Opdrachtgeverschap bij gemeenten

EXPERTGROEP PROFESSIONALISERING PROJECTMANAGEMENT
Opdrachtgeverschap bij
gemeenten
VPNG
Vereniging Projectmanagement Nederlandse Gemeenten
2
Opdrachtgeverschap bij
gemeenten
3
VOORWOORD
De expertgroep professionaliseren projectmanagement, binnen de VPNG,
heeft als missie om de projectmanagers met elkaar in contact te brengen
over professionaliseringsvragen rond het vak projectmanagement. Dit doen
we door middel van landelijke bijeenkomsten en door het organiseren van
intervisie. Voor u ligt de hand-out van de bijeenkomst op 16 september, waar
Hoite Detmar, directeur Omgeving en Reizigers bij de Dienst Metro, gemeente
Amsterdam; Laura van der Poel, programmamanager bij de gemeente Zutphen en Edwin van Dieën, manager bij de gemeente Dordrecht en auteur
van het boek “De Opdrachtgever, nieuw leiderschap binnen de overheid”
het programma hebben begeleid. We hopen dat u met deze hand-out een
slag dieper informatie tot u neemt, en het u aanmoedigt om meer gebruik te
maken van elkaars kennis en ervaring.
Namens de VPNG willen we de volgende gastsprekers bedanken:
Hoite Detmar
Directeur Omgeving en Reizigers bij de dienst Metro, gemeente Amsterdam
Laura van der Poel
Programmamanager bij de gemeente Zutphen
Edwin van Dieën
Manager gemeente Dordrecht. Auteur van het boek
“De Opdrachtgever, nieuw leiderschap binnen de overheid”
BESTUUR VPNG
Francois van Doesburg
Leon Busschops
Henk Twisk
Gert Bolkesteijn
Ivo Dielemans 4
Afdelingsmanager Projecten Veenendaal
Hoofd Projectbureau Veldhoven
Afdelingshoofd Projectmanagement Delft Hoofd Team Projecten Hoogeveen
Manager Projectmanagement Maastricht
Deze uitgave is een initiatief van de Vereniging Projectmanagement Nederlandse Gemeenten. Kijk voor meer informatie over deze vereniging op
www.vpng.nl.
Managementsamenvatting
Opdrachtgeverschap bij gemeenten
Voor u ligt de handout “Opdrachtgeverschap bij gemeenten”. Deze bijdrage bevat een
bundeling aan waardevolle informatie voor gemeentelijke projectmanagers, projectleiders en andere betrokkenen die geïnteresseerd zijn in het opdrachtgeverschap.
Ten eerste wordt de publicatie ‘Samenspel en
tegenspraak’ besproken. Deze publicatie is
door de gemeente Amsterdam en KING in 2014
opgesteld, waarin de belangrijkste lessen die
uit het project Noord/Zuid-lijn zijn getrokken
naar voren komen. Zo is tegenspraak organiseren erg belangrijk, aangezien dit zich snel kan
verspreiden. Beargumenteerd wordt dat dit
niet als een bedreiging gezien moet worden,
maar juist als een kans om een open dialoog
met de omgeving te organiseren. Hierbij wordt
uitgelegd dat de focus zich moet richten op de
projectvoorbereiding, rolverdeling, omgeving
en aanbesteding.
Colofon
Eindredactie Redactie Grafische vormgeving
Uitgave Enrico Kraijo
Widjai Magrey
Conny Goller
November 2014
5
Managementsamenvatting
Opdrachtgeverschap bij gemeenten
In het tweede hoofdstuk wordt het boek van Edwin van Dieën: “De opdrachtgever: Nieuw leiderschap binnen de overheid” samengevat. Hierbij
wordt het opdrachtgeverschap gezien als een vorm van resultaatgericht
leiderschap. Waar moet je op letten en sturen bij het opdrachtgeverschap
en welke succesfactoren zijn er bekend? Maar misschien nog wel belangrijker: over welke competenties moet de opdrachtgever beschikken en
op welke momenten moet diegene in actie komen? Deze vragen worden in
het artikel beantwoord.
Vervolgens kan een interview met de auteur natuurlijk niet ontbreken. De
prangende vragen waarmee je na het lezen van het boek komt te zitten
worden hier beantwoord. Hoe moet de relatie tussen de opdrachtgever en
opdrachtnemer er precies uit zien en hoe moet een projectleider omgaan
met tijdsnood. Maar vooral: wat kunt u leren van deze bijdrage?
6
Managementsamenvatting
Opdrachtgeverschap bij gemeenten
Om wat meer in het proces van projectmatig werken te duiken, worden vervolgens de
belangrijkste tips, problemen en oplossingen behorend bij het ambtelijk opdrachtgeverschap weergegeven. De informatie wordt gehaald uit het boek van Enrico Kraijo:
“Projectmatig werken bij de gemeentelijke overheid”. Eerst komt naar voren met welke
valkuilen ambtelijke opdrachtgevers rekening mee moeten houden. Wanneer u van deze
mogelijke valkuilen op de hoogte bent, kunt u tijdig hierop aansturen en voorkomen dat
er ongewenste problemen optreden. Zo kan bijvoorbeeld een bestuurlijke opdrachtgever onvoldoende informatie over de opdracht geven om de politieke speelruimte
te maximaliseren. Wanneer een ambtelijke opdrachtgever over de juiste competenties beschikt kan diegene met deze valkuilen omgaan. Daarom worden verschillende
competenties besproken gericht op de projectvoortgang, besluitvorming, signalering,
prioriteiten, integraliteit, projectcondities, besliskracht, projectkaders en het politiek
gevoel.
Verder wordt er verslag gelegd over de expertgroepbijeenkomst Professionalisering
Projectmanagement: ‚Opdrachtgeverschap bij gemeenten’ georganiseerd door de VPNG.
Hier waren ongeveer 40 vertegenwoordigers van gemeenten, zoals projectleiders en
ambtelijke opdrachtgevers, bij aanwezig en het doel van deze bijeenkomst was om
kennis en ervaringen over de dilemma’s behorend bij het ambtelijk opdrachtgeverschap
uit te wisselen. De belangrijkste thema’s worden hier besproken.
Tot slot zijn relevante documenten en de presentaties van de bijeenkomst aan dit
artikel gevoegd.
7
INHOUDSOPGAVE
1. Samenspel en Tegenspraak: Tien lessen uit de Noord/Zuidlijn
11
2. De opdrachtgever: Nieuw leiderschap binnen de overheid
20
3. Interview met Edwin van Dieën
28
4. Projectmatig werken bij de gemeentelijke overheid
38
5. Verslag expertgroep44
6. Relevante documenten/ Websites
46
7. Bijlagen52
8
9
De tien lessen uit de Noord/Zuidlijn
Bezint eer ge begint
Zorg voor een sterke projectorganisatie
Organiseer samenwerking met andere partijen actief
Zoek tegenspraak
Wees realistisch over risico’s
Geef uitvoering een grotere plaats in het project
Versterk de positie van de gemeente in de markt
Versimpel de inhoud en beperk regels en controles
Zorg voor bewuste en onderbouwde besluitvorming
Bestuur: bestuur!
Tabel 1: De tien lessen uit de Noord/Zuidlijn
10
1. Samenspel en Tegenspraak: Tien lessen uit de Noord/Zuidlijn
BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN EN TIPS UIT HET ONDERZOEK
De gemeente Amsterdam heeft in april 2014
samen met KING een interessante publicatie
laten verschijnen over de lessen die men via
een aantal workshops in 2012 en 2013 heeft
getrokken uit het project Noord/Zuid-lijn.
Deelnemers aan ‘Samenspel en tegenspraak’,
zoals ambtenaren, bestuurders en burgers,
zijn in de workshops geïnspireerd en gestimuleerd om de lessen te gaan toepassen en om
hun eigen ervaringen actief te delen met collega’s. De hoofdrolspelers spraken in de vier sessies in wisselende samenstelling steeds vanuit
hun eigen perspectief. In het rapport worden
de lessen uit het Noord/Zuid-lijn project beschreven rondom de communicatie met bewoners en het opdrachtgeverschap.
In het tabel hiernaast zijn de tien lessen uit de
Noord/Zuidlijn opgenomen. Deze lessen zijn
verwerkt in de focuspunten die hieronder zijn
weergegeven. In het kort komt het erop neer
dat tegenspraak organiseren belangrijker is
dan ooit. Ongenoegen kan zich namelijk in
een mum van tijd verspreiden en onbeheersbaar worden, bijvoorbeeld via het internet en
media. Dit moet niet als een bedreiging gezien
worden, maar het biedt juist kansen voor een
open dialoog en dus voor een beter samenspel
met de omgeving.
11
1. Samenspel en Tegenspraak: Tien lessen uit de Noord/Zuidlijn
Focus op projectvoorbereiding
Voordat een project van start gaat moet een
vraagstuk helder geanalyseerd worden zodat
een uitvoerbaar politiek besluit kan worden
genomen. Hierbij is het van belang om de onzekerheid die bij de uitvoering hoort gereduceerd moet worden. In de voorbereidingsfase
zullen de risico’s dus in kaart worden gebracht
en moet er een maakbaar plaatje gedefinieerd
worden. Dit is alleen mogelijk als er voldoende
tijd voor wordt genomen en een tunnelvisie
wordt vermeden.
Dit vereist een open debat, waarbij het organiseren van tegenspraak erg belangrijk is.
Ambtenaren zullen de risico’s eerlijk moeten
benoemen en de bestuurders zullen de verwachtingen van het gemeenteraad en de burgers moeten managen. “De workshop heeft
voor mij weer bevestigd hoe belangrijk het is
om bij aanvang van elk project de invulling
van de rollen en de verwachtingen naar elkaar
uitspreken. We gaan er nu denk ik te vaak van
uit dat we daar hetzelfde beeld bij hebben”, aldus één van de deelnemers.
12
In de eerste workshop bracht burgemeester
Eberhard van der Laan het volgende dilemma
op tafel: “Voor mij zijn fouten iets als zuurstof,
als ademen, als iets waar je niet zonder kunt.
Fouten worden nu eenmaal gemaakt, dat is
normaal. Maar wanneer fouten te laat, in fases
of helemaal niet op tafel komen, krijgen ze iets
giftigs en daar kan ik heel slecht tegen. Fouten
zijn er om op te lossen, maar dat kan pas als je
ze in alle volledigheid kent. Hier gaat het vaak
mis, en met jullie wil ik bespreken: waarom
gaat het mis? Waarom worden er zo dikwijls
zaken achtergehouden?”
Eén antwoord hierop was: “Als de ambtenaar
het vanuit de inhoud een idiote beslissing
vindt, dan is het een megaprestatie om een
kloppend antwoord voor de minister te formuleren. Toch wordt dat soms van hem verwacht.”
Een andere reactie was: “Je ziet ook vaak dat
een deel van de fout in een vorig besluit verankerd ligt. En mensen komen niet graag terug
op vorige besluiten, zeker niet als die moeizaam tot stand gekomen zijn.”
De opgave voor bestuurders, ambtelijke opdrachtgevers en projectleidersis om een politiek besluit voor te bereiden waarin de onzekerheden helder worden benoemd en de
dilemma’s en gemaakte afwegingen niet worden verborgen. Dit vraagt van hen de vaardigheid om met een oprecht verhaal steun te
krijgen voor de plannen, de mentaliteit om niet
het eigenbelang maar dat van de stad te laten
prevaleren en omgangsvormen die ruimte laten voor onderlinge tegenspraak.
13
14
1. Samenspel en Tegenspraak: Tien lessen uit de Noord/Zuidlijn
Focus op rolverdeling
Bestuurder, ambtelijk opdrachtgever en projectmanager vervullen een belangrijke rol bij
het project. Tijdens de voorbereiding, de uitvoering en de oplevering van een infraproject
kunnen zij het verschil maken. De geschiedenis staat bol van driemanschappen–bijvoorbeeld die van Ceasar, Pompeius en Crassus
– die op beslissende momenten het heft in
handen nemen. Maar diezelfde geschiedenis
leert ook dat veel van deze doorgaans politieke allianties weer ten onder gaan aan jaloezie,
wantrouwen en ongebreidelde ambities. Alle
drie de rolhouders worden opgeroepen elkaar
te helpen en scherp tehouden. Heldere afspraken over de rolverdelingen het bewaken van
de rolzuiverheid zullen hierbij helpen.
De bestuurder zal hierbij een werksfeer
moeten creëren waarin de ambtenaren zich
voldoende veilig voelen om kritiek te geven.
De ambtelijke opdrachtgever wordt geacht
een deskundig projectteam te benoemen en
een sparringpartner te zijn voor de projectmanager en het bestuur. De projectmanager, tot
slot, zal ervoor moeten zorgen dat het driemanschap zicht krijgt en houdt op de haalbaarheid en maakbaarheid van het project.
Een belangrijke opgave voor het driemanschap
is om in een krachtenveld waar ongestuurde
politieke strijd altijd op de loer ligt, te blijven
streven naar co-creatiefsamenspel en rekening te houden met de perspectieven van elkaar waarmee ze naar vraagstukken kijken.
15
1. Samenspel en Tegenspraak: Tien lessen uit de Noord/Zuidlijn
Focus op omgeving
Bij de projectuitvoering mag de buitenwereld niet vergeten worden.
Een belangrijke opgave is hierbij hoe er omgegaan moet worden met
burgers die het niet eens zijn met het beleid van de overheid, doordat het niet in hun belang is. Bij deNoord/Zuidlijn is geleerd dat het
loont om hen maximale ruimte te bieden om hun verhaal te doen,
om met hen te blijven zoeken naar gezamenlijke belangen en daar
waar mogelijk hun kracht en kennis te mobiliseren.
De blik van alle medewerkers moet naar buiten gericht worden in de
overtuiging dat het loont om de kracht en kennis van buurtbewoners
te benutten. Dit kan echter tijd vergen, aangezien het open, eerlijk en
kwetsbaar zijn erg lastig kan zijn en een tijd lang voort moet duren.
Uit de praktijk blijkt echter dat de omgeving veel te bieden kan hebben aan de projectuitvoerders, die meestal niet alle kennis in huis
hebben of alle problemen zelf kunnen oplossen.
1. Samenspel en Tegenspraak: Tien lessen uit de Noord/Zuidlijn
Focus op de aanbesteding
Verder moet de gemeente meer aandacht
hebben voor de relatie met de aannemer om
de positie op de markt te versterken. Het contracteringsproces begint met het bepalen van
de strategie en eindigt met de ondertekening
van het contract met de geselecteerde aannemer. De keuze voor een contractvorm legt de
basis voor zowel de uitvoering van het project
als voor de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Een aandachtspunt
hierbij is dat er zowel aan de kant
van de opdrachtgever als aan de kant van de
opdrachtnemer er medewerkers nodig zijn die
de contractvorm omarmen en ermee om kunnen gaan.
Verder zal het vertrouwen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer moeten groeien. Dat
kan niet in een contract worden geregeld, maar
hierin kunnen wel condities worden vastgelegd om tot een goede samenwerking te komen, zoals omgangsvormen en escalatieregels.
17
1. Samenspel en Tegenspraak: Tien lessen uit de Noord/Zuidlijn
Focus op de aanbesteding
Rol
Taak
Vaardigheden
• Visie en ambitie - beleidskeuzen
• Politieke tegenspraak organiseren
• Politiek maatschappelijke risico‘s wegen
• +/- raadsbesluit: raad beschermen
• Nut en noodzaak van het project in
• Ijdelheid bedwingen
• Politiek sensitief zijn
• Niet de raad in ja-stand duwen • Verhaal kunnen
• Op afstand van de uitvoering
vertellen
blijven
• Verbinden
• Staan vor de ingeslagen weg
• Stekker uit project kunnen
•
•
•
•
•
•
• Voeling met bestuurder waar
beeld houden
Regie
Contextbesturing
Planning & Control
Objectiveren
Ambtelijke tegenspraak
Coördinatie met andere diensten
• Projectorganisatie
• Sturing op resultaat
• Projectbeheersing
• Risicomanagement
• Omgevingsmanagement
• Status van informatie verzorgen
• Rapporteren
• Verbinding met omgeving
• Maatschappelijke tegenspraak
Tabel 2: Rollen van opdrachtgevers
18
Houding en gedrag
trekken (onthecht)
hij voor wil gaan
• Scoringsdrang bedwingen
• Realistisch optimistisch
• Vertrouwen in eigen kunnen
•
•
•
Procesmanagement
Ambtelijk sensitief
zijn
Sparringpartner zijn
voor BO en PM
• Projecmanagement
• Maatschappelijk
sensitief
1. Samenspel en Tegenspraak: Tien lessen uit de Noord/Zuidlijn
Focus op de aanbesteding
In tabel 2 zijn nog kort de taken, houding en
gedrag en vaardigheden van de drie soorten
opdrachtgevers weergeven.
Gefocust op de projectmanager probeert diegene vanuit de inhoud en ratio te werken, maar
moet ook het maatschappelijk perspectief niet
uit het oog worden verloren. De projectmanager moet zich niet van de wijs laten brengen
door complexe omgevingsfactoren of iets gelegen liggen aan politiek-bestuurlijke spelregels.
In het maatschappelijk theater moet de projectmanager rolvast kunnen optreden en heeft
hierdoor behoefte aan zekerheid over decontinuïteit van zijn project.
19
2. De opdrachtgever: Nieuw leiderschap binnen de overheid
HET BOEK VAN EDWIN VAN DIEËN
Hieronder worden kort de belangrijkste tips,
problemen en oplossingen behorend bij het opdrachtgeverschap weergegeven. Het boek van
Edwin van Dieën: “De opdrachtgever: Nieuw
leiderschap binnen de overheid” staat hierbij
centraal.
20
In het boek wordt onder opdrachtgeverschap
‘een vorm van resultaatgericht leiderschap
gehanteerd’. Hierbij worden drie generaties
van opdrachtgeverschap onderscheiden. De
oudste vorm van opdrachtgeverschap is die
waarbij een overheid een opdracht verstrekt
aan een aannemer voor de uitvoering van bepaald werk. De tweede generatie opdrachtgeverschap betreft het aansturen van projectleiders in de eigen organisatie. Nu hier positieve
ervaringen mee zijn opgedaan door leidinggevenden, zet het opdrachtgeverschap zich
in voor flexibilisering van de organisatie, in
allerlei verbanden. Dat is de derde generatie
opdrachtgeverschap.
2. De opdrachtgever: Nieuw leiderschap binnen de overheid
De opdrachtgever: Vak of ‘kunstje’?
Vast staat dat de opdrachtgever een erg
belangrijke rol vervult in een project. Rob
van der Noll vertelde hier het volgende over:
“Natuurlijk, de opdrachtgever is degeen die
vraagt om het uiteindelijke resultaat. Maar
hij kan niet achterover leunen terwijl de projectleider en zijn team aan de slag zijn. Zolang het project loopt moet de opdrachtgever
erbij betrokken blijven, er wakker van liggen
als het niet loopt. De opdrachtgever moet er
voor zorgen dat de projectleider het project
kan uitvoeren. De opdrachtgever moet ook in
de verschillende fasen van het project kiezen
voor stoppen, bijsturen of doorgaan”.
Daarnaast geeft Van der Noll ook mee dat
een opdrachtgever zich niet moet vergissen
in de taaiheid van de organisatie, aangezien
hier het werk wordt uitgevoerd ‘zoals het altijd al is gedaan’. Wanneer een opdrachtgever
vindt dat er iets anders gedaan moet worden
moet dit duidelijk worden aangegeven. Verder zal diegene ook altijd moeten reflecteren
op zichzelf en op het project en zorgen voor
ruimte voor het project binnen de bestaande
organisatie. Als succesfactoren voor doeltreffend leiderschap wordt meegegeven dat
een opdrachtgever in staat moet zijn om zijn
lusten te weten te beheersen en het aandurven om besluiten te nemen. In tabel 3 zijn de
taken van de opdrachtgever volgens Rudy
21
2. De opdrachtgever: Nieuw leiderschap binnen de overheid
Taken van de opdrachtgever
Het omschrijven van het gewenste projectresultaat
Het zorgdragen voor de inbedding en rugdekking van het project in de organisatie
Het goedkeuren van de tussentijdse resultaatbeschrijvingen
Het tussentijds beslissen over de voortgang van het project
Het afschermen van het project voor ongewenste verstorende invloeden uit de omgeving
Het bepalen van degenen aan wie het projectresultaat wordt overgedragen
Het beëindigen van het project
Tabel 3: Taken van de opdrachtgever
22
2. De opdrachtgever: Nieuw leiderschap binnen de overheid
Competenties van de opdrachtgever
Uit de bijdragen van de sprekers in een reeks
bijeenkomsten zijn in het boek een aantal
competenties gefilterd waar een goede opdrachtgever over moet beschikken.
Als eerste begint het opdrachtgeven vaak met
het vormen van een visie op de uit te voeren
werkzaamheden, de te bereiken resultaten en
de te behalen doelstellingen. Deze visie zal
mede gedragen moeten worden door de belangrijkste partijen in het project. Om dit te
bereiken zal de opdrachtgever ook de belangen van andere partijen moeten betrekken bij
de ontwikkeling van deze visie. Ten tweede
moet de opdrachtgever ook over kennis van
de werking van de eigen organisatie moeten
beschikken. De opdrachtgever moet namelijk
weten hoe binnen de eigen organisatie middelen als geld en personeel verkregen kunnen
worden. Daarnaast moet deze persoon over
genoeg kunde beschikken om de opdrachtnemer te selecteren en resultaatgericht aan
te kunnen sturen. Hierbij valt te denken aan
competenties om de opdrachtnemer te controleren, verantwoording af te laten leggen
en bij te sturen. Gedurende de looptijd van
het project ontstaan ook andere prioriteiten
en zal de opdrachtgever de urgentie van de
opdracht overeind moeten weten te houden.
Tot slot is de positie van de opdrachtgever
belangrijk. Deze persoon moet namelijk over
een positie beschikken waardoor diegene in
staat is om formele beslissingen te nemen.
23
2. De opdrachtgever: Nieuw leiderschap binnen de overheid
Opdrachtgever als vorm van leiderschap
Een verstandige opdrachtgever zorgt ervoor
om de opdracht pas te starten zodra hij nut en
noodzaak getoetst heeft en draagvlak heeft gekregen bij collega’s. De opdrachtgever kan dit
concreet maken door de zakelijke rechtvaardiging van de opdracht in een business case te
beschrijven en dit ook formeel te laten vaststellen door het managementteam, directieteam en de politiek verantwoordelijken.
Daarnaast hoort er in een opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie sprake te zijn van een gelijkwaardige situatie, aangezien beide afhankelijk van elkaar zijn. Dit dient de opdrachtgever
altijd in het achterhoofd te houden. De opdrachtnemer is geen slaaf en de opdrachtgever
is geen dictator. De opdrachtnemer kan een
opdracht weigeren of niet instemmen met de
koers die gevaren dient te worden. Hierdoor
wijkt de verhouding tussen de opdrachtgever
en opdrachtnemer principieel af van de verhouding tussen de werkgever en werknemer.
24
Een werknemer moet namelijk wel uitvoeren
wat de werkgever van diegene vraagt.
De status van het project wordt vaak bepaald
door de positie en aandacht die opdrachtgevers hieraan geven. Dit heeft een belangrijk
effect op de motivatie van de medewerkers
en de leidinggevenden van de medewerkers.
Daarom dient de opdrachtgever er rekening
mee te houden dat regelmatige aandacht voor
een toename van de motivatie zorgt en betere
medewerkers beschikbaar komen.
De waarde van de opdrachtgever zit in het verbinden van het project met de politiek bestuurlijke en ambtelijke organisatie, het verbreden
van het blikveld en het in de gaten houden van
de grote lijnen en na te streven doelstellingen.
Wanneer de opdrachtgever zich structureel
gaat inzetten op operationeel niveau, is er niemand die de strategische doelen in de gaten
houdt en zal de opdrachtnemer ook minder
25
2. De opdrachtgever: Nieuw leiderschap binnen de overheid
De momenten van de opdrachtgever
De opdrachtgever kan lange tijd onzichtbaar blijven, maar moet er wel zijn als zijn
moment is aangekomen. Voor de opdrachtgever zijn zeven momenten van belang:
Keuze voor het opdrachtgeverschap
Contractering / selectie van de opdrachtnemer
De opdrachtformulering
Fase overgangen / als er zingeving nodig is
De tussentijdse rapportage
‘Als het misloopt’ / als de opdrachtnemer wil sparren
Eind: Evaluatie en afsluiting
Als eerste zal er de keuze voor het opdrachtgeverschap gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld omdat de directe medewerkers de
werkzaamheden niet zelf kunnen uitvoeren
of de opdrachtgever zelf de eindverantwoordelijkheid wil behouden en de mogelijkheid
wil hebben om bij te kunnen sturen. Hiermee
worden een paar keuzen gemaakt hoe de opdrachtgever wil sturen op het behalen van de
doelstelling.
26
Vervolgens gaat de opdrachtgever op zoek
naar een opdrachtnemer. Hierbij is het verstandig om zorgvuldig te werk te gaan en
dit proces te zien als de situatie waarbij een
werknemer aangenomen moet worden. Gedacht kan worden aan het maken van een
profielschets.
Ook is het van belang om de opdracht te definiëren en te komen tot een zakelijke rechtvaardiging van de opdracht. De businesscase
levert vaak veel extra informatie en motivatie
2. De opdrachtgever: Nieuw leiderschap binnen de overheid
op voor de opdrachtnemer en zijn team. Als
het mogelijk is, dan is het verstandig om dit
openbaar te maken. Echter zal er wel de tijd
moeten worden genomen om te komen tot
de juiste opdrachtformulering. Dit kan lastig
zijn als er binnen de overheid meerdere doelen nagestreefd worden. Als snelheid een belangrijk aspect is, is het verstandig als je al bij
de eerste besluitvorming laat vastleggen hoe
de verschillende doelstellingen zich onderling verhouden en welke de hoogste prioriteit
heeft.
Daarnaast zal de opdrachtgever er bij de planning voor op moeten passen dat diegene voldoende tijd krijgt om de eigen taken serieus
uit te kunnen voeren.
Als een fase lang duurt, is het verstandig om
tussentijdse rapportagemomenten te benoemen. Een goede tussentijdse rapportage biedt
twee inzichten: een terugblik op wat is uitgevoerd én een vooruitblik op de komende periode.
Indien een opdracht misgaat, ben je als opdrachtgever direct aan zet om met de opdrachtnemer de consequenties te bespreken
en waar nodig de opdracht bij te stellen.
Tot slot moet de opdracht met de opdrachtnemer worden geëvalueerd. Dit kan gedaan
worden op basis van verantwoording. Hierbij
moet de opdrachtgever niet alleen letten op
de harde kant van de opdracht, zoals tijd, geld
en kwaliteit, maar dat ook de interne en externe samenwerking en de persoonlijke inzet
gedurende de opdracht aan de orde komen.
Vervolgens zal hier lering uit getrokken moeten worden en dit doorvertaald moeten worden in duurzame verbetering van de organisatie. Het moet namelijk voorkomen worden
dat telkens hetzelfde wiel uitgevonden moet
worden.
27
3. Interview met Edwin van Dieën
AUTEUR VAN HET BOEK “DE OPDRACHTGEVER: NIEUW LEIDERSCHAP BINNEN DE OVERHEID”
Om meer informatie over de thema’s in het
boek “De opdrachtgever: Nieuw leiderschap
binnen de overheid” te krijgen is gesproken
met de auteur van het boek, Edwin van Dieën.
In uw boek wordt opdrachtgeverschap geformuleerd als “resultaatgericht leiderschap”.
Waarom heeft u voor deze definitie gekozen?
Het resultaatgerichte houdt in dat er wel iets
bereikt moet worden. Dat is het verschil met
een portefeuillehouder. Een portefeuillehouder
is iemand die ergens voor verantwoordelijk is,
maar diegene wil niet per se iets bereiken. Bij
opdrachtgeverschap ga je alleen een opdracht
geven als je iets wilt bereiken. Dus de drive om
een resultaat te bereiken moet erin zitten.
De andere kant is het leiderschap. Je geeft ergens
leiding aan en zorgt voor initiatief en dat er een
bepaalde richting in wordt geslagen. En als iets
niet de goede richting in gaat, moet je gaan kijken
wat er aan de hand is en moet je ook naar je
eigen positie kijken. Dat is dus de reden waarom
ik gekozen heb voor “een vorm van” resultaatgericht leiderschap. Opdrachtgeverschap is daar
één van.
28
3. Interview met Edwin van Dieën
Maakt het ook uit wat voor soort resultaat er
wordt bereikt?
Wat voor soort resultaat er bereikt wordt
maakt niet zoveel uit, want bij een programma
wil je andere dingen behalen dan bij een project.
Bij een project moet er een concreet resultaat
zijn, bij een programma ga je voor doelstellingen.
En je kan het zowel voor de fysieke wereld als
voor het sociaal domein toepassen. Dus opdrachtgeverschap is breed inzetbaar.
Vaak komt het voor dat er binnen de overheid sprake is van meerdere doelstellingen
die soms ook wel tegenstrijdig kunnen zijn.
Hoe ga je daarmee om?
Tegenstrijdige doelstellingen zijn voor een
overheid eigenlijk dagelijks werk. Dat zijn
dilemma’s waar je tegen aan kan lopen en
waar je de juiste keuzes uit moet maken. En
dat erg belangrijk is bij leiderschap, je moet
namelijk keuzes durven te maken en met
dilemma’s durven omgaan.
Je kan niet altijd iedereen te vriend houden.
Dus het omgaan met dilemma’s is in mijn ogen
ook één van de belangrijkste dingen voor goed
opdrachtgeverschap. Ik herken het wel, maar
ik heb geen pasklaar antwoord over hoe je
ermee om moet gaan. De manier waarop je
ermee omgaat bepaalt hoe goed je bent.
29
3. Interview met Edwin van Dieën
Is het te simpel als ik stel dat een opdrachtgever iemand is die opdrachten geeft en een
opdrachtnemer iemand is die opdrachten
uitvoert?
Dat is wel het basisprincipe. Vervolgens is de
opdrachtnemer nog heel lang bezig om de opdrachtgever tot een opdracht te laten komen.
Als ik thuis een lekkage aan mijn dak heb, wil ik
gewoon dat die lekkage verholpen wordt. Dan
kan die aannemer zeggen dat hij alle dakpannen
eraf gaat halen en er een compleet nieuw dak
op gaat leggen. Ik kan dan zeggen dat dat wel
erg duur is en of het niet wat simpeler kan. En
uiteindelijk ga ik dan in dialoog met mijn opdrachtnemer om tot een opdrachtformulering
te komen. Dus bijna altijd heeft de opdrachtgever
de opdrachtnemer ook nodig om de eigen
opdracht goed te kunnen formuleren.
30
In het boek wordt er een hiërarchische relatie voorgesteld tussen de opdrachtgever en
opdrachtnemer. Maar heeft de opdrachtgever het niet min of meer voor het zeggen?
In het opdrachtgeverschap is men juist gelijkwaardig. Een opdrachtnemer kan ‘nee’ zeggen.
En dat is ook het verschil tussen opdrachtnemer-en-opdrachtgeverrelaties en werknemer-en-werkgeverrelaties. Bij werknemeren-werkgeverrelaties kan een werkgever de
werknemers een dienstopdracht geven. Op het
moment dat je een opdrachtgever bent, kan je
geen dienstopdracht geven, want die persoon
is niet jouw medewerker. Er is wel een positieverschil, want de opdrachtgever is een leidinggevende. Maar hij heeft niet de macht om te
dicteren wat er gedaan moet worden.
3. Interview met Edwin van Dieën
Daarnaast kan je opdrachtnemer ook ‘nee’
zeggen, omdat diegene bijvoorbeeld geen tijd
heeft. Als een opdrachtgever het onmogelijke
vraagt of een opdracht geeft die tegenstrijdig
is met de wetgeving kan de opdrachtnemer
dit niet uitvoeren. Terwijl als een baas aan een
medewerker zegt wat die moet doen, kan hij
moeilijk zeggen dat hij er geen tijd voor heeft.
De werknemer laat dan de rest vallen en gaat
doen wat er wordt gevraagd. De andere zaken
zijn dan het risico van de baas.
31
3. Interview met Edwin van Dieën
Deze relatie heeft dan vooral betrekking op
de fase bij de opdrachtformulering. Verandert de relatie gedurende de uitvoering van
de opdracht?
Dat is een interessante, daar ga ik over nadenken. In wezen heb je dan wel een afspraak gemaakt en op z’n minst voor het gevoel is het
wel zo dat, als je een opdracht aanneemt en je
het gaat uitvoeren, je daarmee ook accepteert
dat de ander een opdrachtgevende rol heeft.
Dus met het aannemen van de opdracht ontstaat er een hiërarchische relatie in de zin dat
de opdrachtgever mag bepalen wat er gedaan
moet worden. De opdrachtnemer accepteert
dit bij het aannemen van de opdracht.
32
Een opdrachtgever moet aan veel eisen
voldoen, zoals het monitoren en controleren
van de opdrachtnemer en het gemotiveerd
houden van de medewerkers. Komt het dan
niet voor dat diegene in tijdsnood komt?
Dat is één van de kritieke punten bij opdrachtgevers, ze hebben namelijk nooit tijd. Dus het
is altijd knokken om hun agenda. Dus dat is wel
een probleempunt.
Hier kan je mee omgaan door allereerst prioriteiten te stellen. Hierbij moet je ook bepalen
waar je niets aan doet en accepteren dat er
iets mis kan gaan als je er niets aan doet. In
dat laatste zijn de opdrachtgevers nog niet zo
goed. Maar je kan niet overal aandacht aan
besteden. Er is altijd wel iets waar je meer aan
kan doen. Je moet bepalen waar je je tijd aan
gaat besteden, maar dat hoort bij leiderschap.
3. Interview met Edwin van Dieën
Ook wordt er gesteld dat een opdrachtgever
lering moet trekken uit een project en dit
door moet vertalen naar organisatie. Maar
op welke wijze moet dat precies gebeuren?
Ik ben inmiddels tot een ander inzicht gekomen. Tegenwoordig denk ik dat de bestuurlijke
opdrachtgever, de ambtelijke opdrachtgever en
de projectleider andere doelen hebben bij het
uitvoeren van de evaluatie. Een projectleider
evalueert om er zelf beter van te worden. Een
opdrachtgever moet als doel hebben om de organisatie beter te maken. Dus de uitkomsten
van de evaluatie moet de opdrachtgever gebruiken om aanpassingen in de organisatie te
kunnen maken, zodat de organisatie er beter
van wordt.
De bestuurlijke opdrachtgever heeft nog een ander
doel, die moet zorgen dat met de evaluatie gezorgd
wordt voor een breder draagvlak in de samenleving. Dit
kan door applaus te genereren, bijvoorbeeld wanneer
gezien wordt dat het centraal station in Rotterdam er
geweldig uitziet en binnen het budget is gebleven. Daar
krijg je meer draagvlak mee voor volgende projecten.
En als het fout is gegaan, dan moet ook naar voren komen dat ervan geleerd is. Dus de spelers in de driehoek
hebben andere doelen bij een evaluatie. En dan wordt
het dus spannend waar je je evaluatie op gaat richten.
33
3. Interview met Edwin van Dieën
Wat zijn volgens u de belangrijkste succesfactoren
rondom opdrachtgeverschap?
Een goede samenwerking organiseren met een goede
opdrachtnemer, dat is het belangrijkste. Thuis ben ik
een goede opdrachtgever als ik een goede opdrachtnemer
vind. Want met een goede aannemer is die lekkage in
mijn dak veel sneller verholpen. Dus de selectie van
je opdrachtnemer is echt een succesfactor. Vervolgens
moet je een goede samenwerking organiseren. Daar zit
je zelf bij. Als je daar tijd en energie in steekt, dan kan
dat ook.
34
3. Interview met Edwin van Dieën
Een opdrachtgever moet aan veel eisen
voldoen, zoals het monitoren en controleren
van de opdrachtnemer en het gemotiveerd
Dan de omgekeerde vraag, wat zijn volgens
u de belangrijkste valkuilen waar opdrachtgevers voor moeten oppassen?
Allereerst zichzelf, mensen zijn vaak hun
grootste valkuil. Men kan een ander beeld
hebben van zichzelf dan wat reëel is. Men kan
zichzelf overschatten qua kennis, inzicht, invloed. Bij leiderschap in het algemeen is het
gebrek aan actuele zelfkennis de grootste valkuil.
Degenen die de macht hebben zijn in het begin
meestal wel aanspreekbaar, maar op een gegeven
moment luistert men minder naar kritiek en
past men zich niet meer aan.
Ze vinden dan dat de anderen moeten aanpassen.
Dan krijg je van dat Zonnekoninggedrag wat
erg schadelijk kan zijn. Vaak zijn mensen in het
begin van het Zonnekoninggedrag erg succesvol en slaan ze daarna door. Dat is gevaarlijk.
Wat ook in het rapport ‘Samenspel en tegenspraak’ naar voren kwam is dat tegenspraak
organiseren erg belangrijk is. De opdrachtgevers
moeten dit zeker doen.
Maar er moeten wel mensen zijn die de waarheid zeggen. Zo heb je het thema ‘speaking truth
to power’. Mensen zijn bang voor een mep. Als
je als leidinggevende al één keer, bewust of
onbewust, een mep heb uitgedeeld, bijvoorbeeld
als je hebt gezegd dat iets waardeloos is, dat
onthouden mensen ontzettend lang. En daarna
zullen ze niet meer zo snel iets zeggen.
35
3. Interview met Edwin van Dieën
Wat gaat er volgens u nog mis in gemeenteland
rondom opdrachtgeverschap?
Ik wil hem omkeren, veel dingen gaan in gemeenteland nu beter door het opdrachtgeverschap. Als we ook
doorgaan met de professionalisering van het opdrachtgeverschap, dan zal er nog meer goed gaan. Ik ben erg
positief en zie dat er bij gemeenten heel veel dingen erg
goed gaan en dat ook het opdrachtgeverschap erg goed
ingevuld wordt. Natuurlijk komt het voor dat er fouten
worden gemaakt, maar we zijn met 400 gemeenten en
nog meer opdrachtgevers, dus dan kunnen fouten voorkomen. Je moet vooral kijken waar het goed gaat. En als
we er nog beter in worden, zal er minder fout gaan. Dus
we kunnen er nog beter in worden.
36
37
4. Projectmatig werken bij de gemeentelijke overheid
HET BOEK VAN ENRICO KRAIJO
Hieronder kort de belangrijkste tips, problemen en oplossingen behorend bij het ambtelijk
opdrachtgeverschap. Het boek van Enrico Kraijo: “Projectmatig werken bij de gemeentelijke
overheid” staat hierbij centraal.
Valkuilen ambtelijk opdrachtgeverschap
Ambtelijk opdrachtgeverschap blijkt in de
praktijk vaak een lastige rol om vorm te geven. Daarom is het belangrijk om rekening te
houden met de mogelijke valkuilen. Zo kan
een bestuurlijke opdrachtgever onvoldoende
informatie over de opdracht geven om de politieke speelruimte te maximaliseren. Ook kan
het zo zijn dat deze opdrachtgever direct zaken
doet met de projectleider, waardoor de rol van
de ambtelijk opdrachtgever wordt genegeerd.
Daarnaast kan het project minder aandacht
krijgen, door een veranderde politieke werkelijkheid. Maar ook de projectleider kan de
ambtelijk opdrachtgever moeilijkheden bezorgen. De projectleider kan namelijk geen open
38
kaart spelen of is lastig te sturen. Tevens kan
diegene zich met het verkeerde projectteam
omringen, waardoor het project vertraging oploopt. Verder kan de projectleider erg krappe
planningen maken om zichzelf te bewijzen,
wat tot het uitstellen van de einddatum leidt
en tevens te weinig tijd wordt genomen om na
te denken over de risico’s.
Tot slot kunnen ook de projectteamleden
slecht functioneren en zich in het informele circuit negatief uiten over het project of kunnen de
lijnchefs het project niet serieus nemen en mensen onverwachts terug trekken van het project.
4. Projectmatig werken bij de gemeentelijke overheid
Competenties ambtelijk opdrachtgever
Nu worden de competenties benoemd die nodig zijn om met de bovenstaande valkuilen om
te gaan. Een lijnmanager in de rol van een ambtelijk opdrachtgever moet beschikken over een
grote hoeveelheid verschillende vaardigheden.
Een ervaren ambtelijk opdrachtgever beheerst
ieder van deze kerncompetenties en kan soepel schakelen tussen deze competenties. Hij
weet op welke competentie hij wanneer moet
sturen.
Het competentieprofiel in figuur 4 helpt om
persoonlijke voorkeuren in kaart te brengen
als ambtelijk opdrachtgever. Per competentie
is in de rest van deze paragraaf aangegeven
wat de effecten zijn als veel of weinig aandacht
wordt geschonken aan een competentie.
Figuur 4: Negen competenties ambtelijk opdrachtgever
39
4. Projectmatig werken bij de gemeentelijke overheid
Projectvoortgang
De projectvoortgang als competentie staat
voor de mate waarin de ambtelijk opdrachtgever effectief rapporteert aan de bestuurlijk
opdrachtgever over de voortgang van het
project. Wanneer de ambtelijk opdrachtgever
hier te weinig aandacht aan besteedt kan de
bestuurlijk opdrachtgever te laat bij knelpunten worden betrokken, het project niet steunen bij onverwachte vragen over de voortgang
vanuit de raad of een grote behoefte hebben
aan direct contact met de projectleider. Dit
dient dus te worden voorkomen door hier
genoeg aandacht aan te besteden. Om goed te
kunnen rapporteren is het belangrijk om precies te weten waar de bestuurlijk opdrachtgever op stuurt. Wat is voor hem belangrijk?
Voortgangsrapportages moeten bewijzen zijn
van de voorspelbaarheid van het project. Dit
kan vorm krijgen door de tussenresultaten te
tonen.
40
Besluitvorming
Deze competentie staat voor de mate waarin
de ambtelijk opdrachtgever effectief besluitvorming voorbereidt voor de bestuurlijk opdrachtgever. Door hier voldoende aandacht
aan te besteden kunnen besluiten snel worden
genomen, worden deze besluiten op basis van
de juiste informatie genomen en worden de
consequenties van deze besluiten getoetst aan
de projectopdracht. Goed voorbereide besluitvorming levert een transparante werkrelatie
op met de bestuurlijk opdrachtgever. Een goed
voorbereid besluit weet waarover besloten
moet worden, uit welke informatie, alternatieven en consequenties gekozen moet worden
en welke keuze de projectleider aanbeveelt.
4. Projectmatig werken bij de gemeentelijke overheid
Signalering
Deze competentie staat voor de mate waarin
de ambtelijk opdrachtgever tijdig de bestuurlijk opdrachtgever op de hoogte brengt van mogelijke problemen.Wanneer dit niet voldoende
gebeurd kan de bestuurlijke opdrachtgever
overvallen worden door problemen, worden
risico’s van het project niet besproken en zijn
de succesfactoren van een project onbekend.
Signalering is daarom een belangrijke bron van
informatie voor de bestuurlijk opdrachtgever.
Hierbij gaat het om het adresseren van subtiele
aanwijzingen en risico’s. Naarmate het contact
met de projectleider een meer open karakter
heeft, zal de ambtelijk opdrachtgever eerder
horen over het optreden van mogelijke risico’s.
Prioriteiten
Deze competentie staat voor de mate waarin de
ambtelijk opdrachtgever prioriteiten stelt tussen
lijn- en projectenwerk en tussen projecten onderling. Hierdoor kan een afweging tussen projectenwerk en lijnwerk expliciet worden gemaakt en
voorgelegd aan het bestuur. Ook past het aantal
projecten bij de draagkracht van de lijnorganisatie. Hoewel het soms politiek wenselijk is om met
zo veel mogelijk projecten ‘bezig te zijn’ is het dus
in het kader van projectmatig werken belangrijk
om realisme na te streven.
41
4. Projectmatig werken bij de gemeentelijke overheid
Integraliteit
Integraliteit staat voor de mate waarin de
ambtelijk opdrachtgever stuurt op de aansluiting tussen het project(resultaat) en het
ambtelijk apparaat. Wanneer dit onvoldoende wordt gedaan zal het projectresultaat niet
goed worden overgedragen naar de lijn en
kunnen er dubbelingen ontstaan binnen het
ambtelijk apparaat.
Een ambtelijk opdrachtgever moet daarom de
hele gemeente kunnen overzien en actief sturen op raakvlakken tussen een project en de
lijn. Hierbij moet niet teruggedeinsd worden
om de formele macht te gebruiken.
42
Projectcondities
Deze competentie staat voor de mate waarin
de ambtelijk opdrachtgever de voorwaarden
schept waaronder het project een succes kan
worden. Hierdoor zullen alle benodigde faciliteiten en middelen voor het project aanwezig
zijn en is de ambtelijke sfeer rond het project
positief.
Deze projectcondities zijn basisvoorwaarden
die voor de projectleider noodzakelijk zijn
om van zijn project een succes te maken. Als
eenmaal voor een project gekozen is moet een
ambtelijk opdrachtgever dit door houding en
gedrag steunen.
4. Projectmatig werken bij de gemeentelijke overheid
Besliskracht
Deze competentie staat voor de mate waarin
de ambtelijk opdrachtgever in staat is om goed
overwogen besluiten te nemen in korte tijd.
Voorkomen moet worden dat projecten besluiteloos voortduren en vertraging of onnodige
kosten oplopen.
Projectvoortgang is namelijk vaak gebaat bij
een snelle respons van de ambtelijk opdrachtgever bij besluiten. Korte lijnen met de projectleider en professionele communicatie helpen
bij het vergroten van de besliskracht.
Projectkaders
Deze competentie staat voor de mate waarin de
ambtelijk opdrachtgever stuurt op kaders en randvoorwaarden die met de bestuurlijk opdrachtgever zijn afgesproken. Indien hier voldoende
aandacht aan wordt besteed zullen projecten de
beoogde resultaten op de afgesproken manier leveren en blijven de projecten binnen de afspraken
over tijd, geld, kwaliteit, informatie en organisatie.
De ambtelijk opdrachtgever moet vooreen goede
projectopdracht zorgen en kan bij ieder overleg
de projectopdracht op tafel leggen, wat helpt om
te toetsen of het project op de juiste koers ligt
Politiek gevoel
Politiek gevoel als competentie staat voor de mate waarin de ambtelijk opdrachtgever de politieke wensen en gevoeligheden weet te
vertalen naar het project. Door hier genoeg aandacht aan te besteden
wordt voorkomen dat het project geregeld irritatie bij de raad en het
bestuur oproept en de bestuurlijke opdrachtgever in de problemen
komt door het handelen binnen het project.
Het is erg belangrijk om oog te houden voor politieke gevoeligheden.
Het faciliteren van een constructief contact tussen projectleider en
bestuurlijk opdrachtgever op dit vlak, vergroot de slagingskansen van
het project.
In bijlage 1 zijn de competenties in een tabel opgenomen.
43
5.
Verslag expertgroep
Op een zonnige dinsdagmiddag, op 16 september,
heeft de VPNG de expertgroepbijeenkomst Professionalisering Projectmanagement: ‘opdrachtgeverschap bij gemeenten’ georganiseerd. De belangstelling hiervoor was groot, aangezien ongeveer
40 vertegenwoordigers van gemeenten, zoals
projectleiders en ambtelijke opdrachtgevers, zich
op de culturele onderneming Het Huis Utrecht
hadden verzameld. Doel van deze bijeenkomst was
om vooral kennis en ervaringen over de dilemma’s
behorend bij het ambtelijk opdrachtgeverschap uit
te wisselen. De rode draad van de bijeenkomst was
hoe om te gaan met minder professionele ambtelijke opdrachtgevers en hoe je hen meer in positie
brengt.
Edwin van Dieën, manager bij de gemeente
Dordrecht, opende de bijeenkomst en heette
de gasten welkom. Eerst werd het programma
bekend gemaakt, waarna hij begon aan zijn
presentatie. De termen bestuurlijk opdrachtgever, ambtelijk opdrachtgever en projectleider
werden verduidelijkt en er werd ook ingegaan
op de positie van de ambtelijk opdrachtgever.
Toen dit helder was werd aan de deelnemers
gevraagd of ze met hun collega’s aan tafel de
top 3 valkuilen van het opdrachtgeverschap
wilden noteren. Een kwartier later werd dit
plenair besproken en kwam er een gezamenlijke
top 9 tot stand. De belangrijkste dilemma’s zijn
in tabel 5 opgenomen.
Belangrijkste dilemma’s
Ambtelijk opdrachtgever staat op afstand van bestuurlijk opdrachtgever en projectleider
Bestuurlijk opdrachtgever met meerdere petten op bijv bestuurder van een partij in het pro-
Ambtelijk opdrachtgever heeft last van slecht functionerende projectleider
Tegenspraak en discussie in de driehoek bevorderen
De scope van het project is te breed
Rollen zijn onduidelijk en ambtelijk opdrachtgever gaat op stoel zitten
Tabel 5: belangrijkste dilemma’s
44
5. Verslag expertgroep
Vervolgens begon Hoite Detmar, directeur
Omgeving en Reizigers bij de Dienst Metro van
de gemeente Amsterdam, aan zijn presentatie.
Eerst kwam het boekje “Samenspel en tegenspraak” naar voren, waarna dieper werd ingegaan op de casus rondom de Noord/Zuidlijn.
De voortgang en het toekomstplaatje werden
uitgebreid besproken. Ook werd als één van de
argumenten voor het misgaan van het project
naar voren gebracht dat er al vóór de start van
het project weinig draagvlak onder de burgers heerste en dit steeds minder werd door
de overlast. Daarnaast werd ook verteld over
de wijzigingen die gedurende het project zijn
doorgevoerd, zoals een nieuw ICT-systeem.
Verder werden de deelnemers de gelegenheid
gegeven om vragen te stellen. Als antwoord
op de vraag hoe om te gaan met de omgeving
werd als boodschap meegegeven dat vertrouwen gecreëerd wordt door open te zijn over
wat je doet, actief met stakeholders bezig te zijn
en de risico’s te benoemen. Vooral het binden
van de stakeholders aan het project en hen mee
te laten denken is belangrijk, aangezien de politiek hierdoor minder beheersmatig wordt en
de stakeholders minder snel in opstand komen.
Na deze presentatie was het tijd voor de lunch.
Toen de pauze voorbij was ging Laura van der
Poel, programmamanager bij de gemeente Zutphen, in op het programma Rivier in de stad.
In dit programma werken verschillende stakeholders, zoals de gemeente, Rijkswaterstaat,
de provincie Gelderland en ProRail samen
voor het bereiken van verschillende doelen.
Voor de gemeente Zutphen is het nog een vraag
hoe het opdrachtgeverschaap in dit complexe
krachtenveld goed georganiseerd kan worden.
Vandaar dat aan de deelnemers werd gevraagd
om zich in te leven in de rol van één specifieke
stakeholder en zich vanuit de perspectieven en
belangen van deze stakeholder uit te spreken
over hoe ze zouden handelen. Dit bleek erg
leerzaam voor Laura van der Poel.
Na de behandeling van deze casus besprak
Edwin van Dieën nog de top 9 dilemma’s waar
de opdrachtgevers tegenaan lopen. Hierbij
werden tips en adviezen gegeven over hoe de
deelnemers hiermee konden omgaan. Zo is
het belangrijk dat wanneer de opdrachtgevers
tegen rolvastheid aanlopen ook gelet moet
worden op de inbedding in de organisatie.
Daarnaast kan door situationeel leiderschap
een open houding aan tafel gecreëerd worden,
waardoor het bespreekbaar wordt als ‘iemand
op een stoel van een ander gaat zitten’.
Met deze tips werd de bijeenkomst afgesloten
en waren de deelnemers veel waardevolle
ervaringen en contacten rijker.
45
6. Relevante documenten / websites
Mocht de interesse zijn gewekt in het proces rond risicomanagement en wilt u hier meer over te weten
komen, dan zijn hieronder relevante documenten over dit onderwerp opgenomen. Gezocht is naar meer
inhoudelijke diepgang en de documenten zijn vervolgens op thema’s gesorteerd.
1.
Vierde Onderwijsdag Projectmanagement: opdrachtgeverschap, 010 Projecten.
http://www.010projecten.nl/cms/sites/default/files/plaatjes/20131111_verslag_IPMA_Windesheim.pdf
Op 11 november 2013 is door IPMA‐NL met de
Hogeschool Windesheim in Zwolle devierde
Onderwijsdag Projectmanagement in het hbo
georganiseerd. Het onderwerp van de dag was
goedopdrachtgever‐ en opdrachtnemerschap.
In de ochtend zijn over dit onderwerp drie
inleidingen gegeven. In dit artikel beschrijft
Edwin van Dieën wat voor hem de belangrijkste
punten waren in de ochtend.
2. Ambtelijk en politiek opdrachtgeverschap, 010 Projecten.
http://www.010projecten.nl/cms/?q=node/37
De tweede bijeenkomst in de reeks over
opdrachtgeverschap binnen de overheid ging
over de constructie dat in belangrijke projecten altijd twee opdrachtgevers zijn, een
ambtelijke en een politieke. De politieke op46
drachtgever wordt ook vaak de bestuurlijk
opdrachtgever, projectwethouder of projectminister genoemd. Twee ex-wethouders zijn
bereid gevonden om een kijkje te geven in hun
ervaringen: Ad Hekman en Marco Pastors.
6. Relevante documenten / websites
3.
Competenties van de opdrachtgever, 010 Projecten.
http://www.010projecten.nl/cms/competenties
Volgens Edwin van Dieën draait het bij opdrachtgeverschap om vier dingen: communicatie, macht, visie en leiderschap. Hier wordt
dieper op ingegaan.
4.
Actief werken aan het verbeteren van het opdrachtgeverschap in jouw gemeente? Kijk even
op www.010projecten.nl/professionalisering
voor een stapsgewijze professionalisering.
Goed opdrachtgeverschap bij samenwerkingsverbanden: Vier principes om opdrachtgeverschap bij samenwerking goed vorm te geven, VNG.
http://www.vng.nl/files/vng/nieuws_attachments/2012/goed_opdrachtgeverschap_20120917.pdf
Samenwerking tussen gemeenten kent een
dynamiek van het zoeken naar gewenste
partners. Het is bovenal een proces waarin
de relatie tussen deze partners moet worden
onderhouden. Samenwerking tussen gemeenten kent een dynamiek van het zoeken naar
gewenste partners. Het is bovenal een proces
waarin de relatie tussen deze partners moet
worden onderhouden. Deze vragen om goed
opdrachtgeverschap van de gemeenten. Deze
vragen om goed opdrachtgeverschap van de
gemeenten. En wordt aangegeven met welke
succes- en risicofactoren rekening gehouden
dient te worden.
47
6. Relevante documenten / websites
5.
Handreiking: Goed opdrachtgeverschap, Ministerie van Wonen, Wijken en Integratie.
http://m13.nl/themes/site_themes/m13/images/uploads/Handreiking_eindversie13161.pdf
Deze handreiking is geschreven binnen het
kader van het Deltaplan Inburgering. Het doel
van het Deltaplan is het verhogen van het
rendement van inburgeringsprogramma’s. De
verbetering van het opdrachtgeverschap, de
rol van gemeenten in de aansturing van aanbieders van inburgeringsprogramma’s, geldt
als een van de pijlers. Dit document richt zich
vooral op zowel beleidmakers als inkoopspecialisten. Gedacht wordt dat over aanbeste-
6.
den van sociale dienstverlening (met name
inburgering en participatiediensten) en over
de manier van aansturen van dienstverleners
nog specifieke kennis over te dragen is. De
handreiking kijkt breder dan alleen inburgering omdat gemeenten voor hun burgers
eveneens breder op zoek zijn naar passende
dienstverlening. Waar nodig gaat dit document specifieker in op de inhoudelijke aspecten van inburgering.
Goed opdrachtgeverschap: Vragen naar de onbekende weg, Raad voor Cultuur.
http://www.cultuur.nl/upload/documents/adviezen/Advies-Opdrachtgeverschap-RvC.pdf
In dit advies schetst de raad de stand van
zaken rondom het opdrachtgeverschap in
de architectuursector en doet hij voorstellen
om het opdrachtgeverschap te bevorderen.
De Raad sluit zijn advies af met concrete aanbevelingen.
48
6. Relevante documenten / websites
7.
Effectief opdrachtgeverschap randvoorwaarden voor geslaagde ruimtelijke projecten van de overheid, Het ProjectManagement Bureau van de gemeente Amsterdam.
http://www.pmwiki.nl/sites/pmwiki.nl/files/Effectief_opdrachtgeverschap.pdf
Het Project Management Bureau van de gemeente Amsterdam heeft Saskia Groot (gemeente Utrecht), Marieke Wilbrink, (gemeente
Den Haag), Marjolein Draijer (gemeente Den
Haag) en Patrick van Beveren (gemeente Am-
8.
sterdam) de opdracht gegeven om in het kader
van de postdoctorale opleiding Master of City
Administration het opdrachtgeverschap bij
ruimtelijke projecten nader te onderzoeken.
Factsheet ‘Gemeente en opdrachtgeverschap’, Movisie.
http://www.aandachtvooriedereen.nl/aandacht-voor-iedereen/factsheet-gemeente-en-opdrachtgeverschap-movisie-3509.html#
Het Kennisprogramma Cliëntenparticipatie
van MOVISIE heeft de factsheet ‘Extramurale
begeleiding: gemeente en opdrachtgeverschap’
gemaakt. Hiermee kunnen Wmo-raden, cliënten en hun organisaties zich voorbereiden op
rol van de gemeente als opdrachtgever.
49
6. Relevante documenten / websites
9.
Factsheet ondersteuning op opdrachtgeverschap, Ministerie van Binnenlandse Zaken.
http://gemeentenvandetoekomst.nl/item/Factsheet-ondersteuning-op-opdrachtgeverschap_032437
Gemeenten willen voor hun inwoners de beste
ondersteuning bieden binnen de daarvoor beschikbare middelen. Eén van de kernvragen bij
de veranderingen in het sociaal domein is: hoe
kunnen gemeenten het lokale ‘systeem’ zo inrichten, dat er een goed samenspel tussen de
verschillende nulde-, eerste- en tweedelijnsvoorzieningen ontstaat? Gemeenten leveren deze
voorzieningen voor een groot deel niet zelf.
10.
Zij gaan hiervoor een (strategische) relatie
aan met aanbieders (opdrachtgeverschap) en
brengen prikkels aan voor kwaliteit én kostenbeheersing. Hier wordt dieper op ingegaan op
de website.
Opdrachtgever en ondernemerschap, TransitieBureau Wmo.
http://gemeentenvandetoekomst.nl/item/Opdrachtgever-en-ondernemerschap-101604
De Handreiking geeft informatie, ideeën en voorbeelden over de thema’s die spelen op het gebied van opdrachtgeverschap en de relatie met
het ondernemerschap. Het is aan gemeenten en
aanbieders zelf om in de lokale situatie de begeleiding optimaal te organiseren. De Handreiking
is dan ook niet bedoeld als ‘blauwdruk’, maar als
50
inspiratiebron voor het inrichten van (nieuwe)
vormen van de relatie tussen gemeente en aanbieders. De Handreiking is zo opgezet dat zowel
gemeenten als aanbieders van begeleiding eenvoudig informatie kunnen vinden over de voor
hen relevante onderwerpen.
6. Relevante documenten / websites
11.
Experimenteren met opdrachtgeverschap jeugdzorg, Ministerie van Binnenlandse Zaken.
http://gemeentenvandetoekomst.nl/item/Experimenteren-met-opdrachtgeverschap-jeugdzorg-121911
Door te experimenteren met het opdrachtgeverschap van jeugdzorg raken Utrechtse
gemeenten vertrouwd met de problematiek
die speelt in de provinciale jeugdzorg, welke
doelgroepen het betreft en wat de mogelijke
oplossingsrichtingen zijn. Aanbieders van
jeugd- en opvoedhulp richten zich hierdoor
12.
op gemeenten en op samenwerking met lokale organisaties. Doordat de zorg voor jeugd
op lokaal niveau meer in samenhang geregeld
wordt, kan het aanbod beter afgestemd worden op de vraag naar zorg voor de jeugd die er
in gemeenten is. Deze werkwijze is daardoor
ondersteunend aan het transitieproces.
Gedragscode ‘Publiek Opdrachtgeverschap’, Gemeente Rotterdam.
http://www.rotterdam.nl/GW/Document/Inkoop%20en%20Aanbesteding/Publiek%20Opdrachtge verschap/Gedragscode%20Publiek%20Opdrachtgeverschap.pdf
Als publieke opdrachtgever zijn gemeenten
continue bezig met de onderwerpen ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’, ‘integriteit’,
‘betrouwbaarheid’ en ‘transparantie’. Met de gedragscode ‘Publiek Opdrachtgeverschap’ wordt
weer een flinke stap gezet in het verbeteren en
professionaliseren van de verhoudingen tussen
de opdrachtnemers en opdrachtgevers. Het
document gaat hier verder op in.
51
7. Bijlagen
Bijlage 1: Competenties ambtelijk opdrachtgever
Projectvoortgang
Te weinig aandacht
• BO wordt te laat bij knelpunten
betrokken;
• BO kan het project niet steunen
•
Besluitvorming
Signalering
•
•
•
• beslismomenten worden niet als
•
•
•
•
•
•
•
•
52
bij onverwachte vragen over de
voortgang vanuit de raad;
BO heeft een grote behoefte aan
direct contact met de projectleider.
Te veel aandacht
zodanig herkend;
besluiten worden niet genomen of te laat;
besluiten worden intuïtief genomen, zonder onderbouwing.
bestuurlijk opdrachtgever wordt overvallen door
problemen;
risico’s van een project worden
niet besproken;
de succesfactoren van een project zijn onbekend.
•
•
•
•
BO is goed op de hoogte van de voortgang;
BO kan snel inspelen op vragen uit de raad;
BO kan ingrijpen indien nodig.
besluiten worden snel genomen;
argumentatie voor besluiten van
de bestuurlijk opdrachtgever
worden expliciet gemaakt;
besluiten worden genomen op basis van de juiste informatie;
de consequenties van besluiten worden getoetst aan de projectop
dracht.
bestuurlijk opdrachtgever kan problemen voorkomen door tijdig in te grijpen;
de bestuurlijk opdrachtgever is op
de hoogte van actuele risico’s;
er wordt regelmatig gerappor-
teerd over kritieke succesfactoren
van een project.
7. Bijlagen
Prioriteiten
Te weinig aandacht
•
•
•
•
Integraliteit
•
•
•
•
Projectcondities
•
•
er wordt klakkeloos ja gezegd tegen extra projectenwerk van
het bestuur;
in plaats van prioriteitskeuzes
aan het bestuur voor
te leggen, wordt de druk om nog
meer projecten te realiseren,
opgevoerd;
het reguliere werk lijdt onder de
projectendruk;.
alle projecten hebben de prioriteit
‘urgent’.
projectresultaat wordt niet goed
overgedragen naar de lijn;
projectresultaat sluit niet aan op
de bestaande lijnstandaarden;
dubbelingen ontstaan binnen het
ambtelijk apparaat.
de benodigde faciliteiten voor het
project ontbreken;
de ambtelijke setting/sfeer rond
het project is negatief;
de toegezegde middelen zijn niet
altijd beschikbaar of worden
teruggetrokken.
Te veel aandacht
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
afweging tussen projectenwerk en lijnwerk wordt expliciet
gemaakt en voorgelegd aan het
bestuur;
het aantal projecten past bij de
draagkracht van de lijnorganisatie;
voor het minimaal af te handelen
reguliere werk is voldoende
capaciteit;
de prioriteitstelling tussen projecten
is gedifferentieerd
projectresultaat wordt goed overgedragen naar de lijn;
projectresultaat sluit goed aan op
de bestaande lijnsystemen;
dubbelingen worden voorkomen
door goede afstemming.
alle benodigde faciliteiten voor
het project zijn aanwezig;
de ambtelijke setting/sfeer rond
het project is positief;
de toegezegde middelen zijn beschikbaar (capaciteit, geld).
53
7. Bijlagen
Besliskracht
Projectkaders
Te weinig aandacht
•
•
•
•
•
•
•
Politiek gevoel
•
•
projecten dobberen besluiteloos
voort;
veel projecten lopen vertraging op;
projecten kosten meer dan
noodzakelijk.
projecten leveren niet de afgesproken resultaten;
de manier waarop de projectresultaten worden behaald, wijkt
sterk af van de gemaakte afspraken;
-projecten overschrijden afspraken over tijd, geld, kwaliteit,
informatie en organisatie.
het project roept geregeld irritatie
op bij de raad en het bestuur;
door het handelen binnen het
project komt de bestuurlijk
opdrachtgever geregeld in de
problemen;
de externe belanghebbenden maken dankbaar gebruik van de gaten
die het project laat vallen, hiermee
de wind uit de zeilen halend van de
bestuurlijk opdrachtgever.
Te veel aandacht
•
•
•
•
•
•
•
•
•
projecten houden tempo door
adequate besluitvorming;
het tempo van de besluitvorming
loopt synchroon met het investeringstempo van het project;
besluiten worden altijd goed
onderbouwd.
projecten leveren de beoogde
resultaten op de afgesproken
manier;
projecten blijven binnen afspraken over tijd, geld, kwaliteit,
informatie en organisatie;
het opgeleverde projectresultaat
is hetzelfde als in het begin is
de raad en het bestuur waarderen
het project, omdat het rekening
houdt met politieke gevoeligheden;
het project voorkomt dat de
bestuurlijk opdrachtgever geregeld
in de problemen komt;
het omgevingsmanagement wordt
goed afgestemd met de bestuurlijk
opdrachtgever.
De essentie van onze verening is de ontmoeting tussen projectprofesionals en hun leidinggevenden.
Ieder jaar organiseren wij tientallen bijeenkomsten, waarin het opdoen van nieuwe inspiratie en het
uitwisselen van kennis en ervaring centraal staan.
Deze publicatie is de spin-off van het uitwisselen van deze kennis en ervaring. Niet alleen vind u in
deze publicatie het verslag van een bijeenkomst, u kunt samenvattingen lezen van interessante achtergrond artikelen, die aansluiten op het thema en via een link naar ze ‘doorklikken’. De opgenomen
interviews met de sprekers verbinden de theorie met de weerbarstige praktijk.
Motor achter deze publicatiereeks zijn onze drie expertgroepen van 2014:
• Gebiedsontwikkeling
• Professionaliseren gemeentelijk projectmanagement
• Decentralisaties in het sociale domein
We hopen u met deze publicatie te inspireren om uw kerntaak nog beter in te vullen, namelijk vanuit
een krachtige project filosofie mensen en organisaties verbinden om de stad nog mooier te maken!
Francois van Doesburg,
Voorzitter VPNG
VPNG
Vereniging Projectmanagement Nederlandse Gemeenten