Impactanalyse toekomst GGZ Rapportage fase 1

GGZ Nederland
Impactanalyse toekomst GGZ
Rapportage fase 1
Georget Bouman, Wouter Jongebreur en Rosa Remmerswaal
17 juli 2014
Inhoudsopgave
Titel
Pagina
Inleiding
3
Doelstelling en Aanpak
4
• Doelstelling
• Fasering
14 Ontwikkelingen, wetgeving en beleid
Toelichting maatregelen
8
9 - 15
Toelichting vooraf bij het denkmodel en de figuren
16
Denkmodel GGZ typen capaciteit
17
Werkwijze in kaart brengen van de effecten
Beschrijving van de effecten per type capaciteit
18 en 18
20 - 26
• Effecten op de klinische capaciteit
• Effecten op capaciteit beschermd wonen
• Effecten op capaciteit ambulante zorg en begeleiding
Denkmodel GGZ netto-effecten
27
Algemene bevindingen en vervolg
28 - 32
Bijlagen
33 - 34
•
Geraadpleegde experts
Inhoudsopgave
Pagina 2 van 34
Inleiding
•
Op dit moment vindt een groot aantal ontwikkelingen plaats in de GGZ sector. Deze
ontwikkelingen komen voort uit landelijke afspraken, beleidskeuzes van de overheid
en/of financiers, nieuwe wetgeving et cetera;
•
Deze ontwikkelingen hebben effecten op de GGZ aanbieders. De ontwikkelingen
hebben effect op de patiëntenstromen en hebben effect op de bedrijfsvoering van
GGZ aanbieders;
•
GGZ Nederland wil laten analyseren wat deze effecten betekenen voor de GGZ
aanbieders landelijk en in de regio en wil hiermee aanbieders meer inzicht bieden in
de vraagstukken die op hen afkomen.
Inleiding
Pagina 3 van 34
Doelstelling
Uitvoeren van een impactanalyse van de actuele ontwikkelingen in de GGZ:
•
Inventarisatie beleidsmatige veranderingen, nieuwe wet- en regelgeving
•
Samenhang en interacties in deze veranderingen
•
Effecten van deze veranderingen voor zorgaanbieders op landelijk- en op regionaal
niveau op:
a.
De inhoud van de zorg
b.
Patiëntenstromen
c.
Het benodigde zorgaanbod
d.
Relaties met opdrachtgevers (financiers) en relevante stakeholders
e.
Benodigde mix van functies en competenties van medewerkers.
Doelstelling
Pagina 4 van 34
Analyse bestaat uit twee fases
Fase 1: Analyse landelijke ontwikkelingen
Interviews
Expertbijeenkomsten
Rapportage
Doel: Inventariseren van ontwikkelingen en globaal inzicht
geven in de richting van de trends op de patiëntenstromen.
Fase 2: Regionale vertaling in twee pilots
Vertaling
naar regio
Rekenmodel
Rapportage
Doel: Trends in patiëntenstromen vertalen naar een
rekenmodel. Daarnaast inzicht geven in effecten op
bedrijfsvoeringsvraagstukken.
Doelstelling
Pagina 5 van 34
Fase 1 en 2
In de eerste fase inventariseren wij de belangrijke ontwikkelingen en brengen wij op
landelijk niveau de effecten op patiëntenstromen en de verschillende typen capaciteit in
beeld. De informatie vergaren wij via interviews en twee expertbijeenkomsten. Omdat wij
niet beschikken over concrete cijfers en er grote verschillen zijn tussen regio’s geven wij
in deze fase weer wat de verwachte richting is van de effecten. Wij laten zien wat de
richting is van de effecten op typen capaciteit en patiëntenstromen en wat de samenhang
is tussen deze effecten.
In de tweede fase vertalen wij deze effecten in twee regionale pilots naar één of meer
zorgaanbieders. Hierbij gaan wij de effecten op typen capaciteit en patiëntenstromen
zoveel mogelijk kwantificeren.
Doelstelling
Pagina 6 van 34
Inhoud rapportage fase 1
Deze rapportage bevat het resultaat van fase 1. De rapportage bevat:
•
Een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen en wetgeving in de GGZ;
•
Visuele overzichten van de impactvolle landelijke ontwikkelingen, de effecten van
deze ontwikkelingen op de patiëntenstromen en de samenhang tussen deze
ontwikkelingen;
•
Een overzicht van thema’s en vraagstukken die hieruit volgen voor zorgaanbieders.
Doelstelling
Pagina 7 van 34
14 Ontwikkelingen, wetgeving en beleid
1.
2.
MJA Forensische zorg
8.
Participatiewet
•
Ontwikkelingen tbs
9.
Jeugdwet
•
Forensische zorg: project IDU
10. Bestuurlijk akkoord GGZ
Wet Forensische Zorg
11. Invoering hoofdbehandelaarschap
•
Waaronder autonome groei
12. Afschaffing representatiemodel
voorwaardelijke straffen
13. Introductie basis GGZ
3.
Regionale plaatsing door justitie
4.
Wet verplichte GGZ
5.
Wet Zorg en Dwang
6.
Strenger toezicht IGZ op toepassen
14. Wet kwaliteit, klachten en geschillen
zorg.
dwang
7.
Wet Langdurige Zorg & Wmo 2015
14 Ontwikkelingen, wetgeving en beleid
Pagina 8 van 34
Toelichting maatregelen
•
Op de volgende pagina’s geven wij een toelichting op de 14 ontwikkelingen,
wetgeving en beleid
•
In de figuren nemen wij vooralsnog alleen de ontwikkelingen op die invloed hebben op
de patiëntstromen (zwart gekleurd: 1, 2, 3, 7,10 en 13)
•
De overige maatregelen hebben geen of een onduidelijk effect op patiëntenstromen.
Wel hebben veel van deze ontwikkelingen effect op het primaire proces van de
zorgaanbieders en de bedrijfsvoering. Deze effecten brengen wij in de tweede fase in
kaart.
Toelichting maatregelen
Pagina 9 van 34
Toelichting maatregelen
​1. MJA Forensische zorg - In de MJA worden afspraken gemaakt over snellere
doorstroming in de forensische zorgketen en goede aansluiting met reguliere GGZ.
Verkorten van de behandelduur (waaronder het project IDU), meer inzet op preventie en
afbouw van zwaar intensieve zorgvormen hebben tot gevolg dat er een verschuiving
plaatsvindt naar de lichtere zorgvoorzieningen in de forensische zorgketen en een
snellere doorstroom naar niet-strafrechtelijke zorgvoorzieningen.
​2. Wet Forensische Zorg - Middels de WFZ wordt het nieuwe stelsel van forensische zorg
vorm gegeven. Dit proces is begonnen met de overheveling van het budget voor
forensische zorg van de AWBZ naar het ministerie van V&J. De WFZ is het sluitstuk van
deze hele stelselwijziging. De wet regelt het hele proces van inkoop, indicatiestelling en
uitvoering van forensische zorg in het strafrechtelijk kader. Met de inwerkingtreding van
de WFZ is het tevens voor de strafrechter mogelijk om, onder condities, verplichte GGZ
op te leggen. Middels het schakelartikel wordt de verbinding tussen reguliere en
forensische GGZ nog sterker gelegd dan voorheen. Voor instellingen betekent de
invoering van de WFZ dat er een mogelijkheid wordt gecreëerd om patiënten sneller
tussen de verschillende stelsels te schuiven. Tevens wordt het proces van informatie
delen tussen GGZ aanbieder, reclassering en patiënt wettelijk vastgelegd.
Toelichting maatregelen
Pagina 10 van 34
Toelichting maatregelen
​3. Regionale plaatsing door DForZo - Een van de criteria voor plaatsing in de forensische
zorg is dat de locatie van de te bieden zorg bereikbaar moet zijn voor de justitiabele en
moet vallen binnen diens leefomgeving. In de praktijk komt dit neer op regionaal plaatsen,
tenzij sprake is van een contra-indicatie. Zorg in de regio is leidend, omdat dit de optimale
omstandigheden biedt voor een resocialisatietraject, bijvoorbeeld vanwege een langdurig
zorgcontact met een therapeut, aansluiting bij de reguliere zorg of een ondersteunend
sociaal netwerk. In de praktijk is nog nauwelijks sprake van regionale plaatsing door
wachtlijstproblematiek.
​Hierdoor kunnen verschillen ontstaan in zorgvraag tussen de regio’s.
​4. Wet Verplichte GGZ - De WvGGZ heeft als uitgangspunt verplichte zorg als ultimum
remedium. De wet maakt het mogelijk om meer zorg op maat te leveren. Zo kunnen ook
ambulante zorgvormen en lichtere vormen van zorg verplicht worden opgelegd. Tevens
heeft de wet als doelstelling de rechtspositie van cliënten te versterken. Verwachting is
dat de wet ook leidt tot hogere administratieve lasten.
​5. Wet Zorg en Dwang - Bevat in hoofdlijnen gelijke uitgangspunten als de WvGGZ, heeft
wel betrekking op een andere doelgroep, namelijk: mensen met dementie en mensen met
verstandelijke beperkingen.
Toelichting maatregelen
Pagina 11 van 34
Toelichting maatregelen
​6. Strenger toezicht op toepassen dwang door IGZ - De IGZ stelt in 2014 een
toetsingskader op dat de basis vormt voor het toetsingsinstrument, waarmee de inspectie
zal toetsen of de GGZ instellingen aan de normen voldoen bij het terugdringen van
Dwang en Drang. Het definitieve toetsingskader is nog niet bekend. Mogelijke effecten
zijn: stijging administratieve lasten en een medewerker per cliënt in separeer of
afzondering om te voldoen aan alle eisen.
​7. Wet Langdurige zorg en Wmo - Per 1 januari 2015 vindt de transitie in de langdurige
zorg plaats. Dit houdt een verschuiving in van de AWBZ naar de Wlz, Zvw of Wmo.
Onder meer beschermd wonen, begeleiding en dagbesteding gaan naar de gemeenten
(Wmo). De eerste drie jaar intramuraal van het verblijf komt ten laste van de Zvw. Na drie
jaar intramuraal verblijf volgt bekostiging vanuit de nieuwe Wlz.
​Naast een inhoudelijk transitie (namelijk uitgaan van wat mensen wel kunnen en eerst
kijken naar eigen mogelijkheden) betekent voor zorgaanbieders dat zij te maken krijgen
met andere opdrachtgevers en samenwerkingspartners.
Toelichting maatregelen
Pagina 12 van 34
Toelichting maatregelen
​8. Participatiewet - De Participatiewet betekent één regeling voor mensen met een
arbeidshandicap zonder werk, die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen
(samenvoeging WWB, WSW, een deel van de Wajong). Het betreft zowel uitkeringen als
toeleiden naar de arbeidsmarkt. De wet brengt nieuwe mogelijkheden voor
arbeidsreïntegratie van langdurig werklozen met ernstige psychiatrische problematiek.
Aanbieders kunnen hier op inspelen.
​9. Jeugdwet - Per 1 januari 2015 worden gemeenten budgettair verantwoordelijk voor de
jeugdhulp, waar de Jeugd GGZ deel van uitmaakt. GGZ aanbieders maken in/verkoopafspraken met gemeenten. Instellingen hebben inkooprelaties op het niveau van
zich nog ontwikkelende jeugdregio's. Daarnaast worden bovenregionaal en landelijk
inkoopafspraken gemaakt. Instellingen kampen nu nog met veel onduidelijkheden over
zorgverkoop en continuïteit van zorg en bedrijfsvoering. Deze onzekerheid betreft zowel
2015 als verder in de toekomst.
​10. Bestuurlijk akkoord – In het akkoord zijn verschillende meerjarenafspraken gemaakt
tussen de overheid, verzekeraars, aanbieders en patiëntenorganisaties. Hierin is onder
andere opgenomen dat 1/3 van het aantal bedden wordt afgebouwd tot 2020. In de
praktijk betekent dit soms dat verzekeraars zelfs een grotere afbouw in een kortere
periode willen.
Toelichting maatregelen
Pagina 13 van 34
Toelichting maatregelen
​11. Hoofdbehandelaarschap - Sinds 2014 stellen zorgverzekeraars eisen aan de
mogelijke hoofdbehandelaren in de Basis GGZ en Gespecialiseerde GGZ. Daarnaast
stellen ze eisen aan welk deel van de zorg door de hoofdbehandelaren vervuld moet
worden. Hierdoor is een andere mix van specialisaties nodig.
​12. Afschaffing representatiemodel - Sinds 2014 is het representatiemodel binnen de
GGZ afgeschaft. Dit betekent dat alle zorgverzekeraars onafhankelijk van elkaar
inkoopafspraken maken. Zorgaanbieders moeten daarom met meer inkopende partijen
afspraken maken en hebben hierdoor meer administratieve lasten.
​13. Introductie Basis GGZ - De invoering van de generalistische Basis GGZ beoogt meer
korte behandelingen beschikbaar te maken en gespecialiseerde multidisciplinaire zorg
alleen in te zetten voor ernstige en complexe problematiek. De huisarts beoordeelt, met
hulp van de POH GGZ welke zorg noodzakelijk en gepast is. De zorgaanbieders maken
een aparte (juridische) organisatie voor de Basis GGZ vanwege het onderscheid in
registratie en facturatie, budget, sturing, werkwijze en personeel. Door substitutie daalt de
instroom in de ambulante Gespecialiseerde GGZ. Daarnaast vindt er een verschuiving
plaats van de Basis GGZ naar de POH GGZ.
Toelichting maatregelen
Pagina 14 van 34
Toelichting maatregelen
​14. Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg - De Wkkgz is een wijziging van het voorstel
Wet cliëntenrechten zorg (Wcz). De Wkkgz regelt de organisatie van goede zorg en
klachtafhandeling bij zorgaanbieders. De zorgaanbieder krijgt in het voorstel Wkkgz de
verplichting tot het opstellen van een schriftelijke klachtregeling en de instelling van een
klachtenfunctionaris waarmee de aanwezigheid van een pvp (patiëntenvertrouwenspersoon), gelijk wordt gesteld. Verder krijgt de zorgaanbieder een
uitgebreide(re) registratie - en informatieplicht. De veranderingen leiden tot een hogere
regeldruk voor de aanbieders en mogelijke financiële schadeclaims.
Toelichting maatregelen
Pagina 15 van 34
Denkmodel GGZ typen capaciteit
Toelichting
• Om de effecten te visualiseren maken wij gebruik van een denkmodel om de typen
GGZ capaciteit van een geïntegreerde zorgaanbieder weer te geven. Het denkmodel
en de figuren zijn een versimpeling van de werkelijkheid bedoeld als ‘kapstok’ om de
effecten te visualiseren
• In het denkmodel en de figuren onderscheiden wij de volgende typen capaciteit
gecombineerd met de titel:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Tbs
Klinische forensische zorg (FPK, FPA en overig)
Beschermd wonen forensisch
Ambulante forensische zorg en begeleiding
Reguliere klinische zorg
Beschermd wonen regulier
Reguliere (gespecialiseerde) ambulante zorg (SGGZ) en begeleiding
Generalistische Basis GGZ (BGGZ)
In de praktijk is instroom en doorstroom mogelijk tussen alle zorgvormen die wij
onderscheiden
Opdrachtgevers in het denkmodel zijn de inkopende partijen namelijk gemeenten,
zorgkantoren, zorgverzekeraars en DForZo.
Denkmodel GGZ typen capaciteit
Pagina 16 van 34
Legenda Wettelijk kader:
Denkmodel GGZ typen capaciteit
Sturing op zorgvraag en zorgaanbod
Opdrachtgevers / Financiers
Behoefte aan GGZ (zorgvraag)
Civielrechtelijk kader
(BOPZ/WvGGZ)
Vrijwillig kader
(Zvw/AWBZ)
Tbs
Rechter
Strafrechtelijk
kader (WFZ)
Klinische
FZ
Beschermd
wonen FZ
Ambulante
FZ
Klinisch
Verwijzer
Ambulant
(SGGZ)
RIBW
Beschermd
wonen
Denkmodel GGZ typen capaciteit
Ambulant
(BGGZ)
Pagina 17 van 34
Werkwijze in kaart brengen van de effecten
•
Per type capaciteit brengen wij in beeld wat de effecten zijn van de relevante
geïnventariseerde ontwikkelingen op de patiëntenstromen en de capaciteit. Dit doen
wij aan de hand van de figuur op pagina 19. Dit doen wij voor alle typen capaciteit
•
Nadat voor alle typen capaciteit deze effecten in beeld zijn gebracht geven wij de
netto effecten weer in het denkmodel. De netto effecten zijn in deze fase nog niet in
kwantitatieve zin te bepalen. Het netto effect van twee tegengestelde effecten kunnen
wij daarom alleen indicatief weergeven
•
De verschuivingen geven een richting weer en (in deze fase) nog niet de sterkte van
het effect. De verschuivingen in type capaciteit kunnen daarmee niet een-op-een
vertaald worden naar aantallen patiënten per jaar en kosten per type zorg
(bijvoorbeeld de afbouw van de bedden gaat over een kleiner aantal patiënten, dan
de verschuiving naar de Basis GGZ, terwijl er wel hogere kosten mee gemoeid zijn).
Werkwijze in kaart brengen van de effecten
Pagina 18 van 34
Werkwijze in kaart brengen van de effecten
Met de kleur van de
tekstballon geven wij aan
door welk ‘kader’ het
effect wordt veroorzaakt
Instroom
Zorgvorm
Uitstroom
In dit figuur geven wij
weer welke maatregelen
effect hebben op de
zorgvorm
1. MJA Forensische zorg
• Ontwikkelingen tbs
• Forensische zorg: project
IDU
2. Nieuwe Wet Forensische Zorg
• Waaronder autonome groei
voorwaardelijke straffen
4. Wet verplichte GGZ
7. Wet Langdurige Zorg & Wmo
10. Bestuurlijk akkoord GGZ
13. Introductie Basis GGZ
Wij maken onderscheid in
de effecten door ze te
richten op 1 van de
in/uitstroompijlen of op de
capaciteit van de
zorgvorm
Doorstroom
(naar andere zorgvorm)
Voorlopige conclusie netto effect:
In dit kader beschrijven wij wat het netto effect is op de benodigde capaciteit van de zorgvorm. Daarnaast diepen
wij dit verder uit naar de zwaarte van de zorgvraag (van de populatie), en doorstroom van de populatie.
Werkwijze in kaart brengen van de effecten
Pagina 19 van 34
Beschrijving van de effecten per type capaciteit
Beschrijving van de effecten per type capaciteit
Pagina 20 van 34
1. MJA Forensische zorg
• Ontwikkelingen tbs
• Forensische zorg: project
IDU
2. Nieuwe Wet Forensische Zorg
• Waaronder autonome groei
voorwaardelijke straffen
4. Wet verplichte GGZ
7. Wet Langdurige Zorg & Wmo
10. Bestuurlijk akkoord GGZ
13. Introductie Basis GGZ
Effecten op klinische capaciteit
1. Artikel 2.3 mogelijkheid
opleggen verplichte GGZ
 instroom kan kleiner
worden, maar geldt voor
beperkte groep cliënten
2. Door autonome
groei een grotere
instroom
4. Door preventieve
werking van de WvGGZ,
mogelijk een iets lagere
instroom op termijn
2&4. Mogelijk beperkte
toename instroom door
artikel 2.3
Klinische FZ
Instroom
Uitstroom
1. Door het versnellen van
de behandelduur in tbs,
wordt er eerder gestart met
de transmurale fase. Dit
zorgt voor tijdelijk hogere
instroom in de FPA
Doorstroom
(naar andere zorgvorm)
10. Er wordt door
verzekeraars gestuurd op
capaciteit, namelijk een
(minimale) afbouw van
33% in 2020
2. Nazorg neemt
toe door groei
forensische zorg
Instroom
10. Door intensieve ambulante zorg in de wijk
neemt instroom in klinische voorzieningen af.
Binnen de instroom zie je een verschuiving
van langdurige opnames naar kortdurende
(crisis)opnames
Beschrijving van de effecten per type capaciteit
1. Door project IDU
stromen cliënten eerder
uit naar andere
zorgvormen in FZ en
reguliere zorg
Zorgvorm
Klinisch
Uitstroom
Doorstroom
(naar andere zorgvorm)
4. Door ambulante
alternatieven een
afname bij de instroom
en snellere uitstroom
7. ZZP-B’s worden
deels overgeheveld
naar zorgverzekeraars,
effecten nog onduidelijk
10. Bestaande populatie
zal naar intensieve
ambulante zorg worden
geleid en naar RIBW’s
Pagina 21 van 34
Legenda Wettelijk kader:
Netto effecten klinische capaciteit
Strafrechtelijk
kader (WFZ)
Civielrechtelijk kader
(BOPZ/WvGGZ)
Huidige situatie
Vrijwillig kader
(Zvw/AWBZ)
Toekomstige
situatie
Minder klinische capaciteit, complexere zorgvraag
De totale klinische GGZ capaciteit neemt af. Binnen de totale klinische capaciteit neemt het aandeel cliënten toe dat via het
strafrechtelijk, dan wel civiel rechtelijk kader GGZ krijgt. De zorgvraag van de doelgroep wordt complexer en intensiever.
Wij verwachten dat de totale klinische capaciteit in het strafrechtelijke kader op korte termijn stabiel blijft. De afname in de
instroom door artikel 2.3 (de mogelijkheid van de strafrechter om via artikel 2.3 van de WFZ, verplichte GGZ op te leggen) is
beperkt. Door de autonome groei van voorwaardelijke straffen en door snellere uitstroom naar de FPA binnen de tbs-titel is er
een iets hogere instroom. Tegelijkertijd is er door het project IDU een snellere doorstroom naar minder zware/beveiligde
zorgvormen. Afhankelijk van de mate van deze effecten zal de capaciteit in de toekomst af- of toenemen.
Wij verwachten dat de totale capaciteit in de reguliere GGZ klinisch kleiner wordt, waarbij tegelijkertijd de populatie die overblijft
een zwaardere en complexere zorgvraag heeft. Wij verwachten een beperkte hogere instroom door ontwikkelingen in het
forensische kader (door autonome groei FZ ontstaat is er een grotere vraag aan continuïteit van zorg bij afloop van de
strafrechtelijke titel en door artikel 2.3 van de WFZ ontstaat een mogelijk beperkte instroom). Door de mogelijkheid om ook
lichtere vormen van zorg via een machtiging verplicht op te leggen, ontstaat een iets kleinere instroom via de WvGGZ.
Het sterkste effect op de capaciteit ontstaat door de gemaakte afspraken over de beddenreductie en het sturen op
ambulantisering. Sommige verzekeraars willen sneller en/of meer afbouwen dan 33% in 2020.
Beschrijving van de effecten per type capaciteit
Pagina 22 van 34
Effecten op capaciteit beschermd wonen
2. Door autonome
groei een grotere
instroom
1. Door het versnellen van de
behandelduur in tbs, wordt er
eerder gestart met de
transmurale fase. Dit zorgt
voor tijdelijk hogere instroom
Instroom
Beschermd
wonen FZ
Uitstroom
7. Uitstroom wordt
belemmerd door het
woningtekort, financiële
positie van cliënt en
beperkte
zelfredzaamheid
Doorstroom
(naar andere zorgvorm)
7. Instroom mogelijk kleiner
wegens bezuinigingen bij
gemeenten en verwachte
inzet op versterking voorveld
2. Mogelijke toename
instroom door artikel 2.3;
groep heeft een
complexere en
intensievere zorgvraag
10. Er zijn afspraken
gemaakt over
afbouw van 33% in
2020
4. Instroom wordt mogelijk
door inzet lichtere vormen
van verplichte zorg
Instroom
Zorgvorm
Beschermd
wonen
10. Mogelijke toename
instroom door
verschuiving uit kliniek
1&2. Grotere instroom
door autonome groei FZ
en behoefte aan zorg
na afloop van de titel.
Beschrijving van de effecten per type capaciteit
1. MJA Forensische zorg
• Ontwikkelingen tbs
• Forensische zorg: project
IDU
2. Nieuwe Wet Forensische Zorg
• Waaronder autonome groei
voorwaardelijke straffen
4. Wet verplichte GGZ
7. Wet Langdurige Zorg & Wmo
10. Bestuurlijk akkoord GGZ
13. Introductie Basis GGZ
Uitstroom
Doorstroom
(naar andere zorgvorm)
7. Door overgangsrecht van
huidige populatie zal deze
groep komende jaren in BW
blijven, maar mogelijk bij een
andere aanbieder
Pagina 23 van 34
Legenda Wettelijk kader:
Netto effecten beschermd wonen capaciteit
Strafrechtelijk
kader (WFZ)
Civielrechtelijk kader
(BOPZ/WvGGZ)
Vrijwillig kader
(Zvw/AWBZ)
Huidige situatie
Toekomstige
situatie
Knelpunt tussen sturing op afname capaciteit en tegelijkertijd grotere zorgvraag
Op basis van de afspraken in het bestuurlijk akkoord is de verwachting dat er een afname van de capaciteit plaatsvindt. De mate
waarin dit in de toekomst mogelijk is, is onzeker omdat de zorgvraag van verschillende kanten juist toeneemt.
Door de autonome groei in de forensische zorg, de versnelde doorstroom vanuit tbs en de klinische forensische zorg
verwachten wij een toename in de instroom in de beschermde woonvormen.
In het bestuurlijk akkoord zijn afspraken gemaakt over de afbouw van de capaciteit. Tegelijkertijd verwachten wij een grotere
instroom door de effecten van afbouw van de klinische capaciteit, de mogelijkheid voor het opleggen van lichtere vormen van
verplichte GGZ en door de grotere zorgvraag in de forensische GGZ (en daarbij ook de zorg bij afloop van de titel). Daarnaast
vindt er beperkt uitstroom plaats, onder andere door het woningtekort voor deze doelgroep en de langdurige indicatiestelling.
Voor de lange termijn is het lastig de netto effecten te voorspellen. Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor zowel de
toegang, als de versterking van het voorveld. Zij zullen daarom sterke invloed hebben op de instroom in beschermd wonen.
Beschrijving van de effecten per type capaciteit
Pagina 24 van 34
Effecten op capaciteit ambulante capaciteit 1.
MJA Forensische zorg
• Ontwikkelingen tbs
• Forensische zorg: project
IDU
2. Nieuwe Wet Forensische Zorg
• Waaronder autonome groei
voorwaardelijke straffen
4. Wet verplichte GGZ
7. Wet Langdurige Zorg & Wmo
10. Bestuurlijk akkoord GGZ
13. Introductie Basis GGZ
1. Door het versnellen van
de behandelduur in tbs,
wordt er eerder gestart met
transmurale fase. Dit zorgt
voor tijdelijk hogere
instroom
2. Door autonome
groei een grotere
instroom
Instroom
Ambulante
FZ
Uitstroom
1. Door het project IDU
stromen cliënten eerder uit
naar een ambulante
forensische zorgvorm
Doorstroom
(naar andere zorgvorm)
4. Instroom wordt
mogelijk door inzet
lichtere vormen van
verplichte zorg
2. Mogelijke toename
instroom door artikel 2.3;
groep heeft een
complexere en
intensievere zorgvraag
1&2. Grotere instroom
door autonome groei FZ
en behoeft aan zorg na
afloop van de titel
Instroom
13. Kleinere instroom
gespecialiseerde GGZ,
complexere groep blijft
over
Zorgvorm
Ambulant
(SGGZ)
10. Toename door
afbouw klinische
capaciteit, de doelgroep
heeft een complexere
zorgvraag
Beschrijving van de effecten per type capaciteit
Uitstroom
Doorstroom
(naar andere zorgvorm)
Pagina 25 van 34
Legenda Wettelijk kader:
Netto effecten ambulante capaciteit
Strafrechtelijk
kader (WFZ)
Civielrechtelijk kader
(BOPZ/WvGGZ)
Huidige situatie
Vrijwillig kader
(Zvw/AWBZ)
Toekomstige
situatie
Minder ambulante (gespecialiseerde) GGZ capaciteit, complexere zorgvraag
De ambulante (gespecialiseerde) GGZ capaciteit neemt af. Waarbij het aandeel cliënten dat via het strafrechtelijk, dan wel civiel
rechtelijk kader GGZ krijgt relatief groter wordt. De zorgvraag van de doelgroep wordt complexer en intensiever.
Door de autonome groei in de forensische zorg, de versnelde doorstroom vanuit tbs en de klinische forensische zorg
verwachten wij een toename in de instroom in de ambulante forensische zorg, waarbij de populatie een complexere en
intensievere zorgvraag heeft dan voorheen.
Door ambulantisering ontstaat een grotere instroom bij de ambulante voorzieningen. Daarnaast ontstaat een mogelijke nieuwe
instroom door de mogelijkheid voor het opleggen van lichtere, ambulante vormen van verplichte GGZ. Het effect van de
invoering van de Basis GGZ en de sturing richting Basis GGZ door zorgverzekeraars is echter vele malen groter, waardoor de
zorgvraag naar gespecialiseerde ambulante GGZ afneemt. Wel blijft er een complexere groep over met een intensievere
zorgvraag. Vanwege deze complexe, intensieve vraag is er een grotere vraag naar intensieve vormen van ambulante zorg,
zoals (f)-ACT, ACT, IHT.
Beschrijving van de effecten per type capaciteit
Pagina 26 van 34
Legenda:
Denkmodel GGZ netto-effecten
Sturing op zorgvraag en zorgaanbod
Opdrachtgevers / Financiers
Kleinere capaciteit
Gelijke capaciteit
Grotere capaciteit
Behoefte aan GGZ (zorgvraag)
Tbs
Grijs
Oranje
Rechter
Klinische
FZ
Beschermd
wonen FZ
Gelijke
problematiek
Zwaardere
problematiek
Ambulante
FZ
Klinisch
Verwijzer
Ambulant
(SGGZ)
RIBW
Beschermd
wonen
Denkmodel GGZ netto effecten
Ambulant
(BGGZ)
Pagina 27 van 34
Algemene bevindingen en vervolg
Algemene bevindingen en vervolg
Pagina 28 van 34
Algemene bevindingen op basis van fase 1
•
GGZ aanbieders hebben en krijgen te maken met een groot aantal ontwikkelingen. In
deze impactanalyse hebben wij in ieder geval 14 impactvolle ontwikkelingen
geïdentificeerd
•
De effecten van deze ontwikkelingen in termen van patiëntenstromen, primaire
processen en bedrijfsvoering, zijn in kwalitatieve zin te duiden. Het is in de meeste
gevallen helder in welke richting deze effecten zich voor (zullen) doen
•
Hierbij constateren wij dat er in de volle breedte van de GGZ een verschuiving
plaatsvindt van gespecialiseerde naar generalistische zorg, en van klinische zorg naar
intensieve ambulante zorgvormen. Alle inkopende partijen in de GGZ sturen ook op
deze beweging. Tegelijkertijd zien wij (als gevolg hiervan) per type capaciteit een
zwaardere doelgroep en complexere problematiek.
Algemene bevindingen en vervolg
Pagina 29 van 34
Algemene bevindingen op basis van fase 1
•
Voor de typen capaciteit heeft dit ten gevolge dat de klinische capaciteit gemiddeld zal
afnemen en de ambulante capaciteit (inclusief Basis GGZ) zal toenemen. Voor de
capaciteit beschermd wonen verwachten wij dat de capaciteit iets afneemt, terwijl de
zorgvraag zal toenemen
•
Scherpe inzichten of voorspellingen zijn echter niet te maken, hiervoor is het geheel
van ontwikkelingen en de daadwerkelijke effecten die zullen optreden te weinig
voorspelbaar. Daarnaast vinden er ook interacties plaats tussen verschillende
ontwikkelingen die het geheel nog lastiger te doorzien maken
•
De virtuele overzichten geven daarmee vooral een beeld van de veelheid en de
complexiteit van de vraagstukken waar een zorgaanbieder voor staat en de uitdaging
om binnen deze complexiteit de juiste keuzes te maken
•
In fase 2 worden in twee pilots deze ontwikkelingen en de daaruit volgende effecten
op het niveau van een concrete zorgaanbieder verder geconcretiseerd.
Algemene bevindingen en vervolg
Pagina 30 van 34
Brug naar fase 2: Concrete impact en vraagstukken
voor zorgaanbieders
In fase 2 worden in twee pilots de ontwikkelingen en daaruit volgende effecten op het
niveau van een concrete zorgaanbieder verder geconcretiseerd. Allereerst worden de
hiervoor beschreven effecten op de patiëntenstromen en de behoefte aan typen
capaciteit zoveel mogelijk gekwantificeerd. Daarnaast brengen wij in beeld wat deze
effecten betekenen voor zorgaanbieders. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld:
•
Strategische keuzes en omgaan met onzekerheid
•
Administratieve lasten
•
Toezicht en verantwoording
•
Opdrachtgevers
•
Hoe zorgketens te organiseren: Alles ‘in huis’ of werken met netwerken
•
Huisvesting, vastgoed.
Algemene bevindingen en vervolg
Pagina 31 van 34
Brug naar fase 2: Concrete impact en vraagstukken
voor zorgaanbieders
•
Afstemming met rechter over mogelijkheden op- en afschalen
•
Verkoop & relatiebeheer (meerdere opdrachtgevers, meerdere eisen)
•
•
Gemeenten
•
Zorgverzekeraars
•
Zorgkantoor
•
DForZo
Financiën & kostprijsmodellen
•
•
Investeringen
Personeel
•
Visie: ‘Van zorgen voor naar zorgen dat...’
•
Hoe houd je je personeel tevreden
•
Expertise personeel & opleiding
•
Benodigde mix van functies en competenties.
Algemene bevindingen en vervolg
Pagina 32 van 34
Bijlagen
Bijlagen
Pagina 33 van 34
Geraadpleegde experts
Organisatie
Naam
Interview
Bijeenkomst 1
Bijeenkomst 2
Bouman GGZ
Sjef Czyzewski
DForZo
Jelle Idenburg
x
x
Dimence Groep
Sybren Bangma
x
x
Gemeente Amsterdam
Cees van der Meer
x
Gemeente Amsterdam
Roos Buntjer
x
GGZ Drenthe
Loeska Bos
GGZ Nederland
Corina Brekelmans
GGZ Nederland
Jiska van den hoek
GGZ Nederland
Lilly Buurke
x
GGZ Nederland
Maarten Oosterkamp
x
GGZ Nederland
Rianne Kasander
x
x
GGZ Nederland
Tineke Stikker
x
x
GGZ NHN
Marijke van Putten
x
FPC. Dr. S. van Mesdag
Harry Beintema
x
Ministerie van VWS
Aarnout Melis
Parnassia Bavo Groep
Meta Krassenburg
x
RIBW Alliantie
Eta Mulder
x
Yulius
Jean Luc Klompenhouwer
Bijlagen
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Pagina 34 van 34