Klik hier

Bijdrage van de farmaceutische sector tot de openbare financiën
In 2011 is de financiële balans van de kosten en de inkomsten van de farmaceutische
industrie ten aanzien van de schatkist negatief, met name -284,2 Mio EUR.
Balance sheet of pharmaceutical sector vis-à-vis the State in 2011: costs and revenue
(m of EUR) - Companies selling medicines for human use
1. Costs
Industry's real share inc. VAT of INAMI/RIZIV expenditure
Subsidies awarded to companies
3.386,6
3.358,6
28,0
2. Revenue
Social security contributions and withholding tax on personal income
Tax on company profits
Taxes (including VAT and tax on turnover)
Indirect revenue following purchases from third parties and investments
3.097,4
1.565,3
125,5
584,5
816,1
Balance
-289,16
Bronnen: RIZIV, Bureau Van Dijck (Belfirst-software voor analyse van de jaarrekeningen van de ondernemingen
neergelegd bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van België); INR (statistieken van de buitenlandse handel
en de toegevoegde waarde), FOD Economie, NIS (statistieken over de omzet), NBB-INR (investeringen);
berekeningen pharma.be
Sinds 2008 en 2009 toont de vergelijking tussen kosten en inkomsten aan dat de kosten hoger liggen
dan de inkomsten. Bijgevolg is de financiële balans van de industrie ten opzichte van de Staat
negatief (-289,16 mio EUR). Deze vaststelling vormt een contrast met de trend in de periode tussen
2000 en 2007. De verklaring moet hoofdzakelijk gezocht worden in de volgende elementen:
► De evolutie van de inkomsten was onvoldoende om de evolutie van de kosten te compenseren.
► Wat de kosten betreft, kan men sinds 2008 een stijging vaststellen in de uitgaven van het RIZIV
voor geneesmiddelen vanwege een externe structurele factor, nl. de integratie van kleine risico's
van zelfstandigen in de uitgaven voor gezondheidszorg van het RIZIV.
► Wat de inkomsten betreft, zijn de indirecte inkomsten uit aankopen bij derden en investeringen,
de inkomsten afkomstig uit de arbeid en het totale bedrag van de omzetbelasting op de
terugbetaalbare geneesmiddelen betaald in 2011 wel gestegen, maar daalden de belastingen op
de winst van de ondernemingen in vergelijking met 2010.
pharma.be vzw | asbl
Terhulpsesteenweg 166 Chaussée de La Hulpe | Brussel 1170 Bruxelles
[email protected] | www.pharma.be | fax 02 661 91 99
BTW - TVA BE 0407.622.902 | Ondernemingsnummer - Numéro d’entreprise 0407.622.902
Changes in balance sheet of pharmaceutical sector from 2000 to 2011 vis-à-vis the State (m of EUR) - Companies
selling medicines for human use
2000
14,4
2001
2002
41,9
141,1
2003
82,4
2004
80,9
2005
113,6
2006
33,2
2007
11,5
2008
2009
2010
2011
-149,6
-141,7
-198,7
-289,2
► Van 1990 tot 2013e zou de sector voor meer dan 5,9 Mia EUR aan bezuinigings-
maatregelen (2 Mia EUR) en belastingen (3,9 Mia EUR) hebben moeten ondergaan.
Estimate of the impact of measures decided upon and implemented
by the authorities from 1990 to 2013e
Types of measures
Miscellaneous taxes
Price freezes and reductions
Changes to reimbursement and delisting
Total
Cumulative
impact (m of
EUR)
3.935,68
706,17
1.343,69
5.985,54
Bronnen: RIZIV, pharma.be
Opmerking : 2011 = voorlopige gegevens ; 2012 = raming
Tussen 1990 en 2013e zijn er naar schatting meer dan 6 miljard euro besparingsmaatregelen
opgelegd aan de gezondheidssector die zich toelegt op farmaceutische prestaties. De belastingen op
de omzet van terugbetaalbare geneesmiddelen maken 65,8 % van dat bedrag uit.

Van 1990 tot 2013e dragen de belastingen op de omzet van terugbetaalbare geneesmiddelen bij tot
de inkomsten van het RIZIV voor een bedrag van 3,9 Mia EUR, waarvan bijna 1,4 Mia EUR de
voorbije vijf jaar.
2|9
Bron: pharma.be op basis van bedragen meegedeeld door de overheid en van pharma.be schattingen (juli 2013).
3|9
► De totstandkoming van de belastingen op de omzet van terugbetaalbare geneesmiddelen
is kafkaiaans!
Taxes on turnover for reimbursable medicines 1990-2013e
Annual amounts in m of EUR
390
365
340
315
290
265
240
215
190
165
140
115
90
65
40
15
-10
-35
-60
-85
-110
-135
1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013e
"Busquin" tax
Supplementary tax
Tax on hospital turnover
Claw-back
Claw-back advance(s)
Industry effort
Claw-back reimbursement
"Demotte" tax
"Demotte" tax balance
Crisis tax
Buffer
AFMPS/FAGG funding
Modulation
Subsidiary tax to compensate for budget overrun
Tax on marketing activities
Tax on orphan drugs
Bron: pharma.be op basis van bedragen meegedeeld door de overheid en van pharma.be schattingen (juli 2013).
De bovenstaande grafiek geeft een overzicht van de verschillende belastingen op de omzet van de
terugbetaalbare geneesmiddelen van 1990 tot 2013e.
Het belastingstelsel is na verloop van tijd alsmaar technischer geworden, tot het in 2006 en
vervolgens in 2009 een beetje vereenvoudigd werd.
De "Busquin"-belasting werd voor de eerste keer geheven in 1990.
4|9
Met de invoering van een gesloten budget voor geneesmiddelen in 2001 werd van 2002 (budget
2001) tot 2006 (budget 2005) een claw-back systeem toegepast dat bestond uit:
► een "voorschot" of voorlopige heffing
► een claw-back (65 %) in geval van een overschrijding van het budget of een terugbetaling.
Dat mechanisme leidde voor de budgetten 2001, 2003 en 2004 tot een claw-back en voor de
budgetten 2002 en 2005 tot een terugbetaling.
In 2006 werden de verschillende belastingen die aan de industrie werden opgelegd (waaronder de
"Busquin"-belasting) vervangen door de "Demotte"-belasting. Die belasting moet in twee keer
worden betaald: een voorschot in de loop van het jaar en het nog te betalen (of terug te krijgen)
saldo het jaar nadien. Sinds 2006 vervangt het buffersysteem het claw-back systeem. Vanaf 2009,
werd dit systeem van provisioneel fonds drastisch aangepast.
► In het geval van overschrijding van het geneesmiddelenbudget, is de “buffer” een
garantie, gefinancierd door de industrie, ten voordele van de overheid (max. 100 Mio EUR)
Als het geneesmiddelenbudget wordt overschreden, dan is het provisioneel fonds of “buffer” een
financiële garantie voor de overheid ten bedrage van 100 Mio EUR. Deze garantie zal op zich blijven
bestaan, maar de toepassingsmodaliteiten zullen worden aangepast.
Voorheen waren de karakteristieken van dit fonds de volgende:

De bijdrage tot het fonds moeten betaald worden alvorens een eventuele overschrijding van het
budget wordt vastgesteld. Wanneer op het einde van de maand september van het jaar “t” het
RIZIV vaststelt – op basis van een schatting van de verwachte uitgaven – dat voor het jaar ‘t’
voor het geneesmiddelenbudget een overschrijding wordt verwacht, dan kan zij een opname uit
het fonds doen om de verkondigde overschrijding te compenseren. De bedrijven dienen
vervolgens een nieuwe bijdrage te storten aan het fonds vóór 28 februari van het jaar t+1 om het
fonds aan te vullen tot een bedrag van 100 Mio EUR. Een bijdrage werd gestort in 2006 (79 Mio
EUR) en in 2007 (21 Mio EUR). Tijdens deze jaren is er geen budgetoverschrijding vastgesteld.
In het nieuwe systeem:

In 2008 werd het fonds afgeschaft. Aangezien de overheid bevestigde dat het budget in 2006 en
2007 niet werd overschreden, zijn de bijdragen (zonder interest) aan de bedrijven teruggestort op
28 februari 2009.

De bijdrage hoeft slechts te worden betaald op het moment dat het RIZIV een overschrijding van
het geneesmiddelenbudget voor het jaar t vaststelt einde september van het jaar t. Het gestorte
geld zal onmiddellijk worden gebruikt om de aangekondigde overschrijding bij te passen. In deze
omstandigheden is het vanzelfsprekend dat de bijdrage zal worden beschouwd als een kost die de
P&L van het jaar t beïnvloedt.
5|9

De totale bijdrage van de industrie komt overeen met de vastgestelde overschrijding (na
eventuele neutralisaties) met een maximum van 100 Mio EUR. Indien er geen overschrijding is,
dan zal geen enkele bijdrage betaald moeten worden. De bijdrage wordt verdeeld over de
ondernemingen in functie van hun omzet (exclusief uitzonderingen en forfaitaire bijdragen in de
hospitalen). De bijdrage moet betaald worden onder de vorm van een voorschot en een saldo
(zoals dit het geval is met de heffing “Demotte”). Het voorschot is een % van het omzetcijfer van
het jaar t-1, te betalen vóór 31 december van het jaar t. Het saldo is eveneens een % op de
omzet van het jaar t, te betalen vóór 30 juni van het jaar t. Beide percentages zullen worden
meegedeeld aan de hand van een koninklijk besluit.
In de praktijk:

Het nieuwe systeem van het provisioneel fonds was van toepassing op de budgetoverschrijding
van 2008 (119,7 Mio EUR). De industrie heeft bijgevolg een bijdrage moeten betalen van
100 Mio EUR om deze overschrijding te compenseren. Maar voor de relatieve bijdrage tot de
overschrijding van 2008 werd geen voorschot vooropgesteld, enkel een saldo. De bijdrage van
100 Mio EUR moest betaald worden voor 30 juni 2009 (3,29 % van de omzet van 2008).
► Overzicht van de belastingen in 2006 tot 2012
In 2006 zijn de belastingen als volgt op te splitsen:

Heffing van 9,73 % op de omzet van terugbetaalbare geneesmiddelen in 2006 te betalen aan de
hand van een voorschot van 10,15 % op de omzet gerealiseerd in 2005.

Saldo te regelen voor 1 juni 2007.

Geen claw-back op de overschrijding van het budget 2005 aangezien er een bonus werd
gerealiseerd binnen het totaal niveau van de uitgaven in de gezondheidszorg (terugbetaling van
75,7 Mio EUR).

Buffer: 2,55 % op de omzet van 2005 (79 Mio EUR).

In 2007:

Heffing van 8,73 % op de omzet van de terugbetaalbare geneesmiddelen in 2007 te betalen aan
de hand van een voorschot van 9,14 % op de omzet gerealiseerd in 2006.

Saldo te regelen voor 1 juni 2008.

Buffer: 0,93 % op de omzet van 2006 (21 Mio EUR) waardoor het totale bedrag van de buffer op
100 Mio EUR neerkomt.

Unieke bijdrage van 5 Mio EUR (uitzonderlijke bijdrage) voor de oprichting van het nieuwe
Geneesmiddelenagentschap1 (programmawet van 27 december 2006).
In 2008:
1
6|9
Fedraal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten

Heffing van 7,73 % op de omzet van de terugbetaalbare geneesmiddelen in 2008 2 te betalen aan
de hand van een voorschot van 7,97 % op de omzet gerealiseerd in 2007.

Saldo te regelen vóór 1 juni 2009.
In 2009:

Heffing van 7,73 % op de omzet van de terugbetaalbare geneesmiddelen in 2009, te betalen aan
de hand van een voorschot van 7,73 % op de omzet gerealiseerd in 2008.

Saldo te regelen vóór 1 juni 2010.

Terugstorting van de buffer (100 mln. EUR)

Aanvullende heffing van 3,29 % (100 mln. EUR) ter compensatie van de overschrijding van het
budget 2008, te betalen voor 30 juni 2009

Geen subsidiaire heffing want geen overschrijding van het budget 2009 zoals door het RIZIV
vastgesteld op 26/10/2009 (zelfs indien er uiteindelijk een lichte overschrijding werd vastgesteld).
In 2010:

Heffing van 6,73 % op de omzet van de terugbetaalbare geneesmiddelen in 2010, te betalen aan
de hand van een voorschot van 6,73 % op de omzet gerealiseerd in 2009.

“Crisis”-belasting van 1 % op de omzet van de terugbetaalbare geneesmiddelen in 2010, te
betalen aan de hand van een voorschot van 1 % op de omzet gerealiseerd in 2009.

Saldo van de twee heffingen te betalen voor 1 juni 2011.

Zoals vastgesteld in september 2010 tijdens de tweede technische ramingen van het RIZIV, werd
het budget 2010 overschreden met 32 Mio euro (dat kwam overeen met een subsidiaire heffing
op 1,06 % op de omzet van terugbetaalbare geneesmiddelen in 2010)3.
In 2011:

Heffing van 6,73 % op de omzet van de terugbetaalbare geneesmiddelen in 2011, te betalen aan
de hand van een voorschot van 6,73 % op de omzet gerealiseerd in 2010.

“Crisis”-belasting van 1 % op de omzet van de terugbetaalbare geneesmiddelen in 2011, te
betalen aan de hand van een voorschot van 1 % op de omzet gerealiseerd in 2010.

Saldo van de twee heffingen te betalen voor 1 juni 2012.

In september 2011 wordt er een overschrijding vastgesteld (83,3 mln. EUR)4 . Dit leidde tot de
betaling van een voorschot op 31 december 2011 (subsidiaire heffing van 2,75 % op de omzet
van 2010). De afrekening van het saldo van de subsidiaire heffing (2,72 %) is gebeurd op 30 juni
2012.
2
In 2008 werd de heffing “Demotte” teruggebracht van 8,73 % tot 7,73 %.
Overschrijding van het budget 2010 na aftrek van de neutralisaties (40 Mio EUR – 8 Mio EUR = 32 Mio EUR)
4
Overschrijding van het budget na aftrek van de neutralisaties (91,9 Mio EUR – 8,6 Mio EUR = 83,3 Mio EUR)
3
7|9
In 2012:

Heffing van 6,73 % op de omzet van de terugbetaalbare geneesmiddelen in 2012, te betalen aan
de hand van een voorschot van 6,73 % op de omzet gerealiseerd in 2011.

“Crisis”-belasting van 1 % op de omzet van de terugbetaalbare geneesmiddelen in 2012, te
betalen aan de hand van een voorschot van 1 % op de omzet gerealiseerd in 2011.

Saldo van de twee heffingen te betalen voor 1 juni 2013.

In september 2012 werd een overschrijding van 21,56 Mio EUR van het budget 2012 vastgesteld.
Deze overschrijding werd volledig geabsorbeerd na neutralisaties, waardoor de subsidiaire heffing
niet verschuldigd was. Ondanks het feit dat in april 2013 toch een overschrijding van
72,765 Mio EUR van het budget 2012 werd vastgesteld, was de subsidiaire heffing niet
verschuldigd voor 2012.
In 2013

Heffing van 6,73 % op de omzet van de terugbetaalbare geneesmiddelen in 2013, te betalen via
een voorschot van 6,73 % op de omzet gerealiseerd in 2012.

“Crisis”-belasting van 1 % op de omzet van de terugbetaalbare geneesmiddelen in 2013, te
betalen via een voorschot op de omzet gerealiseerd in 2012.

Saldo van de twee heffingen te betalen voor 1 juni 2014.

In september 2013 werd een overschrijding van 57,2 Mio EUR van het budget 2013 vastgesteld.
Dit zal aanleiding geven tot de betaling van een voorschot op 31 december 2013 (subsidiaire
heffing van 1,5 % op de omzet 2013). Saldo te vereffenen vóór 30 juni 2014.
► Taksmodulatie sinds 2008
De wet van 10 juni 2006 (KB van 8 september 2006) hervormt de belastingen op de omzet van
terugbetaalbare farmaceutische specialiteiten voor een periode van 5 jaar. Ze werd aan de Europese
autoriteiten meegedeeld teneinde de compatibiliteit ervan met de Europese wetgeving na te gaan
(inzake overheidssteun). In januari 2008 werd deze wet (gewijzigd naar aanleiding van informele
discussies) aanvaard door de Europese Commissie (onder voorbehoud van een jaarlijks verslag
m.b.t. de in voegetreding). De in werkingtreding van deze wet werd geregeld via het KB van
18 september 2008 (BS van 1 oktober 2008) en door het KB van 29 augustus 2009 (BS van
9 september 2009).
► De wet voorziet uitzonderingen voor drie categorieën geneesmiddelen:
o
weesgeneesmiddelen (opgelet: introductie van een taks op de weesgeneesmiddelen vanaf
2013 cfr infra)
8|9
o
terugbetaalbare geneesmiddelen onder categorie Cx
o
stabiele bloedderivaten
► Ze voorziet een belastingverlaging voor de periode 2006-2011 in de volgende drie gevallen:
o
verlaging voor investeringen in O&O in België voor zover de vermindering de onderneming
aanspoort tot investeren in O&O in België (art. 191bis van de gecoördineerde ZIV-wet).
o
verlaging voor de KMO’s voor investeringen in O&O of productie-investeringen (art. 191ter van
de gecoördineerd ZIV-wet).
o
vermindering in geval van verlaging van de uitgaven in België voor reclame, promotie,
informatie en marketing (art. 191quater van de gecoördineerd ZIV-wet).
► De bijdrage op de weesgeneesmiddelen
De programmawet van 28 juni 2013 (B.S. 01-07-2013, 2e editie) heeft een specifieke bijdrage
ingevoerd vanaf 2013 op de omzet van de weesgeneesmiddelen.
De wettelijke bepalingen zijn terug te vinden in art. 191, 1ste alinea, 15°terdecies van de
gecoördineerde RIZIV-wet.
De bijdrage wordt toegepast
per omzetniveaus met verschillende
bijdragevoeten in functie van het
niveau. Voor het jaar 2013, bedraagt de bijdrage:



0 % voor het gedeelte van de omzet lager dan 1,5 Mio EUR,
1,5 % voor het gedeelte van de omzet tussen 1,5 Mio en 4 Mio EUR
3 % voor het gedeelte van de omzet hoger dan 4 Mio EUR.
De bijdrage moet worden betaald via een voorschot en een saldo. De percentages van het voorschot en
van het saldo zijn dezelfde. Het voorschot wordt berekend in functie van de omzet gerealiseerd in 2012
en moet worden vereffend vóór 1 december 2013. Het saldo, zijnde het berekend bedrag verminderd
met het reeds betaalde voorschot, wordt berekend in functie van de omzet gerealiseerd in 2013 en is te
betalen vóór 1 juni 2014.
Momenteel (= 1 november 2013) zijn de percentages voor 2014 niet bekend, maar het is zeer
waarschijnlijk dat ze hoger zullen zijn. Een verdubbeling van de percentages is niet uit te sluiten.
9|9