BIOMETRIE Vaarwel Dit 3D-model kan zo gedraaid worden dat het met foto’s uit diverse perspectieven kan worden vergeleken. Raymond Veldhuis in de proefopstelling van camera’s in een deurpost. Onze identiteit is veel scherper te controleren. Dat kan ook nog eens op een manier die de privacy beter beschermt. „Soms wil je alleen maar weten of een persoon al achttien jaar is, of hij mag autorijden of zich op een bepaalde plek mag bevinden”, zegt professor Raymond Veldhuis, hoogleraar biometrische patroonherkenning aan de Universiteit Twente. Veldhuis en zijn medewerkers zoeken naar nieuwe technieken en methodes die de samenleving veiliger maken zonder iedereen binnenstebuiten te keren. door Martin Ruesink foto’s Annina Romita Met een laserscan wordt de vorm van een gezicht opgemeten. 8 Leven De Twentsche Courant Tubantia H et is een eeuwig dilemma bij identiteitscontrole: Hoe zorg je ervoor dat je iedereen naar binnen laat die naar binnen mag én tegelijk iedereen buiten houdt die dat niet mag. „Leg je de toelatingseisen heel hoog, dan zul je ook relatief veel mensen weigeren die wel naar binnen hadden gemogen”, zegt Veldhuis. „Andersom zorgen lagere eisen er voor dat niemand onterecht wordt geweigerd, maar dat tegelijk vaker mensen door de controle kunnen glippen bij wie je dat liever niet had gehad. Zo werkt het met biometrie ook. Als je bij toegangscontrole eist dat iemands gezicht erg lijkt op een referentieplaatje, kun je mensen onterecht weigeren.” Veldhuis is gespecialiseerd in biometrische patroonherkenning, gericht op unieke individuele eigenschappen van personen. De vakgroep van Veldhuis werkt in het Twentse Centrum voor Risicomanagement, Zekerheid en Veiligheid samen met andere onderzoekers, overheden en bedrijven aan technieken en maatregelen die de samenleving veiliger maken. Een juiste balans tussen gebruiksgemak en veiligheid kan veel meer tevreden gezichten opleveren, als de kans op fouten wordt verkleind. Bijvoorbeeld door de inzet van meerdere technieken tegelijk, zoals vingerafdrukken, gezicht- én irisherkenning. „Maar meerdere technieken inzetten kan weer meer tijd en ongemak met zich meebrengen. Dat wil je niet overal. Dat kun je opvangen met nieuwe technieken, zoals een gezichten irisherkenning met behulp van één opname. Alles draait erom de betrouwbaarheid te vergroten. Volledige zekerheid krijg je nooit.” Natuurlijk is er DNA, de vrijwel unieke bouwtekening van ons lichaam die tegenwoordig veel wordt ingezet om misdaden op te lossen. „DNA heeft een aantal voordelen. Het is makkelijk te verkrijgen. Je laat overal DNA-sporen na. Op het koffiekopje waar je net uit hebt gedronken, bijvoorbeeld. Maar DNA heeft ook grote nadelen als instrument voor grootschalige identificatie. In de eerste plaats duurt het snel een paar uur voor je DNA geïdentificeerd is. Ook al vingerafdruk zou dat door nieuwe technieken kunnen worden teruggebracht tot een paar minuten, dan is dat nog niet handig als controlemiddel op een luchthaven of andere plaatsen waar grote groepen mensen snel gecheckt moeten kunnen worden.” Veldhuis ziet bovendien een nog groter, inhoudelijk bezwaar tegen DNA als de nieuwe vingerafdruk. „DNA vertelt veel meer dan strikt noodzakelijk is om iemands identiteit te controleren. Je kunt er ook de kansen op het krijgen van bepaalde ziekten uit afleiden. Dat is informatie die een ander niets aangaat en die bijvoorbeeld niet bij verzekeraars of werkgevers mag terechtkomen.” Er zijn gelukkig meer lichamelijke kenmerken die net zo persoonsgebonden zijn als je vingerafdruk of DNA, maar minder risico’s bevatten als middel voor persoonsidentificatie. Een van die kenmerken ligt onzichtbaar verborgen onder onze huid. „Dat zijn de aderen. Die liggen bij ieder mens in een ander patroon”, zegt Veldhuis. ‘Gelukkig zijn er meer lichamelijke kenmerken die persoonsgebonden zijn’ Een scan van de aderpatronen, bijvoorbeeld in de vinger, heeft wat Veldhuis betreft potentie: „Vingerafdrukken kunnen al vrij makkelijk worden gestolen. Ik zie dat gevaar bij aderpatronen nog niet zo snel. Daarnaast doen we onderzoek naar methoden om de gegevens te versleutelen die worden uitgelezen door een camera of een scanner. Op die manier kan niemand direct bij jouw biometrische kenmerken komen, maar worden de persoonsgegevens altijd indirect gecheckt.” Ook in omgevingen zoals verpleeghuizen leeft de behoefte aan herkenningssystemen die veiligheid en privacy zo goed mogelijk combineren. „De apparatuur voor dit soort systemen is er al. Camera’s zijn tegenwoordig goed en betaalbaar. Het gaat erom wat je er mee doet”, zegt Veldhuis. „We hebben hier bijvoorbeeld een opstelling gemaakt van camera’s in deurposten, die alleen de doorgang bestrijken en verder niets van de omgeving. Je kunt de programma’s zo instellen dat niemand van het personeel weet wie er door de deur loopt, maar alleen af en toe een seintje krijgt dat er iemand een ruimte verlaat of betreedt voor wie dat een risico is. Bijvoorbeeld een dementerende die dreigt te verdwalen.” De zoektocht naar scherpe én afgebakende herkenningstechnieken leidt soms naar bijzondere uitstapjes. Zoals onlangs in het tv-programma Fotostudio De Jong te zien was. Veldhuis en zijn medewerkers gebruikten hun kennis en technieken om te achterhalen of een jonge man op een negentiende-eeuwse foto Vincent van Gogh zou kunnen zijn. De Amerikaanse eigenaar van de foto was daar namelijk heilig van overtuigd. „We hebben op basis van bekende foto’s van Van Gogh in de computer een driedimensionaal beeld van zijn gezicht opgebouwd. Dat doen we met een gezichtsmodel waarmee je diepte in het beeld kunt berekenen”, legt Veldhuis uit. Op het scherm verschijnt het draaiende gezicht van de beroemde schilder. Hier en daar zijn zwarte vlekken zichtbaar. „Dat zijn plekken die net niet op de foto’s zichtbaar zijn, zoals de schaduw van de neus.” Het 3D-model is vervolgens zo gedraaid, dat de stand van het hoofd overeenkwam met die op de bewuste onbekende foto van ‘Van Gogh’. Op die manier ontstond een tweedimensionaal beeld van het model dat met de foto kon worden vergeleken. „We weten nu vrijwel zeker dat het om een andere man gaat. Er was wat ons betreft gewoon te weinig overeenkomst, hoewel de man op het eerste gezicht wel wat van Van Gogh weg heeft. De eigenaar van de foto was niet blij met de uitslag, dat snap ik wel. Het blijft lastig hoor, vooral als foto’s uit verschillende leeftijdsfases met elkaar moeten worden vergeleken. Gezichten kunnen in de loop der jaren behoorlijk veranderen.” 왗 Prof.dr.ir. Raymond Veldhuis houdt op 17 april op de UT een oratie over persoonsherkenning aan de hand van biometrische eigenschappen. De Twentsche Courant Tubantia Leven 9
© Copyright 2024 ExpyDoc