Raadsbesluit De Raad van de gemeente Leiden: Gezien het initiatiefvoorstel van het lid Holla (raadsvoorstel […] van […]), mede gezien het advies van de commissie Aan art. 20 (intrekking van de vergunning) van de Huisvestingsverordening 2007 van de Gemeente Leiden de volgende onderdelen toe te voegen: c. de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn nagekomen; d. vaststaat of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat handhaving van de vergunning zou leiden tot een ernstige verstoring van het geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het gebouw waarop de vergunning betrekking heeft. Gedaan in de openbare raadsvergadering van […] De Griffier, De Voorzitter, Toelichting: Uit de brief van het college d.d. 25 november 2014 (omzetten zelfstandige woonruimte naar kamerbewoning) wordt duidelijk dat het College op dit moment onvoldoende middelen heeft om overlast door kamerbewoning (als gevolg van verkamering) tegen te gaan. Na vergunningverlening is er bij gebleken overlast geen goed sanctiemiddel. De verleende onttrekkingsvergunning kan dan niet meer worden ingetrokken. Uit klachten en bezwaarschriften is gebleken dat overlast niet zozeer veroorzaakt wordt door overtreding van wet- en regelgeving omtrent bouwen, maar dat kamerbewoning makkelijker tot overlast leidt, omdat bij kamerbewoning een pand meestal ook door relatief veel meer mensen bewoond wordt en die mensen een ander leefritme kunnen hebben. Met dit Raadsvoorstel worden er twee onderdelen toegevoegd aan art. 20 van de Huisvestingsverordening 2007 van de gemeente Leiden. Hiermee krijgt het College de mogelijkheid om de onttrekkingsvergunning in te trekken wanneer de op grond van art.18 gestelde voorwaarden en voorschriften niet nagekomen zijn. Daarnaast krijgt het College met sub d. een grond op basis waarvan een uitgegeven verordening ingetrokken kan worden, wanneer de verkamering daadwerkelijk tot overlast geleid heeft. Beide onderdelen maken onderdeel uit van art. 28 van de Huisvestingsverordening 2011 van de gemeente Groningen; een verordening die wat betreft regelgeving omtrent verkamering vergelijkbaar is met de Leidse Huisvestingsverordening. Handhaving als gevolg van overlast door middel van intrekking van de onttrekkingsvergunning op grond van deze bepalingen uit de Groningse Huisvestingsverordening is in de praktijk effectief gebleken. De Raad van State heeft geoordeeld dat het College een ruime mate van beoordelingsvrijheid heeft bij een beoordeling van de vraag of verlening van de omzettingsvergunning leidt tot een ontoelaatbare inbreuk op het woon- en leefmilieu 1 van de woning. Daarbij heeft de Raad van State geoordeeld dat de gemeente Groningen rechtmatig een onttrekkingsvergunning ingetrokken heeft nadat verkamering op grond van die vergunning tot een ernstige verstoring van het geordend woon- en leefmilieu had geleid. 1 ABRvS 5 december 2012, nr. 201200666/1/A3. Motie vreemd aan de orde van de dag Motie: Onderwerp: Einde aan overlast verkamering De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van […], Constaterende dat: - Uit de Tuinstadwijk, Zeeheldenbuurt, de Mors, de binnenstad en de Professoren- en Burgemeesterswijk steeds meer klachten over verkamering van woningen komen; - De Commissie Bezwaarschriften een ‘brandbrief’ aan het College gestuurd heeft dat het beleid ten aanzien van kamerbewoning moet worden heroverwogen; - Het College in de brief d.d. 25 november 2014 en een Collegebesluit d.d. 8 juli 2014 erkent dat verkamering tot overlast kan Leiden en dat het College onvoldoende middelen heeft om hiertegen op te teden. Overwegende dat: - De overlast veroorzaakt door verkamering een negatief effect heeft op het leefmilieu; - Het toegestaan is op straatniveau maximumpercentages te stellen wat betreft verkamerde 2 woningen ; - Onder andere in Groningen (in mei 2007) een tijdelijk maximumpercentage ingesteld is, om een pas op de plaats te maken en met bewoners en organisaties tot breedgedragen beleid te komen met betrekking tot kamerbewoning; - Het huidige gemeentelijke beleid (onder andere RV 11.0015 en RV 11.0070) overlast niet effectief kan voorkomen of doen ophouden; Verzoekt het college: - Een beleidsregel op te stellen met betrekking tot de afgifte van onttrekkingsvergunningen op grond van de Huisvestingsverordening 2007 waarin het aantal onttrekkingsvergunningen gemaximeerd wordt op 0% per straat; - In overleg te treden met belanghebbenden (waaronder: wijkverenigingen, buurtbewoners, onderwijsinstellingen, studenten(organisaties)) met als doel het aantal verkamerde woningen in kaart te brengen en een door de stad gedragen voorstel naar de Raad te brengen met betrekking tot kamerbewoning; - Deze beleidsregel te doen gelden totdat het hierboven genoemde voorstel door de Raad besproken is; - Onttrekkingsvergunningen in het kader van ‘Wonen boven winkels’ uit te zonderen van deze regel; En gaat over tot de orde van de dag. Gijs Holla (PvdA) 2 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de rechtbank Almelo: Rb. Almelo, 13 februari 2007, nr. 07 / 518 HVW AQ1 A.
© Copyright 2024 ExpyDoc