Factsheet - Shera van den Wittenboer

Geffense plas, Oss
2e jaars opdracht T&L
Het laatste semester van het tweede jaar van de opleiding TenL is gewijd aan de ’Integrale Opdracht’ waarbij van de studenten verwacht wordt dat ze de reeds
opgedane kennis integraal kunnen inzetten. Deze opdracht omvat alle aspecten van het werkterrein, van
masterplan tot detaillering en van materialisatie tot
beheer. Het opdrachtgebied betrof de Geffense Plas in
Oss, een recreatiegebied en voormalige zandwinplas.
Vier delen
Het ontwerprapport dat bij deze opdracht hoort is
vierledig. Het eerste deel bestaat uit de LIOR (Leidraad
Inrichting Openbare Ruimte). In deze LIOR worden de
wegtypen, oevertypen en terreininrichtingen beschreven en uitgewerkt. Ook maakt het grondwerk (oa.
grondbalans) deel uit van de LIOR. Het tweede deel
behandelt de beplantingsstructuur en de in het gebied
voorkomende beplantingstypen. Een aantal daarvan
worden uitgewerkt in een staalkaart. Het derde deel
gaat over het beheer van het gebied. Dit deel wordt
afgesloten met een overdrachtsdocument. Het vierde
deel betreft de detaillering van het gekozen detailgebied. In dit deel wordt verder doorontworpen op een
detailgebied uit het masterplan. Dit gebied wordt op
‘key features’ vervolgens nog weer verder doorontworpen.
leidraad inrichting openbare ruimte (LIOR)
LIOR
Een LIOR (Leidraad Inrichting Openbare Ruimte) is een belangrijk onderdeel van de uitwerking. In deze LIOR worden de wegtypen en oevertypen beschreven en uitgewerkt in principeprofielen. Hierbij wordt tevens de terreininrichting en materialisatie
behandeld. Het betreft zowel straatprofielen als oeverprofielen.
Alle verschillende straat en oevertypen worden uitgewerkt en
aangevuld met een materialiseringsstaalkaart.
Ook maakt het grondwerk (oa. grondbalans) deel uit van de
LIOR.
Beplantingsstaalkaarten
1. Zomereik (Quercus robur)
2. Amerikaanse krent (Amelanchier lamarckii)
3. Ruwe berk (Betula pendula)
4.Grove den (Pinus sylvestris)
Zomereik(Acer
(Quercus
robur)
5. Noorse1. Esdoorn
platanoide)
2. Amerikaanse
krent (Amelanchier lamarckii)
6. Lijsterbes
(Sorbus aucuparia)
3. Ruwe berk
(Betula pendula)
7.Mannetjesvaren
(Dryopteris
felix-mas)
4.Grove na
dendunning
(Pinus sylvestris)
8. Productiebos
5. Noorse Esdoorn
platanoide)
9. Links productiebos
vóór(Acer
dunning,
rechts drie jaar ná dunning
46
Beplantingsstaalkaarten
De beplantingsstructuur en de in het gebied
voorkomende
beaanleg
en sortiment
plantingstypen worden in kaart gebracht. Een aantal van de genoemde beplantingstypes worden uitgewerkt in aanleg
een staalkaart.
en sortiment
6. Lijsterbes (Sorbus aucuparia)
7.Mannetjesvaren (Dryopteris felix-mas)
8. Productiebos na dunning
9. Links productiebos vóór dunning, rechts drie jaar ná dunning
1
kozen soorten leveren een goede bijdrage aan het verbeteren van de strooisellaag.
De cultuurlijke
bosranden zijn gedeeltelijk gelegen op de grens van duin46
vaaggrond en veldpodzolgrond (zie ook het hoofdstuk van de analyse). In
In deze
staalkaarten
eenbodemvormende
beeld geschetst
van de omvorvaaggronden
hebbenwordt
nog weinig
plaatsgevonden.
Je kunt
ligweide
Percentage
beplanting
Opmerkingen
soorten leveren een
goede bijdrage
aan het verbeteren
van de strooisellaag.
De cultuurlijke bosranden zijn gedeeltelijk gelegen op de grens van duin-Bomenkozen
hier
danhet
ookvaaggrond
spreken van
bodemcondities.
Nuhet
hebben
bossen
ming
van
huidige
natuurtype
naar (zie
hetook
wensbeeld.
Ook
isdearme
er
en arme
veldpodzolgrond
hoofdstuk
vanop
analyse). InQuercus robur
100%
planten als
gronden vanvaaggronden
nature een minder
grote
diversiteit
dan
bossen
op
rijkere
gronhebben nog weinig bodemvormende plaatsgevonden. Je kunt
Bomen ligweide
Percentage beplanting
Opmerkingen
aandacht
voorhiersortiment,
beheer,
aanleg
en kosten.
Percentage beplanting
Opmerkingen
den en worden
doorgaans
ook
minder
aantrekkelijk
gevonden.
Omdat
hetop armeBomen bosrand
dan ook spreken
van arme
bodemcondities.
Nu hebben
bossen
Quercus robur
100%
planten als
recreatieve aspect
bij
deze
bossen
een
grote
rol
in
neemt,
is
het
van
belang
gronden van nature een minder grote diversiteit dan bossen op rijkere gron-Betula pendula
20% behouden
Bomen bosrand
Percentage beplanting
Opmerkingen
om het bodemleven
op deze
bodems op
te brengen.
Hetgevonden.
hoge percenden en worden
doorgaans
ookgang
minder
aantrekkelijk
Omdat het
robur
20% behouden of bijtage Pinus nigra
doet weinig
hetbossen
bodemleven.
Derol
naalden
zorgen
recreatieve
aspectvoor
bij deze
een grote
in neemt,
is hetvoor
van belangQuercusBetula
pendula
20% behouden
planten
het bodemleven
op dezeen
bodems
op gang
te brengen.
een moeilijkom
verteerbare
strooisellaag
door het
relatief
geslotenHet
dakhoge
vanpercenQuercus robur
20% behouden of bij15% behouden
nigragevarieerde
doet weinig voor
het bodemleven.
De naalden
zorgen voorPinus nigra
boomkronentage
kanPinus
er geen
kruidlaag
tot ontwikkeling
komen.
planten
moeilijk verteerbare
strooisellaag
door
het relatief
gesloten
Om dit bos een
aantrekkelijker
te maken
is het danenook
belangrijk
om
zoveeldak vanFraxinus excelsior
10% 15% behouden
Vnl. aan de randen
Pinus nigra
boomkronentekan
er geen
kruidlaag
tot ontwikkeling
mogelijk boomsoorten
planten
diegevarieerde
een makkelijk
verteerbare
strooisel-komen.
20% 10%
KanVnl.
tegen
Om dit
bos linde,
aantrekkelijker
te maken
is hetzodat
dan ook
belangrijk om zoveelTilia cordata
Fraxinus excelsior
aanschaduw
de randen
laag achterlaten,
zoals
es, esdoorn
en robinia,
de strooisellaag
mogelijk boomsoorten te planten die een makkelijk verteerbare strooisel-Acer platanoides
15%
verbeterd, verzuring
wordt tegengegaan en op termijn een weelderiger,
Tilia cordata
20%
Kan tegen schaduw
laag achterlaten, zoals linde, es, esdoorn en robinia, zodat de strooisellaag
aantrekkelijker bostype kan ontstaan.
Robinia pseudoacacia
20%
1
2
3
2
3
4
5
Acer platanoides
15%
verbeterd, verzuring wordt tegengegaan en op termijn een weelderiger,
aantrekkelijker bostype kan ontstaan.
20% beplanting
Bomen Robinia
boskernpseudoacacia Percentage
Opmerkingen
Dit onderwerp zal nog iets uitvoeriger beschreven worden in de staalkaart die de
omvorming van productiebos met naaldhout naar gemengd, soortenrijk loofbos beBomen boskern
Opmerkingen
Dit onderwerp zal nog iets uitvoeriger beschreven worden in de staalkaart die dePinus nigra
20% Percentage beplanting Gefaseerd
verwijderen
schrijft. Grotendeels
worden
daar
dezelfde
plantensoorten
geintroduceerd
als
bij
de
omvorming van productiebos met naaldhout naar gemengd, soortenrijk loofbos bePinus nigra
20%
Gefaseerd verwijderen
cultuurlijke bosranden.
Ik
ga
daar
iets
uitvoeriger
in
op
de
toepassing
van
dit
sortiAcer
platanoides
20%
schrijft. Grotendeels worden daar dezelfde plantensoorten geintroduceerd als bij de
ment ter verbetering
vanbosranden.
de strooisellaag.
cultuurlijke
Ik ga daar iets uitvoeriger in op de toepassing van dit sorti-Tilia cordata
Acer platanoides
25% 20%
Zie ‘beheer’
ment ter verbetering van de strooisellaag.
Tilia cordata
Sortiment
Quercus robur
In het sortiment
zijn een aantal boomsoorten opgenomen die van nature niet willen
Sortiment
Quercus robur
Betula pendula
In het
sortiment zijn eenenaantal
boomsoorten
opgenomen
die van nature niet willen
groeien op arme
duinvaaggronden
(in iets
mindere mate)
op veldpodzolgronden.
Betula pendula
op arme
duinvaaggronden
(in platanoides.
iets mindere mate)
op veldpodzolgronden.Heesterlaag
Dit geldt metgroeien
name voor
Fraxinus
excelsior enen
Acer
Deze boomsoorten
Ditverhouding
geldt met name
voor krijgen
Fraxinusop
excelsior
en Aceren
platanoides.
Deze
boomsoorten
Heesterlaag
zullen het naar
zwaarder
deze bodems
vragen meer
beheer
zullen het naar verhouding
zwaarder krijgen
op deze bodems
en vragen meer
(een voorkeursbehandeling
door het verwijderen
van concurrende
boomsoorten
in beheerAmelanchier lamarckii
25%
20%
ties, dan blijft de huidige situatie nog heel lang in stand.
Corylus avellana
Het sortimentHet
zalsortiment
voor het zal
grootste
deel
bestaan
inheemse
soorten. Gekozen
aucuparia
voor het
grootste
deeluit
bestaan
uit inheemse
soorten. GekozenSorbus Sorbus
aucuparia
wordt voor autochtoon
omdat dit zoveel
mogelijk
de al bij de al
wordt voor plantmateriaal,
autochtoon plantmateriaal,
omdat dit
zoveel aansluit
mogelijk bij
aansluit
aanwezige flora
en fauna.
Bijen
spontane
zal zich hier
zoaanwezige
flora
fauna. Bijontwikkeling
spontane ontwikkeling
zal voornamelijk,
zich hier voornamelijk,
zoSambucus
nigra nigra
Sambucus
mereik, lijsterbes
en berk
vestigen.
Deze
soorten
hoeven
daarom
aangeplant
te
mereik,
lijsterbes
en berk
vestigen.
Deze
soorten
hoevenniet
daarom
niet aangeplant
te
worden, omdat
ze vanzelf
uit zullen
maken
vanmaken
de beplanting.
Er is voorEr is voorFrangula
worden,
omdatdeel
ze vanzelf
deelgaan
uit zullen
gaan
van de beplanting.
alnus alnus
Frangula
gekozen vooral
soorten
aan soorten
te planten
van oorsprong
horen bij horen
de ietsbijvruchtgekozen
vooral
aan die
te planten
die van oorsprong
de iets vruchtAcer campestre
baardere
gronden,
die wel
gedijen
onder de
huidige omstandigheden.
baardere gronden,
maar
die welmaar
gedijen
onder
de huidige
omstandigheden.
De ge- De ge-Acer campestre
Zie ‘beheer’
Zie ‘beheer’
Zie ‘beheer’
Percentage beplanting
Opmerkingen
10%
10%
Vnl. aan de randen. Niet
Vnl. aan
de randen.
inheems,
maar
verwil-Niet
derdinheems, maar verwil-
25%
Waardevol ter verbetereWaardevol ter verbetereing van de strooisellaag
Amelanchier lamarckii
voorkeursbehandeling
door het
verwijderen om
van het
concurrende
boomsoorten
in
de omgeving).(een
Desondanks
zijn deze soorten
onontbeerlijk
bodemleven
op
deZou
omgeving).
Desondanks
zijnsoorten
deze soorten
onontbeerlijk
omdeze
het bodemleven
op
gang te blijven.
men enkel
kiezen voor
die wél
gedijen onder
condigang te blijven. Zou men enkel kiezen voor soorten die wél gedijen onder deze condi-Corylus avellana
ties, dan blijft de huidige situatie nog heel lang in stand.
25%
20% 25%
25%
Percentage beplanting
4
5
Opmerkingen
derd
10% (behouden)
10% (behouden)
15% 15%
ing van de strooisellaag
Al aanwezig
en en
ontstaat
Al aanwezig
ontstaat
vanvan
nature.
nature.
Groepsgewijze
menging
Groepsgewijze
menging
25% 25%
Groepsgewijze
menging
Groepsgewijze
menging
15% 15%
Groepsgewijze
menging
Groepsgewijze
menging
66
77
detailontwerp
Detaillering
Het belangrijkste onderdeel van het masterplan, het nieuwe
horecapaviljoen en de directe omgeving, zijn verder doorontworpen op een lager schaalniveau.
Bepaalde ’Key Features’ zijn vervolgens nog weer verder doorontworpen. Door middel van visualisaties worden deze in beeld
gebracht.