Bevolking - Methodologie

Bevolking – Methodologie - November 2014
Bevolking - Methodologie
1.
2.
Jaarlijkse evolutie ......................................................................................................................... 2
1.1.
Bron gegevens: Rijksregister ................................................................................. 2
1.2.
Referentiedatum gegevens .................................................................................... 3
1.3.
Tabellen ................................................................................................................. 3
Leeftijdsstructuur ......................................................................................................................... 4
2.1.
A.
B.
C.
3.
Tabellen ................................................................................................................. 4
Leeftijdsklassen ..................................................................................................... 4
Levensfase (9 fasen).............................................................................................. 4
Levensfasen (11 fasen).......................................................................................... 5
Nationaliteiten ............................................................................................................................... 7
3.1.
A.
B.
C.
D.
Tabellen ................................................................................................................. 7
België, EU-28 (zonder België), Andere .................................................................. 7
Belangrijkste nationaliteiten per continent .............................................................. 7
Nationaliteitsgroepen ............................................................................................. 9
Top 10 buitenlandse nationaliteiten .......................................................................10
4.
Huishoudens ............................................................................................................................... 11
5.
Loop van de bevolking ............................................................................................................... 12
5.1.
6.
Definities in verband met de loop van de bevolking: ..............................................13
Bevolkingsprojecties .................................................................................................................. 16
1
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
1. Jaarlijkse evolutie
In dit eerste topic wordt weergegeven hoe de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest evolueert in aantal tussen 1989 en 2014. De bevolkingscijfers in de tabellen van dit
topic, als ook van de volgende topics van dit thema bevolking, werden berekend op basis
van de individuele demografische gegevens van het Rijksregister, die door de FOD
Economie - ADSEI werden bewerkt.
1.1.
Bron gegevens: Rijksregister
Sinds 1988 wordt het bevolkingscijfer berekend op basis van de gegevens van het
Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister is een systeem van
informatieverwerking, dat instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van
informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen.
De informatie in het Rijksregister is afkomstig uit:
−
−
−
de gemeentelijke bevolkingsregisters en vreemdelingenregisters;
de registers van de diplomatieke zendingen en consulaire posten voor de Belgen die
in het buitenland verblijven;
het wachtregister.
Het officiële of wettelijk bevolkingscijfer bevat echter enkel de personen die hun
hoofdverblijfplaats in België hebben. Hierin zijn de Belgen en vreemdelingen die toegelaten
of gemachtigd zijn om zich te vestigen of om op het grondgebied te verblijven inbegrepen.
De vreemdelingen die minder dan drie maanden op het grondgebied verblijven, de
asielzoekers (ingeschreven in het wachtregister) en de vreemdelingen in onregelmatige
situatie worden daarentegen niet meegeteld in de bevolking de jure.
Bijgevolg zijn volgende categorieën personen niet inbegrepen in de bevolkingscijfers van de
Brusselse gemeenten:
−
−
−
−
−
−
het buitenlands diplomatiek personeel en de niet-Belgische leden van hun
huishouden;
de kandidaat-vluchtelingen (asielzoekers) die krachtens de wet van 24 mei 1994 in
een wachtregister worden ingeschreven. Voornoemde wet trad in werking op 1
februari 1995;
alle personen die illegaal in België verblijven;
de kotstudenten (die gedomicilieerd zijn buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij
hun ouders);
de personen zonder vaste verblijfplaats.
Belgen in het buitenland.
2
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
1.2.
Referentiedatum gegevens
De bevolkingscijfers geven dus het aantal ingeschreven personen weer in een van de
gemeenten van het rijk, en dit telkens op de referentiedatum van het desbetreffende jaar.
Deze referentiedatum is voor alle jaren dezelfde, meer bepaald 1 januari. Dit heeft als
positief gevolg dat de bevolkingscijfers van verschillende jaren onderling vergelijkbaar zijn.
1.3.
Tabellen
Dit onderdeel is een inleidend overzichtstopic en bestaat uit drie tabellen: een tabel die de
jaarlijkse evolutie van de totale bevolking in aantal weergeeft, een tabel die de jaarlijkse
evolutie van het aantal mannen toont en tenslotte een tabel die de jaarlijkse evolutie van het
aantal vrouwen bevat. Deze opdeling naar geslacht wordt ook in de volgende twee topics
(leeftijdsstructuur en nationaliteiten) bij elke tabelreeks gemaakt.
De cijfers in deze drie tabellen bevatten vanaf 1996 niet langer de kandidaat-vluchtelingen.
Zij worden opgenomen in het wachtregister, dat zoals vermeld werd ingevoerd bij wet van
24 mei 1994, die op 1 februari 1995 in werking trad. Deze wachtlijst mag niet in rekening
worden genomen om de totale bevolking te bepalen.
Referenties
FOD Binnenlandse Zaken - Rijksregister www.ibz.rrn.fgov.be/index.php?id=2461&L=1
FOD
Economie - Algemene
www.statbel.fgov.be
Directie
Statistiek
en
Economische
Informatie
3
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
2. Leeftijdsstructuur
In dit tweede bevolkingstopic wordt onderzocht hoe de leeftijdsstructuur van de Brusselse
bevolking eruitziet.
2.1.
Tabellen
De verschillende tabellen stellen de bevolking qua aantal in zijn totaliteit en per geslacht
voor, opgedeeld op verschillende manieren naar leeftijd. Eerst en vooral wordt de bevolking
opgesplitst volgens vijf jaar durende leeftijdsklassen. Verder werden ook twee
verschillende typologieën ontwikkeld waarbij de levenscyclus respectievelijk in 9 en 11
fasen wordt onderverdeeld.
A. Leeftijdsklassen
In dit geval wordt de bevolking volgens haar leeftijd opgedeeld in klassen van vijf jaar. In de
desbetreffende tabellen wordt een dergelijke klasse telkens aangegeven met de begin- en
eindleeftijd in volledige voorbije levensjaren. De klasse die de minder dan 5 jarigen
weergeeft wordt zo bijvoorbeeld aangeduid als ‘0-4 jaar’. Hiermee wordt bijgevolg gedoeld
op alle kinderen van 0 jaar en 0 dagen oud tot en met zij die 4 jaar en 364 dagen oud zijn.
B. Levensfase (9 fasen)
Bij deze typologie de bevolking ingedeeld in 9 leeftijdscategorieën die meer aansluiten met
de verschillende opeenvolgende levensperioden die men kent tijdens zijn leven. Een heel
gelijkaardige indeling is gebruikt voor de Wijkmonitoring. Deze typologie is interessant omdat
de verschillende specifieke behoeften die men heeft variëren naargelang de levensfase
waarin men zich bevindt. We delen de levenscyclus meer bepaald op in de volgende
categorieën:
−
Jonger dan 3 jaar: kinderen die nog te jong zijn om naar school te gaan;
−
3-5 jaar: kinderen die naar school kunnen maar daar niet toe verplicht worden;
−
6-11 jaar: tijdens deze levensperiode wordt men leerplichtig en volgt men lager
onderwijs;
−
12-17 jaar: deze jongeren volgen secundair onderwijs;
−
18-29 jaar: de jongvolwassenen komen tijdens deze periode meestal op de
arbeidsmarkt terecht en verlaten het ouderlijk huis;
−
30-44 jaar: volwassenen, van wie de meerderheid actief is op de arbeidsmarkt en een
gezin opbouwt;
−
45-64 jaar: volwassenen, van wie de meerderheid actief is op de arbeidsmarkt, net
voor hun pensioen;
4
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
−
65-79 jaar: net gepensioneerde volwassenen, nog thuis wonend;
−
80 jaar en +: hoogbejaarden, vaak verhuisd naar een rusthuis.
Net zoals bij de indeling in leeftijdsklassen van vijf jaar worden ook nu de leeftijdsgrenzen
van de verschillende levensfasen weergegeven in volledige voorbije levensjaren. De
opmerking van bij de vorige typologische indeling blijft dus ook hier gelden. Iemand wordt
zodoende pas bij de groep van de volgende levensfase geteld indien men op zijn laatste
verjaardag voor de 1ste januari van het desbetreffende referentiejaar de leeftijd van de
ondergrens van de volgende levensfase heeft bereikt.
C. Levensfasen (11 fasen)
Deze typologie houdt in tegenstelling tot de vorige indeling meer rekening met de leeftijden
waarop men een verhuisbeweging maakt in zijn leven. De volgende 11 categorieën werden
gedefinieerd:
−
Jonger dan 3 jaar: kinderen die nog te jong zijn om naar school te gaan;
−
3-5 jaar: kinderen die naar school kunnen maar daar niet toe verplicht worden;
−
6-11 jaar: tijdens deze levensperiode wordt men leerplichtig en volgt men lager
onderwijs;
−
12-17 jaar: deze jongeren volgen secundair onderwijs;
−
18-24 jaar: universiteits- en hogeschoolstudenten en jongvolwassenen die voor het
eerst op de arbeidsmarkt terechtkomen, men woont vaak nog thuis;
−
25-29 jaar: men gaat op zoek naar een eerste woonst, vaak in de stad en verlaat het
ouderlijk huis;
−
30-39 jaar: jonge gezinnen die vaak het groen opzoeken en de stad verlaten
(suburbanisatie-fase);
−
40-54 jaar: men zit met opgroeiende kinderen, tijdens deze levensfase is het aantal
migratiebewegingen laag;
−
55-64 jaar: personen waarvan de kinderen het huis uittrekken, men gaat soms kleiner
wonen;
−
65-79 jaar: net gepensioneerde volwassenen, nog thuis wonend;
−
80 jaar en +: hoogbejaarden, vaak verhuisd naar een rusthuis.
Referenties
FOD Binnenlandse Zaken - Rijksregister www.ibz.rrn.fgov.be/index.php?id=2461&L=1
5
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
FOD
Economie - Algemene
www.statbel.fgov.be
Directie
Statistiek
en
Economische
Informatie
6
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
3. Nationaliteiten
Het derde bevolkingstopic deelt de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in per
nationaliteit en geslacht. Deze classificatie per nationaliteit gebeurt op basis van het
juridische criterium van de nationaliteit. Van zodra men naast een buitenlandse
nationaliteit ook de Belgische nationaliteit bezit (dit zijn de personen met de zogenaamde
dubbele nationaliteit), wordt men tot de Belgische bevolking gerekend. Alleen de personen
die enkel een buitenlandse nationaliteit hebben worden tot één van de buitenlandse
bevolkingsgroepen gerekend.
In de verschillende tabellen worden de vluchtelingen/personen die reeds als vluchteling
zijn erkend ook telkens bij de bevolkingscijfers van de corresponderende buitenlandse
nationaliteitsgroepen geteld.
3.1.
Tabellen
In de tabellen wordt de totale bevolking opgesplitst in verschillende nationaliteitsgroepen. Dit
hebben we op verschillende manieren gedaan. Allereerst begint dit derde topic met een
opdeling van de bevolking in drie groepen: de Belgische bevolking, de inwoners met een
nationaliteit van één van de andere landen van de Europese Unie en de andere,
overige nationaliteiten. Als tweede vervolgens werd een uitgebreide overzichtstabel
gecreëerd waarin per continent de belangrijkste nationaliteiten voor het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest worden weergegeven. Verder werd ook een nieuwe typologie gebruikt
om de bevolking onder te verdelen in nationaliteitsgroepen. Tenslotte bevat dit hoofdstuk
ook nog een onderzoek naar de evolutie van de top 10 van meest voorkomende
buitenlandse nationaliteiten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
A. België, EU-28 (zonder België), Andere
Als eerste in dit topic wordt de bevolking onderverdeeld in drie groepen: België, EU-28
(zonder België) en andere.
B. Belangrijkste nationaliteiten per continent
In de tweede reeks tabellen wordt de totale bevolking weergegeven per nationaliteit. We
hebben geprobeerd om in de tabel zoveel mogelijk nationaliteiten voor te stellen. Voor de
Europese Unie staan alle landen hierin, ook indien een nationaliteit niet sterk
vertegenwoordigd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor de rest van Europa en de
overige continenten werd een nationaliteit pas in de tabel opgenomen als het totaal van deze
nationaliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 1 januari 2014 minimum 1000
inwoners bedroeg.
Vooreerst hebben we een dergelijke tabel opgesteld voor de situatie in 2014 waarin de totale
bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest per nationaliteit en geslacht wordt
7
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
weergegeven naar woongemeente. Daarnaast geeft de tabelreeks hierna weer hoe deze
verschillende nationaliteiten, die in 2014 sterk vertegenwoordigd zijn in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, geëvolueerd zijn in aantal tussen 2000 en 2014 voor het Gewest in
zijn geheel. Ook worden in deze tabellen de twee andere gewesten en het totaal voor België
weergegeven. De selectie van nationaliteiten, die wordt voorgesteld in deze tabel, werd
constant doorheen de tijd gehouden.
Tenslotte dienen er nog een paar opmerkingen gemaakt te worden over enkele
nationaliteiten in het bijzonder. De moeilijkheid die optreedt voor de nationaliteiten van exJoegoslavië die hieronder worden opgesomd heeft de volgende oorzaken:
•
de wijziging van de naam van de entiteiten;
•
de wijziging van de grenzen van de entiteiten;
•
het feit dat sommige personen een nationaliteit hebben van landen die niet meer
bestaan.
Ten eerste is het belangrijk om op te merken dat de omvang van Joegoslavië (vanaf 2002
officieel ‘Servië en Montenegro’ genoemd) varieert tussen 2000 en 2014. Voor de tabellen
die de evolutie doorheen de tijd beschrijven, alsook voor deze die enkel handelt over de
situatie in 2014, werd echter geopteerd om een constante definitie voor Servië te gebruiken,
om het vergelijken van cijfers tussen de verschillende jaren mogelijk te maken. Er werd meer
bepaald gewerkt met de omvang die ‘Joegoslavië’, nadien ‘Servië en Montenegro kende van
1992 tot 2006 voor alle referentiejaren. Voor Servië, Montenegro en Kosovo zullen aldus
geen aparte cijfers vanaf 2006, respectievelijk 2008 (onafhankelijkheidsdata van de twee
laatste landen) kunnen worden teruggevonden in de tabellen. Het aantal Montenegrijnen en
Kosovaren werd dus telkens bij het aantal Serviërs opgeteld. Verder werden hier ook telkens
degenen bijgevoegd die als nationaliteit Joegoslaaf of ‘Servië & Montenegro’ hebben. Dit
uiteindelijke resultaat wordt in de tabellen aangeduid als ‘Servië, Montenegro, Kosovo en
ex-Joegoslavië’. Door deze samenvoeging telt deze belangrijke groep meer dan 1000
inwoners in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en wordt ze opgenomen in de tabellen.
Deze laatst opgenoemde subgroep, zij die als nationaliteit Joegoslaaf hebben, de exJoegoslaven, zijn naar België gekomen voor 2002, voordat de naamsverandering van
Joegoslavië plaatsvond. In deze groep zitten dus ook de Joegoslaven bij die voor 1992 naar
België zijn geëmigreerd, toen Joegoslavië nog een uitgebreider grondgebied kende, inclusief
Slovenië, Kroatië, Macedonië en Bosnië en Herzegovina. De ex-Joegoslaven aangekomen
voor 1992, die eigenlijk afkomstig zijn uit deze laatste gebieden, zijn dus verkeerdelijk niet bij
deze desbetreffende nationaliteiten geteld.
De allerlaatste categorie tenslotte beslaat de ‘onbekenden’. Deze groep omvat de
vluchtelingen zonder land van herkomst, deze wiens nationaliteit onbepaald is en de
vaderlandslozen/staatlozen.
8
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
C. Nationaliteitsgroepen
Bij deze laatste nationaliteitstypologie ‘Nationaliteitsgroepen’ wordt de bevolking ingedeeld in
10 nationaliteitsgroepen:
−
België
−
De Europese Unie van de eerste 15 lidstaten zonder België: Duitsland, Oostenrijk,
Luxemburg, Nederland, Denemarken, Spanje, Portugal, Finland, Frankrijk, Verenigd
Koninkrijk, Griekenland, Ierland, Zweden, Italië;
−
De Europese Unie van de 13 nieuwe lidstaten (toegetreden tot de Unie in 2004, 2007
& 2013): Letland, Litouwen, Bulgarije, Malta, Cyprus, Polen, Estland, Tsjechische
Republiek, Roemenië, Slovakije, Hongarije, Slovenië, Kroatië;
−
De rest van Europa: de overige landen die nog tot het geografische continent Europa
behoren;
−
Turkije;
−
Noord-Afrika: Algerije, Libië, Tunesië, Marokko, Egypte;
−
Sub-Saharisch Afrika: alle Afrikaanse landen behalve de landen van Noord-Afrika;
−
Latijns-Amerika: hierbij gebruiken we niet de taalkundige definitie van LatijnsAmerika, die enkel de landen in Amerika waar men een Romaanse taal spreekt in
beschouwing neemt, maar hanteren we de omschrijving voor Latijns-Amerika die
courant wordt gebruikt, namelijk het gebied dat alle landen ten zuiden van de Rio
Grande/Río Bravo, de rivier die de grens vormt tussen de Verenigde Staten en
Mexico, bevat. Bijgevolg zijn alle landen van het Amerikaanse continent in deze
nationaliteitsgroep opgenomen behalve de Verenigde Staten en Canada;
−
Rest van de OESO: Zuid-Korea, Japan, Canada, Verenigde Staten, Australië, NieuwZeeland;
−
Andere nationaliteiten: deze groep bevat alle overige nationaliteiten, als ook de
vluchtelingen zonder land van herkomst, zij wiens nationaliteit onbepaald is en de
vaderlandslozen/staatlozen.
De Europese Unie werd dus opgedeeld in 2 categorieën. Het is namelijk belangrijk een
onderscheid te maken tussen het Europa van de 15 (zonder België) en de 13 andere landen
die onlangs werden toegevoegd (in 2004, 2007 en 2008), aangezien hun socio-economische
situatie verschillende migrantenprofielen met zich heeft meegebracht. De migratenprofielen
verschillen ook tussen de Turken en de Noord-Afrikanen (binnen die laatste groep gaat het in
hoofdzaak om Marokkanen). Deze twee gemeenschappen behoren tot de belangrijkste van
het Gewest, wat de keuze rechtvaardigt om ze op te nemen als aparte categorieën in de
typologie, te meer omdat deze groepen sterk geconcentreerd zijn in bepaalde delen van de
hoofdstad. De volgende drie groepen zijn Sub-Saharisch Afrika, Latijns-Amerika en de rest
van de OESO. Het is van belang om ook van deze drie groepen een apart beeld te vormen
omdat ze heel verscheiden socio-economische realiteiten weerspiegelen.
9
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
D. Top 10 buitenlandse nationaliteiten
Een vierde en laatste soort onderzoek in dit hoofdstuk is een bestudering van de evolutie van
de top 10 van de meest voorkomende buitenlandse nationaliteiten voor elk gewest en België
in het geel. Enerzijds werd onderzocht hoe de 10 meest voorkomende buitenlandse
nationaliteiten van 2014 geëvolueerd zijn in aantal tussen 2000 en 2014. Anderzijds werd
bekeken hoe deze top 10 van meest voorkomende buitenlandse nationaliteiten varieert
in samenstelling over dezelfde periode.
Voor het opmaken van deze tabellen werden Servië, Kosovo en Montenegro wel gescheiden
van ‘Joegoslavië, Servië & Montenegro’ en niet gegroepeerd, dit in tegenstelling tot de
tabellen betreffende de belangrijkste nationaliteiten per continent waar al deze nationaliteiten
worden samengevoegd. Voor de tabellen handelend over de top 10 is een samenvoeging
van deze nationaliteiten niet op zijn plaats.
Referenties
FOD Binnenlandse Zaken - Rijksregister www.ibz.rrn.fgov.be/index.php?id=2461&L=1
FOD
Economie - Algemene
www.statbel.fgov.be
Directie
Statistiek
en
Economische
Informatie
10
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
4. Huishoudens
De cijfers zijn gebaseerd op de gegevens van het Rijksregister.
Huishouden:
Een huishouden bestaat ofwel uit een persoon die gewoonlijk alleen leeft, ofwel uit twee of
meer personen, die al dan niet door familiebanden verbonden, gewoonlijk éénzelfde woning
betrekken en er samenleven. Men mag een huishouden dus niet verwarren met familie. Zo
behoren de leden van eenzelfde familie, zelfs wanneer ze gewoonlijk in hetzelfde huis
verblijven, tot onderscheiden huishoudens indien ze er niet samenleven. Daarentegen
vormen twee of meer personen onder wie geen verwantschap bestaat, slechts één
huishouden indien ze samenleven.
Referentiepersoon:
In elk privaat huishouden moet een referentiepersoon worden aangeduid, teneinde de plaats
van elk lid van het huishouden te kunnen bepalen (verwantschap). In principe wordt als
referentiepersoon de persoon genomen die werkelijk de belangen van het gezin behartigt of
die voor het grootste deel in het onderhoud van het huishouden voorziet. Toch zal in de
realiteit de referentiepersoon degene zijn die zich bezig houdt met de administratieve zaken.
Collectief huishouden:
hieronder verstaat men kloostergemeen-schappen, rusthuizen, weeshuizen, studenten- of
arbeidershomes, verplegingsinrichtingen en gevangenissen. Een collectief huishouden heeft
geen referentiepersoon.
Familiekern:
De familiekern is de bevoorrechte cel van het gezin waartoe zij behoort. Een familiekern
bestaat uit een wettelijk gehuwd paar met of zonder ongehuwde kinderen, of uit een vader of
moeder met één of verscheidene ongehuwde kinderen. Een familiekern kan dus slechts een
deel van een huishouden zijn.
Personen die geen familiekernen vormen:
dit zijn bijvoorbeeld twee mensen van gelijk of verschillend geslacht of twee broers of zussen
die officieel samenwonen onder hetzelfde dak.
Referenties
FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Demografische
statistieken:. Huishoudens en familiekernen op 1 januari
11
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
5. Loop van de bevolking
Sinds 1988 wordt het bevolkingscijfer berekend op basis van de gegevens van het
Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister is een systeem van
informatieverwerking, dat instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van
informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen.
Het Rijksregister centraliseert een aantal inlichtingen op basis van de bevolkingsregisters.
De gebeurtenissen worden in chronologische volgorde opgenomen en bewaard. Het
resultaat is dus niet een reeks momentopnamen (lijst van ingezetenen, gehuwden, enz.),
maar een volledige (voor)geschiedenis. Uit de historiek kan men de situatie op een bepaald
ogenblik afleiden.
De gegevens worden in real time beheerd. De tijd die verloopt tussen de gebeurtenis en de
opname in het Rijksregister, is de som van de termijn die is toegelaten voor de aangifte aan
de gemeente – ze varieert volgens de aard van de gebeurtenis - en de tijd die nodig is voor
de overbrenging van de gegevens naar het Rijksregister. In de praktijk wordt het overgrote
deel van de bewegingen geregistreerd binnen een periode van 4 tot 6 weken. Wanneer men
met die onvermijdelijke laattijdige verbeteringen rekening houdt, wordt de toestand op 1
januari door het Rijksregister telkens doorgegeven zoals hij er eind maart uitziet. Men gaat er
dan van uit dat nagenoeg alle gegevens over het voorbije jaar zijn opgenomen. Hierdoor
komt er echter in de statistische tabellen over de loop van de bevolking toch een kolom
"statistische aanpassing" voor.
Uit de kopie van de gegevens, die het Rijksregister eind maart aflevert, leidt de - Algemene
Directie Statistiek en Economische Informatie - FOD Economie met behulp van aangepaste
programma's de loop van de bevolking af. De loop van de bevolking is in feite een inventaris
van alle statistieken van wijzigingen die in de loop van het jaar plaatsvonden in de
administratieve situatie van Belgische of buitenlandse inwoners op verschillende
geografische niveaus, tot op het gemeentelijk niveau. Ze omvat de natuurlijke bewegingen
(geboorten,
overlijdens),
de
migratiebewegingen
(verhuizen)
evenals
de
nationaliteitsveranderingen. De migratiebewegingen worden verder geanalyseerd volgens
hun meest relevante kenmerken.
Een tabel vermeldt het aantal migratiebewegingen van personen die het Brussel
Hoofdstedelijk Gewest verlaten (of er zich vestigen) met de arrondissementen van de
provincies Vlaams-Brabant (Halle-Vilvoorde, Leuven) en Waals-Brabant (Nijvel), of België
(inclusief de erboven vermelde Brabantse arrondissementen) waar ze naar verhuizen (of van
waar ze zich komen vestigen) tijdens de aangeduide jaren. Het saldo is het verschil tussen
de personen die zich in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komen vestigen en deze die het
Gewest verlaten. Dit saldo is berekend door het BiSa (MBHG).
12
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
Een andere tabel toont de evolutie van de bevolkingsuitwisselingen tussen het buitenland en
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de arrondissementen van de provincies Vlaams-Brabant
(Halle-Vilvoorde, Leuven) en van Waals-Brabant (Nijvel) en het geheel van België.
3 andere tabellen vermelden alle migraties tijdens het jaar tussen alle gemeenten van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van de arrondissementen van de provincies Vlaams- en
Waals-Brabant, van elders in het Vlaamse respectievelijk Waalse Gewest, en tussen deze
eenheden onderling, het totaal voor België en van en naar het buitenland.
5.1.
Definities in verband met de loop van de bevolking:
Bevolking op 1/1/T : wettelijke bevolking op 1 januari berekend op basis van de cijfers van
het Rijksregister
Natuurlijke loop :
−
geboorten: geboorten van personen waarvan de moeder in de gemeente verblijft
−
sterften: overlijdens van personen ingeschreven in de gemeente
−
natuurlijk saldo: geboorten – sterften
Migratieloop :
−
inwijking (of immigratie): inschrijving in de gemeente van personen afkomstig van
een andere Belgische gemeente of vanuit het buitenland
−
uitwijking (of emigratie): schrapping uit de gemeentelijke registers van personen die
verhuizen naar een andere Belgische gemeente (of naar het buitenland)
−
migratiesaldo: inwijking + (immigratie) — uitwijking + (emigratie)
De begrippen met betrekking tot de buitenlandse migraties zijn meestal immigratie en
emigratie, maar ook:
−
(ambtshalve) geschrapte bevolking: dit zijn personen waarvan de verdwijning uit de
gemeente werd vastgesteld en die derhalve door de gemeente uit de registers
werden geschrapt. Hun adres van bestemming is uiteraard onbekend.
−
heringeschreven bevolking: dit zijn personen die ambtshalve geschrapt waren, maar
die het Rijksregister heeft teruggevonden als ingeschreven in dezelfde of in een
andere gemeente. Door het verschil te berekenen tussen de ambtshalve geschrapte
bevolking en de heringeschreven bevolking bekomt men het aantal personen dat het
Rijksregister niet heeft teruggevonden.
Dit aantal noemt men het saldo van de onbekenden. Aangezien dit saldo de personen betreft
die niet binnen België worden teruggevonden, kan men veronderstellen dat ze naar het
buitenland zijn vertrokken. Bijgevolg wordt het saldo van de onbekenden veelal opgeteld bij
de buitenlandse emigratie.
Totaal saldo : natuurlijk saldo + migratiesaldo
13
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
Verandering van nationaliteit
Deze kolom ontbreekt in de tabel van de totale bevolking omdat nationaliteitswijzigingen de
loop van de totale bevolking niet beïnvloeden, maar enkel die van de Belgische en de
vreemde bevolking.
−
saldo van de Belgische bevolking: personen die de Belgische nationaliteit verwerven personen die de Belgische nationaliteit verliezen
−
saldo van de vreemde bevolking: personen die de Belgische nationaliteit verliezen personen die de Belgische nationaliteit verwerven
Aanpassingen
−
verandering van register: personen die al in België verbleven maar nog niet in de
bevolkingsregisters waren opgenomen. Desgevallend waren ze in het wachtregister
opgenomen. Er is dus op dat moment geen sprake van een natuurlijke loop of een
immigratie, maar eventueel wel van een uitgestelde natuurlijke loop of immigratie.
(Deze kolom bestaat sinds 1998).
−
heringeschreven: zie hierboven. (Deze kolom bestaat sinds het in gebruik nemen van
het Rijksregister)
−
ambtshalve geschrapte bevolking: zie hierboven.
−
statistische aanpassing: vanaf 1989 is deze kolom het saldo van de operaties van het
voorgaande jaar dat nog niet werd verrekend door het Rijksregister op het moment
van de overdracht van gegevens over de bevolkingsloop van dat jaar naar de FOD
Economie- AD Statistiek en Economische Informatie (NIS)
Bevolking op 1/1/T+1
Dit is de bevolking die van rechtswege in ons land verblijft op 1 januari van het volgende jaar
zoals berekend op basis van het Rijksregister. Ze is de bevolking op 1/1/T
−
+ het natuurlijk saldo
−
+ het migratiesaldo
−
+ de verandering van register
−
+ de heringeschreven bevolking
−
- de geschrapte bevolking
−
+ de statistische aanpassing
−
+ het saldo van de nationaliteitswijzigingen (enkel van belang voor de bepaling van
de Belgische en vreemde bevolking).
14
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
Referenties
FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Demografische
statistieken: Loop van de bevolking en migraties” - (Gegevens op aanvraag + website)
15
www.bisa.irisnet.be
Bevolking – Methodologie - November 2014
6. Bevolkingsprojecties
De methodologie achter de gemeentelijke bevolkingsprojecties is terug te vinden in het
eerste Cahier van het BISA :
http://www.bisa.irisnet.be/bestanden/publicaties/cahiers-van-hetbisa/cahiers_van_het_bisa_nr_1_mei_2010.pdf
De methodologie achter de bevolkingsprojecties van het Federaal Planbureau en de FOD
Economie – ADSEI bevindt zich op de website van het FPB :
http://www.plan.be/admin/uploaded/201404150736290.FORPOP1360_10697_N.pdf
16
www.bisa.irisnet.be