korte notitie - Netwerk Kleinschalig Wonen

De Inspectie voor de Gezondheidszorg
en het kleinschalig wonen
inleiding
deel 1: de inspectie en werkwijze in de langdurige woonzorg
deel 2: consequenties en discussiepunten
Deel 3: casus Villa XXXX1
Inleiding:
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ. www.igz.nl) controleert
zorgvoorzieningen om te bevorderen dat die zich houden aan wetten en regels,
normen, richtlijnen en standaarden. De laatste jaren controleert IGZ niet alleen de
reguliere, grotere instellingen, maar ook particuliere, kleinschalige
woonzorgvoorzieningen, of deze nu in natura of via pgb zorg leveren. De
controles zijn onaangekondigd en de ene voorziening komt nauwelijks aan de
beurt, de andere drie keer per jaar. De IGZ wil eigenlijk alle voorzieningen een
keer per jaar langs gaan en komt zeker na klachten (anoniem of niet). Het
inspectierapport is openbaar (met naam en toenaam) en vooral de lokale pers is
tuk op dit soort verhalen.
Het idee bestaat dat het accent ligt op de woonzorgvoorzieningen voor ouderen en
dat kleinschalige, particuliere initiatieven op het gebied van beschermd wonen,
ggz, ouderinitiatieven nog amper aan bod komen.
1
Geanonimiseerd om duidelijk te maken dat voor NetKW niet het enkele geval,
maar de meer algemene strekking en de lessen die eruit getrokken kunnen
worden, van belang zijn.
1
deel 1:
de inspectie en werkwijze in de langdurige woonzorg
De inspectie:
Zoals gezegd komt de inspectie onaangekondigd en doet het volgende:
- Voert gesprekken met uitvoerende medewerkers en met management
- Bekijkt de cliëntendossiers
- Voert, waar mogelijk, gesprekken met cliënten
- Maakt rondgang, inspectietocht door het pand en
- Kijkt naar dossiers over
o Plan van aanpak medicijnveiligheid
o Klachtenregeling, cliëntenraad en –inspraak
o Overeenkomst met apotheek
o Vrijheidsbeperking
o Jaarplan, plan bestuur en beleid
o Zorgdossiers (behandelplan)
o Personeelsbeleid, opleidings- en nascholingsplan, overzicht gevolgde
cursussen
De IGZ heeft, behalve de gesprekken en de rondgang, een soort vragenlijst die
ingevuld wordt aan de hand van bovenstaande activiteiten. Deze vragenlijst kijkt
naar het volgende:
- Sturen op kwaliteit en veiligheid
- Cliëntdossier
- Deskundigheid en inzet personeel
- Medicatieveiligheid
- Vrijheidsbeperking
De normen voor deze onderwerpen liggen vast in
 enkele wetten (besluit zorgplanbespreking, 2009; wet klachtenrecht, 1995;
BIG, 1993; kwaliteitswet zorginstellingen, 1996; BOPZ, 1992; enz.),
 enkele normen die door het “veld” zelf zijn ontwikkeld (bv dagelijkse
bezetting en kwaliteit van zorg in instellingen voor langdurige zorg, NIVEL,
2012) en
2

enkele rapporten die de inspectie zelf heeft gemaakt (bv over
vrijheidsbeperking, 2012 en over medicatieveiligheid, 2011).
Het blijft nog erg theoretisch, maar deze normen zijn uitgewerkt in concrete eisen
en deze eisen worden (door die gesprekken, door het onderzoek van de dossiers,
tijdens rondgang) gescoord (voldoet, voldoet niet, oordeel nvt, niet beoordeeld).
Die concrete eisen zien er als volgt uit (niet compleet, voorbeelden):
Sturen op kwaliteit en veiligheid:
- Zorgaanbieder verzamelt op structurele wijze kwaliteitsinformatie en
gebruikt dit voor kwaliteitsverbetering.
- Zorgaanbieder heeft in- en exclusiecriteria voor cliënten
- Zorgaanbieder heeft klachtenregeling conform de wet en maakt deze bekend
bij de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger
- Zorgaanbieder heeft geborgd beleid over een gesloten deur bij geplande
zorgvraag
Cliëntdossier
- Iedere cliënt heeft een zorg/ondersteuningsplan
- In het cliëntdossier is de dagelijkse rapportage opgenomen
- In het cliëntdossier zijn samenvattingen opgenomen van de zorghistorie
Deskundigheid en inzet personeel
- Medewerkers werken cliëntgericht
- Medewerkers werken op een verantwoorde manier met relevante richtlijnen,
protocollen en/of werkinstructies
- Zorgaanbieder zet op juiste moment voldoende deskundige medewerkers in
ter uitvoering van dagelijkse zorg
Medicatieveiligheid
- De procedure rond uitzetten, toedienen en registreren is beschreven in een
procedure farmaceutische zorg
- De arts en de apotheker verrichten jaarlijks een medicatiebeoordeling voor
alle cliënten
- Medewerkers signaleren werking en bijwerking van het toegediende
geneesmiddel
3
Vrijheidbeperking
- Zorgaanbieder beschrijft schriftelijk visie en beleid over preventie,
besluitvorming en uitvoering van vrijheidsbeperkende maatregelen
- Voorafgaand aan vrijheidsbeperkende maatregelen is (probleem)analyse
verricht van het gedrag van de cliënt
- Alle vrijheidsbeperkende maatregelen zijn opgenomen in cliëntdossier
- Een arts of een gedragsdeskundige is verantwoordelijk voor het besluit om
over te gaan tot de vrijheidsbeperkende maatregel
Iedere eis wordt dus gescoord en bij een negatieve score volgt een korte uitleg.
Ten slotte komt de slotconclusie. Even een totaaloverzicht en een korte conclusie
per onderzocht gebied en de eindconclusie. Een voorbeeld van deze eindconclusie:
- XX voldoet niet aan alle normen, hetgeen risico op onverantwoorde zorg en
gezondheidsschade oplevert. XX wordt voor periode van zes maanden onder
verscherpt toezicht geplaatst.
of zelfs
- XXXX neemt geen nieuwe cliënten aan voor de crisisopvang en stopt met het
aannemen en plaatsen van cliënten met de indicatie pv, verpleging en
begeleiding en verblijf totdat enz. enz.
Bij deze eindconclusie zijn dan aanvullende eisen gekoppeld: sommige
maatregelen moeten binnen vier weken zijn uitgevoerd en andere binnen 6
maanden. Soms verwacht de inspectie elke maand een schriftelijk verslag van wat
er de afgelopen maand al gerealiseerd is. En soms volgt er binnen die termijn van
6 maanden nog een of meer onverwachte bezoeken.
Uiteindelijk, bij grote ontevredenheid en geen verbetering, sluit de inspectie de
voorziening en eist dat de bewoners binnen een korte periode (bv.twee weken)
zijn overgeplaatst of dat een andere zorgaanbieder is gevonden, die de zorg in zijn
geheel overneemt.
4
deel 2:
consequenties en discussiepunten
consequenties
En nu: wat betekent dit voor de kleinschalige particuliere ondernemer?
1. De IGZ komt langs, morgen, volgende week, over een maand en hij komt
onaangekondigd. Dit geldt in ieder geval voor de initiatieven in de
ouderensector.
2. Ook al zijn de regels, criteria en normen gebaseerd op de grootschalige
instellingen, ze worden ook toegepast voor particuliere, kleinschalige
ondernemers. In de kleinschalige setting is het niet altijd even handig en
adequaat, maar het beter te zien in hoeverre je er voordeel bij kunt hebben.
Het is juist prima te weten wanneer je je werk goed doet en wanneer je die
duidelijkheid ook aan anderen (bewoners en hun familie, collega-instellingen,
financiers) kunt geven.
3. Een goed eigen plan en verhaal over kwaliteit en goede uitvoering ervan is
beter dan alle (wel/niet geslaagde) pogingen in de richting van HKZ, HACCP,
ISO, enz. Dit goede eigen plan moet gebaseerd zijn op zorgvuldig en logisch
nadenken: wat niet kan,kan niet en wat wel kan, moet je doen.
4. Beleid maken, wat wil je met je onderneming en je bewoners? Plannen
opschrijven, vastleggen, dossier aanmaken en nieuwe plannen of
vervolgstappen erin beschrijven. Vastleggen en opschrijven wat je doet. Ook
onmogelijkheden opschrijven en uitleggen. De volgende vijf dossiers zijn het
belangrijkste.
a. Dossier Kwaliteit en Veiligheid
b. Cliëntdossier (per cliënt)
c. Dossier deskundigheid en inzet personeel
d. Dossier medicatieveiligheid
e. Dossier vrijheidsbeperking
5. Belangrijk is het antwoord op de vraag hoeveel tijd je aan deze
werkzaamheden wilt besteden? Wat is de ideale balans tussen geïnvesteerde
energie en een hogere kwaliteit? Het is moeilijk te kiezen tussen iedere dag
5
uitgebreid aandacht besteden aan het invullen en bijhouden van het zorgplan
of een extra praatje maken en een rondje door de tuin met mevrouw Jansen.
6. De aanwezigheid van kwaliteitsinstrumenten en protocollen zegt niet zoveel,
het gaat om het juiste gebruik.
6
discussiepunten
1. In het belang van de bewoners maakt de inspectie de conclusie altijd bekend
(ondanks sommige bezwaarschriften in verband met onrust bij huidige
bewoners). De ene instelling verzwijgt voor de buitenwereld het negatieve
oordeel van de inspectie, de andere zet het pontificaal op de startpagina van
hun website. Wat is het beste?
2. Een op pgb gebaseerde woonzorgvoorziening kan nooit een BOPZ-aanwijzing
krijgen en mag dus nooit vrijheidsbeperkende maatregelen nemen.
Anderzijds is het vrijwel onmogelijk ouderen met dementie alle vrijheid te
geven om te gaan en te staan waar ze willen. Is een deurknop die je naar
boven moet draaien om de deur te openen, vrijheidsbeperking? Is een
codeslot, met in grote cijfers de code erboven, een vrijheidsbeperking? Zijn
dit soort truckjes nodig of is overeenstemming met IGZ te bereiken? Wat is
dan de rol van vertegenwoordigers, familie van bewoners?
Waar ligt de grens tussen ondersteuning van het zorgteam voor het leveren
van passende en goede zorg en vrijheidsbeperkende maatregelen?
3. Houdt de inspectie rekening met de fase waarin een zorgorganisatie zich
bevindt? Het is immers veelal een start met een nieuw pand, een nieuw
team en de instroom van de eerste bewoners. In de eerste maanden is het
veel met elkaar ontdekken en verfijnen van het op hoofdlijnen voorbereide
beleid. Kortom, een half jaar na opening zal de vlag er anders bij staan dan
bij een zorgorganisatie die reeds twee jaar onderweg is. Wordt dit
meegenomen in het oordeel?
Soms komt in de startfase het perfectioneren van de kwaliteitseisen in de
verdrukking komt: waar begin je? Wat is het meest essentiële?
4. Een grote valkuil, maar óók een kracht, is de communicatie binnen een
kleinschalig woonzorghuis. Zeker als de ondernemers erbij wonen. Er is veel
overleg en afstemming omdat de lijnen kort zijn, maar het vastleggen
hiervan zal minder snel gebeuren. Er kan bijvoorbeeld meteen gereageerd
worden op goede voorstellen vanuit de zorg die de kwaliteit verbeteren door
bijvoorbeeld het werkschema aan te passen of een hulpmiddel aan te
schaffen. Hoe strak kijkt de inspectie naar het vastleggen van overleggen?
Volstaat een actie- en besluitenlijst?
7
Deel 3 Casus Villa XXXX
Villa XXXX is een particuliere woonzorgvoorziening voor ouderen met dementie
met 14 appartementen. De instelling telt ruim 20 medewerkers, voor de
exclusieve woon- en servicepakketten betalen de bewoners ongeveer 4000 euro
per maand. De zorg betalen de bewoners vanuit een persoonsgebonden budget
(PGB), dat gebaseerd op de zorgzwaarte van de bewoners (in dit geval over het
algemeen zzp 5).
Eind 2012 hebben medewerkers aan de bel getrokken bij de vakbond (Vakbond
Abvakabo FNV). Ze zijn van mening dat hun werkomstandigheden niet deugen en
de zorg onder de maat is. Te lange werkdagen en ongekwalificeerd personeel dat
zorgtaken uitvoert is één van de gehoorde klachten. De vakbond maakte melding
bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg van de misstanden bij de zorgvilla. De
Inspectie stelde een onderzoek in. De resultaten van dat onderzoek liegen er niet
om: de zorg voor de bewoners schiet op een groot aantal terreinen ernstig tekort.
En ook bij een hernieuwd bezoek is een groot aantal zaken nog niet op orde.
Het eerste bezoek van de inspectie is in oktober 2012, het tweede in februari 2013
en het derde in december 2013, alle drie onaangekondigd. Zoals meestal het geval
besteedt de lokale pers (krant en omroep) er uitgebreid aandacht aan, kinderen
van bewoners zijn ongerust en sommigen halen hun vader of moeder er weg. Er
ontstaat leegstand en uiteindelijk stapt het management op. De kleinschalige
woonvoorziening wordt overgenomen en voortgezet door een andere aanbieder,
nog steeds een kleinschalige, maar met meer vestigingen. .
Het volledige laatste, (natuurlijk niet geanonimiseerde) rapport van de inspectie is
te vinden op www.igz.nl/.
Een instructief rapport waaruit blijkt hoe de inspectie de gang van zaken
controleert, welk type conclusies en aanbevelingen ze geeft en welke maatregelen
ze oplegt, dit laatste inclusief de termijn waarop de maatregelen geëffectueerd
moeten zijn.
De hele gang van zaken wordt uitgebreid becommentarieerd in de plaatselijke pers
en door de regionale omroep. Er zijn klokkenluiders, een journalist die de partner
is van een van de klokkenluiders, personeel met spreekverbod, medewerkers die
op non-actief worden gezet. En erg veel anoniem commentaar dat soms zelfs
8
overgaat in hele scheldpartijen, kinderen beschuldigen het management van
onkunde en zelfs van dood door schuld, ingezonden brieven die geen verschil
maken tussen inspectie, zorgkantoor, gemeente en justitie en die dan maar
meteen al deze partijen ervan beschuldigen onder een hoedje te spelen met de
directie. Afijn voor buitenstaanders is het smullen geblazen, maar voor
betrokkenen is het een lijdensweg en een ramp.
In het laatste inspectierapport staat een waslijst aan in de voorziening aanwezige
“kwaliteitsinstrumenten”
- Instrumenten voor risicosignalering (4 stuks)
- Digitale VILANS KICKprtocollen
- Personeelsoverzicht en dienstrooster
- Overzicht bekwaam- en bevoegdheden van medewerkers
- Scholingsplan 2012-2015
- 26 (echt waar!!) protocollen , uiteenlopend van protocol diefstal tot het
protocol proeftijdevaluatie , alleen het protocol voor het bezoek van de
koningin ontbrak.
Het is het beste bewijs dat de aanwezigheid van kwaliteitsinstrumenten niet veel
zegt.
9