dr.h.c. Ad van Liempt

Onderwerp:
Na de bevrijding
Inleiders:
Dhr. Ad van Liempt
Thema-avond:
dinsdag 18 februari 2014
Ik wil het vanavond gaan hebben over het tijdperk 1945 – 1950, de lezing heet na de
bevrijding. De bevrijding was voor een groot deel van het land op een heel ander tijdstip,
maar 5 mei 1945 was wel het startsein voor de bevrijding van geheel Nederland. Het is me
ooit een keer ingefluisterd, zou je niet eens een boek schrijven over die periode, want het
gaat zo vaak over de oorlog, maar de periode 1945 – 1950 daar weten we toch aanzienlijk
minder van. Het kwam erop neer dat ik een gesprek had met mensen van de NTR en dat zij
grote belangstelling hadden om daar een televisieserie van te maken. Ik heb mij
geconcentreerd op het schrijven van het boek, maar er zijn inmiddels een paar uitzendingen
geweest en elke uitzending hanteert een bepaald thema, zoals de terugkeer uit de
buitenlanden, etc. Het boek is een poging om deze 5 jaar chronologisch weer te geven. Dat
is opzich bijzonder, omdat we heel veel boeken hebben over de dekolonisatie van
Nederlands-Indië en over wat er in Nederland gebeurde in die periode, maar de combinatie
is bijzonder.
Het beeld dat ik na de studie heb gekregen is op twee punten heel anders, dan dat ik voor de
studie had. Het eerste is, dat wij over het algemeen op de periode terugkijken als een
periode van grote vreugde door de bevrijding. Dat is maar tot op zeer zekere hoogte waar.
Die periode van vreugde heeft maar een paar maanden geduurd. Je moet daarbij niet
vergeten dat er na die periode een soort omslag kwam, waardoor het land toch een beetje
chagrijnig begon te worden. Dit kwam doordat het allemaal een beetje tegenviel, het duurde
allemaal wat te lang, het voedsel was nog steeds op de bon en er waren allemaal dingen die
mensen wilden vernieuwen, die er niet van kwamen. Dat heeft er allemaal voor gezorgd, dat
die periode voor heel veel mensen een tegenvaller is geweest. Daar hoor je ze vervolgens
niet meer over want ze willen vooruit, maar als je het van dichtbij bekijkt zie je “wat was de
vrede mooi toen het nog oorlog was”.
De tweede conclusie die ik uit die hele periode trek is dat Nederland in die periode in een
conflict belandde, dat de internationale belangstelling trok, waar de hele wereld naar keek,
namelijk het conflict met Indonesië. Dit conflict maakte enorm veel slachtoffers. Het moest
voor Nederland wel op een nederlaag uitlopen, omdat Nederland dit conflict toen niet
aankon. Wij hebben dit conflict en deze problemen heel lang achter ons gelaten en het is
veel later op een nare manier teruggekomen. En het ging altijd over wat de soldaten hadden
gedaan en niet over wat de politici hadden gedaan. Ons landsbestuur was destijds niet
instaat om adequaat te reageren. Ik zeg dit met de wijsheid van achteraf en zonder verwijten
aan die politici, want zij hadden het verschrikkelijk moeilijk en altijd het beste voor met het
land.
Het is een periode geweest waarin ongelooflijk veel misging en daar ga ik een paar
voorbeelden van geven, maar ik probeer dat op een lichtvoetige toon te doen.
De vreugde uitbarstingen in Nederland waren onvoorstelbaar. Er zijn straten in Amsterdam
waar drie weken aan een stuk elke avond werd gedanst. En de Canadese soldaten waren
erg populair tijdens deze feestjes. Er waren dansavonden waar het verboden was voor
Nederlandse jongens en alleen Canadese jongens en Nederlandse meisjes mochten komen.
Er was ook geen prioriteit om deze soldaten terug te vervoeren naar Canada en omdat het
zo gezellig was bleven deze soldaten gewoon in Nederland. Eind 1945 waren er van de
100.000 Canadese soldaten nog ruim 70.000 in Nederland en ze hadden niks te doen, ze
1
verveelden zich kapot. En wat gebeurt er dan? Eigenlijk moet je vaststellen dat de
Nederlanders ze de deur uit zaten te kijken, omdat de ouders van de meisjes bezorgd waren
en de jongens waren bang dat ze nooit meer een kans zouden maken. Er zijn na de oorlog
ruim 7000 kinderen van Canadese soldaten geboren, hiervan zijn er maar enkele honderden
erkend en veel van deze kinderen zijn in tehuizen terecht gekomen. Er stond op een
gegeven moment een stuk in de Zeisterpost, waarvan ik jullie een stukje wil voorlezen:
“Op 17 oktober 1945 heeft Zeist weer een razzia gekend en ditmaal door de politie.
Geassisteerd door de militaire provoost, was de razzia gericht op meisjes, die uit allerlei
plaatsen naar Zeist zijn gekomen, meest minderjarigen, om hier het plezier na te jagen in
gezelschap van de altijd nog zo assertieve Canadezen. Geregeld wist de politie ze op te
sporen, soms 3 of 4 tegelijk. Hoe deze plaats maar steeds meisjes blijft aanlokken, terwijl de
schande van de aanhoudingen van de politie weinig of geen indruk lijkt te maken moge
blijken uit het bedenkelijke resultaat van de razzia. De politie was van 8 uur ’s avonds tot half
2 in touw met de afzetting van verschillende verblijven van de militairen ten einde
ontvluchting te voorkomen. Er werden niet minder dan 56 meisjes tevoorschijn gebracht om
vervolgens ten politiebureau te worden vervolgd.”
Kijk daar hoor je nooit iets over als het over de bevrijding gaat, maar er zit wel degelijk een
ondertoon van bezorgdheid in. En die ging zover dat er in grote kringen van de bevolking de
zorg werd uitgesproken, dat het met de moraal echt mis zou gaan. Ik vond een uitvoerig
referaat van een hoogleraar ethiek uit Groningen, die een enorm verhaal heeft gehouden en
daarin aangaf dat de Nederlandse moraal verloren ging. Het allerergste was, zei hij, dat het
niet alleen ging om de meisjes uit de achterbuurt, maar ook om die van het lyceum. Maar het
gaat natuurlijk niet alleen om die meisjes, maar ook om de moraal in het algemeen. Er waren
veel jongeren die niet wilden werken, maar avontuur wilden. De bezorgdheid was toen dat
het niet meer goed zou komen met de jeugd. Ze moesten de greep weer op de jeugd krijgen
en dat probeerden ze door middel van de oude zuilen weer op te laten leven, door ze weer
naar de kerk te krijgen. En uiteindelijk is dat ook gelukt, mijn interpretatie is dat dat de eerste
20 jaar na de oorlog is gelukt en dat de revolte van de jeugd toen echt is losgebarsten. Eind
jaren 60, lang haar, popmuziek, tel het maar op, de hele wereld was in een revolte.
Maar behalve de jeugd waren er nog een paar andere problemen en een daarvan is de
afrekening met de verrader. De schaduwkant van de bevrijding was, dat op sommige
plaatsen het beeld werd beheerst door het arresteren van de NSB’ers, het kaalscheren van
de vrouwen die ervan verdacht werden met Duitsers mee te zijn gegaan. De vraag die zich
toen in alle landen heeft gemanifesteerd was, wat is er eigenlijk gebeurd in cijfers? Er zijn in
die periode in Nederland 130.000 mensen opgepakt. Dat is een onvoorstelbaar groot
probleem geweest. Ik kan wel zeggen dat het niet zachtzinnig is gegaan en niet erg
gereguleerd.
Er zijn ook heel veel fouten bij gemaakt. Er was een speciale rechtspraak voor gemaakt,
waarin zelfs de doodstraf weer was ingevoerd. Maar waar moet je beginnen? Ze zaten
overal opgesloten, in kazernes, loodsen, scholen, etc.. De eerste minister van Justitie die
aantrad, heeft in september voorgesteld om de lichte gevallen vrij te laten. Dit omdat de
situatie in die kampen dramatisch was, er zijn heel veel slachtoffers gevallen, veel meer dan
wij weten. Niet iedereen is doodgeslagen of mishandeld, wel een deel en ook velen door
gebrek aan zorg en eten. Toen de minister van justitie dit voorstelde viel het hele land over
hem heen. Pas een jaar later is het hem gelukt om de lichte gevallen vallen vrij te laten. Veel
mensen vonden dat er geen lichte gevallen waren; als je een landverrader bent, ben je een
landverrader. Het heeft tot september ’46 geduurd, voordat er wat ruimte in die kampen
2
kwam, maar er zaten er nog duizenden in en daar moest een systeem voor worden
ontworpen. Dan krijg je de wraakgevoelens tegenover de rechtsgevoelens en dat maakte het
tot een pijnlijk proces. Uiteindelijk zijn er 65.000 mensen voor de rechter gekomen, waarvan
50.000 voor de tribunalen, veel nieuwe eenpersoons rechtbanken die de “lichte” gevallen
deden. En daarmee konden ze een hoog tempo maken. Maar er zijn toch nog 16.000
Nederlanders die onder de zware gevallen vielen, voor de rechtbank geweest. En dat was
een verschrikkelijk werk, ik heb veel verslagen erover gelezen en niemand was tevreden.
Mensen vonden het te slap, te langzaam en vrijwel iedereen zei dat de kleine vissen gepakt
werden, terwijl de groten wegkwamen met hun daden. Achteraf vinden we dat Nederland het
behoorlijk knap heeft gedaan in vergelijking met andere landen. Er heeft in Nederland geen
bloed door de straten gestroomd zoals in Frankrijk. Wraakgevoelens hebben in veel andere
landen tot bloedbaden geleid en het is best indrukwekkend hoe het Nederland is gelukt om
het in 5 jaar goed af te ronden. In Duitsland daartegenover zijn 8000 mensen voor de rechter
geweest, terwijl daar veel meer mensen wonen en er ook veel meer nazi’s zaten. In
Duitsland zijn veel mensen er mee weggekomen, maar het grote verschil zit ook in het feit
dat er in Nederland veel mensen waren die veroordeeld zijn voor hulpverlening aan de
vijand. Dat was natuurlijk iets dat in Duitsland niet gold. In Nederland kregen 140 mensen het
doodvonnis, waarvan er maar 40 geëxecuteerd zijn. Dat kwam door het cassatiebeleid, in
het parlement was in het geheim afgesproken, dat er niet te veel mensen moesten worden
geëxecuteerd. Dit heeft er toe geleid, dat veel zware misdadigers hun straf verminderd
zagen worden tot levenslang. Ik had het hier moeilijk mee toen ik dat hoorde, wat op zich
vreemd is, omdat ik tegen de doodstraf ben, zoals veel Nederlanders. Maar toen ik zag hoe
aan veel grote boeven gratie was verleend, bedacht ik dat ik dus toch wel tegen de doodstraf
was.
Een enkel woord wil ik wijden aan de politieke situatie in de periode 1945 – 1950 vertellen.
We hadden aan het begin een kabinet, dat heette een noodkabinet te zijn en dat was
aangesteld door Wilhelmina. De minimumvoorwaarde was dat ze goed waren geweest in de
oorlog. Na de eerste verkiezingen kwam er een kabinet van twee partijen; de KVP en de
PVDA, de twee grootste partijen. De PVDA ervoer dat als een enorme tegenvaller, omdat ze
dachten dat ze de absolute winnaar zouden worden. Ik ga u een verhaal vertellen waaruit
blijkt hoe raar Nederland in elkaar zat. De minister van binnenlandse zaken was minister
Beel, een buitengewoon vooraanstaande man van de KVP en die moest regeren met een
aantal jonge honden die net uit het verzet kwamen. Hij beschouwde hen als marxisten, hij
vond dat ze te socialistisch en links waren en besloot te stoppen. Er was een journalist,
Hermans, aan wie hij de primeur gaf over zijn opstappen, maar deze journalist zegt tegen
Beel: “dat moet u niet doen, u moet niet stoppen”. Beel laat zich ompraten en wat gebeurd
er? Die Hermans besluit om te helpen in de verkiezingstrijd en vervolgens wint de KVP en
mag gaan regeren. Beel wordt minister-president en Hermans blijft heel erg betrokken bij de
vorming van het kabinet en besluit na een aantal maanden over te stappen en politiek
adviseur te worden.
Ik denk dat niemand heeft gehoord van Petrus Dobbelaar, hij was het slachtoffer van een
actie van de marechaussee bij rellen in Amsterdam. In december 1946 waren er weer
demonstraties en rellen en heeft de marechaussee met scherp geschoten. Opeens ligt er
een man dood op straat. De enige krant die erover schrijft is “de Waarheid”. Dit is de kracht
van de verzuiling, de deksels worden op de potten gehouden en dingen kunnen buiten de
kranten worden gehouden. Peter Dobbelaar is hier een fantastisch voorbeeld van.
Ik zal u een aantal dingen vertellen, die in die tijd ook zijn gebeurd. Er was in 1946 een groot
enthousiasme voor de walvisjacht, met name door de populariteit van levertraan. Dat kwam
doordat we te weinig vet hadden, we waren een enorm arm land en hadden hier gewoon te
3
weinig van. Die eerste jacht ging er een journalist van het ANP mee en die maakte een film
van de hele operatie. In het totaal zijn er 750 walvissen geschoten en daar waren wij
hartstikke trots op. De scheepsarts was erg tegen die populariteit en de media aandacht,
omdat de werkomstandigheden aan boord erbarmelijk waren. Toen hij er een boek over had
geschreven kon dat niet worden uitgebracht door de “papierschaarste”.
Op sportgebied stelden wij helemaal niks voor. Wij wonnen nooit het WK en konden echt
helemaal niks wat dat betreft. En opeens in loopt daar in 1948 een lange huismoeder met
blonde krullen en een iets te wijde oranje broek en die wint 4 gouden medailles bij de
atletiek. Grappig om te zien was, hoe modern dat eraan toe ging. Als zij de eerste prijs wint
staat ze direct na de finish te hijgen in de microfoon van een live radio verslaggever. En ze
eindigt dat eerste interview met “Pa, ga maar rond de tafel rennen”. Het blijkt dat haar vader
een interview heeft gegeven waarin hij vertelde dat hij zenuwachtig was voor zijn dochter en
vrij heeft genomen om naar de radio te luisteren. Hij zou gezegd hebben dat als zijn dochter
een medaille zou winnen, hij 3x rond de tafel zou lopen.
Dat waren de zonnestraaltjes, maar de grote wolk die boven Nederland hing was natuurlijk
het conflict met Indonesië. Het is te complex om dat hier helemaal uit te leggen. Waardoor
het probleem naar mijn visie is ontstaan, is het gebrek aan communicatie. Nederlands-Indië
was bezet door de Japanners en Nederland capituleert midden augustus ‘45 maar er is daar
dan eigenlijk nog geen Nederlandse vertegenwoordiging. Er zaten natuurlijk wel
Nederlanders in de kampen, maar die durven en kunnen daar niet uit. De NederlandsIndische regering is op het laatste moment naar Australië gegaan en die krijgen ruim een
maand na de capitulatie een rapport van een waarnemer. Daarin staat iets waar je toch wel
van schrikt. Er staat in dat alles totaal veranderd is in Indië. Wij zijn totaal uitgespeelt, de
jeugd heeft de staat overgenomen en het gaat er enorm gewelddadig aan toe. Eigenlijk wil
de regering in Nederland op dat moment niet geloven dat het waar is, dat de hele wereld op
zijn kop staat. Dat de Indonesische bevolking een ongelooflijke hekel heeft gekregen aan de
Japanners, die hebben daar zo huisgehouden dat ze daar niks meer mee te maken willen
hebben. Maar ze willen ook zeker de Nederlanders niet meer. Want die hebben daar ruim
300 jaar geheerst en vervolgens kwamen de Japanners en waar waren de Nederlanders?
De Indonesiërs hadden bedacht dat ze het nu maar zelf maar moesten gaan doen, want van
die Nederlanders moesten ze het ook niet hebben. Dit stond lijnrecht tegenover wat de
Nederlandse politieke elite dacht; die hadden hun geld gezet op het terugkeren naar
Indonesië en het daar weer overnemen van de leiding. Ze hoopten dat daar weer de
welvaart vandaan zou komen en dat we daarmee de ruïnes - die ontstaan waren door de
oorlog - konden opbouwen. Dat was helemaal niet gek gedacht, er zijn geen enorme
blunders begaan.
Op het moment dat het kabinet besluit eind juni 1947 om de eerste politionele actie te
ondernemen staat er een minister (van buitenlandse zaken) op die zei “heren, een ding, dit is
geen oorlog, dit is een intern Nederlands probleem en daarom spreken we in het openbaar
nooit van oorlog maar altijd van politionele acties”. En daar hebben de ministers zich aan
gehouden, maar ook het hele volk. En dat is bijzonder, als je het nu met mensen hebt over
de oorlog in Indonesië, zeggen ze: “huh oorlog in Indonesië? Oh wacht; de politionele
acties!”. Maar in andere landen hadden ze het wel over een oorlog, daar is in de
Nederlandse samenleven betrekkelijk aandacht aan besteed maar op een zeker punt is er
een internationale havenboycot geweest tegen Nederlandse schepen. Dat las je niet in de
kranten hoor, dat werd stil gehouden. Er was een groot aantal landen dat sympathie had
voor de Indonesische samenleving, die een vliegverbod hadden voor Nederlandse
vliegtuigen, zodat KLM op een gegeven moment om India heen moest vliegen. Zo zijn er in
4
de veiligheidsraad unaniem resoluties aangenomen tegen Nederland. Dat is later nooit meer
een land overkomen. Maar het besef dat we de zwakke schakel in de wereld waren, heeft
onze samenleving nooit echt bereikt. Ik denk dat we het slachtoffer zijn geworden van de
verzuiling en dat heeft er naar mijn mening toe geleid dat er zelfs een tweede politionele
actie is gekomen.
Drees was premier en heeft er ook voor gezorgd dat die tweede actie er kwam. Een hele reshuffling van het nieuwe kabinet, want je vraagt je af: hoe heeft de PVDA dit heeft kunnen
accepteren. En naar mijn idee moet je die volgende periode als volgt interpreteren. De PVDA
was de op één na grootste partij en vooral Drees had een groot doel; nooit meer zo’n crisis
als in de jaren 30. Er moest een zorgstelsel komen en dat kon hij alleen voor elkaar krijgen
met hulp van de KVP. Daar had hij zijn bondgenoten en het was hem ook gelukt om in 1947,
toen er nergens geld voor was, de noodwet ouderenvoorzieningen erdoor te jassen. Hij heeft
er voor moeten jokken, hij heeft moeten beloven dat het tijdelijk was en hij heeft daar zijn
faam mee gevestigd. Drees heeft een hele zware prijs betaald voor deze faam. In 1948 werd
hij premier, terwijl hij niet van de grootste partij was, maar alle posten die met Indië te maken
hadden werden aan de KVP toegewezen. De KVP hielp met het zorgstelsel als de PVDA zou
helpen het Indië probleem op te lossen. De eerste week na de politionele actie hebben 7000
PVDA partijleden hun lidmaatschap opgezegd. Dat is veel hoor, het was chaos binnen de
partij. En in 1948 kwam er een tweede actie en die is er dit keer op gericht om de hoofdstad
van de republiek in te nemen en het hele kabinet gevangen te nemen. En die opzet slaagt.
Ze zetten het kabinet in Sumatra in ballingschap. Op het slagveld heeft Nederland
gewonnen, maar in de diplomatiek is het een ramp. Alle landen vragen zich af of Nederland
gek is geworden. En dan komt er een brief van België, dat was onze laatste bondgenoot, en
die vraagt zich bezorgd af wat er in Nederland aan de hand is. De hele wereld zei dat ze het
niet moesten doen en ze deden het toch; we waren te eigenwijs. Koningin Wilhelmina heeft
voorgesteld om een weekje uit de veiligheidsraad te stappen en dan snel Yogjakarta binnen
te vallen. Het politieke conflict is uiteindelijk opgelost toen Nederland dreigde om niet in de
NAVO te gaan, dat was voor de VS onoverkomelijk, dus uiteindelijk heeft Nederland alles op
moeten geven, maar kon het conflict worden opgelost.
Ik ben misschien een beetje scherp over de politieke situatie destijds. Ik ben ervan overtuigd
dat in die tijd de Nederlandse burger veel informatie is onthouden. Ik ben heel erg voor de
rechten van de mens, maar als ik zie hoe er in de diplomatiek mee wordt omgegaan, denk ik
dat het vaak ook wel erg hypocriet is. Iedereen doet zijn best om te laten merken dat we het
met de beste bedoelingen doen en ik denk dat alle demonstraties en acties allemaal heel
goed bedoeld waren. Maar laten we nou eens een deel van tijd kijken hoe we dat zelf voor
elkaar hebben gekregen, ik denk dat we daar als samenleving erg van zouden opknappen.
5