MIDWEST 2020 (s)maak het! Streekpact 2013-2018

Midwest 2020
(s)maak het!
Streekpact 2013-2018
Streekpact RESOC/SERR
Midden-West-Vlaanderen
2013-2018
Midwest2020
(s)maak het!
“If you want to build a ship,
round up not men to procure wood,
to prepare tools,
to award duties and to divide the work,
but teach the men the longing for the wide endless sea”.
Antoine de Saint-Exupéry
COLOFON
Coördinatie
Brigitte Smessaert, Coördinator RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen
Redactie
Brigitte Smessaert, Julie Verhooghe, Bram Bruggeman, Ines Verhalle, Ward Vandepitte
Vormgeving
Ally Graph-x
Publicatiedatum
Februari 2014
Verantwoordelijke uitgever
Brigitte Smessaert
Coördinator RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen
Streekhuis Midden-West-Vlaanderen
Peter Benoitstraat 13
8800 Roeselare
[email protected]
www.midwest2020.be
www.midwest.be
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaandelijke toestemming van de uitgever.
inhoudstafel
Woord vooraf ........................................................................................................................ 9
Werkingsgebied RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen ............................ 10
1. Historiek ..................................................................................................................... 13
2. Gemeenschappelijke probleemanalyse ........................................................ 17
2.1. STUDIE VAN CIJFERMATERIAAL: SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE ................... 19
2.1.1. Demografie ................................................................................................................................... 19
2.1.2. Industrialiseringsgraad en tewerkstellingsratio ........................................................................ 21
2.1.3. Vernieuwingsgraad . ..................................................................................................................... 22
2.1.4. Voeding als rode draad in het regionaal verhaal ........................................................................ 23
2.1.5. Lokale economie .......................................................................................................................... 24
2.1.6. Tewerkstelling: werkzaamheidsgraad, werkloosheidsgraad en vervangingsgraad ................. 25
2.1.7. Socio-economisch DNA van Midden-West-Vlaanderen ............................................................. 28
2.2. METHODE TOT OPMAAK STREEKPACT 2013-2018 ............................................ 29
2.2.1. Deskresearch en socio-economische streekanalyse ................................................................. 29
2.2.2. Dialoogronde van de gemeenten/steden en sociale partners . .................................................. 29
2.2.3. Regio-Café’s ................................................................................................................................. 30
2.2.4. SWOT-analyse .............................................................................................................................. 30
2.2.5. SOR-analyse ................................................................................................................................. 31
2.3. RESULTATEN ................................................................................................... 32
2.3.1. Ondernemen . ............................................................................................................................... 32
2.3.2. Werken . ........................................................................................................................................ 36
2.3.3. Leven . ........................................................................................................................................... 40
3. MIDWEST 2020: het RESOC/SERR Streekpact
Midden-West-Vlaanderen 2013-2018 ............................................................ 45
3.1. REGIOMISSIE ................................................................................................... 47
3.2. BELEIDSMATIGE SITUERING ............................................................................ 49
3.3. DRIE STRATEGISCHE BELEIDSLIJNEN VERTAALD IN ‘XII WERKEN’ .................. 53
4. UITWERKING MIDWEST 2020 . ................................................................................. 81
4.1. De vier werken van ‘LEVEN’ . ........................................................................... 83
4.2. De vier werken van ‘ONDERNEMEN’ ................................................................ 83
4.3. De vier werken van ‘WERKEN’ ......................................................................... 83
5. Bijlagen . ........................................................................................................................ 85
5.1. Mandaten RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen . ......................................... 87
5.2. Lijst afkortingen .............................................................................................. 88
WOORD VOORAF
MIDWEST 2020: DE WEG VOORUIT
Midden-West-Vlaanderen (de arrondissementen Roeselare en Tielt) is een regio in beweging.
‘MIDWEST 2020’, het (nieuwe) regionale Streekpact 2013-2018, biedt regionale partners de kans om gezamenlijk een
aantal strategische, socio-economische lijnen uit te zetten. In dit document worden de 12 prioriteiten of ‘Werken’
uiteengezet waarrond de komende jaren bij voorkeur zal worden gewerkt door en in het RESOC en de SERR MiddenWest-Vlaanderen.
In het voorjaar van 2013 werd een solide en onderbouwd referentiekader opgemaakt, de zogenaamde basisnota. Die
omvat, naast een uitgebreide socio-economische analyse en een gedetailleerde toelichting van de gebruikte methodiek,
ook een lijst van 36 ‘regionale werken’. Een intensieve bespreking hiervan leidde uiteindelijk tot het formuleren van
12 prioritaire werken voor de periode 2013-2018. Deze vormen het eerste aftoetsingskader om regionale en lokale
socio-economische initiatieven te evalueren op hun relevantie voor de streek.
Zo kan op midden- en lange termijn gericht werk worden gemaakt van een economisch gefundeerd gemeenschapsgevoel van ‘welbevinden’, waar elk bestuur, elk bedrijf, elke organisatie en elke inwoner zijn eigen verhaal in terugvindt.
De centrale thema’s van het nieuwe Streekpact blijven ‘Ondernemen’, ‘Werken’ en ‘Leven’.
Het tripartiete overlegplatform RESOC Midden-West-Vlaanderen (lokale besturen, werknemers- en werkgeversorganisaties), samen met o.a. de Provincie en WVI, biedt aan regionaal geëngageerde partners het forum bij uitstek om
continue samen te werken rond gemeenschappelijke socio-economische thema’s. Het Streekpact is hierbij geen
eindpunt, geen resultaat, maar een beginpunt van duurzame strategieverfijning en regionale samenwerking.
Belangrijk is ook het uitgangspunt dat het Streekpact weliswaar een aantal duidelijke prioritaire regionale keuzes
formuleert, maar dat het tegelijkertijd ook voldoende ruimte moet bieden om snel en flexibel in te spelen op veranderende situaties. Alleen zo kunnen de vooropgestelde ‘XII Werken’ optimaal ingevuld worden.
RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen streeft ernaar om de komende jaren de meest efficiënte instrumenten aan
te reiken waarmee beleidsmensen, ondernemers en inwoners voortdurend van gedachten kunnen wisselen over
hedendaagse uitdagingen in gemeenschaps- en/of socio-economische streekontwikkeling in een globaliserende
wereld.
Februari 2014
Hendrik Verkest
Marc Demaeght
Brigitte Smessaert
Voorzitter RESOC
Midden-West-Vlaanderen
Voorzitter SERR
Midden-West-Vlaanderen
Coördinator RESOC/SERR
Midden-West-Vlaanderen
WERKINGSGEBIED RESOC/SERR
MIDDEN-WEST-VLAANDEREN
WEST-VLAANDEREN
1. HISTORIEK
In 2005 werd het socio-economisch streekontwikkelingsbeleid in Vlaanderen hervormd, op basis van het Vlaams
decreet van 7 mei 2004 betreffende het statuut, de werking, de taken en de bevoegdheden van ERSV, SERR en RESOC.
Dit decreet kwam er in uitvoering van het hervormingsplan dat werd opgenomen in het Vlaams Regeerakkoord
2000-2004 en kaderde binnen het ‘Beter Bestuurlijk Beleid’. Het Decreet werd verder aangevuld met een
Uitvoeringsbesluit van 22 oktober 2004.
Met de oprichting op provinciaal niveau van het Erkend Regionaal Samenwerkingsverband (ERSV) Provincie
West-Vlaanderen, in 2005, werd meteen ook de oprichting van RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen een feit.
RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen omvat de steden en gemeenten Hooglede, Ingelmunster, Izegem, Ledegem,
Lichtervelde, Roeselare, Staden, Dentergem, Meulebeke, Oostrozebeke, Pittem, Ruiselede, Tielt, Wielsbeke en Wingene
binnen de arrondissementen Roeselare en Tielt.
RESOC staat voor Regionaal Sociaal-Economisch Overlegcomité en is samengesteld uit acht provinciale en lokale
bestuursmensen en zestien vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties.
SERR staat voor Sociaal-Economische Raad van de Regio en wordt gevormd door de zestien vertegenwoordigers van
de werkgevers- en werknemersorganisaties, die ook deel uitmaken van het RESOC.
De oprichting van RESOC en SERR betekende de integratie van het vroegere Streekplatform en het STC (Subregionaal
TewerkstellingsComité) in een nieuwe, gezamenlijke overlegstructuur. Deze aanpak beoogt de samensmelting van
het socio-economisch beleid van een regio met het subregionale arbeidsmarktbeleid.
Een streekpact dient ten minste te worden opgemaakt bij de start van elke nieuwe ambtstermijn van de provincieraad
en gemeenteraden en voorziet minstens in:
• een gemeenschappelijke probleemanalyse op het vlak van de sociaal-economische ontwikkeling van de regio,
met bijzondere aandacht voor de kansengroepen op de arbeidsmarkt;
• een langetermijnstrategie inzake de sociaal-economische ontwikkeling van de regio, waarbij het evenwicht
vooropstaat tussen economie en werkgelegenheid en waarbij waar nodig of nuttig, aandacht uitgaat naar aanpalende beleidsdomeinen zoals ruimtelijke ordening, mobiliteit, leefmilieu, welzijn en onderwijs;
• de verbintenissen van de leden en eventuele andere actoren met betrekking tot de uitvoering van de strategieën;
• afspraken inzake opvolgcriteria;
• de te hanteren procedure voor de creatie van een zo ruim mogelijk draagvlak bij lokale besturen.
16
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
De koppeling aan de ambtstermijn van provincie- en gemeenteraad impliceert dat een pact geldt voor de duur
van zes jaar, en dat dus in de loop van 2013 een nieuw streekpact moest worden opgemaakt voor het gebied
Midden-West-Vlaanderen.
Bij het uitschrijven van dit nieuwe streekpact 2013-2018, ‘MIDWEST 2020’, werd enerzijds vertrokken vanuit
de bestaande streekvisie en werd anderzijds een ruime groep van zogenaamde ‘stakeholders’ - regionale belanghebbenden - bevraagd en uitgenodigd om actief mee te werken aan de opmaak van het nieuwe streekpact
(zie beschrijving methodologie, verder in deze tekst).
Een streek met goesting voor de toekomst.
Hendrik Verkest, Voorzitter RESOC Midden-West-Vlaanderen
1. HISTORIEK
17
18
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
2.GEMEENSCHAPPELIJKE
PROBLEEMANALYSE
20
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
2.1.
STUDIE VAN CIJFERMATERIAAL:
SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE
De regio Midden-West-Vlaanderen (arrondissementen Roeselare en Tielt) is goed voor een totale oppervlakte van
60.133 hectare. Deze streek, gelegen in het hart van West-Vlaanderen, kenmerkt zich door een zeer performante
economie met een sterk industrieel karakter.
Op 1 januari 2012 telde de regio 237.771 inwoners, waarvan 144.415 (61%) op beroepsactieve leeftijd. De werkloosheid behoort tot de laagste van België met in 2012 een gemiddelde van 4,21%. In 2010 waren in 7.409 economische
vestigingen 89.345 werknemers aan de slag. De belangrijkste sectoren zijn verzorging, metaal, bouw, onderwijs en
voeding, met een hoge specialisatiegraad van hout, textiel, kledij, media, kunststoffen en voeding.
De totale omzet van de Midden-West-Vlaamse economie bedraagt bijna 22,5 miljard euro, de hoogste van alle
West-Vlaamse regio’s. Een derde daarvan is voor de export bestemd.
2.1.1. Demografie
Aantallen (duizenden)
Groei per leeftijdsgroep (2000-2010)
2000
2010
Groei
0-14 jaar
15-24 jaar
25-49 jaar
50-64 jaar
65 jaar en +
Vlaanderen
5.940
6.252
+5,2%
-0,5%
+2,3%
-2,1%
+19,9%
+14,2%
West-Vlaanderen
1.129
1.159
+2,7%
-8,4%
+0,3%
-5,3%
+16,9%
+16,6%
Resoc Brugge
271
276
+2,0%
10,6%
-1,6%
-8,6%
+18,3%
+20,3%
Resoc Oostende
142
151
+5,9%
-8,4%
+6,6%
-5,4%
+22,6%
+20,0%
Resoc Midden-West-Vl.
229
235
+3,0%
-4,4%
-1,3%
-1,9%
+11,5%
+15,0%
Resoc Westhoek
209
216
+3,4%
10,6%
+3,3%
-4,5%
+21,8%
+14,1%
Resoc Z-W-Vlaanderen
278
281
+1,0%
-8,2%
-1,6%
-5,5%
+13,0%
+14,0%
Figuur 1: Tabel totale bevolking, 2000 – 2010 • Bron: Federaal Planbureau – bewerking VDAB
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
21
Tussen 2000 en 2010 is de bevolking van Midden-West-Vlaanderen met 3% toegenomen, wat minder is dan
gemiddeld in Vlaanderen (5,2%), maar hoger is dan het West-Vlaams gemiddelde (2,7%).
In de regio is de afname van de jongste bevolkingsgroep beperkter ten opzichte van het West-Vlaams gemiddelde,
terwijl de toename van de oudere bevolkingsgroepen er ook minder uitgesproken is.
Figuur 2: Bevolkingsprognose - Vergrijzing (aandeel 65+ op totale bevolking, in %) • Bron: SVR • Verwerking: RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen
Het aandeel 65-plussers in de totale bevolking zal in de komende 15 jaar continu toenemen, zelfs meer dan in de
meeste andere Vlaamse regio’s.
Het voorbije decennium nam in West-Vlaanderen ook het aantal inwoners van vreemde origine toe. Deze stijging
is het grootst in de regio Midden-West-Vlaanderen. Midden-West-Vlaanderen kende in 2009-2011 een toename van
23,5% van de bevolking van vreemde origine terwijl deze groei voor West-Vlaanderen 14,9% bedroeg. Deze sterke
toename is in hoofdzaak toe te schrijven aan migratie van Oost-Europeanen van buiten de Europese Unie, een fenomeen dat zich vooral in de steden manifesteert. Zo kent Roeselare de sterkste toename, maar ook Tielt en Wielsbeke
trekken heel wat migranten uit het voormalig Oostblok aan. Meulebeke daarentegen heeft al langer een Turkse populatie, aangetrokken door de bloeiende textielsector.
22
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
2.1.2. Industrialiseringsgraad en
Tewerkstellingsratio
.
Figuur 3: Industrialiseringsgraad, 2001-2010 • Bron: RSZ, RSVZ, FOD Economie (ADSEI)
De industrialiseringsgraad in de Midden-West-Vlaamse regio ligt traditioneel heel wat hoger (+/- 5%) dan deze van
de provincie en Vlaanderen. Ook het Bruto Binnenlands Product per inwoner (= productie van welvaart) scoort
beter dan de andere regio’s van West-Vlaanderen. De bezoldigde werkgelegenheid in de primaire sector nam in de
periode 2007-2010 met 21% toe, terwijl deze in de secundaire sector lichtjes afnam (-5%). De klappen vielen voornamelijk in de sectoren metaal (-10%), textiel (-14%) en chemie (-55%). De bouwsector kende een lichte toename
en de werkgelegenheid in de voedingsnijverheid bleef stabiel.
Een op de drie jobs in Midden-West-Vlaanderen wordt nog steeds door de industriële sector gecreëerd.
De werkgelegenheid kende zowel in de tertiaire als in de quartaire sector een lichte groei. In de tertiaire sector valt
deze groei voornamelijk toe te schrijven aan extra jobs bij de administratieve en ondersteunende diensten.
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
23
2.1.3. Vernieuwingsgraad
Figuur 4: Oprichtings- en uittredingsratio in 2012 • Bron: FOD Economie (ADSEI)
In de regio worden minder ondernemingen opgericht in vergelijking met de provincie en Vlaanderen. Anderzijds
worden er gemiddeld ook minder ondernemingen stopgezet dan in de provincie en Vlaanderen. De regio kent dus
een weinig vernieuwend economisch landschap in vergelijking met de andere streken. Maar de ondernemingen die
er gevestigd zijn, zijn wel stabieler en succesvoller van aard.
Verhoudingsgewijs zijn er ook meer zelfstandige ondernemers aanwezig binnen de bevolkingsgroep op
beroepsactieve leeftijd (13,9%) dan in de provincie (12,8%) en Vlaanderen (10,3%). Dit is een duidelijke sterkte van
de regio.
24
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
2.1.4. Voeding als rode draad in het regionaal verhaal
Figuur 5: Omzet (in 1.000 euro) in de voedingssector, arrondissementen West-Vlaanderen, 2005-2011. • Bron: FOD Economie,
Verwerking: Afdeling DSA, POM West-Vlaanderen
De bloeiende agro-voedingssector is een essentiële troef voor de regio. Van de totale omzet van de West-Vlaamse
voedingssector (7.523.441 euro in 2011) neemt Midden-West-Vlaanderen maar liefst 53,3% in. Midden-WestVlaanderen is goed voor bijna twee derde van de Vlaamse groenteteelt in openlucht en voor 40% van de totale Europese markt van de groenteverwerking.
De diepvriesgroenteverwerkende industrie neemt hierbij een bijzondere plaats in. De bedrijven uit de regio hebben
niet minder dan ca. 25% van de Europese diepvriesmarkt in handen (zonder hun buitenlandse filialen gerekend).
Met bijna 6 miljoen varkens en 27,5 miljoen stuks pluimvee (respectievelijk 55% en 37% aandeel in Vlaanderen) is
ook de veestapel een van de belangrijkste van België.
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
25
2.1.5. Lokale economie
.
Figuur 6: Aandeel detailhandelszaken per 1.000 inwoners, 2006-2011 • Bron: Tellingen Spectron Online Adressendatabank
In de regio zijn beduidend meer detailhandelszaken per 1.000 inwoners dan gemiddeld in Vlaanderen, maar wel
minder dan provinciaal gezien. Het aantal detailhandelszaken per 1.000 inwoners blijft de laatste jaren constant.
De afgelopen jaren werd sterk ingezet op het stimuleren van technologische en commerciële innovatie bij kleinhandelaars en nieuwe samenwerkingsvormen bij verenigingen van handelaars. Gelet op het belang van de commerciële
uitstraling van de regio (met o.a. Roeselare, Izegem en Tielt als koopsteden) is hiermee de basis gelegd voor de toekomst.
26
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
2.1.6. Tewerkstelling: werkzaamheidsgraad,
werkloosheidsgraad en vervangingsgraad
Figuur 7: Werkzaamheidsgraad op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar) per RESOC (2010) • Bron: Vlaamse Arbeidsrekening (VAR)
Bewerking: RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen
Midden-West-Vlaanderen kent (al ruim 10 jaar) de hoogste werkzaamheidgraad op beroepsactieve leeftijd
(15-64 jaar) van Vlaanderen, en behaalt hiermee als eerste en enige Vlaamse regio de VIA-doelstelling (Pact 2020)
van 70%.
De jobratio van de regio ligt heel wat hoger dan die van de provincie en Vlaanderen. Er worden in de regio dus
verhoudingsgewijs meer jobs aangeboden per 100 inwoners.
De krapte op de arbeidsmarkt is beduidend groter dan provinciaal en zeker in vergelijking met Vlaanderen. Het
aantal niet werkende werkzoekenden (NWWZ) per openstaande vacature dook in 2011 onder de 2. Er zijn dus per
openstaande vacature minder dan twee werkzoekenden die de vacature kunnen invullen.
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
27
Figuur 8: Werkloosheidsgraad per RESOC (2012) • Bron: VDAB • Bewerking: RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen
Midden-West-Vlaanderen kent al ruim 15 jaar de laagste werkloosheidsgraad van Vlaanderen. De werkloosheidsgraad bedroeg in 2012 bij de -25-jarigen 10,57% (in Roeselare 14,9%) en bij de +50-jarigen 4,83%.
Het aandeel van de kansengroepen in de werkloosheid (gemiddeld over 2012) bedraagt respectievelijk voor
laaggeschoolden 52,6%; 50+ 27,2%; jongeren (-25 jaar) 26,2% ; langdurig werkzoekenden (> 2 jaar) 24,5%;
arbeidsgehandicapten 17,8% en allochtonen 14,9% .
Het aandeel langdurig werkzoekenden (> 5 jaar) en arbeidsgehandicapten is meer uitgesproken in het arrondissement Tielt, in vergelijking met de rest van West-Vlaanderen. Voor het arrondissement Roeselare geldt dit voor het
aandeel jongeren (-25 jaar).
28
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Figuur 9: Vervangingsgraad per RESOC (2010), aandeel 15-24 jarigen vs. 55-64 jarigen • Bron: Vlaamse Arbeidsrekening (VAR)
Bewerking: RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen
De regio Midden-West-Vlaanderen kent wel nog steeds een gunstige vervangingsgraad: het aantal 15- tot 24-jarigen dat klaarstaat om op de arbeidsmarkt te komen, is groter dan het aantal 55- tot 64-jarigen dat op het punt staat
om de arbeidsmarkt te verlaten.
Op gemeentelijk niveau vallen daarbij vooral Ruiselede (1,20) en Staden (1,14) op in positieve zin, en Izegem (0,88)
in negatieve zin.
Midden-West-Vlaanderen dient hoe dan ook sterk in te zetten op de begeleiding van jongeren naar de arbeidsmarkt.
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
29
2.1.7. Socio-economisch DNA
van Midden-West-Vlaanderen
Ook al klinkt het niet ‘sexy’…
Midden-West-Vlaamse werknemers
zijn wel - nog altijd - harde werkers.
Marc Demaeght,
Voorzitter SERR Midden-West-Vlaanderen
Een samenvatting van de meest markante socio-economische regiogegevens:
• De bevolking van Midden-West-Vlaanderen neemt minder snel toe dan in de rest van Vlaanderen.
• Het aandeel van de oudere inwoners (+ 65) en van inwoners van vreemde origine neemt sneller toe dan
het Vlaams gemiddelde.
• De industrialiseringsgraad in de regio ligt traditioneel heel wat hoger dan in de rest van Vlaanderen, en 1
op de 3 jobs wordt er nog steeds door de industriële sector gecreëerd.
• Het Bruto Binnenlands Product per inwoner ligt hoger dan het West-Vlaams gemiddelde.
• De regio kent een weinig vernieuwend economisch landschap: er worden minder nieuwe ondernemingen
opgericht en ook minder bestaande ondernemingen stopgezet, dan in de rest van (West-)Vlaanderen. Met
2,2 % heeft Midden-West-Vlaanderen wel de beste netto-aangroei in West-Vlaanderen (gemiddeld 1,4%).
• Blijvende behoefte aan bijkomende, uitgeruste bedrijventerreinen.
• Verhoudingsgewijs telt de regio wel meer ondernemers.
• De agro-voedingssector is een blijvende, sterke regiotroef.
• De regio telt beduidend meer handelszaken dan het Vlaams gemiddelde, maar minder dan het West-Vlaams
gemiddelde.
• Midden-West-Vlaanderen kent de hoogste werkzaamheidsgraad op beroepsactieve leeftijd (+70%) van
alle Vlaamse regio’s, en is ook meteen de enige die de VIA-doelstelling haalt.
• De regio kent al ruim 15 jaar de laagste werkloosheidsgraad in Vlaanderen (4,21% in 2012). Wel zijn er
verhoudingsgewijs meer langdurig werklozen en arbeidsgehandicapten in de regio Tielt, en meer jongere
werklozen in de regio Roeselare.
• Midden-West-Vlaanderen kent nog steeds een gunstige vervangingsgraad: het aantal 15- tot 24-jarigen is
er groter dan het aantal 55- tot 64-jarigen.
• Groeipotentieel inzake tewerkstelling in creatieve sectoren.
• Duidelijke problematiek van grens- en seizoensarbeid.
30
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
2.2.
METHODE TOT OPMAAK
STREEKPACT 2013-2018
De opmaak van het Streekpact 2013-2018 is het resultaat van een evenwichtig methodologisch proces van
analyse en inspraak. Het is gebaseerd op een extensieve en gefaseerde planning die in 2012-2013 werd
uitgevoerd:
2.2.1. Deskresearch en socio-economische
streekanalyse
In de loop van januari-maart 2012 werd relevant cijfermateriaal verzameld voor de opmaak van het socio-economisch
profiel van de regio (zie 2.1). Aanvullend werden een reeks actuele data en gegevens gebundeld in een aantal individuele rapporten: één voor elk van de gemeenten/steden van Midden-West-Vlaanderen (‘Blik op de gemeente X’).
Daarbij werden telkens een aantal relevante socio-economische gegevens op gemeentelijk/stedelijk niveau samengebracht en geanalyseerd (demografie,werkgelegenheid, …) en vervolgens met het lokaal bestuur besproken.
2.2.2. Dialoogronde van de gemeenten/steden en
sociale partners
De hierboven beschreven individuele socio-economische analyses vormden het uitgangspunt voor een reeks van
bilaterale gesprekken met de gemeenten/steden en sociale partners. In het voorjaar van 2012 werden 20 dergelijke
overlegmomenten georganiseerd. Daarbij zaten zowel beleidsmakers als ambtenaren rond de tafel. In de meeste
gevallen was ook een vertegenwoordiging vanuit het OCMW aanwezig. Heel wat informatie werd op die manier
verzameld, zowel m.b.t. de evaluatie van de werking en acties van RESOC/SERR tijdens de uitvoering van het lopende
Streekpact, als m.b.t. de verwachtingen inzake het nieuwe Streekpact.
De gesprekken met de lokale besturen leverden vooral prioritaire topics op inzake bestuurswerking, ruimtelijke
ordening, detailhandel,… Uit de overlegmomenten met de sociale partners kwam input inzake ondernemings- en
arbeidsmarktgerelateerde items.
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
31
2.2.3. Regio-Café’s
Een volgende belangrijke stap in het wordingsproces was de organisatie van twee Regio-Café’s, i.s.m. communicatiebureau CIBE. De thema’s voor deze twee regionale inspraakmomenten werden afgelijnd op basis van de hierboven
vermelde gesprekken met de steden/gemeenten en de sociale partners.
Op het eerste Regio-Café van 14 juni 2012 werden de volgende thema’s besproken: centrumbeheer, ontwikkeling
bedrijventerreinen, landbouwgrond, leefbaarheid landelijke kernen, aantrekkelijke regio en regio-identiteit.
De centrale thema’s op het tweede Regio-Café van 13 september 2012 waren: nieuwe gastarbeid, krapte op de arbeidsmarkt, onderwijs, werkbaar werk en zorg.
Alle thema’s werden tijdens de twee Regio-Café’s door deskundigen en diverse vertegenwoordigers geanalyseerd
vanuit de regionale situatie. Uit deze brainstormsessies groeiden een aantal originele en boeiende ideeën als mogelijke oplossingen voor regionale uitdagingen. Deze vormden mee de basis voor de opmaak van de drie confrontatiematrixen: Ondernemen, Werken en Leven (zie 2.2.5.). Bij de uitwerking van de twaalf prioritaire acties of zogenaamde ‘Werken’, zullen deze ideeën opnieuw op tafel gelegd en waar mogelijk projectmatig verder ontwikkeld
worden. Dit zal gebeuren tijdens drie ‘Thema-maanden’ in het voorjaar van 2014.
2.2.4. SWOT-analyse
In het najaar van 2012 werd de informatie uit alle voorafgaande stappen verwerkt. Voor elk van de drie domeinen
waarop RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen actief is (Ondernemen, Werken en Leven) werd een extensieve lijst
gemaakt van de geïdentificeerde sterktes/zwaktes/opportuniteiten en bedreigingen (zogenaamde SWOT) voor de
regio.
Uit deze ruime oplijsting werd tijdens de plenaire RESOC-vergadering van 9 november 2012 een shortlist geselecteerd
van telkens maximum vijf prioritaire interne sterktes, vijf interne zwaktes, vijf externe bedreigingen en vijf externe
kansen. Op deze wijze kwamen de drie huidige SWOT/SOR-matrixen (SOR zie hieronder 2.2.5) Ondernemen, Werken
en Leven tot stand.
Noot: Met een SWOT-analyse (Strengths, Weaknesses, Opportunities and Threats) worden interne en externe factoren
tegen elkaar afgewogen die in het heden en de (nabije) toekomst op een regio zullen inwerken. Het spreekt voor zich dat
32
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
een regio moet trachten haar sterktes optimaal aan te wenden en haar zwaktes weg te werken. Kansen dienen te worden
benut en bedreigingen omzeild. De strategie die wordt uitgestippeld om de regionale visie voor Midden-West-Vlaanderen
2013-2018 waar te maken, gaat uit van het samenspel van deze vier aspecten.
2.2.5. SOR-analyse
Tijdens de RESOC-vergaderingen van 18 januari en 5 april 2013 werden de drie SWOT-tabellen Ondernemen, Werken
en Leven gekoppeld aan een ‘Strategische OriëntatieRonde’ (SOR ). Alle leden van de RESOC/SERR werden gevraagd
een strategisch-prioritaire weging te geven aan de verschillende opgesomde combinaties van interne en externe
aspecten.
Met andere woorden: op welke interne sterkte moet maximaal worden ingezet om regionaal het hoofd te bieden aan
een belangrijke externe bedreiging? Of nog: Welke typische regionale zwakte dient prioritair te worden aangepakt om
maximaal te kunnen inspelen op een strategisch belangrijke externe opportuniteit? Uitgangspunt daarbij was: hoe
hoger de score, hoe groter het belang dat de regiopartners hechten aan gerichte actie rond een welbepaald thema.
Uit de resultaten van deze globale, verwerkte input (weging) uitgezet in een matrix, blijkt telkens van welke thema’s
RESOC/SERR de komende zes jaar prioritair werk moet maken binnen de beleidsdomeinen Ondernemen, Werken
en Leven.
Hoe lees je een matrix?
De resultaten van de SOR-analyse zijn weergegeven op de onderstaande drie matrixen. De rood ingekleurde vakken
geven de hoogste scores aan, de oranje de tweede belangrijkste en de gele de relatief belangrijke. De niet ingekleurde
vakjes wijzen op lagere scores.
De totale cijfers per kwadrant (steeds onderaan aangegeven) tonen aan welk kwadrant in het algemeen het hoogst
scoort. Zo wijst bijvoorbeeld binnen de matrix Ondernemen de sterke inkleuring van het rechtsboven kwadrant
(defence/verdediging) in principe op de meest aangewezen strategische beleidslijn: de regionale sterktes gebruiken
om de externe bedreigingen het hoofd te bieden. Verder kan hier in tweede orde aandacht gaan naar het verbeteren
van onze regionale zwaktes, om zo beter te kunnen inspelen op bepaalde externe kansen (clean ship/schoon schip
maken) (kwadrant linksonder).
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
33
2.3.
RESULTATEN
2.3.1. ondernemen
Uitdaging: Hoe behoudt het industriële, ondernemende Midden-West-Vlaanderen zijn troeven als welvarende en competitieve regio in een geglobaliseerde wereld?
Antwoord: Een succesvol industrieel beleid creëert de voorwaarden en stimuleert de nodige veranderingsprocessen om bestaande industriële activiteit te vernieuwen en bijkomende industriële activiteit te ontwikkelen
(Vlaanderen in Actie, Pact 2020).
‘MIDWEST 2020’ zet specifiek in op het stimuleren en het ontwikkelen van een aantal vernieuwingsprocessen
die de regionale ondernemingen moeten toelaten om met succes het hoofd te bieden aan de uitdagingen van
de globale markteconomie. Hierbij gaat onder meer aandacht naar het stimuleren van nieuw ondernemerschap
en het promoten van intrapreneurship. Vernieuwing komt immers vooral van binnenin de bestaande bedrijven.
Ook de opvolgingsproblematiek en de vorming van sterke (multi-)sectorale clusters (bedrijven/onderwijs/
onderzoek) worden regionale actiepunten.
Midden-West-Vlaanderen kiest er voor om een innovatieve, groene en sociaal sterke economische speler te zijn
op Vlaams, Europees en wereldniveau.
Overzicht van de meest markante (hoogst scorende) SOR-wegingen binnen de matrix ‘Ondernemen’
De aanwezigheid van een sterke regionale agro-voedingscluster biedt een optimale voedingsbodem voor het stimuleren van nieuwe ontwikkelingen en verhoogde specialisatie in de agro-foodsector.
Gelet op de groeiende globaliseringstendens dient de regio zijn economische eigenheid te vrijwaren door in te zetten
op regionale verankering van zijn sterkste (veelal kmo-)bedrijven, o.m. door het bevorderen van de sociale cohesie
in de bedrijfsomgeving.
34
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
De groeiende krapte op de arbeidsmarkt moet worden aangepakt door het promoten van nieuwe ontwikkelingen op
het vlak van arbeidsorganisatie.
De trend van ‘local thinking’ (traceerbaarheid, korte keten, regionaal kopen,…) is een uitgelezen kans om het regionaal al sterk uitgebouwd commercieel en handelsaanbod nog verder en duurzamer te laten groeien.
Het spanningsveld inzake ondernemen, tussen stad en platteland, noopt ons tot een beter georganiseerd ruimtegebruik.
De geringe regionale turbulentie- en innovatiegraad moet worden aangepakt met een doorgedreven innovatiecampagne, op alle niveaus (onderzoek, werkvloer, onderwijs, productie,…) en over alle sectoren heen.
Smaken verschillen, maar over één ding zijn alle
Midden-West-Vlamingen het roerend eens: de
regio Roeselare-Tielt is één brok dynamiek. Iedereen met een hart voor deze regio wil dan ook graag
meewerken aan een positieve, gesmaakte beeldvorming van de “Groeituin van Europa”.
Brigitte Smessaert, Coördinator RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
35
Kansen
promotie en stimuleren
van innovatie bij (de
opstart van) bedrijven /
bv. overheids-steun,
zorgsector
Zwaktes
Sterktes
Ondernemen
recente algemene trend:
‘local thinking’ ihkv
duurzaamheid / bv.
kleinhandel stimuleren,
regionale producten
nieuwe ontwikkelingen
op het vlak van
arbeidsorganisatie
beter georganiseerd
ruimtegebruik / bv.
draagkracht voor
bedrijventerreinen
(-management)
verhogen
sterke regionale agro-voedingscluster / bv.
versterkt door de aanwezigheid van het Huis van
de Voeding
3,55
4,06
0,38
1,00
6,29
blijvende hoge industrialisatiegraad / endogene
groei
2,32
1,02
3,47
1,69
0,73
logistieke draaischijf / bv. aanwezigheid van het
Kanaal, het spoor en de weg
0,69
0,12
0,04
5,72
1,12
sterk commercieel en handelsaanbod
1,38
7,16
0,49
0,08
0,19
hoge concentratie van performante en
streekgebonden KMO’s
4,26
1,92
4,83
3,17
3,24
krapte op de arbeidsmarkt / bv. nood aan
geschikte arbeidskrachten oa van (ver) buiten de
regio, nood aan bijkomende jobs om vergrijzing
op te vangen
0,81
0,27
8,43
0,27
0,70
spanningsveld tussen ondernemen en omgeving /
bv. ruimtelijke en administratieve knelpunten
0,84
0,80
0,49
9,20
3,64
weinig innovatie / bv. lage turbulentiegraad,
gebrek aan innovatie-mentaliteit, weinig starters
7,11
3,72
4,98
0,08
5,17
ruimtelijke en administratieve knelpunten mbt
ijzeren voorraad bedrijventerreinen / bv. logge
procedures, moeilijk om terreinen operationeel te
krijgen, systeem voor continue inventarisatie
nodig
1,25
0,23
0,23
8,66
0,12
te zwakke link tussen onderwijs en bedrijfswereld
/ bv. te weinig kennis bij ondernemingen op het
vlak van onderzoek en opleidingen, moeilijkheden
om stageplaatsen te vinden
5,46
0,35
7,13
0,24
0,38
27,67
19,65
30,47
30,11
21,59
Som
Attack 58,94
Clean ship 70,55
36
nieuwe ontwikkelingen in
de landbouw / bv.
combinatie
landbouw - groene
energie, schaalvergroting, specialisatie
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Bedreigingen
regiopositionering:
concurrentie met andere
sterke regio’s
continu verschuiven van
het economisch
zwaartepunt naar de
tertiaire en quartaire
sector
globalisering:
beslissingsmacht van
bedrijven ligt meer en
meer buiten de regio
terughoudendheid tov
nieuw ondernemerschap
door economische crisis
knelpunten voor
bedrijven ten gevolge van
demografische evolutie /
bv. nieuwe vormen van
arbeidsorganisatie,
jobrotatie, life long
learning, uitstroom van
ervaren bedrijfsleiders en
hoger management
Som
7,12
4,81
3,79
2,95
4,34
38,30
2,53
3,70
2,89
1,01
2,59
21,96
0,92
5,09
6,11
0,49
0,04
20,33
2,98
3,82
0,61
3,42
0,42
20,56
4,47
3,69
10,22
3,11
2,81
41,73
1,28
3,40
1,90
3,39
7,35
27,81
1,34
0,31
1,93
0,63
0,24
19,41
4,46
7,15
4,06
5,50
4,29
46,52
1,86
0,23
0,95
2,86
0,08
16,46
2,39
1,80
0,77
3,14
3,91
25,57
29,35
34,01
33,23
26,51
26,06
278,65
Defence 83,94
Crisis 65,22
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
37
2.3.2. werken
Uitdaging: Hoe zorgt een regio er voor dat ieder (potentieel) economisch actief individu ten volle kansen krijgt
en benut in een sterk concurrentieel en snel evoluerend economisch landschap?
Antwoord: Met een gedreven en gedragen regionale strategie van arbeidsinnovatief denken, worden oplossingen
aangereikt om de kloof tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te dichten: ‘iedereen mee, iedereen actief ’
(Vlaanderen in Actie, Pact 2020).
‘MIDWEST 2020’ wil werk maken van een arbeidsinnovatieve aanpak, waarbij zowel op de werkvloer, op
het niveau van de onderneming, als binnen het regionale arbeidsmarktbeleid wordt geijverd voor inspirerend
werk voor allen.
Op ‘micro’-niveau, zal RESOC/SERR de middelen helpen aanreiken om de individuele werknemer actief te
laten na- en meedenken over zijn eigen loopbaan en rol binnen de onderneming.
Op niveau van de organisatie zullen tools ter beschikking worden gesteld die de ondernemingen moeten
toelaten om op het aanwezige talent en de beschikbare competenties optimaal in te zetten, op een flexibele,
effciënte en duurzame manier, in congruentie met een gezonde en werkbare werkomgeving.
Op regionaal ‘macro’-niveau zal RESOC/SERR optreden als facilitator voor het uitbouwen van partnerschappen tussen ondernemingen en alle relevante arbeidsmarktactoren (sociale partners, VDAB, onderwijs, lokale
besturen,...), voor het ontwikkelen van activeringsinitiatieven, voor het stimuleren van jobcreatie voor kwetsbare doelgroepen en voor het beter aansluiten van technisch onderwijs op de arbeidsmarkt.
38
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Overzicht van de meest markante SOR-wegingen binnen de matrix ‘Werken’
Binnen de matrix ‘Werken’ ligt het zwaartepunt in de twee onderste twee kwadranten. Vooral het kwadrant linksonder
scoort zeer hoog. Er dient met andere woorden vooral te worden ingezet op het aangrijpen van de geboden externe
kansen, om de interne zwaktes aan te pakken. Hier is een heroriëntatiestrategie (clean ship/schoon schip maken)
aangewezen.
Om de regionale zwaktes aan te pakken - met name: de krapte op de arbeidsmarkt, nood aan werkbaar werk voor
iedereen en onvoldoende aansluiting tussen technisch onderwijs en arbeidsmarkt - moeten de externe kansen ten
volle benut worden.
Een aantal belangrijke hefbomen in deze heroriëntatiestrategie zijn: innovatieve ontwikkelingen op het vlak van
arbeidsorganisatie, verhoogde regionale aandacht voor integratiebeleid en beter opvolgen van de beleidsevoluties op
het vlak van beroepskeuze, stimuleren van het zogenaamde ‘loopbaandenken’ en de opgang van levenslang leren.
In tweede orde moet ook aandacht besteed worden aan de externe bedreigingen die de interne zwaktes nog meer
kunnen aantasten (‘crisis’). Hier komen vooral het groeiend aantal openstaande vacatures (bijv. in de zorg) en een
gebrek aan kennis en ervaring met betrekking tot (nieuwe) gastarbeid naar voren.
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
39
Kansen
Zwaktes
Sterktes
Werken
aandacht op Vlaams /
Europees niveau voor het
integratiebeleid vanuit de
invalshoek ‘werken’
flankerende maatregelen
van op verschillende
bestuurs-niveaus voor
KMO’s / bv. subsidies
vanuit gemeenten of
Vlaamse overheid
recent ontwikkelde
overheidstools voor het
beter sturen van de
studiekeuzes / bv. loket
voor objectieve
onderwijsoriëntatie,
acties promotie technisch
onderwijs
nieuwe ontwikkelingen
op het vlak van
arbeidsorganisatie
zeer diverse KMO-bedrijvigheid
2,64
6,59
1,69
1,98
5,06
aanwezigheid van een performant onderwijsnetwerk en
van kennisclusters / bv. om KMO’s bij te staan op het vlak
van innovatie, voeding, zorg
0,19
3,53
3,68
0,15
1,75
sterke agro-voedingsclusters / bv. scholen, jobs, innovatie,
inagro, REO veiling
2,26
1,50
2,67
1,10
2,23
goed uitgebouwde sociale economie / bv. goed
uitgebouwde samenwerking met overheden en reguliere
economie
0,15
4,77
0,27
3,06
6,16
hoge werkgelegenheidsgraad, hoge productiviteit, rustig
sociaal klimaat
3,54
1,31
0,61
3,38
3,34
onvoldoede aandacht voor opleiding en begeleiding binnen
het bedrijf / bv. ihkv levenslang leren, nood aan
ondersteuning van KMO’s op het vlak van O&O, valorisren
competenties, te weinig aandacht voor innovatie en
opleidingen binnen bedrijven
0,12
4,96
1,58
4,88
8,39
krapte op de arbeidsmarkt / bv. nood aan arbeidskrachten
(van (ver) buiten de regio), nood aan bijkomende jobs om
vergrijzing op te vangen, blijvende knelpunten aangaande
bepaalde profielen (technische, zorg,…)
8,00
0,35
6,63
9,66
4,88
nood aan werkbaar werk voor iedereen / bv. voor ouderen,
moeilijk tewerkstelbare jongeren, werknemers in de sociale
economie, bedrijfsleiders, evenwicht werk-gezin
2,80
1,77
0,15
9,02
7,01
nood aan transformatie van de laag- en middentechnologische secundaire sector / bv. aandacht voor problematiek
van KMO-bedrijfsopvolging, technische aspecten,
arbeidsorganisatorische aspecten
2,71
5,91
3,15
4,39
1,19
onvoldoende aansluiting van technisch onderwijs op de
arbeidsmarkt / bv. technisch onderwijs levert onvoldoende
(correct) technisch geschoolden af voor de regionale
industrie, opleiding, zorg, bedrijfsleven
2,19
1,62
8,02
1,74
2,26
24,60
32,30
28,46
39,37
42,29
Som
Attack 63,62
Clean ship 103,40
40
aandacht op
overheidsniveau voor
opgang van levenslang
leren / bv. vorming voor
elke medewerker,
opleiding op de
werkvloer
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Bedreigingen
groeiend aantal
openstaande vacatures
door snel groeiende
markten, bv. zorgsector
gebrek aan kennis over
en ervaring met (nieuwe)
gastarbeid / bv. bij
bedrijven en lokale
besturen
verschuiven van het
economisch zwaartepunt
naar de tertiaire en
quartaire sector
onoverzichtelijk geheel
aan opleidingen,
begeleidingsmogelijkheden en
jobopportuniteiten / bv.
uitbouw kennisregio,
gebrek aan (gekende)
stageplaatsen en aan
goede stagementoren
onvoldoende
bedrijfskennis inzake
nieuwe vormen van
arbeidsorganisatie / bv.
jobrotatie, life long
learning, uitstroom van
ervaren bedrijfsleiders
Som
0,40
4,03
2,72
2,37
3,60
31,08
5,87
2,15
1,92
3,52
3,88
26,64
0,66
2,87
4,13
3,62
2,15
23,19
2,64
0,19
0,68
0,19
3,79
21,90
1,17
1,06
5,08
1,08
2,49
23,06
5,59
2,07
1,25
4,69
4,58
38,11
6,59
6,16
0,38
3,56
5,53
51,76
6,56
1,01
1,08
1,17
4,23
34,81
0,27
1,45
5,82
1,60
5,49
31,99
8,09
3,12
5,63
5,45
2,12
40,23
37,84
24,10
28,70
27,25
37,85
322,76
Defence 62,25
Crisis 93,49
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
41
2.3.3. leven
Uitdaging: Midden-West-Vlaanderen is niet alleen een regio waar het goed is om te ondernemen en werken,
maar ook een streek waar het goed is om te wonen, vertoeven en recreëren. Kortom: te leven. Maar hoe kan een
regionale werking bijdragen tot het creëren en behouden van levendige en aantrekkelijke kernen?
Antwoord: De stad of de gemeente is dé plek waar individuen een gevoel van verbondenheid het sterkst ervaren. Dit is ook de plaats waar overheden er op een duurzame en geïntegreerde manier kunnen voor zorgen dat
mensen actief en creatief meewerken aan een duurzame toekomst voor zichzelf en voor hun kinderen, een
plaats waar mensen zich thuis voelen (Vlaanderen in Actie, Pact 2020).
‘MIDWEST 2020’ wil in de derde prioritaire doelstelling ‘glokalisering’ een passend antwoord zoeken voor het
behoud van de eigen lokale waarde in een geglobaliseerde samenleving. Midwest 2020 wil de tools aanreiken
om lokale besturen, bedrijven en individuen te activeren en stimuleren tot meer creatieve en duurzame samenwerking. Een geïntegreerde aanpak verhoogt de kans op succes. Met specifieke aandacht voor vernieuwende
vormen van community-building en burgerparticipatie op lokaal en/of bedrijfsniveau, wil RESOC/SERR
Midden-West-Vlaanderen werk maken van een toekomst voor iedereen, door iedereen. De creatie van een (be-)
leefomgeving van de toekomst waar iedereen zich thuis voelt en iedereen zijn plaats heeft.
42
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Overzicht van de meest markante SOR-wegingen binnen de matrix ‘Leven’
Binnen de matrix ‘Leven’ scoort geen enkel kwadrant uitgesproken hoog of laag.
De resultaten liggen vrijwel in dezelfde lijn.
Van strategisch belang voor de toekomstige regionale ontwikkeling is in elk geval het aanpakken van de eigen regionale
zwakten om bestaande externe kansen optimaal te benutten en te realiseren (heroriëntatie-strategie) en bedreigingen
adequaat het hoofd te bieden (crisissituatie). Zo dient er prioritair werk te worden gemaakt van de positieve en
krachtige interne/externe uitstraling en (huidige eerder negatieve) perceptie van de attractiviteit van de regio.
Het kwadrant dat aangeeft dat de interne sterktes (aantrekkelijke regio om te wonen en te werken, bijv. weinig files,
veiligheidsgevoel, kwalitatief onderwijsnet,…) beter gecommuniceerd en meer ontwikkeld moeten worden, scoort
hoog. De koppeling ervan aan de externe opportuniteiten (trend van regionaal denken) scoort eveneens hoog en
veronderstelt actie (attack/aanvalsstrategie).
Met andere woorden: de regio Midden-West-Vlaanderen moet maximaal inzetten op zijn sterke eigenschappen en
moet deze ook extern beter kenbaar maken en uitdragen. Hierbij kan verwezen worden naar o.m. de groeiende
aandacht voor een betere work/life balance (wonen, werken en recreëren in de eigen omgeving), de toenemende
interesse voor streekeigenheid (regiobeeld en -verbondenheid) en het belang van duurzaamheid.
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
43
Kansen
stijgend belang van recreatie in eigen omgeving /
bv. regionaal functioneel
fiets- en wandelnet-werk
groeiende aandacht voor
maatschappelijke
integratie / bv. brede
(inter-) culturele
activiteiten, nieuwe (gast)
arbeiders
aandacht voor groeiend
belang van gemeente- en
regio-identiteitsbeleving
goede voorbeelden van innovatieve dorpsontwikkelingsstrategieën
3,35
1,08
3,84
2,99
4,27
intrinsiek aantrekkelijke regio om te wonen en te
werken
2,69
1,73
4,93
1,62
1,40
zeer goed uitgebouwd onderwijsnetwerk
0,04
3,30
0,08
0,04
0,00
groeiende kennis en expertise omtrent beleving,
plattelandsbeleid en groenmanagement / bv.
project Stad-Land-Schap, Leader
4,87
0,19
1,96
3,54
0,12
sterke basis voor regionale en interlokale
samenwerking / bv. Associatie Midwest,
provinciale gebiedswerking, clusters wonen,
regionaal sociaal beleid
3,64
3,62
5,68
0,91
5,49
onvoldoende externe uitstraling en perceptie van
attractiviteit van de regio / bv. passieve houding
inzake imagovorming
6,64
1,20
6,89
2,52
0,43
ontbreken van een actieve strategie voor het
aantrekken van hooggeschoolden / bv.
sociaal-cultureel aanbod voor (jong-)volwassenen
2,25
3,96
3,47
1,41
0,76
(interne) vergrijzing, bv. meer vraag naar zorg dan
aanbod in de zorg, nood aan lokaal dienstenaanbod
0,40
1,95
0,16
2,39
7,20
onvoldoende kwalitatief en sociaal woningaanbod
0,08
4,17
0,15
1,31
5,89
administratief-bestuurlijke diversiteit omwille van
de niet altijd éénduidige en / of regiodekkende
omschrijvingen
0,71
0,12
5,64
0,16
2,45
24,67
21,31
32,82
16,89
28,00
Zwaktes
Sterktes
Leven
Som
groeiend belang van
duurzaamheidsaspect /
bv. collectief recreatief
groen, sociale en
gezondheids-aspecten
Attack 61,36
Clean ship 62,34
44
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
flexibele invulling en
multifunctioneel gebruik
van basisvoorzieningen /
bv. ihkv vergrijzing,
woonaanbod, beleid,
fusies ziekenhuizen
Bedreigingen
jonge bevolking wil
boeiende, levende,
leefomgeving / bv. op vlak
van cultureel aanbod en
mobiliteit
‘globaal wereld-denken’
ipv fier zijn op eigen
regio, de wereld is groter
dan de regio
overaanbod van
sociaal-culturele
activiteiten / bv. moeilijk
om door het bos de
bomen nog te zien, het
aanbod in kleine regio’s
valt niet op
leefbaarheid landelijke
kernen / bv. knelpunten
qua mobiliteit, veiligheid,
dienstenaanbod
demografische
ontwikkeling, ic
vergrijzing / bv. belang
van sociale cohesie,
toename van de zorg
voor ouderen, samen
wonen en leven
Som
4,08
0,23
0,61
3,58
4,15
28,16
7,49
2,19
1,53
1,90
1,79
27,28
2,89
1,63
0,54
0,60
1,19
10,31
0,78
0,19
0,94
1,00
3,66
17,24
4,11
1,91
2,52
3,42
2,13
33,44
4,92
0,23
2,60
5,20
0,99
31,63
4,82
3,33
3,63
2,04
2,72
28,39
0,16
0,04
0,83
3,14
9,35
25,63
1,35
0,31
0,00
3,55
7,70
24,51
0,28
0,27
0,08
1,53
0,29
11,53
30,89
10,33
13,27
25,97
33,97
238,12
Defence 55,06
Crisis 59,35
2. GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEEMANALYSE
45
3.MIDWEST 2020:
HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN
2013-2018
48
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
3.1.
REGIOMISSIE
Samen bouwen aan de duurzame transformatie van het Midden-West-Vlaams socio-economisch
regionaal model, door strategisch in te zetten op slimme specialisatie en sociale verankering.
“Samen bouwen...”
Alle regionale stakeholders, besturen, ondernemingen en burgers worden uitgenodigd en aangemoedigd om actief
mee te werken aan de realisatie van de geformuleerde prioritaire socio-economische beleidsopties. Een werkelijk
gedragen gevoel van eigenaarschap is een absolute voorwaarde voor het slagen van deze oefening.
“... aan de duurzame transformatie van het Midden-West-Vlaams socio-economisch regionaal model...”
Midden-West-Vlaanderen bewees dat het een regio met visie en inhoud is. De economie houdt er, zelfs in moeilijke
tijden, goed stand. Toch dienen de socio-economische spelers in het veld zich duidelijk(er) bewust te zijn van de
grote en onomkeerbare geo-economische veranderingen, die ook op lokaal en regionaal niveau hun impact zullen
hebben. Dé industriële regio van Vlaanderen, is bij uitstek kwetsbaar en zal dus bijzonder sterk moeten inzetten op
een tijdige en duurzame vernieuwing en versterking van zijn economisch (industrieel) profiel, wil ze de welvaart en
het welzijn van haar bedrijven en inwoners veilig stellen voor de toekomst. Dat kan door o.m. het stimuleren van
innovatie op alle niveaus, bevorderen van ondernemerschap en werk maken van vernieuwende vormen van arbeidsorganisatie.
“... door strategisch in te zetten...”
Een succesvolle strategie vraagt focus. Lukraak inzetten, houdt een gevaar in van verspilling van middelen, menselijk
kapitaal en energie. Op te veel aspecten inzetten, leidt tot versnippering van middelen, menselijk kapitaal en energie.
Strategisch denken, betekent doordachte keuzes maken en een beperkt aantal focusprioriteiten stellen. Midden-WestVlaanderen wil er alles aan doen om haar (economische) sterktes verder uit te bouwen en veilig te stellen voor de
toekomst. (Open) innovatie en vernieuwend ondernemerschap met focus op toekomstgerichte sectoren vormen
hierbij de sleutelelementen.
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
49
“... op slimme specialisatie...”
Toekomstgericht en duurzaam socio-economisch denken, is inzetten op de ontwikkeling van innovatieve (multisectorale) clusters. Een daadwerkelijke, voortdurende interactie tussen bedrijven, besturen, werknemers en onderzoeksinstellingen zorgt voor een sterkere innovatiedynamiek. Een groeiende verbondenheid tussen al deze actoren
zal leiden tot meer onderling vertrouwen en grotere stabiliteit in de regio. RESOC/SERR kan een voedingsbodem
vormen, een overlegplatform waar al deze actoren elkaar kunnen ontmoeten en (beter) leren kennen.
“... en sociale verankering.”
Verankering en vooral verandering veronderstelt gedragenheid, ook en vooral bij de inwoners, inclusief de economisch
en sociaal zwakkeren. Bij de regioboodschap moeten allen zich goed voelen en moeten alle regionale actoren hun
betrokkenheid kunnen uiten en omzetten in daadwerkelijke, gezamenlijke acties. RESOC/SERR, als draaischijf tussen
lokale en hogere besturen, kan een dergelijke beweging op gang brengen en stimuleren.
50
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
3.2.
BELEIDSMATIGE SITUERING
RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen kiest resoluut voor een sterkere socio-economische regionale werking, samen
met andere regio-actoren (Regionale Welzijnsraad, Associatie Midwest, BIE (intergemeentelijk samenwerkingsverband
rond erfgoed), Midwest Development, Vlaams Huis van de Voeding, Gebiedswerking Provincie, …).
Bij de afweging van de relevantie van toekomstige Streekpact-actievoorstellen (in het kader van de
‘Twaalf Werken’) zullen, waar mogelijk, de hierna beschreven actuele horizontale thema’s steeds als
belangrijke, bijkomende evaluatiecriteria worden meegenomen.
• Regio-branding blijkt steeds meer het middel bij uitstek om de identiteit van een welbepaalde regio sterker op
de (Europese, Vlaamse en West-Vlaamse) kaart te zetten. Een gedragen en doordachte regio-branding strategie
zorgt er immers voor dat alle actoren (besturen, bedrijven, organisaties en inwoners) een gevoel van eigenaarschap
ontwikkelen voor streekgerichte projecten en initiatieven. Hoe sterker dit gevoel van eigenaarschap, hoe groter het
gevoel van betrokkenheid en hoe hoger de slaagkansen van nieuwe regionale initiatieven.
Midden-West-Vlaanderen kampt nog steeds met een te zwakke en weinig hippe, interne en externe uitstraling.
Daarom kiest het doelbewust voor een continuering van de ingeslagen weg naar de vorming van een krachtiger
en meer aantrekkelijk regio-imago.
Midden-West-Vlaanderen moet maximaal inzetten op het beter en gerichter etaleren van de succesvolle (kmo-)
bedrijven. De sterke sector van de agro-voeding kan daarbij een prima vertrekpunt vormen, naast andere performante sectoren zoals bouw en metaal. RESOC/SERR moet samen met o.a. de lokale besturen, het Vlaams Huis van
de Voeding en de Gebiedswerking van de Provincie verder werk maken van de positieve beeldvorming van de
regio. Elementen als sterk ondernemerschap (over de sectoren heen), regionale werkkracht en productiviteit
kunnen daarbij beter en meer worden uitgespeeld.
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
51
• De regio kenmerkt zich door een goed en sterk uitgebouwd onderwijs- en opleidingsnet, en wil dit ook in de
toekomst verder bewaren en ontwikkelen.
Samen met de Vlaamse en regionale onderwijs- en opleidingsinstellingen (zoals UGent, VIVES, CVO en Syntra
West,…) wil RESOC/SERR Midden-West-Vlaanderen werk maken van het optimaliseren van onderwijs- en opleidingsvoorzieningen die de aansluiting van deze opleidingen aan de verwachtingen en vereisten van de arbeidsmarkt optimaal garanderen. Hierbij kan worden gedacht aan het opstarten van clusters van technische scholen,
het ontwikkelen van proeftuinen voor werkplekleren en het stimuleren van meer en betere samenwerking tussen
bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen.
Bijzondere aandacht moet gaan naar een regionale aanpak van het fenomeen van de ‘nieuwe gastarbeid’ en het
overwinnen van de taalkundige, culturele en andere drempels. Mogelijke specifieke acties:
-- Horeca-opleidingen (kok en hulpkok)
-- Logistieke opleidingen (magazijnmedewerker)
-- Campagne rond technische opleidingen in het volwassenenonderwijs
• Innovatiegericht denken en werken vormen een basisvereiste voor het succesvol en blijvend stimuleren van de
economische ontwikkeling van de regio.
Midden-West-Vlaanderen moet streven naar een voortrekkersrol inzake (interne) innovatie, zowel organisatorisch
(binnen de bedrijven, organisaties en overheidsinstellingen), als inzake producten en/of processen. Hiertoe kan
maximaal ingezet worden op intrapreneurship: het stimuleren en faciliteren van vernieuwing binnen het bedrijf
of de organisatie zelf. Dit kan onder meer door het opstarten van een aantal regionale incentiveprogramma’s.
• Op weg naar een duurzame samenleving
Bij de omschakeling naar een meer duurzame socio-economische samenleving is de graad van succes inherent
verbonden aan de realisatie van een sterker geïntegreerd beleid ten behoeve van de komende generaties. Sociale,
ecologische én economische belangen zullen elkaar hierbij steeds meer moeten ondersteunen en aanvullen.
• Rekening houden met de demografische uitdagingen
De toenemende vergrijzing brengt zowel grote uitdagingen als bijzondere opportuniteiten mee, zoals de ontwikkeling
van nieuwe vormen van zorgberoepen, vernieuwing in de woonarchitectuur (bijv. verlichting), innovatie inzake
voeding, enz. Daarnaast zijn o.m. de problematiek van de generatiewissel op managementniveau en het aspect
52
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
van jobrotatie op de werkvloer slechts een paar van de thema’s die noodzakelijkerwijs gedurende de komende
jaren specifieke aandacht én meer actie zullen vereisen.
• Oog voor mobiliteit
Op het vlak van logistiek en mobiliteit moet aandacht worden besteed aan de verdere uitbouw van een slim logistiek netwerk dat ten dienste staat van zowel de burger als de ondernemer. Midden-West-Vlaanderen dient zijn
centrale ligging binnen de Eurometropool optimaal uit te spelen: “Midwest, the gateway to…”.
Een gericht, economisch locatiebeleid wordt zo o.m. een hefboom voor clustering en bundeling van transportstromen. De verdere opwaardering van het Kanaal Roeselare-Leie is hierbij een cruciaal element, dat via innovatieve
initiatieven verzekerd en ondersteund kan worden. Een voorbeeld hiervan is de succesvolle logistieke testcase rond
het transport van diepvriesgroenten.
• Ruimte om te ondernemen, te leven en te werken
Midden-West-Vlaanderen is een bij uitstek industriële regio en heeft daarom, meer dan andere regio’s, nood aan
ruimte om te ondernemen. De afgelopen jaren werd hier duidelijk werk van gemaakt (bijv. netwerk van Bedrijvencentra,
opstart OCWest,…). Toch dienen een aantal aspecten verder gemonitored en verfijnd te worden. Zo is blijvende
aandacht vereist voor een beter georganiseerd ruimtegebruik en moet werk worden gemaakt van een meer
intelligente organisatie van bedrijventerreinen (zowel naar locatiebepaling als naar invulling). Er moet onafgebroken
en sterker worden aangedrongen op kortere procedures, om nieuwe bedrijfsinitiatieven voldoende en optimale
startkansen te bieden.
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
53
54
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
3.3.
DRIE STRATEGISCHE
BELEIDSLIJNEN VERTAALD
IN ‘XII WERKEN’
De uitgebreide bilaterale reflectierondes met de sociale partners en lokale overheden (voorjaar 2012), gecombineerd
met de resultaten van de twee Regio-Café’s (midden 2012) en de SOR-analyse (plenaire RESOC-weging van de
SWOT-prioriteiten, voorjaar 2013) leidden tot de formulering van drie strategische beleidslijnen:
1. Strategische beleidslijn ‘Ondernemen’: Versterken van het regionaal ondernemerschap, met bijzondere
aandacht voor de aspecten van economische transformatie.
2. Strategische beleidslijn ‘Werken’: Duurzame arbeidsinnovatie met bijzondere aandacht voor
kansengroepen.
3. Strategische beleidslijn ‘Leven’: Streven naar duurzame ‘glokalisering’, het samenbrengen en
activeren van overheden, bedrijven en burgers in een gezamenlijk streven naar meer welvaart en
welzijn in de regio.
Voor de concretisering van deze drie socio-economische beleidslijnen kregen tijdens diverse plenaire RESOC-besprekingen uiteindelijk de volgende zogenaamde ‘Twaalf Regionale Werken voor Midden-West-Vlaanderen’ prioriteit:
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
55
ONDERNEMEN
Midwest 2020 maakt werk van het stimuleren van een sterke ondernemerscultuur, met bijzondere
aandacht voor het regionaal kmo-karakter.
II. Midwest 2020 wil zuurstof en toekomst geven aan de lokale diensten en handelseconomie.
III. Midwest 2020 werkt aan een duurzame en hippe imago-branding strategie, onder meer door het
promotioneel uitdragen van de zogenaamde ‘onbekende kampioenen’.
IV. Midwest 2020 draagt bij tot het verhogen van de regio-expertise inzake socio-economische strategiebepaling, met bijzondere aandacht voor meer en betere samenwerking tussen overheden, onderwijsinstellingen en bedrijven (triple helix).
I.
WERKEN
Midwest 2020 trekt alle registers open om maatschappelijk kwetsbare doelgroepen te integreren en
te activeren, hetzij in het Normaal Economisch Circuit (NEC), hetzij in (nieuwe) sociale economie niches.
VI. Midwest 2020 promoot levenslang leren en het voeren van een loopbaanbeleid dat inspeelt op de
competenties en talenten van werknemers en werkzoekenden.
VII. Midwest 2020 stimuleert duurzame communicatie en samenwerking, zowel op het niveau van de
onderneming (medewerkersbetrokkenheid, employer branding) als tussen alle relevante arbeidsmarktactoren (met een bijzondere focus op het (technisch) onderwijs).
VIII.Midwest 2020 zet in op organisatievernieuwing met het oog op het creëren van werkbaar werk, een
evenwichtige afstemming tussen arbeid en privé, en een meer efficiënte arbeidsproductiviteit.
V.
LEVEN
IX. Midwest 2020 stimuleert de slimme, strategische samenwerking tussen lokale besturen en met de
regio (co-branding).
X. Midwest 2020 onderschrijft het principe van local branding: sterke(re) lokale besturen in een sterke regio.
XI. Midwest 2020 zet in op het versterken van de sociale cohesie en het stimuleren van innovatieve vormen
van burgerparticipatie (zogenaamde community building).
XII. Midwest 2020 ondersteunt en stimuleert de sociale en culturele randvoorwaarden om te komen tot
een sterke regio (welzijn, mobiliteit, zorg, huisvesting, cultuur,…).
56
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
UITVOERING
Deze XII Werken zullen bij prioriteit binnen de jaarprogramma’s 2013-2018 van RESOC/SERR Midden-WestVlaanderen worden ontwikkeld en/of opgestart.
Hierbij zal steeds en bij voorkeur de verdieping of start van regionale partnerschappen gestimuleerd worden, zullen
regionale trekkers/initiatiefnemers gezocht worden en zullen regionale overleg- en reflectietafels met een brede groep
van geïnteresseerden en belanghebbenden georganiseerd worden. Daarbij zullen niet alleen organisaties of besturen
maar ook individuen betrokken worden.
RESOC/SERR zal steeds een maximale samenwerking nastreven met bestaande regionale, provinciale, Vlaamse of
Europese organisaties, samenwerkingsverbanden en/of initiatieven.
In het voorjaar van 2014 worden drie themamaanden georganiseerd (Werken, Ondernemen en Leven) waarbij een
reeks van overlegtafels start voor de concretisering van de 3 x 4 Werken.
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
57
DE XII WERKEN VAN MIDWEST 2020
I. Midwest 2020 maakt werk van het stimuleren van een sterke ondernemerscultuur, met
bijzondere aandacht voor het regionaal kmo-karakter.
Situering
VIA (Vlaanderen in Actie) stimuleert en promoot actief en innoverend ondernemerschap.
Midwest 2020: Strategische beleidslijn 1: Versterken van het regionaal ondernemerschap, met bijzondere
aandacht voor de aspecten van economische transformatie.
Midden-West-Vlaanderen kampt met een geringe regionale turbulentie- en innovatiegraad (weinig economische
vernieuwing en vrij lage score inzake inzet op innovatie-initiatieven). De regionale partners zijn de overtuiging
toegedaan dat optimaal moet worden ingezet op het stimuleren van (nieuwe) vormen van ondernemerschap op
alle mogelijke niveaus. Daarbij moet gekeken worden naar vernieuwing zowel op de bedrijfsvloer (ook laagdrempelig)
als binnen de organisatie, productie, processen,...
(= intrapreneurship). Tegelijkertijd moet bewust werk gemaakt worden van het enthousiasmeren van nieuwe groepen
van potentiële ondernemers (bijv. jongeren, werklozen,...).
RESOC/SERR ondersteunt alle bestaande regionale initiatieven inzake ondernemerschap (Voka, Unizo, OCWest) en
lanceert zelf een aantal calls (in partnerschap met andere organisaties) rond innovatief ondernemerschap/intrapreneurship, jongeren,...
Mogelijke partnerschappen
• Mogelijke trekkers: Voka, Unizo, Midwest Development, OCWest,…
• Mogelijke partners: hogescholen, bedrijven, CVO, Syntra West, VDAB, RESOC/SERR, Fevia Vlaanderen, Vlajo ...
Mogelijke financieringsbronnen
• Agentschap Ondernemen, Vlaanderen
• EU, DG Entreprise
• Grundtvig/Leonardo
• Koning Boudewijnstichting
58
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Output indicatoren
• In 2020 wil de regio zich kunnen profileren als een regio waar bij uitstek nieuwe ideeën en starters kansen en
‘ruimte’ krijgen om te ondernemen (bedrijven- en starterscentra, begeleidings- en coachingtrajecten, business
angels support netwerk, sensibiliseringscampagne en serious gaming voor jongeren,...).
• Concreet wil de regio Midden-West-Vlaanderen zich op West-Vlaams niveau opwerken naar een pole-position
inzake de opstart van nieuwe bedrijven.
Mogelijke operationele acties
• Opstart van een wervingscampagne rond vernieuwend ondernemerschap en innovatie op de werkvloer van
bestaande bedrijven, o.a. i.s.m. vzw The Second Phase, coöperatieve experimenten,...
• Uitwerken van een promotiecampagne rond ‘Wat is Ondernemen?’ bij laatstejaars hogeschoolstudenten en
laatstejaars hoger technisch onderwijs, cfr. READY-project en project ‘Women, power in (E)motion’ (= snuffelstages bij bedrijfsleiders, bijv. vrouwelijke laatstejaarsstudentes eendaagse stages laten lopen bij succesvolle
vrouwelijke bedrijfsleidsters,…)
Nieuw ondernemersbloed: daar gaan we
voor in onze provincie! We zijn altijd ondernemend geweest en willen dat ook blijven.
Naast het ondersteunen van bestaande bedrijven investeert West-Vlaanderen de komende jaren dan ook sterk in het aantrekken
van nieuw ondernemerschap: jonge, innovatieve bedrijfjes in de creatieve sectoren,
sociale start-ups,…
Als toekomstig groenmanager is durven
ondernemen in onze sector hetgeen wat je
uniek maakt. Ondernemen om meer streekeigen plantmateriaal in onze streek te krijgen,
heeft een meerwaarde voor onze natuur en
als groenmanager. Ondernemen in groen,
is ondernemen in leven!
Tom Malfait,
Voorzitter Studentenraad VIVES, Student Groenmanagement
Jean de Bethune, Gedeputeerde bevoegd voor economie en
streekontwikkeling Provincie West-Vlaanderen
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
59
II. Midwest 2020 wil zuurstof en toekomst geven aan de lokale diensten en
handelseconomie.
Situering
Midwest 2020, Strategische beleidslijn 1: Versterken van het regionaal ondernemerschap, met bijzondere
aandacht voor de aspecten van economische transformatie.
De globale trend van ‘local thinking’ (traceerbaarheid, korte keten, regionaal kopen,…) is een uitgelezen kans om
het in de regio al sterk uitgebouwde commercieel en handelsaanbod nog verder te verduurzamen en te laten groeien.
Tegelijkertijd is er hier ook duidelijk nood aan een gestructureerde aanpak van de problematiek van de leegstand en
dienen nieuwe vormen van (coöperatief) ondernemerschap te worden uitgetest op hun leefbaarheid en duurzaamheidpotentieel.
Mogelijke partnerschappen
• Mogelijke trekkers: Unizo, lokale besturen, handelsverenigingen, POM West-Vlaanderen,…
• Mogelijke partners: lokale besturen, plaatselijke handelsverenigingen, Syntra West, Midwest Development, enz.
Mogelijke financieringsbronnen
• Vlaams Agentschap Ondernemen
• Provincie West-Vlaanderen
• Interreg Vla/NL
• EFRO
Output indicatoren
• In 2020 wil de regio Midden-West-Vlaanderen zich duidelijk kunnen profileren als een van de hippe, commerciële centra van Vlaanderen.
• Opstart en doorstart van een aantal vernieuwende kleinhandelsconcepten (bijv. pop-up shop in leegstaande
panden).
• Uitvoering van een operationeel programma ter promotie van de duurzame buurtwinkel, al dan niet met focus
op streekproducten.
60
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Mogelijke operationele acties
• ‘Een starterscentrum voor kleinhandelszaken’: RESOC wil samen met andere (lokale) actoren een vernieuwend
traject voorbereiden waarbij besturen en startende lokale handelaars ondersteund en begeleid worden. Hierbij
kan onder meer, gebruik makend van leegstaande panden, de tijdelijke huisvesting van zogenaamde pop-up
shops of van nieuwe startende, gespecialiseerde winkeltjes worden gefaciliteerd.
• RESOC ondersteunt en promoot waar mogelijk provinciale initiatieven rond coaching en begeleiding van startende kleinhandelszaken.
• Regierol voor RESOC/SERR inzake veelheid aan e-commerce-initiatieven.
Alle (grote) successen zijn een gevolg van
samenwerking. Een goede samenwerking
tussen handelaars en met overheden is dan
ook essentieel.
Alex Leupe, Centrummanager Roeselare
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
61
III. Midwest 2020 werkt aan een duurzame en hippe imago-branding strategie, onder
meer door het promotioneel uitdragen van de zogenaamde ‘onbekende kampioenen’.
Situering
Midwest 2020, Strategische beleidslijn 1: Versterken van het regionaal ondernemerschap, met bijzondere
aandacht voor de aspecten van economische transformatie.
Midden-West-Vlaanderen kampt met een grote bescheidenheid en roept een vrij traditioneel imago op, geassocieerd
met de kenmerken ‘harde werkers’, ‘betrouwbaar’ en ‘degelijk’ (all work, no play).
De regio heeft voldoende troeven in handen om deze waardevolle, traditionele waarden op een meer effectieve, positieve en vooral attractieve wijze in de verf te zetten. Zij zal daartoe werk maken van een doorgedreven en professioneel
opgevatte imago ‘make-over’: economisch succesvol, dynamisch, topbedrijven op wereldniveau,...
Mogelijke partnerschappen
• Mogelijke trekkers: Midwest Development, Vlaams Huis van de Voeding.
• Mogelijke partners: lokale besturen, Associatie Midwest, Voka, Unizo, Gebiedswerking Provincie, ...
Mogelijke financieringsbronnen
• Grundtvig, Leonardo
• Interreg 2 Zeeën
• URBACT
• Toerisme Vlaanderen
• …
Output indicatoren
Bewerkstelligen van een daadwerkelijke wijziging in de externe en interne beeldvorming van de regio door de realisatie van:
• Een campagne die de sterktes van de regio in beeld brengt op een hippe en aantrekkelijke manier.
• Een campagne die de, tot nu toe te weinig gekende topbedrijven (‘golden nuggets’) volop in beeld brengt.
• Een campagne die jonge carrièremensen stimuleert om een loopaan en huisvesting in de regio te overwegen.
• …
62
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Mogelijke operationele acties
• Midwest, the place to be/Midwest: a tasty business...: Uitwerken van een hippe imago-campagne die de regio
op een dynamische en verleidelijke manier in beeld brengt. Hierbij dient de nadruk te worden gelegd op de
aanwezige sterke (kmo-)bedrijven (vaak met werelduitstraling), op de aangename en rustige leefomgeving, het
hoogkwalitatieve niveau van het onderwijs, de algemene leefkwaliteit, enz.
• Midwest Ambassadeurs: Om de fierheid over en de verbondenheid met de regio aan te scherpen wil RESOC/
SERR Midden-West-Vlaanderen de campagne ‘Midwest Ambassadeurs’ lanceren. Aan de hand van positieve en
enthousiaste getuigenissen van bedrijven, organisaties, publieke persoonlijkheden of gewone enthousiaste
burgers of werknemers, kunnen de streekeigen sterktes en troeven intern en extern extra belicht worden.
Werkgevers met smaak zoeken
medewerkers met passie voor
uitdagende carrièremogelijkheden!
Dirk Decoster, CEO Agristo
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
63
IV. Midwest 2020 draagt bij tot het verhogen van de regio-expertise inzake socioeconomische strategiebepaling, met bijzondere aandacht voor meer en betere
samenwerking tussen overheden, onderwijsinstellingen en bedrijven (triple helix).
Situering
Midwest 2020, Strategische beleidslijn 1: Versterken van het regionaal ondernemerschap, met bijzondere
aandacht voor de aspecten van economische transformatie.
Kennis is macht en expertise is een troef: de regio moet optimaal kennis vergaren over nieuwe en vernieuwende
vormen van regionale strategieontwikkeling en evaluatiemethodes. Hoe groter de kennis van bestaande en
nieuwe instrumenten (inclusief testen op pilootproject-niveau), hoe groter het vermogen om nieuwe en bestaande
initiatieven te evalueren op hun effect, impact, duurzaamheid,… En in een eindfase: hoe groter de kans voor een
regio om zich te positioneren als een trekker van op maat gemaakte, efficiënte streekstrategieën.
Mogelijke partnerschappen
• Mogelijke trekkers: Midwest Development, Associatie Midwest, Vlaams Huis van de Voeding.
• Mogelijke partners: Gebiedswerking Provincie/POM, lokale besturen, Toerisme Leiestreek, BIE,...
Mogelijke financieringsbronnen
• Interreg Vla/Nl, 2 Zeeën
• Grundtvig, Leonardo
• VIA
• …
Output indicatoren
• Realiseren van een tweetal pilootprojecten waarbij (ver)nieuwe(nde) strategieontwikkelingen en/of evaluatiemethodes worden uitgetest op hun werkbaarheid en impact.
64
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Mogelijke operationele acties
• Uittesten van een pilootproject Future IQ-Games en netwerk-mapping.
• Uittesten van de peer review-methode op regionaal niveau (vergelijken van regio’s).
• Uittesten van nieuwe vormen van samenwerking binnen de triple helix-constellatie (lokale besturen, onderzoeksen onderwijscentra, bedrijfsleven), met een opschaling naar de quadri helix (triple aangevuld met organisaties
die actief zijn in de socio-culturele sfeer).
Het efficiënt en effectief inzetten van
overheid en onderwijs/onderzoek kan
enkel wanneer dit geïnspireerd wordt
vanuit het bedrijfsleven.
Xavier Gellynck, Professor doctor Universiteit Gent
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
65
V. Midwest 2020 trekt alle registers open om maatschappelijk kwetsbare doelgroepen
te integreren en activeren, hetzij in het Normaal Economisch Circuit (NEC), hetzij in
(nieuwe) sociale economie niches.
Situering
Midwest 2020, Beleidslijn 2: Duurzame arbeidsinnovatie met bijzondere aandacht voor kansengroepen.
Onze werkvloer wordt steeds meer divers: leeftijd, origine, geslacht, gezinssamenstelling, handicap, sociale
achtergrond, etc. Bovendien kent Midden-West-Vlaanderen, gezien de krapte op de arbeidsmarkt, een groot aandeel
kansengroepen in zijn arbeidsmarktreserve. Ondernemingen die een positief antwoord kunnen formuleren op de
toenemende diversiteit en bovendien weten in te zetten op het aanboren van de arbeidsmarktreserve, staan concurrentieel
sterker en creëren bovendien een duurzaam imago. Midwest 2020 wil inzetten op jobcreatie in functie van kwetsbare
doelgroepen, hetzij in het NEC, hetzij in de sociale economie, hetzij in een combinatie van beide.
Daarnaast moet de regio ook on(der)benut talent durven aanboren: de arbeidsreserve, vrouwen (glazen plafond),
hooggeschoolde allochtonen, hooggeschoolde arbeidsgehandicapten, valideren van elders verworven competenties,
tewerkstellen van (brug)gepensioneerden in functie van knelpuntberoepen,…
Voor kansengroepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt en/of een multiproblematiek bestaat de noodzaak
dat activering gericht op werk voorafgegaan moet worden door maatschappelijke activering (inspelen op hun welzijnsproblematiek). Tevens kan niet voorbijgegaan worden aan de realiteit dat, ondanks alle activeringsinspanningen,
een groep personen de weg naar de arbeidsmarkt niet vindt. Voor die groep is er nood aan een duidelijke oplossing
die zekerheid biedt op het vlak van inkomen, beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, enz.
Mogelijke partnerschappen
• Mogelijke trekkers: SERR, sectoren, sociale economie, POM,…
• Mogelijke partners: sociale partners, lokale besturen, VDAB, ondernemingen,…
Mogelijke financieringsbronnen
• ESF, loopbaan-en diversiteitsplannen, sectorfondsen, RESOC trekkingsrechten, provincie.
66
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Output indicatoren
• Jaarlijks 36 nieuwe Loopbaan- en Diversiteitsplannen realiseren i.f.v. het introduceren van een duurzaam en
divers personeelsbeleid bij ondernemingen.
• Versterkte samenwerking realiseren tussen het NEC en sociale economie, i.f.v. de doorstroom van kansengroepen
en de implementatie van ondersteunende methodieken naar het NEC.
• Ontwikkelen van een aantal innovatieve concepten ter activering van de arbeidsmarktreserve.
Mogelijke operationele acties
• Opstarten en begeleiden van Loopbaan- en Diversiteitsplannen bij ondernemingen met het oog op instroom,
doorstroom, opleiding en retentie van kansengroepen.
• Een onthaalpakket uitwerken met het oog op integratie/inburgering van nieuwe allochtone medewerkers
(gastarbeiders), in het bijzonder voor seizoensarbeiders.
• Promoten van de Leeftijdsscan.
• Opstart van een marktonderzoek naar (nieuwe) initiatieven in de sociale economie met het oog op de
realisatie van een duurzame match tussen sociale tewerkstelling en regionale behoeften
(bijv. recreatie, gezonde voeding, etc.).
• Organisatie van een beurs voor jongeren over leven, werken en ondernemen in de regio.
• In kaart brengen van de regionale potentiële arbeidsreserve (cfr. onderzoek Soubron, Herremans & Sels).
• Streven naar het opnemen van een non-discriminatieclausule in Loopbaan- en Diversiteitsplannen en slimme
streefcijfers die rekening houden met het aantal kansengroepen in de regio en de sector.
• Inzetten op de W2-methodiek (werk- en welzijnstrajecten op maat).
Midden-West-Vlaanderen: Samen
sterk voor en door tewerkstelling.
Koen Staelens, Directeur strategie Mariasteen
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
67
VI. Midwest 2020 promoot levenslang leren en het voeren van een loopbaanbeleid dat
inspeelt op de competenties en talenten van werknemers en werkzoekenden.
Situering
Midwest 2020, Beleidslijn 2: Duurzame arbeidsinnovatie met bijzondere aandacht voor kansengroepen.
Bij een transitie in de arbeidsmarkt zullen werknemers en werkgevers moeten leren omgaan met vrijwillige of
gedwongen loopbaanwijzigingen. Bovendien zijn we genoodzaakt om met z’n allen langer aan de slag te blijven. Dit
impliceert dat we onze loopbaan actief maar ook anders vorm zullen moeten geven. Om langer aan de slag te
kunnen blijven, zal de werknemer van morgen zijn - huidig - gebalde loopbaan bij voorkeur spreiden over een
langere carrière, die niet noodzakelijk verticaal is opgebouwd. Ook ondernemingen moeten zich daarom meer gaan
focussen op het potentieel van het eigen menselijk kapitaal en inzetten op het maximaal erkennen van verworven
competenties. Fons Leroy (VDAB, mei 2013) kaart terecht aan dat er nood is aan een trek-in-de-schoorsteen-beleid
dat medewerkers ‘naar boven zuigt’ in functie van hun verworven competenties en talenten. Levenslang leren en
loopbaanbeleid gaan hierbij hand in hand.
We willen loopbaaninstrumenten- en mogelijkheden kenbaar maken en promoten bij werkgevers, werknemers en
studenten. Daarnaast moeten we kinderen, jongeren én ouders beter informeren en sensibiliseren over de loopbaanmogelijkheden en tewerkstellingstroeven (zorg, agro-voeding, bouw, etc.) om de studiekeuze positief te beïnvloeden. We focussen ons hierbij in het bijzonder op het beroeps- en technisch onderwijs.
Mogelijke partnerschappen
• Mogelijke trekkers: VDAB, RTC.
• Mogelijke partners: sociale partners, onderwijs, ondernemingen, sectoren, SERR,…
Mogelijke financieringsbronnen
• ESF, Comenius, Leonardo da Vinci, Grundtvig, loopbaan-en diversiteitsplannen, sectorfondsen, RESOC trekkingsrechten, provincie.
68
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Output indicatoren
• Opstart van een programma voor de promotie van een daadkrachtig loopbaanbeleid bij ondernemingen en hun
medewerkers.
• Promotiecampagne voor de bekendmaking van de tewerkstellingstroeven in de regio.
Mogelijke operationele acties
• Loopbaaninstrumenten kenbaar maken en promoten:
-- Bij werknemers (Loopbaancheques, Ervaringsbewijs, dejuistestoel.be, bijblijfconsulenten, tweedekansonderwijs, ‘3 voor 1’ volwassenenonderwijs (VDAB, CVO, Syntra West),…)
-- Bij ondernemingen: aandacht voor jobrotatie/promotie/mutatie/demotie; verschillende leervormen (externe/
interne opleiding, werkplekleren, coaching, e-learning, duo-leren,…); competentiebeleid en persoonlijke
ontwikkelingsplannen (POP) introduceren; oog hebben voor Elders Verworven Competenties.
• Organiseren van een vakbeurs inzake loopbaanbeleid.
• Promotiecampagne rond regionale loopbaanmogelijkheden en tewerkstellingstroeven, in de eerste plaats naar
kinderen, jongeren én ouders, en met een bijzondere focus naar technische beroepen en de industrie.
• Promoten van investeren in werkplekleren door sectoren en ondernemingen, eventueel via ESF-middelen.
• Via het ROP (Regionaal Overlegplatform Leren & Werken) de samenwerking tussen onderwijsverstrekkers,
opleidingsverstrekkers, sectoren en ondernemingen helpen concretiseren.
• Inzetten op actieplannen rond het vermijden en remediëren van ongekwalificeerde uitstroom via validering van
competenties.
• Acties om loopbaanbegeleiding kosteloos aan te bieden aan bepaalde groepen.
De verhoudingen tussen werknemers, werkzoekenden en werkgevers verschuiven.
Om duurzaam te zijn zal het personeelsbeleid van ondernemingen gericht dienen
te zijn op het ontwikkelen en delen van talent, maar ook op het aanbieden van
loopbaanperspectieven. Werkzoekenden en werknemers zullen aangesterkt moeten
worden om te anticiperen op veranderingen tijdens hun loopbaan en om maximaal
profijt te halen uit de competenties waarover ze beschikken. Competenties zullen
het ruilmiddel worden op de arbeidsmarkt.
Fons Leroy, Gedelegeerd bestuurder VDAB
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
69
VII.Midwest 2020 stimuleert duurzame communicatie en samenwerking, zowel op het
niveau van de onderneming (medewerkersbetrokkenheid, employer branding) als
tussen alle relevante arbeidsmarktactoren (met een bijzondere focus op het (technisch)
onderwijs.
Situering
Midwest 2020, Beleidslijn 2: Duurzame arbeidsinnovatie met bijzondere aandacht voor kansengroepen.
Om bij haar medewerkers betrokkenheid en eigenaarschap te creëren, heeft een onderneming er alle baat bij om
overleg te stimuleren en te organiseren met en tussen medewerkers, op en tussen alle niveaus. Medewerkers die
intern hun rol van co-creator en teamspeler kunnen waarmaken, zullen sneller geneigd zijn om ook hun rol als
ambassadeur van de onderneming op te nemen. Op die manier kunnen werkgevers een sterk werkgeversmerk
(employer branding) creëren.
Slimme organisaties maken optimaal gebruik van bestaande middelen. Daarbij is het echter -zeker voor kmo’s zonder
uitgebreide HR-afdeling - allesbehalve evident om door de vele ‘bomen’ van maatregelen nog het bos te zien. RESOC/
SERR wil ondernemingen hier beter over informeren.
Mogelijke partnerschappen
• Mogelijke trekkers: sociale partners.
• Mogelijke partners: sectoren, VDAB, Agentschap Ondernemen, ondernemingen, POM, SERR, Voka en Unizo.
Mogelijke financieringsbronnen
• ESF, loopbaan-en diversiteitsplannen, sectorfondsen, RESOC trekkingsrechten, provincie.
Output indicatoren
• Midden-West-Vlaanderen profileert zich expliciet als een regio waar het goed is om te werken.
• Bedrijven uit Midden-West-Vlaanderen maken meer en optimaal gebruik van bestaande ondersteuningsmaatregelen.
70
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Mogelijke operationele acties:
• Opstart van clusters (technisch) onderwijs en proeftuinen voor werkplekleren/stageprojecten waarbij voldoende en kwalitatieve begeleiding geboden wordt.
• Jaarlijks updaten van het Evenredige Arbeidsdeelname & Diversiteit (EAD)-Vademecum, een handig overzicht
van maatregelen, instrumenten en organisaties die in het kader van EAD ingezet kunnen worden.
• Beter uitbouwen van de website www.midwest.be om:
-- Regionale (HR-)events aan te kondigen en om het netwerken te stimuleren.
-- Goede praktijken (hidden champions) meer en beter in de kijker te zetten.
-- Als portaalsite door te verwijzen naar: mogelijke ondersteuningsmaatregelen, relevante onderwijs- en arbeidsmarktactoren, de sociale kaart van de regio (vertrekkend van de bestaande initiatieven vanuit welzijn
en gezondheidszorg).
-- Arbeidsmarkt-projecten meer en beter in de verf te zetten (bijv. rond interregionale mobiliteit: IBO voor
Fransen, Vous êtes les bienvenues, busproject Westvlees,…
• Organiseren van een opleiding/seminarie rond het stimuleren van betrokkenheid, mede-eigenaarschap en cocreatorschap bij medewerkers.
Het transportbedrijf A.J.Veurink uit Roeselare heeft naast de
schades, ook het ziekteverzuim en personeelsverloop sterk
teruggedrongen. Gevolg: betere bedrijfsmarge en bedrijfsimago.
De hoge loonkost wordt gecounterd met de creatie van meer
passie op de werkvloer dankzij een breed personeelsbeleid
waarbij gestuurd wordt op harde cijfers, maar met veel
aandacht voor zachte methodes zoals communicatie en
coaching. Mensgericht én klantgericht ondernemen zorgen
voor een duidelijke meerwaarde. A.J. Veurink gelooft in een
stabiele samenwerking door de kracht van een open dialoog.
Sandro Paravizzini, Finance & HR manager A.J. Veurink
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
71
VIII. Midwest 2020 zet in op organisatievernieuwing met het oog op het creëren van
werkbaar werk, een evenwichtige afstemming tussen arbeid en privé, en een meer
efficiënte arbeidsproductiviteit.
Situering
Midwest 2020, Beleidslijn 2: Duurzame arbeidsinnovatie met bijzondere aandacht voor kansengroepen.
Als we het bestaande economisch weefsel willen transformeren naar een innovatiegerichte, duurzame en sociale
economie, zal ook moeten gesleuteld worden aan de arbeidsorganisatie en de manier waarop we menselijk kapitaal
aanwenden: vooral in een regio met veel industriële tewerkstelling is nog veel groeimarge om aan de hand van innovatieve arbeidsorganisatie slopende jobs om te turnen naar actieve jobs. Actieve jobs zorgen voor tevreden en
betrokken medewerkers die langer, gezonder en ‘met meer goesting’ aan de slag blijven. Het optimaliseren van de
arbeidsorganisatie is dan ook noodzakelijk om mensen langer aan de slag te kunnen houden.
Dat actieve jobs ook bijdragen tot het behalen van betere economische resultaten, blijkt uit het feit dat sociaal innovatieve bedrijven beter in staat zijn om nieuwe klanten aan te trekken, hun marktaandeel sneller zien groeien en een
grotere productiviteit, omzet en winst kunnen optekenen.
Door het reduceren van de werkbelasting kan arbeidsongeschiktheid en vervroegde uitstroom voorkomen worden.
Door middel van drempelverlagende ingrepen (bijv. ergonomie, aangepaste werkruimte, reduceren van werkdruk en
stress, promotie van een gezondheidsbeleid,…), kunnen meer mensen langer aan de slag. Een evenwichtige ‘work
life balance’ is hierbij van belang: Midwest 2020 onderzoekt en promoot dan ook innovatieve invalshoeken (zoals
Het Nieuwe Werken).
Mogelijke partnerschappen
• Mogelijke trekkers: sociale partners.
• Andere partners: Flanders Synergy, Lokale besturen, VDAB, ondernemingen, Voka, POM,…
Mogelijke financieringsbronnen
• ESF, Loopbaan- en Diversiteitsplannen, RESOC trekkingsrechten, provincie.
72
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Output indicatoren
• Realisatie van een aantal regionale praktijklabo’s in het kader van Het Nieuwe Werken en een meer innovatieve
arbeidsorganisatie.
Mogelijke operationele acties
• Praktijklabo’s/lerend netwerk innovatieve arbeidsorganisatie opstarten (Fabrieken van de Toekomst).
• Seminaries/workshops/ronde tafels organiseren m.b.t.:
-- Introductie in deze regio van Het Nieuwe Werken (telewerk, telecenters, satellietkantoren), met het oog op
o.m. de mobiliteitsproblematiek, een betere combinatie arbeid-privé, braingain hooggeschoolden (die op hun
beurt als katalysator fungeren om nieuwe economische bedrijvigheid én tewerkstelling te genereren), tewerkstelling van hooggeschoolde arbeidsgehandicapten die minder mobiel zijn, etc.
-- Promotie van een regionaal gezondheidsbeleid op de werkvloer (Jobfit, AFRESH, nv gezond,…), gezondheidsscan van de werkplek ((preventief) opsporen van fysieke en mentale belastingen (eventueel i.s.m. Jobcentrum
West-Vlaanderen, …), een beleid i.f.v. re-integratie na langdurige ziekte (bijv. DM@work), promotie rond de
mogelijkheden van het Ervaringsfonds (bijv. aankoop van ergonomische hulpmiddelen), enz.
-- Werkplekoptimalisatie (ergonomie, human factors engineering,…)
Sedert een 2-tal jaar voeren we de koers van innovatieve arbeidsorganisatie waarbij er gestreefd
wordt naar een zinvolle en actieve jobbeleving.
Doorheen de werking worden de werknemers
nauwer betrokken waarbij de visie en strategie
(waar het allemaal om draait) op scherp worden
gesteld. Onze mensen werken niet vlugger dan
vroeger, wel anders en slimmer, wat ten gunste
komt van de mens, organisatie en performantie.
Bert Simoens, Human Resources Manager Grandeco
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
73
IX. Midwest 2020 stimuleert de slimme, strategische samenwerking tussen lokale besturen
en met de regio (co-branding).
Situering
Midwest 2020, Strategische beleidslijn 3: Streven naar duurzame glokalisering, het samenbrengen en activeren van overheden, bedrijven en burgers in een gezamenlijk streven naar meer welvaart en welzijn.
Uit analyse van de SOR-matrix ‘Leven’ blijkt duidelijk de noodzaak om verder te werken aan de ‘sterke’ identiteit. De
dynamiek om de regio een duidelijk(er) gezicht en een aantrekkelijk(er) imago te geven, moet verder verdiept en
uitgedragen worden.
Het is tegelijkertijd noodzakelijk en een absolute meerwaarde om dit proces van verdieping én de verdere uitbouw
van de regio-identiteit gezamenlijk te organiseren. Lokale besturen, bedrijven, inwoners en regionale organisaties
kunnen en moeten allen (willen) meewerken aan het uitdragen van een positief en hip Midden-West-Vlaams imago.
Een benadering die hierbij potentieel biedt, is de strategie waarbij individuele gemeenten en steden zich gezamenlijk
gaan ontwikkelen in lijn met hun individuele sterktes en kansen, in complementariteit met de regionale identiteit
(=co-branding).
De aanwezigheid van een sterke agro-voedingssector vormt een unieke meerwaarde en troef. Het is één van de
dragers om de regio helder te profileren en te positioneren ten opzichte van een steeds sterker concurrerende omgeving. Met Midwest 2020 wil RESOC/SERR sterk inzetten op het in- en extern uitdragen van een aantal regionale
succesverhalen over de diverse socio-economische sectoren heen. De agro-voeding vormt daarbij een duidelijk ankerpunt.
Mogelijke partnerschappen
• Mogelijke trekkers: RESOC/SERR, Vlaams Huis van de Voeding, Midwest Development.
• Mogelijke partners: lokale besturen, Associatie Midwest, Voka, Unizo, onderwijsinstellingen, gebiedsgerichte
werking Provincie West-Vlaanderen en WVI.
Mogelijke financieringsbronnen
• RESOC trekkingsrechten, Interreg 2 Zeeën, AO.
74
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Output indicatoren
• In 2020 wil de regio Midden-West-Vlaanderen een globaal sterker imago gerealiseerd hebben.
Mogelijke operationele acties
• Denktank Midwest: oprichting van een overkoepelende regionale ‘thinktank’ om het profiel van de regio, over
de verschillende sectoren heen, scherp(er) te stellen in lijn met een doorgedreven lange termijn regional brandingstrategie die reeds met het vorige streekpact opgestart werd.
• Midwest United: organisatie van een aantal uitwisselingsmomenten op bestuurlijk, sociaal en economisch vlak
om de binding met de regio te voeden en verder te versterken.
• Realisatie en lancering van een kwalitatief en sectoroverschrijdend co-brandingsmerk dat de kracht en het dynamisme van de regio uitstraalt.
Midwest is al lang niet meer het ergens tussen in,
maar het stuwende hart van onze provincie: warm,
werkzaam en krachtig, coöperatief. Het voedt letterlijk en figuurlijk - de provincie en velen
verderop over de grenzen heen. Het kanaal
Roeselare- Leie is een trait d’union. Lokale besturen
zijn betrouwbare partners voor al wie onderneemt:
sociaal, cultureel en economisch. Hun brede en
open samenwerking - onderling en met die brede
waaier van ondernemingen, diensten en
instellingen - geeft inhoud en profiel aan de streek
en maakt ze tot de meest West-Vlaamse van de
provincie. Hier, is authenticiteit troef.
Luc Martens, Burgemeester stad Roeselare
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
75
X. Midwest 2020 onderschrijft het principe van local branding: sterke(re) lokale besturen
in een sterke regio.
Situering
Midwest 2020, Strategische beleidslijn 3: Streven naar duurzame glokalisering, het samenbrengen en activeren van overheden, bedrijven en burgers in een gezamenlijk streven naar meer welvaart en welzijn.
Midden-West-Vlaanderen is geen eiland op zich, net zo min als een gemeente of een stad dat is. De wereld eindigt
niet bij lokale en/of regionale grenzen. Hoe kunnen lokale besturen omgaan met globale tendensen, effecten en invloeden én tegelijkertijd het lokaal handelen in samenwerking met de diverse lokale en regionale spelers (sterker)
verankeren? Hoe kan een regionale werking bijdragen tot de versterking van het lokale niveau dat onder meer te
kampen heeft met financiële restricties, een stijgende administratieve druk en een tekort aan organisatorische mogelijkheden?
Antwoord: in kaart brengen van het meest effectieve lokale branding- en marketingbeleid, om zo de link tussen lokale kmo’s, de gemeente/regio en de eigen inwoners te versterken (cfr. city marketing). Bij de uitwerking moet worden
ingezet op een uitgebalanceerd en complementair aantal concrete acties die door hun wervende overtuigingskracht
(toekomstige) bewoners en bezoekers, (toekomstige) bedrijven (=handelaars en ondernemers) en bollebozen (=brain
gain) overtuigen om te kiezen voor de regio Midden-West-Vlaanderen.
Mogelijk partnerschap
• Mogelijke trekker: vzw Midwest Development, RESOC/SERR, Associatie Midwest.
• Mogelijke partners: lokale besturen, Voka, Unizo, Future IQ-Games en WVI.
Mogelijke financieringsbronnen
• RESOC trekkingsrechten, Levenslang Leren-Programma (Leonardo), lokale besturen, AO.
Output indicatoren
• Steden en gemeenten uit de regio weten zich beter te positioneren en te profileren.
76
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Mogelijke operationele acties
• Competentieversterkend traject voor lokale besturen rond ‘local branding’: Uitwerken en in kaart brengen
van het meest effectieve branding- en marketingbeleid op lokaal niveau. Versterken van de link tussen de lokale
kmo’s, de gemeente/regio en de eigen inwoners. Aanleveren van een methodiek (een laagdrempelige analysetool)
om een duurzaam en efficiënt local branding-beleid uit te stippelen.
• Lokale besturen verder ondersteunen en stimuleren in hun professionalisering, competentieverhoging en samenwerking.
• De lokale branding-kenmerken van de steden en gemeenten in de communicatie meenemen in de regionale
communicatie.
Onze regio MidWest moet zich op economisch
vlak nog meer profileren, zich kunnen onderscheiden van de andere regio’s en proberen te excelleren.
Met een doordacht citymarketingbeleid kunnen
we de creatieve ondernemersgeest die MiddenWest-Vlaanderen kenmerkt valoriseren en een
nieuwe dynamiek in onze kernen lanceren. En we
moeten de kennis en trots van de eigen bewoners
over ‘hun’ ondernemers en ‘hun’ streek opwaarderen om zo de regio te promoten als een aantrekkelijke regio voor ondernemerschap.
Bert Maertens, Burgemeester stad Izegem
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
77
XI. Midwest 2020 zet in op het versterken van sociale cohesie en het stimuleren van
innovatieve vormen van burgerparticipatie (zogenaamd community building).
Situering
Midwest 2020, Strategische beleidslijn 3: Streven naar duurzame glokalisering, het samenbrengen en activeren van overheden, bedrijven en burgers in een gezamenlijk streven naar meer welvaart en welzijn.
Community building is een verhaal van samenleven in én samenwerken aan de buurt, de wijk, het dorp, de gemeente, de stad en de regio. RESOC/SERR wil er toe bijdragen dat de verbondenheid en samenwerking (= de sociale cohesie) tussen lokale overheden, ondernemers/handelaars, organisaties en verenigingen, omgeving (burgers) en
onderwijs verder gestimuleerd en versterkt wordt.
De lokale overheid vormt nog steeds de kortste verbinding met de gemeenschap en is het bestuur waarmee burgers
het meest in contact komen. Een van de voorgestelde ambities is dan ook om samen met de lokale besturen interactief besturen en burgerparticipatie te stimuleren.
Om tot voldoende duurzame realisatie van beleidsdoelen te komen, is het noodzakelijk op vele fronten samenwerking
te zoeken en aan te gaan. Een tekort aan financiële, bestuurlijke en organisatorische mogelijkheden zet de gemeenten/
steden aan om meer actief samenwerking met andere partners te zoeken voor het bundelen van expertise, middelen
en dienstverlening. In tweede instantie kan worden bekeken of het middenveld- en de socio-culturele organisaties
een grotere rol kunnen opnemen. De verdere uitbouw van de Associatie Midwest, de provinciale Gebiedsgerichte
werking en de Regionale Welzijnsraad vertegenwoordigen hierbij al duidelijke, regionale sterktes.
Mogelijke partnerschappen
• Mogelijke trekkers: vzw Midwest Development.
• Mogelijke partners: steden en gemeenten uit de regio, OCMW’s, welzijnsorganisaties, Samenlevingsopbouw,
wijkverenigingen, sport-, jeugd- en culturele verenigingen, scholen, Vlaams Huis van de Voeding, individuele
ondernemingen, Unizo, enz.
Mogelijke financieringsbronnen
• RESOC trekkingsrechten, lokale besturen, welzijnsorganisaties, Streekfonds, oproepen m.b.t. sociale innovatie,
Koning Boudewijnstichting, CERA Fonds, Nationale Loterij,…
78
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Output indicatoren
• Een hoger gevoel van verbondenheid. Verschillende netwerken beginnen elkaar steeds beter te vinden, waarbij
nieuwe vormen van samenwerking zullen ontstaan.
Mogelijke operationele acties
• Introduceren en uittesten van innovatieve tools en methodieken die de sociale cohesie bevorderen.
• De burger aan zet: uitvoeren van kleinschalige burgerparticipatieprojecten met als doel dynamische burgers
met streekgevoel te krijgen en te houden, en deelnemers aan het regioplatform ‘Midwest United’ te werven.
• Analyseren van de ervaringen van initiatiefnemers, partners en/of burgers, deze kennis delen en omzetten in
(beleids)-adviezen voor de verdere ontwikkeling van burgerparticipatie.
• De ontwikkeling van een uitdagend en stimulerend digitaal bewonersplatform, wat als klankbord voor beleidsontwikkeling in de streek en initiator voor nieuwe initiatieven kan gaan fungeren.
• Jongerenvouchers: beloningssysteem voor het uitvoeren van de beste ideeën van jongeren, groepen en verenigingen voor hun buurt, gemeente/stad of de regio.
• Werk maken van een gestructureerde werking rond ‘Sociale Cohesie in de Bedrijfsomgeving’ naar analogie met
het eerste ‘proef ’-initiatief van 2012.
Midwest ‘nest’ nieuwe banken voor sociaal kapitaal.
Luc Maertens, Directeur Personeel, Organisatie en Financiën De Lochting
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
79
XII.Midwest 2020 ondersteunt en stimuleert de sociale en culturele randvoorwaarden
om te komen tot een sterke regio (welzijn, mobiliteit, zorg, huisvesting, cultuur,…)
Situering
Midwest 2020, Strategische beleidslijn 3: Streven naar duurzame glokalisering, het samenbrengen en activeren van overheden, bedrijven en burgers in een gezamenlijk streven naar meer welvaart en welzijn.
Midden-West-Vlaanderen wil een regio zijn waar mensen graag wonen, leven en vertoeven. Tegelijk wil het ook een
sociale regio zijn, met levendige kernen waar iedereen meetelt en iedereen een plaats heeft. Daarom is het belangrijk
dat er ook gewerkt wordt aan het verhogen van de aantrekkelijkheid, op het vlak van diensten en voorzieningen
voor bewoners, recreanten, handelaars en ondernemers.
Heeft de regio voldoende aantrekkingskracht op sociaal-cultureel en recreatief vlak? Hoe is het gesteld met het
woningaanbod voor jonge gezinnen, hoe kunnen we (meer) hooggeschoolden aantrekken (en ervoor zorgen dat ze
niet weggaan), hoe kunnen we een antwoord bieden op de noden van de groeiende groep ouderen? Hoe kan een regio
de leefbaarheid van zijn (kleine(re)), lokale kernen mee helpen behouden, stimuleren en innoveren?
Er is een duidelijke nood aan meer regionale ondersteuning voor de uitbouw van bovenlokale samenwerking inzake
burger- en welzijnsthema’s. RESOC/SERR kan hier vooral een initiërende, faciliterende of ondersteunende rol opnemen.
Mogelijke partnerschappen
• Mogelijke trekkers: Regionale Welzijnsraad, Gebiedsgerichte werking provincie.
• Mogelijke partners: RESOC/SERR, lokale besturen,…
Mogelijke financieringsbronnen
• Provinciale trekkingsrechten, Leader Tielts Plateau, Westtoer/Toerisme Leiestreek, lokale besturen, Agentschap
Ondernemen.
Output indicatoren
• In 2020 heeft Midden-West-Vlaanderen een grotere interne en externe uitstralings- en aantrekkingskracht om
in te wonen, leven en vertoeven.
80
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
Mogelijke operationele acties
• Oplossingen aanreiken om (dorps)kernen zo in te richten dat ze flexibel en soepel aangepast kunnen worden
aan de veranderende noden van de dorpsbewoners.
• Organisatie van een streekcongres inzake‘nieuwe en alternatieve vormen van wonen’, zoals co-housing en kangoeroewonen.
• Midwest work and brain gain: krapte op de arbeidsmarkt dwingt de bedrijven om buitenlandse arbeidskrachten en high potentials aan te trekken. Deze dienen wel op een kwalitatieve manier te worden gehuisvest. Campuslocaties voor hoogopgeleiden en kwalitatieve huisvesting voor tijdelijke buitenlandse arbeidskrachten zijn
belangrijke locatiefactoren voor ondernemingen.
• In kaart brengen van de bestaande dienstverlening en optimaliseren van de bereikbaarheid en beschikbaarheid
van lokale diensten en het voorzieningenaanbod (bijv. flexibel mobiliteitsnetwerk/zorgnetwerk), voor diverse
doelgroepen: ouderen, jongeren, mensen met een (mobiele) beperking.
• Ondersteunen en uitwerken van een gedurfd recreatie- en toerismebeleidsplan.
Midwest zal uitgroeien tot een zeer welvarende,
sterke regio, wanneer cultuur en economie zich
samen ontwikkelen, en dit stevig ingebed in haar
eigen sociaal weefsel.
Dirk Cornelis, Algemeen directeur De Spil
3. ‘MIDWEST 2020’: HET RESOC/SERR STREEKPACT MIDDEN-WEST-VLAANDEREN 2013-2018
81
4. UITWERKING
MIDWEST 2020
De uitgebreide versie van het nieuwe Streekpact 2013-2018 (de zogenaamde “basisnota”), die naast een uitgebreide socioeconomische analyse en een gedetailleerde toelichting van de gebruikte methodiek, ook een oplijsting van de origineel gekozen
36 werken omvat, blijft beschikbaar en raadpleegbaar op de website www.midwest.be.
Op de website www.midwest2020.be kan het bekrachtigde streekpact in digitale versie worden geraadpleegd en bekomt men
meer informatie over de inhoud en organisatie van de themadagen en de daaruit voortvloeiende acties en projecten.
84
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
MIDWEST 2020 = Een kwestie van aanpakken…
Organisatie van een aantal thematische maanden in de eerste helft van 2014.
Doel? Plan van aanpak uitstippelen van de ‘XII Werken van MIDWEST 2020’.
Wie? Een ruime groep van geïnteresseerden: besturen, organisaties, individuen, kennisinstellingen...
Wat? Goede praktijkvoorbeelden aanhalen, reflecties formuleren, prioriteiten stellen, tijdspad uitzetten, identificeren
van trekkers en partners, financieringsbronnen oplijsten en uitwerken van een beperkt aantal prioritaire projectvoorstellen.
4.1. DE VIER WERKEN VAN ‘LEVEN’
• Tijdens deze themamaanden zullen geïnteresseerde toekomstige partners worden bijeen gebracht om na te
denken over de aanpak van de 4 glokaliserende -Werken uit het nieuwe Streekpact.
• In eerste instantie zal specifieke aandacht gaan naar het definiëren en aanboren van sociaal kapitaal op lokaal
en regionaal niveau. In tweede instantie wordt werk gemaakt van de organisatie van een eerste editie van het
“MIDWEST Streekparlement”.
4.2. DE VIER WERKEN VAN ‘ONDERNEMEN’
• Tijdens deze themamaanden zullen geïnteresseerde toekomstige partners worden samengebracht om na te
denken over de aanpak van de 4 ondernemers-Werken uit het nieuwe Streekpact.
• Hier zal vooral gewerkt worden rond vernieuwende of specifieke vormen van ondernemerschap (vrouwen,
jongeren, intra-preneurship...). In tweede instantie wordt een actieplan rond regio-promotie en regio-branding
uitgewerkt.
4.3. DE VIER WERKEN VAN ‘WERKEN’
• Tijdens deze themamaanden zullen geïnteresseerde toekomstige partners worden samengebracht om na te
denken over de aanpak van de 4 arbeidsmarkt-Werken uit het nieuwe Streekpact.
• Vier werkgroepen, samengesteld uit sociale partners en andere arbeidsmarktactoren, zullen zich buigen over 8
projectvoorstellen: een actieplan voor de sociale economie opmaken; de potentiële arbeidsreserve en mogelijkheden inzake regionale arbeidsmarktmobiliteit in kaart brengen; een allesomvattende jongerenbeurs ontwikkelen; een infomarkt voor arbeidsmarktactoren omtrent loopbaanbeleid uitwerken; een regionale infosite uitbouwen; een promotiecampagne omtrent regionale tewerkstellingstroeven op touw zetten; mentorschap en
werkplekleren promoten in de regio; organisatievernieuwing stimuleren in de regio.
4. UITWERKING ‘MIDWEST 2020’
85
5. BIJLAGEN
5.1.
MANDATEN RESOC/SERR
MIDDEN-WEST-VLAANDEREN
1. Stemgerechtigde leden
RESOC
SERR
EFFECTIEF
WERKGEVERS
Jos Claeys (Voka), ondervoorz.RESOC en SERR
Jan Maes (Voka)
Sofie Mattheeuws (Voka)
Koen Staelens (Voka)
Carl De Keukelaere (Unizo)
Manu De Meester (Unizo)
Willy Naert (Unizo)
Ann-Sophie Decroos (Boerenbond)
PLAATSVERVANGEND
Dirk Decoster (Voka)
Geert Van Cauwenberge (Voka)
Frederik Moortgat (Voka)
Astrid De Clerck (Voka)
Gwendolyn Vandermeersch (Unizo)
Brigitte Hollevoet (Unizo)
Eric Schollier (Boerenbond)
WERKNEMERS
Marc Demaeght (ACV) Voorzitter SERR, Ondervoorzitter RESOC
Griet Devriese (ACV)
Dominiek Lafaut (ACV)
Liesbet Verboven (ACV)
Annelies Dousy(ACV)
André Maeseele (ACV)
Joost Vanhauwaert (ACV)
Mele Walters (ACV)
Carine Hiroux (ACV)
Mario Snaet (ACV)
Marnik Willaert (ACV)
Eddy Geldof (ACV)
Ringo Delcroix (ABVV)
Birgit Devolder (ABVV)
Steven Van Eeckhoutte (ABVV)
Emily Depoortere (ABVV)
PROVINCIE/GEMEENTEN
88
Hendrik Verkest (Provincie), Voorzitter RESOC
Luc Vannieuwenhuyze (Provincie)
Marc Vanwalleghem (Provincie)
Myriam Vanlerberghe (Provincie)
Simon Bekaert (Provincie)
Immanuel De Reuse (Provincie)
Piet Vandermersch (Provincie)
Kaat Dewaele (Provincie)
Dirk Verwilst (Gemeenten)
Rik Buyse (Gemeenten)
Kris Declercq (Gemeenten)
Ria Pattyn (Gemeenten)
Francesco Vanderjeugd (Gemeenten)
Frederik Sap (Gemeenten)
Bert Maertens (Gemeenten)
Henk Kindt (Gemeenten)
Midwest2020 | Streekpact 2013-2018
2. Niet-stemgerechtigde leden
2.1. Toegevoegde leden
RESOC
Nele Depestel (POM West-Vlaanderen)
Luc Martens (Voorzitter Midwest)
SERR
Patrick Zutterman (WVI)
Erik Bouckaert (VDAB)
Luc Maertens (VERSO)
Ignace Chanterie (WSE)
Bruno Tricot, Verantwoordelijke Gebiedswerking Provincie
SERR
RESOC
2.2. RESOC/SERR Team
Brigitte Smessaert, Coördinator RESOC/SERR
Julie Verhooghe, Stafmedewerker
Ines Verhalle, Projectontwikkelaar Diversiteit
Bram Bruggeman, Projectontwikkelaar Diversiteit
Ward Vandepitte, Administratief secretaris SERR
Chris De Meulemeester, Secretaris RESOC
5. BIJLAGEN
89
5.2.
LIJST AFKORTINGEN
A
ABVV Algemeen Belgisch Vakverbond
ACLVB Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België
ACV
Algemeen Christelijke Vakverbond
ADSEI Algemene Directies Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie
AO
Agentschap Ondernemen
Arvastat Arbeidsmarkt Vraag en Aanbod Statistieken
C
CAW
CBE
CLB
CLW
CVO
Centrum Algemeen Welzijn
Centrum voor Basiseducatie
Centrum voor Leerlingenbegeleiding
Centrum voor Leren en Werken
Centrum voor Volwassenonderwijs
D
DSA
Afdeling Data, Studie en Advies van POM West-Vlaanderen
E
EFRO
ESF
ERSV
90
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
Europees Sociaal Fonds
Erkend Regionaal Samenwerkingsverband
F
Fevia
FOD
Federatie Voedingsindustrie
Federale Overheidsdienst
H
Howest Hogeschool West-Vlaanderen
I
ILV
Interlokale Vereniging
K
kmo
kleine en middelgrote ondernemingen
L
LED
Laagdrempelige Expertise en Dienstverleningscentra
N
NEC
Normaal Economisch Circuit
NWWZ Niet werkende werkzoekende
O
OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn
OCWest Ondernemerscentra West-Vlaanderen
P
POM
Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij
5. BIJLAGEN
91
R
RESOC
ROP
RSZ
RSVZ
RTC
RVA
Regionaal Sociaal-Economisch Overlegcomité
Regionaal Overlegplatform Leren & Werken
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
Rijksdienst voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen
Regionaal Technologisch Centrum
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
S
SVR
SERR
SERV
SOR
SWOT
Studiedienst van de Vlaamse Regering
Sociaal-Economische raad voor de Regio
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen
Strategische Oriëntatieronde
Strengths, Weaknesses, Opportunities and Threats
U
Unizo
Unie van Zelfstandige Ondernemers
V
VAR
VDAB
VESOC
VIA
VIVES
Voka
Vokans
VVP
VVSG
Vlaamse Arbeidsrekening
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité
Vlaanderen In Actie
Katholieke Hogeschool VIVES
Vlaams netwerk van ondernemingen - Kamers van Koophandel/VEV
Vormings- en opleidingskansen
Vereniging Vlaamse Provincies
Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten
W
WES
WVI
92
West-Vlaams Economisch Studiebureau
West-Vlaamse Intercommunale
5. BIJLAGEN
93
Notities
Notities