
opgevangen op IKC NoordRijk. Het rooster tijdens de vakanties wordt door de locatiemanagers samen
afgestemd. Er wordt voor gezorgd dat er van iedere locatie een vaste pedagogisch medewerker aanwezig is.
Voor ouders en kinderen zorgt dit voor een bekend gezicht. De activiteiten die in de vakanties ondernomen
worden, worden door de pedagogisch medewerkers van de 4 locaties, in afstemming met de kinderen samen
bedacht en vorm gegeven. Wanneer er nieuwe kinderen komen tijdens de vakantie wordt deze meegenomen
door een vaste pedagogisch medewerker om vanuit een veilige basis kennis te maken met de overige
kinderen en personeelsleden.
De kinderen van BSO de Draaimolen worden met busjes naar BSO NoordRijk gebracht. Ouders hebben ook de
gelegenheid om zelf hun kind op NoordRijk te brengen.
Pedagogische werkwijze
op de locatie
Dagindeling
Op onze locatie wordt er gewerkt met het boek 'Pedagogisch Actief'. In dit boek is het pedagogisch beleid van
TintelTuin uitgewerkt in pedagogische acties en activiteiten.
Het dagschema in dit boek is als basis gebruikt. Zo kan de pedagogisch medewerker door de dag heen
precies weten wat en hoe zij moet doen om te werken volgens het pedagogisch beleid van TintelTuin.
De pedagogisch medewerker wordt hierbij ondersteund door een de locatiemanager.
Globaal ziet een middag er als volgt uit:
14:30 uur:
kinderen komen binnen
15:00 uur:
tijd voor eten en drinken
15:15 uur:
tijd voor vrij spel/begeleide activiteit
17:00 uur:
tijd voor eten en drinken
18:30 uur:
eind van de middag, kinderen worden gehaald
In de vakantie is de dagindeling:
Tussen 7.30 en 9.30 uur:
binnenkomst kinderen
Tussen 10.00 en 11.30 uur:
vrij spel
Tussen 11.30 en 12.30 uur:
eten en drinken
Tussen 12.30 en 15.30 uur:
vrij spel / activiteiten binnen of buiten / uitstapje
Tussen 15.30 en 16.30 uur:
eten en drinken
Tussen 16.30 en 17.30 uur:
vrij spel
Tussen 17.30 en 18.30 uur:
eind van de middag kinderen worden gehaald.
In vakanties kan ook de hele dag worden besteed aan een uitstapje. De volgorde van de onderdelen kan per
groep of per situatie afwijken, bijvoorbeeld vrij spel/ begeleide activiteit.
Bij wisseling in onderdelen wordt er gebruik gemaakt van overgangsmomenten. Rituelen nemen een
belangrijke plaats in binnen het dagprogramma.
Verder verwijzen wij hier naar de uitgewerkte pedagogische acties en de activiteiten in het boek 'Pedagogisch
Actief” dat op elke groep aanwezig is.
Open deuren en vakoverstijgende activiteiten
Kinderen worden dagelijks bij aanvang van de BSO opgevangen op hun eigen basisgroep. Na de gezamenlijke
dagopening mogen BSO kinderen zich verplaatsen over de groepen. Per groep bespreken de pedagogisch
medewerkers onderling wie verantwoordelijk is voor het toezicht op deze momenten.
Op de BSO kunnen de kinderen aangeven in welke ruimte ze willen spelen. De pedagogisch medewerkers en
ouders weten in welke ruimte de kinderen aanwezig zijn. Kinderen met een zelfstandigheidscontract mogen
zelfstandig buitenspelen. Ze geven dit echter altijd aan bij de pedagogisch medewerkers. De kinderen gaan
tijdens de eet- en drinkmomenten terug naar hun basisgroep.
Kinderen krijgen op BSO NoordRijk dagelijks een activiteitenaanbod. Dit aanbod wordt op het magneetborden
opgehangen.
Pedagogische werkwijze
op de locatie
IKC NoordRijk werkt volgens de principes van De Vreedzame School. In De Vreedzame School krijgen
leerlingen een stem, mogen ze meedenken over allerlei zaken, krijgen ze verantwoordelijkheden. Bovendien
leren kinderen op een positieve en zorgzame manier met elkaar om te gaan, en hoe je conflicten constructief
kunt oplossen. Er worden aparte leerling mediatoren opgeleid die helpen bij het oplossen van conflicten.
Door de positieve effecten van De Vreedzame School ontstaat er in veel wijken belangstelling om het succes
van De Vreedzame School door te trekken naar de wijk: De Vreedzame Wijk. Met deze verbreding wordt een
eenduidige pedagogische aanpak ingevoerd in alle organisaties die in de wijk met kinderen in de
basisschoolleeftijd werken. Kinderen leven in sommige wijken teveel van elkaar gescheiden werelden (school,
thuis, straat). Door aan te sluiten bij de werkwijze van de scholen (gebruik van dezelfde begrippen, inspelen
op de geleerde vaardigheden, zelfde pedagogische aanpak), zelfde wijze van omgaan met conflicten,
zichtbaarheid van De Vreedzame School-principes, e.d.) worden de pedagogische milieus ‘aan elkaar
geknoopt’, en wordt het voor de kinderen duidelijk dat er overal dezelfde verwachtingen worden gehanteerd
en dezelfde regels en afspraken gelden.
Kind op andere groep
Wanneer een kind op een andere groep komt, wegens een incidentele extra opvangdag, wordt de emotionele
veiligheid geborgd door o.a.: het kind voor te stellen aan de pedagogisch medewerkers, de andere kinderen,
de ruimte, de plaats waar spulletjes opgeborgen worden te laten zien en het kind actief uit te nodigen om
deel te nemen in het vrije en georganiseerde spel.
Pedagogisch medewerkers en aanvullend personeel
De personeelsinzet bij het begin en het einde van de dag en tijdens de pauze
Op de BSO starten op maandag 5 pedagogisch medewerkers om 14.15 uur. Op dinsdag en donderdag starten
er 6 pedagogisch medewerkers. Op woensdag start 1 BSO medewerker om 12.00 uur. Op vrijdag starten er 2
pedagogisch medewerkers om 14.15 uur.
Op de maandag, dinsdag, donderdag voegen de groepen tussen 17.45 en 18.30 uur samen. Er blijven dan 2
pedagogisch medewerkers wanneer de kindbezetting dit toelaat. Om 18.30 uur gaan de pedagogisch
medewerkers naar huis. Op de BSO kunnen de diensten tussen 7.30 en 18.30 uur naar gelang het aantal
kinderen en pedagogisch medewerkers veranderen. Dit is afhankelijke van het aantal kinderen dat aanwezig
is. De verhouding moet altijd zijn dat er een pedagogisch medewerker aanwezig is per 10 kinderen.
Tijdens schoolvrije dagen of in de vakanties:
7.30 uur:
start van de voorschoolse opvang.
8.30 uur:
start 2e BSO dienst.
9.15 uur:
start 3e BSO dienst.
16.30 uur:
de pedagogisch medewerker van de voorschoolse opvang gaat naar huis.
18.30 uur:
de 2e en de 3e BSO medewerker gaan naar huis.
De pauze van de medewerkers is tussen 13.00 en 15.00 uur.
Tijdens schooldagen op maandag, dinsdag en donderdag:
14.15 uur:
6 pedagogisch medewerkers starten met hun dienst.
17:30 uur:
2 pedagogisch medewerker gaan naar huis.
Pedagogische werkwijze
op de locatie
18.00 uur:
18.30 uur:
2 pedagogisch medewerkers gaan naar huis.
2 pedagogisch medewerkers gaan naar huis.
Tijdens schooldagen op woensdag:
12.15 uur:
1 pedagogisch medewerker start met hun dienst.
18.30 uur:
1 pedagogisch medewerker gaat naar huis.
Tijdens schooldagen op vrijdag:
14.15 uur:
2 pedagogisch medewerkers starten met hun dienst.
18.00 uur:
1 pedagogisch medewerker gaat naar huis.
18.30 uur:
1 pedagogisch medewerker gaat naar huis.
De diensten worden aangepast op aantal kinderen dat aanwezig is, zodat er niet langer dan een half uur
wordt afgeweken van de Pedagogisch medewerker–Kind-Ratio.
* Tijdens schoolvrije dagen waarbij het kindaantal het toelaat om met 1 pedagogisch medewerker te werken,
kan er gewerkt worden met 2 halve diensten. Hierbij is er geen pauze.
* De pauzes van de medewerkers zal tijdens de vakanties dagelijks worden vastgesteld. Hiermee houden we
rekening met de beroepskracht/kind ratio en het feit dat er tussen 12.30 en 15.00 maximaal 2 uur
aaneengesloten mag worden afgeweken. Tijdens de pauzes zijn tenminste de helft van het aantal
beroepskrachten op de groep aanwezig.
De achterwachtregeling van deze locatie
Op BSO NoordRijk start en eindigt er minimaal 1 pedagogisch medewerker. De achterwacht van BSO
NoordRijk tijdens de schoolweken is KDV NoordRijk. Zij zijn gevestigd op de begane grond van het gebouw.
Hier zijn aan het begin en eind van de dag minimaal 2 pedagogisch medewerkers aanwezig. Dit geldt ook
voor de vakantiedagen of schoolvrije dagen. Daarnaast is op de dinsdag, woensdag en donderdag ook de
locatiemanager aanwezig op IKC NoordRijk. Wanneer op de maandag en/of vrijdag een locatiemanager nodig
is, kan de BSO contact opnemen met de locatiemanager van KDV Johanna Margaretha. Zij is op deze dagen
de achterwacht.
Wijze van informeren bij uitvallen van een vaste medewerker en/of andere medewerkers op
de groep
Wanneer pedagogisch medewerkers langdurig uitvallen worden ouders hiervan per nieuwsbrief op de hoogte
gesteld. Wanneer een pedagogisch medewerker zich op korte termijn ziek meldt en er een medewerker uit de
flexpool opgeroepen wordt dan vinden ouders dit terug op het white bord. Deze medewerker wordt aan het
begin voorgesteld aan de kinderen. Aan het eind van de middag stelt de invalkracht zich voor aan de ouders.
De vaste pedagogisch medewerkers informeren de ouders over de reden dat de invalkracht er is.
Vaste invalkrachten
Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met vaste medewerkers uit de flexpool. Zeker voor diensten die langdurig
open staan kan er een zogeheten ‘voorziene dienst’ worden aangevraagd. Dan wordt dezelfde medewerker
Pedagogische werkwijze
op de locatie
gereserveerd voor deze diensten. Je kunt je voorkeur aangeven bij het aanvragen van een medewerker bij de
flexpool.
Risico inventarisatie veiligheid en gezondheid
TintelTuin heeft richtlijnen opgesteld voor de veiligheid en hygiëne. BSO NoordRijk maakt risico-inventarisaties
over deze onderwerpen. Vanuit deze inventarisaties maakt de locatiemanager vervolgens actieplannen die
jaarlijks (indien nodig) worden aangepast en doorgevoerd in de praktijk. De geïnventariseerde risico’s en de
daarbij behorende actieplannen en richtlijnen liggen ter inzage op de locatie. Deze risico’s gebruikt de
locatiemanager bij het opstellen van de huisregels. Deze krijgen de ouders mee bij het intakegesprek.
Aanbod van materialen en activiteiten in specifieke ruimtes
Binnenruimte en aanbod spelmateriaal en activiteiten
Alle groepen beschikken over een eigen groepsruimte. Komeet en Jupiter zijn naast elkaar gevestigd. De
Saturnus is aan de overkant gevestigd. Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van de gang.
Op de BSO werken we met diverse hoeken waar de kinderen zelfstandig kunnen spelen. Deze hoeken en het
materiaal is gelabeld, zodat de kinderen deze zelfstandig kunnen gebruiken. Kinderen geven aan in welk hoek
ze gaan spelen. Zo is het inzichtelijk voor ouders en pedagogisch medewerkers in welke ruimte de kinderen
aan spelen zijn.
Er wordt aandacht besteed aan de kinderparticipatie door de kinderen te betrekken bij de verzorging van de
ruimte, het bereiden van de maaltijden, activiteiten, vakantie programma's, bestellijst maken voor nieuw
materiaal e.d. Dagelijks worden er activiteiten aangeboden waar de kinderen aan deel kunnen nemen.
Buitenruimte en aanbod spelmateriaal en activiteiten
Binnen IKC NoordRijk wordt gewerkt volgens het principe van De Vreedzame Wijk. Vanuit die visie is er een
grote buitenruimte voor KDV, school, BSO en de buurt. Voor de BSO is er dus een omheinde speelplaats voor
de kinderen in de leeftijd 4-13 jaar. Op het plein is een een klimtoestel, een waterbak met zand erom heen en
een natuurspeeltuin gevestigd. Kinderen van het kinderdagverblijf, de school, de buitenschoolse opvang en de
buurt worden op deze wijze uitgenodigd met elkaar te spelen.
Er zijn op de buitenruimte diverse materialen voor de grove en fijne motoriek aanwezig. Regelmatig worden
er groepsactiviteiten in de vorm van bewegingsspelen aangeboden, vaak afgestemd op het Themawerken.
De buitenruimte is een open terrein waar de voor iedereen (volwassenen en kinderen van het IKC en uit de
buurt) de volgende regels gelden:
 Iedereen is welkom in de speeltuin en we groeten elkaar.
 We gaan met een respectvolle manier met elkaar om.
 Als we ruzie hebben lossen we dat op door te praten met elkaar.
 We spreken elkaar beleefd aan.
 We gebruiken nooit geweld of dreigen daarmee. Slaan, schoppen, vechten.
 Als iemand je lastig valt vraag je hem te stoppen. Stop hou op- Lukt dat niet vraag dan hulp aan de
IKC medewerker.
 We helpen anderen en elkaar om zich aan deze regels te houden.
 Balspelen doe je op het voetbalveld en niet in de speeltuin.
Pedagogische werkwijze
op de locatie






Fietsen doen we op straat en niet in de speeltuin.
We gebruiken geen alcohol of drugs en roken doen we buiten de hekken van het speelplein.
We zorgen er voor dat de omgeving schoon en heel blijft, afval deponeren we in de prullenbak.
We hebben respect voor de natuur.
Spelen doen we samen, als je ergens mee wilt spelen en het is bezet maken we hier samen afspraken
over.
Kom je ergens niet uit? Voel je je niet veilig en kun je het niet zelf oplossen? Meld je dan bij de IKC
medewerker.
Daarnaast zijn er door de medewerkers van IKC NoordRijk afspraken gemaakt over het gebruik van de
speeltoestellen. De kinderen vanaf 4 jaar mogen gebruik maken van alle speeltoestellen. In de klimboom
mogen niet meer dan 3 kinderen. Dit kunnen ze alleen proberen. Wanneer kinderen er in hun ontwikkeling
niet aan toe zijn, is de ervaring dat ze de boom niet zullen beklimmen. Er mogen niet meer dan drie kinderen
in de schommel. Ook dit toestel mogen ze zonder begeleiding gebruiken. Wanneer er kinderen op de fiets
zitten en er wil een ander kind op, maken ze samen afspraken over hoeveel rondjes het kind nog gaat fietsen.
Dit is 2 of 4 rondjes. Ten alle tijden is het van belang dat pedagogisch medewerkers goed zicht hebben op de
verschillende speeltoestellen dit door zich verspreid op te stellen.
Verder zijn er afspraken over het helpen en aanspreken van de kinderen die gebruik maken van de
buitenruimte door de medewerkers. Er staan algemene regels (zie bovenstaande) bij het kantoor van Spin. De
kinderen zijn hiervan op de hoogte. De bezoekers van de buitenruimte worden hier ook van op de hoogte
gesteld. Wanneer kinderen en/of bezoekers geholpen willen worden, kan dit bij iedere willekeurige IKC
medewerker. Wanneer iemand zich niet aan de regels houdt, wordt diegene daarop aangesproken. Dit kan
dooriedere IKC medewerker. Het kan dus voorkomen dat een kindje van de BSO aangesproken wordt door
een pedagogisch medewerker van het KDV.
In het zicht bij de pedagogisch medewerkers met aandacht voor de (emotionele) veiligheid
Voor de kinderen naar buiten gaan maken de pedagogisch medewerkers afspraken over de taken die een
ieder heeft. De pedagogisch medewerkers bieden activiteiten aan en houden overzicht over het plein en de
kinderen die niet meedoen aan een georganiseerde spelactiviteit.
Bij het buitenspelen worden door de pedagogisch medewerkers zoveel mogelijk gerichte activiteiten met de
kinderen gedaan, zodat zij betrokken zijn op hun leeftijdsgenootjes tijdens het buitenspelen. Ook zorgt het
voor verbinding tussen de kinderen van school en/of de buurt. Veel kinderen komen kijken bij de activiteiten
van de pedagogisch medewerkers. De medewerker van Spin kan ook een activiteit organiseren. De kinderen
van de BSO kunnen hier ook bij aansluiten. De pedagogisch medewerker van de BSO is hier dan van op de
hoogte en weet waar de kinderen zijn.
De buitenruimte biedt voor de kinderen een mogelijkheid om hun persoonlijke competenties te ontwikkelen.
De kinderen kunnen zich persoonlijk ontwikkelen door de speeltoestellen die er aanwezig zijn. Ze kunnen
klimmen op het speelhuis. Dit kan op verschillende manieren waardoor ze hun grenzen kunnen ontdekken en
verruimen. Daarnaast zijn er bomen aanwezig waar kinderen in kunnen klimmen. Ook dit biedt kinderen de
mogelijkheid om zichzelf te ontwikkelen en uit te dagen. Verder bieden de boomstronkjes mogelijkheden tot
de ontwikkeling van hun motorische vaardigheden. Het water uit de waterpomp verruimt de sensopatische
Pedagogische werkwijze
op de locatie
vaardigheden. Kortom veel mogelijkheden om zich persoonlijk te ontwikkelen.
Naast de persoonlijke competenties is er ook een mogelijkheid om de sociale competenties te ontwikkelen. De
buitenspeelplaats is toegankelijk voor iedereen. Dit draagt er toe bij dat de kinderen van de BSO in contact
komen met de kinderen uit de buurt. Zij zullen samen spelen, samen het speelgoed delen en samen naar
oplossingen moeten zoeken bij conflicten. Hierbij zijn kinderen zich er van bewust dat ze rekening moeten
houden met elkaar. Daarnaast weten ze ook dat er toezicht gehouden wordt door verschillende IKC
medewerkers.
Kinderen die nog geen zelfstandigheidscontract hebben (de kleinsten) gaan samen met een pedagogisch
medewerker naar buiten. Kinderen die een zelfstandigheidscontract hebben mogen zelfstandig naar buiten.
Daarbij dragen ook zij een hesje met het NoordRijk logo. Zij hebben afspraken met hun ouders en de
pedagogisch medewerkers. Wanneer iedereen buiten is sluiten zij aan bij de activiteiten.
Pedagogisch beleid
BSO NoordRijk handelt volgens het pedagogisch beleid van TintelTuin. Het pedagogisch beleid van TintelTuin
is in te zien op de locatie, en beschikbaar op de website www.tinteltuin.nl
In het pedagogische beleid worden de vier competenties met concrete voorbeelden beschreven, het betreft
de competenties:
- emotionele veiligheid
- persoonlijke competentie
- sociale competentie
- overdracht van normen en waarden
Pedagogisch Actief
Het pedagogisch beleid van TintelTuin is voor pedagogisch medewerkers concreet gemaakt en uitgewerkt in
pedagogische acties en activiteiten. Er wordt voor een aantal belangrijke momenten gedurende de dag (zoals
binnenkomst, vrij spel, activiteiten) precies beschreven wat je doet, en hoe je dat doet als pedagogisch
medewerker.
Ook de handelswijze van de pedagogisch medewerkers met betrekking tot het wennen is op deze wijze
concreet gemaakt als pedagogische actie. Het boek Pedagogisch Actief is in te zien op de locatie. Belangrijke
zaken voor ouders over het wennen kunt u lezen in het informatieboekje. Dit is in te zien op de website
tinteltuin.nl onder het kopje Informatie.
Activiteiten
We vinden het belangrijk dat onze activiteiten aansluiten bij de interesses en belangstelling van kinderen.
Tegelijkertijd willen we ze uitdagen om hun grenzen te verleggen, hun mogelijkheden te leren kennen en
kennis te maken met activiteiten of materialen die zij zelf misschien (nog) niet zouden kiezen. We bieden een
evenwichtig aanbod aan activiteiten, zodat kinderen de mogelijkheid krijgen om alle competenties te
ontwikkelen.
De 6 competenties zijn:
Pedagogische werkwijze
op de locatie
1. Emotionele competenties: Kijk, ik mag er zijn!
Vertrouwen in jezelf en in anderen, omgaan en herkennen van gevoelens.
2. Sociale competenties: Kijk, we doen het samen!
Het gevoel erbij te horen en verbondenheid met de groep, rekening houden met elkaars gevoelens,
samen spelen en elkaar helpen.
3. Expressieve en beeldende competenties: Kijk, ik kan dansen, zingen en iets maken!
Het zich uiten in kleur, klank, geur, smaak, vorm of beweging.
4. Motorische en zintuiglijke competenties: Kijk, ik beweeg! / Kijk, ik ervaar en ontdek!
Het plezier hebben in bewegen en het leren van vaardigheden. Rollen, lopen, dansen, balanceren,
springen, fietsen (de grove motoriek). Tekenen, schrijven, kralen rijgen, oog-handcoördinatie (de fijne
motoriek).Het opdoen van ervaring door middel van alle zintuigen: horen, zien, voelen, proeven en ruiken,
(zintuiglijke competentie).
5. Cognitieve competenties: Kijk, ik voel, denk en ontdek!
Het begrijpen en benoemen, leren van oorzaak-gevolg, ordenen en meten.
6. Taal en communicatieve competenties: Kijk, ik maak contact, luister, praat en begrijp!
Het leren begrijpen en genieten van taal, benoemen, praten, zingen, lezen