Syndicale synthese

Federaal regeerakkoord
9 oktober 2014
Syndicale synthese
Studiedienst ACV
Inhoud
10.10.2014
Pagina |1
INHOUDSOPGAVE
I. WERK
5
WEGWERKEN IN 2015-2016 VAN DE LOONKLOOF (SINDS 1996), DOOR
5
VERDERE “MODERNISERING ARBEIDSMARKT” (NA ADVIES SOCIALE PARTNERS)
5
MINDER BIJ TIJDELIJKE WERKLOOSHEID
5
TIJDKREDIET EN LANDINGSBANEN
6
SWT (EX-BRUGPENSIOEN)
6
DEELTIJDSEN MET INKOMENSGARANTIE-UITKERING
6
WERKLOZEN
6
ZIEKTE-INVALIDITEIT-HANDICAP
7
COLLECTIEVE ARBEIDSVERHOUDINGEN
7
WERKGEVERS
8
II. PENSIOENEN
9
VOORBEREIDING STRUCTURELE HERVORMINGEN (NA ADVIES SOCIALE PARTNERS)
9
VERVROEGD PENSIOEN
9
WETTELIJKE PENSIOENLEEFTIJD
10
GELIJKGESTELDE PERIODES
10
OVERLEVINGSPENSIOEN: VERDERE FASEGEBOUW AFBOUW
10
PENSIOENBEDRAG
10
MINIMUMPENSIOEN
10
AMBTENARENPENSIOENEN (SPECIFIEKE BEPALINGEN)
11
AANVULLENDE PENSIOENEN
11
EN VERDER
12
III. SOCIALE ZAKEN EN GEZONDHEIDSZORGEN
13
FINANCIERING
13
WELVAARTSVASTHEID
13
ARMOEDEBESTRIJDING (ONDER MEER)
13
GEZONDHEIDSZORGEN
14
BESTRIJDING SOCIALE DUMPING (ONDER MEER)
14
EN VERDER
15
Inhoud
10.10.2014
Pagina |2
IV. FINANCIEN
16
GLOBALE BELASTINGHERVORMING
16
PERSONENBELASTING
16
VENNOOTSCHAPSBELASTING
16
BTW EN ACCIJNZEN
16
EN VERDER
17
V. VARIA
18
ENERGIE
18
JUSTITIE EN VEILIGHEID
18
ASIEL EN MIGRATIE
19
AMBTENARENZAKEN
19
OVERHEIDSBEDRIJVEN
19
INTERNATIONAAL BELEID
20
GELIJKE KANSEN
20
DUURZAME ONTWIKKELING
20
Inhoud
10.10.2014
Pagina |3
Informatienota: Federaal regeerakkoord 9 oktober 2014
Syndicale synthese
__________________________________
Deze nota is een synthese van het regeerakkoord van de nieuwe federale regering-Michel.
Leeswijzer:
-
-
-
Info
we geven niet alle details weer, maar de essentiële informatie;
we zoomen in deze fase in op de elementen die syndicaal meest relevant zijn, hetgeen
maakt dat we heel wat onderdelen maar zeer beperkt behandelen (er komen
aanvullende nota’s, inclusief commentaar, voor die onderdelen);
deze nota bevat weinig commentaar en ook nog geen concrete becijfering van de
effecten: dat kan volgen naarmate concrete modaliteiten duidelijker worden;
er is op dit ogenblik – net zoals eerder dit jaar met de regionale akkoorden - nog veel
onduidelijk over de begroting (reparaties 2014, begroting 2015 en meerjarentraject),
hetgeen nochtans essentiële aanvullende informatie is;
er komt een aparte, meer gevulgariseerde communicatie naar leden en militanten via
profielbeschrijvingen: wat betekent dit regeerakkoord voor deze of gene doelgroep?
10.10.2014
Pagina |4
I.
Werk
Wegwerken in 2015-2016 van de loonkloof (sinds 1996), door
1. indexsprong vanaf 2015 (2%) en nadien herstel automatische indexering, ev. verder
hervormd; die indexsprong zal ook gelden voor de sociale uitkeringen en de openbare
sector (incl. andere overheden);
2. lastenverlaging werkgevers (zie verder);
3. “verdere periode van loonmatiging” in 2015-2016 (nieuwe loonstop?) of langer indien
nodig voor herstel competitiviteit;
4. wijziging Wet van 1996 (vrijwaring werkgelegenheid en concurrentievermogen), met
o.m. strenger toezicht op overtredingen en verplichte correctie bij overschrijding
loonnorm;
5. uitbreiding Wet van 1996 naar overheidsbedrijven (Belgacom, bpost…);
6. aanpassing ervaringsbarema’s (na advies sociale partners), in samenhang met
hervorming paritaire comités (zie verder).
Verdere “modernisering arbeidsmarkt” (na advies sociale partners)
1. verdere stappen inzake annualisering arbeidstijd, deeltijds werken, overuren en
glijdende werktijden (?);
2. meer soepelheid in “loopbaanspreiding” (?);
3. invoering van een “loopbaanrekening” (?) om tijd en loon op te sparen en nadien te
gebruiken voor onderbreking van de loopbaan of aanvulling bij de werkloosheid of
aanvullend wettelijk pensioen; eventueel daarin integratie van tijdkrediet en
loopbaanonderbreking (?);
4. herziening cao telewerk van NAR;
5. harmonisering arbeiders-bedienden binnen strak tijdskader, en inz. twee maand
gewaarborgd loon voor zowel arbeiders als bedienden (opbrengst voor overheid zou
voor helft terugvloeien naar werkgevers via lastenverlaging);
6. vraag aan sociale partners om afschaffing proeftijd in kader van nieuwe
eenheidsstatuut te heronderzoeken;
7. heronderzoek regel van max. 50 dagen studentenarbeid;
8. modernisering stelsel havenarbeid in overleg met sociale partners;
9. versnelling procedure-Renault.
Minder bij tijdelijke werkloosheid
1. Indexsprong van 2% (zie hoger)
2. Beperking welvaartsvastheid met 16%
3. Uitkering van 70 naar 65% van loon laatste 12 maanden
Info
10.10.2014
Pagina |5
Tijdkrediet en landingsbanen
1. Behoud huidige rechten tijdkrediet ten aanzien van werkgever, maar geen uitkering
meer indien geen motief (cf. huidige motieven, al is nog onduidelijk of opleiding daar
ook toe behoort), met strengere controle op motieven en loopbaanvoorwaarden.
2. Harmonisering regelingen profit, non-profit en openbare sector tegen 1.1.2020.
3. Loopbaanonderbreking openbare sector: ook beperking tot motieven.
4. Landingsbanen vanaf 1.1.2015 (beperkt tot voor eerste aanvragen vanaf 1.1.2015) nog
slechts vanaf 60 jaar, zonder nog enige uitzondering (vandaag nog uitzonderingen
vanaf 50 jaar voor lange loopbanen, verpleeg- en zorgkundigen in instellingen,
knelpuntberoepen en bedrijven in moeilijkheden en in herstructurering.
SWT (ex-brugpensioen)
1. Algemene regeling naar 62 jaar op 1.1.2015 (voor nieuwe algemene cao’s SWT en cao
nr. 17), met overgangsmaatregel voor wie 31.10.2014 al in opzeg is geplaatst.
2. Bedrijven in moeilijkheden of in herstructurering van 55 naar 60 jaar op 1.1.2017 (met
overgangsmaatregel voor erkende bedrijven indien opzeg uiterlijk op 31 december
2016).
3. Drie uitzonderingsregimes vanaf 56 jaar (nachtarbeid, 40 jaar loopbaan en verminderd
arbeidsgeschikten bouw van 56 naar 58 jaar op 1.1.2015) en 60 jaar op 1.1.2017 (met
overgangsmaatregel voor wie op 30.10.2014 al in opzeg is geplaatst).
4. Afschaffing uitzonderingsregelingen vanaf 58 jaar (ploegenarbeid, nacht, wisselende
uurroosters, ernstige lichamelijke problemen door werk), met overgangsmaatregel
voor wie op 31.10.2014 al in opzeg geplaatst.
Deeltijdsen met inkomensgarantie-uitkering
1. Terugschroeven laatste hervorming (2008), m.a.w. herinvoering koppeling aan
gezinssituatie en geen profijt meer van werkbonus.
2. Na 2 jaar deeltijds werken: halvering van de uitkering.
Werklozen
1. Degressiviteit: vooralsnog geen nieuwe maatregelen; wordt opgevolgd en in functie
van evaluatie eventuele nieuwe maatregelen.
2. Berekening uitkering op basis van laatste 12 maand loon (in kader van acties tegen
sociale fraude, zie verder).
3. Versterking administratieve sancties (in kader van acties tegen sociale fraude, zie
verder).
4. Inschakelingsuitkeringen:
a. vanaf 1 januari 2015 voor -21-jarigen nog slechts toegang tot
inschakelingsuitkering indien minimumkwalificatie;
b. maximumleeftijd voor toegang tot inschakelingsuitkeringen wordt verlaagd van 30
naar 25 jaar.
Info
10.10.2014
Pagina |6
5. Verplichte inschrijving bij publieke arbeidsbemiddeling binnen maand nadat opzeg is
ingegaan om recht te hebben op uitkeringen.
6. Aanpassing notie passende dienstbetrekking, o.m. om mobiliteit te bevorderen.
7. Invoering gemeenschapsdienst voor langdurig werklozen, door Gewesten in te vullen:
twee halve dagen per week, mits ingepast in een traject naar werk.
8. “Positieve stimulans” in werkloosheidsreglementering (?) om deel te nemen aan
gemeenschapsdienst of knelpuntopleiding.
9. Actieve en passieve beschikbaarheid van werklozen wordt opgetrokken van 60 tot 65
jaar.
10. Afschaffing anciënniteitstoeslag voor oudere werklozen voor nieuwe instromers vanaf
1.1.2015.
Ziekte-invaliditeit-handicap
1. Hervorming met het oog op snelle re-integratie;
2. Ten laatste 3 maanden na start arbeidsongeschiktheid een reïntegratieplan;
3. Uitbreiding mogelijkheid van progressieve werkhervatting tot personen met minder
dan 50% arbeidsongeschiktheid (te onderzoeken);
4. Onderzoeken van mogelijkheid van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid;
5. Onderzoek mogelijkheden van cumul integratietegemoetkoming voor gehandicapten
met beroepsinkomsten.
6. Berekening uitkering op basis van laatste 12 maand loon (in kader van acties tegen
sociale fraude, zie verder);
7. Versterking administratieve sancties (in kader van acties tegen sociale fraude).
Collectieve arbeidsverhoudingen
1. Minder paritaire comités (maar geen sprake meer van reductie tot 20);
2. Invoering van een tripartiet structureel overleg, met engagement van regering
akkoorden in dit orgaan uit te voeren.
3. Ambitie in dit kader met sociale partners een “sociaaleconomisch akkoord” af te
sluiten voor maximale groei en jobs, inz. op korte termijn uitwerking van een
banenplan, oprichting van een Nationaal Pensioencomité (voor pensioenhervorming)
en opvolging maatregelen voor bevordering competitiviteit;
4. In kader van banenplan (zie d.) vervanging huidige opleidingsengagementen (1.9%)
door een nieuwe doelstelling met “met gedeelde en afdwingbare
verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers” (ev. loopbaanrekening voor
iedere werknemer).
5. Herziening rol Fondsen voor Bestaanszekerheid rond kwestie van transparantie en
“inning verplichte bijdragen” (?).
Info
10.10.2014
Pagina |7
Werkgevers
1. Stapsgewijze verlaging basisbijdrage van werkgevers voor sociale zekerheid van 33%
naar 25% (uiterlijk 2019), met behoud sterkere lastenverlagingen wanneer men al
onder 25% zit. Met bijhorende compensatie voor minderinkomsten sociale zekerheid.
1% fiscale subsidie wordt daarin geïntegreerd, evenals bestaande structurele
verminderingen, maar fiscale subsidie voor ploegenarbeid en nachtarbeid wordt
behouden.
2. Versterking (fiscale) steun voor onderzoek en ontwikkeling.
3. Vereenvoudiging en versterking bijdrageverminderingen eerste 3 aanwervingen.
4. Uitgebreid KMO-plan (pro memorie).
5. Uitgebreid horecaplan, inz.:
a. fiscale grens overuren van 180 u. naar 360 u.;
b. arbeidsrechtelijke grens van 143 u. naar 250 u.;
c. grens gelegenheidsarbeid van 100 naar 200 dagen;
d. nettoverhoging (+ 25%), via bedrijfsvoorheffing, voor werknemers die in horeca
werken en elders reeds job hebben aan minstens 4/5.
6. Onderzoek om stelsel gelegenheidsarbeid horeca uit te breiden naar handel en bouw.
Info
10.10.2014
Pagina |8
II.
Pensioenen
Voorbereiding structurele hervormingen (na advies sociale partners)
1. Oprichting tripartiet Nationaal Pensioencomité (incl. vertegenwoordigers ambtenaren,
zelfstandigen, andere overheden).
2. Ondersteuning door een Kenniscentrum voor de Pensioenen.
3. Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 krijgt rol als Academische Raad .
4. Inz. voor:
a. uitwerking van het puntensysteem (omzetting van pensioenrechten in
punten), met ingang vanaf 2030;
b. hervorming afgeleide rechten (gezinspensioen, overlevingspensioen,
echtscheidingspensioen) vanaf ten vroegste 2030, met zeker onderzoek van:
gezinsbedrag, pensioensplit (= splitsing opgebouwde pensioenrechten,
wettelijk en aanvullend, over de twee partners) en gelijke behandeling
gehuwden/wettelijk samenwonenden;
Vervroegd pensioen
1. Algemene regeling: slechts mogelijk vanaf 62,5 jaar in 2017 en 63 jaar vanaf 2018 en
slechts vanaf 41 jaar loopbaan in 2018 en 42 jaar loopbaan vanaf 2019.
2. Bijzondere regeling lange loopbanen:
a. loopbaanvoorwaarde vanaf 2019 van 42 naar 44 jaar om op 60 jaar op
pensioen te kunnen gaan;
b. en van 41 naar 43 jaar om op 61 jaar op pensioen te kunnen gaan.
3. Er komen specifieke pensioenmaatregelen voor zware beroepen (zowel privé als
openbare sector); beroepen (cf. voorstel Commissies Pensioenhervorming) te bepalen
door interprofessionele sociale partners op basis van objectieve criteria (met een
maximum aantal beroepen); verzachting voor loopbaanvoorwaarden als
pensioenberekening.
4. Overgangsmaatregelen:
a. wie voor eind 2016 aan voorwaarden voldeed om op vervroegd pensioen te
kunnen gaan, behoudt bestaande voorwaarden, ook als hij later op pensioen
gaat;
b. voor wie 58 jaar is in 2016 en net niet aan voorwaarden voldoet, mag nieuwe
regeling maar max. 2 jaar vertraging opleveren;
c. voor wie 59 jaar of ouder is in 2016: max. 1 jaar uitstel;
5. eventueel vanaf 2030 verdere verstrenging voorwaarden in kader van nieuwe, nog te
ontwikkelen puntensysteem (zie hoger).
Info
10.10.2014
Pagina |9
Wettelijke pensioenleeftijd
1. Wettelijke pensioenleeftijd van 65 naar 66 jaar in 2025 en naar 67 jaar in 2030.
2. Gekoppeld aan uitbreiding uitkeringen bij economische werkloosheid en schorsing
wegens arbeidsongeschiktheid na 65 jaar.
3. Onbeperkt bijverdienen bovenop rustpensioen na wettelijke pensioenleeftijd (of na 45
jaar loopbaan), zonder nieuwe opbouw pensioenrechten.
4. Eventueel vanaf 2030 verdere verstrenging voorwaarden in kader van nieuwe, nog te
ontwikkelen puntensysteem (zie hoger).
5. Aparte modaliteiten qua loopbaanduur en pensioenbedrag voor zware beroepen (cf.
vervroegd pensioen, zie hoger).
Gelijkgestelde periodes
1. Evaluatie loonplafonds voor niet-gewerkte periodes
2. Herziening gelijkgestelde periodes en harmonisering voor drie stelsels (werknemers,
zelfstandigen en ambtenaren).
3. Wel behoud gelijkstelling aan laatste loon voor arbeidsongeschiktheid,
tijdkrediet/loopbaanonderbreking en moederschapsrust (onvrijwillige werkloosheid,
inclusief SWT, en landingsbanen niet vermeld!, zomin als gewone onderbrekingen voor
zorgbuiten tijdkrediet/loopbaanonderbreking).
4. Geen gelijkstelling meer voor niet-gemotiveerd tijdkrediet (trouwens ook geen
uitkering meer).
Overlevingspensioen: verdere fasegebouw afbouw
Omzetting in tijdelijke overgangsuitkering RVA) voor wie jonger is dan 55 jaar
(voorwaarde van 50 jaar in 2023 wordt over 5 jaar telkens met 1 jaar per jaar
opgetrokken).
Pensioenbedrag
1. Geleidelijke afschaffing principe van eenheid van loopbaan (wie langer dan 14.040
dagen werkt blijft zo pensioenrechten opbouwen).
2. Afschaffing pensioenbonus vanaf 1 januari 2015 voor zij die nog niet begonnen zijn
rechten op die bonus op te bouwen.
3. Gelijke rechten voor werknemers en zelfstandigen.
4. Uiteraard ook indexsprong (zie hoger) + beperking welvaartsvastheid (zie verder).
Minimumpensioen
1. Jaren boven 30 loopbaanjaren worden maar in aanmerking genomen voor
minimumpensioen mits 52 dagen (cf. voorstel Beheerscomité RVP);
2. Alle gewerkte en gelijkgestelde dagen, voor elk van de stelsels, geven recht op een
minimumpensioen (mits minimum aantal dagen over gehele loopbaan);
Info
10.10.2014
P a g i n a | 10
3. Wie volledige loopbaan voltijds heeft gewerkt moet pensioen hebben dat minstens
10% hoger is dan “armoededrempel”.
4. Versterking inkomensgarantie ouderen (IGO).
Ambtenarenpensioenen (specifieke bepalingen )
1. In nieuwe puntensysteem vanaf 2030 (zie hoger) wordt pensioen berekend op basis
van hele loopbaan (i.p.v. laatste 10 jaar), met vrijwaring reeds opgebouwde rechten.
2. Verder overleg met vakbonden overheidspersoneel voor:
a. uitdoven van de diplomabonificatie voor de loopbaanvoorwaarde voor het
vervroegd pensioen;
b. verder overleg in Nationale Pensioencommissie over de diplomabonificatie
voor de berekening van het pensioenbedrag (ev. te vervangen door
regularisaties studieperiodes, mits betaling van persoonlijke bijdrage);
c. wegvallen soepeler loopbaanvoorwaarden voor bijzondere categorieën
(tantièmes), behoudens zware beroepen;
d. bijkomende overgangsmaatregelen voor politie wat betreft orige hervorming;
e. gelijkstelling van periodes als contractueel overheidspersoneel na vaste
benoeming (met behoud van huidige gelijkstelling voor tijdelijke onderwijzend
personeel);
f. opheffing voorwaarde van 5 dienstjaren om recht te hebben op
ambtenarenpensioen;
g. onderzoek hervorming ziektepensioen tot RIZIV-uitkering.
Aanvullende pensioenen
1. Stimuleren van opbouw aanvullend pensioen contractuelen openbare sector, door
aangepaste wettelijk kader (en begin van opbouw voor federaal overheidspersoneel).
2. Betaling in rente wordt fiscaal gelijk behandeld als uitkering in kapitaal (zonder
verlaging bestaande fiscale voordelen).
3. Onderzoek toepassingsproblemen en herziening 80%-regel (= begrenzing fiscale aftrek
voor werkgever: wettelijk en aanvullend pensioen mogen niet hoger zijn dan 80% van
laatste jaarloon).
4. Aanpassing rendementsgarantie, in functie van reële rendementen op de markt.
5. Mogelijkheid voor natuurlijke zelfstandigen om tweede pijler op te bouwen, zoals
zelfstandigen in vennootschappen dat kunnen (bovenop vrij aanvullend pensioen
zelfstandigen).
6. Vraag aan sociale partners om deel van loonstijgingen te gebruiken voor opbouw
aanvullend pensioen (tot minstens 3% bijdragen).
7. Mogelijkheid voor werknemers om via bedrijf (met persoonlijke bijdragen) aanvullend
pensioen op te bouwen, met gelijke fiscale voordelen als voor werkgeversbijdragen
i.p.v. het voordeel van 30% vandaag.
8. Ontmoediging vroegtijdige uittrede met aanvullend pensioen.
Info
10.10.2014
P a g i n a | 11
En verder
1. Uitvoering advies Beheerscomité RVP over beperking complement op Belgische
pensioenen voor wie in buitenland werkt, met vrijwaring van weduwen en
weduwnaars.
2. Onderzoek van piste van deeltijds pensioen.
3. Onderzoek versterking 3de pensioenpijler (pensioensparen, levensverzekeringen).
4. Onderzoek bedrag solidariteitsbijdrage.
5. Verdere uitbouw pensioeninformatie.
Info
10.10.2014
P a g i n a | 12
III.
Sociale zaken en gezondheidszorgen
Financiering
1. verlenging evenwichtsdotatie voor sociale zekerheid (+ evaluatie met het oog op
“responsabilisering”).
2. vereenvoudiging alternatieve financiering (cf. voorstel sociale partners).
3. “nadenken” over financiering gezondheidszorg.
4. aanpassing aan 6de staatshervorming.
5. minderinkomsten door lastenverlaging worden gecompenseerd door alternatieve
financiering (zie ook luik werk).
Welvaartsvastheid
1. behoud gedurende 6 jaar van welvaartsenveloppes (zij het verminderd met budget dat
is berekend op gezinsbijslagen: voor werknemersbudget is dat 95 miljoen of 16%
minder).
2. door sociale partners in te vullen, met vraag prioriteit te geven aan
armoedebestrijding.
3. er is in media ook sprake van een “fiscalisering” van de welvaartsvastheid: voordeel
niet via uitkeringen, maar via belastingen (nog geheel onduidelijk).
Armoedebestrijding (onder meer)
1. Geleidelijke verhoging minima in sociale zekerheid en bijstand tot Europese
armoedenorm , met prioriteit voor personen met hoog armoederisico.
2. Welvaartsvastheid: zie hoger.
3. Nieuw kader voor inrichting gemeenschapsdienst voor leefloners (cf. langdurig
werklozen, zie hoger).
4. Optimalisatie “socio-professionele vrijstelling” (vergoeding voor beroepsopleiding of
loon die tot bepaald bedrag niet wordt afgetrokken van leefloon), met het oog op
hertewerkstelling.
5. Onderzoek om leefloon aan te passen aan nieuwe samenlevingsvormen.
6. Evaluatie met het oog op verbetering van sociale tarieven voor energie, telecom en
mobiliteit en eventuele hervorming sociale energiefondsen (gas, elektriciteit en
stookolie).
7. OCMW’s kunnen eventueel gecompenseerd worden voor extra-kost leeflonen
ingevolge besparingen in sociale zekerheid.
8. Nieuw wettelijk kader dat integratie OCMW’s in gemeentebesturen mogelijk maakt.
9. Integratie Steunpunt Armoedebestrijding in federale administratie.
Info
10.10.2014
P a g i n a | 13
Gezondheidszorgen
Ganse reeks maatregelen en intenties, waarvan we er slechts enkele aanstippen:
1. Deze legislatuur legt nadruk op grondige hervorming van structuur van
gezondheidszorg, met responsabilisering alle actoren en in overleg met stakeholders
en deelstaten.
2. Groeinorm 1.5% i.p.v.3%. (= 390 miljoen besparing in 2015). Nog onduidelijk of
opbrengst indexsprong daarin is verrekend.
3. Wegwerken financiële drempels, o.m.:
a. derdebetalersregeling huisarts;
b. verbod ereloonsupplementen in twee- of meerpersoonskamers ook bij
daghospitalisatie;
c. onderzoek uitbreiding maximumfactuur naar psychiatrische patiënten;
4. Inzake gezondheidsverstrekkers o.m.:
a. onderzoek aangepast sociaal statuut voor huisartsen/specialisten in opleiding;
b. herziening KB nr. 78, met herschikking competenties voor diverse
gezondheidsverstrekkers;
c. herwaardering beroep verpleegkundige
d. aanpassing arbeidsreglementering van werknemers om “zorgcontinuïteit beter
te kunnen realiseren”;
e. algemene verplichting tot deelname aan wacht, met vrijstellingen op basis van
leeftijd, gezin en gezondheid;
f. modernisering overleg tussen zorgverleners en mutualiteiten;
g. versterking financiële transparantie mutualiteiten;
h. evaluatie administratiekosten mutualiteiten en verhoging variabel gedeelte
van administratiekosten;
i. grondige herziening financiering ziekenhuizen
j. herziening en vereenvoudiging van nomenclatuur (= prijslijst)
Bestrijding sociale dumping (onder meer)
1. Rondetafel voor risicosectoren.
2. Versterking wetgeving voor bepaalde risicosectoren, o.m. eventuele uitbreiding
hoofdelijke aansprakelijkheid naar andere sectoren;
3. Evaluatie geldboetes in transportsector;
4. In kaart brengen en verspreiden van goede praktijken inzake misbruiken met
buitenlandse detachering;
5. Bestrijding uitkeringsfraude door uitbreiding uitwisseling elektronische gegevens.
6. Tegengaan van misbruiken inzake tijdelijke werkloosheid;
7. Verzwaring administratieve sancties voor werklozen en arbeidsongeschikten
Info
10.10.2014
P a g i n a | 14
En verder
1. Pro memorie: reeks verbeteringen aan sociaal statuut zelfstandigen (o.m. onderzoek
dat zelfstandigen in bijberoep ook pensioenrechten kunnen opbouwen).
2. Bijsturing kunstenaarsstatuut om misbruiken en werkloosheidsval tegen te gaan.
Info
10.10.2014
P a g i n a | 15
IV.
FINANCIEN
Globale belastinghervorming
Regering zal belastinghervorming voorbereiden en doorvoeren.
Daarnaast nu reeks aantal punctuele maatregelen.
Personenbelasting
1. Verhoging fiscale aftrek forfaitaire beroepskosten, ter compensatie van de verhoging
van accijnzen op tabak en diesel (geen van beide zit in gezondheidsindex) en van
enkele BTW-verhogingen (zie verder).
2. Stroomlijning loonbegrip in fiscaliteit, sociale zekerheid en arbeidsrecht.
3. Heffing op pensioensparen (3de pijler) van 10 naar 8%, met “frontloading” van de
opbrengsten om budgettaire redenen: vervroegde inning van die bijdrage (cf. een
techniek die ontslagnemende regering reeds gebruikte).
4. Er is ook sprake van een “doorkijkbelasting“ op juridische constructies in buitenland,
maar dat was al beslist door ontslagnemende regering.
5. Hervorming van het stelsel van de verworpen uitgaven en inz. vermindering van
boetes (309%) wanneer privé-uitgaven op de zaak worden gezet.
6. “Fiscalisering” welvaartsvastheid: omzetting van verbetering uitkering in verlaging
bedrijfsvoorheffing (wat voor wie geen bedrijfsvoorheffing betaald?).
Vennootschapsbelasting
1. Afsluiting van fiscaal pact met ondernemers (?) voor meer rechtszekerheid.
2. Wegwerken “perverse effecten” in belasting van niet-inwoners.
3. Afzwakking extra-belasting (naar 25% onder ontslagnemende regering) op
liquidatieboni (= belasting bij vereffening van de vennootschap): bedrijven die jaarlijks
winst reserveren op een afzonderlijke passiefrekening moeten daarop 10% betalen; bij
liquidatie wordt dat belastingvrij uitgekeerd; bij voortijdige uitkering een extrabelasting (+ 5% bij uitkering na 5 jaar; + 15% bij uitkering binnen 5 jaar).
4. Gelijke vennootschapsbelasting voor intercommunales en “oneigenlijk gebruikte
vzw’s”.
BTW en accijnzen
1. Schrapping BTW-vrijstelling voor esthetische chirurgie en behandeling.
2. Elektronische diensten afgenomen door Belgische particulieren bij Europese
ondernemingen worden in België onderworpen aan BTW.
3. BTW-verlaging voor renovatie gebouwen pas voor gebouwen die 10 jaar oud zijn
(i.p.v. 5 jaar).
4. Hervorming accijnzen op tabak.
5. Verhoging accijnzen op diesel (met vrijwaring professionele diesel).
6. Evaluatie energiebelastingen, zonder nadelig effect op competitiviteit bedrijven.
Info
10.10.2014
P a g i n a | 16
7. Opheffing zgn. picknicktaks (op wegwerpartikelen, folie…), want gedragsverandering
zou volgens regering zijn bereikt.
8. Eventueel verhoging btw-vrijstelling voor kleine ondernemingen tot 25.000 euro.
En verder
1. Onderzoek of minimaal bedrag inzake voordeel van alle aard voor wagens kan worden
afgeschaft (om milieuvriendelijke wagens aan te moedigen).
Info
10.10.2014
P a g i n a | 17
V.
VARIA
Een aantal hoofdstukken (hoe belangrijk ook) worden in deze nota rudimentair behandeld. Er
volgen informatie- en duidingsnota’s voor die aparte onderdelen.
Energie
1. Invoering van een energienorm (cf. loonnorm): verschillende componenten van
energiekost mogen niet hoger liggen dan in onze buurlanden, met bijzondere aandacht
voor kost voor energie-intensieve bedrijven.
2. Uitwerking van een energiepact, inz. voor bevoorradingszekerheid, in samenwerking
met Gewesten (“zonder taboe” voor enige energiebron = dus ook niet voor
kernenergie).
3. Vóór eind 2014 een beslissing over een verlenging met 10 jaar van bepaalde
kerncentrales.
4. Regering ijvert voor ambitieus energiebeleid op Europees vlak, echter met slechts één
EU-doelstelling voor Lidstaten (minder uitstoot broeikasgassen en dus niet
hernieuwbare energie en energiebesparing).
Justitie en veiligheid
1. Uitvoering reeds besliste hervorming justitie.
2. Eenheidsrechtbank (integratie van arbeidsrechtbank, rechtbank eerste aanleg en
rechtbank van koophandel) duikt opnieuw op: opstart van proefprojecten, met
behoud aparte kamers en zittingsplaatsen.
3. Hervorming juridische tweedelijnsbestand , met onder meer invoering van een
remgeld voor rechtszoekende.
4. Verhoging rolrechten en griffierechten.
5. Modernisering Strafwetboek en Wetboek van Strafvordering.
6. Invoering van een gegarandeerde dienstverlening bij stakingen in gevangenissen, in
Veiligheidskorps en in Nationaal Centrum voor elektronisch toezicht, te bepalen in
overleg met de sociale partners
7. Evaluatie van de toepassing van de minnelijke schikking om straf te ontlopen.
8. Hervorming familierecht en handelsrecht
9. Onderzoek probleem van bedrieglijke faillissementen en betere afstemming van
wetgeving op de wet continuïteit ondernemingen.
10. Overheveling van taken die niet tot “kerntaken” van politie behoren naar privébewakingsfirma’s.
Info
10.10.2014
P a g i n a | 18
Asiel en migratie
1. Aanpassing van wetgeving op gezinshereniging ingevolge Europese kritiek.
2. Bestrijding misbruik van statuut au pair, in overleg met Gewesten.
3. Invoering van een “billijk rolrecht” voor verblijfsvergunningen, met enkele
uitzonderingen, zoals voor asielaanvragen en medische regularisatie.
4. Voor toekenning leefloon zal inkomens- en vermogensonderzoek gebeuren, hier en in
het buitenland.
5. Geen collectieve regularisaties meer: snelle procedures en voor de rest
terugkeerbeleid.
6. Zoveel mogelijk collectieve opvang van asielzoekers, met uitbreiding van de gesloten
centra.
7. Inzetten op zowel gedwongen als vrijwillige terugkeer bij weigering van
verblijfsvergunning.
Ambtenarenzaken
1. Aanhouding selectief vervangingsbeleid.
2. Herziening loopbaan, om te komen tot een “prestatiegerichte verloning , een nietleeftijdsgebonden loopbaanontwikkeling en een resultaatgericht evaluatiebeleid”.
3. “Modernisering” ontslagmotivering en tuchtrecht.
4. Wettelijk voorzien en implementeren van uitzendarbeid bij overheidsdiensten en –
bedrijven.
5. Becijferde doelstelling voor diversiteit van personeelsbestand.
6. Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor vervroegde uittrede zullen afgestemd
worden o die van het SWT (ex-brugpensioen) in privé-sector. Als andere overheden
daarvan afwijken, moeten zij zelf kost gelijkstellingen voor pensioen betalen.
7. Bevordering gebruik van sociale en leefmilieuclausules in overheidsopdrachten.
8. Hervorming van federale overheidsorganisatie na zesde staatshervorming:
vermindering van het aantal FOD’s en opheffing van de POD’s.
Overheidsbedrijven
1. Herziening van de wet van 1991 op de economische overheidsbedrijven
2. Gelijke concurrentievoorwaarden voor overheid, non-profit en privé die op zelfde
markt actief zijn.
3. Vermindering van overheidsdotatie aan Bpost, te compenseren door prijsverhogingen,
door Bpost autonoom t beslissen.
4. Opname in Raadgevend Comité der Postdiensten van privé-spelers.
5. Versterking van rol regulator voor betere marktwerking in telecommunicatiesector.
6. NMBS:
a. NMBS krijgt meer vrijheid voor prijsverhogingen
b. evaluatie van de “gratis-politiek”;
c. bestaand protocol ter voorkoming van “wilde stakingen” wordt wettelijk
verankerd;
Info
10.10.2014
P a g i n a | 19
d. regeling voor gegarandeerde dienst bij staking: indien geen akkoord onder
sociale partners, zal dit bij wet gebeuren;
e. zo snel als mogelijk voltooien van GEN (rond Brussel).
7. Reflectie over “actief beheer van overheidsparticipaties” (= verkoop overheidsaandeel)
in functie van afbouw van overheidsschuld.
Internationaal beleid
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Regering pleit voor “afgeslankte” Europese commissie.
Vraag dat Europa een label “Made in Europe” invoert.
Via Europa zal België strijd aanbinden tegen “overregulering en bevoogding”.
Geen “goldplating” bij omzetting Europe richtlijnen, d.w.z. niet verder gaan dan de
Europese minima, tenzij wanneer het onze internationale concurrentiepositie kan
verbeteren.
“Relatie met de Verenigde Staten en Canada is een hoeksteen van ons diplomatiek
optreden (= impliciete steun aan de ontwerpen van nieuwe handels- en
investeringsakkoorden met die landen), al staat verder wel te lezen dat België respect
vraagt voor fundamentele arbeidsrechten en internationale milieunormen.
Hervorming van het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking, inz. verbetering prijskwaliteit-verhouding van de hulp aan ontwikkelingslanden (o.m. concentratie op 15
landen).
Geleidelijke beperking van het aantal erkende NGO’s voor
ontwikkelingssamenwerking.
Idem voor de multilaterale samenwerking: beperking van 20 naar 15.
Gelijke kansen
1. Voor het quotum van 3% van tewerkstelling van mensen met beperkingen bij
overheidsdiensten mag voortaan ook uitbesteding aan beschutte werkplaatsen
worden meegeteld.
2. Administraties die desondanks niet 3% halen moeten die jobs laten openstaan.
3. “Uitnodiging” aan privé-sector om sprong voorwaarts te nemen voor welomschreven
kansengroepen, bv. door “slimme streefcijfers”.
Duurzame ontwikkeling
1. Leiding federale overheidsdiensten moet duurzaamheidsdoelstellingen opnemen in
managementplannen of beheerscontracten.
2. Vermindering CO²-uitstoot en energiekost van federale overheidsgebouwen.
Chris Serroyen – 10 oktober 2014
Info
10.10.2014
P a g i n a | 20