140721-wijzigingen hndb

STAR 2.0
belangrijkste wijzigingen
1.
ENKELE ESSENTIËLE ZAKEN ZIJN ONVERANDERD
a.
Bij StAr zijn alle belanghebbende groeperingen betrokken:

bestuurssamenstelling (te bereiken voor 1 januari 2015): onafhankelijke voorzitter, cliënt, KNO-arts,
klinisch-fysicus audioloog, een vertegenwoordiger AudiNed, twee vertegenwoordigers NVAB;

b.
Raad van Advies: breed samengesteld uit belanghebbende groeperingen.
Star is ‘schemabeheerder’ en ‘conformiteitbeoordelende instantie’ en StAr confirmeert zich aan de
normen die ook worden gehanteerd door de Raad voor Accreditatie.
Schematisch inhoudsoverzicht van de normen gehanteerd door de Raad voor Accreditatie
RvA
(ISO/IEC 17011)
acceptatie van schemabeheerders
(ISO/IEC 17007 , R13 en T033)
accreditatie van conformiteitbeoordelende instellingen
(ISO/IEC 17021 en R002)
bevoegde
juridische entiteit
gevalideerd schema
onafhankelijkheid
transparantie
objectiviteit
deskundigheid
'schemacommissie'
draagvlak in de markt
beheerste processen
beroep en klacht
evenwichtige
vertegenwoordiging van
eindgebruikers en
leveranciers
inbreng deskundigen
personen
vertegenwoordigen
aantoonbaar
een partij
Stichting Audicienregister (StAr)
Reitseplein 8, 5037 AA Tilburg
Postbus 90154, 5000 LG Tilburg
telefoon: 013 59 44 831 – fax: 013 59 44 749
[email protected] – www.audicienregister.nl
inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel: 18080269
c.
StAr registreert audiciens die de vakopleiding hebben afgerond en voldoen aan de door StAr gestelde bijen nascholingsverplichtingen en die hun werkzaamheden uitvoeren conform de StAr-eisen.
d.
StAr erkent organisaties die aan de door StAr geformuleerde kwaliteitseisen voldoen en ‘aan audiciens
voorbehouden handelingen’ slechts door geregistreerde audiciens laten verrichten.
e.
StAr heeft de conformiteitbeoordelingen uitbesteed aan de voor deze ‘scope’ bij de Raad voor
Accreditatie geaccrediteerde instelling, Tüv Nederland.
2.
DE OPZET VAN HET HANDBOEK IS GEWIJZIGD
a.
b.
De eisen die Star stelt aan audiciens en organisaties zijn beschreven in drie hoofdstukken:

registratie-eisen,

proceseisen,

organisatie- en inrichtingseisen.
De herkomst van die eisen is beschreven in een afzonderlijk hoofdstuk:

referentie-eisen,
het gaat hierbij om

eisen – zoals Europese en ISO-normen – die buiten StAr zijn vastgesteld, die van toepassing zijn op
hoorzorg verleend door audiciens en die in de StAr-eisen zijn verwerkt,

de referentie-eisen zijn door Star vertaald in concrete voor audiciens en hun organisaties van
toepassing zijnde voorschriften.
c.
Door StAr aanvaarde methoden en middelen om uitvoering te geven aan de eisen zijn eveneens
vastgelegd in een afzonderlijk hoofdstuk:

richtlijnen,
audiciens en hun organisaties mogen ook op andere wijze dan in de richtlijnen is beschreven voldoen aan
de StAr-eisen, maar van die andere methoden en technieken dienen ze de validiteit zelf aan te tonen.
d.
Het is onvermijdelijk dat registratie- en erkenningenbesluiten (deels) berusten op interpretatie van de
StAr-eisen; interpretaties die precedentwerking hebben worden door StAr openbaar gemaakt in een
afzonderlijk hoofdstuk van het handboek:

3.
beoordelingsregels.
DE INHOUD VAN BEOORDELINGEN EN CONTROLES IS AANGESCHERPT
a.
1
Star kende tot nu toe drie vormen van conformiteitbeoordeling, ieder met een eigen aandachtsgebied:

Bij individuele audiciens wordt getoetst en beoordeeld of zij aan de registratie-eisen voldoen;
daarbij wordt geen acht geslagen op de organisatie waarin zij functioneren.

Bij afzonderlijke locaties wordt getoetst en beoordeeld of op die locatie hoorzorg wordt verleend
door geregistreerde audiciens die werken volgens de proceseisen van StAr in een fysieke omgeving
1
Zie hiervoor het in het handboek opgenomen ‘Reglement registraties’ en ‘Reglement erkenningen’.
belangrijkste wijzigingen Handboek StAr, juli 2014
pagina 2 van 6
die voldoet aan de inrichtingseisen die Star daaraan stelt; daarbij wordt geen acht geslagen op het
kwaliteitssysteem dat op die locatie (al dan niet) wordt uitgevoerd.

Organisaties die beschikken over meer verkooplocaties en over een centraal kwaliteitssysteem
kunnen (indien het aantal locaties toereikend is om een representatieve steekproef daaruit mogelijk
te maken) kiezen voor een zogenaamde ‘multi-site-beoordeling’ waarbij wordt getoetst en
beoordeeld of de organisatie beschikt over een centraal kwaliteitssysteem dat aan de StAr-eisen
voldoet en of uit een onderzoek van een representatief aantal verkooplocaties blijkt dat dit centraal
beheerst systeem waarborgt dat op iedere locatie wordt voldaan aan de inrichtings- en proceseisen
van StAr.
schematisch overzicht van de drie tot dusver gehanteerde StAr-beoordelingen
erkenning
van de
organisatie
keurmerk
voor de winkel
registratie
van audiciens
b.
Het nieuwe Handboek introduceert één beoordelingswijze die gelijk is voor geregistreerde audiciens,
afzonderlijke hoorzorglocaties en organisaties die beschikken over meer locaties:

Bij individuele audiciens wordt nog steeds getoetst of zij aan de registratie-eisen voldoen.
Vanaf 1 januari 2015 wordt bij geregistreerde audiciens die niet werkzaam zijn bij een door StAr
erkende organisatie tevens gecontroleerd of de audicien binnen die niet erkende organisatie
hoorzorg verleent conform de door StAr vastgestelde proceseisen en in een werkomgeving die
voldoet aan de door Star gestelde organisatie- en inrichtingseisen.

Bij afzonderlijke locaties wordt nog steeds onderzocht of op die locatie hoorzorg wordt verleend
door geregistreerde audiciens die werken volgens de proceseisen van StAr in een fysieke omgeving
die voldoet aan de inrichtingseisen die Star daaraan stelt.
Vanaf 1 januari 2015 wordt hierbij eveneens nagegaan of op die locatie een kwaliteitssysteem
wordt uitgevoerd dat voldoet aan de eisen die StAr daaraan stelt.
belangrijkste wijzigingen Handboek StAr, juli 2014
pagina 3 van 6

Vanaf 1 januari 2015 vindt bij organisaties die beschikken over meer verkooplocaties (indien het
aantal locaties toereikend is om een representatieve steekproef daaruit mogelijk te maken) altijd
een zogenaamde ‘multi-site-beoordeling’ plaats waarbij wordt getoetst en beoordeeld of de
organisatie beschikt over een centraal kwaliteitssysteem dat aan de StAr-eisen voldoet en of uit een
onderzoek van een representatief aantal verkooplocaties blijkt dat dit centraal beheerst systeem
waarborgt dat op iedere locatie wordt voldaan aan de inrichtings- en proceseisen van StAr.
schematisch overzicht van de StAr-beoordeling volgens het herziene Handboek
mensen
organisatie
processen

Deze nieuwe beoordelingssystematiek houdt tevens in dat organisaties die beschikken over meer
dan één locatie niet langer ervoor kunnen kiezen slechts één of enkele van die locaties bij StAr voor
erkenning aan te melden: StAr beoordeelt en erkent uitsluitend de gehele organisatie die zich onder
dezelfde handelsnaam of met hetzelfde logo presenteert op de Nederlandse markt met inbegrip van
alle tot die organisatie te rekenen locaties.
c. Bij (her)beoordelingen van organisaties die beschikken over meer dan één vestiging vindt
locatiebezoek plaats bij de aanmeetlocaties die zijn getrokken uit een representatieve steekproef.
Vanaf 1 januari 2015 gaat het hierbij om een gestratificeerde steekproef.

Stratificatie houdt in dat het totale bestand aan ‘aanmeetlocaties’ wordt verdeeld in homogene
groepen die onderling belangrijk van elkaar verschillen en dat uit iedere groep van voldoende
omvang een voor die groep representatieve steekproef wordt getrokken.

Dit betekent bijvoorbeeld dat bij een organisatie die beschikt over locaties waarin uitsluitend
hoorzorg wordt verleend en ook over locaties waarin hoorzorg en optiek worden
gecombineerd uit ieder van de beide groepen locaties een representatieve steekproef wordt
getrokken om te bepalen welke locaties worden bezocht.
4.
EEN ‘GEDRAGSCODE ’ IS TOEGEVOEGD AAN DE EISEN AAN GEREGISTREERDE AUDICIENS
a.
Die code is opgenomen onder de kop, ‘professionele verantwoordelijkheid’ in de proceseisen.
belangrijkste wijzigingen Handboek StAr, juli 2014
pagina 4 van 6
b.
De code houdt in:

dat de audicien die is betrokken bij de intake van een cliënt de verantwoordelijkheid draagt voor het
gehele ‘hoorzorgproces’ dat de organisatie aan de cliënt biedt,

dat de audicien zich inspant om de klant een ‘passende oplossing’ te bieden en de cliënt adequaat
inlicht over de beschikbare mogelijkheden en over de financiële consequenties van de in
aanmerking komende mogelijkheden.
5.
VERNIEUWDE PROCESEISEN BENADRUKKEN HET FUNCTIEGERICHTE KARAKTER VAN HOORZORG
a.
Die proceseisen zijn in het handboek opgenomen onder III.3.
b.
De proceseisen bieden, naar de jongste inzichten van wetenschap en praktijk, gedetailleerd inzicht in
iedere processtap:
c.
d.

intake,

zorgplan,

zorgverlening,

levering,

evaluatie en nazorg.
Bij iedere processtap is beschreven:

welke handelingen moeten worden verricht,

welke methoden en technieken daarbij gangbaar zijn,

tot welke resultaten de processtap moet leiden.
De te gebruiken methoden en technieken zijn – waar dat van toepassing is – nader omschreven:


in ‘referentienormen’, bijvoorbeeld:

NEN-EN 15927:2010 over (onder veel meer) otoscopische screening

en NEN-EN 15927:2010 jo. ISO 8253-1 en 3 over audiometrie
en / of in ‘richtlijnen’: bijvoorbeeld de opsomming van bij anamnese en eindcontrole gangbare
gevalideerde vragenlijsten, te weten:
e.

COSI ('Client Oriented Scale of Improvement', Dillon e.a. 1999

GHABP (‘Glasgow Hearing Aid Benefit Profile’, Gatehouse, 1999)

AVABH ('Amsterdamse vragenlijst voor auditieve beperkingen en handicap', Kramer e.a. 1995).
Het in ontwikkeling zijnde ‘hoorprotocol’ past naadloos in deze proceseisen:

de voorgeschreven verplicht uit te voeren handelingen zijn identiek aan de voorgeschreven
handelingen in het ‘hoorprotocol’;

het ‘hoorprotocol’ eist nu (juli 2014) het gebruik van een ‘aangepaste Amsterdamse vragenlijst’ bij
de intake:

Star eist het gebruik van een voor het gebruiksdoel gevalideerde vragenlijst en noemt in de
‘richtlijnen’ de Amsterdamse vragenlijst als voorbeeld (zonder het gebruik van andere
gevalideerde vragenlijsten af te wijzen);

StAr neemt het ‘hoorprotocol’ integraal op als ‘richtlijn’, zodra de bij het opstellen van dat
protocol betrokken partijen het met elkaar eens zijn over de inhoud en de beschrijving van dat
protocol (al dan niet in een ‘definitieve’ versie).
belangrijkste wijzigingen Handboek StAr, juli 2014
pagina 5 van 6
voorbeeld: III.3.4 uit het Handboek: eisen aan de intake
Intake
Paul Valk
21 juli 2014
belangrijkste wijzigingen Handboek StAr, juli 2014
pagina 6 van 6